Het Gezellen-Leven
KERKNIEUWS
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
AFDEEL1NG LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND
Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien uagen. Brieven, vragen
en mededeelingen te richten aan één der redactieleden: Mejuffrouw Jo van der
Laan, Rijnsburgerweg 20, Leiden; Zr. I. van den Abeelen, Willem de Zwijger
laan 25, Oegstgeest; Mevr. Fehmers—Boer—Knottnerus, Warmonderweg 37
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930.
Feestdag van den H. Alphonsus Maria
de Liguori, oprichter van de Congregatie
van den H. Verlosser (Redemptoristen),
Bisschop van iï. Agatha der Gothen t 1787.
In een tijd van groot ongeloof en ket-
tersche dwalingen werd de H. Alphonsus
den 27sten September 1Ó96 geboren. Reeds
als kind verspreidde hij 'n geur van hei
ligheid. Een heilig Jezuiet voorspelde van
hem: „Dit kind zal een hoogen ouderdom
bereiken, het zal zijn negentigsten jaar zien
en bisschop worden, terwijl Jezus Christus
zich van deze kleine zal bedienen, om
groote dingen uit tc werken". Zoo is ook
geschiedt. Door zijn afkomst en groote
geestesgaven zeer gezien aan het hof van
Napels, zag hij een schitterend leven voor
zich. Maar alles bleek hem ijdelheid, hij
keerde het zijn rug toe en gaf zich geheel
aan den dienst van God. Als jonggewijd
priester werd hij naar Apulië gestuurd,
wat in dien tijd door groote aardbevingen
geteisterd werd. Daar bleek hem zijn
groote roeping. En na veel gebed en ver
sterving richtte hij een nieuwe Congrega
tie op van zendelingen, die geroepen zijn
om aan de meest hulpbehoevende en god-
delooze zielen den troost der bekeering te
brengen.
In 1749 bekrachtigde Paus Benedictus
XIV deze instelling en gaf haar de naam
van de Congregatie van den H. Verlosser
of der Redemptoristen.
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
Contributie. De leden worden er aan
herinnerd, dat in de tweede helft van
Augustus de contributie geind zal worden.
Leg uw contributie dus klaar en denk
daarbij vooral aan het Eigen-gebouw
fonds.
Cursussen. Door eenige leden is ge
vraagd een cursus te willen openen voor
ziekenverpleging in huis. Het bestuur wil
deze poging graag ondersteunen. Zeer nut
tig kan het toch voor een ieder zijn te we
ten, hoe men op de beste wijze bij zich
zelf thuis een zieke verpleegt, wat men bij
de eene ziekte moet doen, wat men bij de
andere moet laten, waarop men vooral
acht moet slaan, hoe men een brandwond
moet behandelen, hoe men een verband
leggen moet, kortom honderd' en een za
ken, welke in het dagelijksch leven te pas
kunnen komen, maar vooral bij ziekte van
groot nut kunnen zijn.
„SANCTA VERONICA".
Wegens vacantie geen zitting. Brieven
en boodschappen secretariaat: Nieuwe
Rijn 1.
DE PROCESSIE NAAR ST. JEROEft
Gaarne richt ik als directeur van de
Leidsche Processie naar de relieken van
St. Jeroen te Noordwijk een aanbevelend
woord tot de leden van den Leidschen
Vrouwenbond, om in groot getal gehoor te
geven aan den oproep van het bestuur,
7 Augustus mede te gaan naar Noordwijk
en daar, geschaard achter het vaandel van
den Bond, deel te nemen aan de processie.
Mogen wij niet aannemen, dat Sint Je
roen, die zich altijd en in alles, tot den
prijs van zijn bloed en leven, een herder
en vader van zijn volk heeft getoond, met
liefde zal luisteren naar de gebeden der
Leidsche vrouwen, die met vertrouwen zijn
voorspraak komen vragen voor hare eigene
belangen en die van hare dierbaren? En is
het niet waar, dat wij veel te weinig den
ken aan onze vaderlandsche heiligen?
Ik zou tot de leden van den Vrouwen
bond willen zeggen: gaat in den geest van.
groot en eenvoudig geloof, dat zoozeer het
bezit van de Roomsche vrouw moet zijn,
re ede naar Noordwijk, cn vraagt aan Sint
Jeroen, wat gij te vragen hebt: moge zijn
voorspraak bij God de verhooring van uw
gebed verkrijgen.
B. J. M. DORBECK, pr.
DE REIDANS-CLUB.
Het vorig jaar December is de reidans
club opgericht met groote medewerking
van de Presidente en Secretaresse van den
K. K. Vrouwenbond. De «lub is wel is waar
geen onderafdeeling van bovengenoemden
bond maar toch wagen wij het 'n stukje
propaganda in de rubriek te schrijven.
Wat reidansen is, behoeft niet meer ge
zegd te worden, reeds is er veel aan deze
sport gedaan en terecht wordt ze gepre
zen voor haar mooi en nuttig doel.
De naam van onze club zegt het dan ook
duidelijk: „Utile Dulci", het nuttige met
het aangename vereenigen!
Het nut vooreerst: de best-rijding van de
slechte dansen in den tegenwoordigen tijd
en de bevordering van de eigen-nationale
karakteristieke dansen van weleer. Want
om het met de woorden van prof. dr. Ge
rard Brom te zeggen: „Alle volkeren dan
sen hetzelfde, schreeuwen elkander het
zelfde lied toe, terwijl het eigen lied en
de eigen dans hen wederzijdsch verheffen
cn veredelen moest".
Ten, tweede het aangename: des Maan
dags om de veertien dagen is er repetitie
in de Romanuszaal achter de Hartebrugs-
kerk, des avonds om half negen, 't Gaat er
vroolijk, opgewekt en gezellig toe, en we
repeteeron flink. Nu en dan blazen we even
uit en voort gaat het weer: ,,'k Heb m'n
wagen volgeladen met de kijvende wijven,
de meisjes, die zongen als sijsjes". „Als
m'n vader en m'n moeder naar de markt
toe gaan" en hoe ze thuis komen laten we
zien. „Van het meiske, dat niet meer met
Driekus mag gaan" we zijn schoenmaker,
linnenwever: heel eenvoudig de voornaam
ste handelingen van deze vakken uitbeel
dend en nog vele andere in 'n groote af
wisseling.
Eu nu vragen wij, wie geeft zich op als lid?
Wie wil meewerken aan het schoone doel:
liefde kweeken voor onze éigen dans, voor
ons eigen lied?
Wie de leeftijd van achttien jaar bereikt
heeft is welkom!
Tot de volgende veidansles!
JO COLLA, Secretaresse.
Is er onder onze lezeressen of lezers
niemand, die mandoline of luit speelt?
Zoudt ge niet- mee willen gaan met de be
devaart naar St. Jeroen op Donderdag 7
Augustus? Ge kunt ons zoo'n groot genoe
gen doen de reidansers te-begeleiden. Geeft
u dan even op: Mej. J. van der Laan,
Rijnsburgerweg 20 Leiden.
OP TIJD!
Mogen wij er alle inzendsters nog eens
nadrukkelijk aan herinneren, dat alle copie
Woensdagmiddag vóór 2 uur bij Mej. J. v.
d. Laan bezorgd moet zijn. Na 2 uur ont
vangen copie blijft 14 dagen liggen onver
schillig of het belangrijk is of niet.
De Redactie.
VAN EINDEL00ZE DAGEN.
Meenigeen die, van den Haagweg ko
mende, de richting Oegstgeest inslaat,
ziet met verbazing dat groote complex i
gebouwen, streng van lijn, wat zich rechts
aan de stad Leiden aansluit. Men behoeft
niet te vragen, waarvoor deze gebouwen
dienen. Zoo iets groots kan alleen maar
een ziekenhuis zijn. Al naarmate een stad
zich uitbreidt, komen er inrichtingen,
waar zieken en ongelukkigen een tijdelijk
onderdak vinden.
Wij, die er buiten wandelen, plannen
makend, niet belemmerd in onze bewe
gingen, wij zijn zoo geneigd te denken,
dat het toch zoo erg niet is, eenige weken
of maanden op een kamer of zaal ver
pleegd te worden. Maar degene die het aan
den lijve heeft ondervonden, die de voort-
kruipende uren kent, nog verergerd door
pijn of een ongemakkelijke houding, die
weet, hoe welkom elke afleiding is, alles
wat maar mede kan helpen, een oogenblik
de pijn te vergeten, het verlangen naar
huis, de arbeid, het. drukke woelige leven,
wat zoo aantrekkelijk is, wanneer het ons
onthouden wordt.
De bibliotheek voor zieken wie zou ze
willen missen? Hoe verlangend wordt er
uitgezien naar de dames, die het ronddee-
len met zooveel opgewektheid verrichten.
En toch zijn er telkenmale teleurgestelde
gezichten. De hoop dat er eens iets nieuws
bij zijn zou iets spannends, iets ongekends,
vervliegt spoedig. Het comité wil wel, kent
wel de verlangende gezichten, maar het
aanschaffen van boeken kost geld en dat
is er niet voldoende. Maar het behoeven
toch geen nieuwe boeken te zijn? Natuur-,
lijk niet. We bezitten allemaal wel een
paar gezellige luchtige boeken, die ons
deze of een vorige vacantie, opvroolijktcn
of ons misschien in tijden van ziekte troost
of afleiding brachten. Deze pakken we nu
iu en zenden ze aan Mej. A. Coebcrgh,
Rijnsburgerweg 146, die ze dankbaar in
ontvangst zal nemen en ze met een ver
heugd gezicht toonen zal aan de gedul
dige zieken. Zoo zullen ze menige zieke
de uren korten, de pijn doen vergeten.
J. v. d. ABEELEN.
AANBEVOLEN BOEKEN.
Jahwe Schaphat door Dr. Feodor
Strótmann. Uitg. Kruisvaders
van St. Jan. Rijswijk Z.-H.
Gaarne zou ik uw bijzondere aandacht
eens willen vragen voor 't lezen van boven
staand boek, geschreven door een jong
overleden Leidsch priester, die werkte on
der de Russische emigranten te Praag.
In vacantictijd wanneer weieens een dag
regen! onze uitgaansplannen verijdelt,
grijpt men als vanzelf naar lectuur en ik
zou u zoo van ganscher harte willen aan
raden, dit boek dan eens in te kijken, 't Is
geen roman, die kunt u trouwens bij dui
zenden vinden, maar 't is een boek, dat tot
u spreekt, omdat het een actueel onder
werp behandelt n.l. de christeneenheid.
Deze is wel hoofdzakelijk bedoelt voor
't Oosten, maar toch ook voor 't Westen
van toepassing. Het is levendig en boeiend
geschreven met voorbeelden uit 't dage
lijksch leven. Geen diepgaande theorieën,
die u kunnen vermoeien maar vlot en vol
liefde voor 't groote doel is 't werk ge
steld. Dat doel, waar Dr. Strótmann ook
zijn leven voor had willen geven, maar
waaraan hij maar zoo kort heeft mogen
arbeiden.
J. FEHMERS.
GESCHIEDENIS DER SINT-JOSEPH-
GEZELLEN-VEREENIG ING.
(Vervolg).
Ook voor de algeraeene ontwikkeling der le
den werd geregeld zorg gedragen. Hadden b.v.
in den winter van 1910 de W.Eerw. H.H. Kap.
H. H. B. de Jong en Chr. Dessing de Gezellen
reeds vergast op fraaie en leerzame voordrach
ten resp. over „Guido Gezelle" en „Het Kerst
feest", nu kwam op 8 Februari de heer P. G.
Hoeks de Gezellen verrassen met een interes
sante boeiende voordracht over „Ben Hur",
welke voordracht bovendien werd opgeluisterd
door fraaie lichtbeelden.
Het doet ons goed, zoo en passant even te
mogen „vastleggen", dat dit achtenswaardig
schoolhoofd in den loop der jaren herhaalde
lijk blijken gaf van zijn bijzondere genegenheid
vor het Kolpingswerk en vooral ook voor de
jonge leergrage Gezellen.
Het was dan ook de natuurlijkste zaak van
de wereld, toen hem onder aller blijde toe
juiching bij een dergelijke gelegenheid het
eerelidmaatschap der Vereeniging werd toege
kend. Hierin dient erkend, dat de Vereeniging,
door zoodanig eeren harer weldoeners, metter
daad ook zichzelf eerde. Aanstonds na het
welgeslaagde Vastenavondfeest, als van ouds
saamgesteld en verdienstelijk uitgevoerd door
Tooneel-, Muziek- en Gymnastiekafdeelingen,
werd het gewone werk weer frisch ter hand
genomen. Zoo zien wij in Maart, door Praeses
en Raad van Commissarissen het besluit ne
men, voortaan bij de Encycliek-belooging in
Mei ook de Gezellen-Vereeniging door twee
leden te doen vertegenwoordigen. Terzelfder
tijd spreekt ook de Praeses het duidelijk uit,
dat zijn Commissarissen, d.z. de vertrouwens
mannen der Gezellen, hun activiteit steeds
hooger moeten gaan opvoeren: alzoo geen
naam-Commissarissen. Hun wordt beduid, dat
zij, naast het interne werk, ook daarbuiten pro
paganda zullen maken, opdat steeds 'meerdere
jongelieden zich mogen scharen onder St. Jo
seph's banier,
In dezelfde maand kwam vanuit Nijmegen
de droeve tijding binnen, van het afsterven van
den weled. heer Schretlen, oud-lid van den
Raad van Bestuur. 15 Maart d.a.v. werd na
mens de Vereeniging een H. Mis opgedragen
voor de zielerust van dezen verdienstelijken
veteraan, die in de belangrijke functies van
penningmeester en protector de Vereeniging
trouw en eervol had gediend. Nu vraagt weer
„Vader Kolping" onze aandacht, die in de
Meimaand een succesvolle uitbeelding gaf (in
de Stadsgehoorzaal) van 't vermaarde treur
spel „Tracisius", daartoe uitgenoodigd door
de St. Vincentiusvereeniging.
Men zal begrijpen, dat dit geschiedde als
liefdadigheidsuitvoering. Daar oogstten onze
Kolpings-zonen nieuwe lauweren en.... be
zorgden de Vincentiusvereeniging een hoog-
noodige klinkende recette ten behoeve der ar
men. Zoo demonstreerde de Gezellenvereeni-
ging op waardige wijze de echt christelijke
Charitas.
Wat zijn wij, Katholieken, een gelukkig
volk
In den dagelijkschen gang van 't leven wordt
den rijkdom van ons H. Geoof dikwijls over 't
hoofd gezien en vaak vergeten wij het geluk,
dat wij kinderen zijn van de ééne, ware Kerk,
de Katholieke Kerk.
't Was Zondagmorgen de blijheid van het
zonnetje en de gr^otschheid van de kathedraal
feesten te Haarlem, die een harmonisch geheel
vórmden van Roomsche blijheid en waar geluk.
We hadden 't groote voorrecht de Pontificale
H. Mis en de prachtige middagviering bij te
wonen en t is over dat feest, dat wij in deze
rubriek daaraan eenige regelen wijden. Aller
eerst dit, de kathedraal van Haarlem is de
Moederkerk van het geheele Bisdom en dat
deze binnen den tijd van 40 jaren is gebouwd,
is een bewijs van den opbloei der kerk in
Haarlem's diocees. Ten tweede: onze Bisschop
sprak er over de éénheid van zijn diocesanen
met hem, over het gildetijdperk, toen men al
taren plaatste en daarmee aantoonde zijn ka
thedrale kerk te waardeeren en.... over de
mannelijke jeugd, 't Was te verwachten! Wat
wil Mgr.? Bavo knapen en Bavo kerels!
Waarom? Omdat onze tijd eischt knapen
en kerels, die IS karaats Katholiek zijn! Wat
moeten we doen? Navolgers van St. Bavo zijn!
Kent ge zijn leven niet? Een volgende
maal zullen we over dezen durver, dezen strij
der, dezen held, iets schrijven.
Toen het machtig applaus na de rede van
onzen Bisschop wegstierf en we onze oogen
lieten gaan over de geestdriftige menigte, toen
we de honderden vaandels en vlaggen zagen
van onze katholiek-sociale organisaties, toen
we opzagen naar het machtige bouwwerk van
Cuypers en naar de Bisschoppen daar hoog in
de Loggia van onze St. Baaf, toen klopte een
oud moedertje ons op de arm en zei: „Mooi
hè, meneer?" En ze vertelde ons, hoe ze ge
tuige was geweest van het slaan der eerste
paal, hoe ze de kathedraal had zien opbouwen
en hoe blij ze was de voltooiing te mogen z'en.
Maar ook sprak ze over al die vereenigingen,
wier vaandels als een haag rond het voorplein
stonden. „Kijk meneer, dat is juist zoo mooi bij
ons, dat we het Geloof bezitten en belijden.
Ik zei 't laatst nog tegen mijn buurvrouw, dat
alle roomsche vereenigingen, steunend op de
leer der Kerk, die leer aan haar leden voorhou
den en ze beter doen beleven". Toen ik liet
merken, dat ze gelijk had, liet ze er terstond
op volgen: „Ja meneer, wij Roomschen zijn een
gelukkig volk".
„Wij Roomschen zijn een geluk
kig volk". Ja, moedertje, ge hebt gelijk!
En als ik nog zie voor mijn geest, die vaandels
der vereenigingen, dan denk ik aan het groot-
sche werk van onze organisaties en ik zie de
duizenden armen, gekleed en gevoed door de
St. Vincentiusvereeniging. Ik zie de van de
stralen en pleinen „opgeraapte" jongens, die,
opgenomen in onze charitatieve bonden, bruik
baar gemaakt worden voor het leven. Ik zie
de jongemannen uit de werkenden stand, op
geleid en opgevoed door de Gez. Ver. Ik zie
onze mannen, vereenigd in talrijke vakbonden
gelijk weleer in de gilden. Een leger, groot en
sterk door bidden en werken, zie ik voor mijn
geest, een leger van mannen en vrouwen, van
jongens en meisjes uit alle standen cn rangen.
een leger machtiger dan de legioenen der Ro-
meinsche keizers. En één ding is er, dat die
duizenden tezamen bindt: ons H. Geloof!
Toen we op het einde der plechtigheden
neerknielden in de St. Bavo tegelijk met dui
zenden, één in 't gelooven en den vaandels
neigden en de hoofden bogen, ja toen moes
ten wij er weer aan denken: „Wij, Roomschen,
zijn een gelukkig volk" .'Als we laat in den
avond naar huis sporen en hoog op de ver
lichte Bavo-kathearaal het kruis zien staan als
het zinnebeeld van ons Geloof, dan denken wij
aan Gezelle's woorden:
Met 't kruis in top, zoo varen wij
door 't vvereldtij,
Ten hoogen hemel op.
SEVERUS.
Ziekenfonds
Dinsdag a.s. wordt te half negen in de groote
zaal van het Gezellenhuis de vergadering ge-
DE AARDBEVING VAN
SNOPKOW.
Er zijn nu twee jaar verloopen, sedert, de
aardbeving op de Krim. Maar nn eerst
blijkt hoe groot eigenlijk de schade is, die
door deze ramp word aangericht.
Zekér, men heeft indertijd verklaard,
dat die schade ongeveer 3 millioen roebel
beliep, maar dat getal is absoluut onjuist.
Men moet er zooals dadelijk blijken
zal, nog een bedrag bij voegen, een be
scheiden bedrag van 100 roebel, voor Snop
kow, den schoenmaker.
Snopkow had zijn werkplaats in Jalta,
of beter gezegd, het was iets meer dan een
werkplaats: hij had een eigen huisje, van
steen zelfs. Hier repareerde en maakte hij
met een knecht de schoenen van de men-
schen uit Jaltavan de heele bevolking
om zoo te zeggen, want allen stelden een
groot vertrouwen in hemofschoon hij
eigenlijk geen landsman was.
Men ziet dus, het ging hem niet slecht
in Jalta. In den winter moesten zij wel eens
noodgedwongen vasten, omdat ze geen
werk'hadden, maar in den zomer #was het
soms zóó druk, dab zij niet eens tijd kon
den vinden, om eens lekker door te pimpe
len.. ..misschien deden zij het juist daar
om toch wel.
Zoo kon b.v. op Vrijdag 11 September,
vlak voor de aardbeving, onze schoenma
ker, Iwan Jakowiewitsch Snopkow den
Zaterdagavond niet meer afwachten en
dronk anderhalve flesch wodka, die eigen
lijk voor Zaterdags bestemd was. Maar nu
stonden zij daar en tenslotte dacht Snop
kow, wat zou ik ook wachten? Hij legde
zijn werk neer en dronk l1/., flesch uit-,
zonder er aan te denken, dat er een aard
beving op komst was.
De man dronk anderhalve flesch
Misschien is het niet veel. Maar de brave
Snopkow zwierde daarna uit zijn huisje
de straat, opzong af en toe een liedje
en keerde toen weer naar huis terug, d.
w. z. in huis eigenlijk niet, maar hij ging
naar zijn tuintje en ging daar liggen. Zoo
sliep hij in.
Men zou nu denken, dat hij zeker aan
de aardbeving gedacht zou hebben. Maar
neen, dat was zoo eenvoudig zijn gewoonte.
Als hij gedronken had, slie.p hij altijd bui
teneenvoudig, omdat hij zich in een
vertrek gedrukt en bedreigd waande. Hij
ging dus hi de open lucht liggen.
Snopkow lag dus den llden September
onmiddellijk voor de aardbeving, in den
hof onder de eypressen en sliep.
En terwijl hij zoo goed gevuld met Wod
ka en stomdronken een poosje lag te sla
pen en de mooiste dingen droomde, gebeur
de het ongeluk, dat het schiereiland de
Krim teisterde.
De aarde dreunde en sidderde, de huis
jes wankelden maar Iwan Jakowie
witsch Snopkow sliepsliep rustig en
dacht aan geen ongeluk, terwijl zijn knecht
bij den eersten slag uit hefc huisje vloog
en zich verborg in het stadspark.
Vroeg in den morgen omstreeks 6
uur, toen alles reeds lang voorbij was,
wreef Snopkow zich de oogen uit en ont
waakte onder de eypressen in den tuin.
Hij keek eens rond naar den hemel
wat een veranderingHij kende zijn eigen
hof niet meer en nog minder zijn huisje.
Dab was wel niet geheel omvergeworpen,
maar de muren waren nog al tamelijk uit
elkander geweken. De schutting hing hee-
lemaal scheef.... Alleen de eypressen
stonden nog onveranderdAl het an
dere was feitelijk niet meer to herkennen.
De stakkerd raakte geheel in de war en
dacht: „H. Moeder Gods, waar ben ik nu
toch terecht gekomen? Ik was wel dron
ken, maar hoe is het toch mogelijk, dat
ik zoo verdwalen kon.... Wat een wan
orde liierAch, het is toch niet goed,
zoo te drinken.Wat een gemeene
drank, die alcoholBij den duivel
ik weet geen weg of steg.ik kan me
niets meer herinneren".
Hij voelde zich bedrukt. Hij zuchtte en
schudde radeloos het hoofd. Zeker ben ik
verdwaald geraakt.
„Nee, ne<$, 't is uit met dat drinken
ik drink niet meer".
Al deze gedachten en twijfels maakten
hem een weinig boos. Hij nam de flesch
waarin nog Va L. wodka was, uit zijn zak
en dronk ze leegin één teug.
Natuurlijk was hij nu weer opnieuw
dronken, want ten eerste had hij in lang
niets gegeten en ten tweede was zijn hoofd
nog zwak van de laatste drinkpartij. Hij
trachtte nu op de been te komen en zwier
de de straat op.
Straat?Na een aardbeving zien de
straten van een stad er ook wel een beetje
ongewoon uit. Iwan Jakowcwitsch Snop
kow zag dus de straat vol inensehen, die
opgewonden bijcengroepten of hier en
daar naar toe liepen en voor 't grootste
gedeelte maar half gekleed waren. Hij
raakte hoe langer hoe meer in de war.
„Mijn God" dacht hij en zijn gezwollen
oogjes staarden verschrikt in de verte:
..Mijn God waar ben ik? In welk roovers-
nest ben jlc geraakt?Ben ik tenslotte
•:i een schip naar Batoem gevaren? Wat
houden ter beslissing over de Reglementswij
ziging van het Ziekenfonds. Door een deskun
dige zal tevoren een uiteenzetting worden ge
geven.
Tot deze vergadering worden opgeroepen
niet alleen de gehuwde leden, maar ook de
leden van het Ziekenfonds, die tot de afd.
Gezellen behooren.
Mededeelingen
Zondag a.s. is de Spaarkas gesloten. Voor
spoedeischende gevallen wende men zich tot
den Administrateur.
Door het Bestuur van de Studie- en Deba
tingclub is voor de volgende week Zondag een
excursie georganiseerd naar Den Haag. Onder
meer staat op hel program een bezoek aan het
Vredespaleis. Men zie verder de mededeelingen
op het bord.
is hier in Godsnaam gebeurd?"
Hij kreunde zachtjes, strompelde voor
waartsen kwam tenslotte op den weg
terecht, ver van de stad waar hij van ver
moeidheid omver viel en midden op den
weg insliep. Dat was tegen den morgen.
Toen hij weer ontwaakte was het stik
donkere nacht en boven zijn hoofd schit
terden de sterren. Bovendien was het koud.
En waarom waB het koud? Hij lag daar
op den weg zonder kleeren of schoenen.
Alleen zijn onderbroek had hij nog aan.
Volkomen uitgeschud lag hij daar dus
en dacht: „Lieve hemel, waar ben ik nu
weer?"
Maar nu was de arme Snopkow toch
echt geschrokken. Radeloos keek hij rond;
ging tenslotte op zijn schamel bekleede
beentjes staan en liepzoo maar luk
raak verder, ongeveer 10 mijlen. Toen
ging hij afgemat en bedrukt op een steen
zitten. Hij bevroor haast.... Hij kende
niets van de heele streekBovendien
had hij verschrikkelijken honger.
Eindelijk weer tegen den morgen kwam
er iemand voorbij die Iwan Jakowiewitsch
Snopkow in zijn onderbroek op den steen
zag zitten en die hem verbaasd vroeg:'
„Wat zwerf jij hier in je onderbroek
rond?"
Treurig antwoordde Snopkow„Ach ik
weet het zelf niet". En hij vertelde zijn
wedervaren.
•„Naar Jalta" zei de vreemdeling toen,
„dat is ongeveer 13 mijlen. Hoe ben je
hier gekomen?"
En nu hoorde. Snopkow voor het eerst
van de aardbeving en de vernieling die
zij had aangericht.
Hij spoedde zich zoo vlug mogelijk naar
Jalta en moest heel Jalta in zijn onder
broek passeeren. Maar niemand stond
hierover verbaasd omdat er pas een aard
beving geweest was.
Thuis berekende Snopkow verdrietig
zijn verliezen: een jas, 8 roebel; een
broek 12 roebel, een paar nieuwe sanda
len 1 .roebel, zijn geld 60 roebel
kortom, ongeveer 100 roebel samen, zijn
huisje niet meegerekend.
Hij is een slachtoffer van de alcohol.
Zelfs van een aardbeving wordt hij niet
wakker, terwijl men bovendien nog 100
roebel verliest. Iwan Jakowiewitsch is
woedend naar Charkow gegaan.
Charkow.... het herstellingsoord voor
drankzuchtigen.
(Uit het Russisch).
133
„En waar is Keesie vandaag geweest"?
„Toe, Keesie is zoet. Waar is' Keesie
vandaag met mammie en pappie geweest"?
„Zeg toch niet".
„En wat heeft Keesie vandaag aan zee
gedaan"?
„Heeft Keesie mooi met bloote beentjes
in het water geloopen"?
„Nee".
„En Keesie was heelemaal niet bang.
Groote jongen".
„Nee".
„Ja, ziet u, Pater, Keesie is wat ver
moeid en slaperig
(Keesie was opderwijl druk bezig een
vlieg, die hij op het raam van de coupé
gevangen had, te vierendeelen).
Ik vergelijk mijzelf wel eens met dat
Moedertje, dat allerlei goeds in haar telg
wilde zien, terwijl de telg zelf zijn uiterste
best deed om zoo onaangenaam mogelijk
te zijn. Ik vergelijk mijzelf ook wel eens
met die vlieg.
Zooals dat stomme dier, vlieg ik ook hier
en daar tegen de ruiten op en werd dan
ook gevierendeeld door „zware belasting",
dure tijden, „er komen er zooveel" en „je
kan wel aan de gang blijven."
Ja, sommigen van mijn vrienden zijn net
als Keesie:
„Ziet u, ik ben Father Liefhebber van het
Missiehuis te Hoorn."
„Misschien al eens eerder van mij ge
hoord
„Nei hoor."
„Ik zit daar voor zware lasten. Heb
veel geld moeten leenen enz."
„Dan gebeurt het vaak dat beste jongens
aankloppen zonder centen. Zoudt u er nu
niet iets voor voelen enz."
„U zult toch wel wat over hebben enz."
„Nei, hoor."
„Kom, kom, zoo meent u het toch met.
„Nei, hoor."
Ja, ziet u, vi'ienden, Keesie, ik bedoel,
zulke vrienden zijn dan ook vermoeid. Men
kan het den stakkers aanzien. Als ik nog wat
langer zou aanhouden, dan zouden ze net
als Keesie ook onaangenaam(er) gaan wor
den.
En dan ga ik maar weer en zeg bij mij
zelf Ziet u, Keesie heeft slaap.
Father LEFEBER.
Directeur.