KERKNIEUWS
UIT DE PERS
De Slavin van het
Zwijgen
DONDERDAG 7 AUGUSTUS 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
De zeereerw. heer J. J. HENNEMAN,
benoemd tot hoogleeraar in de Kerkelijke
Geschiedenis aan het Groot-Seminarie
te Warmond.
Z. D. H. MGR. JANSEN.
Z. D. H. Mgr. Jansen, Aartsbisschop can
Utrecht is weder in zooverre hersteld, dat
hij in het St. Antonius Gasthuis, waar Z.
D. H. verblijft, weder het H. Misoffer heeft
kunnen opdragen.
THERESE NEUMANN.
Kapelaan Fahsel in Konnersreuth.
Door vriendelijke bemiddeling kwam ons
aldus de „Msbd." nog een nummer
in handen van de „Berliner Ulustrirte Zei-
tung", uit den laatsten tijd, waarin wèl
zonderling in de chaos van dit karakter-
looze society-blad verslag wordt gedaan
van een veertiendaagsch verblijf te Kon
nersreuth en van 'n regelmatig contact ge
durende dien tijd met Therese Neumann.
Het stuk bevat voor degenen, die trouw
de mededeelingen over de gestygmatiseer-
de hebben bijgehouden, niet veel nieuws,
maar het mag niettemin alsnog^de aan
dacht hebben, eerstens om de persoonlijk
heid van den schrijver, den- bekenden be
keerling en prediker, kapelaan Fahsel en
vervolgens om enkele treffende bijzonder
heden en uitlatingen, die deze zeer be-
heerschte en kalme waarnemer heeft op-
geteekend.
Kapelaan Fahsel heeft in den tijd voor
en na Paschen van dit jaar in Konnersreuth
vertoefd en. was er op Palmzondag getuige
van, dat Therese in extase den intocht van
Jesus in Jeruzalem aanschouwde. Kapelaan
Fahsel was'~"verbaasd rrver haar gezond"
uiterlijk en over haar sterke mimiek bij
de gebeurtenissen, die zij in de verte zich
zag afspelen, een wisselende gelaatsex
pressie, zooals hij bij de grootste tooneel-
speelsters nimmer zoo geprononceerd had
aangetroffen.
Toen zij ontwaakte, begon zij dadelijk
een levendig gesprek. Haar antwoorden
kwamen snel, als uit een pistool geschoten,
eenvoudig en juist. Hier zijn enkele uitla
tingen van haar, die in vertaling helaas
de kleur missen van haar karakteristiek
dialect. „De Heiland kan alles. Of dacht
U, dat de Zoon op reis was, toen de Vader
de wereld geschapen heeft?" „Uit niets
wordt niets. Ik leef niet van niets. Ik leef
van den Heiland. Hij heeft gezegd: „Mijn
Vleesch is waaldijk Spijs". Waarom zou dat
niet óók lichamelijk het geval zijn, als Hij
het wil?" „Het lijden zelf kan men niet
beminnen, maar men kan zooveel van
iemand houden, dat men gaarne lijdt om
hem vreugde te bereiden en te eeren".
Therese houdt veel van vogels, en gaar
ne bladert zij in een boek daarover. Ka
pelaan Fahsel voelde den wensch bij zich
opkomen, haar een mooier boek te geven.
„Weet U, dat er mooiere boeken/Over vo
gels zijn?" vroeg hij. „Ik weet het" zeide
zij. „Dit, hier, kost 3G mark. Maar er is nog
een ander te krijgen, al voor 150 mark.
Maar dat is me te duur". Op dat „al" leg
de zij bijzonderen nadruk.
Den volgenden morgen telefoneerde ka
pelaan Fahsel naar Berlijn om een bock
over vogels. Hij stuurde er iemand op uit,
die het eenigste boek, dat in aanmerking
kwam, in een winkel vond. Het kostte 235
mark, maar, zonder daartoe aangespoord
te zijn, zei de boekhandelaar uit eigen be
weging: „Ik laat het U voor 150 mark".
Zeer onder den indruk was kapelaan
Fahsel van het oogenblik, dat Therese op
Paaschmorgen de H. Communie werd ge
bracht. Het vas een ontroerend schouwspel
te zien, hoe zij, in strijd met de wetten
van zwaartekracht en physiologie zich van
het bed uit in verlangende, zeer aesthe-
tisch werkende houding voor de ontvangst
van het H. Sacrament, naar de H. Hostie
heenboog. Een Fransche arts, die er bij
tegenwoordig was, liet de papieren, waarop
hij voortdurend aanteekeningen gemaakt
had, vallen en schreide als een kind.
Wij, Katholieken, zijn voorzichtig met
het constateeren van wonderen, in strikten
zin. Wij móeten daarmee voorzichtig zijn.
Maar gebeurtenissen als te Konnersreuth
moeten toch tot nadenken stemmen, Ka
tholiek en niet-Katholiek.
BENOEMINGEN.
Congregatie van de Paters van het
Goddelijk Woord.
Van den Generaal-Overste der Congre
gatie van de Paters van het Goddelijk
Woord te Rome zijn voor de Hollandsche
Provincie van S.V.D. de volgende benoe
mingen afgekomen:
Tot Provinciaal de hoogeerw. pater M.
Kammels te Teteringen.
Tot rector van het Missiehuis te Tete
ringen pater J. Unkel; tot rector te Hel-
voirt pater P. Bordes, oud-Provinciaal; tot
rector te Uden is pater M. van Es her
benoemd, evenals pater A. Ariaens tot
rector te Soesterberg.
De vijfde Nationale Bedevaart
naar Dokkum.
Op verzoek van Z. D. H. de Aartsbis
schop-van Utrecht, Mgr. J. H. G. Jansen,
zal de Vijfde Nationale Bedevaart ter
eere van de H.H. Bonifacius en Gezellen
naar Dokkum, dit jaar gehouden worden
op Zondag en Maandag 7 en 8 September.
DE JONGEREN EN DE LIEF
DADIGHEID.
Het conservatisme «n charitatieve
vereenigingen.
In de T ij d wijst G. G. op het verschijn
sel, dat jongeren zich maar al te veel af
zijdig houden van werken van liefdadigheid.
De schuld daarvan kan ook liggen bij de
charitatieve vereenigingen zelf, zegt de
schrijver. En hij vervolgt dan:
Wij vreezen geen tegenspraak als wij
beweren, dat het conservatieve element
daar dikwijls te sterk vertegenwoordigd is.
Het riekt er soms naar conservatisme.
Conservatisme in het ouderwetsche groene
kleed, dat over de bestuurstafel hangt, den
zorgvuldig in etui opgeborgen voorzitters
hamer, het briefpapier en de enveloppen,
reeds gelig geworden van ouderdom. De
wijze, Waarop de voorzitter de vergade
ring leidt, de secretaris zijn bescheiden
uit bruin-lederen tasch als gewijde voor
werpen te voorschijn haalt en een ander
bestuurslid de vergadering monstert, is
vaak irriteerend.
Wij willen niet in finesses treden. Maar
het is onze overtuiging, dat vele jongeren
walgend van dat conservatisme, zich daar
om verre van werken van liefdadigheid
houden. Zoolang nog in vereenigingen als
maatstaf geldt, niet of men hoedanigheden
bezit, maar of men voldoende contanten
in zijn portefeuille heeft, zoolang men nog
de werken van liefdadigheid in de zomer
maanden stopzet, omdat de vereenigings-
leden hun vacantia moeten genieten als
of er in de vacantie geen lichamelijke of
geestelijke noodcn meer bestaan zoo
lang men bij bepaalde gevallen nog wegen
blijft bewandelen, die wellicht vijftig ja
ren geleden de juiste waren, krijgt men de
jongeren niet.
Zelfs het" meest bloeiende moderne lief
dewerk, wij bedoelen het jeugdwerk, heeft
zich nog niet aan een zeker autocratisme
kunnen onttrekken. Hoe dikwijls ziet men
niet frissche patronaten of jongelingenver-
eenigingen langzaam inzinken, omdat een
pas benoemde direeteur, onbekend met
plaatselijke toestanden, gewoonten en ka
rakters het werk, dat door zijn voorganger
met den krachtigen steun van leeken, met
veel zorg en opoffering groot is gemaakt,
miskent en zijn zienswijze als de eenig
juist opdringt, niet omdat deze haar prac-
tische waarde heeft bewezen, maar omdat
de directeur aan zijn benoeming het recht
van deze handelwijze meent te kunnen ont-
leenen.
Het is dan ook geen wonder, dat jonge
ren onder zulk een leiding niet willen wer
ken. Zij worden immers reeds bij voorbaat
onmondig beschouwd. Hierin ligt ook de
verklaring, dat velen, die eerst vol ambitie
werkten, zich langzamerhand terugtrek
ken.
Wij hebben opzettelijk gesproken van
de jongeren in het algemeen. Of voor den
bloei van charitatieve werken de toetre
ding van jonge „intellectueelen" bepaald
noodzakelijk moet worden genoemd, ge-
looven wij niet. Dat tact en beleid met in
tellect zouden samenhangen is minstens
genomen twijfelachtig. De beste huisbe
zoekers zijn nog altijd zij. die midden in
het volle leven staan en zich de toestan
den der bezochte gezinnen beter kunnen
indenken, dan de zoo begeerde intellec
tueelen.
Wil men het probleem van de afzijdig
heid der jongeren oplossen, laten dan de
vereenigingen van liefdadigheid ook eens
de hand in eigen boezem steken. Dit zal er
veel toe bijdragen om de jongeren voor
het charitatieve werk warm te maken. Ook
idealisme moet worden aangekweekt en
in de practijk opgenomen. Gelukkig zijn
er jongeren, die met blijdschap capacitei
ten, tijd en geld op het altaar der naasten
liefde offeren, maar hun aantal is veel
te gering.
De schrijver van het bovenstaande wil
een door hem gesignaleerden wantoestand
in scherp licht zetten en overdrijft mis
schien daarom wat.
Men mag zeker niet generaliseeren,
veralgemeenen.
Maar daTVr katholieke charitatieve ver
eenigingen zijn, waar',,' heerschen ver
ouderde opvattingen, als boven -bedoeld,
dat kan, helaas, niet worden tegengespro
ken!
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Wielrijder door auto aangereden.
Gistermiddag ongeveer 1 uur is de 35-
jarige spoorwegarbeider De Jong uit de
Ligusterstraat te Amersfoort bij het over
steken van de straat overreden door 'een
verhuisauto uit Bussum. De Jong was per
fiets en kwam bij het oversteken te vallen.
In zeer emstigen toestand is hij per zie
kenauto naar het ziekenhuis vervoerd.
UIT DE RADIO-WERELD
Programma voor Vrijdag 8 Augustus 1930.
Huizen, 1071 M. Voor 6 uur 298 M.
Nederlandsche Omroep-Algemeen Pro
gramma. (te verzorgen door de N.C.R.V.).
8.150.30. Gramofoonplaten.
10.3010.50. Bijbellezen.
12.30—2.00. Concert. Mevr. C. v. Raven-
zwaay-Mollenkamp (zang), H.H. H. Her
mann (viool), H. v. d. Hoost Jr. (cello),
Mevr. v. d. Horst-Bleekrode (piano).
2.004.00. Gramofoonplaten.
4.00—5.30. Concert. Jo Immink (zang), S.
Bahler (viool), Joh. O. Kramer (piano).
5.306.30. Orgelconcert door A. W. Rijp.
6.307.00. Gramofoonplaten.
7.007.30. Bezoek van den Radio-dokter.
7.308.00. Gramofoonplaten.
8.0010.25. Toespraak. Concert vanuit de
Zendingskapel te Amsterdam. Mevr.
Suze Luger (alt), Mevr. D. Hasselaar
de Koster (piano), H.H. P. Kramer (vi
ool), Fr. Hasselaar (piano en orgel).
10.25—10.30. Perschberichten.
10.3011.30. Gramofoonplaten.
Hilversum, 1875 M.
8.00. V.A.R.A. Orgelconcert door Fred.
Wolfers.
9.00. V.A.R.A. Gramofoonplaten.
10.00. V.P.R.O. Morgenwijding.
10.15. V.A.R.A. Voordracht door Mevr. L.
Sanders-Herzberg.
10.30. V.A.R.A. Ziekenuurtje.
11.30. V.A.R.A. Gramofoonplaten.
12.152.00. A.V.R.O. Concert door Omroep
orkest m.m.v. Betty v. d. Bosch-Schnidt
(zang).
2.00—2.45. A.V.R.O. „Uitzending uit Kor-
brulia". Voor de kinderen.
2.453.00. A.V.R.O. Gramofoonplaten.
3.004.00. A.V.R.O. Concert door A.V.R.O.-
Kwintefc.
4.00. V.A.R.A. „Onze Keuken" door P. J.
Kers.
4.45. V.A.R.A. Voor onze kinderen.
5.45. V.A.R.A. Accordeonmuziek, liedjes
door Louis Contran.
6.05. V.A.R.A. Actueel Allerlei.
6.20. V.A.R.A. Vervolg Accordeonmuziek en
liedjes.
6.45. V.A.R.A. Een excursie naar het land
goed „Zonnestraal".
7.45. Politieberichten.
8.01. V.P.R.O. Pianospel door Joh. van
Embden.
8.45. V.P.R.O. Ds. W. J. Wegerif: „De Mid-
dellandsche Zeereis".
9.20. V.P.R.O. Perschberichten.
Motor-contra melkwagen.
Te Ureterp is een motorrijwiel in bot
sing gekomen met een melkwagen. De mo
torrijder en zijn duo-passagier sloegen van
den motor en werden deerlijk gewond. Het-
paard voor den melkwagen kreeg door de
aanrijding zulke verwondingen, dat het
moest worden afgemaakt.
Auto contra zandwagen.
Op de Bornschestraat te Almelo heeft
de heer T. uit Enschedé bij het uitwijken
voor een zandwagen het paard aangere
den. De auto vloog vervolgens tegen een
boom op en werd geheel vernield. Het
paard moest worden afgemaakt.
Auto over den kop.
Een vrachtauto van de firma Hartog te
Spakenburg reed op den Nieuwen Rijks
weg te Amerongen. Juist toen de wagen
een zijweg wilde inslaan, werd hij aange
reden door de achterop rijdende luxe auto
van <len heer A. E. Poels te Gorinchem.
De luxe wagen kantelde drie maal en slin
gerde nog een veertigtal meter weg. De
liee- P. J. Bouman, die naast den heer
Poels zat, werd uit de auto geslingerd,
terwijl de heer A. Duysings uit Brussel
een sleutelbeenbreuk opliep. De luxe wa
gen werd ernstig gehavend. De chauffeur
van de vrachtauto kwam met den schrik
vrij. Van de vrachtauto werd een voor
wiel vernield.
9.25. V.P.R.O. Vervolg pianospel.
10.00. Perschberichten. Vaz Dias.
10.10. V.P.R.O. Voorlezing uit „Het leven
van Eleonora Duse door E. A. Rheinhard.
10.30. V.P.R.O. Gramofoonplaten.
Daventry, 1554.4 M.
10.35. Mo/genwijding.
12.20. Concert. Tookey (cello), J. Rollitb
(piano).
12.50. Orgelspel door L. H. Warner.
I.502.50. Gramofoonplaten.
4.20. Orkestconcert.
5.35. Kinderuurtje.
6.20. Lezing.
6.35. Nieuwsberichten.
7.00. Piana-recital door L. England.
7.257.45. Lezing.
7.50. Vaudeville.
9.20. Nieuwsberichten.
9.45. Uit Amerika: Uitz. van een toespraak
door Col. Ch. Lindbergh.
10.00. Kamermuziek. T. Makushina (sopr.),
Kwartet.
II.2012.20. Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
12.502.20. Gramofoonplaten.
4.05. Orkestconcert en soli.
7.40. Gramofoonplaten.
9.05. „De Huzaren van Villars", van Mail-
lart. Orkest en soolisten.
L a n g e n b e r g, 473 M.
7.257.50. Gramofoonplaten.
7.508.50. Orkestconcert
10.3512.15. Gramofoonplaten.
12.30. Gramofoonplaten.
I.252.50. Orkestconcert.
5.506.50. Trio-concert.
8.20. Orkestconcert. Intermezzo: Zang en
declamatie. Daarna tot 12.20 Dansmu
ziek.
Kalundborg, 1153 M.
12.202.20. Orkestconcert.
3.505.50. Orkestconcert en voordracht.
8.209.20. Orkestconcert.
9.2010.50. „Dybet". Hoorspel in 3 bedrij
ven van C. Gandrup.
II.1012.50. Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
3.20. Klassiek concert uit de Kurzaal te
Os bende.
5.20. Trio-concert.
6.50. Gramofoonplaten.
8.35. Gramofoonplaten.
S.50. Orkeslconcerb.
8.35 (338.2 M.). Concert georganiseerd door
de SAROV.
Door auto gegrepen.
De 41-jarige J. Levie uit Zuidland is bij
het oversteken van de v. d. Takstraat te
Rotterdam door een auto gegrepen en
voor een tram geworpen. Met zeer zware
verwondingen is hij, in bedenkelijken toe
stand in het ziekenhuis aan den Coolsin-
gel opgenomen.
Aan de gevolgen overleden.
Het slachtoffer van de aanrijding op den
Scesterweg te Amersfoort, de heer C. de
Jis gisteren aan de bekomen verwon
dingen in het ziekenhuis overleden.
Een gevaarlijke methode.
Dinsdagmiddag is op den Amsteldijk, te
Nieuwer-Amstel, even voorbij de z.g. „Zwar
te Kat", een wielrijder, die zich door mid
del van een touw door een motorrijder
liet voorttrekken, komen te vallen, waar
bij hij met zoo'n geweldigen smak op den
weg terecht kwam, dat hij bewusteloos
bleef liggen. Na in een nabijgelegen wo
ning te zijn binnengedragen, kwam hij na
eenigen tijd weder tot bewustzijn. Een
ontboden geneesheer constateerde hersen
schudding en achtte overbrenging naar een
ziekeninrichting noodzakelijk.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
FRED. M. WHITE.
10)
Op dat oogenblik meldde een beambte,
die op het eerste gezicht al den indruk
maakte een lange stijve man van Scotland
Yard te zijn, zich aan en vroeg naar Sir
Charles kamers. Zijn chef had bezoek ge
had van Sir Charles' huisarts, die het noo-
dig oordeelde, dat er een gerechtelijke
lijkschouwing zou plaats hebben, die op den
volgenden dag vastgesteld was. Daarom
moesten de kamers verzegeld worden. Het
speet den beambte, dat hij zooveel moeite
moest veroorzaken en juffrouw Darryll las
tig vallen, maar ze zou hopelijk begrijpen,
dat hij niet anders dan zijn plicht deed.
„Waarvoor dient al die herrie vroeg
Stephen Richford, die juist aan kwam loo-
pen, ruw. Beatrice zag direct dat Bichford
gedronken had. „Het is heelemaal niet
noodig dat er een gerechtelijke lijkschou
wing plaats heeft, ging hij voort." Dokter
Oswin heeft mij meer dan eens verteld, dat
Sir Charles a eel te roekeloos leefde voor
iemand van zijn gestel."
„Het spijt mij heel erg", ze: de brigadier,
„maar de zaak is al in onze handen. Dok
ter Oswin en donkter Andrews zijn allebei
tot de slotsom gekomen, dat een inquest
noodzakelijk is en mochten zij nog van ge
dachte verander en, dan moet mijn chef toch
doorgaan, nu de zaak bij hem aangebracht
Richford stond op het punt om boos uit
te vallen, maar hij wist zich te beheer-
schen. Hij legde zijn hand familiaar op Bea
trice's arm en ze voelde dat zijn vingers
beefden.
„Ook al goed, ging de man mopperend
voort, „als er dan niets aan te doen is,
moet ik verder mijn mond houden. Maar we
kunnen niet den heelen dag hier blijven
staan. Beatrice, ik heb je iets te zeggen."
„Uitstekend", verklaarde ze. „Ik heb jou
ook iets te zeggen. We zullen naar onze
zitkamer gaan. Gaat u alstublieft niet weg,
kolonel Berrington, want ik moet u straks
nog hebben."
Richford's mondhoeken trilden, maar hij
zei niets. Hij sprak niet voordat de deur
van de zitkamer achter Beatrice en hem
zelf gesloten was. Hij wees het meisje een
stoel aan, maar zij deed alsof zij niets
merkte.
„Het is een eigenaardige positie", be
gon Richford. „Als mijn vrouw
„Ik ben blij, dat je dat punt aanroert",
zei Beatrice gretig.
„Ben ik je vrouw? Ik betwijfel het sterk.
De plechtigheid was niet geëindigd en we
hebben de huwelijksregisters niet getee-
kend. Je weet hoe mijn gevoelens ten op
zichte van jou altijd geweest zijnik heb
nooit moeite gedaan ze te verbergen. Als
ik voor het begin van de plechtigheid gé-
weten had, dat mijn vader dood was, zou
ik onmiddellijk rechtsomkeert gemaakt
hebben. Als ik het maar eerder geweten
had
„Niemand wist het", gromde hij.
„Dat is niet waar", riep Beatrice. Ze was
dichter naar Richford toegekomenhaar
wangen waren rood van woede en haar
oogen schitterden van verontwaardiging.
„Dat is een laffe leugen. Er was één man,
die mijn vader na zijn dood gezien heeft
en voor de plechtigheid in de kerk begon.
En ik kan onomstootelijk bewijzen wat ik
zeg. Die man zag mijn vader daar liggen
en hij sloop weg zonder iemand te waar
schuwen; Kijk maar dit telegram: dat ia
voor tien uur vanmorgen verzonden. Het
heeft betrekking op beurszaken. Aan wien
het geadresseerd is, is duidelijk; de tijd
waarop het telegram aangeboden en ont
vangen is, staat er op. Ik vond het naast
mijn vaders lichaam: de man aan wien het
geadresseerd was, moet het daar hebben
laten vallen. Die persoon wist dus tusschen
tienen en twaalven al dat mijn vader dood
was en hij zweeg. Waarom
„Waarom stamelde Richford. „Wel,
omdat. wel, omdat
„Zwijg maar", riep Beatrice. „Het tele
gram is aan jouw geadresseerd. Jij bent
bij mijn vader geweest en vond hem dood
liggen. In je ontzetting heb je het tele
gram verloren. Toen begreep je dat, als
het huwelijk uitgesteld zou worden, het
nooit meer zou plaats hebben. Daarom
sloot je de deur van mijn vaders kamer en
zei niets, zoodat de huwelijksinzegening
zou doorgaan, tenminste de kans dat dit
zou gebeuren, werd veel grooter, omdat
we allemaal wel wisten, dat vader een
laatkomer was en we dus waarschijnlijk
niet op hem zouden wachten. Vandaar je
zenuwachtigheid: vandaar dat je bent gaan
drinken. Wat heb je daarop te zeggen?"
„Wat ben je van plan?" stiet Richford
uit.
„Als je me niet vrij laat", antwoordde
Beatrice vastberaden, „zal ik die geschie
denis van, het telegram aan de groote klok
hangen."
HOOFDSTUK VII.
De kogel van zout.
Richford beefde van opwinding en was
evenmin vrij van angst, zooals Beatrice
opmerkte. Zij kon een rilling van afschuw
niet onderdrukken, toen ze naar dat kwaad
aardige, gemeene gezicht keek.
„Geef mij dat telegram", beval Richford
met een heesche stem. „Geef mij het on
middellijk."
Er was iets dreigends in zijn houding
toen hij op haar afkwam. Maar Beatrice
was niet bang.
„Ik denk er niet aan", zei ze kalm. „Als
je geweld wilt gebruiken, zul je dat tele
gram waarschijnlijk kunnen bemachtigen,
maar weten. Ik ga niet met je mee en
zal kosten en dat ik het heele hotel op
stelten zal zetten. Dus nu moet je het zelf
maar weten. Ik ga niet met de je mee en
we scheiden hier voor goed. O, ik ben in
het minst niet bang voor je."
Met een vloek pakte Richford het slanke
meisje bij den pols en trok haar naar zich
toe. Als hij haar een flinken slag in het
gezicht gaf, zou ze bewusteloos aan zijn
voeten liggen en zou hij dat begeerde tele
gram in zijn bezit hebben. Maar hij had
genoeg ervaring om in ernstige momenten
zijn zelfbeheersching te kunnen bewaren.
„Laten we deze zaak niet als twee dwa
ze kinderen behandelen", zei hij met een
geforceerd glimlachje. „Je hebt me daarnet
overrompeld. Ik ben vanmorgen inderdaad
bij je vader geweest er was een dringen
de reden waarom ik hem spreken moest.
Als je weten wilt hoe ik in de kamer
kwam, terwijl de deur op slot was, wil ik
je dat wel vertellen. Voor ik idee had om
met jou te trouwen en op mezelf ging wo
nen, had ik deze kamers in het hotel hier"
„Wat heeft dat er mee te maken?" vroeg
Beatrice koel.
„Dat zul je hooren. Ik heb die kamers
nooit opgezegd en altijd de sleutels behou
den. Je vader was eigenlijk mijn gast. Ik
was van plan hem het telegram te laten
zien, dat in jouw handen gevallen is. Maar
tot mijn groote schrik ontdekte ik, dat Sir
Charles dood was. Ik moet het telegram
in mijn verbouwereerdheid hebben laten
vallen; je kunt me toch volgen niet
waar?"
„Ik volg je", antwoordde Beatrice bitter.
„Maar, juist omdat dat zoo was, omdat
je wist, dat mijn vader dood was, veran
dert alles. Je weet heel goed, dat, als hij
gisteren gestorven was, ik de verloving
verbroken zou hebben en als ik dat van
ochtend geweten had, dat mijn vader over
leden was, het huwelijk niet doorgegaan
zou zijn. Maar jij hebt opzettelijk je mond
gehouden, omdat je dat heel goed wist. Als
je mij niet goedschiks laat gaan, zal ik met
het telegram op de proppen komen en mijn
verhaal doen. Ik geloof, dat ik dan heel
sterk zal staan."
Weer kwam die 'uitdrukking van wocut»
en angst in Richford's oogen.
„Je praat als een dwaas", zei hij schor.
„Wat heb je om van te leven? Voor de wet
ben je mijn vrouw, maak je daarover maar
geen illusiesje kunt toch niet met een
ander trouwen zoolang ik leef. Je bent een
verstandig meisje, maar werken heb je niet
geleerd."
„Ik heb kracht en moed", gaf Beatrice
ten antwoord, „en die zijn heel wat waard
in de wereld. Als het moet wil ik des
noods winkeljuffrouw worden. Mijn familie
leden, de Raehboroughs
(Wordt vervolgd).