22ste Jaargang
DONDERDAG 2 OCTOBER 1930
No. 6710
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BUITENLAND
3)e Êcicbclve (Bou/fcomt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post*2.95 per kwartaal
flet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnés ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. - Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50
Dit nummer bestaat uit drie bladen
Opvoeding en onderwijs
De inspecteur van het buitengewoon la
ger onderwijs, dr. A. van Voorthuysen, wees
gisteren in een toespraak, die hij hield bij
de opening van de katholieke school voor
buitengewoon lager onderwijs te Leiden, op
den intellectualistischen aanleg in ons on-
derwijs-3ysteem. Men let betrekkelijk te
veel op de vorming van het intellect, het
verstand, en te weinig op de vorming van
het gevoels- en wilsleven.
Deze opmerking is ernstige overweging
waard.
Memschen, die veel weten, maar wier
gevoelsleven onzuiver en wier wilsleven
zwak en ziek is zij zijn óók maatschappe
lijk dikwijls onnut, zoo niet slecht en ge
vaarlijk.
Mèt het verstand moet ook zooveel moge
lijk het gevoel en vooral de wil worden
ontwikkeld.
Men kan het ook aldus zeggen: het stre
ven moet niet uitsluitend zijn, om knappe
mensohen te vormen, maar allereerst om
deugdzame mannen en vrouwen te
kweeken.
Zóó moet de opvoeding worden opgevat.
De opvoeding in het gezin en de opvoe
ding bij het onderwijs. Want in goed on
derwijs zal ook een belangrijk opvoedkun
dig element liggen.
Dezer dagen lazen wij in het „Hbld."
het volgende onder de rubriek Onderwijs:
De British Broadcasting Corpora
tion, die sinds jaren des Zondags een
algemeenen wijdingsdienst uitzendt,
heeft van de gehouden toespraken
etc. een verzameling samengesteld.
Daarin zijn ook gebeden voor bepaalde
gelegenheden opgenomen. In de ru
briek „Huiselijk Leven" komt o.m. het
volgende „gebed van ouders voor hun
kinderen" voor:
„Wij bidden U, Heer, dat Gij door
Uwe ingeving de gedachten onzer kin
deren opheft van het vreemde tot het
Wonder, van feeën tot Engelen, van
de vreugde van het kinderspel tot de
blijdschap van het Eeuwige Leven. Wij
bidden U dit in naam van Jezus, het
Eeuwige Kind".
Wij vreezen, dat er tè veel ouders zijn,
die voornamelijk en allereerst voor hun
kinderen andere dingen vragen, dan „de
blijdschap van het Eeuwige Leven"!
Is het onderwijs te intellectualistisch
aangelegd, de opvoeding is zeker dikwijls
op te materialistische basis gegrond!
DELFT EN RUSLAND.
Van Russische zijde worden wij op het
volgende attent gemaakt:
Onlangs zijn twee Nederlandsche Inge
nieurs, hoogleeraren aan de Technische
Hoogeschooi te Delft, door een hunner
studenten vergezeld, op verzoek van de
Sovjet-regeering, op reis geweest naar
Noord-Rusland, teneinde in haar dienst
mineralogisohe expertises te verrichten,
met het oog op den eventueelen aanleg
van een mijn in het hooge Noorden.
Tot dusverre was de hulp van buiten-
landsche ingenieurs alleen ingeroepen waar
het gold mijnen, wier exploitatie door re
volutie en bolsjewistisch wanbeheer in ge
vaar gebracht was, weder aan het werken
te brengen. Dat de tussohenkomst van bui
tenlanders ingeroepen werd, was niet toe
te schrijven aan een gemis aan specialisten
in Rusland zelf, want de Russen hebben
altijd over uitnemende mineralogen be
schikt, en verscheiden van hen zijn er nog
in Sovjet-dienst werkzaam. Telkenmale,
als buitenlanders voor expertises in Rus
land werden binnengehaald, waren zij óf
gezonden door buitenlandsche banklicha-
men, wier financieele steun door de Sovjets
was ingeroepen, óf onder voorwaarde, dat
zij tegen passende belooning de Sovjets
behulpzaam zouden zijn om medewerking
van het buitenlandsche kapitaal te verkrij-
gen.
Elke steun, die aan de Sovjetregeering
verstrekt wordt, is natuurlijk af te keuren.
Door, hoe dan ook, met haar samen te
werken, laadt men een groot deel der ver
antwoordelijkheid op zich voor de afschu
welijke handelingen, welke Moskou zich,
ter verwerkelijking zijner onzinnige staat
kunde, ten laste laat komen. Dit zal onge
twijfeld worden begrepen in een land als
Nederland, waar nog onlangs een zoo
enorm percentage der bevolking zich in
indrukwekkende betoogingen tegen bolsje
wistische geloofsvervolgingen, uitgespro
ken heeft tegen het huidige Russische re
giem.
Er is echter een interessante zijde aan
de bovengenoemde reis der Nederlandsche
ingenieurs naar het Moermanskgebied, en
men zal alleen door die in het oog te vat
ten, kimnen inzien wat achter de nieuwe
Sovjetplannen verborgen is. Hoe komt het
namelijk, dat de Sovjets plotseling belang
zijn gaan stellen in een ertsgebied, waar
de tsaristische regeering nooit aangedurfd
had, een poging tot exploitatie te deen?
Waar zouden de bolsjewieken, wier berooi
de geldmiddelen nooit voldoende zijn om
mijnen, die onder het oude bewind in
bloeienden staat verkeerd hebben, weer
in werking te brengen, nu op eens de fond
sen en de werkkrachten vandaan kunnen
halen, om met ook maar de geringste kans
op succes geheel nieuwe exploitaties in een
zoo ontoegankelijke streek als Kola aan
te vangen?
Moermansk en het omliggende (Kola)
gebied, zijn een uiterst onherbergzaam ge
west. Wegens de ruwe sneeuwstormen is
de winter er buitengewoon hard. Geduren
de lange weken rijst de zon in het geheel
niet boven den horizon. Alle boomgewas
sen zijn tot struikjes ontaard. Een
autochthone bevolking is er bijna niet.
Werklieden krijgt men er vrijwillig niet
heen. Aan een oud plan, om de baai van
Moermansk, die meest ijsvrij- blijft, met
Petrograd te verbinden, is juist wegens de
onmogelijkheid om werklieden naar deze
woestijnen te krijgen, pas gevolg gegeven
kunnen worden tijdens den wereldoorlog,
toen men over Duitsche en Oostenrijksche
krijgsgevangenen beschikte. De spoorweg
is gebouwd; hij heeft aan een derde deel
der krijgsgevangen arbeiders het leven ge
kost.
Tijdens den burgeroorlog, toen in 1919 de
Russische generaal Miller in Moermansk zijn
hoofdkwartier had, hebben de Engelsohen
moeite gedaan, om hem te bewegen tot
bet verleenen van terreinconcessies, ten
einde er onderzoekingen naar ertsen te
doen. Wegens de moeilijkheden, welke de
verwerkelijking hunner plannen in den weg
stonden, zijn zij niet bij hun voornemen ge
bleven.
In den vorigen herfst schijnen nabij
Moermansk, en wel nabij Ohiebien, op 150
kilometer van Kola, sterk Kali-houdende
ertsen gevonden te zijn. De Sovjets, die
trachten, „uit alle hout pijlen te snijden",
schijnen besloten te hebben, deze terrei
nen aan een vreemde maatschappij in con
cessie af te staan, waarbij de werkkrach
ten door hen geleverd zouden worden.
Daar er n.l. geen autochthone bevolking is,
en niemand er vrijwillig heen gaat wer
ken, ligt het voor de hand, om de bannelin
gen, die tot dusverre naar de eilanden van
Solovjetsk gezonden zijn, in de golf van
Onega, te expedieeren naar de Kola
streek.
Verhalen, gedaan door Russen, die over
de Noorsche grens ontvlucht zijn, en van
vreemdelingen (Belgen en Franschen), die
door tusschenkomst hunner regeeringen zijn
vrij gekomen, hebben ons bijzonderheden
gebracht over het in Solovky heerschende
regiem. Dit regiem overtreft in tragische
afschuwelijkheid alles wat omtrent de erg
ste bagnos ooit was medegedeeld. De staat
kundige bannelingen zijn er overgeleverd
aan de willekeur der bewakers, die recht
hebben over leven en dood. Als bewakers
in Solovjetsk zijn aa-gx azen die leden der
Gépéoe, die wegens misdrijven tegen de
inwendige tucht hunner instelling, wegens
opzienbarende zedenschandalen, verduiste
ringen van partijgelden en roof, naar het
hooge Noorden verbannen zijn. De gevan
genen zijn afkomstig uit den stand der
boeren (koelakken), klein-burgers en in-
tellectueelen. Ieder, die trouwens ook maar
voor het minst zijn medewerking aan de
Sovjetpolitiek weigert, of van weigering
verdacht wordt, kan zonder verdere waar
schuwing gearresteerd en naar het Noorden
overgebracht worden. Een groot voordeel
dezer streken voor den Sovjetstaat is, dat
de bewakingsdiensten er minder streng be
hoeven te zijn dan elders in Rusland daar
de voortvluchtige in deze woeste streken
noch huisvesting, noch voedsel vindt op zijn
moeilijken tocht.
Dit wil dus zeggen, dat de Sovjets voor
nemens zijn, om met behulp van buiten
landsche banklichamen een nieuw bagno
in te richten, waarin het lichamelijk en ze
delijk lijden der politiek veroordeelden, die
tot dwangarbeid gedoemd zijn, dat der
.meest beruchte bagno's welke de geschie
denis kent, in de schaduw stelt.
Het is bekend, dat het bolsjewisme in
het groot-kapitalisme zijn tegennatuurlij
ken bondgenoot vindt. Zelden is echter de
afschuwelijke onzedelijkheid dezer samen
werking in een zoo schrille belichting ge
plaatst als in het „zaakje" dat nabij Kola
wordt voorbereid, en waarin de eene par
tij de fondsen, de andere „bijzonder goed-
koope werkkrachten" aanbrengt. Mocht
de onderneming doorgaan, dan is tegen
deze voorbereide dumping van de buiten
landsche markt met voordeelige kali-pro
ducten, waarschijnlijk geen concurrentie
Hoewel volkomen overtuigd zijnde van
de goede trouw dezer hoógleeraren zal de
openbare meening in ons land zich toch
afvragen of het in dergelijke omstandig
heden gewenscht wordt geoordeeld, dat
Nederlandsche professoren hun vacantie
benutten om hiertoe hun medewerking te
verleenen.
BELG1E
EEN SLACHTOFFER VAN DE
SOWJETS?
Het tragische geval van ingenieur Hancart
Door het Belgische departement van
Buitenlandsche zaken is een onderzoek in
gesteld naar het lot van een in Rusland
verblijvend Belgisch ingenieur, Max Han
cart, die, in zeer geheimzinnige omstan
digheden, spoorloos blijkt te zijn verdwe
nen. Ingenieur Hancart, wonende te \Vla-
dimir, Oeritskaïn no. 12, was, in 1922, na
32 jaar lang werkzaam te zijn geweest in
de Russische mijnen te Taganrog en Pob-
jedenka, volslagen blind geworden. Het was
hem gelukt zijn gezin naar België te repa-
trieeren en stond op het punt zelf naar
zijn vaderland terug te keeren, toen hij, op
20 Mei 1929, telefonisch door den rech
ter van instructie, als getuige in een drin
gende zaak, werd ontboden. Door de
rechtbank ondervraagd over het geval van
twee beklaagden, dat hem onbekend was,
werd de blinde man door den rechter in
staat van beschuldiging gesteld wegens
anti-revolutionaire daden en sabotage in
de mijnen. Bij besluit Can den Gepeoe zou
hem vervolgens alle verblijf zijn ontzegd in
zes steden: Petersburg, Moskou, Kiew,
Odessa, Rostow, Kharkhof, de eenige waar
hij een visum voor zijn terugkeer naar Bel
gië kon bekomen. Tevens weigerden de
Russische autoriteiten de uitbetaling van
het pensioen, waarvoor hij de wettelijke
stortingen had gedaan, te verzekeren en
werd, bij zijn dossier, een nota gevoegd,
het, tot alle Russische geneesheeren gerich
te verbod behelzend, hem het wettelijke
certificaat van blindheid te bezorgen De
in België teruggekeerde familie van ir.
Hancart vreest, dat hij, sedertdien, van hon
ger en ontbering is omgekomen.
DUITSCHLAND
ARBEIDSPLICHT IN DUITSCHLAND?
Ontginning enz. voor werkloozen.
Omtrent de plannen der regeering weet
de „Deutsche Allgemeine Zeitung" nog na
der te berichten, dat het eveneens in de
bedoeling der regeering ligt, een soort
plaatselijk begrensden arbeidsplicht voor
de werkloozen in te voeren.
De commissaris der oostelijke provincies,
R.K. BIJZONDERE LA
GERE SCHOOL TE LEI
DEN, aan den Zoeterw.
Singel, gisteren geopend. -
Bestuur en genoodigden.
Morgen zal, wegens de jaarlijksche
3 October-viering te Leiden, „De
Leidsche Courant" niet verschijnen
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Weer een slachtoffer der Sovjets?
Zal er voor werkloozen in Duitschland
een arbeidsplicht worden ingevoerd?
Een Chineesche stad door bandieten ver
overd. Achtduizend personen gedood.
BINNENLAND.
De beteekenis van de Vrijwillige Ouder-
doms-Verzekering (2de blad).
Een poging tot moord te 's-Gravenhage.
(Gem. Berichten, 3de blad).
De crisis in land- en tuinbouw. -- Een
beschouwing (2de blad).
Het tweede postvliegtuig van den ge-
regelden dienst op Indië is hedenmorgen
vertrokken. (Laatste berichten).
OMGEVING.
De harddraverijen te Lisse (3de blad).
rijksminister Treviranus, zou gemachtigd
worden, om de werkloozen, die recht heb
ben op ondersteuning in verhouding tot
de subsidie, die zij uit de rijkskas ontvan
gen hebben, te verplichten, ontginnings
werk te verrichten, wegen aan te leggen,
enz.
Een algemeene arbeidsplicht zou daaren
tegen zoo hooge kosten met zich brengen
voor huisvesting, vervoer, controle enz.,
dat men hieraan voorloopig niet kan den
ken.
Intusschen zal men in het oosten ver
schillende gegevens kunnen verzamelen
en ervaringen kunnen opdoen, die van nut
kunnen zijn voor een eventueele urr.nret-
ding van deze maatregelen.
DE PRUISISCHE LANDDAG.
De a.s. zitting belooft interessant
te worden.
De bijeenkomst van het senioren-convent
van den Pruisischen landdag is tegen de oor
spronkelijke bedoelingen in reeds op aan
staanden Maandag vastgesteld.
Behalve de reeds ingediende voorstellen,
om den landdag te ontbinden, is thans ook
door de communisten een motie van wan
trouwen tegen de staats regeering inge
diend, zoodat men rekenen kan op een
heftig politiek debat en een zeer interes
sante stemming.
DE ZAAK-BöSS.
Het vonnis in eerste instantie veranderd.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat in de aan
gelegenheid van burgemeester Boss het
„Oberwaltungsgericht" het vonnis in eer
ste instantie van 2 Mei 1930 in zooverre
heeft veranderd, dat beklaagde met een
geldboete gestraft wordt gelijkstaande met
het salaris van een maand. De proceskos
ten komen ten zijnen laste. Verder krijgt
hij vol pensioen. Ook is het besluit tot ont
slag vervallen. Ten slotte wordt geconsta
teerd, dat hij zich correct gedragen heeft;
alleen de kwestie van den bontjas was een
ernstige fout.
Men zal zich herinneren, dat burge
meester Böss beschuldigd werd bij zijn
ambtsvervulling zijn plicht niet te hebben
gedaan in zooverre, dat hij niet voldoende
gebruik heeft gemaakt van zijn recht tot
controle. Daardoor is het mogelijk gewor
den, dat de Berlijnsche Stadtbank de ge
broeders Sklarek voor millioenen credieten
kon verstrekken, hetgeen de stad Berlijn
buitengewoon groote verliezen heeft berok
kend. Bovendien werd den burgemeester
verweten in zijn optreden buiten dienst
aan de waardigheid van zijn ambt te kort
te hebben gedaan, doordat hij zich finan
cieele voordeelen liet verschaffen door per
sonen, die in zakenverhouding tot de stad
stonden. In dit opzicht was voor het von
nis in eersten aanleg de bekende geschie
denis met den bontjas van mevrouw Böss
van beslissende beteekenis.
Burgemeester Böss, die in eerste instan
tie tot ontslag met toekenning van drie
vierde van zijn wettig pensioen als „onder
steuning" was verooi'deeld, is steeds op
het standpunt blijven staan, dat hij bij den
grooten omvang van zijn ambt onmoge
lijk alle takken van dienst zoo nauwkeu
rig kon nagaan als van hem achteraf ver
langd werd en dat hij ook in het geval
van den aankoop van een pelsjas in het ge
heel niet er aan gedacht had iets incor
rects te doen.