HOtLANDSCH ZWITSERSCHE/REEPEN BINNENLAND ONDERWIJS De Man van Nergenshuizen DE LEIDSCHE COURANT DONDERDAG 16 OCTOBER 1930 JUVENAAT IN HET BISDOM HAARLEM. Jaarvergadering te Rotterdam. Onder presidium van Deken J. M. Lu- cassen heeft heb Juvenaat in heb Bisdom Haarlem gisteren te Botterdam in heb ge bouw der St. Jozef gezellen-Vereeniging zijn algemeene jaarvergadering gehouden. Alvorens tot de behandeling van do agendapunten over te gaan wijdde de voor zitter een eerbiedig in memoriam aan de nagedachtenis van Mgr. van Stee, de stuw kracht in het werk van de Katholieke schoolvrije jeugd in ons Bisdom. Aan de orde werd hierna gesteld het jaarrapport. Uit het verslag van den penningmees ter bleek een batig saldo van plus minus 3300 gulden. In behandeling werden dan gebracht de ingekomen voorstellen. Het voorstel van den Distrietsbond Haarlem, om met de pa tronaatsjongens een reis naar Rome te maken, vond na het praeadvies van het hoofdbestuur, dat, van paedagogisch stand punt gezien, het Juvenaat niet het aange wezen lichaam lijkt om deze zaak aan te vatten, geen instemming van de vergade ring. Op het voorstel van den Distrietsbond Gouda luidende: het Juvenaatsbestuur stelle met den meesten spoed pogingen in het werk, teneinde te geraken tot een be tere regeling van de financieele verhou ding tusschen kerkbesturen en patronaats- besburen, bestaande in een vaste toelage, per beschermeling door de eersten per jaar te verstrekken aan de laat sten, ant woordde de voorzitter, dat het hoofdbe stuur dit voorstel bij den Bisschop aanhan gig zal maken en zooveel mogelijk zal steu nen. Op de vragen van West-Friesland: als de godsdienstige vereeniging den grondslag en het uitgangspunt vormt van het jeugd werk, welke wordt dan de functie van <h«t patronaat in het jeugdwerk en welke is cie verhouding van den Patronaatsdistricts- bond tot den Dekenalen Jeugdraad, werd in het praeadvies van het hoofdbestuur heb volgende antwoord gegeven. De godsdienstige geest, ontleend aan de Congregatie, doordrenkt het geheele jeugd werk. Aldus is hier aanwezig de ideëelc basis. Verder vormen de clubs uit de Con gregatie ontstaan, als zijnde de geheele vrije jeugd vorming, het Patronaat in de parochie. De verhouding van den distrietsbond tot den Dekenalen Jeugdraad is zoodanig, dat de eerste moet beschouwd woorden als een onderdeel van de tweede, waarin hij ook is vertegenwoordigd. Bovendien is de Distrietsbond op zijn terrein de practische werkcommissie en geeft de Dekenale Jeugd*- ra-ad slechts advies of heeft een taak van initiatief of leiding etc. in 't algemeen ge zegd: van bevorderen. De actie der Dis trictsbonden moet dus door de nieuwe or ganisatie geen belemmering ondervinden, maar integendeel worden bevorderd. De periodiek aftredende bestuursleden, pater A. C. Went en de heer A. Backhuys, werden bij acclamatie herkozen. Hierna volgde schorsing der vergade ring. Besloten werd met algemeene stemmen, ieder jaar op één zelfden dag in het ge heele district een jeugddemonstratie te houden. Mien stelde zich voor dit te doen op den derden Zondag in de maand Mei. Voor 1931 dus op den I7den Mei. In bespreking «werd gebracht de verhou ding van het R..-K. Juvenaat tot de R.K. Verkenners en de actie voor de vakorga nisatie. Wat betreft het eerste, deelde de voorzitter mede, dat tussohen patronaten en Verkenners een beslist nauw contact moet bestaan. De Verkenners moeben even goed een club van het patronaat vormen en zij staan dus onder de patronaatscommissie. Met behoud dus van hun plaats in het pa tronaat zooals trouwens alle andere sportvex-eenigingen kunnen zij zich na tuurlijk vrijelijk vereenigen in plaatselijke en diocesane Verkennersvereenigingen. Besloten werd in dezen met de leiders en de bestuurderen der Verkenners in overleg te treden. Met betrekking tot de actie voor de Vak organisatie werd gewezen op de groote moeilijkheid van de contributie. Voorge steld werd en de vergadering kon er zich mede vereenigen, dat tot den Diocesanen Jeugdraad het verzoek zal worden gericht, stappen te doen de hooge financieele of fers zooveel mogelijk over beide partijen te verdeelen. Mededeeling werd gedaan, dat ge tracht zal worden nog dit jaar een twee- daagschen jeugdleiderscursus te geven, na melijk op 27 en 2S December. De weleerw. heer jW. van Alphen, kape laan te Gouda, heeft hierna gesproken over de waarde van het algemeene Patro- naalsprogx-am voor de jeugdbeweging. Dr. G. O. Lap uit Rotterdam, 'heeft ver- volgens een propagandistisch woord gespro ken voor de E.H.B.O. een ongetwijfeld nuttige en heilzame instelling, waar vooral de jeugdleiders iets kunnen leeren, dat van pas kan komen bij het practisch optre den. Besloten werd de volgende jaarverga dering te 's-Gravenhage te houden. Bij de rondvraag werd medegedeeld, dat de „naamswijziging van patronaat" ernstig in studie wo/dt genomen. „Msbd." NIJMEEGSCHE UNIVERSITEIT. Ambts-aanvaarding Lector W. Doyle-Davidson. De nieuw benoemde Lector in de Engel sche Philologie aan de Katttfolieke Uni versiteit te Nijmegen, Walter Alfred Geor ge Doyie-Davidson, opende gistermiddag om drie uur in de Aula Minor van het Uni versiteitsgebouw zijn ooileges met een openbare voordracht in de Engelsche taal over „Een nieuw Hoofdstuk in de Geschie denis van het Engelsche Proza". HET CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE. Geen accoord bereikt. „Verdere onderhandelingen nutteloos". Door de partijen in de typografie is Dinsdag en gistellen vergaderd, om te trachten tot overeenstemming te komen betreffende een nieüw collectief arbeids contract. Deze overeenstemming, zoo deelde men ons van werkgeverszijde mede, is niet bereikt. De patroons boden aan een loonsverhoo- ging van drie cent per uur, geleidelijk in te voeren. De werknemers handhaafden echter hun eisch van vijf cent per uur, eveneens geleidelijk in te voeren. Daar de patroonsdelegatie, die aanvan kelijk op het standpunt stond, dat in de huidige omstandigheden geen loonsverhoo- ging mogelijk was, ter wille van het be houd der samenwerking, dit uiterste voor stel van drie cent per uur had gedaan en de werknemers dit aanbod onaannemelijk achtten, moest de voorzitter ten slotte wel de conclusie trekken, dab verder onderhan delen nutteloos was en heeft de patroons delegatie der onderhandelingencommissie haar mandaat ter beschikking gesteld van het Algemeen Hoofdbestuur der Federatie. Heb „Volk" van gisteravond heeft een lang interview met B. Ponstein, hoofdbe stuurslid van den Algemeenen Nederland- schen Typografenbond, gehad. De eisch der arbeiders van drie centen vei'hooging van het uurloon voor Amsterdam en drie cen ten voor de andere gemeenten, wordt daar in natuurlijk niet alleen verdedigd, maar ook in overeenstemming genoemd met den tegenwoordigen economische situatie en met den bedrijfstoestand. Wij zullen nog wel gelegenheid hebben op al deze kwesties terug te komen. Voorloopig nemen wij slechts de verklaring over van den heer Ponstein over de houding, welke de lei ders der arbeiders tegenover een moge lijke bemiddeling aannemen: De Rijksbemiddelaar, mr. S. de Vrie^ heeft aldus de geïnterviewde in veel band met het dreigende conflict inlichtin gen gevraagd. De samenwerkende arbei dersorganisaties zijn van meening, dat het voorbai'ig is, wanneer een derde zich nu met het conflict bemoeit. Bovendien ge- looven zij, dat, indien de beide partijen niet tot overeenstemming kunnen komen, het aan een derde zeker niet zal gelukken hen tot elkaar te bi-engen. Het slot van het interview wijst op den ernst der situatie: Het gesprek vervolgend, wees "Ponstein er op, dat in het verleden nog nimmer een zoo omvangrijk conflict in de typografie is voorgekomen als nu dreigt. „Wij zijn ons er ook van bewust van hoe diep ingrijpende beteekenis een algemeene bedrijfsstoring is. Wij zijn er dan ook geenszins belust op, maar blijkt het noodzakelijk, doordat de werkgevers zelfs onze bescheiden eiscTien niet wenschen in te willigen, dan fcullen wij er niet voor terugdeinzen. En indien het parool tot staken wordt uitgegeven door de gezamenlijke besturen, heb ik het vaste vertrouwen, dat onze goed gedisci plineerde troep dat parool trouw ziad vol gen". DE NACHTTREINEN. Het aantal reizigers. Er is blijkbaar toch vrij groote liefheb berij voor het reizen met de nachttreinen in ons land. Ziehier de cijfers van het per sonenvervoer gedurende de eersle week: Van Rotterdam en Amsterdam naar Groningen In den nacht van le kl. 2c kl. 3e kl. 67 October 0 2 10 7—8 0 6 4 8—9 2 4 13 9—10 0 8 7 10—11 ..5 5 12 11—12 0 0 0 Van Rotterdam en Amsterdam naar Maastricht: In den nacht van 67 October 7—8 9—9 9—10 10—11 11—12 Een commissie, die zich overcompleet achtte. De commissie van toezicht op het Lager Onderwijs te Bloemendaal diende dezer da gen en bloc haar ontslag in. Aangezien in een tijdpei-k van drie jaren geen enkele maal haar advies werd gevraagd, meende de commissie in den geest van den raad te handelen, die op haar adviezen blijkbaar geen prijs meer stelde, haar ontslag in te dienen. Bord en krijt. De Inspecteur van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid voor kinderen, Dr. Putto, heeft het oordeel van de hooglee raren in de oogheelkunde ingewonnen over de vraag, of de door hem in verschil lende scholen aangetroffen groene school borden, waarop met geel krijt werd ge schreven, aanbevelenswaardig waren. De uitslag dezer enquête is opgenomen in het jaarverslag betreffende de Volks gezondheid, waar men ziet, dat 't oordeel der professoren gelijkluidend is: allen keu ren groen bord met geel krijt af, de een wat beslit8er, wat scherper dan de ander, maar allen prefereerden de oude combina tie: wit krijt en een zwart schrijfvlak, om dat mij bij deze laatste combinatie de e:i het grootste contrast verkrijgt. Het waren de professoren H. Snellen, H. Weve, G. F. Rochat en v. d. Hoeven, die hier aan 't woord waren en hun ziens wijze toelichtten. Men ziet dus, alle verandering nog geen verbetering. Het oude zwart-op-wit of omgekeerd wit-op-zwart wint het van de nieuw uit gevonden kleurencombinatie. De Inspecteur Dr. Putto verzocht den minister van arbeid, onder wien dezen tak van dienst ressorteert, zijn rapport door te willen zenden aan den minister van onderwijs, wijl deze daarin wellicht aan leiding zou kunnen vinden de hoofdinspec teurs van het L. O. om hun medewerking te vragen, opdat in de scholen dofzwarte borden en wit krijt worden gebruikt, als zijne volgens de deskundigen de meest ge- wenschte kleurencombinaties. De hoofdinspecteurs hebben daarop de kwestie besproken met de inspecteurs en schoolopzieners, waarbij o.a. bleek, dat de invoering hier en daar van geel krijt 't resultaat is dér reclame van een krijt- fabriek. De hoofdinspecteur rapporteerde den minister, dat 't wenschelijk wordt ge acht de groene borden geleidelijk weer door dofzwarte te vervangen, waartoe het rijksschooltpezicht gaarne zijn medewerking zal verleenen. De gemeente- en schoolbesturen zijn echer vrij in de keuze van de aan te schaf fen leei-middelen en schoolbehoeflen. Men kan er nochtans zeker van zijn, dat geen gemeente- en schoolbestuur, nu de des kundigen eenparig de nieuwigheid veroor deeld hebben, veel bezwaar maken zal om weer tot de beproefde**oude combinatie zwart-wit terug te keeren. Het welzijn der kinderen gaat bovenal. De groene borden met het gele krijt zullen dus wel spoedig weer van 't schooltooneel verdwenen zijn. Het oude zwart-wit her neemt er in onaantastbare positie weer de alleenheerschappij. Schoolbesturen en hoofden van scholen weten 't nu: niet 't nieuwe groen-geel, maar nog altijd het an tieke zwart-wit. DERDE BLAD „PAG. 9 UIT DE RADIO-WERELD Prgramma's voor Vrijdag 17 Oct Huizen, 1875 M. (Uitsl. N. C. R. V. uitz.). 8.15 Concert. 10.30—10.50 Ziekendienst. 11.0012.30 Gramofoonplaten. 12.302.00 Concert. 2.003.30 Gramofoonplaten. 3.505.00 Concert. 5.005.15 Gramofoonplaten. 5.156.15 Orgelconcert door B. de Bruin 6.156.45 Bezoek van den Radio-dokter. 6.457.15 Engelsche les. 7.157.45 A. J. Herwig: „Kunstmest in den tuin." 7.458.00 Politieberichten. 8.009.00 Concert. Arnhemsche Orkest Vereeniging. 9.009.30 Mr. N. G. Veldhoen: „Naar Rome!". 9.3010.00 Vervolg concert. 10.0010.10 Persberichten. 10.1011.30 Vroolijk allerlei (Gramofoon platen). Hilversum 1071 M. Vóór 6 uur 298 M. 8.00 V. A. R. A. Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding (V. P. R. O.) 10.15 Voordracht door Johanna Opdam. 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gramofoonplaten. 12.00 A. V. R. O. Tijdsein. 12.012.00 A. V. R. O.-Concert. Omroep orkest. Suze Luger (zang). 2.052.30 A. V. R. O. Schooluitz. 2.303.00 A. V. R. O. Gramofoonplaten. 3.00—1.00 A. V. R. O. Concert. A. V. R. O.Kwintet. 4.00 V. A. R. A.-uitzending. 8.01 V. P. R. O.-uitzending. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 12.20 Concert. 12.50 Orgelspel. I.50 Gramofoonplaten. 2.50 Uitzending voor scholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing en Nieuwsberichten. 6.50 Koersen en Lezing. 7.00 Pianospel door V. Mc. Lean. 7.20 Lezingen. 8.05 Pianospel door S. Wearing. 8.20 „Madame Butterfly". Eerste bedrijf. 9.20 Nieuwsbei'ichten en Koersen. 9.55 „Madame Butterfly". Tweede en derde bedrijf. „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 12.50 Gramofoonplaten. 4.05 Orkestconcert en soli. 9.05 „Tristan en Isolde" van Rich Wag ner. L a n g e n b e r g, 473 M. 6.207.20 Gi'amofoonplaten. 9.3510.35 Gramofoonplaten. II.30 Gramofoonplaten. 12.25—1.50 Concert. 4.505.50 Orkestconcort. 7.20—8.05 Orkestconcert. S.10 „Ein Mann erklart einer Fliege der Krieg". Hoorspel van W. Schmidtboini. Muziek van G. Ivneip. Daarna lot 11.20: Dansmuziek. Zeesen, 1635 M. 3.504.50 Orkestconcert. 4.507.15 Lezingen en lessen, fluit en alt. 7.50 „Der lustige Krieg", operette van J. Strauss. 9.05 Moderne muziek voor hobo en piano. Daarna concert door J. Einödshofer en zijn oi-kest. Kalundborg. 1153 M. 11.201.20 Orkestconcert. 2.204.20 Orkestconcert en zang. 7.357.55 Cenxbalo-soli door F. Jensen. 7.559.25 „Morbus Tellennann". Drama in 5 bedrijven van Helge Rode. 9.4510.20 Mandoline-concert. Brussel, 508.5 M. 5.20 Kamermuziek. 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Fragmenten u. d. Op. „Rigoletto" van Verdi. 8.35 (338.2 M.) Concert georganiseerd door de SAROV. le kl. 2e kl. 3e kl. 0 2 2 1 3 7 3 6 12 1 9 18 0 5 3 FEUILLETON door VICTOR BRIDGES Vertaling van F. van Velsen. 2) Ik slenterde zeer langzaam voort, met de twee goudstukken van Billy, die in mijn zak rinkelden en peinsde op mijn gemak over mijn eigen aangelegenheden. Vier maanden geleden had ik Boliva met opgewektheid verlaten, in de veronderstel ling, dat ik voor het eerst in miin leven eens kans zou krijgen, om geld te verdie nen. Dat ik goud had gevonden en wel in zoo belangrijke hoeveelheid, dat de exploi tatie zeer winstgevend moest zijn, daaraan viel niet te twijfelen en ik was bezield met een groot vertrouwen, dat ik te Londen voldoende kapitaal bij elkaar zou krijgen, om de zaak grondig te exploiteeren. Ik kende de autoriteiten in Bolivia voldoende, om zeker te zijn, dat 'n staatsconcessie al leen maar door een edelmoedige omkooperij to verkrijgen was. Zeven k acht weken verblijf in Engeland waren voldoende geweest, om al mijn hoop den bodem in te slaan. Ik veronderstel, 'dat Engelsche zakenlui van nature voor zichtig zijn om daarom van een vreemde ling alle mogelijke officieele inlichtingen betreffende zijn verleden verlangen, alvo rens zij aan zijn beweringen eenige waarde hechten. Nu, mijn verleden, hoe interessant ook voor mijzelf, was van een te veel be wogen aard geweest., om vertrouwen in te boezemen bij kapitalisten, wier levenskrin getje zich niet verder uitstrekte dan Lorn- baidstreeet en laten wij zeggen, Mai denhead. Hoe het ook zijmijn reis was een mis lukking en zooals ik Billy had verteld, wa ren mijn middelen tot den laat sten pen ning uitgeput, zonder dat ik een stap ver der was gekomen, dan toen ik begonnen was. Ik was over de mislukking niet ver drietig. Mijn rusteloos leven had mij zeer ongeschikt gemaakt voor de eentonige eerbiedwaardigheden van Londen en ik was begonnen de straten, de menschen en werkelijk alles om mij heen met een vree- selijken steeds aangroeiende weerzin te beschouwen, 't Is waar, dat New-York even onaangenaam of misschien nog ei'ger zou zijn, maar ik had geen plan, om lang in die hel van oorverdoovend geraas te blij»- ven. In de eerste plaats zouden mijn geld middelen het niet veroorloofd hebben en bovendien begon mij die woeste jacht naar weelde te hinderen. Als ik binnen enkele dagen een sympathiek kapitalist zou vin den, nu dan was het goed anders zou ik mijn hoofd niet verder over de zaak bre ken. Laat het goud dan maar liggen waar het is, tot een reiziger het vindt, die beter in staat is dan ik, om het te exploiteeren. Het leven is ten slotte toch hoofdzaak en ik was niet voornemens mijn tijd te ver knoeien met wachten voor kantoordeuren, conferenties te houden -met rijke, welge dane heeren in rok, terwijl de geheele we reld met al haar vroolijkheid en avonturen voor mij lag. Toen ik onder een lantaarn stilhield en over den kaaimuur le unde, staarde ik naai de lichten van een kleine stoomboot, die snel de Theems afvoM'. Er maakte zich een wild verlangen van nnij meester, om deze verstikkende atmosfner van zoogenaamde beschaving te ontvluchten. Het scheen mij toe, of ik den smaal: van het zoute zeewa ter op mijn lippen p roefde en wederom den warmen zachten a-c'l/emtocht van do open Pampas rook. Mijn hart sloeg sneller en harder en onwillekeurig neuriede ik een ÏÏè- kend Zuid-Amerikwansch liedje van zee en zon en vlakten en avontui-en. Ja, dat was het, waaraan ik behoefte had en bovenal het ruwe leven met zijn vroo- lijkheid en zorgen, ver weg van deze adem benemende straton, waar het menschen- hart ingebeeld en kouder woi-dt. Ik trok mijn armen teru|* en haalde diep adem. „Mijn Godmompelde ik half luid, „ik heb hier voor ai!tijd genoeg van!" „Ik feliciteer *u", klonk een stem. II. Ik heb mijn zenuwen tamelijk goed on der bedwang, inaar ik moet eerlijk beken nen, dat ik bij dat onverwachte antwoord een schok kreeg Toen ik mij omdraaide stond ik tegenover een groot, breedgeschou derd man, zijn! avondcostuum half zicht baar onder een lange, gele overjas. Een oogenblik kwanx zijn voorkomen mij eigen aardig bekend, voor en ik staarde hem ver baasd aan, teirwijl ik mij trachtte te her inneren, waar ik hem al meer gezien kon hebben. Toen. opeens drong de werkelijk heid in haar rolle klaai'heid tot mij door. „Allemachtig zei ik, „is U een spiegel Behalve zijn kleeding was de man mijn volmaakt evenbeeld Hij glimlachte op eigenaardige wijze alleen maar door een licht krullen van zijn lippen, doch de koude blauwe oogen, die elk détail van mij in zich opnamen, ver helderden of verwijdden zich niet. „Een hoogst merkwaardige gelijkenis", sprak hij rustig„ik wist niet, dat ik er zoo goed uitzag." Ik maakte een buiging. „En ik heb nooit geweten, dat ik zoo kourig gekleed was", antwoordde ik op half schertsenden toon. „Zelfs onze stemmen", mompelde hij. „Wie was die gek, die durfde beweren, dat er geen mirakelen meer gebeuren?" Ik schudde mijn hoofd. „De gelijkenis schijnt ook in wederzijdsche onbekendheid te bestaan", zei ik. Er volgde eenige oogenblikken van stil te, gedurende welke wij elkaar met dezelf de openhartige nieuwsgierigheid en belang stelling opnamen. Toen haalde hij een fijn gouden kaartjesétui uit zijn zak. „Mijn naam is Stuart Northcole mis schien heeft u dien wel eens meer gehoord", sprak hij, terwijl hij mij een kaartje over handigde. Ik geloof niet, dat ik mijn verrassing deed blijken, ofschoon de hemel weet, hoe groot die was. Evenals bijna iedereen in Londen, had ik natuurlijk van Stuart North- cote gehoord. Trouwens ik zou dat moei- lijk hebben kunnen ontkennen, aangezien alle kranten vol gestaan hadden van zijn weelde en rijkdom, sinds hij op geheimzin- nige wijze in het begin van het „season" als uit de lucht was komen vallen en het paleis van Lord Lammerfield in Park-Lane had gehuurd. Ik nam echter zijn kaartje zon der eenig blijk van emotie aan, alsof het ontmoeten van millionnairs dagelijksch werk voor mij was. „Mijn eigen naam is John Burton", zei ik. „Een visitekaartje behoort op het oogen blik niet tot mijn inventaris." Hij boog. „Nu mijnheer, Burton", begon hij, als met zichzelf overleggend, „aange zien het toeval ons op deze wijze bij elkaar heeft gebracht, zou het jammer zijn als wij niet nader met elkaar kennis maakten. Als u niet gepresseerd is, hij hield even op zou u mij misschien wel het genoegen willen doen met mij te gaan soupeeren." Ik weet niet, wat het was ik denk iets in zijn stem maar hoe het ook zij het klonk mij of hij vreeselijk verlangend was, dat ik zijn uitnoodiging zou aanne men. „Ik wilde hem echter op den proef stel len. ,,'t Is zeer vriendelijk van u", zei ik- met een glimlachje, „haar ik heb zoo juist ge dineerd." Hij weerde mijn bezwaar met een hand beweging af. „Nu een flesch wijn dan. Ten slotte ontmoet men toch niet iederen dag zijn dubbelganger." Hij wenkte een juist voorbijrijdende taxi. Toen het. voertuig naar ons omzwenk'e schoot een der menschelijke wi-akken op uó' taxi toe, alsof hij de deur voor ons wilde openen. Ik keek juist op dat oogenblik naar Northcote en ik stond verbaasd van de ploselinge verandering welke bij hem plaats greep. Hij zag er uit als iemand, wien een vreeselijk gevaar boven het. hoofd hangt. Bliksemsnel gleed zijn hand in zijn zijzak met een gebaar, dat aan duidelijk heid niets te wenschen overliet. „Pak je weg", zei hij ruw. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9