KERKNIEUWS UIT DE PERS De Slavin van het Zwijgen DONDERDAG 7 AUGUSTUS 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 De zeereerw. heer J. J. HENNEMAN, benoemd tot hoogleeraar in de Kerkelijke Geschiedenis aan het Groot-Seminarie te Warmond. Z. D. H. MGR. JANSEN. Z. D. H. Mgr. Jansen, Aartsbisschop can Utrecht is weder in zooverre hersteld, dat hij in het St. Antonius Gasthuis, waar Z. D. H. verblijft, weder het H. Misoffer heeft kunnen opdragen. THERESE NEUMANN. Kapelaan Fahsel in Konnersreuth. Door vriendelijke bemiddeling kwam ons aldus de „Msbd." nog een nummer in handen van de „Berliner Ulustrirte Zei- tung", uit den laatsten tijd, waarin wèl zonderling in de chaos van dit karakter- looze society-blad verslag wordt gedaan van een veertiendaagsch verblijf te Kon nersreuth en van 'n regelmatig contact ge durende dien tijd met Therese Neumann. Het stuk bevat voor degenen, die trouw de mededeelingen over de gestygmatiseer- de hebben bijgehouden, niet veel nieuws, maar het mag niettemin alsnog^de aan dacht hebben, eerstens om de persoonlijk heid van den schrijver, den- bekenden be keerling en prediker, kapelaan Fahsel en vervolgens om enkele treffende bijzonder heden en uitlatingen, die deze zeer be- heerschte en kalme waarnemer heeft op- geteekend. Kapelaan Fahsel heeft in den tijd voor en na Paschen van dit jaar in Konnersreuth vertoefd en. was er op Palmzondag getuige van, dat Therese in extase den intocht van Jesus in Jeruzalem aanschouwde. Kapelaan Fahsel was'~"verbaasd rrver haar gezond" uiterlijk en over haar sterke mimiek bij de gebeurtenissen, die zij in de verte zich zag afspelen, een wisselende gelaatsex pressie, zooals hij bij de grootste tooneel- speelsters nimmer zoo geprononceerd had aangetroffen. Toen zij ontwaakte, begon zij dadelijk een levendig gesprek. Haar antwoorden kwamen snel, als uit een pistool geschoten, eenvoudig en juist. Hier zijn enkele uitla tingen van haar, die in vertaling helaas de kleur missen van haar karakteristiek dialect. „De Heiland kan alles. Of dacht U, dat de Zoon op reis was, toen de Vader de wereld geschapen heeft?" „Uit niets wordt niets. Ik leef niet van niets. Ik leef van den Heiland. Hij heeft gezegd: „Mijn Vleesch is waaldijk Spijs". Waarom zou dat niet óók lichamelijk het geval zijn, als Hij het wil?" „Het lijden zelf kan men niet beminnen, maar men kan zooveel van iemand houden, dat men gaarne lijdt om hem vreugde te bereiden en te eeren". Therese houdt veel van vogels, en gaar ne bladert zij in een boek daarover. Ka pelaan Fahsel voelde den wensch bij zich opkomen, haar een mooier boek te geven. „Weet U, dat er mooiere boeken/Over vo gels zijn?" vroeg hij. „Ik weet het" zeide zij. „Dit, hier, kost 3G mark. Maar er is nog een ander te krijgen, al voor 150 mark. Maar dat is me te duur". Op dat „al" leg de zij bijzonderen nadruk. Den volgenden morgen telefoneerde ka pelaan Fahsel naar Berlijn om een bock over vogels. Hij stuurde er iemand op uit, die het eenigste boek, dat in aanmerking kwam, in een winkel vond. Het kostte 235 mark, maar, zonder daartoe aangespoord te zijn, zei de boekhandelaar uit eigen be weging: „Ik laat het U voor 150 mark". Zeer onder den indruk was kapelaan Fahsel van het oogenblik, dat Therese op Paaschmorgen de H. Communie werd ge bracht. Het vas een ontroerend schouwspel te zien, hoe zij, in strijd met de wetten van zwaartekracht en physiologie zich van het bed uit in verlangende, zeer aesthe- tisch werkende houding voor de ontvangst van het H. Sacrament, naar de H. Hostie heenboog. Een Fransche arts, die er bij tegenwoordig was, liet de papieren, waarop hij voortdurend aanteekeningen gemaakt had, vallen en schreide als een kind. Wij, Katholieken, zijn voorzichtig met het constateeren van wonderen, in strikten zin. Wij móeten daarmee voorzichtig zijn. Maar gebeurtenissen als te Konnersreuth moeten toch tot nadenken stemmen, Ka tholiek en niet-Katholiek. BENOEMINGEN. Congregatie van de Paters van het Goddelijk Woord. Van den Generaal-Overste der Congre gatie van de Paters van het Goddelijk Woord te Rome zijn voor de Hollandsche Provincie van S.V.D. de volgende benoe mingen afgekomen: Tot Provinciaal de hoogeerw. pater M. Kammels te Teteringen. Tot rector van het Missiehuis te Tete ringen pater J. Unkel; tot rector te Hel- voirt pater P. Bordes, oud-Provinciaal; tot rector te Uden is pater M. van Es her benoemd, evenals pater A. Ariaens tot rector te Soesterberg. De vijfde Nationale Bedevaart naar Dokkum. Op verzoek van Z. D. H. de Aartsbis schop-van Utrecht, Mgr. J. H. G. Jansen, zal de Vijfde Nationale Bedevaart ter eere van de H.H. Bonifacius en Gezellen naar Dokkum, dit jaar gehouden worden op Zondag en Maandag 7 en 8 September. DE JONGEREN EN DE LIEF DADIGHEID. Het conservatisme «n charitatieve vereenigingen. In de T ij d wijst G. G. op het verschijn sel, dat jongeren zich maar al te veel af zijdig houden van werken van liefdadigheid. De schuld daarvan kan ook liggen bij de charitatieve vereenigingen zelf, zegt de schrijver. En hij vervolgt dan: Wij vreezen geen tegenspraak als wij beweren, dat het conservatieve element daar dikwijls te sterk vertegenwoordigd is. Het riekt er soms naar conservatisme. Conservatisme in het ouderwetsche groene kleed, dat over de bestuurstafel hangt, den zorgvuldig in etui opgeborgen voorzitters hamer, het briefpapier en de enveloppen, reeds gelig geworden van ouderdom. De wijze, Waarop de voorzitter de vergade ring leidt, de secretaris zijn bescheiden uit bruin-lederen tasch als gewijde voor werpen te voorschijn haalt en een ander bestuurslid de vergadering monstert, is vaak irriteerend. Wij willen niet in finesses treden. Maar het is onze overtuiging, dat vele jongeren walgend van dat conservatisme, zich daar om verre van werken van liefdadigheid houden. Zoolang nog in vereenigingen als maatstaf geldt, niet of men hoedanigheden bezit, maar of men voldoende contanten in zijn portefeuille heeft, zoolang men nog de werken van liefdadigheid in de zomer maanden stopzet, omdat de vereenigings- leden hun vacantia moeten genieten als of er in de vacantie geen lichamelijke of geestelijke noodcn meer bestaan zoo lang men bij bepaalde gevallen nog wegen blijft bewandelen, die wellicht vijftig ja ren geleden de juiste waren, krijgt men de jongeren niet. Zelfs het" meest bloeiende moderne lief dewerk, wij bedoelen het jeugdwerk, heeft zich nog niet aan een zeker autocratisme kunnen onttrekken. Hoe dikwijls ziet men niet frissche patronaten of jongelingenver- eenigingen langzaam inzinken, omdat een pas benoemde direeteur, onbekend met plaatselijke toestanden, gewoonten en ka rakters het werk, dat door zijn voorganger met den krachtigen steun van leeken, met veel zorg en opoffering groot is gemaakt, miskent en zijn zienswijze als de eenig juist opdringt, niet omdat deze haar prac- tische waarde heeft bewezen, maar omdat de directeur aan zijn benoeming het recht van deze handelwijze meent te kunnen ont- leenen. Het is dan ook geen wonder, dat jonge ren onder zulk een leiding niet willen wer ken. Zij worden immers reeds bij voorbaat onmondig beschouwd. Hierin ligt ook de verklaring, dat velen, die eerst vol ambitie werkten, zich langzamerhand terugtrek ken. Wij hebben opzettelijk gesproken van de jongeren in het algemeen. Of voor den bloei van charitatieve werken de toetre ding van jonge „intellectueelen" bepaald noodzakelijk moet worden genoemd, ge- looven wij niet. Dat tact en beleid met in tellect zouden samenhangen is minstens genomen twijfelachtig. De beste huisbe zoekers zijn nog altijd zij. die midden in het volle leven staan en zich de toestan den der bezochte gezinnen beter kunnen indenken, dan de zoo begeerde intellec tueelen. Wil men het probleem van de afzijdig heid der jongeren oplossen, laten dan de vereenigingen van liefdadigheid ook eens de hand in eigen boezem steken. Dit zal er veel toe bijdragen om de jongeren voor het charitatieve werk warm te maken. Ook idealisme moet worden aangekweekt en in de practijk opgenomen. Gelukkig zijn er jongeren, die met blijdschap capacitei ten, tijd en geld op het altaar der naasten liefde offeren, maar hun aantal is veel te gering. De schrijver van het bovenstaande wil een door hem gesignaleerden wantoestand in scherp licht zetten en overdrijft mis schien daarom wat. Men mag zeker niet generaliseeren, veralgemeenen. Maar daTVr katholieke charitatieve ver eenigingen zijn, waar',,' heerschen ver ouderde opvattingen, als boven -bedoeld, dat kan, helaas, niet worden tegengespro ken! GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Wielrijder door auto aangereden. Gistermiddag ongeveer 1 uur is de 35- jarige spoorwegarbeider De Jong uit de Ligusterstraat te Amersfoort bij het over steken van de straat overreden door 'een verhuisauto uit Bussum. De Jong was per fiets en kwam bij het oversteken te vallen. In zeer emstigen toestand is hij per zie kenauto naar het ziekenhuis vervoerd. UIT DE RADIO-WERELD Programma voor Vrijdag 8 Augustus 1930. Huizen, 1071 M. Voor 6 uur 298 M. Nederlandsche Omroep-Algemeen Pro gramma. (te verzorgen door de N.C.R.V.). 8.150.30. Gramofoonplaten. 10.3010.50. Bijbellezen. 12.30—2.00. Concert. Mevr. C. v. Raven- zwaay-Mollenkamp (zang), H.H. H. Her mann (viool), H. v. d. Hoost Jr. (cello), Mevr. v. d. Horst-Bleekrode (piano). 2.004.00. Gramofoonplaten. 4.00—5.30. Concert. Jo Immink (zang), S. Bahler (viool), Joh. O. Kramer (piano). 5.306.30. Orgelconcert door A. W. Rijp. 6.307.00. Gramofoonplaten. 7.007.30. Bezoek van den Radio-dokter. 7.308.00. Gramofoonplaten. 8.0010.25. Toespraak. Concert vanuit de Zendingskapel te Amsterdam. Mevr. Suze Luger (alt), Mevr. D. Hasselaar de Koster (piano), H.H. P. Kramer (vi ool), Fr. Hasselaar (piano en orgel). 10.25—10.30. Perschberichten. 10.3011.30. Gramofoonplaten. Hilversum, 1875 M. 8.00. V.A.R.A. Orgelconcert door Fred. Wolfers. 9.00. V.A.R.A. Gramofoonplaten. 10.00. V.P.R.O. Morgenwijding. 10.15. V.A.R.A. Voordracht door Mevr. L. Sanders-Herzberg. 10.30. V.A.R.A. Ziekenuurtje. 11.30. V.A.R.A. Gramofoonplaten. 12.152.00. A.V.R.O. Concert door Omroep orkest m.m.v. Betty v. d. Bosch-Schnidt (zang). 2.00—2.45. A.V.R.O. „Uitzending uit Kor- brulia". Voor de kinderen. 2.453.00. A.V.R.O. Gramofoonplaten. 3.004.00. A.V.R.O. Concert door A.V.R.O.- Kwintefc. 4.00. V.A.R.A. „Onze Keuken" door P. J. Kers. 4.45. V.A.R.A. Voor onze kinderen. 5.45. V.A.R.A. Accordeonmuziek, liedjes door Louis Contran. 6.05. V.A.R.A. Actueel Allerlei. 6.20. V.A.R.A. Vervolg Accordeonmuziek en liedjes. 6.45. V.A.R.A. Een excursie naar het land goed „Zonnestraal". 7.45. Politieberichten. 8.01. V.P.R.O. Pianospel door Joh. van Embden. 8.45. V.P.R.O. Ds. W. J. Wegerif: „De Mid- dellandsche Zeereis". 9.20. V.P.R.O. Perschberichten. Motor-contra melkwagen. Te Ureterp is een motorrijwiel in bot sing gekomen met een melkwagen. De mo torrijder en zijn duo-passagier sloegen van den motor en werden deerlijk gewond. Het- paard voor den melkwagen kreeg door de aanrijding zulke verwondingen, dat het moest worden afgemaakt. Auto contra zandwagen. Op de Bornschestraat te Almelo heeft de heer T. uit Enschedé bij het uitwijken voor een zandwagen het paard aangere den. De auto vloog vervolgens tegen een boom op en werd geheel vernield. Het paard moest worden afgemaakt. Auto over den kop. Een vrachtauto van de firma Hartog te Spakenburg reed op den Nieuwen Rijks weg te Amerongen. Juist toen de wagen een zijweg wilde inslaan, werd hij aange reden door de achterop rijdende luxe auto van <len heer A. E. Poels te Gorinchem. De luxe wagen kantelde drie maal en slin gerde nog een veertigtal meter weg. De liee- P. J. Bouman, die naast den heer Poels zat, werd uit de auto geslingerd, terwijl de heer A. Duysings uit Brussel een sleutelbeenbreuk opliep. De luxe wa gen werd ernstig gehavend. De chauffeur van de vrachtauto kwam met den schrik vrij. Van de vrachtauto werd een voor wiel vernield. 9.25. V.P.R.O. Vervolg pianospel. 10.00. Perschberichten. Vaz Dias. 10.10. V.P.R.O. Voorlezing uit „Het leven van Eleonora Duse door E. A. Rheinhard. 10.30. V.P.R.O. Gramofoonplaten. Daventry, 1554.4 M. 10.35. Mo/genwijding. 12.20. Concert. Tookey (cello), J. Rollitb (piano). 12.50. Orgelspel door L. H. Warner. I.502.50. Gramofoonplaten. 4.20. Orkestconcert. 5.35. Kinderuurtje. 6.20. Lezing. 6.35. Nieuwsberichten. 7.00. Piana-recital door L. England. 7.257.45. Lezing. 7.50. Vaudeville. 9.20. Nieuwsberichten. 9.45. Uit Amerika: Uitz. van een toespraak door Col. Ch. Lindbergh. 10.00. Kamermuziek. T. Makushina (sopr.), Kwartet. II.2012.20. Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 12.502.20. Gramofoonplaten. 4.05. Orkestconcert en soli. 7.40. Gramofoonplaten. 9.05. „De Huzaren van Villars", van Mail- lart. Orkest en soolisten. L a n g e n b e r g, 473 M. 7.257.50. Gramofoonplaten. 7.508.50. Orkestconcert 10.3512.15. Gramofoonplaten. 12.30. Gramofoonplaten. I.252.50. Orkestconcert. 5.506.50. Trio-concert. 8.20. Orkestconcert. Intermezzo: Zang en declamatie. Daarna tot 12.20 Dansmu ziek. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20. Orkestconcert. 3.505.50. Orkestconcert en voordracht. 8.209.20. Orkestconcert. 9.2010.50. „Dybet". Hoorspel in 3 bedrij ven van C. Gandrup. II.1012.50. Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 3.20. Klassiek concert uit de Kurzaal te Os bende. 5.20. Trio-concert. 6.50. Gramofoonplaten. 8.35. Gramofoonplaten. S.50. Orkeslconcerb. 8.35 (338.2 M.). Concert georganiseerd door de SAROV. Door auto gegrepen. De 41-jarige J. Levie uit Zuidland is bij het oversteken van de v. d. Takstraat te Rotterdam door een auto gegrepen en voor een tram geworpen. Met zeer zware verwondingen is hij, in bedenkelijken toe stand in het ziekenhuis aan den Coolsin- gel opgenomen. Aan de gevolgen overleden. Het slachtoffer van de aanrijding op den Scesterweg te Amersfoort, de heer C. de Jis gisteren aan de bekomen verwon dingen in het ziekenhuis overleden. Een gevaarlijke methode. Dinsdagmiddag is op den Amsteldijk, te Nieuwer-Amstel, even voorbij de z.g. „Zwar te Kat", een wielrijder, die zich door mid del van een touw door een motorrijder liet voorttrekken, komen te vallen, waar bij hij met zoo'n geweldigen smak op den weg terecht kwam, dat hij bewusteloos bleef liggen. Na in een nabijgelegen wo ning te zijn binnengedragen, kwam hij na eenigen tijd weder tot bewustzijn. Een ontboden geneesheer constateerde hersen schudding en achtte overbrenging naar een ziekeninrichting noodzakelijk. FEUILLETON Uit het Engelsch van FRED. M. WHITE. 10) Op dat oogenblik meldde een beambte, die op het eerste gezicht al den indruk maakte een lange stijve man van Scotland Yard te zijn, zich aan en vroeg naar Sir Charles kamers. Zijn chef had bezoek ge had van Sir Charles' huisarts, die het noo- dig oordeelde, dat er een gerechtelijke lijkschouwing zou plaats hebben, die op den volgenden dag vastgesteld was. Daarom moesten de kamers verzegeld worden. Het speet den beambte, dat hij zooveel moeite moest veroorzaken en juffrouw Darryll las tig vallen, maar ze zou hopelijk begrijpen, dat hij niet anders dan zijn plicht deed. „Waarvoor dient al die herrie vroeg Stephen Richford, die juist aan kwam loo- pen, ruw. Beatrice zag direct dat Bichford gedronken had. „Het is heelemaal niet noodig dat er een gerechtelijke lijkschou wing plaats heeft, ging hij voort." Dokter Oswin heeft mij meer dan eens verteld, dat Sir Charles a eel te roekeloos leefde voor iemand van zijn gestel." „Het spijt mij heel erg", ze: de brigadier, „maar de zaak is al in onze handen. Dok ter Oswin en donkter Andrews zijn allebei tot de slotsom gekomen, dat een inquest noodzakelijk is en mochten zij nog van ge dachte verander en, dan moet mijn chef toch doorgaan, nu de zaak bij hem aangebracht Richford stond op het punt om boos uit te vallen, maar hij wist zich te beheer- schen. Hij legde zijn hand familiaar op Bea trice's arm en ze voelde dat zijn vingers beefden. „Ook al goed, ging de man mopperend voort, „als er dan niets aan te doen is, moet ik verder mijn mond houden. Maar we kunnen niet den heelen dag hier blijven staan. Beatrice, ik heb je iets te zeggen." „Uitstekend", verklaarde ze. „Ik heb jou ook iets te zeggen. We zullen naar onze zitkamer gaan. Gaat u alstublieft niet weg, kolonel Berrington, want ik moet u straks nog hebben." Richford's mondhoeken trilden, maar hij zei niets. Hij sprak niet voordat de deur van de zitkamer achter Beatrice en hem zelf gesloten was. Hij wees het meisje een stoel aan, maar zij deed alsof zij niets merkte. „Het is een eigenaardige positie", be gon Richford. „Als mijn vrouw „Ik ben blij, dat je dat punt aanroert", zei Beatrice gretig. „Ben ik je vrouw? Ik betwijfel het sterk. De plechtigheid was niet geëindigd en we hebben de huwelijksregisters niet getee- kend. Je weet hoe mijn gevoelens ten op zichte van jou altijd geweest zijnik heb nooit moeite gedaan ze te verbergen. Als ik voor het begin van de plechtigheid gé- weten had, dat mijn vader dood was, zou ik onmiddellijk rechtsomkeert gemaakt hebben. Als ik het maar eerder geweten had „Niemand wist het", gromde hij. „Dat is niet waar", riep Beatrice. Ze was dichter naar Richford toegekomenhaar wangen waren rood van woede en haar oogen schitterden van verontwaardiging. „Dat is een laffe leugen. Er was één man, die mijn vader na zijn dood gezien heeft en voor de plechtigheid in de kerk begon. En ik kan onomstootelijk bewijzen wat ik zeg. Die man zag mijn vader daar liggen en hij sloop weg zonder iemand te waar schuwen; Kijk maar dit telegram: dat ia voor tien uur vanmorgen verzonden. Het heeft betrekking op beurszaken. Aan wien het geadresseerd is, is duidelijk; de tijd waarop het telegram aangeboden en ont vangen is, staat er op. Ik vond het naast mijn vaders lichaam: de man aan wien het geadresseerd was, moet het daar hebben laten vallen. Die persoon wist dus tusschen tienen en twaalven al dat mijn vader dood was en hij zweeg. Waarom „Waarom stamelde Richford. „Wel, omdat. wel, omdat „Zwijg maar", riep Beatrice. „Het tele gram is aan jouw geadresseerd. Jij bent bij mijn vader geweest en vond hem dood liggen. In je ontzetting heb je het tele gram verloren. Toen begreep je dat, als het huwelijk uitgesteld zou worden, het nooit meer zou plaats hebben. Daarom sloot je de deur van mijn vaders kamer en zei niets, zoodat de huwelijksinzegening zou doorgaan, tenminste de kans dat dit zou gebeuren, werd veel grooter, omdat we allemaal wel wisten, dat vader een laatkomer was en we dus waarschijnlijk niet op hem zouden wachten. Vandaar je zenuwachtigheid: vandaar dat je bent gaan drinken. Wat heb je daarop te zeggen?" „Wat ben je van plan?" stiet Richford uit. „Als je me niet vrij laat", antwoordde Beatrice vastberaden, „zal ik die geschie denis van, het telegram aan de groote klok hangen." HOOFDSTUK VII. De kogel van zout. Richford beefde van opwinding en was evenmin vrij van angst, zooals Beatrice opmerkte. Zij kon een rilling van afschuw niet onderdrukken, toen ze naar dat kwaad aardige, gemeene gezicht keek. „Geef mij dat telegram", beval Richford met een heesche stem. „Geef mij het on middellijk." Er was iets dreigends in zijn houding toen hij op haar afkwam. Maar Beatrice was niet bang. „Ik denk er niet aan", zei ze kalm. „Als je geweld wilt gebruiken, zul je dat tele gram waarschijnlijk kunnen bemachtigen, maar weten. Ik ga niet met je mee en zal kosten en dat ik het heele hotel op stelten zal zetten. Dus nu moet je het zelf maar weten. Ik ga niet met de je mee en we scheiden hier voor goed. O, ik ben in het minst niet bang voor je." Met een vloek pakte Richford het slanke meisje bij den pols en trok haar naar zich toe. Als hij haar een flinken slag in het gezicht gaf, zou ze bewusteloos aan zijn voeten liggen en zou hij dat begeerde tele gram in zijn bezit hebben. Maar hij had genoeg ervaring om in ernstige momenten zijn zelfbeheersching te kunnen bewaren. „Laten we deze zaak niet als twee dwa ze kinderen behandelen", zei hij met een geforceerd glimlachje. „Je hebt me daarnet overrompeld. Ik ben vanmorgen inderdaad bij je vader geweest er was een dringen de reden waarom ik hem spreken moest. Als je weten wilt hoe ik in de kamer kwam, terwijl de deur op slot was, wil ik je dat wel vertellen. Voor ik idee had om met jou te trouwen en op mezelf ging wo nen, had ik deze kamers in het hotel hier" „Wat heeft dat er mee te maken?" vroeg Beatrice koel. „Dat zul je hooren. Ik heb die kamers nooit opgezegd en altijd de sleutels behou den. Je vader was eigenlijk mijn gast. Ik was van plan hem het telegram te laten zien, dat in jouw handen gevallen is. Maar tot mijn groote schrik ontdekte ik, dat Sir Charles dood was. Ik moet het telegram in mijn verbouwereerdheid hebben laten vallen; je kunt me toch volgen niet waar?" „Ik volg je", antwoordde Beatrice bitter. „Maar, juist omdat dat zoo was, omdat je wist, dat mijn vader dood was, veran dert alles. Je weet heel goed, dat, als hij gisteren gestorven was, ik de verloving verbroken zou hebben en als ik dat van ochtend geweten had, dat mijn vader over leden was, het huwelijk niet doorgegaan zou zijn. Maar jij hebt opzettelijk je mond gehouden, omdat je dat heel goed wist. Als je mij niet goedschiks laat gaan, zal ik met het telegram op de proppen komen en mijn verhaal doen. Ik geloof, dat ik dan heel sterk zal staan." Weer kwam die 'uitdrukking van wocut» en angst in Richford's oogen. „Je praat als een dwaas", zei hij schor. „Wat heb je om van te leven? Voor de wet ben je mijn vrouw, maak je daarover maar geen illusiesje kunt toch niet met een ander trouwen zoolang ik leef. Je bent een verstandig meisje, maar werken heb je niet geleerd." „Ik heb kracht en moed", gaf Beatrice ten antwoord, „en die zijn heel wat waard in de wereld. Als het moet wil ik des noods winkeljuffrouw worden. Mijn familie leden, de Raehboroughs (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5