WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1930 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien uagen. Brieven, vragen en mededeelingen te richten aan één der redactieleden: Mejuffrouw Jo van der Laan, Kijnsburgerweg 20, Leiden; Zr. 1. van den Abeelen, Willem de Zwijger laan 25, üegstgeest; Mevr. FehmersBoer Knottnerus, Warmonderweg 37 ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1930. Feestdag van de H. Rosa van Lima. het jaar 158(3 werd de H. Rosa in Lima ge boren. Zij is de eerste vrouwelijke heilige geworden in Amerika. Lima is de hoofd stad van Peru, 'n deel van Zuid-Amerika, gelegen aan de Stille Oceaan. Op vijfjarigen leeftijd legde zij de gelofte van zuiverheid af, was tot in het kleinste haar overheden gehoorzaam; in geheel haar boetvaardig leven volgde zij heb voor beeld van dc H. Catharina van Sienna. Zij ging zelfs zoo ver, dat zij gezicht cn han den bewerkte met een zeker mengsel, zoo dat haar blanke en gave huid absoluut be dorven werd. En dat alleen, opdat zij an deren zou bewaren, verboden begeerten to koesteren. Wel 'n scherpe tegenstelling met de vrouwen en meisjes van tegenwoor dig, die alles in het werk stellen zoo gaaf en blank mogelijk te zijn, juist om te be hagen en daardoor oorzaak zijn van veler val. De H. Rosa stierf- op een-en-dertig-jari gen leeftijd als Derde Ordeling van den H. Domiüicus in het jaar 1617. In 1676 werd zij reeds heilig verklaard. MISSIE NAAIVEREENIGING ST. FRANC ISCUS XAVERIUS. Onclerafd. v. d. R.. K. Vrouwenbond Afd. Leiden. De Missie-naaivereeniging „St. Francis- cus Xaverius gaat 25 September wederom haar jaarlijksehe tentoonstelling houden ia de kleine Stadsgehoorzaal. Er is dit jaar door de ijverig-werkeride leden heel wat gemaakt voor de verschil lende Missies: Voor de Missie van Father Buys te Borneo. Voor de Missie van Father van Ocvrle in Oeganda. Voor hel Seminarie St. Anne der witte Paters te Jeruzalem. Voor de weeskinderen van Pater van 't Westeinde in Zuid-Afrika. Om eenig idee te geven met hoeveel vreugde het werk onzer naaiclub in de Missie ontvangen wordt, volgt hier een gedeelte van het schrijven, dat wij dezer dagen ontvingen van Father Simons uit de Congo: „Dat ik zeer in mijn schik ben met de superplies en do kleedingstukken, zult u zóó goed begrijpen, daar u de zoo groote armoede van onze arme menschen kent. Maar de blijdschap waarmede de kleeding stukken werden ontvangen door hen die daarvoor het meest in aanmerking kwamen, overtrof nog de mijne. De zwarte moeders s-chenen nu echt trotsch op hunne kleinen, in zoo'n mooi broekje gestoken en de vriendjes bewonderden, met humie groote schitterende zwarte oogjes, de gelukkigen. Er waren er verscheidene, die ter H. Com munie niet durfden komen, vanwege hun- me al te schaarsche kleeding en een missionaris heeft niet veel weg te geven". Moge bovenstaande de oude vrienden van de missie-naaikring weer naar de ten toonstelling roepen en moge het voor an deren een aansporing zijn met het sc-hoone en nuttige werk eens kennis te maken. Op verschillende wijzen kan iedereen aan het goede doel onzer vereeniging mede werken b.v. door een prijsje te zenden voor de loterij of tombola, door een of meer dere loten te koopen, door donateur, dona trice of werkend lid te worden^ door onze tentoonstelling te bezoeken enz. Moge het voorbeeld van onze groote Mis sie-patroon Franciscus Xaverius veler har ten bewegen tot daadwerkelijken steun. B. v. OERLE-SPIEREXBURG, Secretaresse. „SANCTA VERONICA". We staan aan 't begin van ons winter seizoen. Al lijkt 't op 't oogenblik meer op zomer, dan op winter, toch moeten we den datum niet uit 't oog verliezen; de kalender wijst aan September. Met frisschen moed en vol van verwach ting beginnen we onze taak. Wie maakt 't schoone voornemen ons dezen winter te helpen? Wie wil het bestuur van Sancta Veronica in de gelegenheid stellen, stil gedragen leed te verzachten? Evenals 't vorige jaar rekenen we op veler medewerking. Maakt- een kleeding- stuk en stuurt het ons op het zittingsuur, iedere 1ste Donderdag van de maand, van 35 uur, Pieterskerkkoorsteeg 15. VAN 'S LEVENS WERKELIJKHEID. 31 Aug. 1880 beierden de klokken, om do geboorte te melden van Prinses Wilhel- mina, onze tegenwoordige Koningin. Met hoeveel zorg zal dat koninklijk wiegje om geven zijn, wat zal er in het hart van de toenmalige koningin zijn omgegaan, hoe dikwijls zullen Haar oogen in de verte ge staard hebben, over de rose weerschijn dei- wieg heen, naar een toekomst, die, zooals alles in dit leven, onzeker cn vaak moei lijk zijn zou. Hoe menig gebed zal er bij dat Koninklijk wiegje gestort zijn, om kracht te vragen en het juiste inzicht om de opvoeding zoo te doen zijn, dat liet prin sesje beantwoorden zou aan de hooge eischen die haar gesteld zouden worden. We omgeven zoo graag het Koninklijk huis met een wondere schijn en toch is het i er in de moeilijke oogenblikken des levens, juist zoo, als in elk ander gezin, vreugde om dat Gdosgeschenk in de wieg. zorg, om 1 de groote verantwoordelijkheid. Want wel ke plaats we ook innemen in de maat schappij, op ons allen rust de verplichting onze kinderen zoo op te voeden, dat het nuttige leden der maatschappij worden. Juist in dezen tijd van arbeidsonwil mag daar wel eens op gewezen worden. Doet liet niet belachelijk aan, dat, wanneer een dienstmeisje of werkster zich komt ver huren, deze zegt:. „Ja ziet u, eigenlijk be hoef ik niet te werken, ik doe het zoo maar. Is het een schande om voor geld te moe ten arbeiden? Staan we hooger aange schreven in de wereld, als we luieren kun nen, staan we dan misschien ook hooger aangeschreven bij Onze Lieve Heer? Niet voor niets heeft Jezus de schamele timmermanswerkplaats als tehuis gekozen. Volgen we toch niet die groep menschen na, die zich verbeelden dat er arbeid is die hen niet past, waarvoor ze te goed zijn, zonder dat ze ook maar een poging wagen om zich te bekwamen voor iets beters. Elke arbeid, hoe gering ook, is nuttig en noodig en wanneer hij goed verricht wordt, kun nen we met opgelicht hoofd door het leven gaan, wetende dat we een noodzakelijk onderdeel zijn van het groote geheel. De positie van anderen lijkt ons zooveel beter en mooier, maar als we de gave bezaten door muren heen te zien, of in harten te lezen, hoe menigeen greep dan met oen blos op liet gelaat, naar eigen arbeid, eigen levensstaat. Dat koninklijk wiegje van vóór 50 jaar leek enkel zonneschijn, wie zal zeggen hoe veel tranen daar gestort zijn, hoevele wen- schen opgeofferd aan het algemeen wel zijn, hoeveel plichten daar waren, waar genoegen zoo welkom zou geiveest zijn. Het woord „benijden" konden we rustig uit ons Woordenboek schrappen, maar zoo ergens, is het hier misplaatst. Hier kunnen we alleen bewonderen en waardeeren. Vijftig jaar waarvan er 32 doorgebracht zijn, gevuld met plichten, met opzijde stel len van eigen wenschen. Zondag a.s. onder het Tc Deum zullen wij God smceken onze geëerbiedigde Ko ningin nog lang te sparen, Haar kracht te geven de Haar opgelegde taak naar beste weten te vervullen en Haar ten allen tijde de blijde voldoening te geven, die volgt op zoo goed mogelijk verrichtte arbeid. Z. VAX DEX ABEELEX. ST. MELANIA WERK. Iets over het Melaniahuis te Djocja cp Java, zooals het stond in het Melaniablad. Ieder die het Melaniahuis tegenwoordig bezoekt, krijgt den indruk, dat het daar een klein kostschooltje geworden is. Wat een lange tafel in de eetgalerij, wat een bedjes in de kamers, wat een schriften en boeken in het studeervertrek, wat een gelach en gepraat en gestoei, als de jonge katholieke Javaansche onderwijzeresjes thuis komen van haar school. De onontbeerlijke pajong tegen zon en regen in de hand, met oen stapel schriften onder een arm, keeren zij blij en voldaan huiswaarts, want een inspannend gedeelte van den dag ligt achter haar, als ze van 's morgens 7 uur liet Melaniahuis verla tend, er tegen half twee in terugkeeren, en in dien tusschentijd kleine peuters de eerste beginselen der wetenschap hebben ingepompt. Dan wordt er gretig aan tafel gegaan en gesmuld van de rijsttafel met de noo- dige sajors en pa«dis, om weer na afloop stapels schriften te corrigeeren, zich voor te bereiden op volgende lessen, handwer kend, studeerenden ook huiselijk werk te verrichten als wasschen en strijken Ook bestaat er nog gelegenheid typen te leeren, zich verder te bekwamen in het Hollandsch, een verband-cursus te volgen, zoodat. ze bij een bezoek aan de schoolkin deren, waar het te pas komt, 7n eerste hulp kunnen verleenen. Enkelen geven ook al godsdienstonderricht aan niet-Katholieken, maar dat zijn nog uitzonderingen, de aller- besten en puiksten natuurlijk. Een prettig zitje om vrije uurtjes door te brengen is op de treden van de koele achtergalerij. Daar leent de omgeving zich zoo genoegelijk voor een praatje. Een niet minder amusant, zitje biedt een omgewaai de boomstam, die plotseling in 'n zware regenbui op 't erf ontworteld neerlag Oh, wat was het daar fijn, 's avonds bij maneschijn, of als een onnoemelijk aan tal sterren zich aan den donkeren hemel geplant had. Dan waren zij niet naar bed te krijgen, omdat het daarbuiten zoo heer lijk koel en in de kamers zoo warm was. Ditwijls ook zijn er boodschappen te doen, en de Javaansche meisjes houden al net zooveel van inkoopen doen als de Hol- landsche vrouwtjes. Dan wordt de slendang over den schouder geslagen, en welgemoed gaan ze op stap, om allerlei benoodigdhe- den voor school en huis in te slaan. Wat zijn ze rijk met. het eerst verdiende geld, en hoe absoluut noodzakelijk is het met iedere nieuwe maand een nieuw baadje te koopen 'n Aangename verpoozing blijft altijd voor de Javaansche vrouw het batikken! Dan wordt er een groote mat op den stee- nen vloer uitgespreid, in de angio's wordt een klein areng-vuurtje ontstoken, waarop de was gesmolten en verhi' wordt. De was is voor de batikster, wat de inkt is voor den schrijver, en de z.g. fcjanting is 4e stift. Pas als men de tj an ting in de hand ge houden heeft en zijn kunde op het witte katoen heeft beproefd, beseft men wat oen kunst het sierlijke batikken is. Dan voelt men pas hoe lenig de arm, hoe vast de hand, hoe vaardig de vingeren zijn moe ten, die de met was gevulde stift moeten lianteeren. Het zou zeker de moeite waard zijn wat dieper op de batikkunst in te gaan. Wel licht dat van Javaansche zijde eens wat meer over die voorname Inlandsche indus- tire verteld zal worden. w.g. M. HERBERMAXX. „DE KATHOLIEKE VROUW". Dit weekblad, het officïeele orgaan van de R. K. Vrouwenbonden in Xederland, heeft bij onze leden nog lang met genoeg bekendheid. Het kleine aantal abonné'S bewijst dit genoeg. Zoo gaarne zouden we zien, dat in veel meer katholieke huisge zinnen dit blad op tafel kwam. Zegt u nu niet: „alweer een blad er bij", want dit is het eigenlijke weekblad, dat door een katho lieke vrouw gelezen moest worden. En niet alleen voor de vrouw, ook de man zal, er interessante gedeelten in vinden. Ver schillende verhaaltjes zijn ook zeer ge schikt om de kinderen voor te lezen. Om u iets van den inhoud te vertellen, zal ik een paar grepen doen. De nieuwste rubriek is die voor medisch advies: men kan kosteloos vragen inzenden omtrent hy giëne, kinderverzorging, enz., die dan door een arts beantwoord -worden. Een andere rubriek gaat ever opvoeding; ook hiervoor kunnen vragen worden ingestuurd; zijn er soms niet moeilijkheden met de kinderen in heb eigen gezin, waaromtrent men wel Dan krijgt u rubrieken voor adverten ties waar toelichtingen bij gegeven wor den; over huishoudelijke onderwerpen; over kleeding; over handwerken, enz. Daar het geen blad is, waarvan de nieuwtjes ver ouderen kunt u het ook best met twee of drie gezinnen lezen. De abonnemetnsprijs bedraagt 2 per halfjaar of ƒ20.10 per week. Ik heb eenige jaargangen bewaard en wil ze gaarne ter inzage zenden, als u mij even opbelt no. 1354 of een berichtje zendt. Ook kunt u z_ich om proefnummers wenden tot de administratie: Emmaplein 2, Den Bosch. J. Fehmers-Boer Knottnerus. WAAR DE VROUW BELANG IN STELT. Gehakt-variaties. Gehakt kan toch niet veel anders dan gehakt zijn: is dèar nu nog variatie in aan te brengen? Als wij gehakt in de letterlijke beteekenis van het woord nemen, zeer zeker, Want dan kunnen naast gehakt vleesch evengoed bestaan gehak te visch of gehakte aardappelen of boonen of andere groente of wat ook; het is waar, dat de gewoonte het publiek heeft ingeprent, dat gehakt enkel in de beteekenis van „vleesch- gehakt" zou bestaan. Als wij daarvoor een an dere opvatting in de plaats stellen en als wij onder gehakt bedoelen, een samenhangende massa van fijnverdeelde substantie, kruidig ge maakt met verschillende smakelijke toevoegsels en dan tenslotte tot een ronden of ovalen vorm samengebracht en op de manier van vleesch gebradendan kunnen wij ons een overvloed van variaties op het gehakt-gebied voorstellen. Bijna onmisbaar in dergelijke mengsels is het geweekte brood, dat met het ei bijdraagt tot den samenhang van het geheel. Om dat naar behooren te kunnen doen, wordt het brood overgoten met wat warm water (of warme melk), tot het gehèel doortrokken is; daarna wordt (b.v. op een zeefje) het overtollige vocht er goed uitgedrukt, daar anders de gehaktbal kans zou hebben te slap te worden. Het ei behoeft niet bepaald geklopt te worden; het wordt in zijn geheel bij het mengsel gevoegd on dan met al de verdere bestanddeelen flink door elkaar gewerkt. He? resultaat is dan, dat tijdens het braden de hitte zal zorgen voor het stollen van al de eideeltjes, die in het ge hakt verspreid zijn. zoodat tenslotte een vast geheel ontstaat, dat zich zonder bezwaar in plakken laat snijden. Behalve brood en ei heb ben wij nog noodig verschillende toevoegsels, die den geur en den smaak van ons gerecht verhoogen; zout, peper en nootmuskaat geven ons een goede kans op een smakelijken ge haktbal. Bereiden wij echter ons gehakt van lesten vleesch (van soepvleesch b.v., wat heel goed mogelijk is), dan kan een grootere varia tie van aromatische stoffen wel gewenscht zijn; in dat geval hebben wij o.a. nog tot onze beschikking een zeer fijn gehakt uitje, wat fijngehakte peterselie, een theelepeltje kerry of wat dikke tomatenpuree, e.d. UIT HET ROODE RUK Eenigen tijd geleden werd in de Ame- rikaansche pers een polemiek gevoerd tus- schcn den welbekenden Pater Edmund A. Walsh S.J., President van de Universiteit van Georgetown en de „Times" uit Xew York, die de authenticiteit der getuige nissen van den Katholieken geleerde over de godsdienstvervolgingen in Rusland in twijfel trok. Van Katholieke zijde werden tallooze bewijzen van 't tegenovergestelde geleverd, waaronder ook een brief van een Russisch officier, die Prinses Radzlwell in de „America" publiceerde en die de bij zondere aandacht schijnt te hebben ge trokken, daar hij een zuivere weerlegging is van de bewering, dat de Russische boe ren met anti-godsdienstige campagne sym- pathiseeren. In dezen brief staat woorde lijk:Op zekeren morgen verscheen er een afdeeling roode soldaten in ons dorp: Marianovka. Zij riepen de bewoners op het schoolplein bijeen en gaven hun bevel de kerkklokken naar beneden te halen. De menschen aarzelden en de oudsten van het dorp waagden het zelfs te protes- teeren. Zij werden direct tot zwijgen ge bracht en op afschuwelijke manier gesla gen. Een oude vrouw, die begon te schreien werd aan een kar gebonden, tot voor de kerk gesleept en terwijl de klokken naar beneden gehaald werden, ranselden de soldaten haar af, terwijl zij haar bij iederen slag toeriepen: „Xu, waarom helpt jouw God je nu-niet!" Enkele dagen later stierf de vrouw tengevdlge der mishandelingen; vóór haar dood gaf zij haar docter een hei- ligen-'oeeldje, dat zij voor de Roode sol daten verborgen had gehouden en ver zocht, om dat in haar kist te leggen. De zaak werd bekend en de soldaten dwon gen de zoons der vrouw, het lijk weer op te graven en het tegelijk met het heiligen beeldje te verbranden. Xatuurlijk draagt deze anti-religieuse propaganda zijn vruch ten vooral onder de jeugd. De kinderen veranderen als het ware in dieren, die tot iedere misdaad, tot iedere gruwel in staat zijn. Wij hadden in Marianovka een oude man, die hardnekkig weigerde alle heili genbeelden te verbranden, zooals het be vel van den Rooden commandant luidde. Men bracht dezen man op het schoolplein en bond hem aan een boom. Toen riep de commandant de kinderen bij elkaar en gaf hun verlof om met den grijsaard te doen wat zij wilden, als zij hem maar dwongen om de Heiligenbeelden af te geven. De kleine beestmenschen kwamen dit bevel nauwkeurig na en meer dan 'n uur lang kwelden zij den ouden stakkerd op aJle mogelijke manieren: zij verschroeiden zijn haar en zijn baard, rukten hem de nagels uit, sloegen zijn landen uit zijn mond, enz. enz. Maar de grijsaard bleef standvastig. ..Dood mij", mompelde hij, „mijn heiligen beelden zult ge toch nooit vinden". Tenslotte werd hij doodgestoken, door een Rooden soldaat, die zich bij zijn com mandant trachtte te rechtvaardigen door te verklaren, dat hij het niet meer aan kon zien, dat deze jonge beestmenschen, van vie de oudste nauwelijks 14 jaar was, koelbloedig een grijsaard langzaam ver moordden Toen de Roode soldaten eindelijk Maria novka verlieten, was er van ons kerkje niets meer over dan een ruine. Nauwelijks echter was de laatste soldaat verdwenen of de boeren kwamen weer een voor eeh te voorschijn, zelfs zij die <ie Roode solda ten ter wille geweest waren. Zij kwamen met de verborgen heiligenbeelden aange dragen, versierden daarmee de ruinen van hun kerk en bezwoeren Pater Yassili- in hun huizen een akte van eerherstel te ver richten. Alle vrouwen weenden en jam merden en smeekten God, om vergiffenis voor de zonden van hunne echtgenooten. Alleen de kinderen zeiden niets. Zij ston den en keken trotsch naar hun ouders. Zij zijn het, die later de sterkste steun van den Rooden Czaar zullen zijn en men vraagt zich af, of het ooit mogelijk zal zijn om uit deze verdorven generatie, goddelooze schepseltjes nog iets goeds te kweeken Dit verhaal is er nog maar een uit ve len. Met een gevoel van verlichting over schreed ik eindelijk de Finsche grens. Ik had niet willen vertrekken en hield het uit, zoolang ik kon, maar het menschelijk geduld heeft ook zijn grenzen ONZE VRIJHEID Tja laten we 't daar nou met onze wijs vinger tegen d§ wang eens over hebben Hoe staat het nu toch eindelijk met onze vrijheid. We leven vrij, we leven blij. We leven als vrije menschen in een vrij land. Aboe, moet u maar eens even opletten 1 En nou spreek ik niet van wetten of verorde'ningen, want die moeten er nu een maal zijn, omdat we eenmaal allen de nei ging hebben om dwars te gaan. 't Is gek maar het is zoo. Probeer het nou zelf maar eens. Eerst moet u bijvoorbeeld maar esns uitgaan en nou eens echt doen waar u zin in hebt. Man, loop niet zoo met je handen in je zak, wat moeten de menschen wel van je denken. Zit toch niet aan je nagels te knoeien, 't lijkt wel of je geen opvoeding genoten hebt. Waar zijn je handschoenen nu weer. Wie gaat er nou uit zonder handschoenen? Dat staat toch niet. Je veters hangen uit je schoenen, je lijkt wel een straatjongen. Had je nou niet even een ander pak kunnen aantrekken voor je uitging. Ik schaam me dood om zoo met jou op straat te verschijnen. Sjonge, sjonge, heeft-ie waarachtig z'n daagsche hoed weer opgezet. Wanneer zou jij nou eens leeren je fatsoenlijk aan te kleeden. Kijk mar eens an, die gaat me daat op visite met een gezicht als Mozes en Aaron, 'n Baard van vijf dagen, wat ik je prevel 1 Zeg had je niet even een schoone zak doek kunnen nemen, voor je uitging. Gaat daar midden in een gezelschap met een poetslap z'n neus zitten snuiten! Ja, dat moet je meemaken, die gaat met z'n vrouw naar den schouwburg, loge alstublieft, en met een boord, die meer zwart is dan wit. Xou, u begrijpt, als meneer eenmaal thuis is, is hij met geen zes politie-agenten meer de deur uit te krijgen. Maar dan begint het evenzoo vroolijk weer opnieuw. Voeten vegen, alstublieft, denk je dat ik voor niks werk. Zeg, nu heb je weer vergeten Taiite Veronica te feliciteeren met haar verjaar dag. Dat je zoo'n suikertante toch niet beter in eere houdt. Wie ontvangt er nou iemand in 's he melsnaam aan de deur in z'n overhemd en op sokken. Je beleeft van alles. Zeg, denk je er om op tijd thuis te zijn, want ik moet nog naar den kapper ook. Vandaag krijg je geen warm eten hoor, ik moet vanmiddag uit en dan moet jij maar op de kinderen passen. Dat wordt hem natuurlijk ook weer te bar, zoodat hem niets anders te doen over blijft, dan maar weer de deur uit te gaan.... en naar de eerste serie opmerkingen te luisteren. Maarwe leven vrij, we leven blij. En daarom spreken we dan ook van dich terlijke fantasie. DANIëL. WEERBERICHT Wel spreekt den Bildt van zonnig weder En van een blakerende zon, We wenschen nu reeds na drie dagen, Dat Jt regenweer maar weer begon. We smoren bijna van de hitte Zelfs 't water is nu niet meer frisch. Maar wees getroost, omdat het morgen De laatste van Augustus is. Die laatste dag geeft immer regen, Hoewel, het pas nog zonnig was, Dan valt de regen neer bij stroomen Dan is ons land één groote plas. Een regen dan van kruisen, sterren Die nederdaalt op menig borst, Die reeds een hevig aantal jaren Naar zulk een milde regen dorst. Zij worden officier of ridder En krijgen dus een hevig kruis Met keurig breede zijden linten In een heel deftig doosje thuis. Alleen de heele groote mannen, Die om hun arbeid 'zijn beroemd, Krijgen een extra-onderscheiding Zij worden een „groot kruis" genoemd. In ieder knoopsgat komt een lintje, En dat verheft de drager ver, Hij wordt de drager van de orde Van een of and're blikken ster. Al die besterde hooge Pieten Hebben al jaren lang misschien, Verlekkerd op die hooge hulde, Voor d' oogen sterretjes gezien. De bundel „Oden en Satyren' verkrijgbaar- De mind're goden brijgen plakken Medailles, zilver, goud of br«?ns, Wij krijgen als wij goed ons best doen Voorloopig ieder jaar de bons. Geen najaarstijd of regenmaker Geeft zulks een jaarlijksch regenfeest-, Wees dus maar dankbaar voor dien regen, 't Is al zóo alng weer heet gêweest. TROUBADOUR. is in eiken boekhandel tegen den prijs van 1.50

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 6