ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
HET WONDERE LAND VAN ONGEKENDE
NATUURPRACHT.
door M. STA1IENKOVITCH.
(Attaché bij de Joegoslavische legatie).
Ingevolge een vriendelijk verzoek, eens
iets van mijn land te vertellen, neem ik
gaarne deze moeilijke taak op mij. Moei
lijk, omdat het werkelijk niet. gemakkelijk
is in een zoo klein bestek zoo veel te ver
tellen, als er te vertellen is over een land,
in het bijzonder als dat land zoo mooi,
zoo wonaeriijk mooi en zoo afwisselingrijk
is aan. pittoreske plaatsen als mijn va
derland; desniettegenstaande is het toch
een aangename taak.
Joegoslavië is aan de Nederlanders wei
nig of beter gezegd welhaast geheel on
bekend. Dat is niet hun schuld. Integen
deel. Ik denk zelfs, dat vele van hen het
zullen betreuren, dat zij deze schoonheden
niet eerder kenden. Zoo langzamerhand
krijgt de groote „men" genoeg van lang
afgereisde streken en moeten dus nieuwe
plaatsen worden gezocht. Naar ik hoop,
zal men dan Joegoslavië van evenveel
belang gaan vinden. En Joegoslavië is
waard bezocht te worden. Aangenaam was
het in ieder geval voor mij, da-t men van
het bestaan van Joegoslavië afwist en wel
dat het tot het Balkanschiereiland behoort.
Door zijn geographische ligging tob grens
scheiding tusschen Oost en West gemaakt,
had het kleine koninkrijk Servië, dat na.
den grooten oorlog zich uitbreidde tot het
groote Koninkrijk der Serven, Kroaten en
Slovenen, en slechts eenige maanden ge
leden tot het Koninkrijk Joegoslavië, nooit
gelegenheid gehad zich in vrede te ont
wikkelen. Altijd bedacht op een inval van
de Mohammedanen in Europa en zorg dra
gend dezen inval te voorkomen, zelfs ten
koste van zijn eigen bestaan, hebben de
Serviërs zich dikwijls moeten opofferen.
Zoo kwam het, dat, terwijl de andere naties
in staat waren zich in vrede te ontwikke
len, rijk en machtig te worden, terzelfder
tijd het eens zoo machtig Servische ko
ninkrijk geheel onder de heerschappij van
de Turken kwam. De slag van Kossovo in
1389 was niet alleen van belang voor de
Serven, maar ook voor geheel Europa.
In Parijs bij voorbeeld, werd na het looze
gerucht, dat deze slag door de Serven was
gewonnen, een ,Te Deum" gegeven voor
de Christelijke wapenen. Helaas was deze
slag echter verloren, de Serven werden
Turksche slaven en de Mohaniedanen kwa
men tot door de poorten van Weenen. Maar
zelfs gedurende deze vijfeeuwsche over-
heersching verloren de Serven hun geloof
en nationaliteit niet en hierdoor werden
de kloosters een centrum van Servische
kunst en cultuur. Kroaten en Slovenen,
die het. andere deel van Joegoslavië vor
men, van dezelfde nationaliteit èn met de
zelfde taal, waren ondier bestuur .geko
men van een volk, dat heel wat grooter
beschaving dan de Turken had, n.l. de
Oostenrijkers. Aan zichzelf overgelaten
door hun geschiedenis en geographische
ligging, waren zij genoodzaakt naar het
westen te gaan. Geen wonder dus, dat er
een merkbaar verschil bestaat tusschen
de twee deelen van Joegoslavië. Hierbij
moet evenwel niet worden vergeten, dat
zelfs in den tijd van het groote Romeinsche
keizerrijk deze twee deelen onder geheel
verschillende besturen stonden: Servië on
der Konstantinopel (Byzantium), en Kroa
ten en Slovenen onder het oude Rome.
Er is ook verschil in geloof, de Serviërs
zijn meest Orthodox en de Kroaten en
Slovenen Katholiek. Terwijl Servië tal
rijke monumenten van zeer hooge artis
tieke waarde telt, monumenten van oude
Servische glorie en macht, uit welke in
derdaad veel byzantijnsch spreekt, treft
men bij de anderen niet alleen veel na
tuurlijke schoonheid, maar ook tal van
overblijfselen van oude Romeinsche pracht
aan. Zelden is een land zoo mild begiftigd
met een zoo bekorend en afwisselend na
tuurschoon als Joegoslavië. De pracht van
zijn Alpenwereld, de subtropische plan
tengroei van de Adriatische kust, de berg
meren en watervallen en kunstschatten,
dit alles vindt men binnen de landsgren
zen van één land. En als om deze over
vloed van natuurgeschenken nog aan te
vullen, zijn er talrijke mineraal- en warm
waterbronnen door het geheele land van
zoo groote geneeskracht, dat. eenige er van
zich een wereldnaam hebben veroverd.
Joegoslavië is een typisch land van tegen
stellingen. In de noordelijke streken de
vruchtbare laaglanden van Pannonia, ter
wijl de met sneeuw bedelfte ijstóppen in
het noordwesten schitteren en de gewel
dige bergketen van de Karst zich langs de
Adriatische kust, door de blauwste van
alle zeeën, de Adriatische zee, omspoeld,
uitstrekt. En dit alles nog verfraaid door
de overvloedigheid van een Riviéra-plan-
tengroei. Zuid-Servië, Bosnië, Herzegovina
en Montenegro bieden den toerist prachti
ge heuvellanden en ontelbare bergruggen,
beide afwisselend vlak of beboscht met
prachtige wouden, neerziend op honderden
lieflijke valleien.
De Adriatische kust ismisschien een
van de meest interessante en mooiste kus
ten ter wereld. Van Noord naar Zuid,
vindt men langs de kust de volgende be
langrijke bezienswaardigheden. De baai
van Bakar, Erkvenoca en Novi, het schil
derachtige Omjsalj en, Malinska op het
eiland Krk, de stad Krk zelf met Kosljun
en het welbekende Baska. Verder langs de
stad en het-fort Senj, welke laatste voor
jaren het centrum van de guerilla was,
benevens het eiland en de zoo wonder
mooi gelegen stad Rab met haar fraaie
monumenten. Van bijzonder belang is de
klokketoreri van de 12de eeuwsche kathe
draal in vroeg-Romeinsche stijl. Zuidelijk
langs de kust gaande, bereiken wij de bui
tengewoon interessante baai van Shibenik,
gevormd door de mond van de rivier Krka
met de mooie stad Shibenik, bekend door
zijn kathedraal, welke een meesterwerk
uit de vijftiende eeuw is, waarbij de Vene-
tiaansche Gothiek overgaat in de Renais
sance en het geheel is vex-fijnd door de
Slavische begi'ippen van architectuur. Dan
nog zuidelijker komt het meer dan schil
derachtige rivièra van Castellana, en ver
der naar omlaag bij Byac worden wij her
innerd aan oude bouwwerken uit den tijd
van de nationale Croatische dynastie, en
langs de beroemde Romeinsche ruines van
Salena, nu genaamd Salin, gaande, be
reiken wij eindelijk Split handels- en
cultuurcentrum van Dalmatië welbekend
door zijn goed geconserveerde Romeinsche
antiquiteiten, van welke de meest opmer
kelijke Diocletianus' paleis is met een nog
compleet mausoleum en fraaie klokketo-
ren. De eilanden van centraal Dalmatië
zijn van groot belang. Zoo treffen wij op
het eiland Brisevo, bij Vis een welhaast
gelijke blauwe grot als Capri in de golf
van Napels, terwijl het eila-nd Hvar het
Joegoslavisch Madeira wordt genoemd. Op
het eiland os Mejet met den h&ven Pa
lace vindt men dan weer een romantischen,
zuidelijken plantengroei. Dan volgt Du-
brovnik in een omgeving van groen, en
bloemen, met den haven Gruz, het scha
duwrijk villa-schiereiland Lapad en ten
slotte het kleiné paradijs-eiland Lokrum.
Dubrovnik is een parel met oude en geheel
bewaard gebleven fortificaties, welke de
stad omgeven, een oude haven, veel mo
numenten van groote architectonische
waarde, het oude, hertogelijke paleis en
de talrijke colonnades en mooi aangelegde
parken in de Franciskaner en Dominicaner
kloosters. Zijn schoonheid en belangrijk
heid doen ook thans niet onder voor zijn
roem in het verleden, toen Dubrovnik een
trotsche, rijke en machtige republiek was
en een voornaam centrum van middel-
eeuwsche cultuur en van nationale litera
tuur en wetenschap. Dan, precies in het
zuiden, is de wereldberoemde baai van
Kotor, een van de mooiste der wereld,
waar de zee diep eii ver in het land is
doorgedrongen, ingesloten door meer dan
achthonderd meter hooge bergen. Daar
vereenigen zich de schilderachtige schoon
heid van het fjord met die van de Zwit-
sersche bergmeren, en de geur van bloeien
de sinaasappelen en citroenen bewijzen het
zuidelijk klimaat. Iedereen, die eens door
de baai heeft gevaren of nog beter er per
auto langs gereden heeft, zal nooit het
majestueuze panorama van dit kustdeel
met de glinstering van de zacht lichtende
zee vergeten. Aan deze onvergelijkelijke
excursie zal hij een schat van herinnerin
gen medenemen.
RESTAURATIE GEMEENTEHUIS
OIRSCHOT
Naar wij vernemen, is dezer dagen bij
het gemeentebestuur van Oirsckot in Noord-
Brabant een gewijzigd plan ingekomen tot
restauratie van hét raadhuis aldaar. De
Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen had eenigen tijd geleden reeds
aan het bestuur der gemeente bericht ge
zonden, dat op de begrooting voor 1931 een
RAADHUIS TE OIRSCHOT
post voor restauratie van het gemeentehuis
zal worden gebi-acht, waarbij de minister
tevens mededeelde, dat Ipj er prijs op zou
stellen, dat reeds aanstonds door den ge
meenteraad een crediet zou worden gevo
teerd voor het opmaken eener begrooting
van kosten, welke kosten te zijner tijd kun
nen worden verrekend met die der restau
ratie. Historische bijzonderheden betref
fende het raadhuis zijn zeer weinig be
kend. Men meent, dat het dagteekent van
1463, vei'inoedélijk zal de kelderverdieping
echter ouder zijn. Uit het gemeente-archief
blijkt, dat in 1513 4000.is geleend voor
de verbouwing. Het raadhuis is zeer mooi
gelegen op het ruime marktveld, vlak naast
Öirschots mooiste monument, den toren
van St. Petrus Banden. Helaas is de voor
gevel'omstreeks het midden der 19de eeuw
verknoeid. Nadat reeds vroeger de oor
spronkelijke vensters en de deur door an
dere werden vervangen, heeft men den voor
gevel gecement! De achtergevel en de
Oostzij-gevel vertoonen nog de oorspron
kelijke baksteen.
Inwendig is het gebouw door de ver-
schillènde in den loop der tijden tot Stand
gekomen veranderingen geheel verknoeid.
De oude schouwen zijn uitgebroken en op
gestookt! Men heeft gebroken, bepleisterd
en betimmerd en het is moeilijk uit te ma
ken, wat achter al die pleister verborgen
zit.
Een enkel kalkstuk en een laat Gothi-
sche wandkast met mooi gesmeed sluit
werk is het eenige zichtbaar overgebleve
ne. Zeer merkwaardig is de kelder onder
het raadhuis, welke zich onder het geheele
gebouw uitstrekt.
Prachtige kruisgewelven op ribben van
witten steen, in het midden rustende op
zuiltjes met eenvoudige basementen en ka-
piteelen. Dit gebouw weer in zijn oude def
tigheid herstellen, is zeker een mooie taak
voor het gemeentebestuur. Eind 1928 gaf
het gemeentebestuur opdracht aan den heer
A. A. Kok, ai-chitect te Amsterdam, tot
het maken van een plan voor de restau
ratie. In Januari 1929 werd B. en W. het
voorloopig plan toegezonden. Het is dui
delijk, dat het plan tot restauratie geheel
vooidoopig moet zijn, omdat men niet weet,
wat achter cement en pleisterwerk verbor
gen is. Het plan is om de kelderruimte,
welke nu in verschillende afdeelingen door
tusschenmuren is verdeeld, weer tot één
ruimte te maken, de gewelven te restau-
reeren. De ruimte-indeeling op den bega-
nen grond wordt niet veel veranderd. Een
ruim portaal met links den Burgemeesters
kamer, ï-echts de Secretarie met archief.
De plafonds zullen worden uitgebroken, het
pleisterwerk, dat thans om de zware balken
zit, verwijderd, de schouwen hersteld. Bo
ven komt een vrijwel dezelfde indeeling,
links de Raadzaal, rechts de commissie
kamer.
De gemeente Oirschot behoort niet tot
de rijkste in den Lande en zal zonder fi-
nancieelen steun van het Rijk en Provin
cie de restauratie niet kunnen uitvoeren.
Alle voorteekenen, dat met den aanvang
van het werk niet al te lang meer zal be
hoeven te worden gewacht, zijn echter
gunstig.
KALENDER DER WEEK
Ik kan u verzekeren, dat alles wat
ik van auto's af weet, een heel boek zou
kunnen vullen.
En alles wat u er niet van weet, kan
een heel ziekenhuis vullen.
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone
Prefatie.
ZONDAG 10 Aug. Feestdag v. d. H. Lau
rentius, Diaken-Martelaar. Mis Confessio.
2e gebed en laatste Evangelie v. d. Oen
Zondag na Pinksteren. Credo. Prefatie v.
d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Rood.
Tot Paus Xystus II op weg naar de
martelplaats, sprak de Diaken Laurentius:
„Waar gaat gij heen, Vader, zonder Uwen
zoon? Waar snelt gij heen, heilige priester
zonder uwen dienaar?" De H. Xystus ant
woordde: „Ik verlaat u niet, mijn zoon. U
wacht nog grooteren strijd voor het geloof
in Christus. Na drie dagen zult gij, de 'le
viet, mij, den priester, volgen".
Vandaag vieren wij de vervulling van
dit. woord. Door een buitengewoon gru-
welijken, maar allermoedigst doorstanen en
daarom zoo overheerlijken marteldood (le
vend gebraden, Graduale) heeft de H.
Laurentius zijn geloof aan Jesus Christus
beleden. (IntroitusOffertorium). Laui'en-
tius was diaken van Paus Xystus. In die
waardigheid had hij de zorg voor de ar
men en noodlijdenden en zieken. Met groo
ten ijver kweet Laurentius zich van zijn
verheven taak. De schatten der Kerk deel
de hij onder hen uit. (vandaar het. Epistel),
waarin St. Paulus opwekt tot liefdadigheid
jegens de noodlijdenden). Door het heilig
kruisteeken genas hij de zieken (Alleluja
vers). Onsterfelijken roem heeft Laurentius
zich verworven als tot in den dood trouwe
dienaar en volgeling van Jesus Christus
(Evangelie; Communio). In het gebed
vraagt de H. Kerk voor ons van God (met
een toespeling op Laurentius' marteldood)
op Laurentius' voorbede het. vuur onzqj-
hartstochten te blusschen. In het Stilge-
bed en Postcommunio, dat Laurentius'
voorspraak ons nuttig moge zijn voor het
bereiken onzer zaligheid.
MAANDAG 11 Aug. Mis v. d. 9en Zon
dag na Pinksteren: Ecce Deus. Geen Glo
ria. 2e gebed v. d. H.H. Tiburtius en Su
sanna, Martelaren; 3e A Cunctis (om de
voorbede der Heiligen). Kleur: Groen.
Geoorloofd is ook de H. Mis v. d. H.H.
Tiburtius en Susanna: Salus autem. 2e
gebed v. d. 9en Zondag na Pinksteren; 3e
A Cunctis. Kleur: Rood.
DINSDAG 12 Aug. Mis v. d. H. Clara,
Maagd: Dilexisti. Kleur: Wit.
In 1193 werd de H. Clara uit aanzien
lijke en godvruchtige ouders geboren te
Assisië. Na een zeer vrome jeugd tot huw
baren leeftijd gekomen, wenschten hare
ouders, dat zij in het huwelijk zou treden.
Clara had echter andere plannen en wilde
zich geheel aan God wijden. In hare ver
legenheid nam zij haren toevlucht tot. den
H. Franciscus, die toen reeds geheel As
sisië vervulde van den roem zijner deug
den en boetvaardig leven. Op aanraden
van den heiligen Franciscus zeide Clara
vaarwel aan de wereld en op 18-jarigen
leeftijd legde zij in de kerk van de H.
Maria te Portiuncula hare kostbare klee-
ren af voor het. altaar der H. Maagd, liet
zich het hoofdhaar afsnijden door St.
Franciscus en ontving een grove pij tot
boetekleed. Met de andere maagden, die
zich bij de H. Clara hadden gevoegd
vormde zij een nieuwe kloosterfamilie, n.l.
de Clarissen, aan wier hoofd Clara 42
jaren gestaan heeft. Op zestig-jarigen
leeftijd overleed zij in 1253.
WOENSDAG 13 Aug. Mis v. d. H. Wig-
bertus, ifelijder: Os Justi. (Zie in het
Feesteigen v. d. Bisdom). 2e gebed v. d.
H. H. Hippolytus en Cassianus, Martela
ren; 3e A Cunctis. Kleur: Rood.
De H. Wigbertus was medehelper van
den H. Bonifatius en werkte vooral in
Hessen (Diutschland). In ons Bisdom
wordt zijn feest gevierd ingevolge een
oude gewoonte.
DONDERDAG 14 Aug. Vigiliedag voor
het Feest van Maria's Opneming ten He
mel. Geboden Vasten en Onthoudingsdag.
Mis v. d. H. Werenfridus, Belijder: Justus.
(Zie in het Feesteigen v. h. Bisdom). 2e
gebed en laatste Evangelie v. d. Vigilie;
3e gebed v. d. H. Eusebius, Belijder.
Kleur: Wit.
Geoorloofd is ook de H. Mis v. d. Vigi
lie: Vultum. Geen Gloria. 2e gebed v. d.
H. Werenfridus; 3e v. d. H. Eusebius.
Kleur: Paars.
De H. Werenfridus woonde te Wervers-
hoef (Werenfridus-hoeve) in Noord-Hol
land en later te Eist, waar hij het. H. Ge
loof predikte evenals te Westervoort,
waar hij ook overleed.
VRIJDAG 15 Aug. Feestdag van Maria's
ten Hemel. Te vieren als Zondag. Mis:
Gaudeamus. Credo. Prefatie v. d. Allerh.
Maagd (invullen: En U om de ten Hemel
opneming). Kleur: Wit.
Maria is opgenomen ten hemel. De En
gelen verheugen zich en lofprijzend zege
nen zij den Heer.
Door U, Allerheiligste tromfcerende
Maagd zijn ons dc poorten van het Pa
radijs geopend. Bid voor ons, opdat wij
mogen wandelen in den geur uwer deugden.
(Kerkelijke Getijden).
ZATERDAG 16 Aug. Feestdag v. d. H.
Joachim, vader der Allerh. Maagd. Mis:
Dispersit. Credo. Prefatie als gisteren.
Kleur: Wit.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender,
behalve
MAANDAG. Mis v. d. Z. Ludovica van
Savoye, Weduwe; Cognovi. 2e gebed v. d.
H.H. Tiburtius en Susanna; 3e A Cunctis.
Kleur: Wit.
DINSDAG. Eigen mis v. d. H. Clara:
Audi. Credo.
WOENSDAG. Mis v. d. Z. Z. Joannes
van Alverna, Vincentius ab Aquila en No-
vellonus van Faënza, Belijders: Confitean-
tur. 2e gebed v. d. H. H. Hippolytus en
Cassianus; 3e A Cunctis.
DONDERDAG. Mis v. d. Z. Z. Sanctes
van Monte-Fabri en Franciscus van Pe-
saro, Belijders: Confiteantur. 2e gebed en
laatste Evangelie v. d. Vigilie; 3e v. d. H.
Eusebius.
Amsterdan
ALB. M. KOK, pr.
DE H. JOANNES MARIA VIANNEY.
9 Augustus
De Heilige Joannes Vianney, meer be
kend als „De Pastoor van Ars' is voor ons
een des te belangrijker persoon, wijl hij be
trekkelijk nog niet zoo lang geleden ge
storven is, namelijk in 1859. De omstandig
heden toch, waarin hij leefde, verschillen
niet zoozeer van de onze, als die van ver-
schillende andere heiligen. Jean Vianney
werd in 1786 te Dardilly nabij Lyon gebo
ren. Zijn vader en moeder, die eenvou
dige, maar brave landarbeiders waren, be
merkten al spoedig, dat de jongen door
God op meer bijzondere wijze voor het
apostolaat geroepen scheen. Zoo vertelt
men bij voorbeeld uit zijn jeugd, dat hij
als jongetje van 8 jaar, terwijl hij de scha
pen hoedde, een paar kinderen het rozen
hoedje leerde bidden; hij had een plaatje
van Maria bij zich, waarvoor de kinderen
godvruchtig neerknielden. Dergelijke voor
vallen, welke wezen op een apostolischen
geest in den jongen, stonden niet op zich,
zoodat ieder, die hem kende, ervan over
tuigd was, dat uit Jean nog eens een
priester zou groeien. En niet ten onrechte,
want het was ook zijn eigen vurig ver
langen. Eerst op negentienjarigen leeftijd
ging hij studeeren, maar het wilde niet
erg meer vlotten. Door vasten en gebed
verzekerde hij zich evenwel de hulp van
boven en mocht dan na jaren van moeiza-
uxen arbeid, na voltooiing van zijn theolo
gische studiën, het genoegen smaken, in
1815 tot het priesterschap te worden ver
heven. Gedurende drie jaar was hij kapelaan
te Scully, en werd daarna tot pastoor te
Ars benoemd, welke functie de heilige 41
jaar lang, tot zijn dood toe, vervulde.
De plaats Ars was in dien tijd geeste-
lijkerwijze totaal ontredderd; geloovem
deed men bijna niet meer, de sacramenten
werden verwaarloosd en de wetten der
Kerk genegeerd, alsof zij niet bestonden.
Temidden van deze duisternissen ver
scheen Jean Vianney als een Engel. Hij won
door zijn mildheid en breedheid van op
vatting de harten van de inwoners, die hij
in zijn preken meerdere malen tot tra
nen bewoog. Iets heel bijzonders moet zijn
zielenleiding in den biechtstoel geweest
zijn, wijl hij op die plaats bijna zijn ge-
heelen dag doorbracht. Volgens bereke
ningen moet Vianney dikwijls ongeveer 17
uur per dag biecht gehoord hebben, terwijl
hij de overige uren besteedde aan het ge
bed en aan rust en verkwikking voor zijn
lichaam. Op den duur ging Ars een pel
grimsoord gelijken door de duizenden, die
niet alleen uit Frankrijk, maar ook uit ge
heel Europa naar kwamen, om geestelijke
opbeuring te ontvangen. De oorzaak van
dit alles heeft zeker voor een groot deel
gelegen in de bijzondere begenadiging,
welke God den ijvei-igen priester schonk.
Hij las in de harten der menschen, wist
vari dingen, welke nog gebeuren moesten
en verrichtte zelfs meerdere malen won
deren. Maar van deu anderen kant kende
zijn ijver toch ook geen grenzen. De pastoor
gaf retraites en missies niet alleen in Ars,
maar ,ook in geheel den omtrek, preekte,
werkte en sjouwde voor de zielen, zonder
een oogenblik rust te nemen. Vroeg men
hem, wat hij liever had, naar den Hemel
te gaan, of hier werken, dan was het altijd:
„Ik blijf hier".
Niettegenstaande zijn hooge begenadi
ging, had de pastoor van Ars toch met spe-
cialen tegenstand van den duivel te kam
pen, die hem niet zelden in de weinige
uren, dat hij rust nam, kwam vervelen en
kwellen. Maar de Curé Vianney weerstond
en bleef werken, tot hij den 4den Augustus
1859 zijn ziel in Gods handen weer gaf. De
roem van zijn heiligheid verspreidde zich
zoo over de wereld, dat hij reeds in 1904
door Paus Pius X werd zalig verklaard, en
voor eenige jaren in de rij der heiligen
werd opgenomen.
DE MARTELINGEN VAN ABBé
VAGETTE
Cbineesche roovers houden een katholiek
priester gevangen.
In April deden Chunchusent- en Communis
tenbenden een overval op de kolonie Tai-Chai-
Tsya en namen den katholieken missionaris
Abbé Vagette, die daar woonde, gevangen. Te
vergeefs trachtte de bevolking den gevangen
priester uit de handen der roovers te bevrij
den. Zij ontvoerden hem en niemand wist
waarheen zij hem gebracht hadden. Verleden
week echter kreeg Pater Rivier in Long Fong
een brief van den volgenden inhoud: „Ik lijd
geen honger, maar ik smeek u, red mij toch!
Ik heb verschrikkelijk zielelijden te verduren.
De plaats waar ik gevangen gehouden werd
ken ik niet en ik weet ook niet de reden van
mijn gevangenschap. God sta u bij. feidt toch
voor mij. Vagette".
De boodschapper, die dit schrijven over
bracht vertelde, dat Abbé Vagette zich in de
macht van een Chunchuso-communistische rco-
verbende bevond, die iederen dag van verblijf
plaats wisselde. De aanvoerder van deze ben
de eischt voor de vrijlating van Abbé Vagette,
de phantastische som van 300.000 Chineesche
dollars, waarbij de helft van deze som in wa
pens, munitie en oorlogsmateriaal betaald moet
worden.
De roovers verklaarden pertinent, dat zij
onder geen enkele voorwaarde hun eisch zou
den verminderen, zij houden vast aan hun af
schuwelijk ultimatum. Daar zoowel de civiele-
als militaire overheid niet kunnen beschikken
over gewapende mannen, bestaat er vooreerst
voor Abbé Vagette geen kans op bevrijding en
niemand weet, hoe lang hij de martelingen,
waaraan hij dagelijks blootgesteld is, nog moet
verduren.