ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
DE KONING VAN SIAM
en zijn voorliefde voor onze Oost.
Reeds maakten wij melding dat de koning
van Siam zich binnenkort naar New-York zal
begeven om zich aan een. operatie te onder
werpen wegens een oogaandoening, waaraan
hij reeds jaren lijdende is. Blijkens de Ned.-
Jndische bladen was in het eind van Juli een
Nederlandsch dokter bij den koning ontboden,
n.l. de Bataviasche oog-, oor-, en keelarts dr.
E. H. van Hasselt. Dit mag een groote onder
scheiding genoemd worden voor de Neder-
landsche medische wetenschap in het alge
meen en voor dr. Hasselt in het bijzonder. De
Siameesche koning had immers veel gemakke
lijker een Franschen of Engelschen medicus
kunnen ontbieden, daar Siam als het ware
wordt ingesloten door Fransche en Engelsche
gebieden. V/el een bewijs, hoe hoog de Neder-
landsche medici in het buitenland staan aan
geschreven!
Men zal zich herinneren, dat koning Pra-
jadhipok van Siam verleden jaar met zijn ge
malin, koningin Rambaibarni, prins Traidos
(minister van Buitenlandsche Zaken van Siam)
en een klein gevolg een bezoek bracht aan Ne
derlandsch Oost-Indic. De tegenwoordige ko
ning van Siam is nog een jonge man; hij ont
ving zijn opleiding te Eton en te Woolwich
in Engeland, en was gedurende den, oorlog
verbonden aan de Fransche Generale Staf. Hij
spreekt vloeiend Fransch en Engelsch, en be-'
zocht reeds zeer vele landen in Europa en
ook Amerika. Hij kwam op den troon van
Siam op 25 November 1925, na den dood van
zijn broeder, koning Rama VI, en werd in den
aanvang van 1926 na luisterrijke feesten, wel
ke drie weken duurden, gekroond. De koning
begon zijn land te reorganiseeren en te con-
solideeren naar Westersche begrippen, behield
echter die Oostersche instellingen, waaraan
zijn onderdanen principieele waarde hechtten.
Hij is de eenige Boedhistische koning in de
wereld, en het Boedhisme in Siam is wel de
zuiverste vorm van den ouden leer. De koning
is wel een van de laatste der waarlijk souve-
reine vorsten. Maar met zijn Europeesche on
dervinding stichtte hij weldra een Oppersten
Staatsraad, bestaande uit de vijf oudste prin
sen, mannen van ondervinding, en met een
bezadigd oordeel. Het is slechts een advisee-
rende Raad, maar vormt een eerste stap naar
een constitutioneelen Staat; kort hierna deed
<de koning een tweede stap door het instellen
van een wetgevenden Raad van veertig perso
nen, gekozen door den koning. De eenige
eischen, welke de koning aan de te benoemen
leden stelde, waren, dat zij van Siameesche
nationaliteit waren en personen, die zich door
hun bekwaamheid en hoogstaand karakter het
vertrouwen van den koning waardig maakten.
Het is in werkelijkheid een meer beraadsla
gend dan actief lichaam, maar in een adres
aan de leden bij de formeele opening zeide de
koning: „Ons voornaamste verlangen is om
de wijze van beraadslaging, zooals deze in
groote vergaderingen wordt toegepast, in te
leiden en te ontwikkelen, zoodat, wanneer de
tijd rijp is voor een verandering van het be
stuur, het gemakkelijk zal zijn om zulk een
verandering in te voeren". Dezelfde geest van
onzelfzuchtige gezindheid heeft alle regee-
ringsdaden van den koning gekarakteriseerd.
Gedurende de korte periode, dat de koning
aan het bewind is, heeft hij reeds de kolossale
taak op zich genomen om de financiën van
zijn koninkrijk op orde te brengen. Toen hij
den troon besteeg, wees het budget reeds vier
jaar lang een deficit aan. Dit deficit werd bin
nen twee jaar weggewerkt, zonder zwaardere
lasten aan de bevolking op te leggen en wel
door een rationeele reorganisatie van de de
partementen. Meer dan 6000 staats-ambtena-
ren vonden elders een betrekking. De uitgaven
van het koninklijk Huis werden op drastische
wijze besnoeid.
Langzamerhand realiseeren de Westersche
mogendheden het feit, dat Siam een moderne
Staat is geworden, en in den loop van de
laatste jaren zijn de laatste resten van ex
territorialiteit afgeschaft. Hiermede kwam de
mogelijkheid van een herzien en belangrijk
gereduceerd tarief, met den hiermede verband
houdenden toenemenden voorspoed van den
handel.
Door een bewonderenswaardige perswet
werd het peil van de Siameesche pers belang
rijk verhoogd, en is thans belangrijk beter
dan in verschillende Europeesche Staten.
De toename van de welvaart van het land
bood grootere mogelijkheid voor interne ont
wikkeling. Zoo werd het goede spoorwegnet
nog uitgebreid en verbeterd. Wegen werden
aangelegd. Luchtpostdienst werd ingevoerd,
nieuwe draadlooze stations opgericht, en het
onderwijs belangrijk verbeterd.
Groote belangstelling werd getoond in land
bouwkundige vraagstukken, hetgeen zeer juist
gezien is in een land, waar het grootste ge
deelte van de bevolking van den landbouw
leeft. Irrigatiewerken worden gebouwd voor
de rijstcultuur en een beter type graan gepro
beerd om de opbrengst van den oogst per H.A.
te vergrooten. Bij al dit werk kan de koning
rekenen op den bekwamen steun van koningin
Rambaibarni, en niet het minst op de groote
populariteit van de koninklijke familie bij de
bevolking, welke te danken is aan haar per
soonlijke charme en sympathie. Toen de Sia
meesche koninklijke familie vorig jaar eenigen
tijd verblijf hield in onze Oost, werden na de
officieele ontvangst door den Gouverneur-Ge
neraal van Nederlandsch Oost-Indië eerst de
voornaamste bedrijven bezocht van Java, als
de kinine-fabriek, electrische waterkracht-
installaties, rubberfabrieken, thee- en koffie
plantages, het groote draadlooze station Ma
labar, suikerfabrieken, olievelden, en een olie
raffinaderij. Ook werd zeer veel aandacht be
steed aan Java's natuurschoon. Zoo werden be
zocht de Botanische tuinen te Buitenzorg, de
warme bronnen te Tjisolok, Tjipanas, de Da-
go-waterval, de krater van den Tangkoeban
Prahoe, Garoet, het Leles- en Bagendit-meer,
de krater van den Kawah Kamodjan, Pa-
meungpeuh, de krater van den Papandjan,
Wonosobo en het Diëngplateau, Salatiga met
de schitterende rozentuinen, Solo, Djokja en
de oude tempels, de Prambanen, de Mendoet
en de Borboedoer, Kediri, Songoriti, Blitar,
de tempel te Panakaran, Malang, Singosari,
Nongkojaddjar, Tosari, de Bromokrater en de
Zandzee, Penandjan met de wondervolle ver
gezichten, de proeftuinen te Pasoeroean en
de dierentuin te Soerabaja.
Bij een toer op Bali werd een bezoek ge
bracht aan Singaradja, Gigit, Moendoek, den
Pasar, Karangasem, Batoeriti, Kintamani,
Bangli, Tampaksiring en andere plaatsen, be
roemd door hun unieke architectuur.
Dr. E. H. van Hasselt heeft na zijn behande
ling van koning Prajadhipok de Indische pers
zijn indrukken over zijn reis door dit typische
land en zijn onvangst bij den koning medege
deeld. Van Batavia vertrok deze arts per
Kni lm vliegtuig naar Singapore, vandaar reis
de hij per snel-stoomer naar Penang, waar
men met een pont wordt overgezet en den
trein naar Siam kan nemen. Dr. van Hasselt
was ten hoogste verwonderd over het comfort,
dat de Siameesche treinen bieden. In elk com
partiment bevindt zich een fan, een wasch-
gelegenheid en een bed. 's Avonds wordt om
het bed een klamboe gehangen en men voelt
zich dan als in een hotel.
Dan is in eiken wagen een badkamer aan
wezig en 's middags stapt men met zijn zeep
bakje naar de mandi-kamer net als thuis. Bo
vendien verschilt het reizen daar met Java,
omdat men er niet zoo vuil wordt. Dit komt,
doordat de treinen met hout gestookt worden.
Alleen rijden de treinen er niet bijzonder
hard. Zoo doet de trein over den afstand van
Bangkok naar het Siameesche Scheveningen,
Hua Him, waar de koning verblijft, 6 uur, ter
wijl de afstand 240 kilometer is. Dr. van Has
selt was zeer te spreken over de ontvangst bij
den koning. Hem werden onmiddellijk eenige
ambtenaren van het ministerie ter beschik
king gesteld, die hem de bijzonderheden van
de plaats lieten zien. Het koninklijk paleis
te Hua Him is met smaak, maar zeer eenvou
dig ingericht. De koning betracht in alles den
grootsten eenvoud. Z.M. wil den financieelen
toestand van het Rijk saneeren, niet door ver
hooging van de belasting, maar door vermin
dering van de gouvernementeele uitgaven.
Trouwens, in Siam heeft men geen inkomsten
belasting, men betaalt daar een soort hoofd
geld, dat voor een ieder, klerk of eigenaar,
gelijk is. De meer gegoeden betalen alleen
meer belasting door hun grondbezit, waarvan
wel grondbelasting wordt geheven. Over den
aard der ziekte van den koning kon dr. van
Hasselt niets mededeelen. Bovendien wist
men in Indië eerder iets van de ziekte dan in
Siam zelf. Wat de Siameesche bladen over de
zielfte van den koning gepubliceerd hebben,
hadden zij uit de Nederlandsch-Indische en
Straits-bladen overgenomen. De Siameesche
koning is absoluut autocraat. Als hij niet
wenscht dat er iets over zijn ziekte gepubli
ceerd wordt, gebeurt dat ook niet.
Het meest interessante, vooral te Bangkok,
vond dr. van Hasselt het typisch cachet, dat
het Boeddhisme op het openbare leven drukt.
Gelijk in Indië iedere inlander tracht hadji te
worden, zoo is het in Siam een eer een pries-
tertijd in een Boeddhistisch klooster doorge
maakt te hebben, 's Morgens trekken deze
priesters uit de kloosters en loopen in hun
eigenaardige kleeding langs de straten om
eten te vergaren. Zij vragen niets, loopen
slechts rond. Maar de bevolking zorgt dat zij
te eten krijgen. En zoo ziet men in Bangkok
de kleurige tafereeltjes, dat menschen op
straat voor de priesters koken. Elk der pries
ters krijgt dan zijn deel. Zoo trekken zij twee
maal per dag door de stda. Frappant ook
vond dr. van Hasselt de slangenkweekerij.
Hen kweekt giftige slangen. Van tijd tot tijd
laat men de slangen in een bakje bijten
bij de spuwende slangen wordt het uitge
spuwde gif verzameld het gif wordt ge
droogd, waarna het bij paarden wordt inge
spoten. Op deze wijze krijgt men een serum
tegen slangebeeten.
Het eenige nadeel van Bangkok is, dat er
geen goede verbinding heen is, behalve dan
de trein. Met een auto kan men slechts een
klein eindje buiten de stad komen, doch moet
dan onmiddellijk weer terug, omdat er ver
der geen wegen zijn. De treinen zijn in Siam
alles, maar die zijn dan ook zeer comfortabel.
Als een typisch staaltje hoe getracht wordt
het cultureel peil onder de bevolking op te
voeren, noemde dr, van Hasselt het nijver
heidsonderwijs, dat zeer goed geregeld is.
Ook bezocht dr. van Hasselt den uitsteken
den militairen vliegdienst. Deze wordt thans
vooral gebruikt voor het verspreiden van me
dicijnen en voor het vervoer van zieken. Dr.
v. Hasselt kwam om 7 uur in Bangkok aan
en om 10 moest hij spreekuur houden.
Want er waren velen, die blij waren een Hol-
landschen dokter te kunnen consulteeren. Men
apprecieert de Hollandsche medische weten
schap daar zoo, dat iemand, die een speciale
behandeling moet ondergaan, aangeraden
wordt naar Java te gaan, omdat men daar
Hollandsche dokters heeft.
Dr. van Hasselt denkt tijdens een vacantie
nog eens een reis naar Bangkok te maken, om
dat er verschillende patiënten bij hem zijn ge
weest, die nog een volgende behandeling noo-
dig hebben.
DE PIONIERS DER
BEIAARDKUNST
Dateeren de luidklokken reeds van zeer
oude tijden, de klokkenspellen of carillons
stammen uit latere eeuwen. Uit de zesde
eeuw vonden wij een manuscript, waarop
een monnik was afgebeeld voor een stan
daard met zes klokjes. In een manuscript
van de 14de eeuw zagen wij tusschen
psalmen een afbeelding van Koning Da
vid, zittend voor een standaard met vijf
klokjes.
Het eerste mechanische carillon is uit-
gevonedn door Bartholomeus Koecke,
woonachtig te Aalst in Vlaanderen, waar
hij in 1430 werd geboren. Zijn uitvinding
deed hij in 1481. Zes jaar later, op ls ten
Kerstdag, 1487, werden door het carillon
te Aalst voor het eerst verschillende me
lodieën ten gehoore gebracht. De uitvoe
ring hiervan overtrof alle verwachtingen,
met het gevolg, dat andere plaatsen spoe
dig het voorbeeld van Aalst volgden.
In Nederland en België telt men op het
oogenblik ongeveer 230 carillons en er is
reden tot voldoening, dat in deze landen
uitstekende beiaardiers hun volle krachten
aan het klokkenspel wijden, zoodat deze
landen in dit opzicht uniek kunnen wor
den genoemd. Zooals boven gezegd, moch
ten deze landen roemen op zeer goede
klokkengieterijen. Een van de oudste
klokkengieters was Geert de Wou, van
wien verschillende klokken bekend zijn.
Zijn klokkengieterij bestond van 1403
1512. Uitstekenden naam verwierven de
van der Gheins, wier klokkengieterij in de
zestiende eeuw in Mechele was gevestigd,
alsmede Joris Dumery, die in 1699 te Ant
werpen werd geboren. Meesters in hun
vak waren de gebroeders Frans en Pieter
Hemony, zonen van Bloise Hemony, die
een klokkengieterij bezat in Levécourt
in Lotharingen. Het is niet zeker, of de
zoons in Lotharingen of in Holland gebo
ren zijn. In ieder geval hadden zij van 1600
—1687 een klokkengieterij te Zutphen,
terwijl zij zelf later in Utrecht en Amster
dam woonden. Zij hebben niet minder dan
45 klokkenspellen in ons land afgeleverd
met ruim drie of vier octaven. Hiervan
noemen wij die van het Paleis in Amster
dam, den wijnhuistoren in Zutphen, den
grooten toren en den ouden stadhuisloren
in Rotterdam, den Dromedaris en den
Zuidertoren te Enkhuizen, den Groote
Kerk en Babenestoren te Haarlem,
den dom en den St. Nicolaastoren te
Utrecht, de oude kerk te Amsterdam, den
Martinitoren te Groningen, de Lebuinus-
kerk te Deventer, verder o.a. klokken
spellen te Leiden, Amersfoort en
Arnhem; wij herinneren aan eenige vers
regels door Vondel aan hen gewijd.
„De stadhuistoren stelt zyn kunstig
(klockwerck ryck
Van klanck. Hemony speelt een
(hemelsch klockmuzyck
Zoo snel, gelyck een luit, of Swelings
(orgelpypen
En snellen cymbeltoon, met vingeren
te grypen".
Andere beroemde klokkengieters waren
Scheppen uit Leuven, en Pothoff uit Am
sterdam, beiden uit de 18de eeuw. Buiten
de tegenwoordige Hollandsche klokken
gieters, welke een zeer goeden naam heb
ben, ook over de grenzen, en van wie wij
noemen de firma Eysbouts te Asten, de
firma Petit en Fritzen te Aarle-Rixtel,
zijn er in Engeland tegenwoordig ook zeer
goede klokkengieters, die verschillende
Hollandsche opdrachten hebben uitge
voerd. Van hen noemen wij de firma John
Taylor en Co. te Langborough, die het
carillon leverde voor de Onze Lieve
Vrouwe Kerk te Zwolle en voor kerken
in Vlissingen, Eindhoven en Appingedam,
alsmede de firma Gillett en Johnston te
Croyden, die het carillon voor de St. Jan
te 's Hertogenbosch, alsmede voor kerken
in Almelo, Breda, en Hilvarenbeek lever
de.
In de orkestpartituur komt de klok niet
zooveel voor: bovendien worden zij thans
vervangen door metalen platen of buizen.
(Parsival van Wagner, Wilhelm Tell van
Rossini, Hugenooten van Meyerbeer, II
Trovatore van Verdi) Niet alle wijsjes,
welke wij van een carillon hooren, worden
door den beiaardier gespeeld. Bij de ver
schillende carillons heeft men een mecha
nische inrichting aangebracht, waardoor
om het uur of kwartier een nummer van
zelf wordt afgedraaid. Het is zeer moeilijk
werk om zoo'n mechanische inrichting in
elkaar te zeten. Het klokkenspel wordt
teweeg gebracht door een groote draaien
de trommel. Deze komt in beweging, door
dat om het kwartier een groote pal los
springt. In de ton zijn heel veel pennen
aangebracht, welke toetsen neerdrukken.
Deze toetsen staan door middel van ijze
ren draden in verbinden met hamers van
de klokken en wanneer de toetsen dus
neergedrukt worden, worden de hamers in
beweging gebracht en slaan tegen de
klokken. Deze wirwar van draden en
krukken is werkelijk zeer ingenieus uit
gedacht, maar het is dan ook niet gemak
kelijk om een carillon een andere melodie
te laten geven. Hiervoor is een nieuwe
inrichting noodig, waarvoor het kloklcA-
spel geruimen tijd op non-activiteit moet
worden gezet. De geheele inrichting komt
dus overeen met een gewone speeldoos.
Het Spreekt vanzelf, dat niet alle melo
dieën geëigend zijn om met een klokken
spel weer te geven. Toch staat men ver
baasd wat een carillon ons kan bieden.
Reeds in onze jeugd genoten wij als het
carillon ons de bekende vaderlandsche
liederen speelde zooals Wilhelmus, De
Zilvervloot, Wie gaat mee over Zee, enz.
Ook meer ernstige liederen brengen de
beiaardiers ons ten gehoore als het Ave
Maria van Schubert, Mcin glabiges Iierz
van Bach, der Trompeter van Sackingen,
Praludium in bes van Jef Denyn, Praclu-
dium en Menuet van Jef van Hoof. Wij
vermelden verder nieuwe composities en
zettingen van Albert Mosmans, J. C. C'. P.
Peerholte, Cath. van Rennes, J. A. H. Wa
genaar en vele anderen.
ZEESCHUIMERS EN
VRIJBUITERS
Het dorado, de bakermat van zee
schuimers, vrijbuiters en fibustiers is Al
giers met z'n Algrijnsche kust.... ge
weest. „Geweest", omdat de laatste hon
derd jaar sinds het land een Fransche
kolonie is het gewest natuurlijk niets
meer met roof of welke kaperij ook, heeft
uit te staan.
Maar dat neemt niet weg, dat Algiers
door zeeschuimers is gesticht.
Piraten, die zich in het begin van de
]<»de eeuw in den strijd tegen Spanje
hadden onderscheiden, trokken zich op
Algerijnschen grond terug en maakten er
een Turksche kolonie van. Haireddin
met den rooden baard verklaarde zich in
151*8 'vazal van Sultan Selim. Hij kreeg er
artillerie en een paar duizend Janitsaren
voor, met wier hulp hij geheel tegenwoor
dig Algiers onderwierp en Tunis nam.
Zijn opvolgers wisten daarbij ook Tripolis
te vereenigen en meerderen van hen wa
ren groot-admiraal van de Turksche vloot.
Aan het eind van de 16de eeuw werd
de va-zal naar den zin van de Turksche
regecring wat al te machtig; hij werd
vervangen door pachas, die hun gezag on
middellijk aan de Porto ontleenden, en
die niet langer dan voor drie jaren be
noemd werden. Deze vergenoegden zich
er meestal mee, met 'hun tijd uit te die
nen hun loon te innen, totdat op het
eind van de 18de eeuw Algiers onafhan
kelijk werd van de Turksche souvereini-
teit.
Deze onafhankelijkheid spaarde het den
achteruitgang en het verval niet. De be
volking van Algiers was in 150 jaren van
100.000 op 30.000 teruggeloopen, de bag-
nos met 25000 meest voorname gevange
nen, elders nog slechts een paar honderd
arme drommels, en de vloot een twintig
tal in plaats van 30 bodems. In deze
omstandigheden kon zich de Bey de luxe
van den heiligen oorlog niet meer per-
mitteeren. Hij moest zich tevreden stellen
met plundertochten in Tunis en de zee
schuimers met kaperijen, die veelal van
een brutaal gebedel om 'n aalmoes weg
hadden.
Alle zeemogendheden, Engeland, Sar
dinië. Holland, betaalden schatten, hetzij
in den vorm van geschenken, -hetzij in
natura, hetzij in geld.
Frankrijk alleen 'had het voorrecht een
uitzondering te mo-gen wezen. Het moe
ten Algerijnsche zegswijzen geweest zijn:
„De Franschman kan thuis- zijn soep ko
ken en haar warm in Algiers komen op
eten" en „Als je met Franschen ruzie
maakt, sluit dan 's avonds met hen vrede",
zegswijzen, die moeten aanboonen, dat- de
kusten van de Provence en van Bartoarije
dicht genoeg bij elkander lagen om de
'bewoners van de eerste wat door die van
de laatste te laten ontzien.
Dat ook wij, Nederlanders', connecties
hadden met de Algerijnen, weten wij wel,
als wij ons maar even herinneren, dat
wij niemand minder dan Miehiel de Ruyter
en consorten naar de Algerijnsche kust
heb-ben gezonden. In dit verband klinkt
heb wellicht wat verrassend, dat er in
die Noord-Afrikaansohe streken meer dan
een roover gehuisd heeft, die van Hol
landsche afkomst was-. L. C. Vrijmans
heeft aan de geschiedenis van den zee
roof en vrijbuiters in de Lage Landen
een speciale studie gewijd en hij publi
ceert erover in „Ons Zeewezen" interes
sante artikelen.
Deze zeeroovers, die als kapers- hun
avontuurlijk en vreemd stiel meestal be
gonnen waren, bleven zich onder de Bar-
barijnsohe collega's steeds Hollander voe
len, al hadden zij uit een zakelijk oogpunt
hun naam tegen een Muzelmanschen ge
ruild. Zoo bijvoorbeeld had een zekere
„Veenboer" „niet eens van de minste"
zich als- renegaat den naam van Soliman
Reis aangeschaft. Zijn schip was bemand
met een geheel Ho-llandsehe equipage, re
negaten of christenen, om het even, maar
voor allesHollanders.
Soliman Reis, aldus verhaalt ons de
heer Vrijmans, bracht het met de gunst
van „den grooten Heer tot Cons-tantino-
pelen" zoo ver, dat hij bekleed was met
het. opperste gezag te Algiers en admiraal
werd van de zeerooversvloot. In Octo-ber
1620 echter sneuvelde hij in een gevecht
van acht roofschepen tegen vijf Fransche
koopvaarders.
Ln 1625 waren er te Algiers meer dan
vijftig Hollandsche kapiteins, waarvan de
bijnamen evenwel wel verraden, dat zij
niet tot de aristocratie van de Nederlan
den behoorden.
Zij waren niet allen mannen van eeni
gen werkelijken invloed, zooals Soliman
Reis-. Alleen Aid Pisselin-gh, een renegaat
en zeeroover uit Vlissingen, bracht het
nog tot onderkoning en admiraal van de
vloot en dan is er nog geweest Simon,
of Zymcn de Danser, bijgenaamd de
Oude, geboortig uit Dordrecht, een gal
genaar van internationale allure, om de
groote en funeste rol, die hij gespeeld
heeft, in de geschiedenis van den Barbanj-
sChen zeeroof.
Hij ook was begonnen met de kaap
vaart en een behoorlijke „Bestellinghe
ter Oorlog" vanwege de Hoogmogende
Hceren, maar zijn werk in de Middelland-
selie Zee schijnt niet al te fortuinlijk te
zijn geweest, en bovendien verspeelde hij
alles in het gezellige Marseille.
Hij wist niet beter te doen, dan wat
volgelingen te verzamelen, en met 'n klein
scheepje op eigen risico uit te zeilen. Het
ging hem aanvankelijk goed, vooral nadat
hij zich verbonden had met een beruc-hten
Engelschman Warde, en hij kreeg lang
zamerhand een aanzienlijke macht van
schepen cn volk bij elkander. Hij had
zelfs schepen van zestig stukken geschut.
Men noemde hem kapitein Duivel en
men deed alle moeite om hem renegaat tc
maken, maar voortdurend wist hij zulks
uit te stellen.
De Danser opereei'de omstreeks 1606,
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone
Prefatie.
ZONDAG 21 Sept. Feestdag van den
H. Mattheus, Apostel en Evangelist. Vijf
tiende Zondag na Pinksteren. Mis: Os
Justi. 2e gebed en laatste Evangelie v. d.
Zondag. Prefatie v. d. Apostelen. Kleur:
Rood.
De tollenaar Levi werd door Christus tot
het Apostolaat geroepen en sindsdien
Mattheus genoemd. Voor de christen ge
worden Joden schreef hij zijn Evangelie
in het Hebreeuwsch, na de verrijzenis van
Christus. Hij predikte het H. Evangelie in
Arabië en Ethiopië.
MAANDAG 22 Sept. Mis v. d. H. Tho
mas van Villanova, Bisschop en Belijder:
Statuit. 2e gebed v. d. H.H. Mauritius en
Gezellen, Martelaren. Kleur: Wit.
Thomas, die om zijne buitengewone edel
moedigheid jegens de armen den bijnaam
verworven heeft van „Aalmoezenier", werd
geboren uit een Spaansohe Familie, die wel
voornaam was, maar op financieol gebied
betere dagen gekend had. Toch waren zijn
ouders steeds milddadig naar vermogen en
geheel zijn leven, van zijn kinderjaren af
volgde Thomas het mooie voorbeeld zijner
ouders. Op 27-jarigen leeftijd werd Thomas
Augustijn en verwierf zioh naam als pre
dikant. Later is hij bisschop gewox'dcn van
Valencia. Ofsohoon verheven, bleef hij toch
dezelfde eenvoudige Thomas als voorheen.
Bijna zijn geheele inkomen besteedde hij
aan werken van liefdadigheid, welke hij
zelf met bijzonderen zorg organiseerde.
Hij stierf in het jaar 1556, 68 jaren oud.
DINSDAG 23 Sept, Mis v. d. H. Linus,
Paus en Martelaar: Statuit. 2e gebed v.
d. H. Thecla, Maagd en Martelares; 3e A
Cunctis (om de voorbede der Heiligen).
Kleur: Rood.
WOENSDAG 24 Sept. Mis van 0. L.
Vrouw tot vrijkoop van slaven: Salve.
Credo. Prefatie van Maria (invullen: En
U op het feest). Kleur: Wit.
Aan den H.Petrus Nolascus ver
scheen Maria en maakte bekend, dat zij
graag een Orde van religieuzen zag inge
steld met het doel de gevangen Christenen
uit de handen der Turken te bevrijden.
Ook verscheen Maria aan den biechtvader
van den H. Petrus, den H. Raymundus de
Penafort en aan koning Jacob van Arragon,
die zij aanspoorde hun hulp te verleencn.
Den lOcn Augustus 1218 werd de Orde in
gesteld met een vierde gelofte, n.l. zich
zolven te geven tot onderpand, als het noo
dig zou zijn, voor de vrijkoo-ping van een
christen slaaf.
DONDERDAG 25 Sept. Mis v. cl. vijftien-
den Zondag na Pinksteren: Inclina. Geen
Gloria. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuze
v. d. priester. Kleur: Groen.
VRIJDAG 26 Sept. Mis v. d. H.H. Cy-
prianus en Justina, Martelaren: Salus
autem. 2e en 3e gebed als gisteren. Kleur:
Rood.
ZATERDAG 27 Sept. Mis v. d. H.H. Cos-
mas en Damianus, Martelaren: Sapientiam.
2e gebed A Cunctis; 3e (naar keuze v. d.
priester); 4o voor den Paus. Kleur: Rood.
Cosmas en Damianus, twee broeders gc-
neesheeren, in de stad Aegea, wei-den ora
hunne fiere geloofsbelijdenis en hunne
standvastigheid in het geloof na vele mar
telingen gedood.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN.
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
DINSDAG. Feest van de vinding van het
lichaam der H. Clara, Maagd. Mis: Con
versus. 2e gebed v. d. H. Linus; 3e v. d. H.
Thecla. Kleur: Wit.
WOENSDAG. Mis v. d. H. Pacificus van
Septempeda, Belijder: Os Justi. 2e gebed
en laatste Evangelie van O. L. Vrouw.
VRIJDAG. Mis v. d. Z. Lucia van Calta-
girone, Maagd: Dilexisti. 2e gebed v. d.
H.H. Cyprianus en Justina; 3e A Cunctis.
Kleur: Wit.
ZATERDAG. Mis v. d. H. Elzearius,
Belijder: Os Justi. 2e gebed v. d. H.H. Cos
mas en Damianus; 3e voor den Paus.
Kleur: Wit.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.
maar zijn rooverijen waren het ergste
niet. Hij leerde den Algerijnen en den
Barbarijnschen roovers het manoeuvreeren
met schepen en de Muzelmannen betoon
den zich in dezen ijverige leerlingen.
Vooral maakte de Spaansdhc koning
kennis met Zijmen, die evefiwel met dc
grootste onpartijdigheid ook Eïigelsche
en Fransche koopvaardijschepen roofde,
als die hem voor den boeg kwamen.
Overtuigd, dat het zcerooversbestaan
-hoogst wisselvallig is, vooral na een pe
riode van al te grooten voorspoed, veinsde
hij gewetenswroeging en vroeg hij „premis
ofto Pardon" aan de Nederlanden en den
Franschen koning, die het hem, om ex-ger
te voorkomen, graag verleenden.
Na in Marseille veel van zijn onrecht
vaardig verkregen rijkdommen op minder
rouwmoedige manier aan den nian ge
bracht te hebben, kwam hij in Franschen
dienst. De Moorcn wachtten evenwel op
een gunstige gelegenheid om met hem de
rekening tc vereffenen. En in Februari
1616 werd hij in een valstrik gelokt en
to Tunis onthoofd cn in een gracht ge-
wox'pen..*.