LAND- EN TUINBOUW WOENSDAG 27 AUGUSTUS 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 Ter adstructie van deze meening wijzen B. en W. in de eerste plaats op do boven reeds ter sprake gekomen circulaire van den Directeur-Generaal van 18 Augustus' verleenen van Rijksmachtigingen van dit standpunt zou worden uitgegaan, dat als regel in elke gemeente slechts één radio distributie-onderneming zou worden toe gelaten, zulks ten einde de meeste waar borgen te verkrijgen voor een levens vatbaar en aan in redelijkheid te stellen technische eischen beantwoordend bedrijf. Waren B. en W., zooals boven bleek, aanvankelijk tot 'n tegenovergestelde con clusie gekomen, nadere bostudeering van dit vraagstuk en verdere deskundige voor lichting hebben hen van de juistheid van 't uitgangspunt van den Direct,-Generaal overtuigd. Inderdaad toch zijn er deug delijke redenen aan te voeren, waarom in elke gemeente zoo mogelijk slechts één radio-distributie-inrichting behoort te worden geëxploiteerd en voorts waarom die exploitatie het beste door de gem. zelve kan goschicdon. In do eerste plaats zal het distributie net over nagenoeg het geheele territoir van de gemeente moeten worden aange legd. Zouden in het algemeen commer cieel© overwegingen alleen al daartoe lei den, teneinde een zoo groot mogelijk aantal ingezetenen aan het net te kunnen aansluiten, in dit bijzonder geval is die uitbreiding als regel ook wettelijke plicht, omdat artikel 3-4 van het Radio-reglement den houder van do Rijksmachtiging ver plicht, om aan elke aanvraag om aan sluiting aan zijn inrichting te voldoen, indien de belanghebbende aan do voor waarden voor het verkrijgen van zoo danige aansluiting heeft voldaan. De aanleg nu van zulk een uitgebreid net zal alleen dan op de meest doelmatigo en daarmede tevens op de minst kostbare wijze kunnen geschieden, wannéér hij in één hand. is En is die aanleg alleen in handen der gemeente, daii kan het leggen van de voedingslcabeils zooveel mogelijk worden gecombineerd met het leggen van kabels ten behoeve van de telegraaf, de telefoon en de electriciteits voorziening, hetgeen wederom besparing op de aan- legkosten beteekent. Redenen van doelmatigheid, alsmede van technischcn en financieelen aard pleiten er vóór aan het radio-distributie bedrijf- een monopolistisch karakter te geven, terwijl om redenen, aan het al gemeen belang ontleend, dat monopolie in handen van de overheid en niet- in die van particulieren behoort te berus ten. Exploiteert de gemeente zelve een radio-centrale, dan kan heb distributie-net tevens met weinig extra kosten dienst baar worden gomaak aan een brand- alarmeerinrichting, welke bij afzonderlij ken aanleg ongetwijfeld veel duurder zou zijn en voor de gemeente zelve een im productieve uitgave zou beteekenen. Met exploitatie door de gemeente zul len voorts ook de aan de radio-centrale aangeslotenen worden gebaat. Met den aanleg van een radio-distribu tienet is een niet onaanzienlijk kapitaal ■gemoeid, dat in verband met de snelle ontwikkeling van de radio-techniek bin nen eenige jaren geheel moet zijn afge schreven. Rente en aflossing zullen dus vooral gedurende de eerste jaren de ex ploitatie-rekening zwaar drukken, zoo dat de particuliere ondernemer, die met het exploiteeren van een radio-centrale in zijn levensonderhoud moet voorzien, zal trachten zijn inkomsten te vergrooten door heb ter hand nemen van den ver koop van luidsprekers, welke voor aan sluiting aan het distributie-net onmisbare voorwerpen zijn. Door zijn monopolie positie, hetzij in de geheele gemeente, hetzij in een bepaald deel daarvan, zal hij in den regel daarin slagen, waar door de handel in luidsprekers mede voor een overwegend deel wordt gemo nopoliseerd, hetgeen noch in het belang van de aangeslotenen, noch in dat van de radio-handelaren is-. De gemeente daarentegen kan zich tevreden stellen met een exploitatie, die, ondanks een voor dit bedrijf juiste af- schrijvingspolitiek, ook zonder verkoop van luidsprekers voldoende rendabel is. B. en W. stellen dan ook voor, indien de Raad. overeenkomstig ons voorstel tot gemeentelijke exploitatie mocht besluiten, den handel in luidsprekers vrij te laten met dien verstande evenwel, dat zij aan bepaalde eischen van deugdelijkheid zul len moeten voldoen. Voorts kunnen de exploitatie-kosten worden beperkt door het raclio-distribu- tie-bedrijf onder te brengen bij het ge meentelijk electriciteits bedrijf, waardoor van de bestaande organisatie van dat be drijf kan worden partij getrokken. De wijze, waarop een en ander moet worden 'geregeld, zal nog nader onder oogen worden gezien. De abonné's zullen hier van aldus kunnen profiteeren, hetzij dat zij meer waar voor hun geld krijgen (uit zending van meer statios, waarover hier onder nader), hetzij dat de abonnements prijs eerder dan bij exploitatie door par ticulieren kan worden verlaagd. Tenslotte is- het bij exploitatie door de gemeente mogelijk uitzendingen te distri- bueeren bij specifiek Leidsch*. gebeurte nissen. Om al deze redenen en medd^nndat de exploitatie loonend belooft zijn, verdient-, oprichting van een gemeentelijk radio-distributiebedrijf naar de meeding van B. en W. alleaanbeveling. Aanleg van het n^ ^n de kosten. Omrent den aanleg van het net en de kosten daarvan kunnen B. en W. heb volgende mededeelen:" Hoewel voorloopig slechts de uitzen dingen van de beide Nederlandschc om- roepstations zullen worden gedistribu eerd, ligt het in de bedoeling het liet dadelijk geschikt te maken voor de dis tributie van de uitzendingen van 4 sta tions, bij welke wijze van aanleg het nog altijd mogelijk is door tcchisciie voorzie ningen (duplex-verbhidingen) zonder hoo- go kosten een vijfde en zesde station in de distributie te betrekken. In dit verband zij nog opgomerkt, dat de ex ploitant van een radio-centrale krachlens' het bepaalde in het tweede lid van art. 33 van het Radio-reglement verplicht is, indien de uitzendingen der omrocpsta- tions zulks mogelijk maken, de program ma's van buitenlandsche omroepstations gelijktijdig met toestemming van den Minister van Waterstaat geoorloofd, zoo dat deze eventueel te zijer tijd 'zal moe ten worden gevraagd. Bij exploitatie door particulieren is niet te verwachten, dat zij mcor zullen doen dat datgene, waartoe do web vorplicht. De aanleg is gedacht met behulp van inductievrijen bovcngrondschcn loodkabel langs do huizen, terwijl voor kruisingen van straten en grachten inductievrije ge- armeerde loodkabel zal worden gebruikt, alle kabels voorzien van ten minste 4 dub beldraden. Op deze wijze is een goede ont vangst verzekerd en worden de onder houdskosten tot een minimum terugge bracht. Do vcrdecling zal, tenzij bij de uitvoe ring mocht blijken, dat het gebruik van meerdere centrale punten financieel voor- deeliger is, vanuit één centraal punt ge schieden, dat met zorg zal worden geko zen, teneinde een zooveel mogelijk storings vrije ontvangst te verzekeren. Van dat centrale punt uit zullen 8 a 10 voedingskabels wordt geleid naar even zoo vele voedingspunten (wijken) in de ver schillende stadsgedeelten. Het aantal wijken op 10 stellende, kun nen de aanlegkosben per wijk, indien de uitzendingen van ten minste 4 stations worden gedistribueerd, op pl.m. 15.625. in totaal derhalve op 156.250.worden gesteld. Daarbij komen dan nog de kosten van den bouw en de inrichting van een ge bouwtje voor de centrale ontvangst, welke in totaal op 11.000,worden geraamd. Trekt men ten slotte voor onvoorziene uit gaven een bedrag van 32.750.uit, dit bedrag is met opzet zoo hoog gesteld, ten einde eventueele teleurstellingen in ver band met de ontwikkeling van de radio techniek te voorkomen dan kan der halve een aanleg voor de distributie van uitzendingen van 4 stations worden tot stand gebracht voor rond 200.000. De kosten van de huisaansluitingen, wel ke op pl.m. 10.per aansluiting kunnen worden geschat, zijn bij deze berekening buiten beschouwing gealten, omdat deze door de abonné's moeten worden betaald. Lasten Rente en afschrijving van het net, 27.87 pet55.740.— stroomkosten 760. onderhoud (loonen en materialen) 6.000. leiding, toezicht en administratie 4.500. voordeelig saldo 29.000. 96.000— Baten. 4000 abonnementen ad 24 96.000— Het aantal abonné's zal aanvankelijk lager zijn, zoodat de eerste jaren ook het batig saldo minder zal bedragen; na twee volle exploitatiejaren mag evenwel op een aantal aansluitingen van 4000 wel worden gerekend. In den Helder en Harlingen bijv. bedraagt het aantal aansluitingen 10 pet. van het aantal ingezetenen. De bovengenoemde bedragen zijn geba seerd op den aanleg van een geheel nieuw net. Het zal intusschen aanbeveling ver dienen, zulks ook om met de exploitatie vangemeentewege dadelijk te kunnen be ginnen, het door Ter Meer gelegde net te gen taxatie van hem over te nemen, zoodat de werkelijke kosten aanvankelijk lager zullen zijn, dan de boven becijferde Aange zien de aanleg van dit net echter in menig opzicht zeer gebrekkig is en bovendien niet op de uitzending van 4 stations is berekend, zoodat toch spoedig belangrijke uitgaven voor verbetering daarvan moeten worden gedaan, kan ook bij overneming van het net van Ter Meer de bovengenoemde ra ming worden aangehouden. De Directeur van de Gestichten. Op voorstel van de meerderheid van de Commissie van Bekeer over <le gesiichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", geven B. en W. den Raad in overweging te besluiten tot toekenning van een perio dieke verhooging van weelde bij vervroe ging, gerekend te zijn ingegaan 1 Juli 1930, aan Dr. F. J. Stuurman, Geneesheer-Direc teur dier inrichtingen. De commissie zegt o.a., dat dc salariec- ring van den Geneesheer-Direcneur der in richtingen de vergelijking met die van zijne ambtgenooten aan andere gestichten, geenszins kan doorstaan. De kleinste mogelijke minderheid der Commissie kan zich echter met hef voorstel van de meerderheid niet vereenigen en is van meening, dat de kwestie van de sala- rieering van den Geneesheer-Directeur te gelijk behoort te worden behandeld met die van het overige gemeente-personeel. Leeraar H. B. S. Tot nu toe werden de lessen in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus ten deele gegeven door leerkrachten verbonden aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor meisjes. Wegens toeneming van het aantal klas sen aan deze inrichtingen van onderwijs is zulks voor den nieuwen cursus niet meer mogelijk. In verband daarmede is het noodig, dat aan de Hoogere Burgerschool met vijfja rigen cursus voor den duur van den cursus 19301931 een tijdelijke leerkracht in het Duitsch wordt aangesteld. B. en W. bevelen voor deze vacature aan: lo. mej. L. C. J. Wery te 'sGraven- hage; ,2o. den heer J. W. Veenhof, onder wijzer aan de school voor buitengewoon lager onderwijs te Leiden. Leeraar Gymnasium. Door het ontslag van Dr. D. A. H. van Eek is de betrekking van leeraar in do Oude Talen aan het Leidsche Gymnasium opengevallen. Voor deze betrekking hebben zich na oproeping slechts zeer weinig sol licitanten aangemeld. B. en W. hebben omtrent de vervulling van deze vacature het advies ingewonnen van don Inspecteur der Gymnasia, hetwelk zij hiernevens overleggen. Met zijne bcoor- dceling van dc sollicitanten kunnen zij zich veroenigingen; met hem zijn zij van oor deel, dat i.e. slechts één der sollicitanten voor de benoeming tot leeraar in aanmer king kan komen. Aangezien zij nu bezwaar lijk personen kunnen aanbevelen, wier be noeming zij niet in het belang van het gym nasium zouden achten, meenen zij zich bij de aan den Raad uit te brengen aanbeve ling voor dit geval te moeten beperken tot één persoon. In verband met het bovenstaande beve len zij aan den heer W. A. A. van Otterlo, doctorandus in de klassieke letteren, te Leiden. i Hoofdopzichter Gemeentewerken. De heer J. A. Verhoog verzoekt hem eer vol ontslag te willen verleenen uit zijne betrekking van Hoofdopzichter der Ge meentewerken, met ingang van 1 Jan. B. en W. stellen voor ]iet gevraagde eer vol ontslag te verleenen. Commissie Toezicht Middelbaar Onderwijs. Ter vervulling van de vacature welke zal ontstaan in do Oommissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, tengevolge van de periodieke aftreding van den heer A. L. Reimeringer, wordt dc volgende aan beveling gedaan: lo. C. L. van Burren, Gepensionneerd Kapitein Ier Zee; 2o. Jhr. C. A. Roëll, Directeur der Leidsche Zout keet; beiden wonende te Leiden. Do heer Reimeringer wenscht voor een horbenoeming niet in aanmerking te ko men. Commissie Lakenhal. De Commissie voor het Stedeiijk Museum de Lakenhal doet voor de vervuiling van vacatures de volgende aanbeveling: Vaca ture Huurman: de hceren 1. B. J. Huurman Dzn.; 2. Mr. A. J. Romijn. Vacature Knappert: de heeren 1. Prof. Dr. L. Knappert, 2. W. J. J. C. Bijleveld. Vacature Martin: de heeren 1. Prof. Dr. W. Martin, 2. S. J. Le Poole L.G.zn. Commissie Gestichten. Ter vervulling van de vacature, die in de Commissie van Beheer over de Gestichten zal ontstaan, tengevolge van de periodieke aftreding van den heer B. J. Huurman, wordt de volgende aanbeveling gedaan: lo. B. J. Huurman; 2o. D. Parmentier. Bestuur Werkinrichting. Voor een Lid van het Bestuur buiten den Gemeenteraad voor de Stedelijke Werkin richting vacature S. van Nooten, worden aanbevolen de heeren: lo. S. van Nooten, 2o. A. de Koster. Commissie Bank van Leening. Voor de vacature Commissaris Bank van Leening worden aanbevolen de heeren: lo. Mr. F. J. J. Trapman (aftredend) en 2o. Mr. H. R. Goudsmit. Verhuring huizen. Door den heer A. A. Owcl werd de huur van het pakhuis aan de Lokhcrststraat No. 20 opgezegd. Het pand is op 1 Mei j.l. ont ruimd. Ais gegadigde voor de huur van het pak huis heeft zich aangemeld de heer A. Christiaanse. Diens verzoek om als huur der in aanmerking te mogen komen, werd 'aangehouden in verband met een ingeko men adres van de Commissie tot oprichting van een Brokkenhuis, te Leiden, strekken de om een perceel te harer bes-chikking te stellen, waarvoor het pakhuis aan de Lok horststraat No. 20 wellicht in aanmerking zou kunnen komen. Aangezien de Commis sie inmiddels elders localiteit heeft gevon den, kan de verhuring van liet onderhavi ge perceel voortgang vinden. Deze gele genheid kan tevens worden benut om een verbetering aan te brengen met betrekking tot de aangrenzende woning Lokhorststraat No. 18. Indien n.l. het gedeelte van de open ruimte van het meergenoemde pak huis, voor zoover gelegen achter het per ceel Lokhorststraat No. IS, getrokken wordt bij de open ruimte van dit laatste perceel, verkrijgt dit meer licht en lucht in de donkere achterkamer en ontstaat de mogelijkheid het privaat door een portaal tje, met daarachter een W.C., te vervan gen. De kosten van deze voorzieningen worden geraamd op 250. De huurster, de wed. C. M. v. Haldercn, is bereid in verband hiermede de huur, thans 160.bedragende, met 20.per jaar te verhoogen. De heer A. Christiaanse biedt voor het pakhuis aan de Lokhorststraat No. 20 een jaarlijkschen huurprijs van 150. Verkoop grond aan de Coöperatie „Eendracht". Van de R. K. Coöperatie .„Eendracht"', alhier, kwam een aanvraag in, om een ge deelte grond, groot pl.m. 396 M2., gelegen aan het verlengde van de Mamixstraat, hoek Molenstraat, te mogen koopen, ten einde daarop een bakkerij met winkel, bergplaats, kolenloods en twee bovenwonin gen te bouwen. De met adressantc gevoerde onderhan delingen hebben er toe geleid, dat deze zich bereid verklaard heeft den grohd voor den gevraagden prijs van 8.50 per M2. in koop te aanvaarden. Verpachting buffetten Gehoorzaal. Bij raadsbesluit van 25 Maart 1929 werd aan W. F. van Ingen Schenau Jr. voor den tijd van 5 jaren, ingaande 1 Mei 1929, ver pacht de exploitatie van de buffetten in de Gehoorzaal tegen een bedrag van 3500.per jaar. Dezo pachtsom is 1250 per jaar hooger dan tot 1 Mei 1929 word betaald, zulks mede als gevolg van de vor- grooting van dc koffiekamer en de ver bouwing van de daaronder gelegen ruimte. Do plannen voor den verbouw zouden zeker vóór 1 October 1929 (aanvang van het seizoen) zijn uitgevoerd, indien niet de Stadhuisbrand en andore omstandigheden een aanmerkelijke vertraging hadden ver oorzaakt. Hierdoor is de verbouwing van de kof fiekamer c.a. eerst in Maart j.l. gereed ge komen. In verband met deze vertraging nu vraagt de pachter restitutie van do over hot tijdvak 1 Mei 1929—1 Mei 1930 betaal de hoogere huursom ad 1250. B. cn W. stellon voor, een restitutie le verleenen van 500 gld. Het praeadvies van B .en W. op de ver zoeken van de marktkooplieden plaatsen wij in een volgend nummer. ALGEMEENE NEDERLANDSCHE ZUIVELBOND. Jaarvergadering te Utrecht. De Algeme-ene Ncderlandscho Zuivel- bond (F. N. Z.) hield gisteren te Utrecht een algemeene vergadering onder voorzit terschap van dr. F. E. Posthuma. Dr. Posthuma over onzen uitvoer. Dr. F. E. Posthuma opende de vergade ring met een rede, waarin hij gesproken heeft over de moeilijkheden in den afzet van onze producten. Bij de feestelijkheden, aldus dr. Posthuma, die hebben plaats ge had bij de ontruiming van het Rijnland, zeide een hooggeplaatst persoon: „Wan neer eenmaal het Saargebied ontruimd is, staat niets meer den vrede van Europa en de verzoening der buurvolken in den weg". Spr. veroorlooft zich het niet met deze woorden eens te zijn. Men spant zich in, zegt spr., om op economisch gebied de ter rein-oneffenheden plat te strijken. Heel erg slaagt men daarin niet. Hier en daar ziet men wel vruchten, al zijn het ook kleine, van wat men in het spraakgebruik heeft genoemd „den geest van Genève". Een van deze vruchten is de handelsover eenkomst, die men dit jaar op 14 Maart j.l. heeft gesloten. Spr. gaat uitvoerig die bekende han delsovereenkomst na, en wat sindsdien tusschen twee lenden, die spr. niet noemt, gebeurd is. De vraag, welke spr. thans wenscht to beantwoorden is: Wat kunnen wij zelf doen als gevaren als een te hoog invoer recht dreigen, werkelijkheid worden? Als men onze producten niet toelaat, dan is daarvan het gevolg, dat wij geen vorderin gen in geld krijgen op het betrokken land en als wij geen vorderingen krijgen op het betrokken land, is het gevolg daarvan, dat wij er ook niet gemakkelijk kunnen koopen. De noodzakelijkheid zal ons wel dwingen tot dit niet-koopen, doch wij zou den het een beetje kunnen bevorderen door het doelbewust te doen. Hoewel wij zeer dankbaar mogen zijn voor den zoo ruimschoots ontvangen steun, bleek toch in de afgeloopen weken vol doende, dab vele menschen alleen naar hun eigen winkeltje kijken. En dan is er, aldus spr., nog een heele groep Nederlanders, die in dezen met ons kunnen meewerken, al beseft spr., dat men wel zal beginnen te zeggen: Maar dat gaat niet zoo gemak kelijk. Het zijn echter vragen, die spr. gaarne ter beantwoording voorlegt aan al die grooten in Europa, die nu reeds eenige ja ren tezamen komen en in steeds mooiere redevoeringen de bevolking kond doen, hoe het zal kunnen, docli die thuis geko men de macht missen om daden, die vier kant in strijd zijn met hun woorden, le voorkomen. Ook voor deze pacifisten geldt het: te waken! Van twee dingen één: of ophouden met samenkomsten als die van den olkenbond, óf door daden toonen, dat men aan het streven van dit instituut wil medewerken. Ook in dezen waarheid bovenal(Applaus). Hiermede was de vergadering geopend. Vervolgens besloot men een telegram van hulde te zenden aan H. M. de Konin gin. Hierna werd een inleiding gehouden door den heer ir. B. Gerritzen, Rijksland- bouwconsulent te Londen over: „De Export onzer Zuivelproducten naar Groot-Brittannië, speciaal wat betreft den afzet van gecon denseerde melk". De inleider deelde allereerst een cn an der mede over de productie van melk en melkproducten in Groot-Brittannië, in hoofdzaak wat betreft de gesuikerde ge condenseerde ondermelk. Bij het speciaal werken voor den afzet van versche melk moeten de voorraden, die beschikbaar ko men voor kaas- en boterbereiding, sterk schommelen. Dit wordt als een der hoofd redenen beschouwd, dat do zuivelindustrie in Engeland nimmer tot grooten bloei en ontwikkeling is gekomen. De productie van melk neemt toe in verband met- het in gras leggen van groote oppervlakten grond, nu dc akkerbouw niet meer loonend is. Behalve versche melk, wordt in Groot- Brittannië een groote hoeveelheid gecon denseerde melk gebruikt. De invoeren ne men voortdurend toe. In de landbouw- kringen ziet men de toename van den im port van gecondenseerde melk, vooral van gecondenseerde ondermelk, met leede oogen aan. Door dc tegenstanders wordt tegen den verkoop van gecondenseerde ondermelk ingebracht, dat do voedingswaarde zooveel minder is dan van volle melk. Van de te genwoordige regeering kan echter niet worden verwacht, dat or oen invoerverbod zal worden uitgevaardigd voor geconden seerde ondermelk. Om tot verbeteringen te komen moeten wij, zegt spr., vertrouwen op den practi- schen zin van den Nederlandschen melkvee houder, die op het gebied van coöperatie zijn sporen heeft verdiend. Er is echter geen tijd to verliezen. Concentratio van do belangen van fabrieken in Nederland, het stichten van, zij het dan ook eenige, verkoopburoaux van gecondenseerde on dermelk, is een eerste stap. Aan het in hot wilde producccren cn verkoopen van onbepaalde hoeveelheden gocondenseerde ondormolk moet een oindo komen. Wat den afzet van de boter betreft, zegt spr., dat de productie in Engeland gering is. De meeste boter wordt geim- porteerd. Ons land neemt daarbij geen voorname plaats in en de belangrijkheid van ons land noemt eerder af dan toe. In den regel zijn Nedorlandsche leveranciers niet genegon contracten voor langoren tijd af te sluiten voor contante hoeveel heden tegen bepaalde normen. Dit zon noodig zijn om den Britschen handel tot ontwikkeling te brengen. Groot-Brittannië zegt spr., is geworden voor ons land een gclegenheidsmarkt. Er zou echter een tijd kunnen komen, dat wij ons voor den afzet van boter meer naar het Westen zullen hebben te oriënteeren, doordat hooge ta riefmuren en andere invoerbelemmeringen van andere afnemers ons daartoe zouden dwingen. Dit heeft zelfs de ondervinding van de laatste weken, zegt spr., maar al te goed geleerd. Ten slotte gaf spr. een kort overzicht van den afzet van kaas. De meeste kaas voor Engeland komt uit de Dominions. Van dc landen buiten het Britsche Wcreldrijk importeert Nederland de grootste hoeveel heid kaas. Echter ook hier gaan we ach teruit. De z.g. „processed" kaas verdringt do onze. Vervolgens hield de heer ir. A. H. Jou- stra, Rijkslandbouwconsulent te Berlijn, een inleiding over: „Onze positie als zuivel-expor. teerend land in Duitschland". Nadat spr. <le uitbreiding dor productie met een aantal cijfers heeft toegelicht, staat hij uitvoerig stil bij den afzet van onze boter in Duitschland. Nedierland staat onder dc. invoerende landen op de tweede plaats en wordt al leen door Denemarken overtroffen, doch ons aandeel ging in 1929 achteruit, terwijl Denemarken, Finland, Letland en Litauen in 1929 meer invoerden dan in 1923. Dit houdt, zegt spr. een ernstige waarschuwing in. Spr. zet uiteen, dat vooral de Estland- schc en Letlandsche boter meer en meer in den smaak gaan vallen. Vooral als de Nedcrlandsche boter nogal duur is, worden beide laastgenoemde gevraagd. Spr. gaat dan na waar onze boter meer wordt gebruikt en hoe de overige soorten ongeveer over Duitschland zijn verdeeld. Spr. wijst in dit verband in het bijzonder op Berlijn, waar Dcensche boter den bo ventoon voert. Alles dient in het werk te worden ge steld om in deze stad met meer dan vier millioen zielen, vasten voet te krijgen. Spr. gelooft, dat veel te bereiken zou zijn, in dien de Nederlandsche belanghebbenden de handen ineen zouden slaan, en de zaak niet alleen energiek aanpanlcken, maar ook doorzetten. Het zou aanbevoling ver dienen een permanent vertegenwoordiger in Berlijn te vestigen, welke de beschik king krijgt over een magazijn. Ook dient, zoo zet spr. uiteen, rekening te worden gehouden met de Duitsche pro ductie en de bemoeiingen op zuivelgebied. Aanzienlijke staatscredietcn tegen ver laagde rente worden beschikbaar gesteld. Uitvoerig staat spr. verder stil bij de maatregelen der regeering op dit gebied. Spr. wijst er op, dat er ernstig gevaar bestaat, dat het invoerrecht op boter zal worden verhoogd. Als dit verhoogd invoer recht tot stand komt, moet dit o.m. tot gevolg hebben vermindering van de vraag, daar elke prijsverhooging de boter brengt buiten het bereik van vele beurzen, en het gebruik van margarine doet toenemen. Ernstig moet dan ook onder het oog wor den gezien wat gedaan kan worden om onze positie in Duitschland te handhaven. Krachtige samenwerking lijkt spr. daar toe noodzakelijk. Spr. kan zich niet van het gevoel losmaken, dat de export van onze boter naar Duitschland gevaar loopt. In de eerste zeven maanden van dit jaar ging veel minder boter van uit ons land naar Duitschland dan in de eerste zeven maan den van 1929. De achteruitgang was veel aanzienlijker dan die van de Deensche boter, terwijl de invoer uit Estland en Letland aanmerkelijk tcenam. Tenslotte zegt spr., dat de vooruitzich ten voor den afzet van volle melkpoeder en melkpoeder van ondermelk weinig be vredigend zijn. Na beantwoording van eenige vragen stelde de voorzitter vast dat hier wel na drukkelijk is gebleken, dat aan den afzet meer aandacht geschonken zal moeten worden. Het bestuur van den F. N. Z. heeft reeds jarenlang ernstige pogingen daartoe ge daan en ge-tracht die in éénc richting te leiden. Vermeld dient nog, dat de mededeelin- gen van het bestuur uitvoerig handelden over de Duitsche boycotbeweging en tot conclusie hadden dat door verhooging van invoerrechten de toekomst van het bedrijf er geenszins opwekkend er uitziet. In de middagvergadering sprak nog dr. Swaving namens den Minister van Bin- ncn'andsche Zaken een gelukwensch uit met het dertigjarig bestaan van den Bond. Nadat baron van Ittersum namens de Coöp. Raiffeisenbank eveneens gelukge- wenscht had met het dertig-jarig bestaan, werd de vergadering gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 7