ïJIS'AMfö RUBRIEK im ELKAAR BENIJDEN. Het is erg leerzaam en ook zeer in teressant het verschil in uiterlijk en mentaliteit te bestudeeren van de vrouw uit de provincie (het platte- landsvro' /tje) en de vrouw uit de groote, de wereldstad! 't Kan ons vrouwen, soms zoo im- poneeren, dat de studie hiervan ons een oogenblik onze eigen zorgen en beslommeringen (wie heeft die niet?) doet vergeten en ons weer verzoent met eigen lot Het kan het verlangen naar „iets anders", naar „vrijheid", naar „meer luxe" eenigszins tempe ren. daar we al spoedig tot de slotsom zullen komen, dat nóch de vrouw uit de wereldstad, noch de vrouw van 't provincie-plaatsje gelukkiger is dan wij. Ze hebben beiden hare verlan gens en beiden haar verkeerde voor stellingen van „geluk" evenals wij dat hebben. Ze hunkeren vaak bei den evenzeer naar „dat, wat je niet hebt", als wij het doen. Het vrouwtje op het vreedzame, slapende dorp kan zich ontzettend opwinden als de „chique nicht" uit de groote stad ge woonten heeft en uitlatingen bezigt, die men in haar plaatsje gewoon ver schrikkelijk en ongehoord vindt. Zij ergert zich aan de kleeding en het kapsel van het overigens niet licht zinnige vrouwtje uit de stad, maar in- tusschen benijdt ze haar en verteert ze soms van ijverzucht. De nicht uit dé groote stad laat soms maar al te dui delijk voelen, dat ze eigenlijk de spot drijft met de zeden en gewoonten van het dorps-prinsesje en ze voelt zich wat ontwikkeling betreft, verre bo ven haar staan. Maar is ze eenmaal een paar dagen onder de bekoring van het buitenle ven, dan begint zij zichzelf te bekla gen, dat zij die rust, bet harmonische van het landelijke leven ontbeert en haar leven te zeer in beslag genomen wordt door dingen van allerlei aard, waar men zich in de provincie niets van aantrekt. Ze begint te beseffen, dat haar leven vermoeiend, gejaagd en doelloos-gevuld is. Allerlei kleine plichten en noodzakelijkheden vullen de dagen van den ochtend tot den avond. Er is weinig echte vreugde. Er is een opstuwen van een beetje arm zalig genoegen, waarvoor men zich allerverschrikkelijkst moet inspannen, om dat ,te bereiken. Afleiding zoekt men en steeds opnieuw tracht men afleiding te vinden in theaters, café's en dergelijke, maar voldoening schenkt het niet. En de vrouw uit de „groote" stad. wordt jaloersch op het provincie vrouwtje. Ze benijdt haar heur ge makkelijke leefwijze, haar evenwich tigheid en haar vrede. Maar het dorpsvrouwtje hangt aan de lippen van haar, die vertelt van de prachtige, verlichte theaters, waar da mes en heeren komen in fluweelen en zijden kleeding, waar dames cigaret- ten rooken, terwijl ze hun cocktail drinken. Ongehoord en schandelijk vindt ze 't wel, maar ze gloeit even zeer van verlangen er^méér van te hooren, als ze het doet van veront waardiging. Maar.... als deze twee eens met elkaar konden ruilen, hoe spoedig zou ieder weer naar eigen le venslot terug verlangen. We zijn niet zonder doel en zonder reden ge plaatst in den toestand, waarin we ons bevinden. Er is een bedoeling gelegd in het bestaan van ieder onzer. Wij kunnen de beteekenis ervan niet zien o' minstens zeer onduidelijk en vaag. Maar de Schepper plaatste ons niet naar willekeur op het plekje van de aarde, waarop ons wiegje stond. Niets is toevallig en zeker ons menschen bestaan niet. Wees tevreden met wat U is weg gelegd en beklaag U niet, als ge niet hebt wat een ander is toebedeeld. Wat U ontvangen hebt, is juist dat wat ge noodig hadt. IRENE. KAPOTTE KOUSEN. Een zeer tijdroovend werk is altijd het stoppen, en vooral het netjes stoppen van onze fijne zijden kousen. Tegenwoordig behoeven wij ons hier over niet meer bezorgd te maken, daar er een kleefstof in den handel is gebracht, die niet loslaat, zelfs niet als de kousen in heet water gewas- schen worden, iets, dat wij natuurlijk nooit doen, daar de kous hierdoor veel te veel te lijden heeft. Men neemt een oude kous in de tint van de kous die gerepareerd moet worden, knipt hiervan een stuk af, rondom een cen timeter grooter, dan het gat dat ge maakt moet worden. Op dit stukje brengen we een laagje van de kleef stof aan. Dit bevestigt men aan den binnenkant van de kous, we strijken even met een lauw strijkijzer over het geheel heen, en onze kous is feil loos gemaakt. jjfllllb peche. Deze drie genoemde soorten vindt men overvloedig, ook in imita ties. Dan hebben we de bekende Ga bardine, de gummijas eh de zware loden stof. We laten U hier een regenmantel zien van zwarte loden stof met een klokkende pellerine. Deze pellerine doet tegelijk dienst als rugbescher- MODERN SCHOENWERK. De tijd, dat schoenen een prozaïsch artikel was, is vcorbij. Een schoen kan zoo mooi en zoo fijn zijn, dat het als 't ware een stukje poëzie wordt Een schoentje kan een droom zijn! Och, hoe wonderfijn zijn de schoen tjes van zijde, brocaat, van slangen huid, van goudleer en zilverstof, van hagedis, krokodil of van welk reptiel dan ook gemaakt! Al deze huidjes worden voor onze voetbekleeding aangewend. De na tuurlijke kleuren bieden keus genoeg om met elk costuum volkomen te harmonieeren, maar om bijzondere effecten te verkrijgen, verft men de huidjes in de meest fantastische kleu ren, die veela] het natuurlijke voorhij streven. Als de resultaten maar ver rassend ziin! We zien ook veel com binaties van t.vee of drie ledersoor ten, meestal glacéleer met slangen- her en hagedis, ook glacéleer met peau de suède. Maar zijn ze charmanter dan ze óóit geweest zijn. Hierbij geven wij U vier van Je nieuwste modellen van schoentjes, die dezen winter het meest zullen worden gedragen. Voor wandelschoen wordt veel zwart lakleer gezien, al dan niet bewerkt met een ander soort leer, ah bijv. zwarte peau de suède, beige glacé, krokodil, slangenleer en derge- li'ke. Voor den avondschoen, vooral bij een large lichte japon, ziet men in den kleur der japon of er bij pas send, moirée zijden aangewend. Champagnekleur, licht beige en parelgrijs glacéleer is heel chique en gekleed. TWEE JAPONNEN. DE BONTMANTEL. No. 497. Deze bontmantel is ge maakt van zwart veulen, gegarneerd met ingezette reepen van hetzelfde bont. Het ondergedeelte, dat van vo ren vanaf de taille met een wijden boog in den rug naar beneden loopt, is klokkend en hangt van achteren lager dan van voren. De manchet is opvallend wijd en hoog. Deze komt bijna tot den elleboog en bestaat ge heel uit aan elkaar gezette reepen bont. Een groote zwarte vos comple teert het geheel, dat buitengewoon chique is. mer; de loden stof op zich zelf is heel warm, zoodat men zelfs in den winter deze jas gerust kan dragen. De mouw heeft kleine, opgeslagen manchetten. De kraag is vrij klein doch de mantel kan ook hoog gesloten worden. De ceintuur, met gespsluiting wordt door twee lusjes gehaald, die op de zijna den bevestigd zijn; hij zit ter hoogte van de taille. Flinke, opgezette zakken voltooien het geheel. Juist iets voor fietsend Holland, nietwaar? Deze japonnen vallen op door hun eenvoud, zijn practisch en maken een voornamen, beschaafden indruk. No. 495 is van velours imprimée, een bedrukte, soepele soort fluweel, dat zich zeer gemakkelijk laat ver werken en het voordeel heeft niet aan te hangen. Het lijfje, dat tot de taille komt, bloust rondom iets over. De rok heeft in het voorpand twee diepe stolpplooien, die van de taille tot de hoogte van de heupen vastgestikt zijn en dan verder uitspringen. De zijpan den zijn iets klokkend aan het heup stuk gezet. Kraag, revers en man chetten zijn van witte sijde, terwijl de mouw recht en vrij strak is. No. 496 is een japon van tweedstof, een nieuwe soort, speciaal voor het maken van japonnen, en ze onder scheidt zich van de andere tweedstoi- fen door haar veel grootere soepel heid en mindere zwaarte. Zij is in vele nuanceeringen en dessins te zien. De blouse van dit model komt iets overblousend tot in de taille. Het voorpand is uit stukken stof in ver schillende richtingen aan elkaar ge zet. Een groote zijden strik in fel af stekende kleuren garneert de borst. De hals is van binnen afgezoomd. Ceintuur en manchetten zijn van wit leer. De rok is klokkend en bestaat uit verschillende sterk gegeerde ba nen, die van voren een paar stolp plooien vormen. DE MANIER VAN TAFELDIENEN. Intiem en gezellig kan een huiselijk dinertje zijn, als het goed is gearran geerd en smakelijk bereid, We zorgen er in de eerste plaats voor, dat iedere gast voldoende ruim te aan tafel heeft, dat couverts en glazen zóó geplaatst worden, als dit voor de gasten het gemakkelijkst is De bediening moet vlug, handig eu ge- ruischloos geschieden. Om dit laatste te bevorderen leggen we een lap vilt. of laken onder het tafellaken. Het tafellaken kan rondom ongeveer een halve meter over den tafelrand neer hangen. Het glaswerk op de tafel moei elder glanzen. Bloemen verhoogen de ezeïligheid en het feestelijk aspect. Zorg daarom voor een kwistige hoe veelheid takjes groen en bloemen en ilaats deze sierlijk om de borden en schotels heen. Een volgende keer wil ik U tot in de kleinste details van een diner-tafel vertellen. INA. EEN REGENMANTEL. No. 498. Het regenweer wil nog maar niet wijken voor een gezonde frissche herfstlucht en het laat zich aanzien, dat, als het weer niet gauw omslaat, wij in onze bosschen zells de herfsttinten niet zullen kunnen be wonderen. De bladeren vallen al een paar dagen af, maar de roodbruine en gele tint, die anders de herfst ty peert en die wij zoo hard noodig heb ben om den langen winter met een opgeruimd humeur tegemoet te kun nen zien, is eveneens onvindbaar. Het is de tijd voor onze regenmantels, steeds maar weer 's morgens naar ons werk gaande, of 's middags de nood zakelijkste boodschappen doende, ha len wij onze regenmantels te voor schijn. Deze worden nu van allerlei -'offen gemaakt. Om te beginnen met •e echt lederen, in frissche kleuren, dan de peau de suède, of peau de ONZE SPIEGELRUITEN. Vaak doet men de ramen, na ze gezeemd te hebben, met een lap, waarop een weinig spiritus is gedam, na, om zoodoende de glans te verhoo gen Men kan ook een scheutje spiri tus in het water doen en dan de ruiten gewoon afsponzen en zeemen. Men voorkomt hierdoor streepen en het vet-worden van spons en zeem. KNIPPATRONEN. Van alle op deze pagina voorko mende modellen, stellen wij papieren knippatronen beschikbaar aN f 1 45 per stuk. Bij bestellingen moeten be halve het nummer der teekening, tevens de gewenschte maat duidelijk opgegeven worden. Het bedrag moet in postzegels bij gevoegd worden; men kan het echter ook vooruit per postwissel voldoen. Men adresseere: Redactie Damesru briek, Stuyvesantstraat 47, Den Haag. De volgende maten op te geven: A-B. BC. arm gebogen. E. rondom. D. polswijdte. H. rondom heupen. J-K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11