De Man
van Nergenshuizen
STADSNIEUWS
UIT DE RADIO-WERELD
KINADRIb
ipPELS
VRIJDAG 24 OCTOBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
WETTELIJKE REGELING VAN
HET GELDSCHIETERSBEDRIJF
Onder de onderwerpen welke nog bij de
Tweede Kamer in behandeling zijn behoort
o.a. het ontwerp betreffende wettelijke re
geling van het geldschietersbedrijf.
Dit ontwerp beoogt het tegengaan der
woekerpractijken. De woeker woekert in
het verborgene voort. Dientengevolge is
het bepalen van den omvang ervan buiten
gewoon moeilijk. Doch aangenomen mag
worden, dat het euvel zeer verbreid en zeer
ernstig is. In tal van plaatsen zijn dan ook
commissies ingesteld tot bestudeering van
het vraagstuk der woekerbestrijding.
Helaas moet worden geconstateerd, dat
het hier te lande, misschien meer dan in
eenig ander land, den woekeraar wel heel
gemakkelijk wordt gemaakt. Een woeker-
wetgeving ontbreektwettelijke bepalin
gen tegen het misbruiken van de rente-
vrijheid zijn er niet. Als eenige wet, welke
zich rechtstreeks richt tegen een bepaal
den vorm van woeker, is te noemen de
Pandhuiswet van 1910.
Het overigens ontbreken van wettelijke
bepalingen tegen den woeker, heeft het
woekerbedrijf hier te lande gelegenheid ge
geven zich vrijelijk te ontwikkelen.
Een paar voorbeelden uit de woeker-
practijk willen we hier noemen.
1. A. leende van een geldschieter 210
en nam op zich in tien achtereenvolgende
maanden 30 per maand te betalen. In de
terug te betalen som was dus een rente
percentage van 100 pet. van het verschul
digde (de elke maand met 30 verminder
de ontvangen som van 210). Na betaling
van 160 bleef hij steken. De geldschieter
was bereid het loopende contract te ver
nietigen en een nieuw aan te gaan, waarbij
A. erkende schuldig te zijn 200, waarvan
als vooruit te betalen rente werd afge
trokken tweemaal 30; uit te keeren ƒ140.
Op het oude contract was A. 140 schuldig
gebleven, zoodat A. niets is handen kreeg.
Na zestien maal 10 te hebben betaald,
was A dus nog 200 schuldig, terwijl hij
slechts 200 had ontvangen. Later her
haalde zich dat nog eens, zoodat A steeds
aan het afbetalen bleef, zonder dat zijn
schuld noemenswaard verminderde.
Iemand leende van een voorscïiotlianx
45, na vooraf 2 te hebben betaald voor
infórmatiekosten. Uitgekeerd werd hem
36. De rente ad 9 werd direct ingehou
den. Meubilair diende als zekerheid. De
aflosing werd gesteld op 10 per maand.
De rente bedraagt hier meer dan 100 pet.
's jaars.
Het ingediende ontwerp-gêldsohieters-
wet bepaalt zich tot het voorkomen van
woeker in geldschietersbedrijven.
Het zal verboden zijn het beroep of be
drijf als geldschieter uit te oefenen, behou
dens in een gemeentelijke of in een toege
laten particuliere geldschietbank.
Het geldschietersbedrijf zal dus slechts
mogen worden uitgeoefend van gemeente
wege in gemeentelijke geldschietbanken of
door particulieren, die daarvoor vergun
ning van het gemeentebestuur hebben ver
kregen.
Het ontwerp opent hiermede de gelegen
heid tot het oprichten van gemeentelijke
geldschietbanken. Reeds thans bestaan er
hier te lande enkele gemeentelijke instel
lingen, die voorschotten, hetzij aan bepaal
de categorieën van personen, hetzij in he:
algemeen verstrekken. Het valt te ver
wachten, dat de behoefte aan gemeenteipire
instellingen op dit gebied, wanneer het
onderhavige ontwerp wel zal zijn gewc
den, zal toenemen. Onder de bestaande
geldschietbanken zal ongetwijfeld een
groote opruiming worden gehouden, even
als dat bij de particuliere pandhuizen door
de invoering van de Pandhuiswet het ge
val is geweest. Slechts zeer degelijke par
ticuliere instellingen zullèn aan de scherpe
eischen van de wet kunnen en willen vol
doen. Daarom is het te verwachten, dat
de behoefte aan gemeentelijke instellinger
op dit gebied zal blijken te bestaan.
Geen andere naam dan die van „Geld
schietbank" mag een particulier aan zijn
bank geven, tenzij Burgemeester en Wet
houders hebben goedgekeurd, dat de be
langhebbende aan zijn bank een anderen
naam geeft. Die andere naam moet dar<
FEUILLETON
door
VICTOR BRIDGES
Vertaling van F. van Velsen.
9)
Dit hinderde mij geweldig, want het
scheen mij toe, dat ik op het punt stond,
iets betreffende mijn onbekend en vermoede
lijk veelbewogen verleden te vernemen. Ik
kon haar niet verder ondervragen, zonder
mijn gegeven woord aan Northcote te
breken inderdaad mijn geweten ver
weet mij, dat ik reeds de opva tting v. mijn
eed niet al te strikt had opgenomen.
„Enfin", zei ik schokschouderend, „la
ten wij hier niet verder op ingaan. Ik geef
U de volle vrijheid, dit huis te verlaten,
wanneer U wilt."
Ik stak mijn hand in mijn zak en voelde
het pistool.
„Ja", zei ik, terwijl ik het te voor
schijn haalde en het haar overreikte, „aan
gezien U mij mijn huissleutel heeft terug
gegeven, moet ik U minstens uw eigendom
ter hand stellen."
Zij nam het met een uitdrukking van ver
bazing aan.
„U heeft natuurlijk nog meer patronen
bij U", vervolgde ik, „maar ik vertrouw op
uw eer...."
door het gemeentebestuur zijn goedge
keurd.
Deze bepaling richt zich tegen het be
kende misbruik, dat de geldschietbankjes
plegen te maken van fraai klinkende namen
die aan het bedrijf een schijn van bona
fide bankinstelling, spaarbank, verreke-
ningsmaatschappij of zelfs instelling van
liefdadigheid trachten te geven.
Van een overeenkomst van gelduitlee-
ning door een geldschieter moet een akte
worden opgemaakt. Mondelinge overeen
komsten zijn niet geldig. De overeenkomst
moet aan de volgende voorwaarden vol
doen.
Ie. De verschuldigde interest mag over
geen enkelen termijn, omgerekend over een
vol jaar, hooger zijn dan 12 pet. van het
nog niet afgeloste deel van de hoofdsom,
of zooveel minder als bij gemeentelijke ver
ordening is bepaald.
2e. Kosten, onder welken naam of in
weiken vorm ook, met uitzondering van ze-
gelkosten, mogen den geldleener niet in
rekening worden gebracht.
3e. Vooruitbetaling van interest mag
niet worden gevorderd.
4e. Geen andere verplichting dan dje
van aflossing van de hoofdsom, van beta
ling van den overeengekomen interest mo
gen den geldleener worden opgelegd. De
geldschieter mag geen cessie van loon, sa
laris of andere inkomsten uit arbeid, in
welken vorm ook bedingen of aanvaarden.
5e. Wanneer de geldleener op eenigen
vervaldag niet aan zijn verplichtingen vol
doet, wordt hij geacht niet in gebreke te
zijn, alvorens de geldschieter hem per aan-
geteekenden brief een aanmaning heeft
■doen toekomen,, en een week na het ver
zenden van deze aanmaning is verstreken
zonder dat de geldleener aan zijne ver
plichtingen heeft voldaan.
Deze voorwaarden beoogen den geldlee
ner tegen mogelijke kwade practijken van
den geldschieter te beschermen. Zooals we
zagen wordt in het algemeen een maximum
rentepercentage vastgesteld van 12 pet.
per jaar, terwijl aan de gemeenten de be-
veogdheid wordt gegeven bij Dlaatseliike
verordening dit maximum lager te steiien.
Een rentepercentage van 12 pet. lijkt wel
hoog, maar het risico in het geldschieters
bedrijf is aanmerkelijk hooger dan in het
normale bankbedrijf en het moet vanzelf
sprekend worden geacht, dat dit grootere
risico in een hoogeren rentevoet compen
satie vindt. De ervaring heeft geleerd, dat
het alleen dan mogelijk zal zijn een parti
culiere geldschietersonderneming bij een
rentemaximum van 12 pet. zonder verlies
te drijven, wanneer de onderneming zeer so
lide wordt gevoerd en al te groote risr.-e»*
niet worden aanvaard.
Cessie van loon wordt geheel uitgeslo
ten. Het is bekend, dat van looncessie door
woekeraars ernstig misbruik pleegt te wor
den gemaakt. Het is één van de sterkste
dwangmiddelen, waarover zij tegenover
hunne slachtoffers beschikken. Slechts vol
ledige afschaffing zal aan dit euvel een
einde maken.
Onmiddellijk na de onderteekening van
de akte moet de geldschieter den geldlee
ner het volle bedrag van de in de akte ver
melde hoofdsom, slechts verminderd met
de zegelkosten, ter hand stellen.
Het mag dus niet meer voorkomen, dat
het bedrag dat in de akte als uitgeleende
som vermeld staat, hooger is dan de geld
som, die den leene-r werkelijk ter hand
wordt gesteld.
Indien de geldleener in gebreke blijft
een vervallen termijn van interest of af
lossing te betalen, kan de geldschieter
niet meer vorderen, dan het niet-afgeloste
deel van de hoofdsom en de niet betaalde
vervallen interesttermijnen.
Zeer vaak werden door de geldschieters
bij niet tijdige betaling hooge boeten be
dongen, welke de leeners niet kunnen be
talen. Zij werden dan indirect tot het aan
gaan van nieuwe leeningen gedwongen. Het
ontwerp beoogt al dergelijke boetebedin
gen uit te sluiten.
Een wettelijke regeling van het ge'd-
schiet'ersbedrijf, zooals in het ontwern
wordt voorgesteld, achten wij in het be
lang van ons wolk. omdat daardoor een
einde al worden gemaakt aan de veelvul
dige woekerpractijken, die in ons land nog
zoo veelvuldig voorkomen.
„Eeronderbrak zij mij. „Spreekt U mij
van eerU
De gevolgtrekking liet voor mij aan dui
delijkheid niets te wenschen over.
„Waarom niet?" vroeg ik. „Ik heb U
reeds gezegd, dat ik geheel onschuldig ben
aan de misdaden, waarvan U mij beschul
digt."
Ik deed een "stap voorwaarts en nam den
sleutel van de sofa.
„Misschien kunt U nog zeggen, of er van
dit artikei nog meer in omloop zijn te Lon
den", vroeg ik, den sleutel opheffend; „in
dien dit zoo is, dan zal ik mij de uitgaaf
van een nieuw slot moeten getroosten."
Zij schudde haar hoofd en staarde mij
aan, als een of ander raadselachtig won
der.
„Ik weet het niet", sprak zij. „Het doet
er weinig toe. Of gij schuldig dan wel on
schuldig zijt, er is geen macht die U kan
redden."
Dit klonk vreeselijk vriendelijk.
„Misschien heeft U gelijk", zei ik. „Maar
in ieder geval zal ik zien, wat de smid mor
genochtend doen kan. Minstens kan hij
eenig uitstel van de geschiedenis bewer
ken."
Ik ging naar de deur, opende haar voor
zichtig en luisterde eenige oogenbiikken, of
mijn huisgenooten nog op waren.
„De kust is vrij", zei ik„ik zal U voor
gaan en U uitlaten."
Zij maakte een beweging, alsof zij tegen
dat voorstel wilde opkomen, doch zij
scheen zich te - bedenken.
„Zeer goed", sprak zij gelaten.
Met een inwendig gebed, dat niemand
van het personeel ten tooneele mocht ver
schijnen, ging ik haar voor. Voorzichtig
daalde ik de breede trap af. Het was een
INDISCHE VOORDRACHTEN AAN DE
LEIDSCHE UNIVERSITEIT.
Prof. Escher over: Nederlandsch-lndië
als aardbevingsland.
De gédaohte van de Commissie voor de
Indische Week om een reeks Indische
voordrachten te doen houden, blijkt nu
reeds een zeer gelukkige te zijn geweest.
Onder groote belangstelling heeft
Woensdagavond prof. dr. B. G. Escher de
reeks geopend met een voordracht over
Nederlandsch-lndië als aardbevingsland.
Nadat allen hadden plaats genomen, be
trad de voorzitter der commissie voor de
Indische week, prof. mr. G. André de la
Porte, het spreekgestoelte.- Spr. herinner
de eraan dat de commissie in de laatste
jaren eenige lezingen over Indië had doen
houden, doch/dat het resultaat daarmee
bereikt niet voldoende was, n.l. om vol
doende belangstelling voor Indië te wek
ken.
De belangstelling is echter dringend noo-
dig niet alleen voor hen, die zich naar In
dië begeven, doch ook voor degenen, die
in ons land blijven. De welvaart van ons
land hangt voor een niet gering gedeelte
af van de welvaart van Indië. De commis
sie hoopt de belangstelling voor Indië door
deze lezingen te kunnen we....en. Deze zijn
zoo gekozen, dat zij niet bedoelen te zijn
een causerie over Indië, maar zijn er op
berekend de werkelijke kennis over Indië
te vermeerderen, zonder echter ook weer
te wetenschappelijk te zijn, opdat deze ook
voor de niet gespecialiseerden op dit ge
bied goed gevolg zullen kunnen worden.
Spr. uitte zijn vreugde over het feit, dat
thans zoovelen aanwezig zijn en verwacht
te, dat dit ook op de volgende lezingen iiet
geval zal zijn.
De commissie neemt met deze lezingen
een proef. Slaagt deze dan stelt de com
missie zich voor ook in den volgende cur
sus een dergelijke reeks te organiseeren.
Daarna gaf spreker het woord aan prof.
dr. B. G. Escher.
Spr. stelde allereerst de vraag:
Wat is een aardbeving? In het algemeen
en in verreweg de meeste gevallen een
trilling van den bodem, die ontstaat om
dat in de aardkorst een verschuiving
plaats vindt. Twee gedeelten van de aard
korst schuiven daar in de diepte even
langs elkaar, waardoor een trilling door
de geheele aarde gaat. In enkele gevallen
bereikt de verschuiving de aardoppervlak
te (Mino - Orvari 1S91, San Francisco
1906), meestal vindt zij slechts in de aard
korst plaats. De haard van de aardbeving
ligt dus onder de aardoppervlakte, ver
moedelijk meestal tusschen 0 en 50 K.M.
diepte. In den laatsten tijd heeft de Ja
panner Wadati echter gemeend diepe aard
bevingshaarden (300500 K.M.) te hebben
geconstateerd en onze landgenoot dr. S.
W. Visser deelde in 1929 mede, dat de
haarden van sommige aardbevingen op
West-Java 320490 K.M. diep moeten lig
gen. Vermoedelijk zijn- dat uitzonderingen,
maar ze zijn geheel in overeenstemming
met theoretische beschouwingen van den
Eng eischen geophysicus Jeffreys.
Het punt van de aardoppervlakte, dat
vlak boven de haard ligt, wordt epicen
trum genoemd en het lijkt, alsof van dat
punt de trillingen zich over het geheele
aardoppervlak voortplanten.
De oorzaak der aardbevingen is dus vol
strekt niet vulkanisch. Wel treden bij
sterke vulkanische uitbarstingen zeer
zwakke aardbevingen op, maar de sterke
aardbevingen hangen steeds samen met
bewegingen in de aardkorst, in laatste in
stantie met gebergte-vormende processen.
Bij het verschuiven van twee gedeelten van
de aardkorst langs elkaar ontstaat op het
breukvlak een wrijfspiegel met wrijfkras-
sen. In zekeren zin is omgekeerd elke
wrijfspiegel een versteende voorhistorische
aardbeving.
Uit een vergelijking van een kaart der
epicentra in Ned. Indië met een kaart der
in de laatste eeuw werkzame vulkanen
volgt ten overvloede, dat beide gebieden
elkaar niet dekken. De epicentra van de
groote bevingen in Ned. Indië liggen voor
vreemde vertooning, maar was ik de laat
ste uren niet aan vreemde vertooningen ge
woon geraakt Hoe het ook zij, wij bereik
ten de hal zonder stoornis en nadat ik de
knip van de deur zoo zacht mogelijk had
afgeschoven, opende ik haar zoover, als
noodig was, om mijn bezoekster door te la
ten. Zoodra zij buiten was, volgde ik haar
en sloot de deur achter mij.
„Ik zal even vooruitloopen om een rij
tuig voor U te halen", zei ik vriendelijk.
Bij het schijnsel van de lantaarn, zag ik
een uitdruking van geweldige vrees in
haar oogen flitsen.
„Neen, neen", fluisterde zij. „U moet op
staanden voet terug gaanhet is gevaar
lijk".
„Ik ben het volkomen met U eens", zei
ik. ,,'t Is vreeselijk gevaarlijk voor een
jonge dame, om in dit nachtelijk uur alleen
in Londen te loopen. Daarom ben ik voor
nemens een rijtuig voor U te zoeken."
Zij legde haastig haar hand op mijn arm.
„Ik begrijp er niets van", sprak zij kla
gend. „Het is alles zoo geheel anders, dan
ik verwacht had, maar u! hoe zal
Een geratel van wielen onderbrak haar
en er verscheen een tamelijk onooglijk
huurrijtuig om den hoek. Ik gaf den koet
sier een teeken en hij stopte onmiddellijk.
„Ziezoo nu zijn wij er", zei ik vriendelijk,
„zoo is de zaak in orde."
Eenigszins verbaasd, als naar adem
snakkend, liet zij mijn arm los en keek ze
nuwachtig heen en weer over den straat
weg.
Ik stapte vooruit bij het wiel, om haar
kleeding te beschermen. Zij stapte in, ter
wijl zij een nauw hoorbaar woord van dank
fluisterde.
Programma's voor Zaterdag 25 October.
Huizen, 1875 M.
Uitsluitend K. R. O.-uitzending.
8.009.15 Morgenconcert.
11.30 Godsdienstig halfuurtje door pas
toor Perquin.
12.151.45 Concert. KRO.-Sextet.
I.452.30 Gramofoon.
2.30—3.00 Vragenhalfuurtje voor de
jeugd.
3.004.15 Kinderuurtje.
5.00 Gramofoon.
6.00 Sportpraatje door S. P. J. Borsten.
6.15 Journalistiek weekoverzicht door P.
de Waart.
6.356.45 Gramofoon.
6.457.15 Esperantocursus.
7.15 J. Heffels: Kiesrecht.
8.0011.00 Concert. KRO.-orkes-t o. 1. v.
Joh. Gerritsen. J. Buggenum, zanger. Inter
nationale dansen.
9.30 Persberichten.
II.0012.00 Gramofoon.
H i 1 v e r s um 298 M.
Uitsluitend V. A. R. A.-uitzending.
(Behalve V.P.R.O. om 10 uur).
8.00 Orgelconcert door Joh. Jong.
9.00 Gramofoon.
10.00 V.P.R.O. Morgenwijding.
10.10 Voordracht.
10.30 Ziekenuurtje (zang, piano, voor
dracht).
11.30 Gramofoon.
12.00 Concert. VARA.-Septet.
1.45 VARA.-liedjes voor kinderen.
2.45 Paedagogisch concert. Holl. kamer-
muziekver. o. 1. v. P. Tiggers.
4.30 Duitsche les.
5.00 R. Landré: Ons huis een tehuis.
5.30 Voordracht door K. Bakker.
7.00 Voor de wisschers op zee (zang,
toespraak en voordracht).
8.00 Bestuursmededeelingen door A. de
Vries.
8/10 Toespraak door D. Zalm.
8.20 Concert door het VARA.-orkest o.
1. v. H. de Groot.
9.00 Hoorspel.
10.00 Persberichten.
10.10 VARA.-varia,
het grootste gedeelte in zee. Dit kan wor
den vastgesteld met behulp van gevoelige
instrumenten (seismografen), die de tril
ling van sterke aardbevingen over de ge
heele aarde opteekenen. Uit de automa
tisch geregistreerde aardbevingskromme
(seismogram) kan de afstand van het in
strument tot het epioentrum worden bere
kend. Uit drie seismogrammen van drie
verschillende stations kan de plaats van
het epicentrum worden bepaald.
Over de verspreiding der epicentra in
Ned. Indië had men, voordat betrouwbare
seismografen bestonden, een onjuiste voor
stelling omdat de verspreiding der Euro
peanen over de Archipel een even grooten
invloedop de berichtgeving van aardbe
vingen uitoefende als het optreden der
aardbevingen zelf.
De kaarten van Montessus de Ballore,
die in 1906 het belangrijke werk „Géogra-
phie seismologique" uitgaf, hebben voor
Ned.-Indië nu slechts historische waarde.
Voor andere gebieden der aarde, waar goe
de seismografen nog ontbreken, blijft dat
boek nog steeds een nuttig verzamelwerk.
De aardbevingfrequentie is moeilijk
vast te stellen. Zoolang slechts enkele goe
de seismografen in Ned.-Indië zijn opge
steld, worden slechts de sterke bevingen
alle geregistreerd. De zwakke worden in
h$t algemeen slechts door menschen ge
voeld; maar het hangt van talrijke facto
ren of, hoeveel hiervan bekend worden op
het Observatorium. Van 1909 tot 1926 wer
den per jaar 37 tot 71 aardbevingen door
de seismografen opgeteekend. Het aantal
herichten over aardbevingen schommelde
in dien tijd tusschen 274 en 2759 per jaar,
en deze hadden op 156 tot 616 aardbevin
gen per jaar betrekking. Gemiddeld traden
in Ned.-Indië in die jaren 450 bevingen
per jaar op, dus meer dan één per dag. In
„Goeden avond", zei ik en stak haar mijn
hand toe.
„Ik zal weg gaan, om U in de gelegen
heid te stellen, den koetsier uw adres op
te geven."
Zij wachtte een oogenblik en boog toen
met haastig gebaar voorover, waarna zij
haar hand in de mijne legde.
„Goeden avond", sprak zij zacht.
„Ik voelde den zachten druk van haar
vingers, dezelfde zachte tengere vingers,
die bijna mijn levensdraad hadden afgesne
den en een eigenaardige trilling van vol
doening beroerde plotseling mijn hart.
Nadat ik haar hand had losgelaten,
deed ik eenige passen achterwaarts, tot ik
op het trottoir stond. Ik zag den koetsier,
die zijn zweep in de hoogte hief en om
laag boog, om van haar het adres te verne
men.
Toen deed hij zijn paard omzwenken en
reed in matigen draf in de richting van
Oxfordstreet.
„Dus hier", zei ik tot mijzelf, „eindigt
mijn eerste les."
Terwijl deze woorden zich van mijn
hersens naar mijn keel overplantten, trok
iets aan de overzijde van de straat mijn
aandacht. Er stond daar een heestergroep
aan de binnenzijde van het hekwerk in het
park, vlak tegenover mij en in de diepe
schaduw dicht bij den grond, had ik iets
zien bewegen; daar had ik op durven zwe
ren.
Ik moet op dat oogenblik mijn zenuwen
slecht onder bedwang gehad hebben, want
ik deed onmiddellijk een paar sprongen in
die richting. Gelukkig bedwong ik mij nog
intijds. Ik nam een sigaret uit mijn koker,
stak hem bedaard op, en ging toen op mijn
gemak en met een air van deftigheid de
steenen trap op. Daar haalde ik mijn huis-
10.20 Populair concert door het VARA.-
orkest o. 1. v. H. de Groot.
11.15 Bij de Pomp.
11.3012.00 Gramofoon.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Kamermuziek.
6.55 Gramofoonpl.
8.35 Concert. Orkest en solisten. Russi
sche muziek.
8.35 (338.2 M.) Concert georganiseerd
door de Sarov.
Daven try, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
I.202.20 Orkestconcert.
3.55 Berichten.
4.00 Sportverslag.
5.05 Orgelspel door R. New.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Liederen door E. Coleman.
6.35 Nieuwsberichten.
7.00 Sportberichten.
7.05 Zang door F. Phillips en A. Fili-
pova.
7.20 Lezingen.
8.05 Concert. Kwintet H. Thorpe (tenor).
9.20 Berichten.
9.35 Berichten en lezing.
9.55 Dansmuziek.
10.20 Fragmenten uit „Chariot's Masque
rade". Intermezzo. Üansmuziek.
II.3512.20 Dansmuziek.
„R a d o-P a r i s", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonpl.
4.05 Dansmuziek.
9.05 Concert. Orkest en solisten.
Langenberg, 473 M.
6.207.20 Gramofoonpl.
9.35—10.05 Gramofoonpl.
11.30 Gramofoonpl.
12.251.50 Orkestconcert en klarinet.
4.505.50 Concert. Orkest en sopraan.
7.20 Vroolijke avond. Daarna tot 12.20
Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M-
11.20—1.20 Orkestconcert.
2.20 Kinderuurtje.
2.504.50 Orkestconcert en vioolsoli.
7.208.20 Orkestconcert.
8.45—9.05 Piano-soli.
9.20—9.40 Zang.
9.40—10.05 Cello-soli.
10.0511.35 Dansmuziek.
Dr. H.NAty
Ning's
EETLUST-OPWEKKbW
e i.3o p fi.
1908 verzamelde het internationale aard
bevingsbureau in Straatsburg berichten
over 4880 aardbevingen of 13 a 14 per dag.
Aardbeving-katastrophes kunnen zeer
verschillend zijn. Wanneer de primaire
verschuiving de aardoppervlakte bereikt,
breekt natuurlijk alles, wat op het breuk
vlak staat: gasbuizen (brand), waterleidin
gen (geen bluschwater) (San Francisco
1906). Door de bodemtrilling, de eigenlijke
aardbeving, scheuren en breken huizen,
waarbij de bouwwijze en het bouwmate
riaal een belangrijken invloed uitoefenen.
Metselwerk is zeer slecht tegen aardbevin
gen bestand, houtcontructies zijn veel elas
tischer maar brandgevaarlijk, het beste
zijn goede gewapend-beton-construc'.ies.
In lossen bodem treden door de trillin
gen blijvende veranderingen op. Er ont
staan open spleten, vooral evenwijdig aan
een dal of kust, en aardschuivingen. Bij
de aardbeving van Wonosobo in 1924 stort
ten halve kampongs met aardschuiviugen
naar beneden en werden andere kampongs
door aardschuivingen bedolven; rivieren
werden door aardschuivingen verstopt cn
de doorbraken veroorzaakten weer over
stroomingen met modderwater (lahars).
Zeebevingen, d.w.z. aardbevingen, waarvan
het epicentrum in zee ligt, veroorzaken
golven (Japansch tsunami's), die echter in
Ned. Indië in de laatste tientallen jaren
geen groote verwoestingen hebben aange
richt.
Deze voordracht werd door wandplaten
en lantaarnplaatjes geïllustreerd.
sleutel uit mijn zak, draaide rustig het slot
om en trad binnen. Al dien tijd had ik het-
afschuwelijke voorgevoel, dat in het vol
gende oogenblik een kogel mijn achter
hoofd zou doorboren, doch zooals het met
de meeste voorgevoelens gaat, ze worden
nooit verwezenlijkt. Er kwam echter een
gevoel van geweldige opluchting over mij,
toen ik de deur op slot deed, en de gren
dels boven en onder op hun plaats schoof.
Toen ik mijn studeerkamer bereikte, was
het eerste wat ik deed, mij een flinken
sterken sodabrandy inschenken. Ik had er
groote behoefte aan.
„Als dit spelletje zoo drie weken moet
duren", overpeinsde ik, „zal ik waarschijn
lijk rijp zijn voor een asyl voor drankzuch
tigen."
De opwekkende geur van mijn sigaret
bracht mijn natuurlijke gedachtengang
weer in werking. Per slot van rekening
was ik nog in leven, en blijkbaar niet her
kend, hetgeen eigenlijk toch een stand van
zaken was, zoo gunstig, als ik met eenig
recht maar mocht verwachten.
Northcote had echter oprecht gesproken,
toen hij zijn aanbod beschreef als een,
waarop maar weinig mededingers zouden
ingaan, indien hun de waarheid bekend
was geweest.
Aangenomen, dat de ondervinding van
den eersten avond een duidelijk beeld gaf,
van hetgeen mij te wachten stond, sche
nen mijne kansen om het leven er niet bij
in te schieten, uiterst gering. Indien Mer-
cia een man geweest was, zou ik op dit
oogenblik zonder eenigen twijfel 'n lijk ge
weest zijn.
(Wordt vervolgd).