De Man van Nergenshuizen STADSNIEUWS UIT DE RADIO-WERELD KINADRIb ipPELS VRIJDAG 24 OCTOBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 WETTELIJKE REGELING VAN HET GELDSCHIETERSBEDRIJF Onder de onderwerpen welke nog bij de Tweede Kamer in behandeling zijn behoort o.a. het ontwerp betreffende wettelijke re geling van het geldschietersbedrijf. Dit ontwerp beoogt het tegengaan der woekerpractijken. De woeker woekert in het verborgene voort. Dientengevolge is het bepalen van den omvang ervan buiten gewoon moeilijk. Doch aangenomen mag worden, dat het euvel zeer verbreid en zeer ernstig is. In tal van plaatsen zijn dan ook commissies ingesteld tot bestudeering van het vraagstuk der woekerbestrijding. Helaas moet worden geconstateerd, dat het hier te lande, misschien meer dan in eenig ander land, den woekeraar wel heel gemakkelijk wordt gemaakt. Een woeker- wetgeving ontbreektwettelijke bepalin gen tegen het misbruiken van de rente- vrijheid zijn er niet. Als eenige wet, welke zich rechtstreeks richt tegen een bepaal den vorm van woeker, is te noemen de Pandhuiswet van 1910. Het overigens ontbreken van wettelijke bepalingen tegen den woeker, heeft het woekerbedrijf hier te lande gelegenheid ge geven zich vrijelijk te ontwikkelen. Een paar voorbeelden uit de woeker- practijk willen we hier noemen. 1. A. leende van een geldschieter 210 en nam op zich in tien achtereenvolgende maanden 30 per maand te betalen. In de terug te betalen som was dus een rente percentage van 100 pet. van het verschul digde (de elke maand met 30 verminder de ontvangen som van 210). Na betaling van 160 bleef hij steken. De geldschieter was bereid het loopende contract te ver nietigen en een nieuw aan te gaan, waarbij A. erkende schuldig te zijn 200, waarvan als vooruit te betalen rente werd afge trokken tweemaal 30; uit te keeren ƒ140. Op het oude contract was A. 140 schuldig gebleven, zoodat A. niets is handen kreeg. Na zestien maal 10 te hebben betaald, was A dus nog 200 schuldig, terwijl hij slechts 200 had ontvangen. Later her haalde zich dat nog eens, zoodat A steeds aan het afbetalen bleef, zonder dat zijn schuld noemenswaard verminderde. Iemand leende van een voorscïiotlianx 45, na vooraf 2 te hebben betaald voor infórmatiekosten. Uitgekeerd werd hem 36. De rente ad 9 werd direct ingehou den. Meubilair diende als zekerheid. De aflosing werd gesteld op 10 per maand. De rente bedraagt hier meer dan 100 pet. 's jaars. Het ingediende ontwerp-gêldsohieters- wet bepaalt zich tot het voorkomen van woeker in geldschietersbedrijven. Het zal verboden zijn het beroep of be drijf als geldschieter uit te oefenen, behou dens in een gemeentelijke of in een toege laten particuliere geldschietbank. Het geldschietersbedrijf zal dus slechts mogen worden uitgeoefend van gemeente wege in gemeentelijke geldschietbanken of door particulieren, die daarvoor vergun ning van het gemeentebestuur hebben ver kregen. Het ontwerp opent hiermede de gelegen heid tot het oprichten van gemeentelijke geldschietbanken. Reeds thans bestaan er hier te lande enkele gemeentelijke instel lingen, die voorschotten, hetzij aan bepaal de categorieën van personen, hetzij in he: algemeen verstrekken. Het valt te ver wachten, dat de behoefte aan gemeenteipire instellingen op dit gebied, wanneer het onderhavige ontwerp wel zal zijn gewc den, zal toenemen. Onder de bestaande geldschietbanken zal ongetwijfeld een groote opruiming worden gehouden, even als dat bij de particuliere pandhuizen door de invoering van de Pandhuiswet het ge val is geweest. Slechts zeer degelijke par ticuliere instellingen zullèn aan de scherpe eischen van de wet kunnen en willen vol doen. Daarom is het te verwachten, dat de behoefte aan gemeentelijke instellinger op dit gebied zal blijken te bestaan. Geen andere naam dan die van „Geld schietbank" mag een particulier aan zijn bank geven, tenzij Burgemeester en Wet houders hebben goedgekeurd, dat de be langhebbende aan zijn bank een anderen naam geeft. Die andere naam moet dar< FEUILLETON door VICTOR BRIDGES Vertaling van F. van Velsen. 9) Dit hinderde mij geweldig, want het scheen mij toe, dat ik op het punt stond, iets betreffende mijn onbekend en vermoede lijk veelbewogen verleden te vernemen. Ik kon haar niet verder ondervragen, zonder mijn gegeven woord aan Northcote te breken inderdaad mijn geweten ver weet mij, dat ik reeds de opva tting v. mijn eed niet al te strikt had opgenomen. „Enfin", zei ik schokschouderend, „la ten wij hier niet verder op ingaan. Ik geef U de volle vrijheid, dit huis te verlaten, wanneer U wilt." Ik stak mijn hand in mijn zak en voelde het pistool. „Ja", zei ik, terwijl ik het te voor schijn haalde en het haar overreikte, „aan gezien U mij mijn huissleutel heeft terug gegeven, moet ik U minstens uw eigendom ter hand stellen." Zij nam het met een uitdrukking van ver bazing aan. „U heeft natuurlijk nog meer patronen bij U", vervolgde ik, „maar ik vertrouw op uw eer...." door het gemeentebestuur zijn goedge keurd. Deze bepaling richt zich tegen het be kende misbruik, dat de geldschietbankjes plegen te maken van fraai klinkende namen die aan het bedrijf een schijn van bona fide bankinstelling, spaarbank, verreke- ningsmaatschappij of zelfs instelling van liefdadigheid trachten te geven. Van een overeenkomst van gelduitlee- ning door een geldschieter moet een akte worden opgemaakt. Mondelinge overeen komsten zijn niet geldig. De overeenkomst moet aan de volgende voorwaarden vol doen. Ie. De verschuldigde interest mag over geen enkelen termijn, omgerekend over een vol jaar, hooger zijn dan 12 pet. van het nog niet afgeloste deel van de hoofdsom, of zooveel minder als bij gemeentelijke ver ordening is bepaald. 2e. Kosten, onder welken naam of in weiken vorm ook, met uitzondering van ze- gelkosten, mogen den geldleener niet in rekening worden gebracht. 3e. Vooruitbetaling van interest mag niet worden gevorderd. 4e. Geen andere verplichting dan dje van aflossing van de hoofdsom, van beta ling van den overeengekomen interest mo gen den geldleener worden opgelegd. De geldschieter mag geen cessie van loon, sa laris of andere inkomsten uit arbeid, in welken vorm ook bedingen of aanvaarden. 5e. Wanneer de geldleener op eenigen vervaldag niet aan zijn verplichtingen vol doet, wordt hij geacht niet in gebreke te zijn, alvorens de geldschieter hem per aan- geteekenden brief een aanmaning heeft ■doen toekomen,, en een week na het ver zenden van deze aanmaning is verstreken zonder dat de geldleener aan zijne ver plichtingen heeft voldaan. Deze voorwaarden beoogen den geldlee ner tegen mogelijke kwade practijken van den geldschieter te beschermen. Zooals we zagen wordt in het algemeen een maximum rentepercentage vastgesteld van 12 pet. per jaar, terwijl aan de gemeenten de be- veogdheid wordt gegeven bij Dlaatseliike verordening dit maximum lager te steiien. Een rentepercentage van 12 pet. lijkt wel hoog, maar het risico in het geldschieters bedrijf is aanmerkelijk hooger dan in het normale bankbedrijf en het moet vanzelf sprekend worden geacht, dat dit grootere risico in een hoogeren rentevoet compen satie vindt. De ervaring heeft geleerd, dat het alleen dan mogelijk zal zijn een parti culiere geldschietersonderneming bij een rentemaximum van 12 pet. zonder verlies te drijven, wanneer de onderneming zeer so lide wordt gevoerd en al te groote risr.-e»* niet worden aanvaard. Cessie van loon wordt geheel uitgeslo ten. Het is bekend, dat van looncessie door woekeraars ernstig misbruik pleegt te wor den gemaakt. Het is één van de sterkste dwangmiddelen, waarover zij tegenover hunne slachtoffers beschikken. Slechts vol ledige afschaffing zal aan dit euvel een einde maken. Onmiddellijk na de onderteekening van de akte moet de geldschieter den geldlee ner het volle bedrag van de in de akte ver melde hoofdsom, slechts verminderd met de zegelkosten, ter hand stellen. Het mag dus niet meer voorkomen, dat het bedrag dat in de akte als uitgeleende som vermeld staat, hooger is dan de geld som, die den leene-r werkelijk ter hand wordt gesteld. Indien de geldleener in gebreke blijft een vervallen termijn van interest of af lossing te betalen, kan de geldschieter niet meer vorderen, dan het niet-afgeloste deel van de hoofdsom en de niet betaalde vervallen interesttermijnen. Zeer vaak werden door de geldschieters bij niet tijdige betaling hooge boeten be dongen, welke de leeners niet kunnen be talen. Zij werden dan indirect tot het aan gaan van nieuwe leeningen gedwongen. Het ontwerp beoogt al dergelijke boetebedin gen uit te sluiten. Een wettelijke regeling van het ge'd- schiet'ersbedrijf, zooals in het ontwern wordt voorgesteld, achten wij in het be lang van ons wolk. omdat daardoor een einde al worden gemaakt aan de veelvul dige woekerpractijken, die in ons land nog zoo veelvuldig voorkomen. „Eeronderbrak zij mij. „Spreekt U mij van eerU De gevolgtrekking liet voor mij aan dui delijkheid niets te wenschen over. „Waarom niet?" vroeg ik. „Ik heb U reeds gezegd, dat ik geheel onschuldig ben aan de misdaden, waarvan U mij beschul digt." Ik deed een "stap voorwaarts en nam den sleutel van de sofa. „Misschien kunt U nog zeggen, of er van dit artikei nog meer in omloop zijn te Lon den", vroeg ik, den sleutel opheffend; „in dien dit zoo is, dan zal ik mij de uitgaaf van een nieuw slot moeten getroosten." Zij schudde haar hoofd en staarde mij aan, als een of ander raadselachtig won der. „Ik weet het niet", sprak zij. „Het doet er weinig toe. Of gij schuldig dan wel on schuldig zijt, er is geen macht die U kan redden." Dit klonk vreeselijk vriendelijk. „Misschien heeft U gelijk", zei ik. „Maar in ieder geval zal ik zien, wat de smid mor genochtend doen kan. Minstens kan hij eenig uitstel van de geschiedenis bewer ken." Ik ging naar de deur, opende haar voor zichtig en luisterde eenige oogenbiikken, of mijn huisgenooten nog op waren. „De kust is vrij", zei ik„ik zal U voor gaan en U uitlaten." Zij maakte een beweging, alsof zij tegen dat voorstel wilde opkomen, doch zij scheen zich te - bedenken. „Zeer goed", sprak zij gelaten. Met een inwendig gebed, dat niemand van het personeel ten tooneele mocht ver schijnen, ging ik haar voor. Voorzichtig daalde ik de breede trap af. Het was een INDISCHE VOORDRACHTEN AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. Prof. Escher over: Nederlandsch-lndië als aardbevingsland. De gédaohte van de Commissie voor de Indische Week om een reeks Indische voordrachten te doen houden, blijkt nu reeds een zeer gelukkige te zijn geweest. Onder groote belangstelling heeft Woensdagavond prof. dr. B. G. Escher de reeks geopend met een voordracht over Nederlandsch-lndië als aardbevingsland. Nadat allen hadden plaats genomen, be trad de voorzitter der commissie voor de Indische week, prof. mr. G. André de la Porte, het spreekgestoelte.- Spr. herinner de eraan dat de commissie in de laatste jaren eenige lezingen over Indië had doen houden, doch/dat het resultaat daarmee bereikt niet voldoende was, n.l. om vol doende belangstelling voor Indië te wek ken. De belangstelling is echter dringend noo- dig niet alleen voor hen, die zich naar In dië begeven, doch ook voor degenen, die in ons land blijven. De welvaart van ons land hangt voor een niet gering gedeelte af van de welvaart van Indië. De commis sie hoopt de belangstelling voor Indië door deze lezingen te kunnen we....en. Deze zijn zoo gekozen, dat zij niet bedoelen te zijn een causerie over Indië, maar zijn er op berekend de werkelijke kennis over Indië te vermeerderen, zonder echter ook weer te wetenschappelijk te zijn, opdat deze ook voor de niet gespecialiseerden op dit ge bied goed gevolg zullen kunnen worden. Spr. uitte zijn vreugde over het feit, dat thans zoovelen aanwezig zijn en verwacht te, dat dit ook op de volgende lezingen iiet geval zal zijn. De commissie neemt met deze lezingen een proef. Slaagt deze dan stelt de com missie zich voor ook in den volgende cur sus een dergelijke reeks te organiseeren. Daarna gaf spreker het woord aan prof. dr. B. G. Escher. Spr. stelde allereerst de vraag: Wat is een aardbeving? In het algemeen en in verreweg de meeste gevallen een trilling van den bodem, die ontstaat om dat in de aardkorst een verschuiving plaats vindt. Twee gedeelten van de aard korst schuiven daar in de diepte even langs elkaar, waardoor een trilling door de geheele aarde gaat. In enkele gevallen bereikt de verschuiving de aardoppervlak te (Mino - Orvari 1S91, San Francisco 1906), meestal vindt zij slechts in de aard korst plaats. De haard van de aardbeving ligt dus onder de aardoppervlakte, ver moedelijk meestal tusschen 0 en 50 K.M. diepte. In den laatsten tijd heeft de Ja panner Wadati echter gemeend diepe aard bevingshaarden (300500 K.M.) te hebben geconstateerd en onze landgenoot dr. S. W. Visser deelde in 1929 mede, dat de haarden van sommige aardbevingen op West-Java 320490 K.M. diep moeten lig gen. Vermoedelijk zijn- dat uitzonderingen, maar ze zijn geheel in overeenstemming met theoretische beschouwingen van den Eng eischen geophysicus Jeffreys. Het punt van de aardoppervlakte, dat vlak boven de haard ligt, wordt epicen trum genoemd en het lijkt, alsof van dat punt de trillingen zich over het geheele aardoppervlak voortplanten. De oorzaak der aardbevingen is dus vol strekt niet vulkanisch. Wel treden bij sterke vulkanische uitbarstingen zeer zwakke aardbevingen op, maar de sterke aardbevingen hangen steeds samen met bewegingen in de aardkorst, in laatste in stantie met gebergte-vormende processen. Bij het verschuiven van twee gedeelten van de aardkorst langs elkaar ontstaat op het breukvlak een wrijfspiegel met wrijfkras- sen. In zekeren zin is omgekeerd elke wrijfspiegel een versteende voorhistorische aardbeving. Uit een vergelijking van een kaart der epicentra in Ned. Indië met een kaart der in de laatste eeuw werkzame vulkanen volgt ten overvloede, dat beide gebieden elkaar niet dekken. De epicentra van de groote bevingen in Ned. Indië liggen voor vreemde vertooning, maar was ik de laat ste uren niet aan vreemde vertooningen ge woon geraakt Hoe het ook zij, wij bereik ten de hal zonder stoornis en nadat ik de knip van de deur zoo zacht mogelijk had afgeschoven, opende ik haar zoover, als noodig was, om mijn bezoekster door te la ten. Zoodra zij buiten was, volgde ik haar en sloot de deur achter mij. „Ik zal even vooruitloopen om een rij tuig voor U te halen", zei ik vriendelijk. Bij het schijnsel van de lantaarn, zag ik een uitdruking van geweldige vrees in haar oogen flitsen. „Neen, neen", fluisterde zij. „U moet op staanden voet terug gaanhet is gevaar lijk". „Ik ben het volkomen met U eens", zei ik. ,,'t Is vreeselijk gevaarlijk voor een jonge dame, om in dit nachtelijk uur alleen in Londen te loopen. Daarom ben ik voor nemens een rijtuig voor U te zoeken." Zij legde haastig haar hand op mijn arm. „Ik begrijp er niets van", sprak zij kla gend. „Het is alles zoo geheel anders, dan ik verwacht had, maar u! hoe zal Een geratel van wielen onderbrak haar en er verscheen een tamelijk onooglijk huurrijtuig om den hoek. Ik gaf den koet sier een teeken en hij stopte onmiddellijk. „Ziezoo nu zijn wij er", zei ik vriendelijk, „zoo is de zaak in orde." Eenigszins verbaasd, als naar adem snakkend, liet zij mijn arm los en keek ze nuwachtig heen en weer over den straat weg. Ik stapte vooruit bij het wiel, om haar kleeding te beschermen. Zij stapte in, ter wijl zij een nauw hoorbaar woord van dank fluisterde. Programma's voor Zaterdag 25 October. Huizen, 1875 M. Uitsluitend K. R. O.-uitzending. 8.009.15 Morgenconcert. 11.30 Godsdienstig halfuurtje door pas toor Perquin. 12.151.45 Concert. KRO.-Sextet. I.452.30 Gramofoon. 2.30—3.00 Vragenhalfuurtje voor de jeugd. 3.004.15 Kinderuurtje. 5.00 Gramofoon. 6.00 Sportpraatje door S. P. J. Borsten. 6.15 Journalistiek weekoverzicht door P. de Waart. 6.356.45 Gramofoon. 6.457.15 Esperantocursus. 7.15 J. Heffels: Kiesrecht. 8.0011.00 Concert. KRO.-orkes-t o. 1. v. Joh. Gerritsen. J. Buggenum, zanger. Inter nationale dansen. 9.30 Persberichten. II.0012.00 Gramofoon. H i 1 v e r s um 298 M. Uitsluitend V. A. R. A.-uitzending. (Behalve V.P.R.O. om 10 uur). 8.00 Orgelconcert door Joh. Jong. 9.00 Gramofoon. 10.00 V.P.R.O. Morgenwijding. 10.10 Voordracht. 10.30 Ziekenuurtje (zang, piano, voor dracht). 11.30 Gramofoon. 12.00 Concert. VARA.-Septet. 1.45 VARA.-liedjes voor kinderen. 2.45 Paedagogisch concert. Holl. kamer- muziekver. o. 1. v. P. Tiggers. 4.30 Duitsche les. 5.00 R. Landré: Ons huis een tehuis. 5.30 Voordracht door K. Bakker. 7.00 Voor de wisschers op zee (zang, toespraak en voordracht). 8.00 Bestuursmededeelingen door A. de Vries. 8/10 Toespraak door D. Zalm. 8.20 Concert door het VARA.-orkest o. 1. v. H. de Groot. 9.00 Hoorspel. 10.00 Persberichten. 10.10 VARA.-varia, het grootste gedeelte in zee. Dit kan wor den vastgesteld met behulp van gevoelige instrumenten (seismografen), die de tril ling van sterke aardbevingen over de ge heele aarde opteekenen. Uit de automa tisch geregistreerde aardbevingskromme (seismogram) kan de afstand van het in strument tot het epioentrum worden bere kend. Uit drie seismogrammen van drie verschillende stations kan de plaats van het epicentrum worden bepaald. Over de verspreiding der epicentra in Ned. Indië had men, voordat betrouwbare seismografen bestonden, een onjuiste voor stelling omdat de verspreiding der Euro peanen over de Archipel een even grooten invloedop de berichtgeving van aardbe vingen uitoefende als het optreden der aardbevingen zelf. De kaarten van Montessus de Ballore, die in 1906 het belangrijke werk „Géogra- phie seismologique" uitgaf, hebben voor Ned.-Indië nu slechts historische waarde. Voor andere gebieden der aarde, waar goe de seismografen nog ontbreken, blijft dat boek nog steeds een nuttig verzamelwerk. De aardbevingfrequentie is moeilijk vast te stellen. Zoolang slechts enkele goe de seismografen in Ned.-Indië zijn opge steld, worden slechts de sterke bevingen alle geregistreerd. De zwakke worden in h$t algemeen slechts door menschen ge voeld; maar het hangt van talrijke facto ren of, hoeveel hiervan bekend worden op het Observatorium. Van 1909 tot 1926 wer den per jaar 37 tot 71 aardbevingen door de seismografen opgeteekend. Het aantal herichten over aardbevingen schommelde in dien tijd tusschen 274 en 2759 per jaar, en deze hadden op 156 tot 616 aardbevin gen per jaar betrekking. Gemiddeld traden in Ned.-Indië in die jaren 450 bevingen per jaar op, dus meer dan één per dag. In „Goeden avond", zei ik en stak haar mijn hand toe. „Ik zal weg gaan, om U in de gelegen heid te stellen, den koetsier uw adres op te geven." Zij wachtte een oogenblik en boog toen met haastig gebaar voorover, waarna zij haar hand in de mijne legde. „Goeden avond", sprak zij zacht. „Ik voelde den zachten druk van haar vingers, dezelfde zachte tengere vingers, die bijna mijn levensdraad hadden afgesne den en een eigenaardige trilling van vol doening beroerde plotseling mijn hart. Nadat ik haar hand had losgelaten, deed ik eenige passen achterwaarts, tot ik op het trottoir stond. Ik zag den koetsier, die zijn zweep in de hoogte hief en om laag boog, om van haar het adres te verne men. Toen deed hij zijn paard omzwenken en reed in matigen draf in de richting van Oxfordstreet. „Dus hier", zei ik tot mijzelf, „eindigt mijn eerste les." Terwijl deze woorden zich van mijn hersens naar mijn keel overplantten, trok iets aan de overzijde van de straat mijn aandacht. Er stond daar een heestergroep aan de binnenzijde van het hekwerk in het park, vlak tegenover mij en in de diepe schaduw dicht bij den grond, had ik iets zien bewegen; daar had ik op durven zwe ren. Ik moet op dat oogenblik mijn zenuwen slecht onder bedwang gehad hebben, want ik deed onmiddellijk een paar sprongen in die richting. Gelukkig bedwong ik mij nog intijds. Ik nam een sigaret uit mijn koker, stak hem bedaard op, en ging toen op mijn gemak en met een air van deftigheid de steenen trap op. Daar haalde ik mijn huis- 10.20 Populair concert door het VARA.- orkest o. 1. v. H. de Groot. 11.15 Bij de Pomp. 11.3012.00 Gramofoon. Brussel, 508.5 M. 5.20 Kamermuziek. 6.55 Gramofoonpl. 8.35 Concert. Orkest en solisten. Russi sche muziek. 8.35 (338.2 M.) Concert georganiseerd door de Sarov. Daven try, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. I.202.20 Orkestconcert. 3.55 Berichten. 4.00 Sportverslag. 5.05 Orgelspel door R. New. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Liederen door E. Coleman. 6.35 Nieuwsberichten. 7.00 Sportberichten. 7.05 Zang door F. Phillips en A. Fili- pova. 7.20 Lezingen. 8.05 Concert. Kwintet H. Thorpe (tenor). 9.20 Berichten. 9.35 Berichten en lezing. 9.55 Dansmuziek. 10.20 Fragmenten uit „Chariot's Masque rade". Intermezzo. Üansmuziek. II.3512.20 Dansmuziek. „R a d o-P a r i s", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. 9.05 Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramofoonpl. 9.35—10.05 Gramofoonpl. 11.30 Gramofoonpl. 12.251.50 Orkestconcert en klarinet. 4.505.50 Concert. Orkest en sopraan. 7.20 Vroolijke avond. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M- 11.20—1.20 Orkestconcert. 2.20 Kinderuurtje. 2.504.50 Orkestconcert en vioolsoli. 7.208.20 Orkestconcert. 8.45—9.05 Piano-soli. 9.20—9.40 Zang. 9.40—10.05 Cello-soli. 10.0511.35 Dansmuziek. Dr. H.NAty Ning's EETLUST-OPWEKKbW e i.3o p fi. 1908 verzamelde het internationale aard bevingsbureau in Straatsburg berichten over 4880 aardbevingen of 13 a 14 per dag. Aardbeving-katastrophes kunnen zeer verschillend zijn. Wanneer de primaire verschuiving de aardoppervlakte bereikt, breekt natuurlijk alles, wat op het breuk vlak staat: gasbuizen (brand), waterleidin gen (geen bluschwater) (San Francisco 1906). Door de bodemtrilling, de eigenlijke aardbeving, scheuren en breken huizen, waarbij de bouwwijze en het bouwmate riaal een belangrijken invloed uitoefenen. Metselwerk is zeer slecht tegen aardbevin gen bestand, houtcontructies zijn veel elas tischer maar brandgevaarlijk, het beste zijn goede gewapend-beton-construc'.ies. In lossen bodem treden door de trillin gen blijvende veranderingen op. Er ont staan open spleten, vooral evenwijdig aan een dal of kust, en aardschuivingen. Bij de aardbeving van Wonosobo in 1924 stort ten halve kampongs met aardschuiviugen naar beneden en werden andere kampongs door aardschuivingen bedolven; rivieren werden door aardschuivingen verstopt cn de doorbraken veroorzaakten weer over stroomingen met modderwater (lahars). Zeebevingen, d.w.z. aardbevingen, waarvan het epicentrum in zee ligt, veroorzaken golven (Japansch tsunami's), die echter in Ned. Indië in de laatste tientallen jaren geen groote verwoestingen hebben aange richt. Deze voordracht werd door wandplaten en lantaarnplaatjes geïllustreerd. sleutel uit mijn zak, draaide rustig het slot om en trad binnen. Al dien tijd had ik het- afschuwelijke voorgevoel, dat in het vol gende oogenblik een kogel mijn achter hoofd zou doorboren, doch zooals het met de meeste voorgevoelens gaat, ze worden nooit verwezenlijkt. Er kwam echter een gevoel van geweldige opluchting over mij, toen ik de deur op slot deed, en de gren dels boven en onder op hun plaats schoof. Toen ik mijn studeerkamer bereikte, was het eerste wat ik deed, mij een flinken sterken sodabrandy inschenken. Ik had er groote behoefte aan. „Als dit spelletje zoo drie weken moet duren", overpeinsde ik, „zal ik waarschijn lijk rijp zijn voor een asyl voor drankzuch tigen." De opwekkende geur van mijn sigaret bracht mijn natuurlijke gedachtengang weer in werking. Per slot van rekening was ik nog in leven, en blijkbaar niet her kend, hetgeen eigenlijk toch een stand van zaken was, zoo gunstig, als ik met eenig recht maar mocht verwachten. Northcote had echter oprecht gesproken, toen hij zijn aanbod beschreef als een, waarop maar weinig mededingers zouden ingaan, indien hun de waarheid bekend was geweest. Aangenomen, dat de ondervinding van den eersten avond een duidelijk beeld gaf, van hetgeen mij te wachten stond, sche nen mijne kansen om het leven er niet bij in te schieten, uiterst gering. Indien Mer- cia een man geweest was, zou ik op dit oogenblik zonder eenigen twijfel 'n lijk ge weest zijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9