H. NI. PIERROT
De herziening van het gemeentelijk
Belastingstelsel
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
MAARSNIANSSTEEG 21
Afd. Lederwaren
DE VOORSTELLEN VAN B. EN W.
B. en W. deelen den Raad het volgende
mede:
In verband met de bepalingen van de wet
van 15 Juli 1929, S. 388, zooals die wet is
gewijzigd bij de wet van 14 Juni 1930, S.
245, tot herziening van de financieele ver
houding tusschen het Rijk en de gemeenten
is een herziening van het gemeentelijk be
lastingstelsel noodzakelijk.
Algemeen overzicht en strek
king van de wet.
De grondslagen van de nieuwe wetgeving
zijn de volgende:
De rijksuitkeeringen ingevolge de wet van
24 Mei 1897 komen te vervallen, evenals de
plaatselijke belasting naar het inkomen. De
bevoegdheid tot heffing van Opcenten op
de hoofdstom van de Vermogensbelasting
wordt beperkt van lt(0 tot 50 opcenten.
Ingesteld wordt een gemeentefonds. Ten
behoeve van dit fonds worden geheven een
nieuwe Rijksbelasting naar het inkomen.
Gemeentefondsbelasting genaamd, en 50
opcenten op de hoofdsom van de Vermogens
belasting. Uit dit fonds zullen de gemeenten
in het vervolg een tweetal uitkeeringen ont
vangen, n.l. eene bijdrage in de jaarwedden
van den Burgemeester en Secretaris, tot een
maximum van 3000.per jaar, en eene uit-
keering per inwoner, berekend volgens eene
formule, welke verband houdt met de draag
kracht van de gemeente en met de uitgaven
voor de politie, het onderwijs en de armenzorg
(de werkloosheidszorg inbegrepen). De uitkee-
ring per inwoner wordt tot een zeker minimum
gegarandeerd. Eveneens stelt de wet 'n maxi
mum vast, waarboven de uitkeering niet mag
stijgen.
De Personeele belasting wordt voortaan van
Rijkswege geheven ten behoeve van de gemeen
ten. Voor de regeling van deze heffing zijn aan
de gemeenten ruime bevoegdheden toegekend.
Bovendien wordt aan de gemeenten 75
van de opbrengst van de ter plaatse geheven
Grondbelasting uitgekeerd.
De wet verleent voorts aan de gemeenten
nog de bevoegdheid tot heffing van opcenten
op de Gemeentefondsbelasting tot een beperkt
getal en tot heffing van eene belasting van
woonforensen.
Het doel van den wetgever is geweest, om
te komen tot een tempering van de groote
verschillen in belastingdruk tusschen de on
derscheidene gemeenten. Om dit doel te be
reiken is het gemeentelijk belastinggebied door
de afschaffing van de plaatselijke inkomsten
belasting belangrijk beperkt. In de plaats
daarvan ontvangen de gemeenten voortaan
een ruimere Rijksuitkeering, en zooals gezegd,
de zuivere opbrengst van de hoofdsom der
Personeele belasting en 75 van de zuivere
opbrengst der Grondbelasting. Uit den aard
en het karakter van het toekomstig gemeente
lijk belastingterrein volgt voorts, dat de ver
der benoodigde inkomsten in de eerste plaats
moeten worden verkregen uit de zakelijke en
verteringsbelastingen; de wet stelt de vaste
outillage van de gemeenten als bron, van eigen
inkomsten voorop. Omdat echter de tarieven
van de verteringsbelasting wel een zekere sta
biliteit zullen moeten vertoonen en de Perso
neele belasting daarom bezwaarlijk als jaar-
lijksche sluitpost van de middelen zal kunnen
dienen, is de bevoegdheid verleend, om in be
perkte mate opcenten te heffen op de Vermo
gensbelasting en op de Gemeentefondsbelasting
De bedoeling van de wet is evenwel, dat deze
opcenten niet dan in geval van noodzaak tot
hun uiterste grens worden opgevoerd.
Invloed van den nieuwen toe-
stand op de financiën der ge
meente Leiden.
Op de begrooting voor 1930 is geraamd
wegens:
a. Uitkeering van het Rijk per inwoner,
overeenkomstig de artt. 1 t/m. 9 van de wet
van 24 Mei 1897,- S. 156200.024.—
b. Uitkeering van het Rijk
overeenkomstig art. 10 van de
wet van 24 Mei 1897, S. 156,
(bijdrage in de jaarwedden van
den Burgemeester en Secre
taris)
c. 100 opcenten op de hoofd
som der Personeele Belasting
d. 15 opcenten op de hoofd
som der Vermogensbelasting
e. Plaatselijke belasting naar
het inkomen
600.—
18.700.
15.000.
p 1.701.562.-
Samen2.145.886.—
Bij heffing van de Personeele belasting op
denzelfden voet als thans, kunnen over een
jaar, dat geheel door den nieuwen toestand
wordt beheerscht, de volgende ontvangsten
worden geraamd:
a. Uitkeering uit het Gemeentefonds krach
tens art, 3 sub a, der wet van 15 Juli 1929,
S. 388 (bijdrage in de jaarwedden van den
Burgemeester en den Secre
taris)
b. Uitkeering per inwoner
uit het Gemeentefonds krach
tens art. 3, sub b, der wet 1.078.519.
c. Uitkeering van 75 van
de zuivere opbrengst van de
hoofdsom der Grondbelasting 130.839.
d. Uitkeering van de zuivere
opbrengst van de hoofdsom der
Personeele belasting
1930, heeft de begrooting voor 1930 evenwel
een eigenlijk exploitatietekort van rond
250.000.welk bedrag voortaan uit belas
tingen zal moeten worden gevonden. Even
eens zal rekening dienen te worden gehouden
met een accres der jaarlijksche uitgaven, het
welk wij voor een normaal jaar zouden wil
len stellen op 100.000.
In totaal moet dan ook worden voorzien in
een bedrag van ƒ715.870.j- ƒ250.000.f-
100.000.— 1.650.870.—
Op de begrooting voor 1930 komt echter een
uitgaafpost voor, die in de toekomst komt te
vervallen, n.l. de post „Uitkeering aan het
Rijk van het aandeel in de kwade posten we
gens de directe'belastingen". De uitkeeringen
volgens de nieuwe Regelingen zullen tot het
zuivere bedrag geschieden, terwijl thans de op
de kohieren uitgetrokken bedragen zonder ver
mindering wegens kwade posten, als ontvangst
worden verantwoord. De kwade posten zijn
voor 1930 geraamd op 151.406.waarmee
het hierboven becijferde bedrag worden ver
minderd, zoodat nog moet worden gedekt
1.065.870.ƒ151.406. ƒ914.464.—
Het bedrag der uitkeering per inwoner uit
het gemeentefonds is belangrijk lager dan het
bedrag waarop, naar wij vermeenden, voor
onze gemeente uitzicht bestond. Bij het Ant-
oword van de Regeering, naar aanleiding van
het verslag over het oorspronkelijk ontwerp
der wet werd n.l. eene berekening van de uit
keeringen aan de gemeenten overgelegd. Bij
deze berekening werd reeds rekening gehou
den met de wijzigingen, welke naar aanleiding
van het verslag in het oorspronkelijk ontwerp
werden aangebracht.
Hoewel de Regeering er de aandacht op
vestigde, dat de berekende bedragen met ze
ker voorbehoud moesten worden aanvaard en
dat de cijfers slechts konden dienen tot het
geven van een algemeenen indruk, kon als
„algemeene indruk" worden aangenomen, dat
de toekomstige uitkeering niet belangrijk van
het door de Regeering berekende bedrag van
1.324.814.zou verschillen, omdat die uit
keering blijkens de ter secretarie gemaakte
berekeningen nog belangrijk beneden de geli
miteerd maximuin-uitkeering bleef.
Evenals zulks voor meerdere gemeenten 't
geval is, is inmiddels gebleken, dat de uitkee
ring uit het gemeentefonds voor Leiden veel
lager zal zijn dan het hierbovengenoemde be
drag. Blijkens mededeeling van den Minister
van Financiën wordt voor Leiden de uitkee
ring per inwoner, met inachtneming van de
garantiebepaling van art. 6 der wet, thans
len, omdat er uitzicht op bestond, dat zij in
gaande 1 Januari 1934 zouden komen te ver
vallen. Ook de provinciale opcenten meenen
wij, althans voorloopig, niet in de gemeente
lijke opcenten-regeling te moeten opnemen.
De Provincie zal haar te derven inkomsten op
andere wijze moeten vinden en zal dit wel
licht doen door verhooging van het aantal op
centen op de Rijksinkomstenbelasting en de
Vermogensbelasting.
Binnenkort kunnen wijzigingen van de be
lasting op de honden en de belasting op too-
neel ver tooningen en andere vermakelijkheden
in behandeling komen. Verder is een wijziging
van de verordening op de heffing van belas
ting voor het gebruik van openbare gemeente
werken en -bezittingen en voor diensten door
de gemeente bewezen (Gemeenteblad no. 5
van 1928) in een vergevorderd stadium van
voorbereiding. Op een meerdere opbrengst,
tengevolge van die wijzigingen, tot een bedrag
van 10.000.zal wel kunnen worden ge
rekend.
Door heffing van 100 opcenten op de hoofd
som van de Personeele belasting en de hier
boven bedoelde wijzigingen van bestaande hef
fingsverordeningen wordt alzoo voorzien in
een bedrag van 217.658.— 10.000.—
227.658.—.
Te dekken blijft dan nog een bedrag van
ƒ914.464.— 227.658.— 686.806.—.
De zuivere opbrengst in hoofdsom van de
Gemeentefondsbelasting is voor Leiden te
stellen op ƒ652.000.Zelfs bij heffing van
het maximum-getal opcenten (80; slechts in
zeer bijzondere gevallen mogen 100 opcenten
wenscht worden geacht de opcenten op de
van ƒ686.806.— nog niet kunnen worden ver
kregen. Bovendien moet het hoogst onge-
wenscht owrden geacht de opcenten op de
Gemeentefondsbelasting anders dan in geval
van noodzaak tot het maximum op te voeren.
Het is dus noodzakelijk uit te zien naar an
dere bronnen van inkomsten.
Zooals wij reeds hebben opgemerkt, brengt
raamd op 15^3098. Berekend naar het getal i aard en hel karakl" *an het t°ckoInallS
inwoners op 1 Januari 1930 kan de uitkee- gemeentelijk belastinggebied
ring dus in totaal worden gesteld op
1.078.519.—, derhalve ruim 246.000.— la-
handhaving van de indeeling van de gemeente grondslag is genomen de belastbare opbrengst
j_ o_ ï.ii wr van gebouwde eigendommen, aangewezen
in de kadastrale leggers, wordt eene op
brengst van rond 200.000.geraamd.
3.000.-
217.658.—
Samen
1.430.016—
Dit bedrag is 715.870.lager dan het
hierboven genoemde totaal der op de begroo
ting voor 1930 uitgetrokken bedragen.
In verband met de verlaging van het verme-
nigvuldigingscijfer voor de plaatselijke inkom
stenbelasting van 0.9 op 0.7, ingaande 1 Mei
ger dan het hierboven genoemde, door de Re- j
geering aanvankelijk berekende, bedrag van i
de uitkeering volgens de formule van artikel j
4 der wet.
Middelen tot dekking van het
verschil.
Tot dekking van het hierboven berekende
bedrag ad 914.464.zouden wij in de eer-
ste plaats de heffing van de tegenwoordig ge-
heven 100 opcenten op de hoofdsom van de
Personeele belasting willen bestendigen, met
de 3e klasse en de in de Wet op de Per
soneele Belasting 1896 geregelde tarieven.
De zuivere opbrengst van 100 opcenten kan
dan worden gesteld op 217.658.
Wij hebben ernstig overwogen u voor te
stellen de gemeente voor de heffing van de
Personeele belasting naar de grondslagen
huurwaarde en mobilair in de 4e klasse te
rangschikken, doch na rijp beraad hebben wij
daarvan afgezien. Van plaatsing in de tweede
klasse kan evenwel geen sprake zijn. De op
brengst van de belasting (hoofdsom 100 op
centen) zou daardoor n.l. met 60.000.
dalen.
In vergelijking met andere gemeenten is
Leiden thans niet in een numeriek te hooge
klasse geplaatst en waar de Personeele belas
ting in de toekomst een veel belangrijker
plaats in het gemeentelijk belastingstelsel
gaat innemen en ingaande 1 Januari 1928 vcor
de minder draagkrachtigen reeds zeer gun
stige wijzigingen 'in de wet zijn aangebracht,
n.l. betreffende den aanvang van den belas
tingplicht naar de grondslagen huurwaarde en
mobilair, het belastingvrije bedrag voor den
eersten grondslag en den kinderaftrek, is het
niet raadzaam de gemeente thans in een la
gere klasse te rangschikken.
In verband met het bovenstaande stellen
wij voor bij verordening te bepalen dat Leiden
voor de heffing van de Personeele belasting
naar de grondslagen huurwaarde en mobilair
evenals tot dusverre zal worden geplaatst in
de 3e klasse.
Hoewel de gemeente bevoegd is wegens
huurwaarde een ander percentage en voor de
verdere grondslagen andere bedragen te hef-
dat de be
noodigde inkomsten in de eerste plaats wor
de gevonden uit zakelijke en verteringsbelas
tingen. Bij heffing van 100 opcenten op de
Personeele belasting is de druk van die ver
teringsbelasting reeds hoog opgevoerd; ver
hooging van het aantal opcenten zouden wij
daarom, zoo mogelijk, willen voorkomen en
zou ook niet in voldoende mate de totale be
lastingopbrengst kunnen beinvloeden.
Er rest dus nog slechts de mogelijkheid in
komsten te verkrijgen uit zakelijke belastingen,
waarvan in de eerste plaats een straatbelas
ting op gebouwde eigendommen in aanmerking
komt.
Bij een matige heffing, zooals in het hierna
olgende voorstel C is uitgewerkt, waarbij als
Zooals u bekend is, wordt over de in het
vernieuwingsfonds voor de Lichtfabrieken ge
storte bedragen de rente bijgeschreven. Wij
hebben het voornemen die rentebijschrijving te
beëindigen, waardoor een bedrag van
70.000.— in den vorm van meer winst
vrijkomt.
Vermits de nieuwe woonforensenbelasting
voor Leiden van geen beteekenis kan zijn, blijft
ten slotte nog door opcenten op de hoofdsom
van de Vermogensbelasting en op de hoofdsom
van de Gemeentefondsbelasting te dekken een
bedrag van 686.806.— ƒ200.000.—
70.000.— 416.806.—.
Het aantal opcenten op de Vermogensbelas
ting bedraagt thans 15, met een geraamde op
brengst van 15.000.De Gemeentewet laat
heffing tot een maximum van 50 opcenten toe.
Waar evenwel ten behoeve van het gemeente
fonds reeds 50 opcenten zullen worden gehe
ven en zooals boven is opgemerkt, ook de Pro
vincie wel tot verhooging van het thans gehe
ven getal zal overgaan, zoodat de inkomsten
uit vermogen deswegen reeds veel zwaarder
worden getrofen dan tot dusver, wordt ver
hooging van het getal opcenten op deze belas
ting niet raadzaam geacht.
Door opcenten op de Gemeentefondsbelas
ting moet alzoo gedekt worden 416.806.
15.000.401.806.Eene heffing van
ruim 60 opcenten zou hierin kunnen voorzien.
Het ligt evenwel niet in ons voornemen
fen, dan in de wet genoemde en de gemeente I reeds thans een betreffend voorstel aan te bie-
door verhooging van de tarieven zonder hef
fing van opcenten zich een zelfde opbrengst
zou kunnen verzekeren als op de door ons
voorgestelde wijze, is het aan te bevelen het
in de wet opgenomen percentage voor den
eersten grondslag en de tarieven voor de ver
dere grondslagen althans gedurende een
overgangstijdperk ongewijzigd te handhaven
en daarop de noodige opcenten te heffen, daar
dit de heffing meer beweeglijk maakt.
Met ingang van 1 Januari 1931 vervallen de
Rijks- en Provinciale opcenten op de Perso
neele belasting. Daardoor wordt een niet on
aanzienlijke verlichting in den druk van deze
heffing gebracht.
Het verwerken van de door het Rijk gehe
ven opcenten ten behoeve van het Leenings-
fonds 1914 in het te heffen percentage voor
den grondslag huurwaarde en in de verdere
tarieven meenen wij niet te moeten voorstel
den, omdat het bedrag, dat uit de opcenten
over het belastingjaar 1931/1932 zal moeten
worden verkregen, afhangt van de begroo-
tingspositie voor 1931. Heffing van een hco-
ger getal opcenten dan 60 achten wij onge-
j wenscht en dient zoo mogelijk te worden voor
komen, zulks mede in verband met den druk
van de gemeentelijke inkomstenbelasting over
het belastingjaar 1930/1931, dus bij een ver-
menigvuldigingscijfer van 0.7. Bij heffing van
60 opcenten worden sommige categorieën van
ingezetenen reeds een weinig zwaarder belast
dan over het thans loopende belastingjaar; de
speling tusschen het aantal te heffen opcenten
en het bij de wet toegestane maximum-aantal
is dan trouwens nog niet groot.
RECHTZAKEN
Beloond en gestraft.
Voor liet Kantongerecht te Hoorn dien
de de aangehouden zaak van een bewoner
van Oosterleek, die voor een paar maan
den een zeehond had gedood en daarvoor
de rijkspremie kreeg, maar tevens proces
verbaal kreeg wegens het vervoeren van
een geweer. De man ontkende hoewel
hij het eerder tweemaal toegegeven had
en getuigen het gezien hadden dat hij
een geweer meegenomen had en vertelde
de zeehond met een pen gedood te hebben.
De veldwachter die hem verbaliseerde
werd thans gehoord en vertelde dat het
beest hagel in den kop had. De ambtenaar
van het O.M. Mr. de Bruys Taek cischte
tegen den man 50.boete of 50 dagen,
maar de kantonrechter Jhr. Mr. van den
Brandeler hield rekening met de goede
zijde van deze zaak en veroordeelde hem
tot 15.— boete of 10 dagen waarmee de
verdachte het niet eens was. Waarschijn
lijk gaat hij in hooger beroep.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal
Donderdag, Vrijdag en Zaterdag van de
volgende weck geen audiëntie verleenen.
LAND- EN TUINBOUW
KERKNIEUWS
MGR. W. VAN STEE. t
Plechtige Requiem-mis.
Gistermorgen werd in de kapel van de
St. Antoniushove te Voorburg een plech
tige H. Mis van Requiem opgedragen voor
Mgr. W. van Stee door pater R. van-Ste
kelenburg S.C.J.
Alle bewoners van het gebticht woon
den de plechtigheid bij.
Gisteravond werd het stoffelijk over
schot naar de St. Martinuskerk overge
bracht, naar de St. Martinuskerk overge-
Metten werden gezongen.
DE JUBILEERENDE ZUSTERS TE
BREDA.
Op uitdrukkelijk verlangen der Alge
meens Overste, de eerw. Moeder Assisia, is
het 50-jarig bestaan der Congregatie van
de Zusters Franciscanessen, onder be
scherming der H. Elisabeth, alleen in in-
tiemen kring gevierd.
Voor zoover mogelijk, waren van alle
filialen deputaties tegenwoordig.
Dr. H. S. FRENKEL DIRECTEUR VAN
HET VEEARTSENIJKUNDIG
INSTITUUT.
Naar wij vernemen is binnenkort de be
noeming te verwachten van dr. H. S.
Frenkel, hoofd van de veeartsenijkundige
afdeeling van het centraal laboratorium
voor de volksgezondheid, tot directeur van
het nieuw te stichten veeartsenijkundige
onderzoekingsinstituut.
Dr. Frenkel, die in wetenschappelijke
kringen een uitstekende reputatie heeft,
zal zich, naar algemeen verwacht wordt,
geheel wijden aan het mond- en klauwzeer-
vraagstuk. Het staat nog niet vast in welke
plaats het nieuwe instituut zal worden ge
vestigd.
Wij vernemen, dat dr. Frenkel van de
regeering opdracht heeft gekregen een on
derzoek in te stellen naar het resultaat van
Matafto. Dr. Frenkel zal dit onderzoek
uitstrekken tot de plaatsen waar met de
Matafto gewerkt is. Hieruit volgt, dat hij
zich ook in Spanje op de hoogte zal stel
len en tevens met de betreffende Spaan-
sche autoriteiten in contact zal treden.
Het vertrek van dr. Frenkel zal naar
alle waarschijnlijkheid deze maand nog
plaats hebben. Heden vertrok de heer
Frenkel naar Engeland om deel te nemen
aan het internationale veeartsenijkundige
congres. „Tel."
KARWIJZAADVER BOUWERS.
Te Hoofddorp vergaderden voor de twee
de maal de verbouwers van karwijzaad. Uit
onderscheiden gedeelten van ons land wa
ren vertegenwoordigers van den landbouw
De voorzitter deelde mede, dat eenige
banken zich bereid verklaard hebben, gel
den op de vpemen opgeslagen partijen
karwijzaad te verstrekken, tegen een alles
zins billijk te noemen rente. Voorts zijn
van onderscheiden veemen offerten inge
komen, voor opslag van het zaad. Besolten
werd om met een der banken in relatie te
treden en bij verschillende veemen par
tijen op te slaan.
Voorts is besloten met een vertrouwd
tusschenpersoon te onderhandelen over de
ontvangst en zoo noodig den vei'koop van
het zaad. Al het zaad dat mocht worden
'opgeslagen zal via de commissie en haar
vertrouwensman verkocht moeten worden.
Een commissie van twee personen is nog
benoemd, welke op zich neemt alle zaken
te regelen, zooals opslag, zaad en belee
ning. „Tel."
UIT DE RIJNSTREEK
LEIDERDORP.
GEMEENTERAAD.
- De raad der gemeente Leiderdorp kwam
Als bewijs zijner sympathie voor het i Donderdagavond in vergadering bijeen,
niet te schatten werk der Zusters, droeg j Alle leden waren tegenwoordig. De voor-
Z. D. H. de Bisschop van Breda, Mgr. P. zitter, burgemeester K. Brug, opende de
Houmans, 's morgens om zeven uur een j vergadering met gebed en verzocht daar-
plechtige H. Mis van dankbaarheid op, j na secretaris de notulen der voor-
waarna de Zusters zich aan een feestelijk gaan(^e vergadering voor te lezen, welke
ontbijt vereenigden.
Een 'Lof met „Te Deum" besloot de ker
kelijke plechtigheid.
j zonder op- of aanmerking werden
keurd.
Een receptie werd niet gehouden, maar
den ganschen dag stroomden van uit Breda
en van daarbuiten sympathiebetuigingen in
velerlei vormen binnen, als zoovele bewij
zen van dankbare hoogachting voor het
werk der opofferende naastenliefde der
Zusters.
NAAR DE MISSIE.
Heden, 2 Augustus zijn, naar St. Jans-
klokken meldt, per s.s. „Zosma" vande
Holland-Oost-Azië Lijn vier zusters van
de Congregatie der zusters Franciscanes
sen te Veghel naar de Missie vertrokken.
De Eerw. moeder Serafica (F. Zwetsloot,
Leiden) en de eerw. zuster M. Donto
(M. O. Hoeks, Veldhoven) gaan naar de
Philippijnen, om mede te werken aan de
vorming der ixdandsche zusters. Zr. M. Wil-
helmina (J. M. Keizers, Son) en zr. M. Gis-
berta (M. Lodewijks, Veldhoven) zullen op
Borneo werkzaam zijn.
Vrijdag gingen te Marseille per „Ba-
loeran", van den Rotterdamsche Lloyd,
naar Java scheep 4 Jesuieten-Missionaris-
sen, de Paters: D. Wammes S.J.; J. Bur
gers S.J.; Adr. Djajasepoetra S.J. en A.
Soekiman S.J.
Door de aankomst dezer laatste twee
stijgt het aantal Javaansche Priesters op
Java tot 3.
Vrijdag 29 Augustus vertrekt van uit
Marseille, per „Slamat" een tweede, twaalf
man sterke groep Jesuieten naar Java, n.l.
Pater A. Spékle S.J.; de Fraters: J. Hou-
ben S.J.; W. Nijs S.J.; P. Polmann S.J.; de
Novicen-Fraters: D. Bekema S.J.; J. Jan
sen S.J.; H. Loeff S.J.; W. v. d. Meulen
S.J.; H. Vroom S.J.; J. Witte S.J.; Broe
der J. Wildenburg S.J. en de Novicen-
Broeder P. de Jong S.J.
Door de uitzendiug dezer beide groepen
zal binnenkort het aantal Jesuieten-Mis-
sionarissen op Java gestegen zijn tot 126.
Pater ir. Everardus Molengraaff.
Pater ir. Everardus Molengraaff, bouw
kundig-ingenieur en missionaris te Itauna
in Brazilië, is thans door den Aartsbis
schop aldaar benoemd tot Pastoor van
Itatiahysau, benevens tot kapelaan van de
parochie Itauna, waar hij tot dusver pas
toor was.
Punt 2. Ingekomen stukken en mede-
deelingen. B. en W. hadden bij dezen een
mededeeling van verandering in de kan
tooruren aan het gemeentehuis, en wel als
volgt: van 'a morgens 9.30 'uur tot 12.30
uur en van 1.302 uur. Deze verandering
treedt in werking op Maandag 4 Aug. a.s.
Er was destijds een klacht ingekomen,
betreffende een nood slachting, dat het
vleesch niet goed was voor de consumptie.
Daar deze klacht was onderzocht door het
openbaar slachthuis te Leiden, bracht de
directeur thans verslag uit, dat het vleesch
van een noodslachting eerst bacteriolo
gisch wordt onderzocht, maar dat het ook
wel eens aan het weer kan liggen of aan
de behandeling.
De heer Klaver vond, dat het wel wat
lang duurt eer een rund wordt gekeurd-
De voorzitter zeide, dat, wanneer er op
Zaterdag een noodslachting is, niet eer ge
keurd wordt dan Maandag.
Punt 3. Behandeling der verordening op
aanleg van wegen. Door den voorzitter
werd de bouw-verordening punt voor punt
voorgelezen. Enkele raadsleden waren er
niet mede eens.
De heer Groenendijk vroeg dit punt aan
te houden tot de volgende vergadering om
eerst de verordening nog eens goed door
te lezen. Dit voorstel werd door den hoer
Klaver ondersteund. De voorzitter zegt,
dat do heer Groenendijk daar toch wel
de gelegenheid toe heeft gehad, want het
ontwerp lag op de secretarie ter inzage.
Het voorstel werd aangehouden tot de
volgende vergadering.
Punt 4. Behandeling adres v. d. Velde,
om vergunning tot aanleg van een straat
of laan, en het bouwen van 20 woningen.
B. en W. hebben daar advies over inge
wonnen, maar de weg zal moeten worden
bestraat met klinkers en moet 10 meter
breed zijn met trottoir en rioleering. Al
dus besloten.
Punt 5. Behandeling aanvraag voor Ra
dio-distributie. Er waren 3 aanvragen bin
nengekomen en wel van A. de Lange uit
Leiden, Colpa uit Leiden en van den Her
tog uit Alphen aan den Rijn. B. en W.
hebben zich nog gewend tot den bond van
Nederlandsche gemeenten en hebben te
vens een voorstel, voor eiken aansluiting
een jaarlijksche bijdrage te heffen van 1
per aansluiting en, ingeval in gebreke
wordt gebleven met afwerking, een waar-