ZATERDAG 11 OCTOBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien uagen. Brieven, vragen en mededeelingen te richten aan één der redactieleden: Mejuffrouw Jo van der Laan, ftijnsburgerweg 20, Leiden; Zr. L van den Abeelen, Willem de Zwijger- laan 25, Oegstgeest; Mevr. FehmersBoer Knottnerus, Warmonderweg 37 ZATERDAG 11 0T0BER 1930. Feest dag van St. Gommarus. Sinds 815 eert Lier St. Gommarus als stadspatroon. De Collegiale St. Gommaruskerk getitigt van de groote liefde, die de Lierenaren bun Heilige toedragen. Wij staan niet geheel onbekend tegenover Lier, want door de boeken van Felix Timmermans hebben wij he oude stadje aan de Nethe leeren lief hebben, en daardoor ook St. Gommarus, want Lier en zijn Heilige is één. OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. Christus Koningschap. Zondag 26 Oc tober a.s. is de dag van Christus' Ko ningschap. Elk Katholiek tooit zich op dien dag met het insigne te Zijner eer, wil zich althans op dien dag met dit insigne tooien. Aan den U.K. Vrouwenbond is de taak om een ieder in de gelegenheid te slellen dit te kunnen doen. Zijn er nog jongedames, die er een eer in stellen om op dien dag bloempjes aan de uitgangen der kerken te verkoopen? Verleden jaar hoorden wij van meerdere zijden: „O, dat had ik nu ook zoo graag gedaan!" En dat is 't nu juist! Wij weten dit niet. Wanneer we het wisten, zouden wij die dames graag in de gelegenheid stellen om mede bloempjes te verkoopen. Hoe meer, hoe liever. Geef u daarom spoe dig op bij mevr. Manders-Vermeulen, Oegstgeesterlaan 12, tel. 292, en houd Za terdagmiddag 25 October vrij om de bloempjes te haren huize in ontvangst te komen nemen en le werkverdeeling te ko men bespreken. Helpt allen Zondag 26 October mede! Ge helpt daardoor tevens nog mede aan het „Rustfonds", dat beoogt aan onze rust- behoevende vrouwen bij ziekte of zwakte de noodige rust te verschaffen. „Katholieke Vrouw". De „Katholieke Vrouw" is ia een nieuwen vorm versche nen. Wij bevelen u dit weekblad, waarvan de abonnementsprijs 2.75 per halfjaar be draagt en dat het officieele orgaan van de federatie van R. K. Vrouwenbonden in Nederland is, ten zeerste aan. Door een onzer leden is 10 gestort, waaruit voor vier leden, welke den abon nementsprijs te bezwarend voor zich vin den, gedurende een jaar voor de helft kan worden tegemoet gekomen. Het bestuur bedankt bij dezen de goede geefster, welke hierdoor getoond heeft niet alleen een goed bondslid te zijn, maar ook een ijverige propagandiste voor onzen Vrouwenbond. Missiebusje. De collecte in. dit busje bracht op onze laatste vergadering 4.92 op. Eigen-gebouw-fonds. Op onze eerst volgende vergadering zal de bus voor ons eigen-gebouw-fonds rondgaan. De leden zullen dit met genoegen vernemen om deze bus eens extra te kunnen bedenken. Wij weten, dat dit fonds al onzen leden zeer sympathiek is. Op onze vorige vergadering brachten eenige leden eigener beweging een offertje voor dit fonds aan de be stuurstafel. Wij stellen dit buitengewoon op prijs. Verbandcursus en cursus voor huisver- pleging. De vervolgcursus op den ver bandcursus vangt Vrijdag, 31 October a.s. ten 8 uur 's avonds aan in het gebouw der R. K. Vakschool Noordeinde 50 en duurt tot in Januari. Onmiddellijk daaraan sluit de cursus voor huisverpleging. De cursussen kosten elk afzonderlijk 2, de beide cursussen te zamen 3. Een nieuwe verbandcursus is niet begon nen wegens te weinig deelname. Kookdemonstraties. Zijn er nog leden, welke deel willen nemen aan de kookde monstraties der Gasfabriek, dan moeten deze zich zoo spoedig mogelijk opgeven bij mevr. Manders, Oegstgeesterlaan 12, tel. 292. Het eerste clubje is bijna voltallig. „HULP IN DE HUISHOUDING EN BABY". Onderafd. R. K. Vrouwenbond. Ik hoor u al zeggen: „Hé in langen tijd niets van gehoord". Laat ik u daarop even antwoorden: „dat komt, omdat deze vereeniging in alle stilte haar weldaden bewijzen kan, ten minste, zoolang haar kas gevuld is". Charitatief-werk is prachtwerk, zegenrijk werk maar ook.... duur werk, daarom moeten wij zoo van tijd tot tijd iets van ons laten hooren. Als met Nieuwjaar 't jaarverslag in de rubriek komt, kunt u daaruit lezen welk goed en mooi werk door onze vereeniging verricht wordt, niet alleen op lichamelijk, maar ook op geestelijk gebied. U dit klaar voor oogen te stellen is 't werk van onze secretaresse, maar tc zorgen, dat de wer ken van liefdadigheid uitgevoerd kunnen worden is 't werk van de penningmeeste res, do vrouw van 7t geld en daarom zult u wel kunnen begrijpen dat ik, die deze functie bekleed, wel eens met mijn handen in 't haar zit, als er om geld gevraagd wordt. Doch treuren doe ik daar niet om, want ik weet te goed, zoo gauw ik een beroep doe op uw aller hulp, gij mij gaarne wilt Toen mij dan ook op de laatste maand vergadering gevraagd werd. naar den toe stand der kas en ik moest antwoorden „de bodem is bijna te zien", ontstond er een groote stilte onder de aanwezige da mes, ieder dacht zoo in zich zelf: „hoe zul len we dan aan alle aanvragen kunnen voldoen? Hoe komen we aan geld?" Ver schillende plannen werden voorgesteld en gekozen werden „een verloting en een „middag- en avond-kermis"! Leest u dit laatste eens voor aan uwe meisjes en jongens en ik weet zeker dat er een „hoera" zal opgaan. Met de loterij zal spoedig een aanvang gemaakt worden. De hoofdprijzen zijn er al, prachtige hoor, voor dames, heeren en kinderen (verder mag ik niets verklappen). De kleinere prijzen moeten nog' bij elkaar worden gevraagd, m'n eerste bede om hulp is dus: „helpt allen daaraan mede, door iets te maken of te. sturen, alles is welkom". Mijn smeeken zal niet zijn als een roepende in de woestijn, maar de geschenken, groot en klein, zullen toestroomen op No. 76 Hooge Rijndijk en bij onze 2de penning meesteres mevrouw Simonis, Haarlem merstraat 138. De middag- en avondkermis. Deze zal waarschijnlijk zijn in 't laatst van November, dan is 't plezier, dat men in de zomervacantie gehad heeft op den achtergrond gekomen, want nu zoo kort voor den Advent beginnen ouders- en kin derharten te trekken naar den kleinen ar men Koning, die weldra geboren zal wor den in Bethlehems stal, die armoede en koude heeft willen lijden voor ons allen maar toch 't meest voor Z'u kleine vriend jes, de kindertjes der armen. En om Hem te helpen veel leed te verzachten hebben wij allen toch alles over. Blijmoedig trekt onze jeugd op naar de kermis, want ook de kleine Jezus had de blijheid der jeugd, daarom mogen uwe kleintjes en ook de groo- ten in blijheid hun offertje brengen tot versterking der kas. Zoo stilletjes hoor ik vragen: Zou 't een echte kermis zijn? Ja, lieve jongens en meisjes, echt zal het worden, daar zullen onze dames voor zorgen, geloof dat maar. Ik heb al heel wat toezeggingen ontvan gen als: de poppenkast met een echten levenden Jan Klaassen en Katrijn, die ook hun familie en buurtjes meebregen. Om te schateren hoor; verder een echte pofferkraam, waar je echte poffers kunt eten, een echte schiettent, een echt postkantoor, waar de pakjes kunnen wor den afgehaald verdiend met de wedstrij den, want die komen er ook, bijv.: een wedstrijd in 't tollen enz. enz. en nog heel veel meer, wat jullie plezier zal doen. Zal dat echt worden of niet? Natuurlijk zor gen we voor muziek om de feestvreugde te verhoogen. En 's avonds kermis voor de groote broers en zussen en ook voor vaders en moeders, met reusachtige verrassingen, nog nimmer zoo geweest, nog nimmer ge hoord. En zoo zullen we met ons allen vroolijk werken voor 't goede doel. De dames en medehelpsters zorgen, dat alles keurig in orde komt en gij lezers en lezeressen, klein en groot, van deze iu- briek, zorgen voor dc pret en jool op onze kermis, ten bate van de arme kleine vriend jes van O. L. Heer. M. SWART, penningmeesteresse. TENTOONSTELLING MISSIE-NAAIVEREENIGING. De penningmeesteresse van de Missie- naai vereeniging „St. Franciscus Xaverius" zegt hartelijk dank aan allen, die op welke wijze dan ook hebben meegewerkt aan het welslagen van de onlangs met zooveel suc ces gehouden tentoonstelling, waardoor zij in staat gesteld, wordt de vereeniging weer gedurènde een geheel jaar te voorzien van dc noodige financiën, welk onmisbaar zijn om al de kleedingstukken te vervaardigen ten bate van de Missie. Ondanks de belangelooze medewerking van velen en de jaarlijksohe contributie van honderden en honderden Katholieke vrou wen uit Leiden, kost het vervaardigen de zer kleedingstukken flinke sommen, zoo dat een aanvulling door middel van een jaarlijksche tentoonstelling buitengewoon welkom is. Het doet goed te ondervinden, dat be langeloos gegeven tijd en moeite waar deering ondervinden. De dames- en jonge damesclub zullen thans met nieuw opvlam- menden ijver een opgewektheid zich wijden aan het mooie doel, dat de Missie-naai- vereeniging zich gesteld heeft. Is er één van onze lezeressen,'die zich aangetrokken gevoelt tot dit mooie werk? Er is een jeugdclub, welke om do veer tien dagen des Dinsdagsavonds bijeenkomt met ongeveer 30 leden. Er is nog plaats! Verder is er een dames-club, welke iederen Vrijdagavond bijeen komt. Hier zijn onge veer 25 leden; en ook hier is nog plaats! INTERPAROCHIEELE GESCHIEDENIS DER ST-JOSEPH- GEZELLEN-VEREENIGING. 1916. (Vervolg). Het was diezelfde „famieljare" samen werking, die op Zondag 13 Februari de plechtige Kerkelijke Viering mogelijk maakte van 's-Presidenten Koperen Pries terfeest. Natuurlijk in de „Gezellen-Kapel" en met hetzelfde ceremonieel als bij de ge bruikelijke jaarfeesten. En, dure tijden of niet, ook het Ontbijt had „model" plaats. Zelfs waren ditmaal ook de leerlingen van de partij; al werden zij dan een „étage" (alias zolder) lager geplaatst dan de Gezel len en Gehuwden. Het ging er coüte que coüte gran dioos toe en nog nooit misschien is de tra- ditoneele „Kadettenfuif" met meer succes het feest had nu ook een buitengewoon ka rakter; dat zag men aanstonds aan de met groen en bloemen versierde en omringde bestuurstafel. Nauwelijks waren dan ook de fijn gear rangeerde tafels tot „kale stellages" gede gradeerd, of daar werd aller aandacht ge vraagd voor de plechtige officieele aanbie ding van het prochtgeschenk der Vereeni ging, n.l. een uitgebreid zilveren tafelgar nituur. Het laat zich denken, dat de wederzijd- Bche speeches de blijde geestdrift bij jong en oud lossloegen. Een week later éo Februari werd dit feest openbaar ge vierd in „Zomerzorg"thuis kon dit helaas niet. Daar werd de „goede" Praeses-jubiia- ris ten tweede male in de bloemen gezet en allereerst waardig gehuldigd door het welsprekend woord van den weied. heer W. Schmier, lid van den Raad van Bestuur. Dan waren het de Tooneel- en Turnafdee- lingen, die al het hurfne bijdroegen tot meerdere luister van het feest en daarin voortreffelijk slaagden. Ten slotte betuigde de Eerw. Jubilaris, dankbaar en zielsverheugd, aan allen zijn bijzondere er kentelijkheid voor hun eerbetoon en lief de tot hun Priester-Praeses. Boven alles aangenaam was hem het kostbaar geschenk hunner generale H. Communie. Beseft toch, mijne vrienden aldus spreker de noodzakelijkheid van een krachtig, godsdienstig leven in de Gezellen-Vereeri- ging. Goddank, zoo getuigde Z.E. dat le ven is ook het leven van zooveien mijner Gezellen. Alles te zaam genomen een prachtig ge feest, dat weer tastbaar de geheel eenige karakteristiek deed uitkomen van het rasechte Kolpingswerk. Als vanzelf in- fluenceeren zoodanige gebeurtenissen de leden der Vereeniging ook tot nauwkeurige uitvoering van het meest gewone vereeni- gingswerk, wat zichtbaar uitkomt oa. bij de daarop volgende maandvergaderingen, bij Gehuwden zoowel als bij de Gezellen. Deze laatsten hielden er, zoo te zeggen, vanzelf den gang in, aangezien zij meerma len 's weeks te zamen kwamen. De Ge- huwden echter maakten van hun ééne ver plichte Maandvergadering wat er van te maken viel. Hoe dat gewoonlijk in z'n werk ging, willen wij gaarne verklappen uit him met zorg bijgehouden maandverslagen. NA 43 JAREN. De St. Jos.-Gez. Ver. wordt wel eens ge noemd de feestvierende kerk van Neder land. Waar 't in zit, dat weet ik niet. De hoofdzaak zal wel zijn de ongedwongen, frissche en vooral veel goeds brengende geest van de vereeniging. .Want difc is ty peerend, ga waar ge wilt, in niet één ver eeniging heerscht zoo'n geest. De ware Kolpingsgeest noemt men dat; onze stich ter wist wel, hoe hij met zijn gezellen moest werken. En, gelukkig voor ons, die geest heerscht ook in de Leidsche Gez. Ver. En morgen, dan zijn allen één in dien geest, want morgen dan is 't feest, groot feest Drie en veertig jaren heeft de St. Jos. Gez. Ver als de oudste katholiek-sociale or ganisatie in de Sleutelstad de belangen van honderden gediend en dat zegt voor ons veel ze doet 't nu nog. Het zoo hoog staande en opvoedkundige program van Ivolping is door honderden gediend én beleefd en wordt nu nog beleefd en ge diend door honderden mannen en jonge mannen, die zich wapenen willen tegen die den arbeid verrichten om-loon-alleen, die hoog weten te houden de ware een dracht, die vroolijkheid willen in Roomsch verband, maar die dat alles nooit konden handhaven, als zij - niet waren doordee- semd met pracfeischen Godsdienstzin. Vol lederen Vrijdagavond zult u in het Zita- gebouw in de P. K. Koorsteeg het bestuur van de Missie-naaivereeniging tegenwoor dig vinden, dat ieder nieuw lid met harte lijkheid zal verwelkomen. B. A. GEISE-STAPHORST, penningmeesteresse. levenskracht, in het bewustzijn van haar taak staat zij in de zij van onze Katholie ke vereenigingen vooraanDat is het werk van die voor ons geweest zijn, dat zullen wij handhaven en versterken en dat alles overreiken aan die na ons komen. En juist omdat de Gez. Ver. zoo van onzen tijd is, vieren we on® 43e Stiohtingsfeest in godsdienstige» arbeid en vroolijke een dracht. Leidsche gezellen, vooruit met God in Kolpings gouden wagen SEVERUS. ONS STICHTÏNGSFEEST. Ter gelegenheid van de viering van ons 43ste Stiohtingsfeest wordt te 6.30 in de Lodewijkskerk een Gezongen H. Mis opge dragen, waaronder Algemeene H. Commu- munie der leden. De liturgische Gezangen zullen worden uitgevoerd door de Onderaf deeling Sebas tian Schaffer onder leiding van den heer W. Hoogzaad. Te acht uur in het Gezellenhuis Ge meenschappelijk ontbijt. Allen brengen hun liederbundel mede. Onder het ontbijt uitreiking van het zil ver aan de jubilarissen, Voor de avond-uitvoering zijn de toe gangskaarten aan de leden verzonden be halve aan de Jong-Gezellen, die deze Don derdagavond konden afhalen aan het Ge- zellenhuis. Nog enkele dezer kaarten zijn achtergebleven. De rechthebenden kunnen deze na het ontbijt nog bekomen bij den assistent-senior. Daarna vervallen de over geblevenen aan de vereeniging. Tegen betaling zijn volstrekt geen kaar ten verkrijgbaar, daar zelfs bij een herha ling van de uitvoering gedurende vijf maan den de zaalruimte een grootere uitgifte van kaarten niet toelaat. DE ROMAN VAN EEN KRANTEN JONGEN. Bij gelegenheid van ons Stiohtingsfeest zal worden opgevoerd het geheel nieuwe tooneelstuk De Roman van een Kranten jongen. De inhoud van dit spel is als volgt: In het 1ste bedrijf raakt dr. de Raedt, leeraar in taalwetenschappen in kennis met den filantroop Hal on, als Jacques een Amsterdamsche krantenjongen in onver- valscht dialect zijn kranten verkoopt. De taalgeleerde gaat dan met den filan troop een weddenschap aan, dat hij in drie maanden den Amsterdamschen straat jongen zuiver Hollandsch leert spreken. In hst 2e bedrijf komt Jacques wonen in het huis van dr. de Raedt. Het spreekt vanzelf dat deze voor hem ongewone omge ving aanleiding is voor menig grappig too- neeltje. Het 3e bedrijf verplaatst ons in den salon van den filantroop, waar de kranten jongen voor een uitgelezen gezelschap een proef van zijn gedaantewisseling moet af leggen. Zoolang de tevoren ingestudeerde on derwerpen worden besproken gaat alles perfect, doch als de krantenjongen door een onverwachte gast van het te behande len onderwerp wordt afgebracht, valfc hii herhaaldelijk uit zijn rol. Dit bedrijf geeft uiteraard tot zeer komische spelmomenten aanleiding. In het 4e bedrijf heeft Jacques zijn proef doorstaan en de dokter zijn wed denschap gewonnen. Thans echter beseft Jacques zelf de mis<- lukking van het geheel. Uiterlijk is hij be schaafd doch de innerlijke beschaving heb ben de heeren vergeten. Door deze misluk king welke in dit bedrijf duidelijk behan- dweld wordt treedt de moraal van het spel mooi naar voren, namelijk dat het geluk van den mensc-h of de maatschappij niet al leen door uiterlijke welvaart en bescha ving verkregen wordt. OVER KUNSTSCHATTEN EN NOG WAT Heeft u wel eens ooit hooren zeggen: „Waarom verkoopt het Rijk „De Nacht wacht" van Rembrandt niet en „De Stier" van Potter om het aldus gewonnen bedrag in een werkloozenfonds te storten". Nog nooit waarschijnlijk. Ieder beseft, dat die waardevolle kunst werken algemeen bezit zijn, waarvan kan profiteeren wie wil. Meer dan ernaar kijken en ze bewonderen kan ook een eigenaar niet. En zoo bezit het Rijk alom op zijn grondgebied waardevolle kunstschatten, welke, uit het oogpunt van geld bekeken, renteloos zijn, maar hooge cultureele waar den vertegenwoordigen voor ons volk en ons aanzien verheffen voor gansch de wereld. Een en ander nader uiteen te zetten mag overbodig geacht worden. Toch genieten niet alle kunstschatten zulk een juiste waardeering. Immers: zoo dra het geldt de artistieke rijkdom onzer Kerk, dan wordt door haar vijanden wel eens anders geredeneerd. Laten we als voorbeeld nemen de Vati- caansche musea, waar groote kapitalen aan j kunstvoorwerpen aanwezig zijn. Evenals de schilderijen van Rijksmuseum en Mau- ritshuis om ons hiertoe te bepalen zijn ook de voorwerpen, welke onder Pau selijk beheer staan, geenszins het bezit j van een persoon, terwijl ze evenzeer door ieder bewonderd kunnen worden. De eer ste de beste bezoeker der musea lean ze even gemakkelijk aanschouwen als de ker kelijke hoogwaardigheidsbekleeders en geen dezer geniet er, in stoffelijken zin ge sproken, meer van dan de eenvoudigste toeschouwer. Ze behooren tot het Vaticaan, dat er voor zorgen moet; overigens staat voor ieder de bezichtiging vrij. Toch worden den Paus die kunstschat ten wel eens misgund alsof Z. H. er ook maar een cent voordeel van had. En dan redeneert men: waarom al die dingen niet verkocht? Wat zou er een massa goed mee kunnen gedaan worden aan armen en on- gelukkigen. Wie aldus redeneeren meenen iéts oor spronkelijks te zeggen, hun haat jegens de Kerk camoufleerend met menschenmin. Och arme: zij praten slechts na wat in de Evangeliën al te vinden is omtrent den kostbaren balsem, door Maria Magdalena voor den Zaligmaker gekocht. Niet alleen ten aanzien der kunstschat ten van het Vaticaan wordt aldus door kortzichligen en kwaadwilligen geoor- oordeeld en de domme menigte praat dat graag na maar ook ten opzichte der kerkelijke klcinoodiën in 't algemeen. Toen, b.v. de Heiligdomsvaart door Maas- tricht trok zullen er stellig wel onder de andersdenkende toeschouwers geweest zijn die redeneerden als Judas Iscariotb. Ik kan u verzekeren, het wel eens gehoord te hebben. En zoo wordt ook wel geredeneerd no pens meerdere kunstvoorwerpen van onzen eeredienst, wat bevestigd werd b.v. door de gretigheid, waarmede nog niet zoo lang geleden in Frankrijk kerkelijke eigendom men zgn. ten bate van 't algemeen werden onteigend. Dom gedoe! Laten we dat gewenschte verkoopen van b.v. de kostbaarheden der Maastrichtsche St. Servaas eens nader bezien. Waar zou het geld vandaan moeten ko men, dat via den verkoop de armen be stemd zou moeten worden? Uit de zakken van welgestelde» natuur lijk, die iets gevoelen voor 'b verzamelen en in hun huis te pronk zetten van kost bare voorwerpen. Maar waarom zouden deze juist de Maas trichtsche schatkamer moeten leeghalen, waarna we dezen toestand kregen: lo. dat de koopsom wegzonk in de maatschappe lijke behoeften en 2o. de reliekschrijnen enz. eenvoudig een andere plaats zouden Men zou een verwisseling van eige naar^) gehad hebben zonder verder nut dan de beoefening van weldadigheid. Nu de këerzijde der medaille. Moest men in stede van naijverig te wezen op. de kunstschatten der kerk niet veeleer toejuichen het feit, dat zoo- veler handen arbeid vonden en vinden door het vervaardigen ervan? En moest men het in dit verband niet een waardevol verschijnsel vinden, dat in verleden en heden zoo talloozen geld be schikbaar stelden en stellen voor den tooi der kerken, de vermeerdering harer kunst voorwerpen, de verrijking harer musea? Wat zou de kunstnijverheid er ongunstig voor staan, indien die bron van inkomsten voor haar opdroogde. En wat zouden al len, die edele metalen bewerken, fresco's schilderen, gewaden borduren, kunstsmeed werk vervaardigen, sohild er stukken schep pen wat zouden die allen verarmen naar geest en beurs. Dat laatste is duidelijk. Maar ook de geest zou verarmen, want niemand kan gestadig met lust aan den arbeid blijven;-- indien zijn stoffelijk welzijn daarbij geen baat vindt. Op den duur moet iedere in- sj iratie het daarbij afleggen. Al deze dingen geeft de wereld grif toe als het den dienst van haarzelf betreft. Openbare gebouwen en schepen, mode paleizen en luxe-auto's, kantoren van groo te ondernemingen en bankinstellingen, bioscopen en schouwburgen, dit al wordt steeds weelderiger ingericht en in alle bladen wordt dan geroemd over den voor uitgang der kunstindustrie en over de wel vaart, welke daardoor wordt bevorderd. Weldoeners der samenleving worden zij geprezen, die aldus in dienst van genot en gerief het geld laten rollen. Zoodra echter hoogere beweegredenen dan die de wereld kent den drijfveer vor men voor het scheppen van schoonheid, dan luidt het oordeel vaak schamper en vraagt men: waartoe? Judas Iscariotb heeft nog o zoo vele i navolgers. Men oordeele toch verstandig. Hetzelfde recht, waarom Nederland trotsch is op zijn musea, late men ook gelden voor de kunstschatten, welke de Kerk bezit en door haar even gaarne worden getoond als de kunstwerken van den Staat. En veeleer dan op verkoop „in 't alge meen belang" aan te dringen moet men het gelukkig achten, dat de kerk er zuinig op is. De heerlijke werkstukken, in den loop der eeuwen door groote geesten vervaar digd, houdt zij in eere. Dank zij haar waak zaamheid is veel behouden gebleven, dat anders want particulier bezit raakt al licht verstrooid öf te loor zou zijn ge gaan, óf zeer zeker niet door ieder zou kunnen worden bewonderd en bestudeerd op zoo gemakkelijke wijze als thans het ge val pleegt te wezen. Wie het maatschappelijk belang wil die nen, moet juist verlangen en in de hand werken, dat het aantal kunstwerken van allerlei aard gestadig wordt uitgebreid, zoowel wat betreft het bezit van openbare musea als dat van de Kerk. Judas Iscarioth wil het geld den rijken doen dienen om de kostbaarheden op te koopen, terwijl het van veel grooter nut zou wezen stoffelijk gesproken indien het werd aangewend om kunstenaars en kunstnijveren in staat te stellen, hun vaar digheid aan den dag te leggen, hun gaven ten toon te spreiden. Waarom ik dit stukje schreef? Het is mij wel eens gebleken, dat de boclemlooze praatjes der verkoopsmaniak ken insloegen bij eenvoudigen van geest, verblind als deze werden door de schoon- schijnende sociale beweegredenen, waar- mede do drogredenen werden omkleed. We kunnen tegen deze schadelijke inwerking niet genoeg op onze hoede wezen en daar om leek het mij goed, eenige argumenten ter weerlegging aan de hand te doen. Nieuws heb ik natuurlijk niet verteid, maar 't.is wel eens goed het zij in alle be- i scheidenhcid gezegd oude kleuren wat op te halen. AJO.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 6