Neem dedo STADSNIEUWS WOENSDAG 27 AUGUSTUS 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 (Reclame) indiening van een wetsontwerp tot wijzi ging van de Telegraaf- en Telefoonwet 1004 en dat daarin een bepaling was opge nomen, krachtens welke, naar voorschriften bij algemcenen maatregel van bestuur te stollen, voor den aanleg en het gebruik van een radio-distributie-inrichting een machtiging van den Minister van /Water staat zou worden vereischt. Voorts bevatte deze circulaire eenige aanwijzingen om trent de gedragslijn, welke de Directeur- Generaal als adviseur van den Minister bij het verleonen van deze machtigingen voor nemens was te volgen. Ton slotte verzocht de Directeur-Gene raal in een schrijven van 4 November 1927 hun College onder meer te willen mede- deelcn, of in Leiden met één radio-distri- bntie-onderncming kon worden volstaan, dan wel of er meer noodig waren en zoo ja, hoeveel en in welke gebieden van de ge meente. Na ingewonnen advies van den Direc teur der Gemeentewerken en van de Oom missie van Fabricage besloten B. en W. op 1 December 1927 den Directeur-Generaal te antwoorden, dat de radio-distributie te Leiden waarschijnlijk niet anders ïou kunnen worden geëxploiteerd dan secties- gewijze, doch dat het gewenscht word go- acht met een nauwkeurige aanwijzing van deze secties cn van de personen, welke te zijner tijd voor de exploitatie daarvan in aanmerking zouden komen, te wachten tot de vaststelling van de nadere wette lijke voorschriften. Voorts berichtten zij aan hen, die van de door B. en W. ver leende vergunningen tot het spannen van draden over openbare straten innen den gestelden termijn geen gebruik hadden gemaakt, dat hunne vergunnigen op dien grond waren vervallen, terwijl aan anderen die vóór en na 1 December >27 een zoo danige vergunning aan het College van B. en W. hadden gevraagd, word mede gedeeld, dat in verband met het aanhan gige wetsvoorstel tot aanvulling en wijzi ging van de Telegraaf- en Telefoonwet 1904 en den ter uitvoering daarvan te ma ken algemeenen maatregel van bestuur voorshands geen nieuwe 'vergunningen zouden worden verleend. De nieuwe wet. Het bovenbedoelde wetsontwerp is wet geworden bij de wet van 12 Mei 192S S. 169 en het daarbij in de Telegraaf- en Telefoon wet nieuw ingevoegde artikel 3ter draagt aan een algemeenen maatregel van be stuur op voorschriften te geven oüder meer ter regeling van den aanleg en het gebruik van radio-distributie-inrichtingen, met inbegrip van de geleidingen cn lijnen, welke voor haar gebruik zijn bestemd. De kierbedoelde algemeene maatregel van be stuur (Koninklijk besluit von 9 Mei 1930, S. 159), houdende vaststelling van een Ra dio-reglement, is eerst onlangs verschenen en op 14 Mei j.l. in werking getreden. Hij dus, die een radio-centrale exploi teert zonder in het bezit te zijn van een machtiging van den Minister van Water staat, maakt zich, ook al is hij in het bezit van een vergunning van B. en W. tot het spannen van draden, aan een strafbaar feit schuldig en stelt zich daardoor bloot aan een strafvervolging, alsmede aan in beslagneming van zijn radio-centrale met toebehooren. Was Ter Meer tot dusver derhalve tus- schen de mazen van het net heengeglipt met 14 Mei j.l. was de dag aangebroken, waarop 'hij reddeloos in het net verstrikt raakte. Van dien dag af toch was het niet meer twijfelachtig, doch stond het onomstootelijk vast, dat hij zich aan wets- overtreding schuldig maakte en de eer bied voor de wet eisckte thans, dat werd ingegrepen, ook al zouden met hem de aangeslotenen aan zijn centrale van dat ingrijpen de dupe borden. En hoewel het hoofdbestuur wettelijk volkomen be voegd was geweest, om op 14 Mei tegen Ter Meer proces verbaal te doen opma ken en ter inbeslagneming de uitlevering te doen vorderen van alle voor inbeslag neming vatbare voorwerpen, m. a. w. het geheele bedrijf stop te zetten, heeft het, al weder ter wille van de abonné's, niet van die bevoegdheid gebruik gemaakt, doch eerst met B. en W. overleg gepleegd omtrent de wijze, waarop aan den met de wet S'trijdigen toestand op de voor de abonné's minst onaangename wijze een einde zou kunnen worden gemaakt. Dit oveiileg leidde op 26 Juni j.l. tot dezen maatregel, dat aan Ter Meer mondeling werd aangezegd,, dat hij van stonde af aan elke uitbreiding van zijn distributie net zou staken, terwijl hem werd toege staan zijn radio-centrale voorloopig nog te blijven exploiteeren. Bootongeluk 3 dooden. Een iWolff-telegram uit Memel meldt: Bij werkzaamheden aan een vuurtoren in het Koerdische Haff dreef een monteur in een boot af. Een zeilboot waarmede een 6-tal collega's hem hulp wilden brongen, sloeg om. Drie man verdronken, de overige drie werden gered. Noodlottig boot-ongeval bij Stettin. Uit Stettin wordt gemeld: Gistermid dag hebben vjsschers een omgeslagen boot- van leerlingmatrozen aangetroffen, waar aan zich een jonge matroos, Methke, had vastgeklemd. Hij zeide, dat hij Zondag met zeven jongelui van de kadettenschool te Torgelow was uitgevaren en door een onweer was overvallen. Alle acht inzit tenden zijn in het water terechtgekomen en hij was de eenige, die zich aan de boot kon vastklemmen; hij had zich 12 uur in - inzittenden, jongelui van 15 tot 18 jaar, en inzittenden, jongelui van 1 tot 18 jaar, en de schipper Stegemann zijn verdronken. Holland paard wondt 15 personen. Op de kermis te Meymac (Frankrijk) is een paard dat voor een rijtuig was gespan nen, op hol geslagen. Verschillende perso nen trachtten het dier te grijpen, doch te vergeefs. Vijftien personen werden ge wond, van wie drie ernstig. Aardschokken in Engeland. Gisteravond zijn aardschokken gevoeld in het district Swansea. Er werd geen schade aangericht. Aardbevingschade in Tanganyika. Gisterochtend werd in Dar-es-Salam een aardschok waargenomen. Talrijke huizen werden licht beschadigd, maar er zijn geen slachtoffers te betreuren. ANDREE'S DAGBOEK MOtT WORDEN ONTDOOID. Zal het leesbaar zijn. Ofschoon nog niet beK.-d is, of het dagboek van Andree zoo goed uit het ijs kan worden losgewerkt en in zoo goeden staat kan worden gehouden, dat het schrift te ontcijferen is en ofschoon men nog niet weet, of de aanteekeningen tot den ondergang van de expeditie toe zijn voorgezet, is zooals reeds gemeld, door een buitenlandsch persconcern reeds een half millioen kronen voor het publicatie recht van het dagboek geboden. Tot de commissie, die waarschijnlijk reeds binnen enkele dagen door de Zweedsche regeering naar Tromsö zal worden gezonden, zal ook een deskundige behooren, die zich zal be lasten met heb doen ontdooien en heb in standhouden van het dagboek. Onderzoe kingen hebben aangetoond, dat het in elk geval mogelijk zal zijn om heb schrift te ontcijferen, indien het met potlood of inkt geschreven is. Indien Andree echter ko pieerpotlood heeft gebruikt, bestaat daar weinig kans op. Van bijzonder belang is de vraag, of de expeditie van Andree voor de catastrophe over de Noordpool gevlogen is. Naar alle waarschijnlijkheid zal het Zweedsche pantserschip „Oscar II" de stoffelijke resten van de Poolreizigers naar Zweden brengen. Anderzijds is, zooals wij reeds meldden, ook voorgesteld, dat de oude kruiser „Svensksund" voor dat doel naar Tromsö zal gaan; destijds is dc expeditie van Andree op dit oorlogsschip naar het eiland gebracht vanwaar de ballontocht begon. - Andree zal overkomstig zijn destijds geuite wenschen in zijn geboorteplaats, het midden-Zweedsche stadje Graema worden begraven. De Pool-expert, dr. Hoel, heeft in een interview vefklaard dat het vinden van Andrée's lijk het grootste raadsel zal op lossen, dat de menschheid in tientallen van jaren heeft bezig gehouden. Waar schijnlijk heeft Andrée nog tot1898 ge leefd, daar hij de beschikking had over levensmiddelen voor een tijd van vier maanden, wapens en munitie en over vleesch van wilde dieren. Toen dr. Horn het kamp vond, zag hij de zeildoeken kano boven het ijs uitste ken. terwijl door het glasheldere ijs de schoenen en de beenbeklecding van An drée en Frönkel werden gezien. Het uit graven der lijken nam twee dagen in be slag. Andrée is niet in een paniekstemming naar Gillesland gevlucht, daar hij, on danks het gewicht, alles wat draagbaar was, heeft meegenomen. (Tel.) Tienjarig jongetje door inbrekers vermoord. Te Klein Rudesboy bij Radeberg vond een landeigenaar bij thuiskomst zijn tienja rig zoontje vermoord op den grond in één der kamers liggen. Het kind was geworgd. Waarschijnlijk waren inbrekers aanhet werk in de verlaten woning en werden zij door het kind, dat onverwacht thuiskwam, verrast. Kapitein en twee passagiers van Turksche boot vermoord. Op een Turksche stoomboot hebben twee matrozen, op aanstichten van den eigenaar, den kapitein en twee passa giers, van wie vermoed werd, dat zij veel geld bij zich hadden, gedood en hun lijken overboord geworpen. Vervolgens werd het schip in brand gestoken, om het te doen voorkomen, d.at een ongeluk was gebeurd. Na de ontdekking wisten de matrozen ie ontkomen, terwijl de eigenaar werd dood geschoten. Een desperado houdt een trein aan. Uit Fort Rancos (Ontario) wordt ge meld: Een uit het tuchthuis ontvluchte 21- jarige misdadiger, een zekere Emmric Fermett, heeft kans gezien geheel alleen 'n trein van den Canadeeschen spoorweg aan te houden. Hij schoot een beambte van de Amerikaansche immigratiepolitie neer, evenals een passagier, die uit den slaap wa6 opgeschrikt. De overige, volkomen ver blufte reizigers en den conducteur dreef hij in den bagagewagen, waar hij hen op sloot, waarna hij met den snel bijeenge- gaarden buit ontvluchtte in de richting van de stad Erno. Daar hij werd achter volgd, verschanste hij zich in een op eenigo K.M. van de stad gelegen huis. Een belege ring volgde. Bij een poging om uit zijn ouhoudbare positio te vluchten, werd hij ten slotte in een nabij gelegen bosch, waar hij zich wilde verbergen, door verschei dene kogels getroffen en gedood. Een wilde bruiloft. Te Salmis in Zuid-Finland heeft een vechtpartij plaats gehad op een bruiloft, waarbij 20 personen door messteken ge wond werden. Negen mannen en de bruid zelf moesten naar het ziekenhuis vervoerd worden. Verscheidene personen werden le vensgevaarlijk gewond. Bom in een slaapkamer. Op het in Grossensee gelegen landgoed van don handelaar E. K. Schliemann te Harburg, werd gisterochtend vastgesteld, dat do telefoonleiding doorgesneden was. Bij onderzoek bleek zich in de slaapka mer van Schliemann een van buiten aan gebrachte bom te bevinden. De er aan ver bonden lont was uitgegaan. Buiten het huis waren nog meer bommen neergelegd. Toen mevrouw Schliemann op een er van trapte, ontplofte de bom en verwondde haar rechterhand zoo ernstig, dat zij in het ziekenhuis te Hamburg moe« worden op genomen. Men vermoedt hier met een wraakneming te doen te hebben. GEMEENTERAAD. De Gemeenteraad van Leiden vergadert op Dinsdag 2 September 1930, des namid dags te twee uur, in het gebouw „Tot Nut van 't Algemeen" (Steenschuur 21). De ver gadering zal, zoo noodig, des avonds wor den voortgezet. Te behandelen onderwerpen: lo. Benoeming van drie leden van de Commissie van Financiën en uit dezen van den Voorzitter (aftredend: de H.H. B. J. Huurman, M. H. de Reede en Mr. H. F. A. Donders). 2o. Benoeming van vier leden van de Commissie van Fabricage, (aftredend: de H.H. D, Parmenter, A. G. Bosman, J. H. Schüller en J. H. A. Manders). 3o. Eenoeming van twee leden van de Commissie voor het Openbaar Slachthuis, (aftredend: de H.H. Th. M. W. Bergers en J. A. van der Reijden). 4o. Benoemng van twee leden van de Coniniis-sie voor den Markt- en Haven dienst, (aftredend: de H.H. J. Wilbrink en G. de Meij). 5o. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief, (aftre dend: de H.H. M. H. de Reede en J. H. A. Manders). 6o. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke veror deningen en uit dezen van den Voorzitter, (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek, J. H. Manders en Mr. A. 3'. Romijn). 7o. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen, (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek en Mr. A. J. Romijn), 8o. Benoeming van vijf leden van de Commissie voor het Onderwijs, (aftredend: de H.H. J. G. van Es, Th. B. J. Wilmer, J. B. Meijnen, T. Groeneveld en Mr. A. J. Ro mijn). 9o. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, (aftredend: de H.H. F. Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, J. Wilbrink en Mr. H. F. A. Donders). lOo. Benoeming van een lid van de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", (aftredend: de heer B. J. Huurman). Ho. Benoeming van vier leden van de Commissie voor den Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst en den Keuringsdienst, van Waren, (aftredend: de H.H. Th. B. J. Wilmer, J. G. van Es, A. van Rosmalen en C. Koole). 12o. Benoeming van drie leden van de Commissie van onderzoek der bezwaar schriften tegen aanslagen in het vergun ningsrecht en uit dezen van den Voorzitter, (aftredend: de H.H. A. G. Bosman, C. J. van Tol en J. A. van der Reijden). 13o. Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal (aftredendde H.H. B. J. Huur man, Dr. L. Knappert en Dr. W. Martin). 14o. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting, bui ten de leden van den Raad, (aftredend: de heer S. van Nooten). 15o. Benoeming van een Commissaris der Gemeentelijke Bank van Leening, (af tredend: de heer Mr. F. J. J. Trapman). 16o. Benoeming van een lid en van. een plaatsvervangend lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het Reglement voor de werklieden in dienst, van de gemeente Leiden, (aftredend: de H.H. Mr. H. F. A. Donders en F. Eiker bout). 17o. Benoeming van -een voorzitter en van een 'plaatsvervangend voorzitter der Commissie van advies, bedoeld in art. 35 van de verordening, regelende den rechts toestand van de ambtenaren der gemeente Leiden, (aftredend: de heer Mr. H. F. A. Donders en vacature Donders als plaats vervangend voorzitter). ISo. Benoeming van een lid der Com missie van Toezicht op het Middelbaar On derwijs (vacature A. L. Reimeringer), 19o. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de oude talen aan het Gymnasium, voor den cursus 19301931. 20o. Benoeming van een tijdelijk lee raards) in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 19301931. 21o. Praeadvies op het verzoek van J. A. Verhoog, om eervol ontslag als Hoofd opzichter der Gemeentewerken. 22o. Rekening, dienst 1929, van het Bur gerlijk Armbestuur. 23o. Voorstel; a. tot verhuring van het pakhuis aan de Lokhorsts'traat No. 20, aan A. Ohris- tiaanse b. tot wijziging van het Raadsbesluit van 29 Maart 1920, in zake de verhuring van het perceel Lokhorststraat No. 18, aan de Wed. C. M. van Halderen. 24o. Voorstel tot verkoop van een ge deelte grond aan het verlengde van de Marnixstraat hoek Molenstraat, Sectie N, No. 788 ged,, aan de B. K. Coöperatie „Een dracht". 25o. Voorstel tot gedeeltelijke kwijt schelding van de pachtsom over het pacht- jaar Mei 1929~Mci 1930 voor de buffetten der Stads-Gehoorzaal aan W. F. van Ingen Schenau Jr. cn tot vaststelling van don desbetreffenden begrootingsstaat. 26o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van het aanbren gen van eenige voorzieningen in het aan het Instituut „Kern" verhuurde gedeelte van het gebouw ,,'s Gravenstein". 27o. Voorstel tot toekenning van een periodieke verhooging van wedde bij ver vroeging, aan den Geneesheer-Directeur van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest". 28o. Praeadavies op de verzoeken van den Marktkoopliedenbond voor Leiden en Omstreken „Ons Belang" en van den Nc- derlandschen Bond van Marktkooplieden- vereenigingen, in zake het aanbrengen van verschillende wijzigingen in do regelingen betreffende dè Algemeene Markten. 29o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den bouw van een brug over het Galgewater c.a. tusschen den Haagweg on den Morschweg, ten wes ten van de spoorbrug in de lijn naar Woer den. 30o. Voorstel in zake de oprichting van Radio-distributiebedrijf van gemeentewege. 31o. Verdeeling van den Raad in Sec tiën. DE BRUG OVER HET GALGEWATER. Kosten 132.500 gld. Krachtens Raadsbesluit van 6 Mei 1929 (Ingek. Stukken 64) heeft de gemeente eenige huizen met grond aan den Haag- weg gekocht ten behoeve van een te ma ken brug over het Galgewater, onmiddel lijk ten westen van de spoorbrug in de lijn naar Wqerden. Zooals uit de stukken blijkt, is als brug- type gekozen een enkele ophaalbrug met vaste toeleidende bruggen. Het beweeg bare gedeelte van de brug is ontworpen in het verlengde van de voor grootere sche pen bevaarbare zuidelijke doorvaar tope- ning van de spoorbrug en kan een door- vaartwijdte verkrijgen van 8 Meter. Prac- tisch zal, in verband met wenschen van de Nederlandsche Spoorwegen, die door- vaardtwjjdte gelijk worden gemaakt aan die van de tegenoverliggende opening van de spoorbrug (7,55 Meter), hetgeen op een voudige wijze door de constructie van de schuurgordingen kan worden bereikt. De maximumdoor vaartwijdte van 8 Meter zal mede met het oog op die van andere in de laatste jaren vernieuwde bruggen over den Rijn in een buiten onze gemeente, voor de behoefte van de scheepvaart alleszins vol doende zijn. De vaste doorvaartopening ten noorden van de ophaalbrug verkrijgt een wijdte van 7.80 Meter tusschen de remmingwerken (die van de overeenkomstige opening van de spoorbrug bedraagt pl.m. 7.40 Meter) en zal evenals het beweegbare gedeelte in gesloten stand een doorvaarthoogte heb ben van 2.20 Meter bij den normalen wa terstand van 0.60 Meter N. A. P. Ten zuiden van de ophaalbrug zijn drie vaste openingen geprojecteerd, die uitslui tend dienst zullen doen als stroomopenin- gen, zulks in verband met den voor de scheepvaart te lage ligging van den on derkant van het correspondeerende vaste gedeelte der spoorbrug. Het rijvlak van de brug zal over de ge heele lengte een breedte van 6 Meter ver krijgen, hetgeen voor het rijverkeer alles zins voldoende is te achten; de breedte van de trottoirs is gedacht op 2.40 M. voor het vaste en 1.75 M. voor het beweegbare gedeelte. De leuningen langs de trottoirs, die oorspronkelijk open waren ontworpen, zullen gesloten worden gemaakt met het oog op het eventueele gevaar voor kinde ren, hetwelk een open leuning kan mede brengen. Voorts zal de bestrating van de toegangswegen tot de brug bestaan uit klinkers en die van de vaste gedeelten uit asphalttegels, terwijl de beweegbare klap uiteraard van een houten brugdek zal wor den voorzien. Langs de opritten is ruimte open gehouden voor boom- of haagbeplan- ting. Op den pijler, bestemd voor de hamei poort van de ophaalbrug is een brugwach tershuisje ontworpen, aangezien voor de bediening van de brug een afzonderlijke post ter plaatse gevestigd zal moeten wor den. Wat de kosten van den bouw betreft-, deze zijn geraamd op 126.000, waarbij te voegen is een berag van 3500, voor de verplaatsing van gebouwtjes der spoorwe gen en eenige andere werken en van ƒ3000 voor het baggerwerk. In totaal zal met het werk dus een bedrag van 132.500 ge moeid zijn. In verband met den brugbouw is het verder wenschelijk den overweg in den Morschweg te verbeteren, waaromtrent B. en W. te zijner tijd nadere voorstellen bij den Raad zullen aanhangig maken. DE RADIO.DISTRIBUTIE. De gemeente zal haar ter hand nemen. De Raad stelde in zijn zittingen van 24 Februari, 17 Maart en 4 Augustus 1930 achtereenvolgens een viertal adressen op de radio-distributie betrekking hebbende in handen van B. en W. om praeadvies. In drie van deze adressen, n.l. in die van dc N.V. Zuid Noderl. Radio-Distributie-Maat- schappij te Vlissingen, Ir. J. A. G. James te Haren en J. M. G. Klein Nibbelink al hier, wordt verzocht hetzij concessie te verlcenen voor de oprichting van een ra- dio-distributic-bedrijf te Leiden, hetzij ten behoeve van zoodanig bedrijf vergunning te geven tot het spannen van draden over openbare straten, terwijl het vierde adres, dat van C. Ter Meer, alhier, mede werking inroept voor de opheffing van een hieronder nader te bespreken maatregel, waardoor hij zich in de exploitatie van zijn radio-centrale ernstig benadeeld acht. Vóór en na de indiening van deze adres sen werd bovendien het College van B. en W. zelf nog overstelpt met verzoeken van soortgelijke strekking als de eerstge noemde adressen zoowel van ingezetenen als niet-ingezetenen, welke verzoeken even eens nog op afdoening wachten. De voorgeschiedenis van het radio-distrbutie-vraagstuk. Aangezien voor een juiste beoordeeling van den inhoud van deze adressen eenigo kennis van de voorgeschiedenis van het ra dio-distributie-vraagstuk onontbeerlijk is, willen B. en W. die in hoofdtrekken schet sen, waarbij zij dan vanzelf gelegenheid hebben tegelijkertijd ook den inhoud der adressen in onze beschouwingen te betrek ken. Dc bemoeiingen van B. en W. met dc radio-distributie, waaronder wordt ver staan het door een ontvanginrichting langs geleidingen^ en lijnen doorgeven van langs radio-electrischen weg ontwangen seinen naar andere perceelen of woningen dan die, waarin de ontvanginrichting is ge plaatst, dateeren reeds van einde 1926. Toen toch wondden zich eenige personen, onder wie ook twee van dc huidige adres santen, n.l. J. M. G. Klein Nibbeling al hier en C. Ter Meer en H. Kroonberg te Zaandam, tot B. en W. met het verzoek, om hun, ten behoeve van door hen in de gemeente op te richten radio-centrales, vergunning te verleenen tot het spannen van draden over openbare straten, welke vergunning was vereischt op grond van het bepaalde in artikel 18, eerste lid sub b van de verordening op de Straatpolitie. Bij besluit van 15 Januari 1927 werden de gevraagde vergunningen tot wederop- zeggens en behoudens rechten van dei-den verleend, terwij] daaraan eenige voor waarden waren verbonden, waaronder deze, dat de vergunningen vervielen, indien daarvan op 1 Mei 1927 geen gebruik was gemaakt. Kort na- het verleenen van deze vergun ningen bleek, dat voor den aanleg en het gebruik van de hierbedoelde geleidingen, althans voor zoover zij boven openbare gronden werden aangebracht, naar de meening van het Hoofdbestuur der Poste rijen, Telegrafie en Telefonie, mede een machtiging van den Minister van Water staat noodig was en wel krachtens het be paalde in de tweede zinsnede van het eer ste lid van artikel 3 der Telegraaf- en Te lefoonwet, zooals deze wet vóór haar laat ste wijziging luidde. In een circulaire toch van 16 Februari 1927 deelde dit Hoofdbestuur mede, dat het aan degenen, die zoodanige ministerieele machtiging hadden aangevraagd, had bericht, dat de afdoening van hun aanvragen was opge schort, hangende de overweging van de vraag, of de tot dusver gevolgde gedrags lijn ook in de toekomst kon blijven ge handhaafd. Rechtens was de toestand dus deze, dat voor den aanleg van geleidingen ten behoe ve van een radio-eentrale binnen bouw blokken geenerlei vergunning noodig was, doch dat zoodra die geleidingen openbare straten of openbare gronden moesten krui sen, niet alleen de vergunning van ons College op grond van de verordening op de Straatpolitie, doch tevens, althans "naai de meening van het Hoofdbestuur, een machtiging van den Minister van Water staat noodig was krachtens de Telegraaf- en Telefoonwet. Na de ontvangst van bovenbedoeld be richt van het Hoofdbestuur stonden dege nen, die in het bezit van een vergunning van B .en W waren, practisch dus voor de keuze, óf de radio-distributie uitsluitend binnen bouwblokken ter hand te nemen, hetgeen evenwel niet loonend beloofde te zijn en waarvoor zij ook geen vergunning noodig hadden, óf met de oprichting en exploitatie van een radio-eentrale te wach ten, totdat door den Minister van Water staat weder machtigingen werden ver leend, waarbij zij echter groote kans lie pen, dat alsdan de hun door B. en W. ver leende vergunningen wegens het niet ge bruik maken daarvan binnen den daarbij gestelden termijn reeds waren vervallen. He is dus begrijpelijk, dat twee hunner, on der wie Klein Nibbelink, verlenging van dien termijn tot 1 November 1927 verzoch ten, welk verzoek door B. en W. werd in gewilligd. En in het licht van het boven staande is het mede te begrijpen, dat hij, die noch een financieel risico, noch het ri sico, aan wetsovertreding verbonden, w-enschte te dragen, van de door B. en W. verleende vergunning geen gebruik maak te. Alleen Ter Meer nam laatstgenoemd risico wèl op zich door vóór 1 Mei 1927 met den aanleg van een radio-distributie net in het Kooikwartier te beginnen, waarbij hij zich, hoewel niet in het bezit van een machtiging van den Minister van Waterstaat, niet uitsluitend tot bouwblok ken beperkte. In den loop van Augustus 1927 ontving het College van B. en W. een tweede cir culaire, waarin de Directeur-Generaal der Posterijen, Telegrafie en Telefonie mede deelde, dat verdere bestudeering van het radio-distributie-vraagstuk had geleid tot Gemeentelijke exploitatie. Waarom deze het beste wordt geacht. De inwerkingtreding van het Radio reglement had intusschen een hernieuwde bestudeering van het radio-distributie- vraagstuk door B. en W. noodig gemaakt, teneinde zoo spoedig mogelijk tot een definitieve oplossing daarvan voor onze gemeente te kunnen geraken, waarop in middels ook de Directeur-Generaal der Posteren, Telegrafie en Telefonie had aangedrongen. Na ampele overweging en deskundige voorlichting zijn B. en W. ten slotte tot de overtuiging gekomen, dat zoowel in het algemeen belang als in dat der ge meente en der ingezetenen, exploitatie door de gemeente de voorkeur verdient, boven een door één of meer particulieren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 6