j. P. V. HENEGOUWEN WINKELWEEKNUMMER VAN DE LEIDSCHE COURANT WOENSDAG 24 SEPTEMBER 193Ö DE FILM WORDT BREEDER! Voordeelen en gevaren. In de filmtechniek maken we de eene omwenteling na de arid6re mee. Na de klank- en gekleurde film komt nu de bree- de film, blijkbaar als Voorlooper van een plastische film. In ieder geval zijn zulke reusachtige filmbeelden op het oogenblik de nieuwste sensatie in de Amerikaanschè bioscopen. De thans gebruikte standaardfilm heeft een breedte van 35 m.M. Aan eiken kant dient èen strook van 4,5 m.M. breedte met perforaties voor de achtorwaartsche bewe ging van den filmrol met behulp van tran- radtrommels. De eigenlijke opnamen heb ben een hoogte van 18 rp.M. bij èen breed te van 24 m.M.; deze breedte wordt bij de klankfilms echter nog met 2 m.M. vermin derd met het oog op de te registreeren ge luiden, zoodat daarbij de vorm. bijna vier kant Wordt. 35 Jaar geleden, in het allereerste sta dium van de filmtechniek, had men een on telbaar aantal versehillende formaten. In zijn in 1899 verschenen boek beschreef Hop wood meer dan 100 verschillende grootten. Dat men tenslotte algemeen kwam tob de standaardbreedte van 35 m.M., wat ook noodig was om de films over de geheele wereld te kunnen vertoonen, was te danken aan het toeval: Edison in Amerika en de gebroeders Lumière in Frankrijk, die destijds de twee machtigste filmconcerns behèerschfcen, hadden onaf hankelijk van elkaar nagenoeg hetzelfde formaat gekozen dat vrijwel overeenstemt mefc het tegenwoordige standaard formaat. Vroeger varieerde eveneehs de snelheid van het afdraaien en wel van 8 tot 00 prentjes per seconde. Hier is de normali- satie (>pas gekomen met de klankfilms, waarbij 24 beeldjes per seconde worden afgedraaid, zoowel bij de opname als bij de vertooning. Tegenwoordig schijnt de jarenlang onbe twiste alleenheerschappij van de 35 m.M. breede film haaf einde te naderen. In Ame rika werd ijverig propaganda gemaakt voor bréedere films. In Juli 1929 kwam de Pa ramount te voorschijn met de Magna-Film, die 56 ïü.M. breed was bij een normale hoogte van 18 m.M. In Augustus ,1929 volg de Spoor-Bëfggreen met een breedte van 63 m.M. Het Föx-Grahdeur formaat is *70 m.M. breed; het formaat van de eigenlijke opname is 48 bij 23 m.M. en de strook voor de registratie der klanken is 10 m.M. breed geworden. Er zijn verschillende redenen, waarom men thans weer tot de grootere formaten terugkeert. Ten eerste maakt men daar door betere fotografische opnamen moge lijk; door dé grofkorreligheid van de te genwoordig in gebruik zijnde, zeer gevoe lige emulsie was dit niet te liereiken met de normale film. Bovendien oefent het grootere doek een suggestieven invloed uit op den toeschouwer. Tenslotte is de stoot tot het invoeren der breede films gegeven door de klankfilm, aangezien de registra tie der klanken het beeld nog beduidend smaller maakfc en bovendien de verbree ding vap. de daarvoor bestemde -strook gunstig welkt op de kwaliteit van het weergegeven geluid. Natuurlijk is het verkrijgen van een grooter beeld op het doek in laatste in stantie afhankelijk van het projectietoe stel. In het Ufa-palast bij den Berlijnschen dierentuin werden reeds meermalen groo tere films vertoond. Bij de Napoleonfilm van Abel Gancfe werd het doek in drieën verdeeld, dus naar links en rechts ver lengd; in enkele scènes van „Wings", „Frou in Nónd" en „Cilly" werd gebruik gemaakt van het z.g. magnöscoop-effect, waarbij het beeld naar alle vier de kanten evenredig vergroot wordt. Tenslotte moet nog de ingenieuse methode van den En- gelsoben uitvinder Fear vérméld worden, die op het filmbeeld van 18 bij 24 m.M. wordt vastgelegd, wat normaal zou moeten komen op een beeldje van 18 bij 46 m.M. Bij het afdraaien van de film wordt dan in tegengestelden zin van een prisma gebruik gemaakt, zoodat men op het doek een beeld van normale hoogte en bijna dubbele breedte verkrijgt. De suggestieve invloed, die uitgaat van een reusachtig doelt, dat een ge-heeleii wand beslaat, is bij de-methode van Fear dezelfde als bij de breede film in den eigen lijken zin van het wöord. Maar met films van normale afmetingen is niet te berei ken, wat de onvervalschte breede film geeft, n.l. de buitengewone diepte in het beeld. Bij het opnemen van de breede film maakt men n.l. gebruik van een geheel nieuwe optiek, waarbij de opnamen belang rijk winnen aan diepte èh veel groötére ge zichtshoeken voorkomen. Zoo bestaat er een reusachtig doek van 10 maal 14 M. in het Roxy Palace te New York, waarop men de personen op den achtergrond even scherp ziet als die op den voorgrond. Tenslotte kan de toeschouwer niet ten volle alle4 verwerken, wat het groote d ^ek hem te zien geeft, maar moet hij zijn aan dacht conccntreeren op ee: gedeelte daar van. Dit is echter geheel in strijd met de tot 11U toe gevolgde methode van montage. Tot nil toe werd de. toeschouwer door de regisseur meegenomen door een serie van op elkaar volgende scènes, waarbij telkens alleen het voornaamste werd opgenomen, wat op het verhaal betrekking had. Hij kreeg te zien wat. er op dat oogenblik juist op aankwam, maar had geen gelegenheid om t-e letten op de bijzaken, eenvoudig omdat die bijzaken in het geheel niet op de film voorkwamen, Bij de breede film wordt nu echter de methode der montage vervangen door de methode van het panorama. Ongetwijfeld ontstaat daardoor het gevaar, dat de actie, die door de klankflim toch al minder over- DE OPENING DER LEIDSCHE WINKELWEEK DOOR WETHOUDER AUG. L. REIMERINGER. Hedenmiddag te 2 uur had in den foyer der Stadsgehoorzaal de officieele opening der Leidschè Winkelweek plaats. Onder de verschillende aanwezigen merkten we o.m. behalve den loco-burge meester wethouder Aug. L. Reimeringer, die de officieele opening zou verrichten, op wethouder Tepe, den gemeente-secreta ris, mr. dr. C. E. van Strijen, vertegen woordigers der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland, Van de Leidschè Middenstands-Centrale en de verschillende middenstandsvereenigingén, benevèns tal van deelnemende winkeliers. De bijeenkomst werd geopend door den voorzitter der Winkelweekcommissie, den heer J. M. Meyers, die de volgende rede hield. Rede J. M. Meyers. Aan mij, als voorzitter der Leidschè Win kelweek 1930, valt de eer te beurt u allen hier een welkom te mogen toeroepen. In het bijzonder begroet ik hier den Edel- achtbaren heer Reimeringer als Loco-Bur gemeester on^er Gemeente, alsmede de hooggeachte heeren Wethouders en uit naam der Leidsehe Winkelstand breng ik u dank dat u ondanks uw vele werkzaam heden deze Winkelweek toch hebt willen openen, waarin wij meenen hét bewijs te mogen zien, dat ons streven om door sa menwerking het hoofd te bieden aan de groote moeilijkheden waarvoor ook net winkelbedrijf- zich in deze overgangstijd geplaatst ziet, door u en uw geacht Col lege wordt gewaardeerd en waar mogelijk gesteund. Groot genoegen dóet ons ook de aanwe zigheid van de afgevaardigden der Kamer van Koophandel voor Rijnland en ik neem deze gelegenheid gaarne te baat om u te zeggen, dat het zeer vele werk, door de voorzitter en den secretaris voor dit Dis trict in heb algemeen en voor Leiden in het bijzonder gepresteerd, door den Leïd- sc-hen Winkelstand steeds beter wórdt be grepen en gewaardeerd. Verder heèt ik hier welkom de Vertegen woordigers! der Middenstands-Gentra-le en der Middenstandsvereenigingen, die wij al len danken voor hun medewerking en be langstelling o"m bij deze opening tegen woordig te willen zijn. Waarover zou men bij een Winkelweek anders spreken dan over winkels, winkelen en winkeliers 1 Het ligt geenszins in mijn bedoeling u over dit alles met een gedetailleerde ver handeling te vermoeien, maar wel wilt u mij veroorloven slechts een kort en naar ik hoop duidelijk beeld te geven van de ver anderingen en moeilijkheden in het winkel bedrijf, welke wij willen overwinnen door een krachtig streven om de taak waarvoor wij geplaatst zijn correct en tot ieders te vredenheid uit te voeren. Een der voornaamste voorwaarden om onze distributie-taak in dezen tijd naar behooren te vervullen, lijkt mij het beschik ken over een groot aanpassingsvermogen en een groote soepelheid tot de juiste grens. Wij meksehen Van dezen tijd hebben op dit eerste punt heel wat voor op de vroe gere aardbewoners, want er zullen weinig tijden in de geschiedenis zijn geweest waarin er zoo een schitterende gelegenheid heeft bestaan om het aanpassingsvermo gen te ontwikkelen. -De laatste zestien jaar, vanaf 1914 tot heden, is één gröote overgangsperiode ge weest, Waarvan het eind er nog niet is. Niet geleidelijk, doch met geweldige schok ken is alles uit zijn oude voegen geslagen, en dan is altijd nog het beste middel ge bleken: „Zoo snel mogelijk aanpassen en Opbouwen op de nieuwe voorwaarden". Ook de handel en niet het minste de detailhandel zag zich daarbij voor proble men van allerlei aard geplaatst. De voor naamste daarvan wil ik hier even uiteen zetten. Hèt eerstè èn moeilijkste was wel de groote risico's van het zaken doen tijdens en na den oorlog. Van dezen tijd, welke door velen als zoó buitengewoon vöord'ee- lig werd aangezien, staat dit nu wel vast: dat ei' in de meeste zaken zeel' veel koop- mansbeleid is noödig geweest oïk dè schijn winsten dier jaren niet in groote verliezen te doen veranderen. Een tweede ook niet gemakkelijke Vraag was, hoe te voorzien in de toenemende ka pitaal-behoefte, welke mede ontstond in verband met de veel grootere sorteering goederen, in zoo een snel tempo door de industrie voortgebracht. En als derde punt wil ik nog de aan dacht vestigen op den groofcen aanval door Coöperatie- en Kapitaal-organisatie op het particulier MiddensbandZbedrijf gedaan. Laat ik hier alleen het volgende zeggen: De eerfetö hééft wel ervaren, dat goéd win kelier zijn nog zoo eenvoudig niet is. De Kapitaal-organisaties welke wij vAil- daag onder meerdere belichaamd zien in de Warenhuizen enzoovoort, blijken on danks hun luxè en Weelderige inrichtingen (of misschien juist daardoor) een voortdu rende eh kostbare reclame-campagne te moeten voeren om den verkoop, dien zij hoodig hebben naar zich toe te trekkèn. En als beste bewijs, dat het publiek des ondanks niet blind is voor de voordeelen Van allerlei aard, welke hun door de Mid denstandszaken wordt geboden en deze wel op prijs stelt, mogen geldèn de cijfers Wel ke Voor enkele maanden Werden gegeven in een Duitsch handelstijdschrift en Avaar- uib blijkt, dat in Duitschland, Waar liet Warenhuiswezen veel sterker is ontwikkeld dan hier té lande, deze warenhuizen van den totalen verkoop in het Duitsche rijk nog geen 7 pet. konden boeken en dus nog 1'uitu 93 pet. der omzet voor rekening der Middenstandsbedrijven bleef. Maar laat de Middenstand goed begrij pen, dat het oudé spreekwoord „Eendracht maakt macht" nog niet verouderd is. Wij vertrouwen, dat deze Winkelweek dit weer overtuigend zal bewijzen. Wij staan voor de cJpening der Leidsehe Winkelweek 1930. De groote inzet voor deze winkelweek is het winnen der publieke belangstelling voor onze eigen zaken in het bijzonder maar ook voor Leiden als de koopstad van Rijnland in het algemeen. Wij hopen dit te bereiken door elk goed nieuw artikel, dab wordt uitgebracht, zoo snel en voordeelig mogelijk onder hèt be reik van hèt publiek te brengen. Om door een correcte en aangename be diening te toonen, dat ook Leiden het woord „s-ervice" begrijpt. En tenslotte onze etalages steeds zoo te verzorgen, dat zij een doorloopèndo attractie voor het publiek zijn en hun aan dacht ten volle waard. Wanneer u dan ook dezer dagen door Leiden's winkelstraten gaat zult u onge twijfeld tot de conclusie komen, dat ten opzichte van het laatste door de winke liers veel, neen laat Ik zeggen alles is ge daan en zonder het uitzicht op een prijs of onderscheiding Avhai'doór zij toonen te be grijpen dat de inzet dezer winkelweek daar ver boven gaat. Maar Wanneer nu door den winkelstand >ile9 is gedaan op hun terrein, dan iïio- gen wij deze zoo buitengewóón gunstige ge legenheid, nu wij de hoogste bestuursleden oilzer Gemeente in ons midden hebben, niet voorbij laten gaan om ook hun mede werking te vragen. Niet voor deze, doch voor de komende winkelweek, welke wij ons zeker binnen twee jaar voorstellen te houden, zoudon wij uw medewerking willen vragen; met voor onze etalages maar voor iets, dat minstens éven belangrijk is, namelijk een betere bestrating der binnenstad. Hierna was het woord aan wethouder Aug. L. Reimeringer, tot het houden van de openingsrede. Rede loco-burgemeester. Dames en Heeren! Mijnheer de Voorzit ter der Leidsehe Winkelweek van dit jaar, ik dank U als loco-burgemeester namens het bestuur der gemeente voor de vrien delijke woorden, die U Avel aan ons heeft willen Wijden. Ik kan U de verzekering geven, dat het gemeentebestuur "Uwe actie zeer waardeert 'en ik U gaarne hulde, breng, dat ge in déze tijden van economi sche depressie U niet laat neerslaan door den nood der tijden, maar flink en ener giek aanpaktik zal daar straks nog éven op terugkomen. Mijttheèr dè Vöorziiter, U is begon nen met hèt gemeentebestuur en daarme de ook geëindigd, ik zou zeggeA met een cri de cöèuf: „geef ons betere stra ten." Ik hoop, dat die kreet weerklank zal mogen vinden in het hart van mijn gèach- ten óölléga van Fabricage, den heer Splin ter en hoop als er weder een winkelweek wordt gehöüdèil dè 'warid'èlèhde dailies éh heeren, die Uwe etalages bekijken niet ftièèï van onder tot boven besmeurd raken met den modder der straten. Mijfthêfer dê Vóöhzit'ter, U heeft eeilige grepen uit het economische levèh gedaan en gewezen 'op de groote veranderingen, die hebben plaats gehad. Ik zal U niet ill den breede daarop volgen, dat zou te lang duren en daarvoor de plaats niet. Alleen wil ik toch eene zaak naar voren brengen. Toen na den oorlog het er bijna op leek, of de middenstand zöü verdWijnen, toen is alle ï'wege de energie ontwaakt, men heeft leeren aanpakken en aanpassen en op dit oogenblik mógeft wij aanschouwen een flink georganiseerden winkelstand. „De middenstand is de ruggegraat van het economisch leven", heeft, eenmaal een be roemd Engelsch Staathuishoudkundige ge zegd. Veel is ook 'hier vèrbeterd. De jongelui cli'è ill den haftdel, in den winkel hun eer lijk Stuk brood willen verdienen, worden nu daarvoor bek>Vaam gemaakt. Men maakt veel meer werk van etalages. De winkels Avordeh tot shoAvrootns omgebouwd, be kwame étaleurs geven hunne besté krach ten dé zaken smaakvol aan het publiek te toonen en wij mogen met trots zeggen, dat Holland hierin vooraanstaat en zeker Lei den een voorname plaats inneemt. Maar toch, wil men slagen, dan komt op de per soon het meeste neer: vlug, eerlijk, attent, zich interesseerend voor hetgeen dé cliënt wenscht; dat zijn eigenschappen, die ten slotte nog den doorslag geven. Leiden, te midden eetter welvarende om geving, het rijke Rijnland, de mooiè bol lenstreek, de badplaatsen, beyatten juist die'omliggende dorpen vele vermogende bewoners. Uav ^streven is hen hierheen te krijgen en hen te' laten zien, wat in Lei den te kuêt Cn te keur te Verkrijgen is ook goéde verbindingen met Leiden kun nen daartoe medewerken en de Kamer van Koophandel töoht, dat zij daarover een geopend oog heeft en zal in dat streven zeker door hèt gemeentebestuur krachtig gesteund worden. Mijnheer de Voorzitter, go hebt het woord: „Service" aangehaald en daarin ge toond, dat ge het juiste begrip hèbt vart d.è verhoudingen. Hij, die in de eerste plaats het alg. belang dient, die diént ook zichzelf hét best. Niet pietluttig uitrekenen: wat kost mij dat en de paar dubbeltjes angstig wegen; neen, wat gij, heeren, nu hebt ge daan: aanpakken, en daarih zit de grootste verdienste van uw poging, ook be halve dat wij hopeil, dat het U toch ook profijt mogegevèrt; konlt de moreele zijde: cloor Uw jfrisèh, jeugdig optimisme, steunt ge hetl, dié bij de pakken nèderzit-ten. Uw voorbeeld geeft hun weder moed, hoop op beter tijden, ge doet als in donkeren nacht een vriendelijke zonnestraal lichten en dat is Vool' mij hét Sèhoönste \'an Uw werk. Moge alZoo deze Leidsehe Winkelweek medewerken tot meerderen bloei der ge meente in het algemeen eli voor Uwe za ken in het bijzonder. En hiermede open ik de Leidsehe Winkelweek. Ik heb gezegd. heerschend geworden is, nu geheel op een lager plan komt te staan. In de Amerikaansche artikelen over breede films wordt voortdurend gesproken van <le plastische uitwerking daarvan. Be trekkelijk is dit ook juist. Tenslotte kan elke bekwame fotograaf in zijn opnamen een zeker plastisch effect aanbrengen. De moeilijkheid bij het fotografeeren ligt zoo als bekend niet in heb .scherp stellen van heb toestel en nog .minder in het opnemen, maar in het effectvol belichten van het heele tooneel, onverschillig of er natuur lijk- of kunstlicht schijnt. Door Ben spe ciale behandeling van den achtergrond kunnen b.v. de personen op den voorgrond sterk gereleveerd Avorden, zoodat zij yilas- tisch uitkomen tegen den achtergrond. In de film AVordt deze plastische indruk ver hoogd door de beweging der objecten, die daardoor onderling verschuiven. Dit valt b.v. bijzonder in het oog als men opneemt vanuit een rijdenden trein, omdat dan de dichtstbijzijnde voonverpen veel sneller schijnen te bewegen dan de verder gelege ne. Bij de breede films Avordt de plastische indruk verhoogd door de optiek, die meer diepte geeft en bovendien op grond van de ovenveging, dat de toeschouAver toch niet heb geheele reusachtige doek tegelijk over zien kan. Het middengedeelte springt veel meer in het oog dan de zijkanten. Dit alles heeft echter niets te maken met de stereoscopische werking. Men zegt, dat men in Amerika reeds plaslische films kan maken, maar dat men om practische overAvegingen voorloopig nog niet daartoe overgaat. Het zou op deze manier tenslotte niet meer genoeg zijn, niéuwe opname- en projectietoestellen aan te schaffen, maar dan zouden alle bioscopen geheel overge- bouwd moeben worden. En die Aveelde kan zelfs het rijke Amerika zich niet permit tee Pén. In Europa heeft men zich trouwens voor de breede en de plastische film weinig ge ïnteresseerd, wat wel komen zal doordat de Europeesche filmindustrie lang niet zoo kapitaalkrachtig is als de Amerikaansche en zelfs bij alle belangstelling in de theorie voorloopig practisch niet in staat zou zijn breede films te produceeren. In Holland hebben veel bioscopen nog niet eens een bevredigende oplossing kunnen vinden, ten aanzien van de aanschaffing van toestel len voor klankfilms, wat voor hen toch een levenskwestie is. Ondanks dat, kan men er zeker van zijn, dat in korter of langer tijd ook Europa zich meer zal moeten bezighouden met de breede films. Heb is overigens eigenaardig, dat iedere nieuwe uitvinding de film opniemv afhan kelijk maakt van het tooneel. In het begin Avas de stomme film niets anders dan een surrogaat voor het tooneel. In den loop OLIE IN HET HUISOUDEN. Zorg vooral voor tijdig smeren- Hèt oliën van de Verschillende voor- Werpen in een huishouden gebeurt ge woonlijk op göèd geluk a-f en wordt nog Avel èens verwaarloosd. Een paUr druppel tjes olie, die 'men pas' toedient, wanneer men door knaPSeil of piepèrt ePaah herin nerd wordt, eh die dan nog dikwijls niet de juiste soort Olie vertegenwoordigen, kuhnen niet voldöehde zijn Vool' 'hèt be hoorlijk ondébhoud van het metaal. Het oliën dient in de eëi'ste plaats om t'UBsChen do bewegende deelen een olielaa-gjë vah vbldoende dikte tè vor men, söoodat dè wrijving verminderd wordt eh de nlachihe lahger mèe kan. Verder dient het oliëü om roest te voor-# komen. Hieruit zal wel voldoende blijken, dat olie, d'ie geschikt is voor het smeren van een ingewikkelde en gevoelige naai machine, niet zwaar genoeg is- om een voldoend-dikke laag te vot'meh bij een langzamer beWégehd èn zwaarder voor- Avei'p-, zoóals èeh óUderwëbStfh êlob. Wij möêtéh dus lidhtêre of zwaafdêfè olie kiezen naar dat hèt noodig is èh kun nen na eenigen tijd al zoovéél ervaring hierin hebben, dat wij geen fóütên meèt maikèfi. Wij zullen er maar dadelijk toe overgaan, de verschillende soorten olie te bekijken. Wij hebben in èlk huishouden noodig lo. een soort lichte olie (naaimachihe- öliè), 2o. eeh middelsoort olie (motorolie, olijfoliën cOstorólie), 3o» vèt of vaseline, ook oonsistentvet, als het niet te zwaar is en soms nog met hèt oög óp bijzöhdéfè Om- van haar ontAvikkeling heeft zij zich toen steeds meer van het tooneel verwijderd, maar nu heeft de sprekende film weer on- getAvijfeld een toenadering gebracht en het laat zich aanzien, dat hetzelfde zich her halen zal met de breede film en de ge kleurde film. M&ar ondanks dat, bestaat er een gegronde hoop, dat ook verder de vooruitgang Aran de film tot dèzelfde resul taten zal leiden: van een surrogaat van het tooneel tob een nieuwen, zelfstandigen kunstvorm. Dr. K. v. H. DE UITVINDING VAN DE NAAIMACHINE. Het is dit jaar precies een eeuw geleden, dat de naaimachine wrd uitgevonden; de Franschman Barthélemy Thimonnier, zoon van een eenvoudig werkman, is de uitvinder. Hij werd geboren te Abresle-Rhöne en leerde daar het kleermakersvak. Hoewel hem zelfs de meest elementaire begrippen omtrent machinebouw ontbraken, kwam de geniale kleermaker op de gedachte een toestel te vervaardigen, dat de bewegingen van de menschelijke hand bij het naaien zou imiteeren. Vier jaar achtereen wijdde hij zich aan deze taak en verwaarloosde hij uit den aard van de zaak zijn beroep. Men 4o. een bijzondere olie, Avaarower nog nader gesproken wordt. Nu gaan wij eebs na, Wêlké vaorwerpén o.a. geolied moeben Avorden en hoe Wij dat liet beste kunnen doen. 1. De naaimadhine. Gebruik hiervoor de olie van dezelfde maatschappij en Wanneer gij die niet dadelijk kunt krijgen, paraffine - uit de apotheek. Bij eeh trap- maohine i& héb goed Wü den riem en de bewegende deelen van den trapper in te wrijA'nn met castorolie. 2. De Stofzuiger. Ook hier krijgt u speciale olie bij, die zoo üóódig dóór pa raffine kan worden vervangen. Sómmige niet door electriciteit gedreven sbdfvegers hebben in hêb geheel geen olie noodig. 3. De gramofoom Heb is zeer noodig, deze Van tijd tót tijd sClloön te maken en te smeren mêt uurwerk-olie. Hiervoor voorkomt men tevens onnoodig lawtiai. De veer Avordt gewoonlijk goed geoliéd met een speciaal licht soort olie, Avanüeer de gramofoon door de fabriek wordt afgele verd. Als de veer er droog uitziet, kan hij bijgesmeerd wórden fflët vaseline; vodr- namelijk om roest te weren. 4. De gras snijmachine. Hiervoor moet men een van de zwaardere oliën nemen, die onder 2 genoemd zijn. 5. Klokken enhorloges. Horloges moeten worden overgelaten aan een vak man. Klókken kunnen echter gemakkelijk thuis sohoongeanaakt worden dóór iéniafld, die er een beetjö handig in is. Ze moeben uit elkaar gehaald Avorden en dan moet eerst alle oude olie verwijderd worden met een zacht borsteltje en goede benzine. Daarna moet men zé oliën met Z'oó min mogelijk, speciaal gekochte olie voor uur werken. 6. Scharen en tuinscharen. Hiervoor is oen druppeltje olie van de naaimachine genoeg. 7. Wielen van kinderwagens. Deze moeten er van tijd tot tijd afgehaald worden, waarbij alles meteen grondig Avordt schoongemaakt. Dan wordt er op nieuw geolied met motorolie of olijfolie, terwijl men er ook op moet letten, dat de S'lofbeschermerg van de veeren goed zit ten. 8. Sloten en grendels, Sloten en gren dels moeten om de drie maanden open gemaakt worden en gereinigd met benzine en een harde tandenborstel. Voor het oliën gebruikt met licht oonsistentvet of vaseline. Grendels krijgen een paar drup peltjes motor- of olijfolie. 9. Hengsels van deuren worden even eens geolied met wat motor- of olijf olie. 10. Knarsende houten oppervlakken, zoo als leden, enz., worden eerst meb fijn schuurpapier gewreven. Pas als dit niet helpt, worden ze gewreven met een kleine hoeveelheid graf it poeder. Men kan over het algemeen zoggen, dat de oude olie eerst zoo goed mogelijk verwijderd mot worden met benzine, waar na men het eerst laat drogen. Overal waar een te veel aan olie niet de werking belemmert, doet men goed eenigSZina rij kelijk te oliën met het oog op roest. Men heeft verder alleen tweö blikjes olie noodig, één van elk soort, één of twee oude tandenborstels en oude lappen om te poetsen. Vaseline en consistentvet kan men er met de vingers opsmeren. vajr d325 Winkalwesk prijzen gratis bsschik'uaar. NIEUiVSTttfPtfiLIPS RflOIO- met het Nieuwste dacht, dat hij krankzinnig was. In het jaar 1829 bereikte hij echter zijn doel en in 1830 liet hij zijn patent inschrijven. Toen op zekeren dag 'n mijnbouwkundige gelegenheid had het inge nieuse toestel te bezichtigen! nam hij Thimon nier dadelijk mee naar Parijs, omdat hij de beteekenis van de machine inzag. In Parijs stelde hij Thimoftnier in de gelegenheid een werkplaats te beginnen, maar de arbeiders kwamen tegen hem in verzet, omdat 2ij meen den, dat zij door deze naaimachine werkeloos zouden worden. Hij moest vluchten. Eerst Vele jaren later werd de uitvinder officieel gehul digd. Zijn practische machines werden steeds verbeterd en bleken den mèhdchen goede dien- Rleh te bewijzen. AALMARKT VI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11