DE LITURGISCHE DAG WOENSDAG S NOVEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT 1WEEDE BLAD PAG. 5 Algemeene vergadering in den Foyer Na de middagvergadering maakten de deelnemers aan dezen dag, bij wien zich nu ook verschillende Leidsehe ingezetenen hadden aangesloten, een excursie naar verschillende monumenten uit Leiden's Katholiek verleden. In groepen werd achtereenvolgens, be zocht de Pieterskerk, de Pancraskerk, het St. Anna-hofje en de Lakenhal. Door de kosters en suppoosten werd het gezelschap rondgeleid en de verschillende inlichtingen gegeven. Het zal wel voor de eerste maal na de „Hervorming" zijn, dat de St. Pieters- en St. Pancraskerk weer zulke scharen pries ters binnen hun thans" zoo kille en verlaten muren zagen! Tot besluit van den schitterend ge slaagden Liturgisohen dag, die gisteren tal van geestelijken uit het geheele bis dom in Leiden bijeenbracht werd gister avond in den foyer van de Stadsgehoor zaal een algemeene vergadering gehouden, die zeer goed door vele geestelijken en leeken werd bezocht. Het was een vruchtbare vergadering, waarop het gesproken woord en de zang een weldadigen invloed, weldadig voor de liturgische beweging in ons bisdom, moet hebben uitgeoefend. Op dezen avond werd medewerking verleend door een quartet van het koor der St. Petruskerk, gevormd door de heeren A. Devilee (tenor), A. Sommers (2e tenor), W. Bergers (bas) en A. Winkemolen (2e bas), die onder leiding van den heer P. M. van Velzen eenige kerkelijke hymnen ten gehoore zouden brengen. Onder de talrijke aanwezigen waren o. m. de hoogeerw. heeren Mgr. H. J. M. Tas- kin, A. H. M. J. Homulle, Deken van Lei den, de weleerw. Pater P. Hase O.F.M., de zeereerw. heeren Pastoor Th. Beukers en Prof. Z. de Korte, die met de overige leden van het bestuur achter de groene tafel hadden plaats genomen; verder zeer vele eerw. heeren uit Leiden en omgeving, en vele leeken. Trompt om 8 uur werd de bijeenkomst geopend door den voorz. Mgr. H. J. M., Taskin, die na een woord van welkom het doel der Liturgische Vereeniging uiteen zette als het bevorderen van de kennis en het medeleven met de eeredienst der H. Kerk en vervolgens de vier middelen, in de statuten der liturgische vereenigingen ver meld, aangaf om dat doel na te streven en te bereiken. Vervolgens deelde de voorzitter mede, dat, zooals het programma vermeldde, een quartet van het Zangkoor der St. Petrus- kerk eenige kerkelijke hymnen zou ten ge hoore brengen. Oe zang. Hierna en nog enkele malen gedurende het verloop van den avond werden eenige gezangen ten gehoore gebracht. In het geheel zongen deze heeren een zestal hymnen of antiphonen n. L Jesu dulcis memoria, Ave Verum, enkele stro- phen van het Adore Te, Ave Maria, O quam suavis, en O Sacrum convivium. Wij mogen wel aanstonds zeggen, dat de onberispelijke uitvoering dezer gezangen alle aanwezigen aandachtig deden luiste ren. De vier stemmen wogen goed en gelijk matig tegen elkaar op, zoodat het geheel van uitstekende harmonie was. De tenoren niet te schel of te hard, de bassen klank vol daartusschen en vooral wat bij kerk zang een eerste vereischte is, het gezon gene goed verstaanbaar. Er waren de juiste nuanceeringen, die den tekst belichtten en illustreerden, niet de wijd gedragen, juichende zang, maar de woorden, die met aandrang werden uitge zongen om met dezelfde aandrang in de harten der hoorders te worden overge bracht. Er was de zachte intentie van iets hoogs en heiligs bij deze zangers, een intentie, die door de zuivere leiding van de dirigent den heer P. M. van Velzen bewaard en behouden bleef, telkens tot het einde. Zoo kon deze meerstemmige muziek, maar dan ook alleen aldus uitgevoerd, nog wel genade vinden in de ooren der aanwe zige Liturgie-propagandisten, die, al stel len zij ook met recht de Gregoriaansche als de eigenlijke Kerkmuziek boven deze polyphone muziek, toch bij monde van den redenaar-Liturgist Pater G. Lohuis en vooral van den voorzitter Mgr. H. J. M. Taskin, konden verklaren, dat deze meer stemmige muziek toch niet geheel en al uit de kerk moest worden geweerd. Het jaarverslag. Intusschen verkreeg de 2e secretaris, de zeereerw. Pater Paulinus Hase O.F.M. uit Delft het woord om verslag uit te bren gen over het afgeloopen vereenigingsjaar. De zeereerw. Pater ving dit verslag aan met te zeggen, blij te zijn, dat nu ook Lei den toch eindelijk een Liturgische Dag heeft kunnen aanschouwen. Deze liturgi sche dag is een vreugdedag voor Pastoor Beukers, die zijn werken nu beloond ziet, voor het geheele bstuur, dat vandaag van al die plechtigheden, van het gesproken woord en van het gezongen woord door de Theologanten van het Seminarie te War mond de varende zangers naar waar de heeft genoten. Deze dag heeft getrok ken en dit is een voldoening voor Pastoor Beukers, want het geschiedde in zijn kerk en met zijn z-'ngers, die toch alle zijn leer lingen zijn. En al kregen we daarna, aldus spr., een interessante rede over Ooster- sche Liturgie, we hebben toch ook bewon derd de Westersche Liturgie. Nu is het de slotvergadering ook met schoone gezangen, wederom door zangers van Pastoor Beukers, een rede van Pater Mag G. Lohuis en daartusschen het ver slag over het afgeloopen jaar. Spr. meent over den toestand der vereeniging een juichtoon te mcgen aanheffen. Het gaat uitstekend, er is geen malaise en geen staking en spr. herinnert aan het interna tionaal liturgisch congres te Antwerpen, waarop gezegd werd dat in Nederland de liturgische beweging het best was georga niseerd. Gelijk het communisme heeft ook onze vereeniging cellen in alle rangen en stan den, vooral onder de jongere priesters en onder de theologanten van kloosterscholen en seminaries, waarvan de leiders, wien spr. daarvoor hulde brengt, in het bestuur der vereeniging zitting hebben. Spr. brengt dan hulde aan Pastoor van Beukering, als de beste propagandist voor de liturgische beweging. Het ledental bedraagt nu bijna 1000 n.l. 677 priesters en 268 leeken. De vereeniging geeft uit een liturgisch tijdschrift, waaraan Prof. Z. de Korte zijn arbeid geeft, zij heeft een bibliotheek on der dezelfde leiding, waaraan bovendien nog de eerw. heer N. Commandeur, theo logant van het Groot-Seminarie te War mond, als adjunct-bibliothecaris zijn krachten geeft en welke bibliotheek dit jaar vele liturgische werken uitleende. Er is een Liturgisch Bureau onder leiding van Pastoor L. Wanna te Ilpendam, een centrale van actie en propaganda. Daar verscheen een nieuwe cataloog van litur gische werkjes. Bijna 1000 leden bewerken systematisch het bisdom Haarlem met li turgische dagen als een soort vliegende winkels. Spr. vraagt aan de aanwezigen om deelname aan deze beweging ter eere van Jezus en Zijn H. Sacrament. Spr. vertelt dan dat een predikant met een aan tal zijner gemeenteleden de kerk van Pas- .toor van Beukering kwam bezichtigen en dat deze later met 7 theologanten op Al lerheiligen de Hoogmis in deze kerk kwam bijwonen. En in Den Haag in de Protestantsche Duinoordkerk vindt, men reeds een getrou we navolging van de inrichting der Room- sche kerken. Waar vreemden met begeerige hand naar grijpen, zullen wij dat onverschillig voorbijgaan? vraagt spr. om ten slotte al dus te besluiten. Leiden, gedurende 25 jaar een centrum van sociale actie moge nu ook worden een centrum van liturgische actie. 3 October, Leiden ontzet, moge daarbij komen 4 November: Leiden stormender hand veroverd door de liturgische bewe ging. Na een tweetal gezangen door het kwar tet volgde de REDE VAN PATER MAG. G. LOHUYS O.F.M. De taak der Liturgische Vereeniging. Om tot de kern der kwestie te komen, aldus ving pater Lohuys aan, moet ik uit gaan van feiten, die geen liturgie zijn, en hij schildert zijn gehoor af het groote leven van de zee der wereld, een beeld van den geestelijken storm, waarin wij leven en sterven moeten. Het leven ziedt en spat en de millioenen kampers op de levenszee zien tenslotte niets meer dan het water en hun schipke. Dat is de eenige groote tra giekZe zien niets meer en zij weten niet meer waarheen! En daarmee vergeten ze alles: die ge steltenis heeft haar naam ontvangen van den Verlosser der menschen zelf. Jezus noemt het den geest der wereld,, of kortaf: de wereld, 't Is ontzettend hoe oneindig sterk en hard de oneindig liefdevolle mond van den Heiland zich uitdrukt omtrent de wereld, die Hem haat, omdat Hij getuige nis aflegt, dat haar werken slecht zijn. De wereld heeft haar eigen wetten, haar eigen smaak, haar eigen beginselen, haar eigen litteratuur, haar eigen kunst. En of men behoort tot de plutocraten of tot de communisten, beiden is het: carpe diem, pluk het leven en smaak het. Spr. zou dur ven zeggen: het is nog erger voor den gods dienst bij de plutocraten, de kapitaalzwel- gers, dan bij de communisten, want. de com munisten verbannen den godsdienst, maai de plutocratie minacht den dienst van God zoo zeer, dat die alleen gebruikt wordt ten bate van het kapitaal, om b.v. het kleine volk rustig te houden. Is het huwelijk vei liger in Amerika en Engeland waar echt scheiding minder geldt dan hier fietsen zonder licht dan is Rusland, waar men ongehuicheld vrije liefde preekt. In die wereld moeten toch allen naar God, moeten alle katholieken zich zaligen. Hoe is het in Godsnaam mogelijk? Want de wereldgeest is als de ether; ze omringt den mensch van alle kanten; als hij niet kampt om zich immuun te maken, dan wordt hij van den wereldgeest doordrenkt. Als de katholieke werkman een huishou den heeft met veel kinderen, dan wordt hij overal door zijn kameraden gescholden als een vrouwenbeul; een net huisje met plaats voor vijf kinderen is haast niet te krijgen, op zoo iets wordt in de grootere steden ge woonweg niet gerekend en midden in die wereld zal de katholieke man en vrouw, de jongen en het meisje moeten huldigen de opvatting der Kerk: de vriendschap met de wereld is de vijandschap met God! Tienduizenden van de onzen, wier voor vaderen niet bezweken in den geloofsstrijd in de vervlogen eeuwen, duizenden bezwij ken nu in de temerige temperatuur van den lauwen wereldgeest, van dat leven-zonder- God. Als de H. Geest de reden opgeeft waarom de menschen tot den zondvloed werden veroordeeld door den Koning, die ze geschapen had, dan staat het er zoo streng en ijskoud„Zij aten en dronken, en huwden en gaven ten huwelijk''. En dat is precies het moderne, groote leven: eten, en drinken, bioscoop en voet bal, huwen en stervenEn toch, Chris tus vergoot voor allen zijn bloed; toch moeten al onze katholieken en al die an derennaar God! En tegen dien wereldorkaan staat een organisatie, staat de Homo Dei, de Man Gods, alleen! En wij, de priesters, die bij het altaar staan, hebben de taak en de verantwoording, die allen heen te stuwen naar de eeuwige redding! Die taak is geweldig, aldus vervolgt spr. Als de wereld katholiek zal zijn, dan moet ze niet enkel gedoopt worden, maar dan moet ze doordrenkt worden van den chris- telijken geest, dan moet ze katholiek spre ken en denken Is dat mogelijk? Bij God, het moet, want tot allen spreekt de Christus: „Komt rot Mij, allen!" Voor ons menschen is zulk een taak iets bespottelijks, het ideaal van een onnoozelen hals. De moderne wereld kerste nen en doopen! De moderne dansmaniak, die danst en deint als de mascottepop ach ter in de auto en niet weet waar heen: die koppen van hout moeten worden harten van goud! Die zotte meis jes, die meer om hun lippenstift geven dan om haar reinheid: die moeten aanbidden, dankzeggen, verzoening vragen en smeeken tot den Drieëenen Koning der eeuwig heid Krankzinnigheid Laten wij toch voorzichtig zijn met ons oordeel, want wij hebben een harde verant woording. Stond Petrus er beter voor dan wij, aldus spr., toen hij stond aan de kade van de heidensche millioenenstad Rome en de stad inging, arm en alleen, om die we reld van wellust en onbarmhartigheid te doopen in Christus' Bloed? Neen, bij God, die taak is nog altijd het- zelfde en is evenzeer mogelijk en is even zeer een plicht en we hebben nog immer hetzelfde middel. Dat middel is te veel vergeten, dat mid del is Christus. Eiken morgen, neen elk oogenblik van den dag, over heel de wereld viert Hij Zijn Misoffer en wil Zich ver eenigen met Zijn menschenbroeders, om ze in Zich op te nemen en zoo samen met hen te aanbidden, te danken, te verzoenen en te smeeken. Maar, God heeft de menschen geschapen als vrije wezens, die vrij hun eeuwig geluk moeten verdienen, die hun verstand en vrijen wil moeten gebruiken. En het is juist de zeer moderne en groot- sche taak der Liturgische Vereeniging te werken op verstand en wil der vrije men schen, om ze te brengen tot de heiilgheids- bi-on: het Misoffer. Om dat te bereiken moeten we al ons verstand en al onze tak- tiek gebruiken. Op het verstand: We moeten het zicht baar leven der kerk, de H. Liturgie, dus boven alles het Misoffer en wat daarom heen staat: sacramenten en sacramentaliën, het kerkelijk gebed rukken in het midden der moderne belangstelling. De moderne I mensch wil zien, wil aanvoelen; welnu, het bovennatuurlijke zoovéél mogelijk te zien en te gevoelen geven: dat doet de liturgie. Spr. houdt het voor vast en zeker, dat de taak der Liturgische Vereeniging een der belangrijkste opgaven is van dezen tijd, wellicht d e taak: de verloren wereld in onmiddellijk contact te brengen met Jezus Christus. En precies zoo als God het wenscht. Dus moet alles zoo edel en zoo goed mogelijk gebeuren wat de priester daar te verrichten heeft. Daar behoeft, wat de uiterlijke vormen betreft zooals pa ramenten, kerkmeubels geen rijkdom te heerschen, maar wel goeden smaak: adel dom in de vormen. Spr. wijst hierbij op een kinderziekte in de liturgische beweging: het arehaiseeren, dat genoemd wordt het katacombetje spe len, d.w.z. kerk en altaar een romeinsch klassiek karakter geven, dat niet werke lijk genoeg aandoet in de moderne ziel. Traditioneel is goed, voor zoover het in trinsieke waarde heeft, hetgeen spr. na der aantoont. Men moet niet exotisch gaan deen voor de oogen van ons modern volk. Geen kunsten, maar ernst, heilige ernst, ernst, die voert tot het meeleven met dat gene, wat door zoo ontzettend ernstig plaats heeft: Christus offert zich. En dus geen sentimenteele fraaiïgheden-jagerij, geen godzalig dilettantisme, vol verrukking over oude dingen. Niet de piëteit van een gewetensvol antiquair; daar is nu geen tijd meer voor, want de zielen gaan verlo ren. Het volk komt niet naar de kerk, om daar van artistieke rariteiten te smullen tot ze smelten als kerkkaarsen, maar ze komen uit de smarten- en zorgenroes der wereld naar hun Heiland, hun Verlosser, naar Hem, die alleen is de Weg, de Waar heid en het Leven! En degenen, die niet komen, moeten aan de kerkbezoekers kunnen merken hoe ern stig en hoe gelukkig en hoe groot het is. Hier ligt een groote en zware taak voor den priester. Door zijn instructie op de Zondagen, in lezing voor school, vereeni ging, patronaat, door het parochieblad, bij 't huisbezoek moet hij niet enkel de ge loofsleer onderrichten, maar ook de men schen goed bijbrengen wat er in de kerk plaats heeft. Daarin is de geloofsleer weer spiegeld. Nader toont spr. dan aan, hoe de onder richting moet gegeven worden en hoe erop gewezen moet, dat alle groote momenten van ons leven, tusschen het doopsel en de uitvaart, liggen in de kerk en dc beteeke- nis van alle ceremoniën moet den menschen door den priester worden duidelijk ge maakt. De priester heeft hier een groote taak en spr. roept uit: O, laten wij toch onze roeping beseffen! Want als de we reld het wist welk een troost er verbor gen ligt in het Misoffer, zou ook de we reld vluchten naar den Koning. In het tweede deel van zijn voordracht dat na de pauze werd uitgesproken, behandelt pater Lohuys de vraag, hoe de leden der vereeniging, die zich liturgisch noemt en dus zich verbonden heeft, om de geheimenissen van het kerkelijk inwendig leven te doen kennen aan de wereld hun ijver en kennis op de wereld moeten los laten. Leert van de kinderen der duisternis, van de communisten met hun cellenbouw! Op de vraag: hoe, antwoordt spr. met te wijzen op het bezit der godsdienstige ver eenigingen. Op de eerste plaats de Derde Orde, den Bond van menschen, die zich op voetspoor van den grooten Seraf van As- sisië tot niets meer of minder of anders verbinden dan om tip top Christenen te zijn! Naast deze Orde hebben we de con gregaties, van Maria, de H. Familie, de andere congregaties, de jeugdvereenigin- gen; die corporaties moeten er op alle ma nier toe worden gebracht het Misoffer be ter te leeren kennen, voor die menschen moet het zijn het centrale punt van den levensdag. Wanneer er op dit gebied eens overal en eensgezind en vol practisch ge loof werd gearbeid, wat een onmetelijke kracht zou er dan over ons katholieke volk worden losgeslagen! Wat een kracht, die duizenden harten, waarin 's morgens nog de levende Christus-Koning rustte en waar Zijn kracht in voortleeft. Wat een kracht bij de werkbank, in den trein, op de school, in de fabriek, in het huisgezin! Spr. verwerpt dan de meening, dat dit allemaal idealen zouden zijn en hij wijst in verband hiermee op de priester- en mis sionariszielen, die ons vaderland sinds de invoering van de Kindercommunie door Paus Pius X heeft opgeleverd. Daarom roept spr. ook uit: Als God met ons is wie zal dan tegen ons zijn? Maar dan alles precies doen volgens Gods welbehagen en het H. Sacrament des Altaars beschouwen als offer en juist daar in ligt de groote kracht van het Misoffer. O, als wij de gave Gods kenden en ons los maakten ten opzichte van de onzicht bare dingen! Maar we behoeven toch maar te willen! Als dit punt, in duidelijk licht gesteld, als ideaal wordt nagestreefd, zul len alle goede priesters de Liturgische Vereeniging steunen. Hier ligt de kern der kwestie. Wie zal beginnen als wij het niet de harten heeft geraakt, die de kern der quaestie heeft uiteengezet n.l. kracht put ten uit het H. Misoffer. Hopen we, aldus Mgr. Taskin tot den redenaar, dat uw aan sporing daartoe weerklank moge vinden in aller harten en dat de vruchten daarvan blijvend mogen zijn tot in lengte van da gen. Het is waar, de schat der Liturgie wordt ons door buitenstaanders benijd. De Vrij-Katholieken plegen roof door onze liturgie na te bootsen. Daarom is het onze plicht dat kostbare goed te bewaren en te verdedigen en dat kunnen we niet beter doen, dan door met onze Liturgie te leven. De voorzitter dankt dan allen, die aan dezen dag hebben medegewerkt, het kwar tet van het. St. Petruskoor, dat zeker de stem van den Paus zal willen volgen om te maken dat de kerkzang worde een zang voor het geheele volk, zonder nochtans de polyphonische muziek geheel uit de Kerk te willen verbannen en de voorzitter be sluit met een dankwoord aan de Zelatri- cen en aan alle Katholieken van Leiden. Tijdens de pauze gaven 22 aanwezigen zich op als lid en hiermede was deze ge slaagde avond ten einde en behoorde de Liturgische Dag wederom tot het verleden. GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Doove man doodgereden. Maandagavond omstreeks 6 uur is de ze ventigjarige L. K. te Zuid-Laren door een paard en wagen overreden. De oude man, die doof is, had den wagen niet hooren aankomen. Hij werd naar het ziekenhuis te Groningen vervoerd, waar hij kort na - - - - aankomst aan de bekomen verwondingen zijn? Wat pastoor Beukering doet ver- overleed, dienst wel wat anders dan bedilzucht I en bepiekering met versleten argumen ten. Laten wij toch niet stilstaan bij een hoe, dat ons niet ligt, maar laten wij streven naar het ideaal. Om iets te noemenhet H. Sacrament op de waardigste plaats in de kerk, zoodat het buiten het Misoffer alle vereering tot zich trekt in Zijn tabernakel. Maar de H. Mis, het consacreeren van het H. Sacrament-, dat is hoofdzaak. O, halen we de menschen naar binnen, naar het Misoffer, eerst de huisgenooten des geloofs, dan de anderen! Wat wij hebben, dat kunnen we geven, wat we z ij n, dat kunnen we. Dan komt de eenheid, waarom Jezus fya-d: Ut omnes unum sint! Want dan is er geen tegenstelling, geen klassenstrijd meer mogelijk. Dan is er geen afstand meer tusschen werkgever en werk nemer: ze zitten naast elkaar zich op te offeren aan den Vader. En Jezus is met hen één: Hij voegt alle standen samen. En na het citeeren van een aantal ta- fereelen uit de Evangeliën, roept spr. uit: Wat een schoonheid, wat een vereeniging, wat een eenheidEn al deze tafereelen worden in den loop des jaars als uitleg van den disch des heils en het dagelijk- sche offer, waartoe de geloovigen eiken dag en vooral des Zondags samen zijn: dit alles wordt duidelijk en helder gezongen en gelezen rond dit Offer. De parochie is een levenscel der H. Kerk: de pastoor, de goede herder, is haar voorman en leider. Eiken Zondag draagt hij plechtig het H. Misoffer op voor het welzijn der schapen, van wie eens de groote Koning hem rekenschap zal vragen. Dat is het Misoffer bij uitstek. Daarheen moe ten de geloovigen gevoerd worden door de hulp van de welbegrijpende kapelaans, door de opwekking van den herder zelf. De Paus wil, dat de geloovigen niet en kel stomme toehoorders zijn bij de H. Mis, maar méézingen. Als men deze woorden deze heele apostolische constitutie goed verstaat, dan moet men toch wel tot de conclusie komen, dat het meerstemmig zin gen van het ordinarium der Mis eigenlijk indruischt tegen een redelijk liturgisch ideaal. Als meerstemmig gezongen werden de veranderlijke gedeelten, goed. Maar wat gevoelt, wat vat de massa van het meer stemmig gezongene? Laten wij ons zei ven toch niets wijs maken. Als men meestal de koorzangers hoort, dan beseft men pas wat de rest ervan begrijpt, gevoelt. Moet er dus maar door dik en door dun Gegregoriaanscht worden? Ja voorop sta: het is een feit, dat er in het gregoriaansch gezang iets zit, dat ook het gewone volk pakt, zegt spr.het is zoo, daarbij gesteund, door zijn 13 jaren lange ervaring in de be weging, meestal op het platteland. Maar toch behoeft men niet de moderne mogelijk heden uit te sluiten. De draak der grego- riaansch-maniakkerij kan rustig in zijn hoek blijven. Spr. vraagt dan echter een zang, die het volk vatten kan en niet be zwaarlijker is dan Gregoriaansch. Geen meerstemmigheid. O, het Gregoriaansch of anderen kerkzang bepeuteren met een har monium ver van het volk, bij het altaar kan het onliturgischer? Spr. weidt tenslotte nog verder uit over de wijze, waarop gezongen dient te wor den, en zegt dan: Vooruit dan, broeders! Er is nog zooveel te doen! Ook hier is het zoo heel slecht niet, maar ook niet ideaal. Meermalen merkten hoogstaande pries ters een eigenaardig feit op: de Gorcum- sche martelaren stierven voor hun gelóóf in het Allerheiligste en voor hun trouw aan den Paus. En het zijn juist die twee eigenschappen, die het Nederlandsche ka tholieke leven zoo bijzonder sieren. Dat is het werk der glorieuze martelaren. Als het ons tenslotte ernst is met onze Litur gische beweging: laten we dan bidden tot de Patronen van Nederland, tot de Gor- cumsche martelaren, dat zij de kroon op het werk willen zetten in deze jaren van strijd, van geestelijke hoogconjunctuur. Dat is de kern der kwestie! Ten slotte werd door den voorzitter, Mgr. Taskin. 't slotwoord gesproken, waar in hij dank bracht aan Pater Lohuis, die Doodgereden. De 56-jarige gehuwde J. Koen uit Krim pen a. d. Lek werd te Kapelle a. d. IJssel, toen hij gistermorgen vroeg bij de pont weer in zijn auto wilde stappen, door een vrachtauto aangereden en zwaar gewond. In den loop van den morgen is hij over leden. Aanrijding; alle inzittenden gewend, waarvan een ernstig. Een hevige aanrijding heeft gisteravond te Sittard plaats gehad tusschen een transporbauto en een personenauto, waar bij laatstgenoemde wagen grootendeels werd vernield. Van de drie inzittenden kwam J. S. uit Trcebeek er het slechtst af. Met in- en uitwendige verwondingen moest hij per auto naar het hospitaal te Sittard worden overgebracht. Zijn toestand is le vensgevaarlijk. Ook de chauffeur er de an dere inzittenden bekwamen verwondingen, doch van minder ernstigen aard. De politie heeft tegen beide bestuurders proces-ver baal opgemaakt. Twee jongens door een auto aangereden. Op den Brusselschenweg te Maastricht is gisterenavond een ernstig auto-ongeluk gebeurd. Twee 12-jarige knapen J. P. en G. P. werden door een auto aangereden. Door den schok werden beide jongens op den grond geworpen. De bestuurder van den auto trok zich van de aanrijding niets aan en reed gewoon verder. De aangeredenen zijn door den G. G. D. met ernstige kwetsuren naar het zieken huis Calvariënberg overgebracht. Na aldaar behandeld te zijn werd J. P. naar de ouderlijke woning overgebracht. De toestand van G. P. echter is zorgwek kend en men vreest voor zijn leven. NOODLOTTIGE AANVARING VAN EEN TRAWLER. Zes man verdronken, zes gered. In de haven van Rotterdam is gearri veerd het s.s. Wahehe" van de Woerman Linie, dat Zondagochtend een aanvaring met noodlottig gevolg heeft gehad: de „Langeoog" van de firma Beucker te We- sermund, een trawler van 250 ton werd aangevaren en zonk bijna onmiddellijk. Van de bemanning verdronken zes perso- hen, zes anderen worden gelukkig gered. De geredden vertellen. Na de aankomst had een verslaggever van „Hei Volk" gelegenheid eenige oogen- bliken aan boord te vertoeven. De kapi tein van de „Wahehe" gaf er de voorkeur aan geen inlichtingen over het gebeurde te geven. De bemanning van de „Langeoog" gaf een kort verhaal van de toedracht van het ongeval. „Na een reis van 26 dagen kwamen wij terug uit IJsland, waar wij hadden ge- vischt. Om 5.05 bevonden wij ons ongeveer 5 mijlen ten N.W. van Norderney. Het was zwaar weer. Plotseling zagen wij aan bak boord een groot schip recht op ons aan komen. Wij begrepen dadelijk dat het mis liep en een oogenblik daarop volgde de aanvaring. Het middenschip liep vol wa ter. De ketel in de maohinekaber ontplof te met een geweldigen knal en binnen drie minuten zonk ons schip in de diepte. Van de opvarenden konden er drie zich redden door het anker van de ,4Wahehe" te grijpen. Drie anderen sprongen in het wa ter en wisten zich met behulp van wrak hout en zwemvesten boven water te hou den, totdat de reddingboot van de „Wa hehe" er in slaagde de drenkelingen te redden. De kapitein, de tweede stuurman, de eerste en tweede machinist, een kok en een matroos, die allen lagen te slapen, verdwe nen met het schip in de diepte. Deze reis zou voor den kapitein zijn afscheidsreis geweest zijn. Het is voor hem en zijn vijf kameraden nu een afscheid van het leven geworden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5