ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 HET WONDERE LAND VAN ONGEKENDE NATUURPRACHT. door M. STA1IENKOVITCH. (Attaché bij de Joegoslavische legatie). Ingevolge een vriendelijk verzoek, eens iets van mijn land te vertellen, neem ik gaarne deze moeilijke taak op mij. Moei lijk, omdat het werkelijk niet. gemakkelijk is in een zoo klein bestek zoo veel te ver tellen, als er te vertellen is over een land, in het bijzonder als dat land zoo mooi, zoo wonaeriijk mooi en zoo afwisselingrijk is aan. pittoreske plaatsen als mijn va derland; desniettegenstaande is het toch een aangename taak. Joegoslavië is aan de Nederlanders wei nig of beter gezegd welhaast geheel on bekend. Dat is niet hun schuld. Integen deel. Ik denk zelfs, dat vele van hen het zullen betreuren, dat zij deze schoonheden niet eerder kenden. Zoo langzamerhand krijgt de groote „men" genoeg van lang afgereisde streken en moeten dus nieuwe plaatsen worden gezocht. Naar ik hoop, zal men dan Joegoslavië van evenveel belang gaan vinden. En Joegoslavië is waard bezocht te worden. Aangenaam was het in ieder geval voor mij, da-t men van het bestaan van Joegoslavië afwist en wel dat het tot het Balkanschiereiland behoort. Door zijn geographische ligging tob grens scheiding tusschen Oost en West gemaakt, had het kleine koninkrijk Servië, dat na. den grooten oorlog zich uitbreidde tot het groote Koninkrijk der Serven, Kroaten en Slovenen, en slechts eenige maanden ge leden tot het Koninkrijk Joegoslavië, nooit gelegenheid gehad zich in vrede te ont wikkelen. Altijd bedacht op een inval van de Mohammedanen in Europa en zorg dra gend dezen inval te voorkomen, zelfs ten koste van zijn eigen bestaan, hebben de Serviërs zich dikwijls moeten opofferen. Zoo kwam het, dat, terwijl de andere naties in staat waren zich in vrede te ontwikke len, rijk en machtig te worden, terzelfder tijd het eens zoo machtig Servische ko ninkrijk geheel onder de heerschappij van de Turken kwam. De slag van Kossovo in 1389 was niet alleen van belang voor de Serven, maar ook voor geheel Europa. In Parijs bij voorbeeld, werd na het looze gerucht, dat deze slag door de Serven was gewonnen, een ,Te Deum" gegeven voor de Christelijke wapenen. Helaas was deze slag echter verloren, de Serven werden Turksche slaven en de Mohaniedanen kwa men tot door de poorten van Weenen. Maar zelfs gedurende deze vijfeeuwsche over- heersching verloren de Serven hun geloof en nationaliteit niet en hierdoor werden de kloosters een centrum van Servische kunst en cultuur. Kroaten en Slovenen, die het. andere deel van Joegoslavië vor men, van dezelfde nationaliteit èn met de zelfde taal, waren ondier bestuur .geko men van een volk, dat heel wat grooter beschaving dan de Turken had, n.l. de Oostenrijkers. Aan zichzelf overgelaten door hun geschiedenis en geographische ligging, waren zij genoodzaakt naar het westen te gaan. Geen wonder dus, dat er een merkbaar verschil bestaat tusschen de twee deelen van Joegoslavië. Hierbij moet evenwel niet worden vergeten, dat zelfs in den tijd van het groote Romeinsche keizerrijk deze twee deelen onder geheel verschillende besturen stonden: Servië on der Konstantinopel (Byzantium), en Kroa ten en Slovenen onder het oude Rome. Er is ook verschil in geloof, de Serviërs zijn meest Orthodox en de Kroaten en Slovenen Katholiek. Terwijl Servië tal rijke monumenten van zeer hooge artis tieke waarde telt, monumenten van oude Servische glorie en macht, uit welke in derdaad veel byzantijnsch spreekt, treft men bij de anderen niet alleen veel na tuurlijke schoonheid, maar ook tal van overblijfselen van oude Romeinsche pracht aan. Zelden is een land zoo mild begiftigd met een zoo bekorend en afwisselend na tuurschoon als Joegoslavië. De pracht van zijn Alpenwereld, de subtropische plan tengroei van de Adriatische kust, de berg meren en watervallen en kunstschatten, dit alles vindt men binnen de landsgren zen van één land. En als om deze over vloed van natuurgeschenken nog aan te vullen, zijn er talrijke mineraal- en warm waterbronnen door het geheele land van zoo groote geneeskracht, dat. eenige er van zich een wereldnaam hebben veroverd. Joegoslavië is een typisch land van tegen stellingen. In de noordelijke streken de vruchtbare laaglanden van Pannonia, ter wijl de met sneeuw bedelfte ijstóppen in het noordwesten schitteren en de gewel dige bergketen van de Karst zich langs de Adriatische kust, door de blauwste van alle zeeën, de Adriatische zee, omspoeld, uitstrekt. En dit alles nog verfraaid door de overvloedigheid van een Riviéra-plan- tengroei. Zuid-Servië, Bosnië, Herzegovina en Montenegro bieden den toerist prachti ge heuvellanden en ontelbare bergruggen, beide afwisselend vlak of beboscht met prachtige wouden, neerziend op honderden lieflijke valleien. De Adriatische kust ismisschien een van de meest interessante en mooiste kus ten ter wereld. Van Noord naar Zuid, vindt men langs de kust de volgende be langrijke bezienswaardigheden. De baai van Bakar, Erkvenoca en Novi, het schil derachtige Omjsalj en, Malinska op het eiland Krk, de stad Krk zelf met Kosljun en het welbekende Baska. Verder langs de stad en het-fort Senj, welke laatste voor jaren het centrum van de guerilla was, benevens het eiland en de zoo wonder mooi gelegen stad Rab met haar fraaie monumenten. Van bijzonder belang is de klokketoreri van de 12de eeuwsche kathe draal in vroeg-Romeinsche stijl. Zuidelijk langs de kust gaande, bereiken wij de bui tengewoon interessante baai van Shibenik, gevormd door de mond van de rivier Krka met de mooie stad Shibenik, bekend door zijn kathedraal, welke een meesterwerk uit de vijftiende eeuw is, waarbij de Vene- tiaansche Gothiek overgaat in de Renais sance en het geheel is vex-fijnd door de Slavische begi'ippen van architectuur. Dan nog zuidelijker komt het meer dan schil derachtige rivièra van Castellana, en ver der naar omlaag bij Byac worden wij her innerd aan oude bouwwerken uit den tijd van de nationale Croatische dynastie, en langs de beroemde Romeinsche ruines van Salena, nu genaamd Salin, gaande, be reiken wij eindelijk Split handels- en cultuurcentrum van Dalmatië welbekend door zijn goed geconserveerde Romeinsche antiquiteiten, van welke de meest opmer kelijke Diocletianus' paleis is met een nog compleet mausoleum en fraaie klokketo- ren. De eilanden van centraal Dalmatië zijn van groot belang. Zoo treffen wij op het eiland Brisevo, bij Vis een welhaast gelijke blauwe grot als Capri in de golf van Napels, terwijl het eila-nd Hvar het Joegoslavisch Madeira wordt genoemd. Op het eiland os Mejet met den h&ven Pa lace vindt men dan weer een romantischen, zuidelijken plantengroei. Dan volgt Du- brovnik in een omgeving van groen, en bloemen, met den haven Gruz, het scha duwrijk villa-schiereiland Lapad en ten slotte het kleiné paradijs-eiland Lokrum. Dubrovnik is een parel met oude en geheel bewaard gebleven fortificaties, welke de stad omgeven, een oude haven, veel mo numenten van groote architectonische waarde, het oude, hertogelijke paleis en de talrijke colonnades en mooi aangelegde parken in de Franciskaner en Dominicaner kloosters. Zijn schoonheid en belangrijk heid doen ook thans niet onder voor zijn roem in het verleden, toen Dubrovnik een trotsche, rijke en machtige republiek was en een voornaam centrum van middel- eeuwsche cultuur en van nationale litera tuur en wetenschap. Dan, precies in het zuiden, is de wereldberoemde baai van Kotor, een van de mooiste der wereld, waar de zee diep eii ver in het land is doorgedrongen, ingesloten door meer dan achthonderd meter hooge bergen. Daar vereenigen zich de schilderachtige schoon heid van het fjord met die van de Zwit- sersche bergmeren, en de geur van bloeien de sinaasappelen en citroenen bewijzen het zuidelijk klimaat. Iedereen, die eens door de baai heeft gevaren of nog beter er per auto langs gereden heeft, zal nooit het majestueuze panorama van dit kustdeel met de glinstering van de zacht lichtende zee vergeten. Aan deze onvergelijkelijke excursie zal hij een schat van herinnerin gen medenemen. RESTAURATIE GEMEENTEHUIS OIRSCHOT Naar wij vernemen, is dezer dagen bij het gemeentebestuur van Oirsckot in Noord- Brabant een gewijzigd plan ingekomen tot restauratie van hét raadhuis aldaar. De Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen had eenigen tijd geleden reeds aan het bestuur der gemeente bericht ge zonden, dat op de begrooting voor 1931 een RAADHUIS TE OIRSCHOT post voor restauratie van het gemeentehuis zal worden gebi-acht, waarbij de minister tevens mededeelde, dat Ipj er prijs op zou stellen, dat reeds aanstonds door den ge meenteraad een crediet zou worden gevo teerd voor het opmaken eener begrooting van kosten, welke kosten te zijner tijd kun nen worden verrekend met die der restau ratie. Historische bijzonderheden betref fende het raadhuis zijn zeer weinig be kend. Men meent, dat het dagteekent van 1463, vei'inoedélijk zal de kelderverdieping echter ouder zijn. Uit het gemeente-archief blijkt, dat in 1513 4000.is geleend voor de verbouwing. Het raadhuis is zeer mooi gelegen op het ruime marktveld, vlak naast Öirschots mooiste monument, den toren van St. Petrus Banden. Helaas is de voor gevel'omstreeks het midden der 19de eeuw verknoeid. Nadat reeds vroeger de oor spronkelijke vensters en de deur door an dere werden vervangen, heeft men den voor gevel gecement! De achtergevel en de Oostzij-gevel vertoonen nog de oorspron kelijke baksteen. Inwendig is het gebouw door de ver- schillènde in den loop der tijden tot Stand gekomen veranderingen geheel verknoeid. De oude schouwen zijn uitgebroken en op gestookt! Men heeft gebroken, bepleisterd en betimmerd en het is moeilijk uit te ma ken, wat achter al die pleister verborgen zit. Een enkel kalkstuk en een laat Gothi- sche wandkast met mooi gesmeed sluit werk is het eenige zichtbaar overgebleve ne. Zeer merkwaardig is de kelder onder het raadhuis, welke zich onder het geheele gebouw uitstrekt. Prachtige kruisgewelven op ribben van witten steen, in het midden rustende op zuiltjes met eenvoudige basementen en ka- piteelen. Dit gebouw weer in zijn oude def tigheid herstellen, is zeker een mooie taak voor het gemeentebestuur. Eind 1928 gaf het gemeentebestuur opdracht aan den heer A. A. Kok, ai-chitect te Amsterdam, tot het maken van een plan voor de restau ratie. In Januari 1929 werd B. en W. het voorloopig plan toegezonden. Het is dui delijk, dat het plan tot restauratie geheel vooidoopig moet zijn, omdat men niet weet, wat achter cement en pleisterwerk verbor gen is. Het plan is om de kelderruimte, welke nu in verschillende afdeelingen door tusschenmuren is verdeeld, weer tot één ruimte te maken, de gewelven te restau- reeren. De ruimte-indeeling op den bega- nen grond wordt niet veel veranderd. Een ruim portaal met links den Burgemeesters kamer, ï-echts de Secretarie met archief. De plafonds zullen worden uitgebroken, het pleisterwerk, dat thans om de zware balken zit, verwijderd, de schouwen hersteld. Bo ven komt een vrijwel dezelfde indeeling, links de Raadzaal, rechts de commissie kamer. De gemeente Oirschot behoort niet tot de rijkste in den Lande en zal zonder fi- nancieelen steun van het Rijk en Provin cie de restauratie niet kunnen uitvoeren. Alle voorteekenen, dat met den aanvang van het werk niet al te lang meer zal be hoeven te worden gewacht, zijn echter gunstig. KALENDER DER WEEK Ik kan u verzekeren, dat alles wat ik van auto's af weet, een heel boek zou kunnen vullen. En alles wat u er niet van weet, kan een heel ziekenhuis vullen. N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 10 Aug. Feestdag v. d. H. Lau rentius, Diaken-Martelaar. Mis Confessio. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Oen Zondag na Pinksteren. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Rood. Tot Paus Xystus II op weg naar de martelplaats, sprak de Diaken Laurentius: „Waar gaat gij heen, Vader, zonder Uwen zoon? Waar snelt gij heen, heilige priester zonder uwen dienaar?" De H. Xystus ant woordde: „Ik verlaat u niet, mijn zoon. U wacht nog grooteren strijd voor het geloof in Christus. Na drie dagen zult gij, de 'le viet, mij, den priester, volgen". Vandaag vieren wij de vervulling van dit. woord. Door een buitengewoon gru- welijken, maar allermoedigst doorstanen en daarom zoo overheerlijken marteldood (le vend gebraden, Graduale) heeft de H. Laurentius zijn geloof aan Jesus Christus beleden. (IntroitusOffertorium). Laui'en- tius was diaken van Paus Xystus. In die waardigheid had hij de zorg voor de ar men en noodlijdenden en zieken. Met groo ten ijver kweet Laurentius zich van zijn verheven taak. De schatten der Kerk deel de hij onder hen uit. (vandaar het. Epistel), waarin St. Paulus opwekt tot liefdadigheid jegens de noodlijdenden). Door het heilig kruisteeken genas hij de zieken (Alleluja vers). Onsterfelijken roem heeft Laurentius zich verworven als tot in den dood trouwe dienaar en volgeling van Jesus Christus (Evangelie; Communio). In het gebed vraagt de H. Kerk voor ons van God (met een toespeling op Laurentius' marteldood) op Laurentius' voorbede het. vuur onzqj- hartstochten te blusschen. In het Stilge- bed en Postcommunio, dat Laurentius' voorspraak ons nuttig moge zijn voor het bereiken onzer zaligheid. MAANDAG 11 Aug. Mis v. d. 9en Zon dag na Pinksteren: Ecce Deus. Geen Glo ria. 2e gebed v. d. H.H. Tiburtius en Su sanna, Martelaren; 3e A Cunctis (om de voorbede der Heiligen). Kleur: Groen. Geoorloofd is ook de H. Mis v. d. H.H. Tiburtius en Susanna: Salus autem. 2e gebed v. d. 9en Zondag na Pinksteren; 3e A Cunctis. Kleur: Rood. DINSDAG 12 Aug. Mis v. d. H. Clara, Maagd: Dilexisti. Kleur: Wit. In 1193 werd de H. Clara uit aanzien lijke en godvruchtige ouders geboren te Assisië. Na een zeer vrome jeugd tot huw baren leeftijd gekomen, wenschten hare ouders, dat zij in het huwelijk zou treden. Clara had echter andere plannen en wilde zich geheel aan God wijden. In hare ver legenheid nam zij haren toevlucht tot. den H. Franciscus, die toen reeds geheel As sisië vervulde van den roem zijner deug den en boetvaardig leven. Op aanraden van den heiligen Franciscus zeide Clara vaarwel aan de wereld en op 18-jarigen leeftijd legde zij in de kerk van de H. Maria te Portiuncula hare kostbare klee- ren af voor het. altaar der H. Maagd, liet zich het hoofdhaar afsnijden door St. Franciscus en ontving een grove pij tot boetekleed. Met de andere maagden, die zich bij de H. Clara hadden gevoegd vormde zij een nieuwe kloosterfamilie, n.l. de Clarissen, aan wier hoofd Clara 42 jaren gestaan heeft. Op zestig-jarigen leeftijd overleed zij in 1253. WOENSDAG 13 Aug. Mis v. d. H. Wig- bertus, ifelijder: Os Justi. (Zie in het Feesteigen v. d. Bisdom). 2e gebed v. d. H. H. Hippolytus en Cassianus, Martela ren; 3e A Cunctis. Kleur: Rood. De H. Wigbertus was medehelper van den H. Bonifatius en werkte vooral in Hessen (Diutschland). In ons Bisdom wordt zijn feest gevierd ingevolge een oude gewoonte. DONDERDAG 14 Aug. Vigiliedag voor het Feest van Maria's Opneming ten He mel. Geboden Vasten en Onthoudingsdag. Mis v. d. H. Werenfridus, Belijder: Justus. (Zie in het Feesteigen v. h. Bisdom). 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Vigilie; 3e gebed v. d. H. Eusebius, Belijder. Kleur: Wit. Geoorloofd is ook de H. Mis v. d. Vigi lie: Vultum. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Werenfridus; 3e v. d. H. Eusebius. Kleur: Paars. De H. Werenfridus woonde te Wervers- hoef (Werenfridus-hoeve) in Noord-Hol land en later te Eist, waar hij het. H. Ge loof predikte evenals te Westervoort, waar hij ook overleed. VRIJDAG 15 Aug. Feestdag van Maria's ten Hemel. Te vieren als Zondag. Mis: Gaudeamus. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invullen: En U om de ten Hemel opneming). Kleur: Wit. Maria is opgenomen ten hemel. De En gelen verheugen zich en lofprijzend zege nen zij den Heer. Door U, Allerheiligste tromfcerende Maagd zijn ons dc poorten van het Pa radijs geopend. Bid voor ons, opdat wij mogen wandelen in den geur uwer deugden. (Kerkelijke Getijden). ZATERDAG 16 Aug. Feestdag v. d. H. Joachim, vader der Allerh. Maagd. Mis: Dispersit. Credo. Prefatie als gisteren. Kleur: Wit. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender, behalve MAANDAG. Mis v. d. Z. Ludovica van Savoye, Weduwe; Cognovi. 2e gebed v. d. H.H. Tiburtius en Susanna; 3e A Cunctis. Kleur: Wit. DINSDAG. Eigen mis v. d. H. Clara: Audi. Credo. WOENSDAG. Mis v. d. Z. Z. Joannes van Alverna, Vincentius ab Aquila en No- vellonus van Faënza, Belijders: Confitean- tur. 2e gebed v. d. H. H. Hippolytus en Cassianus; 3e A Cunctis. DONDERDAG. Mis v. d. Z. Z. Sanctes van Monte-Fabri en Franciscus van Pe- saro, Belijders: Confiteantur. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Vigilie; 3e v. d. H. Eusebius. Amsterdan ALB. M. KOK, pr. DE H. JOANNES MARIA VIANNEY. 9 Augustus De Heilige Joannes Vianney, meer be kend als „De Pastoor van Ars' is voor ons een des te belangrijker persoon, wijl hij be trekkelijk nog niet zoo lang geleden ge storven is, namelijk in 1859. De omstandig heden toch, waarin hij leefde, verschillen niet zoozeer van de onze, als die van ver- schillende andere heiligen. Jean Vianney werd in 1786 te Dardilly nabij Lyon gebo ren. Zijn vader en moeder, die eenvou dige, maar brave landarbeiders waren, be merkten al spoedig, dat de jongen door God op meer bijzondere wijze voor het apostolaat geroepen scheen. Zoo vertelt men bij voorbeeld uit zijn jeugd, dat hij als jongetje van 8 jaar, terwijl hij de scha pen hoedde, een paar kinderen het rozen hoedje leerde bidden; hij had een plaatje van Maria bij zich, waarvoor de kinderen godvruchtig neerknielden. Dergelijke voor vallen, welke wezen op een apostolischen geest in den jongen, stonden niet op zich, zoodat ieder, die hem kende, ervan over tuigd was, dat uit Jean nog eens een priester zou groeien. En niet ten onrechte, want het was ook zijn eigen vurig ver langen. Eerst op negentienjarigen leeftijd ging hij studeeren, maar het wilde niet erg meer vlotten. Door vasten en gebed verzekerde hij zich evenwel de hulp van boven en mocht dan na jaren van moeiza- uxen arbeid, na voltooiing van zijn theolo gische studiën, het genoegen smaken, in 1815 tot het priesterschap te worden ver heven. Gedurende drie jaar was hij kapelaan te Scully, en werd daarna tot pastoor te Ars benoemd, welke functie de heilige 41 jaar lang, tot zijn dood toe, vervulde. De plaats Ars was in dien tijd geeste- lijkerwijze totaal ontredderd; geloovem deed men bijna niet meer, de sacramenten werden verwaarloosd en de wetten der Kerk genegeerd, alsof zij niet bestonden. Temidden van deze duisternissen ver scheen Jean Vianney als een Engel. Hij won door zijn mildheid en breedheid van op vatting de harten van de inwoners, die hij in zijn preken meerdere malen tot tra nen bewoog. Iets heel bijzonders moet zijn zielenleiding in den biechtstoel geweest zijn, wijl hij op die plaats bijna zijn ge- heelen dag doorbracht. Volgens bereke ningen moet Vianney dikwijls ongeveer 17 uur per dag biecht gehoord hebben, terwijl hij de overige uren besteedde aan het ge bed en aan rust en verkwikking voor zijn lichaam. Op den duur ging Ars een pel grimsoord gelijken door de duizenden, die niet alleen uit Frankrijk, maar ook uit ge heel Europa naar kwamen, om geestelijke opbeuring te ontvangen. De oorzaak van dit alles heeft zeker voor een groot deel gelegen in de bijzondere begenadiging, welke God den ijvei-igen priester schonk. Hij las in de harten der menschen, wist vari dingen, welke nog gebeuren moesten en verrichtte zelfs meerdere malen won deren. Maar van deu anderen kant kende zijn ijver toch ook geen grenzen. De pastoor gaf retraites en missies niet alleen in Ars, maar ,ook in geheel den omtrek, preekte, werkte en sjouwde voor de zielen, zonder een oogenblik rust te nemen. Vroeg men hem, wat hij liever had, naar den Hemel te gaan, of hier werken, dan was het altijd: „Ik blijf hier". Niettegenstaande zijn hooge begenadi ging, had de pastoor van Ars toch met spe- cialen tegenstand van den duivel te kam pen, die hem niet zelden in de weinige uren, dat hij rust nam, kwam vervelen en kwellen. Maar de Curé Vianney weerstond en bleef werken, tot hij den 4den Augustus 1859 zijn ziel in Gods handen weer gaf. De roem van zijn heiligheid verspreidde zich zoo over de wereld, dat hij reeds in 1904 door Paus Pius X werd zalig verklaard, en voor eenige jaren in de rij der heiligen werd opgenomen. DE MARTELINGEN VAN ABBé VAGETTE Cbineesche roovers houden een katholiek priester gevangen. In April deden Chunchusent- en Communis tenbenden een overval op de kolonie Tai-Chai- Tsya en namen den katholieken missionaris Abbé Vagette, die daar woonde, gevangen. Te vergeefs trachtte de bevolking den gevangen priester uit de handen der roovers te bevrij den. Zij ontvoerden hem en niemand wist waarheen zij hem gebracht hadden. Verleden week echter kreeg Pater Rivier in Long Fong een brief van den volgenden inhoud: „Ik lijd geen honger, maar ik smeek u, red mij toch! Ik heb verschrikkelijk zielelijden te verduren. De plaats waar ik gevangen gehouden werd ken ik niet en ik weet ook niet de reden van mijn gevangenschap. God sta u bij. feidt toch voor mij. Vagette". De boodschapper, die dit schrijven over bracht vertelde, dat Abbé Vagette zich in de macht van een Chunchuso-communistische rco- verbende bevond, die iederen dag van verblijf plaats wisselde. De aanvoerder van deze ben de eischt voor de vrijlating van Abbé Vagette, de phantastische som van 300.000 Chineesche dollars, waarbij de helft van deze som in wa pens, munitie en oorlogsmateriaal betaald moet worden. De roovers verklaarden pertinent, dat zij onder geen enkele voorwaarde hun eisch zou den verminderen, zij houden vast aan hun af schuwelijk ultimatum. Daar zoowel de civiele- als militaire overheid niet kunnen beschikken over gewapende mannen, bestaat er vooreerst voor Abbé Vagette geen kans op bevrijding en niemand weet, hoe lang hij de martelingen, waaraan hij dagelijks blootgesteld is, nog moet verduren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9