H. NI. PIERROT De herziening van het gemeentelijk Belastingstelsel ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 MAARSNIANSSTEEG 21 Afd. Lederwaren DE VOORSTELLEN VAN B. EN W. B. en W. deelen den Raad het volgende mede: In verband met de bepalingen van de wet van 15 Juli 1929, S. 388, zooals die wet is gewijzigd bij de wet van 14 Juni 1930, S. 245, tot herziening van de financieele ver houding tusschen het Rijk en de gemeenten is een herziening van het gemeentelijk be lastingstelsel noodzakelijk. Algemeen overzicht en strek king van de wet. De grondslagen van de nieuwe wetgeving zijn de volgende: De rijksuitkeeringen ingevolge de wet van 24 Mei 1897 komen te vervallen, evenals de plaatselijke belasting naar het inkomen. De bevoegdheid tot heffing van Opcenten op de hoofdstom van de Vermogensbelasting wordt beperkt van lt(0 tot 50 opcenten. Ingesteld wordt een gemeentefonds. Ten behoeve van dit fonds worden geheven een nieuwe Rijksbelasting naar het inkomen. Gemeentefondsbelasting genaamd, en 50 opcenten op de hoofdsom van de Vermogens belasting. Uit dit fonds zullen de gemeenten in het vervolg een tweetal uitkeeringen ont vangen, n.l. eene bijdrage in de jaarwedden van den Burgemeester en Secretaris, tot een maximum van 3000.per jaar, en eene uit- keering per inwoner, berekend volgens eene formule, welke verband houdt met de draag kracht van de gemeente en met de uitgaven voor de politie, het onderwijs en de armenzorg (de werkloosheidszorg inbegrepen). De uitkee- ring per inwoner wordt tot een zeker minimum gegarandeerd. Eveneens stelt de wet 'n maxi mum vast, waarboven de uitkeering niet mag stijgen. De Personeele belasting wordt voortaan van Rijkswege geheven ten behoeve van de gemeen ten. Voor de regeling van deze heffing zijn aan de gemeenten ruime bevoegdheden toegekend. Bovendien wordt aan de gemeenten 75 van de opbrengst van de ter plaatse geheven Grondbelasting uitgekeerd. De wet verleent voorts aan de gemeenten nog de bevoegdheid tot heffing van opcenten op de Gemeentefondsbelasting tot een beperkt getal en tot heffing van eene belasting van woonforensen. Het doel van den wetgever is geweest, om te komen tot een tempering van de groote verschillen in belastingdruk tusschen de on derscheidene gemeenten. Om dit doel te be reiken is het gemeentelijk belastinggebied door de afschaffing van de plaatselijke inkomsten belasting belangrijk beperkt. In de plaats daarvan ontvangen de gemeenten voortaan een ruimere Rijksuitkeering, en zooals gezegd, de zuivere opbrengst van de hoofdsom der Personeele belasting en 75 van de zuivere opbrengst der Grondbelasting. Uit den aard en het karakter van het toekomstig gemeente lijk belastingterrein volgt voorts, dat de ver der benoodigde inkomsten in de eerste plaats moeten worden verkregen uit de zakelijke en verteringsbelastingen; de wet stelt de vaste outillage van de gemeenten als bron, van eigen inkomsten voorop. Omdat echter de tarieven van de verteringsbelasting wel een zekere sta biliteit zullen moeten vertoonen en de Perso neele belasting daarom bezwaarlijk als jaar- lijksche sluitpost van de middelen zal kunnen dienen, is de bevoegdheid verleend, om in be perkte mate opcenten te heffen op de Vermo gensbelasting en op de Gemeentefondsbelasting De bedoeling van de wet is evenwel, dat deze opcenten niet dan in geval van noodzaak tot hun uiterste grens worden opgevoerd. Invloed van den nieuwen toe- stand op de financiën der ge meente Leiden. Op de begrooting voor 1930 is geraamd wegens: a. Uitkeering van het Rijk per inwoner, overeenkomstig de artt. 1 t/m. 9 van de wet van 24 Mei 1897,- S. 156200.024.— b. Uitkeering van het Rijk overeenkomstig art. 10 van de wet van 24 Mei 1897, S. 156, (bijdrage in de jaarwedden van den Burgemeester en Secre taris) c. 100 opcenten op de hoofd som der Personeele Belasting d. 15 opcenten op de hoofd som der Vermogensbelasting e. Plaatselijke belasting naar het inkomen 600.— 18.700. 15.000. p 1.701.562.- Samen2.145.886.— Bij heffing van de Personeele belasting op denzelfden voet als thans, kunnen over een jaar, dat geheel door den nieuwen toestand wordt beheerscht, de volgende ontvangsten worden geraamd: a. Uitkeering uit het Gemeentefonds krach tens art, 3 sub a, der wet van 15 Juli 1929, S. 388 (bijdrage in de jaarwedden van den Burgemeester en den Secre taris) b. Uitkeering per inwoner uit het Gemeentefonds krach tens art. 3, sub b, der wet 1.078.519. c. Uitkeering van 75 van de zuivere opbrengst van de hoofdsom der Grondbelasting 130.839. d. Uitkeering van de zuivere opbrengst van de hoofdsom der Personeele belasting 1930, heeft de begrooting voor 1930 evenwel een eigenlijk exploitatietekort van rond 250.000.welk bedrag voortaan uit belas tingen zal moeten worden gevonden. Even eens zal rekening dienen te worden gehouden met een accres der jaarlijksche uitgaven, het welk wij voor een normaal jaar zouden wil len stellen op 100.000. In totaal moet dan ook worden voorzien in een bedrag van ƒ715.870.j- ƒ250.000.f- 100.000.— 1.650.870.— Op de begrooting voor 1930 komt echter een uitgaafpost voor, die in de toekomst komt te vervallen, n.l. de post „Uitkeering aan het Rijk van het aandeel in de kwade posten we gens de directe'belastingen". De uitkeeringen volgens de nieuwe Regelingen zullen tot het zuivere bedrag geschieden, terwijl thans de op de kohieren uitgetrokken bedragen zonder ver mindering wegens kwade posten, als ontvangst worden verantwoord. De kwade posten zijn voor 1930 geraamd op 151.406.waarmee het hierboven becijferde bedrag worden ver minderd, zoodat nog moet worden gedekt 1.065.870.ƒ151.406. ƒ914.464.— Het bedrag der uitkeering per inwoner uit het gemeentefonds is belangrijk lager dan het bedrag waarop, naar wij vermeenden, voor onze gemeente uitzicht bestond. Bij het Ant- oword van de Regeering, naar aanleiding van het verslag over het oorspronkelijk ontwerp der wet werd n.l. eene berekening van de uit keeringen aan de gemeenten overgelegd. Bij deze berekening werd reeds rekening gehou den met de wijzigingen, welke naar aanleiding van het verslag in het oorspronkelijk ontwerp werden aangebracht. Hoewel de Regeering er de aandacht op vestigde, dat de berekende bedragen met ze ker voorbehoud moesten worden aanvaard en dat de cijfers slechts konden dienen tot het geven van een algemeenen indruk, kon als „algemeene indruk" worden aangenomen, dat de toekomstige uitkeering niet belangrijk van het door de Regeering berekende bedrag van 1.324.814.zou verschillen, omdat die uit keering blijkens de ter secretarie gemaakte berekeningen nog belangrijk beneden de geli miteerd maximuin-uitkeering bleef. Evenals zulks voor meerdere gemeenten 't geval is, is inmiddels gebleken, dat de uitkee ring uit het gemeentefonds voor Leiden veel lager zal zijn dan het hierbovengenoemde be drag. Blijkens mededeeling van den Minister van Financiën wordt voor Leiden de uitkee ring per inwoner, met inachtneming van de garantiebepaling van art. 6 der wet, thans len, omdat er uitzicht op bestond, dat zij in gaande 1 Januari 1934 zouden komen te ver vallen. Ook de provinciale opcenten meenen wij, althans voorloopig, niet in de gemeente lijke opcenten-regeling te moeten opnemen. De Provincie zal haar te derven inkomsten op andere wijze moeten vinden en zal dit wel licht doen door verhooging van het aantal op centen op de Rijksinkomstenbelasting en de Vermogensbelasting. Binnenkort kunnen wijzigingen van de be lasting op de honden en de belasting op too- neel ver tooningen en andere vermakelijkheden in behandeling komen. Verder is een wijziging van de verordening op de heffing van belas ting voor het gebruik van openbare gemeente werken en -bezittingen en voor diensten door de gemeente bewezen (Gemeenteblad no. 5 van 1928) in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Op een meerdere opbrengst, tengevolge van die wijzigingen, tot een bedrag van 10.000.zal wel kunnen worden ge rekend. Door heffing van 100 opcenten op de hoofd som van de Personeele belasting en de hier boven bedoelde wijzigingen van bestaande hef fingsverordeningen wordt alzoo voorzien in een bedrag van 217.658.— 10.000.— 227.658.—. Te dekken blijft dan nog een bedrag van ƒ914.464.— 227.658.— 686.806.—. De zuivere opbrengst in hoofdsom van de Gemeentefondsbelasting is voor Leiden te stellen op ƒ652.000.Zelfs bij heffing van het maximum-getal opcenten (80; slechts in zeer bijzondere gevallen mogen 100 opcenten wenscht worden geacht de opcenten op de van ƒ686.806.— nog niet kunnen worden ver kregen. Bovendien moet het hoogst onge- wenscht owrden geacht de opcenten op de Gemeentefondsbelasting anders dan in geval van noodzaak tot het maximum op te voeren. Het is dus noodzakelijk uit te zien naar an dere bronnen van inkomsten. Zooals wij reeds hebben opgemerkt, brengt raamd op 15^3098. Berekend naar het getal i aard en hel karakl" *an het t°ckoInallS inwoners op 1 Januari 1930 kan de uitkee- gemeentelijk belastinggebied ring dus in totaal worden gesteld op 1.078.519.—, derhalve ruim 246.000.— la- handhaving van de indeeling van de gemeente grondslag is genomen de belastbare opbrengst j_ o_ ï.ii wr van gebouwde eigendommen, aangewezen in de kadastrale leggers, wordt eene op brengst van rond 200.000.geraamd. 3.000.- 217.658.— Samen 1.430.016— Dit bedrag is 715.870.lager dan het hierboven genoemde totaal der op de begroo ting voor 1930 uitgetrokken bedragen. In verband met de verlaging van het verme- nigvuldigingscijfer voor de plaatselijke inkom stenbelasting van 0.9 op 0.7, ingaande 1 Mei ger dan het hierboven genoemde, door de Re- j geering aanvankelijk berekende, bedrag van i de uitkeering volgens de formule van artikel j 4 der wet. Middelen tot dekking van het verschil. Tot dekking van het hierboven berekende bedrag ad 914.464.zouden wij in de eer- ste plaats de heffing van de tegenwoordig ge- heven 100 opcenten op de hoofdsom van de Personeele belasting willen bestendigen, met de 3e klasse en de in de Wet op de Per soneele Belasting 1896 geregelde tarieven. De zuivere opbrengst van 100 opcenten kan dan worden gesteld op 217.658. Wij hebben ernstig overwogen u voor te stellen de gemeente voor de heffing van de Personeele belasting naar de grondslagen huurwaarde en mobilair in de 4e klasse te rangschikken, doch na rijp beraad hebben wij daarvan afgezien. Van plaatsing in de tweede klasse kan evenwel geen sprake zijn. De op brengst van de belasting (hoofdsom 100 op centen) zou daardoor n.l. met 60.000. dalen. In vergelijking met andere gemeenten is Leiden thans niet in een numeriek te hooge klasse geplaatst en waar de Personeele belas ting in de toekomst een veel belangrijker plaats in het gemeentelijk belastingstelsel gaat innemen en ingaande 1 Januari 1928 vcor de minder draagkrachtigen reeds zeer gun stige wijzigingen 'in de wet zijn aangebracht, n.l. betreffende den aanvang van den belas tingplicht naar de grondslagen huurwaarde en mobilair, het belastingvrije bedrag voor den eersten grondslag en den kinderaftrek, is het niet raadzaam de gemeente thans in een la gere klasse te rangschikken. In verband met het bovenstaande stellen wij voor bij verordening te bepalen dat Leiden voor de heffing van de Personeele belasting naar de grondslagen huurwaarde en mobilair evenals tot dusverre zal worden geplaatst in de 3e klasse. Hoewel de gemeente bevoegd is wegens huurwaarde een ander percentage en voor de verdere grondslagen andere bedragen te hef- dat de be noodigde inkomsten in de eerste plaats wor de gevonden uit zakelijke en verteringsbelas tingen. Bij heffing van 100 opcenten op de Personeele belasting is de druk van die ver teringsbelasting reeds hoog opgevoerd; ver hooging van het aantal opcenten zouden wij daarom, zoo mogelijk, willen voorkomen en zou ook niet in voldoende mate de totale be lastingopbrengst kunnen beinvloeden. Er rest dus nog slechts de mogelijkheid in komsten te verkrijgen uit zakelijke belastingen, waarvan in de eerste plaats een straatbelas ting op gebouwde eigendommen in aanmerking komt. Bij een matige heffing, zooals in het hierna olgende voorstel C is uitgewerkt, waarbij als Zooals u bekend is, wordt over de in het vernieuwingsfonds voor de Lichtfabrieken ge storte bedragen de rente bijgeschreven. Wij hebben het voornemen die rentebijschrijving te beëindigen, waardoor een bedrag van 70.000.— in den vorm van meer winst vrijkomt. Vermits de nieuwe woonforensenbelasting voor Leiden van geen beteekenis kan zijn, blijft ten slotte nog door opcenten op de hoofdsom van de Vermogensbelasting en op de hoofdsom van de Gemeentefondsbelasting te dekken een bedrag van 686.806.— ƒ200.000.— 70.000.— 416.806.—. Het aantal opcenten op de Vermogensbelas ting bedraagt thans 15, met een geraamde op brengst van 15.000.De Gemeentewet laat heffing tot een maximum van 50 opcenten toe. Waar evenwel ten behoeve van het gemeente fonds reeds 50 opcenten zullen worden gehe ven en zooals boven is opgemerkt, ook de Pro vincie wel tot verhooging van het thans gehe ven getal zal overgaan, zoodat de inkomsten uit vermogen deswegen reeds veel zwaarder worden getrofen dan tot dusver, wordt ver hooging van het getal opcenten op deze belas ting niet raadzaam geacht. Door opcenten op de Gemeentefondsbelas ting moet alzoo gedekt worden 416.806. 15.000.401.806.Eene heffing van ruim 60 opcenten zou hierin kunnen voorzien. Het ligt evenwel niet in ons voornemen fen, dan in de wet genoemde en de gemeente I reeds thans een betreffend voorstel aan te bie- door verhooging van de tarieven zonder hef fing van opcenten zich een zelfde opbrengst zou kunnen verzekeren als op de door ons voorgestelde wijze, is het aan te bevelen het in de wet opgenomen percentage voor den eersten grondslag en de tarieven voor de ver dere grondslagen althans gedurende een overgangstijdperk ongewijzigd te handhaven en daarop de noodige opcenten te heffen, daar dit de heffing meer beweeglijk maakt. Met ingang van 1 Januari 1931 vervallen de Rijks- en Provinciale opcenten op de Perso neele belasting. Daardoor wordt een niet on aanzienlijke verlichting in den druk van deze heffing gebracht. Het verwerken van de door het Rijk gehe ven opcenten ten behoeve van het Leenings- fonds 1914 in het te heffen percentage voor den grondslag huurwaarde en in de verdere tarieven meenen wij niet te moeten voorstel den, omdat het bedrag, dat uit de opcenten over het belastingjaar 1931/1932 zal moeten worden verkregen, afhangt van de begroo- tingspositie voor 1931. Heffing van een hco- ger getal opcenten dan 60 achten wij onge- j wenscht en dient zoo mogelijk te worden voor komen, zulks mede in verband met den druk van de gemeentelijke inkomstenbelasting over het belastingjaar 1930/1931, dus bij een ver- menigvuldigingscijfer van 0.7. Bij heffing van 60 opcenten worden sommige categorieën van ingezetenen reeds een weinig zwaarder belast dan over het thans loopende belastingjaar; de speling tusschen het aantal te heffen opcenten en het bij de wet toegestane maximum-aantal is dan trouwens nog niet groot. RECHTZAKEN Beloond en gestraft. Voor liet Kantongerecht te Hoorn dien de de aangehouden zaak van een bewoner van Oosterleek, die voor een paar maan den een zeehond had gedood en daarvoor de rijkspremie kreeg, maar tevens proces verbaal kreeg wegens het vervoeren van een geweer. De man ontkende hoewel hij het eerder tweemaal toegegeven had en getuigen het gezien hadden dat hij een geweer meegenomen had en vertelde de zeehond met een pen gedood te hebben. De veldwachter die hem verbaliseerde werd thans gehoord en vertelde dat het beest hagel in den kop had. De ambtenaar van het O.M. Mr. de Bruys Taek cischte tegen den man 50.boete of 50 dagen, maar de kantonrechter Jhr. Mr. van den Brandeler hield rekening met de goede zijde van deze zaak en veroordeelde hem tot 15.— boete of 10 dagen waarmee de verdachte het niet eens was. Waarschijn lijk gaat hij in hooger beroep. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal Donderdag, Vrijdag en Zaterdag van de volgende weck geen audiëntie verleenen. LAND- EN TUINBOUW KERKNIEUWS MGR. W. VAN STEE. t Plechtige Requiem-mis. Gistermorgen werd in de kapel van de St. Antoniushove te Voorburg een plech tige H. Mis van Requiem opgedragen voor Mgr. W. van Stee door pater R. van-Ste kelenburg S.C.J. Alle bewoners van het gebticht woon den de plechtigheid bij. Gisteravond werd het stoffelijk over schot naar de St. Martinuskerk overge bracht, naar de St. Martinuskerk overge- Metten werden gezongen. DE JUBILEERENDE ZUSTERS TE BREDA. Op uitdrukkelijk verlangen der Alge meens Overste, de eerw. Moeder Assisia, is het 50-jarig bestaan der Congregatie van de Zusters Franciscanessen, onder be scherming der H. Elisabeth, alleen in in- tiemen kring gevierd. Voor zoover mogelijk, waren van alle filialen deputaties tegenwoordig. Dr. H. S. FRENKEL DIRECTEUR VAN HET VEEARTSENIJKUNDIG INSTITUUT. Naar wij vernemen is binnenkort de be noeming te verwachten van dr. H. S. Frenkel, hoofd van de veeartsenijkundige afdeeling van het centraal laboratorium voor de volksgezondheid, tot directeur van het nieuw te stichten veeartsenijkundige onderzoekingsinstituut. Dr. Frenkel, die in wetenschappelijke kringen een uitstekende reputatie heeft, zal zich, naar algemeen verwacht wordt, geheel wijden aan het mond- en klauwzeer- vraagstuk. Het staat nog niet vast in welke plaats het nieuwe instituut zal worden ge vestigd. Wij vernemen, dat dr. Frenkel van de regeering opdracht heeft gekregen een on derzoek in te stellen naar het resultaat van Matafto. Dr. Frenkel zal dit onderzoek uitstrekken tot de plaatsen waar met de Matafto gewerkt is. Hieruit volgt, dat hij zich ook in Spanje op de hoogte zal stel len en tevens met de betreffende Spaan- sche autoriteiten in contact zal treden. Het vertrek van dr. Frenkel zal naar alle waarschijnlijkheid deze maand nog plaats hebben. Heden vertrok de heer Frenkel naar Engeland om deel te nemen aan het internationale veeartsenijkundige congres. „Tel." KARWIJZAADVER BOUWERS. Te Hoofddorp vergaderden voor de twee de maal de verbouwers van karwijzaad. Uit onderscheiden gedeelten van ons land wa ren vertegenwoordigers van den landbouw De voorzitter deelde mede, dat eenige banken zich bereid verklaard hebben, gel den op de vpemen opgeslagen partijen karwijzaad te verstrekken, tegen een alles zins billijk te noemen rente. Voorts zijn van onderscheiden veemen offerten inge komen, voor opslag van het zaad. Besolten werd om met een der banken in relatie te treden en bij verschillende veemen par tijen op te slaan. Voorts is besloten met een vertrouwd tusschenpersoon te onderhandelen over de ontvangst en zoo noodig den vei'koop van het zaad. Al het zaad dat mocht worden 'opgeslagen zal via de commissie en haar vertrouwensman verkocht moeten worden. Een commissie van twee personen is nog benoemd, welke op zich neemt alle zaken te regelen, zooals opslag, zaad en belee ning. „Tel." UIT DE RIJNSTREEK LEIDERDORP. GEMEENTERAAD. - De raad der gemeente Leiderdorp kwam Als bewijs zijner sympathie voor het i Donderdagavond in vergadering bijeen, niet te schatten werk der Zusters, droeg j Alle leden waren tegenwoordig. De voor- Z. D. H. de Bisschop van Breda, Mgr. P. zitter, burgemeester K. Brug, opende de Houmans, 's morgens om zeven uur een j vergadering met gebed en verzocht daar- plechtige H. Mis van dankbaarheid op, j na secretaris de notulen der voor- waarna de Zusters zich aan een feestelijk gaan(^e vergadering voor te lezen, welke ontbijt vereenigden. Een 'Lof met „Te Deum" besloot de ker kelijke plechtigheid. j zonder op- of aanmerking werden keurd. Een receptie werd niet gehouden, maar den ganschen dag stroomden van uit Breda en van daarbuiten sympathiebetuigingen in velerlei vormen binnen, als zoovele bewij zen van dankbare hoogachting voor het werk der opofferende naastenliefde der Zusters. NAAR DE MISSIE. Heden, 2 Augustus zijn, naar St. Jans- klokken meldt, per s.s. „Zosma" vande Holland-Oost-Azië Lijn vier zusters van de Congregatie der zusters Franciscanes sen te Veghel naar de Missie vertrokken. De Eerw. moeder Serafica (F. Zwetsloot, Leiden) en de eerw. zuster M. Donto (M. O. Hoeks, Veldhoven) gaan naar de Philippijnen, om mede te werken aan de vorming der ixdandsche zusters. Zr. M. Wil- helmina (J. M. Keizers, Son) en zr. M. Gis- berta (M. Lodewijks, Veldhoven) zullen op Borneo werkzaam zijn. Vrijdag gingen te Marseille per „Ba- loeran", van den Rotterdamsche Lloyd, naar Java scheep 4 Jesuieten-Missionaris- sen, de Paters: D. Wammes S.J.; J. Bur gers S.J.; Adr. Djajasepoetra S.J. en A. Soekiman S.J. Door de aankomst dezer laatste twee stijgt het aantal Javaansche Priesters op Java tot 3. Vrijdag 29 Augustus vertrekt van uit Marseille, per „Slamat" een tweede, twaalf man sterke groep Jesuieten naar Java, n.l. Pater A. Spékle S.J.; de Fraters: J. Hou- ben S.J.; W. Nijs S.J.; P. Polmann S.J.; de Novicen-Fraters: D. Bekema S.J.; J. Jan sen S.J.; H. Loeff S.J.; W. v. d. Meulen S.J.; H. Vroom S.J.; J. Witte S.J.; Broe der J. Wildenburg S.J. en de Novicen- Broeder P. de Jong S.J. Door de uitzendiug dezer beide groepen zal binnenkort het aantal Jesuieten-Mis- sionarissen op Java gestegen zijn tot 126. Pater ir. Everardus Molengraaff. Pater ir. Everardus Molengraaff, bouw kundig-ingenieur en missionaris te Itauna in Brazilië, is thans door den Aartsbis schop aldaar benoemd tot Pastoor van Itatiahysau, benevens tot kapelaan van de parochie Itauna, waar hij tot dusver pas toor was. Punt 2. Ingekomen stukken en mede- deelingen. B. en W. hadden bij dezen een mededeeling van verandering in de kan tooruren aan het gemeentehuis, en wel als volgt: van 'a morgens 9.30 'uur tot 12.30 uur en van 1.302 uur. Deze verandering treedt in werking op Maandag 4 Aug. a.s. Er was destijds een klacht ingekomen, betreffende een nood slachting, dat het vleesch niet goed was voor de consumptie. Daar deze klacht was onderzocht door het openbaar slachthuis te Leiden, bracht de directeur thans verslag uit, dat het vleesch van een noodslachting eerst bacteriolo gisch wordt onderzocht, maar dat het ook wel eens aan het weer kan liggen of aan de behandeling. De heer Klaver vond, dat het wel wat lang duurt eer een rund wordt gekeurd- De voorzitter zeide, dat, wanneer er op Zaterdag een noodslachting is, niet eer ge keurd wordt dan Maandag. Punt 3. Behandeling der verordening op aanleg van wegen. Door den voorzitter werd de bouw-verordening punt voor punt voorgelezen. Enkele raadsleden waren er niet mede eens. De heer Groenendijk vroeg dit punt aan te houden tot de volgende vergadering om eerst de verordening nog eens goed door te lezen. Dit voorstel werd door den hoer Klaver ondersteund. De voorzitter zegt, dat do heer Groenendijk daar toch wel de gelegenheid toe heeft gehad, want het ontwerp lag op de secretarie ter inzage. Het voorstel werd aangehouden tot de volgende vergadering. Punt 4. Behandeling adres v. d. Velde, om vergunning tot aanleg van een straat of laan, en het bouwen van 20 woningen. B. en W. hebben daar advies over inge wonnen, maar de weg zal moeten worden bestraat met klinkers en moet 10 meter breed zijn met trottoir en rioleering. Al dus besloten. Punt 5. Behandeling aanvraag voor Ra dio-distributie. Er waren 3 aanvragen bin nengekomen en wel van A. de Lange uit Leiden, Colpa uit Leiden en van den Her tog uit Alphen aan den Rijn. B. en W. hebben zich nog gewend tot den bond van Nederlandsche gemeenten en hebben te vens een voorstel, voor eiken aansluiting een jaarlijksche bijdrage te heffen van 1 per aansluiting en, ingeval in gebreke wordt gebleven met afwerking, een waar-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9