j. P. V.
HENEGOUWEN
WINKELWEEKNUMMER VAN
DE LEIDSCHE COURANT
WOENSDAG 24 SEPTEMBER 193Ö
DE FILM WORDT BREEDER!
Voordeelen en gevaren.
In de filmtechniek maken we de eene
omwenteling na de arid6re mee. Na de
klank- en gekleurde film komt nu de bree-
de film, blijkbaar als Voorlooper van een
plastische film. In ieder geval zijn zulke
reusachtige filmbeelden op het oogenblik
de nieuwste sensatie in de Amerikaanschè
bioscopen.
De thans gebruikte standaardfilm heeft
een breedte van 35 m.M. Aan eiken kant
dient èen strook van 4,5 m.M. breedte met
perforaties voor de achtorwaartsche bewe
ging van den filmrol met behulp van tran-
radtrommels. De eigenlijke opnamen heb
ben een hoogte van 18 rp.M. bij èen breed
te van 24 m.M.; deze breedte wordt bij de
klankfilms echter nog met 2 m.M. vermin
derd met het oog op de te registreeren ge
luiden, zoodat daarbij de vorm. bijna vier
kant Wordt.
35 Jaar geleden, in het allereerste sta
dium van de filmtechniek, had men een on
telbaar aantal versehillende formaten. In
zijn in 1899 verschenen boek beschreef
Hop wood meer dan 100 verschillende
grootten. Dat men tenslotte algemeen
kwam tob de standaardbreedte van 35
m.M., wat ook noodig was om de films over
de geheele wereld te kunnen vertoonen,
was te danken aan het toeval: Edison in
Amerika en de gebroeders Lumière in
Frankrijk, die destijds de twee machtigste
filmconcerns behèerschfcen, hadden onaf
hankelijk van elkaar nagenoeg hetzelfde
formaat gekozen dat vrijwel overeenstemt
mefc het tegenwoordige standaard formaat.
Vroeger varieerde eveneehs de snelheid
van het afdraaien en wel van 8 tot 00
prentjes per seconde. Hier is de normali-
satie (>pas gekomen met de klankfilms,
waarbij 24 beeldjes per seconde worden
afgedraaid, zoowel bij de opname als bij
de vertooning.
Tegenwoordig schijnt de jarenlang onbe
twiste alleenheerschappij van de 35 m.M.
breede film haaf einde te naderen. In Ame
rika werd ijverig propaganda gemaakt voor
bréedere films. In Juli 1929 kwam de Pa
ramount te voorschijn met de Magna-Film,
die 56 ïü.M. breed was bij een normale
hoogte van 18 m.M. In Augustus ,1929 volg
de Spoor-Bëfggreen met een breedte van
63 m.M. Het Föx-Grahdeur formaat is *70
m.M. breed; het formaat van de eigenlijke
opname is 48 bij 23 m.M. en de strook
voor de registratie der klanken is 10 m.M.
breed geworden.
Er zijn verschillende redenen, waarom
men thans weer tot de grootere formaten
terugkeert. Ten eerste maakt men daar
door betere fotografische opnamen moge
lijk; door dé grofkorreligheid van de te
genwoordig in gebruik zijnde, zeer gevoe
lige emulsie was dit niet te liereiken met
de normale film. Bovendien oefent het
grootere doek een suggestieven invloed uit
op den toeschouwer. Tenslotte is de stoot
tot het invoeren der breede films gegeven
door de klankfilm, aangezien de registra
tie der klanken het beeld nog beduidend
smaller maakfc en bovendien de verbree
ding vap. de daarvoor bestemde -strook
gunstig welkt op de kwaliteit van het
weergegeven geluid.
Natuurlijk is het verkrijgen van een
grooter beeld op het doek in laatste in
stantie afhankelijk van het projectietoe
stel. In het Ufa-palast bij den Berlijnschen
dierentuin werden reeds meermalen groo
tere films vertoond. Bij de Napoleonfilm
van Abel Gancfe werd het doek in drieën
verdeeld, dus naar links en rechts ver
lengd; in enkele scènes van „Wings",
„Frou in Nónd" en „Cilly" werd gebruik
gemaakt van het z.g. magnöscoop-effect,
waarbij het beeld naar alle vier de kanten
evenredig vergroot wordt. Tenslotte moet
nog de ingenieuse methode van den En-
gelsoben uitvinder Fear vérméld worden,
die op het filmbeeld van 18 bij 24 m.M.
wordt vastgelegd, wat normaal zou moeten
komen op een beeldje van 18 bij 46 m.M.
Bij het afdraaien van de film wordt dan in
tegengestelden zin van een prisma gebruik
gemaakt, zoodat men op het doek een
beeld van normale hoogte en bijna dubbele
breedte verkrijgt.
De suggestieve invloed, die uitgaat van
een reusachtig doelt, dat een ge-heeleii
wand beslaat, is bij de-methode van Fear
dezelfde als bij de breede film in den eigen
lijken zin van het wöord. Maar met films
van normale afmetingen is niet te berei
ken, wat de onvervalschte breede film
geeft, n.l. de buitengewone diepte in het
beeld. Bij het opnemen van de breede film
maakt men n.l. gebruik van een geheel
nieuwe optiek, waarbij de opnamen belang
rijk winnen aan diepte èh veel groötére ge
zichtshoeken voorkomen. Zoo bestaat er een
reusachtig doek van 10 maal 14 M. in het
Roxy Palace te New York, waarop men
de personen op den achtergrond even
scherp ziet als die op den voorgrond.
Tenslotte kan de toeschouwer niet ten
volle alle4 verwerken, wat het groote d ^ek
hem te zien geeft, maar moet hij zijn aan
dacht conccntreeren op ee: gedeelte daar
van. Dit is echter geheel in strijd met de
tot 11U toe gevolgde methode van montage.
Tot nil toe werd de. toeschouwer door de
regisseur meegenomen door een serie van
op elkaar volgende scènes, waarbij telkens
alleen het voornaamste werd opgenomen,
wat op het verhaal betrekking had. Hij
kreeg te zien wat. er op dat oogenblik juist
op aankwam, maar had geen gelegenheid
om t-e letten op de bijzaken, eenvoudig
omdat die bijzaken in het geheel niet op de
film voorkwamen,
Bij de breede film wordt nu echter de
methode der montage vervangen door de
methode van het panorama. Ongetwijfeld
ontstaat daardoor het gevaar, dat de actie,
die door de klankflim toch al minder over-
DE OPENING DER LEIDSCHE
WINKELWEEK
DOOR WETHOUDER
AUG. L. REIMERINGER.
Hedenmiddag te 2 uur had in den foyer
der Stadsgehoorzaal de officieele opening
der Leidschè Winkelweek plaats.
Onder de verschillende aanwezigen
merkten we o.m. behalve den loco-burge
meester wethouder Aug. L. Reimeringer,
die de officieele opening zou verrichten, op
wethouder Tepe, den gemeente-secreta
ris, mr. dr. C. E. van Strijen, vertegen
woordigers der Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Rijnland, Van de Leidschè
Middenstands-Centrale en de verschillende
middenstandsvereenigingén, benevèns tal
van deelnemende winkeliers.
De bijeenkomst werd geopend door den
voorzitter der Winkelweekcommissie, den
heer J. M. Meyers, die de volgende rede
hield.
Rede J. M. Meyers.
Aan mij, als voorzitter der Leidschè Win
kelweek 1930, valt de eer te beurt u allen
hier een welkom te mogen toeroepen.
In het bijzonder begroet ik hier den Edel-
achtbaren heer Reimeringer als Loco-Bur
gemeester on^er Gemeente, alsmede de
hooggeachte heeren Wethouders en uit
naam der Leidsehe Winkelstand breng ik
u dank dat u ondanks uw vele werkzaam
heden deze Winkelweek toch hebt willen
openen, waarin wij meenen hét bewijs te
mogen zien, dat ons streven om door sa
menwerking het hoofd te bieden aan de
groote moeilijkheden waarvoor ook net
winkelbedrijf- zich in deze overgangstijd
geplaatst ziet, door u en uw geacht Col
lege wordt gewaardeerd en waar mogelijk
gesteund.
Groot genoegen dóet ons ook de aanwe
zigheid van de afgevaardigden der Kamer
van Koophandel voor Rijnland en ik neem
deze gelegenheid gaarne te baat om u te
zeggen, dat het zeer vele werk, door de
voorzitter en den secretaris voor dit Dis
trict in heb algemeen en voor Leiden in
het bijzonder gepresteerd, door den Leïd-
sc-hen Winkelstand steeds beter wórdt be
grepen en gewaardeerd.
Verder heèt ik hier welkom de Vertegen
woordigers! der Middenstands-Gentra-le en
der Middenstandsvereenigingen, die wij al
len danken voor hun medewerking en be
langstelling o"m bij deze opening tegen
woordig te willen zijn.
Waarover zou men bij een Winkelweek
anders spreken dan over winkels, winkelen
en winkeliers 1
Het ligt geenszins in mijn bedoeling u
over dit alles met een gedetailleerde ver
handeling te vermoeien, maar wel wilt u
mij veroorloven slechts een kort en naar ik
hoop duidelijk beeld te geven van de ver
anderingen en moeilijkheden in het winkel
bedrijf, welke wij willen overwinnen door
een krachtig streven om de taak waarvoor
wij geplaatst zijn correct en tot ieders te
vredenheid uit te voeren.
Een der voornaamste voorwaarden om
onze distributie-taak in dezen tijd naar
behooren te vervullen, lijkt mij het beschik
ken over een groot aanpassingsvermogen
en een groote soepelheid tot de juiste
grens.
Wij meksehen Van dezen tijd hebben op
dit eerste punt heel wat voor op de vroe
gere aardbewoners, want er zullen weinig
tijden in de geschiedenis zijn geweest
waarin er zoo een schitterende gelegenheid
heeft bestaan om het aanpassingsvermo
gen te ontwikkelen.
-De laatste zestien jaar, vanaf 1914 tot
heden, is één gröote overgangsperiode ge
weest, Waarvan het eind er nog niet is.
Niet geleidelijk, doch met geweldige schok
ken is alles uit zijn oude voegen geslagen,
en dan is altijd nog het beste middel ge
bleken: „Zoo snel mogelijk aanpassen en
Opbouwen op de nieuwe voorwaarden".
Ook de handel en niet het minste de
detailhandel zag zich daarbij voor proble
men van allerlei aard geplaatst. De voor
naamste daarvan wil ik hier even uiteen
zetten.
Hèt eerstè èn moeilijkste was wel de
groote risico's van het zaken doen tijdens
en na den oorlog. Van dezen tijd, welke
door velen als zoó buitengewoon vöord'ee-
lig werd aangezien, staat dit nu wel vast:
dat ei' in de meeste zaken zeel' veel koop-
mansbeleid is noödig geweest oïk dè schijn
winsten dier jaren niet in groote verliezen
te doen veranderen.
Een tweede ook niet gemakkelijke Vraag
was, hoe te voorzien in de toenemende ka
pitaal-behoefte, welke mede ontstond in
verband met de veel grootere sorteering
goederen, in zoo een snel tempo door de
industrie voortgebracht.
En als derde punt wil ik nog de aan
dacht vestigen op den groofcen aanval door
Coöperatie- en Kapitaal-organisatie op het
particulier MiddensbandZbedrijf gedaan.
Laat ik hier alleen het volgende zeggen:
De eerfetö hééft wel ervaren, dat goéd win
kelier zijn nog zoo eenvoudig niet is.
De Kapitaal-organisaties welke wij vAil-
daag onder meerdere belichaamd zien in
de Warenhuizen enzoovoort, blijken on
danks hun luxè en Weelderige inrichtingen
(of misschien juist daardoor) een voortdu
rende eh kostbare reclame-campagne te
moeten voeren om den verkoop, dien zij
hoodig hebben naar zich toe te trekkèn.
En als beste bewijs, dat het publiek des
ondanks niet blind is voor de voordeelen
Van allerlei aard, welke hun door de Mid
denstandszaken wordt geboden en deze wel
op prijs stelt, mogen geldèn de cijfers Wel
ke Voor enkele maanden Werden gegeven
in een Duitsch handelstijdschrift en Avaar-
uib blijkt, dat in Duitschland, Waar liet
Warenhuiswezen veel sterker is ontwikkeld
dan hier té lande, deze warenhuizen van
den totalen verkoop in het Duitsche rijk
nog geen 7 pet. konden boeken en dus nog
1'uitu 93 pet. der omzet voor rekening der
Middenstandsbedrijven bleef.
Maar laat de Middenstand goed begrij
pen, dat het oudé spreekwoord „Eendracht
maakt macht" nog niet verouderd is. Wij
vertrouwen, dat deze Winkelweek dit weer
overtuigend zal bewijzen.
Wij staan voor de cJpening der Leidsehe
Winkelweek 1930.
De groote inzet voor deze winkelweek
is het winnen der publieke belangstelling
voor onze eigen zaken in het bijzonder
maar ook voor Leiden als de koopstad van
Rijnland in het algemeen.
Wij hopen dit te bereiken door elk goed
nieuw artikel, dab wordt uitgebracht, zoo
snel en voordeelig mogelijk onder hèt be
reik van hèt publiek te brengen.
Om door een correcte en aangename be
diening te toonen, dat ook Leiden het
woord „s-ervice" begrijpt.
En tenslotte onze etalages steeds zoo
te verzorgen, dat zij een doorloopèndo
attractie voor het publiek zijn en hun aan
dacht ten volle waard.
Wanneer u dan ook dezer dagen door
Leiden's winkelstraten gaat zult u onge
twijfeld tot de conclusie komen, dat ten
opzichte van het laatste door de winke
liers veel, neen laat Ik zeggen alles is ge
daan en zonder het uitzicht op een prijs of
onderscheiding Avhai'doór zij toonen te be
grijpen dat de inzet dezer winkelweek daar
ver boven gaat.
Maar Wanneer nu door den winkelstand
>ile9 is gedaan op hun terrein, dan iïio-
gen wij deze zoo buitengewóón gunstige ge
legenheid, nu wij de hoogste bestuursleden
oilzer Gemeente in ons midden hebben,
niet voorbij laten gaan om ook hun mede
werking te vragen.
Niet voor deze, doch voor de komende
winkelweek, welke wij ons zeker binnen
twee jaar voorstellen te houden, zoudon
wij uw medewerking willen vragen; met
voor onze etalages maar voor iets, dat
minstens éven belangrijk is, namelijk een
betere bestrating der binnenstad.
Hierna was het woord aan wethouder
Aug. L. Reimeringer, tot het houden van
de openingsrede.
Rede loco-burgemeester.
Dames en Heeren! Mijnheer de Voorzit
ter der Leidsehe Winkelweek van dit jaar,
ik dank U als loco-burgemeester namens
het bestuur der gemeente voor de vrien
delijke woorden, die U Avel aan ons heeft
willen Wijden. Ik kan U de verzekering
geven, dat het gemeentebestuur "Uwe actie
zeer waardeert 'en ik U gaarne hulde,
breng, dat ge in déze tijden van economi
sche depressie U niet laat neerslaan door
den nood der tijden, maar flink en ener
giek aanpaktik zal daar straks nog éven
op terugkomen.
Mijttheèr dè Vöorziiter, U is begon
nen met hèt gemeentebestuur en daarme
de ook geëindigd, ik zou zeggeA met
een cri de cöèuf: „geef ons betere stra
ten." Ik hoop, dat die kreet weerklank zal
mogen vinden in het hart van mijn gèach-
ten óölléga van Fabricage, den heer Splin
ter en hoop als er weder een winkelweek
wordt gehöüdèil dè 'warid'èlèhde dailies éh
heeren, die Uwe etalages bekijken niet
ftièèï van onder tot boven besmeurd raken
met den modder der straten.
Mijfthêfer dê Vóöhzit'ter, U heeft eeilige
grepen uit het economische levèh gedaan
en gewezen 'op de groote veranderingen,
die hebben plaats gehad. Ik zal U niet ill
den breede daarop volgen, dat zou te lang
duren en daarvoor de plaats niet. Alleen
wil ik toch eene zaak naar voren brengen.
Toen na den oorlog het er bijna op leek,
of de middenstand zöü verdWijnen, toen is
alle ï'wege de energie ontwaakt, men heeft
leeren aanpakken en aanpassen en op dit
oogenblik mógeft wij aanschouwen een
flink georganiseerden winkelstand. „De
middenstand is de ruggegraat van het
economisch leven", heeft, eenmaal een be
roemd Engelsch Staathuishoudkundige ge
zegd.
Veel is ook 'hier vèrbeterd. De jongelui
cli'è ill den haftdel, in den winkel hun eer
lijk Stuk brood willen verdienen, worden
nu daarvoor bek>Vaam gemaakt. Men maakt
veel meer werk van etalages. De winkels
Avordeh tot shoAvrootns omgebouwd, be
kwame étaleurs geven hunne besté krach
ten dé zaken smaakvol aan het publiek te
toonen en wij mogen met trots zeggen, dat
Holland hierin vooraanstaat en zeker Lei
den een voorname plaats inneemt. Maar
toch, wil men slagen, dan komt op de per
soon het meeste neer: vlug, eerlijk, attent,
zich interesseerend voor hetgeen dé cliënt
wenscht; dat zijn eigenschappen, die ten
slotte nog den doorslag geven.
Leiden, te midden eetter welvarende om
geving, het rijke Rijnland, de mooiè bol
lenstreek, de badplaatsen, beyatten juist
die'omliggende dorpen vele vermogende
bewoners. Uav ^streven is hen hierheen te
krijgen en hen te' laten zien, wat in Lei
den te kuêt Cn te keur te Verkrijgen is
ook goéde verbindingen met Leiden kun
nen daartoe medewerken en de Kamer van
Koophandel töoht, dat zij daarover een
geopend oog heeft en zal in dat streven
zeker door hèt gemeentebestuur krachtig
gesteund worden.
Mijnheer de Voorzitter, go hebt het
woord: „Service" aangehaald en daarin ge
toond, dat ge het juiste begrip hèbt vart d.è
verhoudingen. Hij, die in de eerste plaats
het alg. belang dient, die diént ook zichzelf
hét best. Niet pietluttig uitrekenen: wat
kost mij dat en de paar dubbeltjes angstig
wegen; neen, wat gij, heeren, nu hebt ge
daan: aanpakken, en daarih zit de
grootste verdienste van uw poging, ook be
halve dat wij hopeil, dat het U toch ook
profijt mogegevèrt; konlt de moreele zijde:
cloor Uw jfrisèh, jeugdig optimisme, steunt
ge hetl, dié bij de pakken nèderzit-ten. Uw
voorbeeld geeft hun weder moed, hoop op
beter tijden, ge doet als in donkeren nacht
een vriendelijke zonnestraal lichten en dat
is Vool' mij hét Sèhoönste \'an Uw werk.
Moge alZoo deze Leidsehe Winkelweek
medewerken tot meerderen bloei der ge
meente in het algemeen eli voor Uwe za
ken in het bijzonder. En hiermede open ik
de Leidsehe Winkelweek. Ik heb gezegd.
heerschend geworden is, nu geheel op een
lager plan komt te staan.
In de Amerikaansche artikelen over
breede films wordt voortdurend gesproken
van <le plastische uitwerking daarvan. Be
trekkelijk is dit ook juist. Tenslotte kan
elke bekwame fotograaf in zijn opnamen
een zeker plastisch effect aanbrengen. De
moeilijkheid bij het fotografeeren ligt zoo
als bekend niet in heb .scherp stellen van
heb toestel en nog .minder in het opnemen,
maar in het effectvol belichten van het
heele tooneel, onverschillig of er natuur
lijk- of kunstlicht schijnt. Door Ben spe
ciale behandeling van den achtergrond
kunnen b.v. de personen op den voorgrond
sterk gereleveerd Avorden, zoodat zij yilas-
tisch uitkomen tegen den achtergrond. In
de film AVordt deze plastische indruk ver
hoogd door de beweging der objecten, die
daardoor onderling verschuiven. Dit valt
b.v. bijzonder in het oog als men opneemt
vanuit een rijdenden trein, omdat dan de
dichtstbijzijnde voonverpen veel sneller
schijnen te bewegen dan de verder gelege
ne. Bij de breede films Avordt de plastische
indruk verhoogd door de optiek, die meer
diepte geeft en bovendien op grond van de
ovenveging, dat de toeschouAver toch niet
heb geheele reusachtige doek tegelijk over
zien kan. Het middengedeelte springt veel
meer in het oog dan de zijkanten.
Dit alles heeft echter niets te maken
met de stereoscopische werking. Men zegt,
dat men in Amerika reeds plaslische films
kan maken, maar dat men om practische
overAvegingen voorloopig nog niet daartoe
overgaat. Het zou op deze manier tenslotte
niet meer genoeg zijn, niéuwe opname- en
projectietoestellen aan te schaffen, maar
dan zouden alle bioscopen geheel overge-
bouwd moeben worden. En die Aveelde kan
zelfs het rijke Amerika zich niet permit
tee Pén.
In Europa heeft men zich trouwens voor
de breede en de plastische film weinig ge
ïnteresseerd, wat wel komen zal doordat
de Europeesche filmindustrie lang niet zoo
kapitaalkrachtig is als de Amerikaansche
en zelfs bij alle belangstelling in de theorie
voorloopig practisch niet in staat zou zijn
breede films te produceeren. In Holland
hebben veel bioscopen nog niet eens een
bevredigende oplossing kunnen vinden, ten
aanzien van de aanschaffing van toestel
len voor klankfilms, wat voor hen toch een
levenskwestie is.
Ondanks dat, kan men er zeker van zijn,
dat in korter of langer tijd ook Europa
zich meer zal moeten bezighouden met de
breede films.
Heb is overigens eigenaardig, dat iedere
nieuwe uitvinding de film opniemv afhan
kelijk maakt van het tooneel. In het begin
Avas de stomme film niets anders dan een
surrogaat voor het tooneel. In den loop
OLIE IN HET HUISOUDEN.
Zorg vooral voor tijdig smeren-
Hèt oliën van de Verschillende voor-
Werpen in een huishouden gebeurt ge
woonlijk op göèd geluk a-f en wordt nog
Avel èens verwaarloosd. Een paUr druppel
tjes olie, die 'men pas' toedient, wanneer
men door knaPSeil of piepèrt ePaah herin
nerd wordt, eh die dan nog dikwijls niet
de juiste soort Olie vertegenwoordigen,
kuhnen niet voldöehde zijn Vool' 'hèt be
hoorlijk ondébhoud van het metaal.
Het oliën dient in de eëi'ste plaats
om t'UBsChen do bewegende deelen een
olielaa-gjë vah vbldoende dikte tè vor
men, söoodat dè wrijving verminderd
wordt eh de nlachihe lahger mèe kan.
Verder dient het oliëü om roest te voor-#
komen. Hieruit zal wel voldoende blijken,
dat olie, d'ie geschikt is voor het smeren
van een ingewikkelde en gevoelige naai
machine, niet zwaar genoeg is- om een
voldoend-dikke laag te vot'meh bij een
langzamer beWégehd èn zwaarder voor-
Avei'p-, zoóals èeh óUderwëbStfh êlob.
Wij möêtéh dus lidhtêre of zwaafdêfè
olie kiezen naar dat hèt noodig is èh kun
nen na eenigen tijd al zoovéél ervaring
hierin hebben, dat wij geen fóütên meèt
maikèfi. Wij zullen er maar dadelijk toe
overgaan, de verschillende soorten olie
te bekijken. Wij hebben in èlk huishouden
noodig
lo. een soort lichte olie (naaimachihe-
öliè),
2o. eeh middelsoort olie (motorolie,
olijfoliën cOstorólie),
3o» vèt of vaseline, ook oonsistentvet,
als het niet te zwaar is en soms
nog met hèt oög óp bijzöhdéfè Om-
van haar ontAvikkeling heeft zij zich toen
steeds meer van het tooneel verwijderd,
maar nu heeft de sprekende film weer on-
getAvijfeld een toenadering gebracht en het
laat zich aanzien, dat hetzelfde zich her
halen zal met de breede film en de ge
kleurde film. M&ar ondanks dat, bestaat
er een gegronde hoop, dat ook verder de
vooruitgang Aran de film tot dèzelfde resul
taten zal leiden: van een surrogaat van
het tooneel tob een nieuwen, zelfstandigen
kunstvorm. Dr. K. v. H.
DE UITVINDING VAN DE
NAAIMACHINE.
Het is dit jaar precies een eeuw geleden,
dat de naaimachine wrd uitgevonden; de
Franschman Barthélemy Thimonnier, zoon van
een eenvoudig werkman, is de uitvinder. Hij
werd geboren te Abresle-Rhöne en leerde daar
het kleermakersvak. Hoewel hem zelfs de meest
elementaire begrippen omtrent machinebouw
ontbraken, kwam de geniale kleermaker op
de gedachte een toestel te vervaardigen, dat
de bewegingen van de menschelijke hand bij
het naaien zou imiteeren. Vier jaar achtereen
wijdde hij zich aan deze taak en verwaarloosde
hij uit den aard van de zaak zijn beroep. Men
4o. een bijzondere olie, Avaarower nog
nader gesproken wordt.
Nu gaan wij eebs na, Wêlké vaorwerpén
o.a. geolied moeben Avorden en hoe Wij
dat liet beste kunnen doen.
1. De naaimadhine. Gebruik hiervoor
de olie van dezelfde maatschappij en
Wanneer gij die niet dadelijk kunt krijgen,
paraffine - uit de apotheek. Bij eeh trap-
maohine i& héb goed Wü den riem en de
bewegende deelen van den trapper in
te wrijA'nn met castorolie.
2. De Stofzuiger. Ook hier krijgt u
speciale olie bij, die zoo üóódig dóór pa
raffine kan worden vervangen. Sómmige
niet door electriciteit gedreven sbdfvegers
hebben in hêb geheel geen olie noodig.
3. De gramofoom Heb is zeer noodig,
deze Van tijd tót tijd sClloön te maken
en te smeren mêt uurwerk-olie. Hiervoor
voorkomt men tevens onnoodig lawtiai. De
veer Avordt gewoonlijk goed geoliéd met
een speciaal licht soort olie, Avanüeer de
gramofoon door de fabriek wordt afgele
verd. Als de veer er droog uitziet, kan
hij bijgesmeerd wórden fflët vaseline; vodr-
namelijk om roest te weren.
4. De gras snijmachine. Hiervoor moet
men een van de zwaardere oliën nemen,
die onder 2 genoemd zijn.
5. Klokken enhorloges. Horloges
moeten worden overgelaten aan een vak
man. Klókken kunnen echter gemakkelijk
thuis sohoongeanaakt worden dóór iéniafld,
die er een beetjö handig in is. Ze moeben
uit elkaar gehaald Avorden en dan moet
eerst alle oude olie verwijderd worden
met een zacht borsteltje en goede benzine.
Daarna moet men zé oliën met Z'oó min
mogelijk, speciaal gekochte olie voor uur
werken.
6. Scharen en tuinscharen. Hiervoor
is oen druppeltje olie van de naaimachine
genoeg.
7. Wielen van kinderwagens. Deze
moeten er van tijd tot tijd afgehaald
worden, waarbij alles meteen grondig
Avordt schoongemaakt. Dan wordt er op
nieuw geolied met motorolie of olijfolie,
terwijl men er ook op moet letten, dat de
S'lofbeschermerg van de veeren goed zit
ten.
8. Sloten en grendels, Sloten en gren
dels moeten om de drie maanden open
gemaakt worden en gereinigd met benzine
en een harde tandenborstel. Voor het
oliën gebruikt met licht oonsistentvet of
vaseline. Grendels krijgen een paar drup
peltjes motor- of olijfolie.
9. Hengsels van deuren worden even
eens geolied met wat motor- of olijf
olie.
10. Knarsende houten oppervlakken, zoo
als leden, enz., worden eerst meb fijn
schuurpapier gewreven. Pas als dit niet
helpt, worden ze gewreven met een kleine
hoeveelheid graf it poeder.
Men kan over het algemeen zoggen,
dat de oude olie eerst zoo goed mogelijk
verwijderd mot worden met benzine, waar
na men het eerst laat drogen. Overal
waar een te veel aan olie niet de werking
belemmert, doet men goed eenigSZina rij
kelijk te oliën met het oog op roest.
Men heeft verder alleen tweö blikjes
olie noodig, één van elk soort, één of
twee oude tandenborstels en oude lappen
om te poetsen. Vaseline en consistentvet
kan men er met de vingers opsmeren.
vajr d325 Winkalwesk
prijzen gratis bsschik'uaar.
NIEUiVSTttfPtfiLIPS RflOIO-
met het Nieuwste
dacht, dat hij krankzinnig was. In het jaar 1829
bereikte hij echter zijn doel en in 1830 liet hij
zijn patent inschrijven. Toen op zekeren dag 'n
mijnbouwkundige gelegenheid had het inge
nieuse toestel te bezichtigen! nam hij Thimon
nier dadelijk mee naar Parijs, omdat hij de
beteekenis van de machine inzag. In Parijs
stelde hij Thimoftnier in de gelegenheid een
werkplaats te beginnen, maar de arbeiders
kwamen tegen hem in verzet, omdat 2ij meen
den, dat zij door deze naaimachine werkeloos
zouden worden. Hij moest vluchten. Eerst Vele
jaren later werd de uitvinder officieel gehul
digd. Zijn practische machines werden steeds
verbeterd en bleken den mèhdchen goede dien-
Rleh te bewijzen.
AALMARKT VI