22ste Jaargang DINSDAG 7 OCTOBER 1930 No. 6713 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE INWIJDING VAN HET PHILOSOPHICUM TE WARMOND ^e£eidAelveGou/ta/nt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per postf 2.95 per kwartaal flet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. - Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 I DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop* en verkoop f 0.50 V Louter afbrekende critiek Op de agenda der Tweede Kamer staan vóór de behandeling der begrooting eenige wetsontwerpen, die de belangstelling bui ten de Kanier reeds hebben, in meerdere of mindere mate. In de meeste mate wel het wetsontwerp, inhoudende een suppletoire begrooting van defensie, waarbij de strijd over de verde diging van Oost-Indië moet worden uitge vochten. Over dit wetsontwerp kan blijk baar iedereen oordeelen, in vèroordeelen- den zin, gezien de gemakkelijkheid, waar mede de anti-Vlootwet-actie handteeke- ningen kan verzamelen, 't Wil ons besohei- denlijk voorkomen, dat degenen, die zich éénige verantwoordelijkheid bewust zijn, wel wat meer hoofdbrekens zullen hebben bij de beoordeeling van een nationaal en internationaal zoo belangrijke zaak als 59 lands verdediging. Maar hierover schrijven wij nu niet. Een ander wetsontwerp, hetwelk dezer dagen aan de orde komt, is het ontwerp, dat aan de regeering machtiging verleent, toe te treden tot het ontwerp-verdrag van 16 Juni 1928, een werkstuk van de Geneef- sche Internationale Arbeidsconferentie „betreffende de invoering of de handhaving van methoden tot vaststelling van mini- mumloonen". Elke staat, die dit ontwerp-verdrag ra tificeert, verbindt zich middelen te vinden, waardoor een minimumloon wordt gewaar borgd „voor de arbeiders werkzaam in in dustrieën of takken van industrie (en in het bijzonder in de huisindustrie) waarin geen doeltreffend stelsel voor de vaststel ling van loonen door collectief contract of 'anderszins bestaat en waarin de loonen buitengewoon laag zijn". Tegen dit wetsontwerp teekent het „Handelsblad" verzet aan. Het blad schrijft o.m.: Nu denken wij er natuurlijk niet aan de toestanden in de huisindustrie bestaande onvoorwaardelijk goed te keuren. Voordat wij evenwel van in stemming met dit ontwerp-verdrag kunnen getuigen, zou men ons eerst duidelijk moeten maken, dat misstan den in de huisindustrie met geen an dere middelen dan loonzetting zijn te beteugelen. Aldus praat men zoo vaak. Er is een bepaalde misstand, men geeft 't toe. Maar met een concreet middel, dat wordt voorgesteld, is men het tot z'n spijt niet eens; men verdedigt z'n opvatting in den breede, doch laat heel gemoedelijk na, een ander middel aan te geven. En: de zaak blijft, zooals ze is! In het „Handelsblad" gaat 't met de onderhavige kwestie ook zoo. Men erkent „misstanden" in de huis-in dustrie. Het, internationaal, voorgelegde middel, om daaraan eenige verbetering te brengen, keurt men in een uitvoerige be schouwing af. Maar met geen enkel woord wordt ook maar gewezen naar eenig ander concreetmiddel, om die erkende wantoestanden eenigszins te ver beteren Afbreken zonder tegelijkertijd op te bouwen! Sociale wantoestanden laten voort zeulenTotdat er op een in ieder geval nog véél meer ongewenschte wijze ge tracht wordt, deze op te heffen? Sociale politiek, die louter bestaat in critiek, levert zeker in onzen tijd bouw stof voor de georganiseerde ontevreden heid HET NIEUWE PHILOSOPHICUM TE WARMOND DE STUDIE DER WIJSBEGEERTE AAN HET GROOT-SEMINARIE Nu heden het hoofdaltaar in de kapel van het pas voltooide Philosophicuin te Warmond door mgr. Aengenent is gecon sacreerd welke plechtigheid wordt be schouwd als de officieele opening van het gebouw, dat reeds vanaf 4 September in gebruik is genomen is een reeds lang gekoesterd verlangen tot werkelijkheid ge worden. Aan de studie der wijsbegeerte is de plaats gegeven welke haar toekomt. Oudtijds werd de philosophie op het Klein Seminarie „Hageveld" gedoceerd, gedurende het laatste jaar, en het gebruik om de studenten van de hoogste klas „phi- losophen" te noemen, dateert nog uit dien tijd. Tot aan de voltooiing van het Philo- sophicum had deze benaming nog wel eenige reden van bestaan, omdat deze hoogste klas ook na de overbrenging van de .philosophie naar het Groot-Seminarie althans een gedeelte van de wijsgeerige studie behield en wel de logica of denk- leer. Op dit stukje hooger onderwijs zijn de „philosophen" altijd bijzonder trotsch geweest, niettegenstaande of misschien wel juist omdat het voor hen een vrij zwaar te verduwen kostje bleek te zijn. In het jaar 1895 werd de groote rest van de philosophie naar Warmond overge heveld, en verhuisde ook de toenmalige philosophie-docent, prof. dr. Beysens naar het Groot-Seminarie. Onder zijn leiding werd het studieprogram ingericht en uit gevoerd en gedurende negen jaren heeft hij „den wijnpers alleen getreden". In 1904 kwam prof. Aengenent, de tegenwoordige bisschop, hem assistentie verleenen bij het moeilijke werk, tot 1910, het jaar, waarin ■iHB ■- r' 8f DE HOOFDINGANG, waarboven het KaSSiïË&a wapen van den Bisschop van Haarlem prof. Beysens aangesteld werd bot bijzon der hoogleeraar in de wijsbegeerte aan de universiteit te Utrecht. Zijn opvolger was prof. Seijsener, een klare en heldere denker, die minder dan de beide andere hoogleeraren Beysens en Aengenent publiceerde, maar niettemin in den kring zijne leorlii.gen de reputatie ge noot van groote helderheid in het uiteen zetten der problemen en het aanvoelen en beantwoorden van moeilijkheden. Zijn dood in 1925 beteekende een werkelijk verlies voor het Warmondsche philosophie- onderwijs. Prof. Niekel, thans directeur van het Philosophicum was zijn opvolger. Toen prof. Aengenent in 1928 geroepen werd om den vacanten bisschopszetel van Haarlem te bezetten, werd zijn leeraars- stoel op Warmond ingenomen door prof. Heskes, die thans evenals prof. Niekel mede naar het nieuwe Philosophicum is overgegaan. Zooals gezegd, hing de gedachte aan een Philosophicum reeds lang in de lucht. In 1928 echter namen de vage plannen vasten vorm aan. Vanuit drieërlei richting kwam de aandrang tot het stichten van een nieuw huis. Vooreerst van den kant van den Codex Juris Canonici. het kerkelijk wetboek, dat eenige jaren geleden het oude corpus juris heeft vervangen. Dit wetboek eischt een studie-tijdperk van twee volle jaren voor de philosophie. Warmond kende slechts één philosophiejaar, doch behielp zich met de gedachte, dat de logica op Hageveld, tezamen met de andere onderdeelen ethica en sociologie, welke in het tweede en derde jaar op het Groot-Seminarie werden ge geven, bij elkaar wel een heel jaar besloe gen, zoodat men zij het eenigszins ver knipt en over verscheidene jaren ver deeld toch een tweejarige philosophie- cursus had en aldus voldeed aan de bepa lingen van den codex. Het was evenwel lo gischer en ook praetischer a-lles bij elkaar te hebben. Vervolgens kwam er aandrang tot stich ting van een Philosophicum van den kant van Hageveld. Er was n.l. behoefte geble ken aan meerdere leeraren met academi sche vorming, zoodat men wilde overgaan tot een opleiding voor het z.g. staatsexa men voor toelating tot de universiteit. Dit bracht echter een reorganisatie mee van het Hageveldsche studieprogram. Er moest ruimte gemaakt, worden, om het toch al flink gevulde program te ontlasten en het eerste dat in aanmerking kwam was het restje philosophie, dat nog op het Klein seminarie was blijven hangen. Onder dien dubbelen drang groeide de overtuiging, dat er een Philosophicum moest komen. Maar nu kwam de vraag: moet dat een apart huis worden, dan wel worden ondergebracht op het Groot-Se minarie? En in deze kwestie gaf Warmond den doorslag, want bij het toenemend aan tal studenten, dat Hageveld aflevert, dreig de een nieuw plaatsgebrek te ontstaan. Het zou een apart huis moeten worden. In den zomer van 1929 werd aan den architect Jan Stuyt opdracht gegeven de teekeningen te ontwerpen en reeds in Oc tober van hetzelfde jaar werd met de werkzaamheden een aanvang gemaakt. Nauwelijks Uen maanden later werd het gebouw „nog wasemend van nieuwheid" in gebruik genomen en thans is het geheel voltooid plechtig er officieel tot studiehuis gemaakt, gewijd aan de nagedachtenis van den En gelach tigen Leeraar St. Thomas van Aquine, den grooten Scholastieken Wijs geer, wiens geest in deze leszalen en stu diekamers zal herleven. Zooals gezegd- wordt thans de geheele wijsgeerige cursus op het Philosophicum onderwezen, behalve de Sociologie of Maat schappijleer, welke nog wordt gegeven op het Groot-Seminarie thans Theologicum genoemd, omdat er nu nagenoeg uitsluitend theologische vakken gedoceerd worden. De Sociologie is eigenlijk geen onderdeel van de wijsgeerige studie, omdat zij door haar meer practisch karakter buiten het kader der bespiegelende philosophie valt. Doch niet alleen de philosophie in stric- ten zin wordt op het Philosophicum ge geven; het Philosophicum is meer dan een op zichzelf staand studie-huis, het vormt de onmiddellijke overgang van de studie der humaniora naar die der theologie. Vandaar dat er behalve elementaire biolo gie en chemie (welke worden onderwezen door prof. Wolf, tevens onderdirecteur van de inrichting) ook een inleiding wordt ge geven op de theologie en op de Schriftuur kennis. In verband daarmede wordt te vens les gegeven in het Hebreeuwsch, de taal van den Bijbel, en hebben de studen ten zich te oefenen ir het lezen van La- tijnsche en Grieksche teksten. De inleiding tot de theologie en de Schriftuur wordt gedoceerd door prof. Stammeyer. Alles bij elkaar ziet dit werkprogram er degelijk uit. Rekening wordt gehouden met mo derne stroomingen en moderne opvattin gen, want ook de philosophie is aan ont wikkeling onderhevig. Al mogen enkele grondwaarheden vaststaan voor alle tijden, er komen toch telkens nieuwe theorieën en nieuwe hypothesen naar voren, waarmede de ontwikkelde Katholiek op de hoogte dient te zijn. Speciaal de groote vlucht, welke de natuurwetenschappen in de laat ste jaren hebben genomen, hebben er toe genoopt, meer aandacht te schenken aan de problemen, welke door de diepere ken nis van de structuur der materie vanzelf oprijzen. Het programma, zooals het thans voor ons ligt, is een waarborg, dat de docenten van het Philosophicum een hooge opvatting hebben van hun verantwoordelijke taak en i9 tevens een waarborg voor een grondige en degelijke wetenschappelijke basis, waar op de toekomstige priesters van Haarlems diocees het gebouw van hun theologische kennis zullen grondvesten. DE PLECHTIGHEID VAN HEDEN. Voor het Bisdom Haarlem is deze dag er een van historische be teekenis. Vanmorgen is te Warmond door den Bisschop geconsacreerd kapel en altaar in het nieuwe Philosophicum dat zich daar in door eenvoud schoone structuur waardig verheft naast het Groot-Semina rie, het Theologicum. Z. D. H. de Bisschop werd bij de con secratie, die om half acht aanving, geas sisteerd door den directeur van het Phi losophicum, den zeereerw. hooggel. heer Niekel, als diaken ab intus en door de professoren de zeereerw. hooggel. heeren Wolf en Stanmeyer als diaken en sub diaken, terwijl de andere functies werden vervuld door eerw. heeren theologanten. Bij de Pontificale H. Mis, die om onge veer half elf daarna aanving, werd Z. D. H, mgr. Aengenent geassisteerd door den Dit nummer bestaat uit drie bladen VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Nadere bijzonderheden omtrent de ramp van de R. 101. De verloving van prinses Gio/anna. Nog geen cinonieke dispensatie. De revolutie in Brazilië heeft een ge vaarlijke uitbreiding gekregen. BINNENLAND. Benoemingen in het Bisdom Haarlem. (Kerknieuws, 1ste blad.). Hedennacht is overleden Prof. Dr. M. W. de Visser. hoogeerw. hooggel. heer mgr. Taskin als presbyter-aasistens, de hoogeerw. hooggel. heeren mgr. Beysens en regent Wijtenburg, als troondiakens, de zeereerw. hooggel. heeren prof. de Korte en prof. Heskens als diaben en subdiaken. Ook nu werden de overige functies door studenten verricht. De geestelijkheid van het Bisdom was bij deze plechtigheid verder vertegenwoor digd door bekleeders der hoogste waar digheden in het Bisdom. De hoogeerw. vicaris-generaal, mgr. Möll- mann, de hoogeerw. heeren kanunniken dr. v. Noort, dr. Vlaming, deken Wester- woudt, deken v. Dam, deken v. Heeswijk, de eere-kanunnik de hoogeerw. heer pas toor v. d. Ven, de hoogeerw. heer mgr. dr. Hen sen. Verder de zeereerw. hooggel. heeren professoren Groenen, Visser, Verhaar, Hen- neman van het Groot-Seminarie; de zeer eerw. zeergel. heeren Ammerlaan cn Brü- geraann, subregent en oeconoom van het Klein-Seminarie; directeur, onder-direc teur en professoren van het Philosophicum, de beide secretarissen van Z. D. H. den Bisschop. Vervolgens de zeereerw. heeren pastoor IJzermans, deken Hellegers, deken Jan sen, deken; Schraag, deken Guilonard, de ken Lucassen, deken Maat, deken Rengs, deken v. d. Cammen, deken Huibers, deken v. Rooy, deken Homulle, pastoor Colla, pastoor W. Nolet, pastoor Beukers, pastoor Keet, pastoor Bonnet, rector Appelman, rector Groot, kapelaan Lampe. Het Gemeentebestuur van Warmond was vertegenwoordigd door den burge meester, den heer Ketelaar, wethouders en secretaris; ook de gemeente-opzichter was aanwezig. De architecten de heer Jan Stuyt woon de de plechtigheid bij, alsmede de heer Ant. Molkenboer (ontwerper van het uit marmer en mozaiek opgetrokken altaar, dat met het daarop geplaatste groote kruisbeeld een schoon geheel vormt); de aannemer de heer de Vreede, de opzichter de heer v. Galen, de teekenaar de heer Heerings, de onderaannemers de heeren Engelen en Merx Boerhoven. Verder de oud-burgemeester Schölvinck, dr. Walenkamp, de heer de Nie, afvaardi ging van theologanten van het Groot-Se minarie en de studenten van het Philoso phicum. Onder de H. Mis. die in den vollen luis ter der litqrgie werd opgedragen, voerden de studenten op schoone wijze de Grego- riaansche gezangen uit. DE KAPEL van het nieuwe Philosophicum

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1