DE LITURGISCHE DAG
WOENSDAG S NOVEMBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
1WEEDE BLAD PAG. 5
Algemeene vergadering in den Foyer
Na de middagvergadering maakten de
deelnemers aan dezen dag, bij wien zich
nu ook verschillende Leidsehe ingezetenen
hadden aangesloten, een excursie naar
verschillende monumenten uit Leiden's
Katholiek verleden.
In groepen werd achtereenvolgens, be
zocht de Pieterskerk, de Pancraskerk, het
St. Anna-hofje en de Lakenhal. Door de
kosters en suppoosten werd het gezelschap
rondgeleid en de verschillende inlichtingen
gegeven.
Het zal wel voor de eerste maal na de
„Hervorming" zijn, dat de St. Pieters- en
St. Pancraskerk weer zulke scharen pries
ters binnen hun thans" zoo kille en verlaten
muren zagen!
Tot besluit van den schitterend ge
slaagden Liturgisohen dag, die gisteren
tal van geestelijken uit het geheele bis
dom in Leiden bijeenbracht werd gister
avond in den foyer van de Stadsgehoor
zaal een algemeene vergadering gehouden,
die zeer goed door vele geestelijken en
leeken werd bezocht.
Het was een vruchtbare vergadering,
waarop het gesproken woord en de zang
een weldadigen invloed, weldadig voor de
liturgische beweging in ons bisdom, moet
hebben uitgeoefend.
Op dezen avond werd medewerking
verleend door een quartet van het koor der
St. Petruskerk, gevormd door de heeren
A. Devilee (tenor), A. Sommers (2e tenor),
W. Bergers (bas) en A. Winkemolen (2e
bas), die onder leiding van den heer P.
M. van Velzen eenige kerkelijke hymnen
ten gehoore zouden brengen.
Onder de talrijke aanwezigen waren o.
m. de hoogeerw. heeren Mgr. H. J. M. Tas-
kin, A. H. M. J. Homulle, Deken van Lei
den, de weleerw. Pater P. Hase O.F.M.,
de zeereerw. heeren Pastoor Th. Beukers
en Prof. Z. de Korte, die met de overige
leden van het bestuur achter de groene
tafel hadden plaats genomen; verder zeer
vele eerw. heeren uit Leiden en omgeving,
en vele leeken.
Trompt om 8 uur werd de bijeenkomst
geopend door den voorz. Mgr. H. J. M.,
Taskin, die na een woord van welkom het
doel der Liturgische Vereeniging uiteen
zette als het bevorderen van de kennis en
het medeleven met de eeredienst der H.
Kerk en vervolgens de vier middelen, in de
statuten der liturgische vereenigingen ver
meld, aangaf om dat doel na te streven en
te bereiken.
Vervolgens deelde de voorzitter mede,
dat, zooals het programma vermeldde, een
quartet van het Zangkoor der St. Petrus-
kerk eenige kerkelijke hymnen zou ten ge
hoore brengen.
Oe zang.
Hierna en nog enkele malen gedurende
het verloop van den avond werden eenige
gezangen ten gehoore gebracht.
In het geheel zongen deze heeren een
zestal hymnen of antiphonen n. L Jesu
dulcis memoria, Ave Verum, enkele stro-
phen van het Adore Te, Ave Maria, O
quam suavis, en O Sacrum convivium.
Wij mogen wel aanstonds zeggen, dat de
onberispelijke uitvoering dezer gezangen
alle aanwezigen aandachtig deden luiste
ren.
De vier stemmen wogen goed en gelijk
matig tegen elkaar op, zoodat het geheel
van uitstekende harmonie was. De tenoren
niet te schel of te hard, de bassen klank
vol daartusschen en vooral wat bij kerk
zang een eerste vereischte is, het gezon
gene goed verstaanbaar.
Er waren de juiste nuanceeringen, die
den tekst belichtten en illustreerden, niet
de wijd gedragen, juichende zang, maar de
woorden, die met aandrang werden uitge
zongen om met dezelfde aandrang in de
harten der hoorders te worden overge
bracht.
Er was de zachte intentie van iets hoogs
en heiligs bij deze zangers, een intentie,
die door de zuivere leiding van de dirigent
den heer P. M. van Velzen bewaard en
behouden bleef, telkens tot het einde.
Zoo kon deze meerstemmige muziek,
maar dan ook alleen aldus uitgevoerd, nog
wel genade vinden in de ooren der aanwe
zige Liturgie-propagandisten, die, al stel
len zij ook met recht de Gregoriaansche
als de eigenlijke Kerkmuziek boven deze
polyphone muziek, toch bij monde van den
redenaar-Liturgist Pater G. Lohuis en
vooral van den voorzitter Mgr. H. J. M.
Taskin, konden verklaren, dat deze meer
stemmige muziek toch niet geheel en al
uit de kerk moest worden geweerd.
Het jaarverslag.
Intusschen verkreeg de 2e secretaris, de
zeereerw. Pater Paulinus Hase O.F.M. uit
Delft het woord om verslag uit te bren
gen over het afgeloopen vereenigingsjaar.
De zeereerw. Pater ving dit verslag aan
met te zeggen, blij te zijn, dat nu ook Lei
den toch eindelijk een Liturgische Dag
heeft kunnen aanschouwen. Deze liturgi
sche dag is een vreugdedag voor Pastoor
Beukers, die zijn werken nu beloond ziet,
voor het geheele bstuur, dat vandaag van
al die plechtigheden, van het gesproken
woord en van het gezongen woord door de
Theologanten van het Seminarie te War
mond de varende zangers naar waar
de heeft genoten. Deze dag heeft getrok
ken en dit is een voldoening voor Pastoor
Beukers, want het geschiedde in zijn kerk
en met zijn z-'ngers, die toch alle zijn leer
lingen zijn. En al kregen we daarna, aldus
spr., een interessante rede over Ooster-
sche Liturgie, we hebben toch ook bewon
derd de Westersche Liturgie.
Nu is het de slotvergadering ook met
schoone gezangen, wederom door zangers
van Pastoor Beukers, een rede van Pater
Mag G. Lohuis en daartusschen het ver
slag over het afgeloopen jaar. Spr. meent
over den toestand der vereeniging een
juichtoon te mcgen aanheffen. Het gaat
uitstekend, er is geen malaise en geen
staking en spr. herinnert aan het interna
tionaal liturgisch congres te Antwerpen,
waarop gezegd werd dat in Nederland de
liturgische beweging het best was georga
niseerd.
Gelijk het communisme heeft ook onze
vereeniging cellen in alle rangen en stan
den, vooral onder de jongere priesters en
onder de theologanten van kloosterscholen
en seminaries, waarvan de leiders, wien
spr. daarvoor hulde brengt, in het bestuur
der vereeniging zitting hebben.
Spr. brengt dan hulde aan Pastoor van
Beukering, als de beste propagandist voor
de liturgische beweging.
Het ledental bedraagt nu bijna 1000 n.l.
677 priesters en 268 leeken.
De vereeniging geeft uit een liturgisch
tijdschrift, waaraan Prof. Z. de Korte zijn
arbeid geeft, zij heeft een bibliotheek on
der dezelfde leiding, waaraan bovendien
nog de eerw. heer N. Commandeur, theo
logant van het Groot-Seminarie te War
mond, als adjunct-bibliothecaris zijn
krachten geeft en welke bibliotheek dit
jaar vele liturgische werken uitleende. Er
is een Liturgisch Bureau onder leiding
van Pastoor L. Wanna te Ilpendam, een
centrale van actie en propaganda. Daar
verscheen een nieuwe cataloog van litur
gische werkjes. Bijna 1000 leden bewerken
systematisch het bisdom Haarlem met li
turgische dagen als een soort vliegende
winkels. Spr. vraagt aan de aanwezigen om
deelname aan deze beweging ter eere van
Jezus en Zijn H. Sacrament. Spr. vertelt
dan dat een predikant met een aan
tal zijner gemeenteleden de kerk van Pas-
.toor van Beukering kwam bezichtigen en
dat deze later met 7 theologanten op Al
lerheiligen de Hoogmis in deze kerk kwam
bijwonen.
En in Den Haag in de Protestantsche
Duinoordkerk vindt, men reeds een getrou
we navolging van de inrichting der Room-
sche kerken.
Waar vreemden met begeerige hand
naar grijpen, zullen wij dat onverschillig
voorbijgaan? vraagt spr. om ten slotte al
dus te besluiten. Leiden, gedurende 25 jaar
een centrum van sociale actie moge nu
ook worden een centrum van liturgische
actie.
3 October, Leiden ontzet, moge daarbij
komen 4 November: Leiden stormender
hand veroverd door de liturgische bewe
ging.
Na een tweetal gezangen door het kwar
tet volgde de
REDE VAN
PATER MAG. G. LOHUYS O.F.M.
De taak der Liturgische Vereeniging.
Om tot de kern der kwestie te komen,
aldus ving pater Lohuys aan, moet ik uit
gaan van feiten, die geen liturgie zijn, en
hij schildert zijn gehoor af het groote leven
van de zee der wereld, een beeld van den
geestelijken storm, waarin wij leven en
sterven moeten. Het leven ziedt en spat
en de millioenen kampers op de levenszee
zien tenslotte niets meer dan het water en
hun schipke. Dat is de eenige groote tra
giekZe zien niets meer en zij weten
niet meer waarheen!
En daarmee vergeten ze alles: die ge
steltenis heeft haar naam ontvangen van
den Verlosser der menschen zelf. Jezus
noemt het den geest der wereld,, of kortaf:
de wereld, 't Is ontzettend hoe oneindig
sterk en hard de oneindig liefdevolle mond
van den Heiland zich uitdrukt omtrent de
wereld, die Hem haat, omdat Hij getuige
nis aflegt, dat haar werken slecht zijn.
De wereld heeft haar eigen wetten, haar
eigen smaak, haar eigen beginselen, haar
eigen litteratuur, haar eigen kunst. En of
men behoort tot de plutocraten of tot de
communisten, beiden is het: carpe diem,
pluk het leven en smaak het. Spr. zou dur
ven zeggen: het is nog erger voor den gods
dienst bij de plutocraten, de kapitaalzwel-
gers, dan bij de communisten, want. de com
munisten verbannen den godsdienst, maai
de plutocratie minacht den dienst van God
zoo zeer, dat die alleen gebruikt wordt ten
bate van het kapitaal, om b.v. het kleine
volk rustig te houden. Is het huwelijk vei
liger in Amerika en Engeland waar echt
scheiding minder geldt dan hier fietsen
zonder licht dan is Rusland, waar men
ongehuicheld vrije liefde preekt.
In die wereld moeten toch allen naar
God, moeten alle katholieken zich zaligen.
Hoe is het in Godsnaam mogelijk? Want
de wereldgeest is als de ether; ze omringt
den mensch van alle kanten; als hij niet
kampt om zich immuun te maken, dan
wordt hij van den wereldgeest doordrenkt.
Als de katholieke werkman een huishou
den heeft met veel kinderen, dan wordt hij
overal door zijn kameraden gescholden als
een vrouwenbeul; een net huisje met plaats
voor vijf kinderen is haast niet te krijgen,
op zoo iets wordt in de grootere steden ge
woonweg niet gerekend en midden in die
wereld zal de katholieke man en vrouw,
de jongen en het meisje moeten huldigen
de opvatting der Kerk: de vriendschap
met de wereld is de vijandschap met God!
Tienduizenden van de onzen, wier voor
vaderen niet bezweken in den geloofsstrijd
in de vervlogen eeuwen, duizenden bezwij
ken nu in de temerige temperatuur van den
lauwen wereldgeest, van dat leven-zonder-
God. Als de H. Geest de reden opgeeft
waarom de menschen tot den zondvloed
werden veroordeeld door den Koning, die
ze geschapen had, dan staat het er zoo
streng en ijskoud„Zij aten en dronken, en
huwden en gaven ten huwelijk''.
En dat is precies het moderne, groote
leven: eten, en drinken, bioscoop en voet
bal, huwen en stervenEn toch, Chris
tus vergoot voor allen zijn bloed; toch
moeten al onze katholieken en al die an
derennaar God!
En tegen dien wereldorkaan staat een
organisatie, staat de Homo Dei, de Man
Gods, alleen! En wij, de priesters, die bij
het altaar staan, hebben de taak en de
verantwoording, die allen heen te stuwen
naar de eeuwige redding!
Die taak is geweldig, aldus vervolgt spr.
Als de wereld katholiek zal zijn, dan moet
ze niet enkel gedoopt worden, maar dan
moet ze doordrenkt worden van den chris-
telijken geest, dan moet ze katholiek spre
ken en denken
Is dat mogelijk? Bij God, het moet, want
tot allen spreekt de Christus: „Komt rot
Mij, allen!" Voor ons menschen is zulk een
taak iets bespottelijks, het ideaal van een
onnoozelen hals. De moderne wereld kerste
nen en doopen! De moderne dansmaniak,
die danst en deint als de mascottepop ach
ter in de auto en niet weet waar
heen: die koppen van hout moeten
worden harten van goud! Die zotte meis
jes, die meer om hun lippenstift geven dan
om haar reinheid: die moeten aanbidden,
dankzeggen, verzoening vragen en smeeken
tot den Drieëenen Koning der eeuwig
heid Krankzinnigheid
Laten wij toch voorzichtig zijn met ons
oordeel, want wij hebben een harde verant
woording. Stond Petrus er beter voor dan
wij, aldus spr., toen hij stond aan de kade
van de heidensche millioenenstad Rome en
de stad inging, arm en alleen, om die we
reld van wellust en onbarmhartigheid te
doopen in Christus' Bloed?
Neen, bij God, die taak is nog altijd het-
zelfde en is evenzeer mogelijk en is even
zeer een plicht en we hebben nog immer
hetzelfde middel.
Dat middel is te veel vergeten, dat mid
del is Christus. Eiken morgen, neen elk
oogenblik van den dag, over heel de wereld
viert Hij Zijn Misoffer en wil Zich ver
eenigen met Zijn menschenbroeders, om ze
in Zich op te nemen en zoo samen met hen
te aanbidden, te danken, te verzoenen en
te smeeken. Maar, God heeft de menschen
geschapen als vrije wezens, die vrij hun
eeuwig geluk moeten verdienen, die hun
verstand en vrijen wil moeten gebruiken.
En het is juist de zeer moderne en groot-
sche taak der Liturgische Vereeniging te
werken op verstand en wil der vrije men
schen, om ze te brengen tot de heiilgheids-
bi-on: het Misoffer. Om dat te bereiken
moeten we al ons verstand en al onze tak-
tiek gebruiken.
Op het verstand: We moeten het zicht
baar leven der kerk, de H. Liturgie, dus
boven alles het Misoffer en wat daarom
heen staat: sacramenten en sacramentaliën,
het kerkelijk gebed rukken in het midden
der moderne belangstelling. De moderne
I mensch wil zien, wil aanvoelen; welnu, het
bovennatuurlijke zoovéél mogelijk te zien
en te gevoelen geven: dat doet de liturgie.
Spr. houdt het voor vast en zeker, dat de
taak der Liturgische Vereeniging een der
belangrijkste opgaven is van dezen tijd,
wellicht d e taak: de verloren wereld in
onmiddellijk contact te brengen met Jezus
Christus. En precies zoo als God het
wenscht. Dus moet alles zoo edel en zoo
goed mogelijk gebeuren wat de priester
daar te verrichten heeft. Daar behoeft,
wat de uiterlijke vormen betreft zooals pa
ramenten, kerkmeubels geen rijkdom te
heerschen, maar wel goeden smaak: adel
dom in de vormen.
Spr. wijst hierbij op een kinderziekte in
de liturgische beweging: het arehaiseeren,
dat genoemd wordt het katacombetje spe
len, d.w.z. kerk en altaar een romeinsch
klassiek karakter geven, dat niet werke
lijk genoeg aandoet in de moderne ziel.
Traditioneel is goed, voor zoover het in
trinsieke waarde heeft, hetgeen spr. na
der aantoont. Men moet niet exotisch gaan
deen voor de oogen van ons modern volk.
Geen kunsten, maar ernst, heilige ernst,
ernst, die voert tot het meeleven met dat
gene, wat door zoo ontzettend ernstig
plaats heeft: Christus offert zich. En dus
geen sentimenteele fraaiïgheden-jagerij,
geen godzalig dilettantisme, vol verrukking
over oude dingen. Niet de piëteit van een
gewetensvol antiquair; daar is nu geen
tijd meer voor, want de zielen gaan verlo
ren. Het volk komt niet naar de kerk, om
daar van artistieke rariteiten te smullen
tot ze smelten als kerkkaarsen, maar ze
komen uit de smarten- en zorgenroes der
wereld naar hun Heiland, hun Verlosser,
naar Hem, die alleen is de Weg, de Waar
heid en het Leven!
En degenen, die niet komen, moeten aan
de kerkbezoekers kunnen merken hoe ern
stig en hoe gelukkig en hoe groot het is.
Hier ligt een groote en zware taak voor
den priester. Door zijn instructie op de
Zondagen, in lezing voor school, vereeni
ging, patronaat, door het parochieblad, bij
't huisbezoek moet hij niet enkel de ge
loofsleer onderrichten, maar ook de men
schen goed bijbrengen wat er in de kerk
plaats heeft. Daarin is de geloofsleer weer
spiegeld.
Nader toont spr. dan aan, hoe de onder
richting moet gegeven worden en hoe erop
gewezen moet, dat alle groote momenten
van ons leven, tusschen het doopsel en de
uitvaart, liggen in de kerk en dc beteeke-
nis van alle ceremoniën moet den menschen
door den priester worden duidelijk ge
maakt. De priester heeft hier een groote
taak en spr. roept uit: O, laten wij toch
onze roeping beseffen! Want als de we
reld het wist welk een troost er verbor
gen ligt in het Misoffer, zou ook de we
reld vluchten naar den Koning.
In het tweede deel van zijn voordracht
dat na de pauze werd uitgesproken,
behandelt pater Lohuys de vraag, hoe de
leden der vereeniging, die zich liturgisch
noemt en dus zich verbonden heeft, om de
geheimenissen van het kerkelijk inwendig
leven te doen kennen aan de wereld hun
ijver en kennis op de wereld moeten los
laten.
Leert van de kinderen der duisternis,
van de communisten met hun cellenbouw!
Op de vraag: hoe, antwoordt spr. met te
wijzen op het bezit der godsdienstige ver
eenigingen. Op de eerste plaats de Derde
Orde, den Bond van menschen, die zich op
voetspoor van den grooten Seraf van As-
sisië tot niets meer of minder of anders
verbinden dan om tip top Christenen te
zijn! Naast deze Orde hebben we de con
gregaties, van Maria, de H. Familie, de
andere congregaties, de jeugdvereenigin-
gen; die corporaties moeten er op alle ma
nier toe worden gebracht het Misoffer be
ter te leeren kennen, voor die menschen
moet het zijn het centrale punt van den
levensdag. Wanneer er op dit gebied eens
overal en eensgezind en vol practisch ge
loof werd gearbeid, wat een onmetelijke
kracht zou er dan over ons katholieke volk
worden losgeslagen! Wat een kracht, die
duizenden harten, waarin 's morgens nog
de levende Christus-Koning rustte en waar
Zijn kracht in voortleeft. Wat een kracht
bij de werkbank, in den trein, op de school,
in de fabriek, in het huisgezin!
Spr. verwerpt dan de meening, dat dit
allemaal idealen zouden zijn en hij wijst
in verband hiermee op de priester- en mis
sionariszielen, die ons vaderland sinds de
invoering van de Kindercommunie door
Paus Pius X heeft opgeleverd. Daarom
roept spr. ook uit: Als God met ons is wie
zal dan tegen ons zijn?
Maar dan alles precies doen volgens
Gods welbehagen en het H. Sacrament des
Altaars beschouwen als offer en juist daar
in ligt de groote kracht van het Misoffer.
O, als wij de gave Gods kenden en ons
los maakten ten opzichte van de onzicht
bare dingen! Maar we behoeven toch maar
te willen! Als dit punt, in duidelijk licht
gesteld, als ideaal wordt nagestreefd, zul
len alle goede priesters de Liturgische
Vereeniging steunen. Hier ligt de kern der
kwestie. Wie zal beginnen als wij het niet
de harten heeft geraakt, die de kern der
quaestie heeft uiteengezet n.l. kracht put
ten uit het H. Misoffer. Hopen we, aldus
Mgr. Taskin tot den redenaar, dat uw aan
sporing daartoe weerklank moge vinden in
aller harten en dat de vruchten daarvan
blijvend mogen zijn tot in lengte van da
gen. Het is waar, de schat der Liturgie
wordt ons door buitenstaanders benijd.
De Vrij-Katholieken plegen roof door onze
liturgie na te bootsen. Daarom is het onze
plicht dat kostbare goed te bewaren en te
verdedigen en dat kunnen we niet beter
doen, dan door met onze Liturgie te leven.
De voorzitter dankt dan allen, die aan
dezen dag hebben medegewerkt, het kwar
tet van het. St. Petruskoor, dat zeker de
stem van den Paus zal willen volgen om
te maken dat de kerkzang worde een zang
voor het geheele volk, zonder nochtans de
polyphonische muziek geheel uit de Kerk
te willen verbannen en de voorzitter be
sluit met een dankwoord aan de Zelatri-
cen en aan alle Katholieken van Leiden.
Tijdens de pauze gaven 22 aanwezigen
zich op als lid en hiermede was deze ge
slaagde avond ten einde en behoorde de
Liturgische Dag wederom tot het verleden.
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Doove man doodgereden.
Maandagavond omstreeks 6 uur is de ze
ventigjarige L. K. te Zuid-Laren door een
paard en wagen overreden. De oude man,
die doof is, had den wagen niet hooren
aankomen. Hij werd naar het ziekenhuis
te Groningen vervoerd, waar hij kort na
- - - - aankomst aan de bekomen verwondingen
zijn? Wat pastoor Beukering doet ver- overleed,
dienst wel wat anders dan bedilzucht I
en bepiekering met versleten argumen
ten. Laten wij toch niet stilstaan bij
een hoe, dat ons niet ligt, maar laten wij
streven naar het ideaal.
Om iets te noemenhet H. Sacrament op
de waardigste plaats in de kerk, zoodat het
buiten het Misoffer alle vereering tot zich
trekt in Zijn tabernakel. Maar de H. Mis,
het consacreeren van het H. Sacrament-,
dat is hoofdzaak. O, halen we de menschen
naar binnen, naar het Misoffer, eerst de
huisgenooten des geloofs, dan de anderen!
Wat wij hebben, dat kunnen we geven,
wat we z ij n, dat kunnen we. Dan komt
de eenheid, waarom Jezus fya-d: Ut omnes
unum sint!
Want dan is er geen tegenstelling, geen
klassenstrijd meer mogelijk. Dan is er geen
afstand meer tusschen werkgever en werk
nemer: ze zitten naast elkaar zich op te
offeren aan den Vader. En Jezus is met
hen één: Hij voegt alle standen samen.
En na het citeeren van een aantal ta-
fereelen uit de Evangeliën, roept spr. uit:
Wat een schoonheid, wat een vereeniging,
wat een eenheidEn al deze tafereelen
worden in den loop des jaars als uitleg
van den disch des heils en het dagelijk-
sche offer, waartoe de geloovigen eiken
dag en vooral des Zondags samen zijn: dit
alles wordt duidelijk en helder gezongen
en gelezen rond dit Offer.
De parochie is een levenscel der H.
Kerk: de pastoor, de goede herder, is haar
voorman en leider. Eiken Zondag draagt
hij plechtig het H. Misoffer op voor het
welzijn der schapen, van wie eens de groote
Koning hem rekenschap zal vragen. Dat
is het Misoffer bij uitstek. Daarheen moe
ten de geloovigen gevoerd worden door de
hulp van de welbegrijpende kapelaans, door
de opwekking van den herder zelf.
De Paus wil, dat de geloovigen niet en
kel stomme toehoorders zijn bij de H. Mis,
maar méézingen. Als men deze woorden
deze heele apostolische constitutie goed
verstaat, dan moet men toch wel tot de
conclusie komen, dat het meerstemmig zin
gen van het ordinarium der Mis eigenlijk
indruischt tegen een redelijk liturgisch
ideaal. Als meerstemmig gezongen werden
de veranderlijke gedeelten, goed. Maar wat
gevoelt, wat vat de massa van het meer
stemmig gezongene? Laten wij ons zei ven
toch niets wijs maken. Als men meestal de
koorzangers hoort, dan beseft men pas wat
de rest ervan begrijpt, gevoelt.
Moet er dus maar door dik en door dun
Gegregoriaanscht worden? Ja voorop sta:
het is een feit, dat er in het gregoriaansch
gezang iets zit, dat ook het gewone volk
pakt, zegt spr.het is zoo, daarbij gesteund,
door zijn 13 jaren lange ervaring in de be
weging, meestal op het platteland. Maar
toch behoeft men niet de moderne mogelijk
heden uit te sluiten. De draak der grego-
riaansch-maniakkerij kan rustig in zijn
hoek blijven. Spr. vraagt dan echter een
zang, die het volk vatten kan en niet be
zwaarlijker is dan Gregoriaansch. Geen
meerstemmigheid. O, het Gregoriaansch of
anderen kerkzang bepeuteren met een har
monium ver van het volk, bij het altaar
kan het onliturgischer?
Spr. weidt tenslotte nog verder uit over
de wijze, waarop gezongen dient te wor
den, en zegt dan: Vooruit dan, broeders!
Er is nog zooveel te doen! Ook hier is het
zoo heel slecht niet, maar ook niet ideaal.
Meermalen merkten hoogstaande pries
ters een eigenaardig feit op: de Gorcum-
sche martelaren stierven voor hun gelóóf
in het Allerheiligste en voor hun trouw
aan den Paus. En het zijn juist die twee
eigenschappen, die het Nederlandsche ka
tholieke leven zoo bijzonder sieren. Dat
is het werk der glorieuze martelaren. Als
het ons tenslotte ernst is met onze Litur
gische beweging: laten we dan bidden tot
de Patronen van Nederland, tot de Gor-
cumsche martelaren, dat zij de kroon op
het werk willen zetten in deze jaren van
strijd, van geestelijke hoogconjunctuur. Dat
is de kern der kwestie!
Ten slotte werd door den voorzitter,
Mgr. Taskin. 't slotwoord gesproken, waar
in hij dank bracht aan Pater Lohuis, die
Doodgereden.
De 56-jarige gehuwde J. Koen uit Krim
pen a. d. Lek werd te Kapelle a. d. IJssel,
toen hij gistermorgen vroeg bij de pont
weer in zijn auto wilde stappen, door een
vrachtauto aangereden en zwaar gewond.
In den loop van den morgen is hij over
leden.
Aanrijding; alle inzittenden
gewend, waarvan een ernstig.
Een hevige aanrijding heeft gisteravond
te Sittard plaats gehad tusschen een
transporbauto en een personenauto, waar
bij laatstgenoemde wagen grootendeels
werd vernield. Van de drie inzittenden
kwam J. S. uit Trcebeek er het slechtst af.
Met in- en uitwendige verwondingen moest
hij per auto naar het hospitaal te Sittard
worden overgebracht. Zijn toestand is le
vensgevaarlijk. Ook de chauffeur er de an
dere inzittenden bekwamen verwondingen,
doch van minder ernstigen aard. De politie
heeft tegen beide bestuurders proces-ver
baal opgemaakt.
Twee jongens door een auto
aangereden.
Op den Brusselschenweg te Maastricht
is gisterenavond een ernstig auto-ongeluk
gebeurd. Twee 12-jarige knapen J. P. en
G. P. werden door een auto aangereden.
Door den schok werden beide jongens op
den grond geworpen. De bestuurder van
den auto trok zich van de aanrijding niets
aan en reed gewoon verder.
De aangeredenen zijn door den G. G. D.
met ernstige kwetsuren naar het zieken
huis Calvariënberg overgebracht.
Na aldaar behandeld te zijn werd J. P.
naar de ouderlijke woning overgebracht.
De toestand van G. P. echter is zorgwek
kend en men vreest voor zijn leven.
NOODLOTTIGE AANVARING VAN
EEN TRAWLER.
Zes man verdronken, zes gered.
In de haven van Rotterdam is gearri
veerd het s.s. Wahehe" van de Woerman
Linie, dat Zondagochtend een aanvaring
met noodlottig gevolg heeft gehad: de
„Langeoog" van de firma Beucker te We-
sermund, een trawler van 250 ton werd
aangevaren en zonk bijna onmiddellijk.
Van de bemanning verdronken zes perso-
hen, zes anderen worden gelukkig gered.
De geredden vertellen.
Na de aankomst had een verslaggever
van „Hei Volk" gelegenheid eenige oogen-
bliken aan boord te vertoeven. De kapi
tein van de „Wahehe" gaf er de voorkeur
aan geen inlichtingen over het gebeurde
te geven.
De bemanning van de „Langeoog" gaf
een kort verhaal van de toedracht van
het ongeval.
„Na een reis van 26 dagen kwamen wij
terug uit IJsland, waar wij hadden ge-
vischt. Om 5.05 bevonden wij ons ongeveer
5 mijlen ten N.W. van Norderney. Het was
zwaar weer. Plotseling zagen wij aan bak
boord een groot schip recht op ons aan
komen. Wij begrepen dadelijk dat het mis
liep en een oogenblik daarop volgde de
aanvaring. Het middenschip liep vol wa
ter. De ketel in de maohinekaber ontplof
te met een geweldigen knal en binnen
drie minuten zonk ons schip in de diepte.
Van de opvarenden konden er drie zich
redden door het anker van de ,4Wahehe" te
grijpen. Drie anderen sprongen in het wa
ter en wisten zich met behulp van wrak
hout en zwemvesten boven water te hou
den, totdat de reddingboot van de „Wa
hehe" er in slaagde de drenkelingen te
redden.
De kapitein, de tweede stuurman, de
eerste en tweede machinist, een kok en een
matroos, die allen lagen te slapen, verdwe
nen met het schip in de diepte. Deze reis
zou voor den kapitein zijn afscheidsreis
geweest zijn. Het is voor hem en zijn vijf
kameraden nu een afscheid van het leven
geworden.