ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930 DE LEIDSCHE COURANT fWEEDE BLAD PAG. 5 PER TREIN DOOR DE WOESTIJN Plan voor de Trans-Sahara- baan, De technische moei lijkheden. Zandstormen en zandduinen. Een traject van 500 K.M. linea recta! Be Sahara is het best te vergelijken met een Oceaan, maar dan een Oceaan van zand, een uitgestrekte aardoppervlakte, bijna zoo groot als Europa. Zet men de vergelijking tusschen beide „Oceanen" voort, dan zal men tot de conclusie komen, dat de Sahara veel, veel moeilijker te be-' dwingen is zelfs met de tegenwoordige moderne technische hulpmiddelen. En toch het zou een kolossale prestatie zijn en een gebeurtenis van het grootste gewicht wan neer men er in slaagde de Sahara te be dwingen want men ontsloot daardoor een groot werelddeel, het tweede der wereld, wat uitgestrektheid betreft. Reeds 50 jaren houdt men zich bezig met het bestudeeren van de enorme moei lijkheden en technische problemen, die telkens onoplosbaar blijkenalle proe ven, die de moderne „wegenbouwmees- ters" tot heden toe genomen hebben, deed de Sahara mislukken. Het spreekt vanzelf dat de Franschen, als bezitters van het woestijngebied, op de eerste plaats in aan merking kwamen voor deze taak. Over het algemeen wordt deze geweldi ge taak tegenwoordig onderschat. Het ge babbel over het „schip der woestijn" geeft daartoe gemakkelijk aanleiding. Men overschat de beteekenis van den kameel op den karavaanweg door de woestijn. In de Zuidelijke gelegen streken, evenmin als in het Oosten en het Westen der Sahara is men geslaagd om den ezel, het muildier zelfs de kameel te acclimatiseeren. En evenals in Zuid- en Centraal Afrika ook tegenwoordig nog maar alleen de neger voor het transport van goederen en wa ren in aanmerking komt, zoo kan dat voor de woestijn alleen de locomotief zijn. De Trans-Sahara-spoorlijn moet aangelegd worden. De Fransche Regeering heeft tot dit doel bij een wettelijk besluit in het jaar 1927 aan de „Commissie tot bestudeering van de Trans-Saharaspoorweg niet alleen de middelen, maar ook de mannen ter be schikking gesteld, die thans een uitvoerig gedetailleerd plan hebben uitgewerkt tot den bouw van den spoorweg. Een spoorweg is de eene mogelijkheid, want het modernste verkeersmiddel de vliegmachine komt practisch voorloopig nog niet in aanmerking, wegens de ver vaarlijke sirocco's die de lucht nog op 800 M. hoogte boven den grond ondoorzicht- baar maken verder vanwege de buitenge wone hitte die de afkoeler uitdroogt'. De auto deugt evenmin voor het transi to verkeer, want dit verkeersmiddel is veel te duur. Het onderhoud van de wegen kan gerust als onmogelijk beschouwd worden, wanneer er een spoorweg is. Maar ook het aanleggen van den spoorweg zal met bui tengewone moeilijkheden gepaard gaan, men denke hier slechts aan de zandstor men en de kolossale zandduinen. Er blijft wel geen andere mogelijkheid open, dan de spoorweg rond het duinen-complex heen te leggen. Als uitgangspunt van de eigenlijke Trans-Sahara-lijn heeft men het militair station Bou Ar fa, ten N. van Colomb-Bé- char bepaald. Van hier za-1 de spoorweg recht naar het Zuiden gaan, tot aan den Noordelijken bocht van den Nigir bij In Tassit. Dan splitst hij zich: de westelijke tak loopt naar Timboektoe en Segu aan den bovenloop van de Nigir met een kunst- verbinding naar Dakar, een haven aan de Dakomey kust. De Oostelijke tak loopt evenwijdig met de Niger over Gad naar Niamey, waar de lijn de grenzen van Britsch Nigeriabe reikt. Een deel van het traject ongeveer 500 K.M. wordt werkelijk in lijnrechte linie aangelegd, zoodat men hier een groote snelheid hoopt te kunnen ontwikkelen. In totaal zal de lijn 2000 K.M. lang zijn, waar van de kosten op 3 milliard frs. geraamd worden. In de bedoeling ligt een normaal spoor aan te leggen. Met den aanleg van dezen spoorweg door de Sahara komt het groote project van een trans-Afrikaansche spoorweg op de Westzijde van Afrika en tezamen met het plan van Cecil Rhodes een lijn van de Kaap naar Cairo, weer in een nieuw stadium. De Franschen willen nl. den Oostelijken arm der Trans-Saharabaan doortrekken van Niamey aan den Niger tot Bangoei aan den grooten Zuidelijken bocht van den Congo. In verband hiermee zal mea nu ook de begrijpelijke belangstelling der Spaansche Regeering voor het plan van den Gibraltar-tunnel begrijpen. Hoe zal men nu op dit traject kunnen reizen? Tot nu toe duurt de reis door de Sahara alleen gewoonlijk drie weken. Deze weg zal na den eventueelen aanleg van Algiers tot Segu of Niamey bij een ge middelde snelheid van 60 K.M. in 21/2 dag afgelegd kunnen worden. De prijs 3e klas zal 2000 frs een eerste klas biljet het dubbele nl. 4000 frs. bedragen. Daar in de Sahara gedurende het heele jaargetijde dat 4 maanden duurt, dag en nacht een temperatuur van 50 gr. heerscht maar tegen den morgen een zeer merkba re daling in temperatuur valt te consta- teeren, terwijl in de ovei*ige jaartijden bij matige temperaturen de nachten verschrik kelijk koud zijn, is het wel te begrijpen, welke eischen aan het materiaal en de ver zorging van het comfort der reizigers ge steld moeten worden. Tegelijkertijd krijgt men ook eenig inzicht over de ontstellen de moeilijkheden welke de arbeiders en ingenieurs nog te wachten staan bij den aanleg van de spoorlijn. Hierbij komt nog, dat de riviertjes aan DE BRUG MET 42 M. H00GE ZWEEFBAAN OVER HET NOORD 00STZEE-KANAAL bij Hochdonn, waarvan de pijlers enkel op punten rusten houdend van loop veranderen, de duinen zich aanhoudend verplaatsen, wat natuur lijk alles te samen enorme gevaren met zich brengt, die met beleid vermeden moe ten worden. Wat er van zij: het plan is ontworpen en 't ligt in de bedoeling spoedig met de uitwerking daarvan een aanvang te nemen. FILM-NIEUWS TAUBER OVER DE GELUIDSFILM. We hadden den vorigen avond het suc ces van Taubers afscheid in het Kurhaus in Scheveningen gevierd; Tauber zelf had, en familie nog gezongen en het was alles heel geanimeerd en gezellig geweest. Den volgenden middag zouden we nog een oogenblik komen praten. Vanuit het Grand Hotel, met de groot ste keuken van Europa, met de automati sche deuren, wat voor kinderen een nog grooter genot schijnt dan het stille strand met al derzelver geneugten en kwallen, naar de apartementen van den Kammer- sanger, il n'y.a qu'un pas. Voor de deur staat reeds de lichtblauwe Mercedes, één van de drie wagens van hetzelfde merk in wier bezit de „beroemde" zich kan verheugen. Twee minuten later zitten wij, gevieren, in gezelschap van Max Tauber ook, im- pressario en filmdirecteur, in gemakkelijke stoelen en luisteren naar het spreken van den man dien men zich in ons land eigen lijk niet anders dan zingend kan voorstel len. Tau'ber op de planken, Tauber in de concertzaal, Tauber op de grammofoonplaat, voor de radio, in de geluidsfilm. Wat daar voor ons het- belangrijkste schijnt is dit misschien niet voor den kunstenaar zelf. En in den loop van het gesprek blijkt dat de geluidsfilm Taubers meeste en innigste belangstelling heeft. Het was naar aanleiding van een naam die genoemd werd. Heinrich Kuechenmeis- ter, den man, die volgens Tauber, de Duit sche geluidsfilm op internationale basis gebracht heeft; dae haar de' mogelijkheid gaf te groeien en een eerste plaats in te nemen. En Tauber vertelt hoe hij zelf met zijn eerste geluidsfilm niet- tevreden was; hoe men nog zoekt naar een vorm; niet naar een technische volmaking van het ge luid, die er reeds is, hoewel zij soms zoo schrikkelijk bedorven wordt door het ver- toonen van geluidsfilms op slechte projec tietoestellen. „En dan zou de kunstenaar nog de schuld krijgen" zegt Tauber. „De groote fout van mijn eerste film was het onlogische. Men meet zich afvra gen waarom een zeeman met een derge lijke stem, zeeman is geworden. En elk couplet laat de open vraag: „Waarom zingt die man?" In de tweede Tauberfilm had men een goedkoope en wel zeer voor de hand lig gende oplossing gevonden: de kastelein die het door zijn stem tot operazanger brengt. En nu wordt, over enkele weken, in Miinchen, de derde Tauberfilm gemaakt; „Das Land des Lachelns;'. Met een hart vol angst en vreeze vragen wij: „Dus een verfilmde operette?" En we zien de kansen voor een eigen geluidsfilm kunst, voor een eigen schepping, snel weg zinken. Tot Tauber met beslistheid zegt: „Wat wij willen is juist geen verfilmd too- neel; onze groote moeilijkheid was het aan nemelijk maken van het zingen op de film; een moeilijkheid die vooral door een ge schikt scenario opgelost moest worden. Want de eenheid van beeld en geluid, het logische van zang en gesproken woord moet in het scenario liggen. En nu, voor deze derde film hebben wij een oplossing gevonden Tauber gaat rechtop zitten en kijkt zijn manager veel- beteekenend aan een oplossing die een trouvaille is. Maar wat die vondst is dat kan ik nu nog niet vertellen". En met de bescheidenheid, den journalist eigen, vragen wij niet verder; of tenminste, wij hooren hierover niet verder. Nog even komt het gesprek op gramo- foonplaten, maar Tauber ziet in de geluids film een medium van grootere beteekenis; uit cultureel en wellicht ook uitfinan cieel oogpunt. Het gesprek vervloeit tot voor den vreemde onbelangrijke voorwerpen. Even later gaan Richard en Max Tauber naar hun wagen, die hen naar het afscheidscon cert in Amsterdam moet brengen. En door een zijvenster van de auto knikt een blond vrouwenhoofd ten afscheid. 's Avonds op de pier, met nog de herinnering aan het eerste deel van een wondermooi Schuricht concert, in de fris- sche avond zeelucht, denken we terug aan den man die nu iu het warme Concertge bouw zich inspant, werkt voor zijn kunst, waarvoor hem geen moeite te veel is. „IN DE STUDIO" VROEGER EN NU. Het is waarlijk nog niet zoo lang gele den dat speler en regisseur de microfoon beschouwden als een boozen demon. Met angst en beven werden, met luider stem de enkele woorden, voor de microfoon ge sproken. De speler mocht niet van zijn plaats weg, moest vooral duidelijk spre ken, en leek meer op een automaat dan op een mensch van vleesch en bloed. En zoo ontstonden b.v. films, zooals wij ze in New York gezien hebben; een-acters, waar de spelers niet va nhun plaats weg kwamen; waar de dialoog gekunsteld was, onverstaanbaar vaak en steeds onaange naam. De laatste jaren hebben veel veranderd. In de ateliers van Tempelhof of Neu Babelsberg, wordt gespeeld in een tempo als van de stomme film. Ieder vogeltje zingt zooals het gebekt is; d. w. z. spreekt natuurlijk, desnoods binnensmonds. En de microfoon neemt alles op, legt alles op de filmstrook vast. Maar moeilijkheden zijn er steeds. In de laatste film van Henny Porten, die bin nenkort ook naar ons land komt, wordt een dialoogscene opgenomen. Voor de bezoekers is het gesproken woord, wel haast onverstaanbaar, zoo zacht, zoo ge dempt wordt er gesproken. Maar de micro foon is voor dien taak berekend. Eigenlijk te goed berekend; want toen viltbezoolde muiltjes even, vlak voor de microfoon over de vloer gleden, kwam er onmiddellijk van den mixer een telefoontje dat de scene overgemaakt moest worden. Er wordt aan de deur geklopt; een klop pen, zoo zacht dat het in werkelijkheid nooit iemand toegang verschaft zou heb ben; maar nu wordt er ernstig de vraag KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 3 Aug. Achtste Zondag, na Pinksteren. Mis: Suscepimus. 2e gebed v. d. vinding v. d. H. Stephanus 3e A. Cunc- tis (om de voorbede der Heiligen). Credo Prefatie v. d. Allerh. Drieëenhoid. Kleur: Groen. Van God zijn wij afhankelijk. Zonder Hem zou ous bestaan niet mogelijk zijn geweest. (Gebed). Hij is onze Vader, wij zijn Zijne kinderen. Daarom moeten wij volgens Zijn geest leven en niet overeen komstig de eischen van onze vleeschelijke begeerlijkheid. Allen zijn wij rijk door ons kindschap Gods, dat ons met Christus mede-erfgenamen maakt van den hemel (Epistel). Doch ook allen zullen wij een maal ter verantwoording worden opgeroe pen of wij dat kindschap Gods goed heb ben beleefd (Evangelie). Dat leven als kind Gods vraagt strijd, de strijd des levens, want „het vleesch begeert tegen den geest". Gelukkig evenwel, die op God ver trouwen en niet op eigen krachten (Offer torium en Communio); voor dezulken zal God de Beschermer zijn (Graduale). Moge de God van barmhartigheid, Die woont in Zijn H. Stad de H. Kerk, (Introitus) door de kracht van het H. Misoffer ons heiligen en brengen naar de eeuwige vreug den (Stilgebed) om daar te proeven hoe zoet de Heer is. (Communio). MAANDAG 4 Aug. Mis. v. d. H. Domi nicus, Belijder: Os Justi. Kleur: Wit. De H. Dominicus is de stichter van de Orde der Dominicanen of Predikheeren, welke Orde hij .stichtte tot bestrijding van de ketterijen van zijn tijd. Hij stierf te Bologna in 1221. DINSDAG 5 Aug. Feest van 0. L. Vrouw ter Sneeuw. Mis: Salve. 2e gebed tot den H. Geest (wegens de retraite der priesters van ons Bisdom). Credo. Prefatie v. d. Al lerh. Maagd (invullen: En U om de feest viering). Kleur: Wit. In de vierde eeuw leefde er te Rome een rijk en godvruchtig echtpaar, dat kinder loos gebleven was. Hunnen rijkdom be steedden zij aan werken van barmhartig heid en liefdadigheid. Groot was hunne godsvrucht tot de H. Maagd. Zij dachten er aan iets grootsch ter eere van Maria tot stand te brengen en vroegen gedurig aan Maria hun te doen weten, wat Haar het aangenaamste zou zijn. In den nacht van 4 op 5 Augustus werden zij begunstigd met eene verschijning van Maria, die hun beval een kerk te bouwen, daar, waar zij den grond den volgenden morgen met sneeuw bedekt zouden vinden. In die dagen zetelde Paus Liberius op den Stoel van Petrus. Hij was uit de bal lingschap teruggekeerd en liep met het plan rond om op één der zeven heuvelen van Rome een kerk te bouwen. Die heuvel was de Esquilinus. Evenals die echtgenooten kreeg ook Paus Liberius bovenvermelde verschijning. Den volgenden morgen nu bleek, dat op den Esquilijnschen heuvel werkelijk een groote hoeveelheid sneeuw (in Augustus en in Rome gevallen was. Paus Liberius bouwde nu met de geldelijke hulp van die twee echtgenooten dan ook d&ar de kerk ter eere van Maria. DINSDAG 6 Aug. Feest van de Ge daanteverandering des Heeren op den Thabor. Mis: llluxerunt. 2e gebed (alleen in stille H.H. Missen) v. d. H.H. Xystus en Gezellen, Martelaren. Credo. Prefatie van Kerstmis. Kleur: Wit. „Schoon van gestalte is - Hij (Christus) boven alle menschen. Bevalligheid ligt uitgespreid op Zijne lippen". (Kerkelijke Getijden). DONDERDAG 7 Aug. Mis. v. d. H. Caje- tanus, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. d. H. ponalus, Bisschop en Martelaar; 3e •tot den H. Geest. Kleur: Wit. De H. Cajetanus zette Christus' woord: „Zoek eerst het Rijk Gods en Zijne ge rechtigheid", in daden om. Hij stichtte de Orde der Theatijnen, die alle zorg voor het aardsche afleggen en leven van' de vrijwillige gaven der geloovigen. VRIJDAG 8 Aug. Mis v. d. H.H. Cyria- cus, Largus en Smaragdus, Martelaren: Timete. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keu ze v. d. priester; 4de tot den H. Geest. Kleur: Rood. ZATERDAG 9 Aug. Mis v. d. H. Joannes Baptist Vianney, Pastoor van Ars: Os Justi. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Vigilie v. d. H. Laurentius; 3e gebed v. d. H. Romanus, Martelaar; 4e voor den Paus. Kleur: Wit. Joannes Baptist Vianney, een der mec*t grootsche verschijningen onder de heili gen van de 19e eeuw, werd den 8en Mei 1786 in het dorpje Dardilly uit zeer een voudige boerenmenschen geboren. Reeds vroeg openbaarde zich in Joannes de geest van het apostolaat, om goed te doen en daardoor zijn omgeving beter en dus ook gelukkiger te maken. Op 19-jarigen leeftijd begon hij voor priester te studee- ren. Hij bleek een zeer gewoon student te zijn, wien de studie zwaar viel wegens geringen aanleg en uiterst zwak geheugen. Maar al ging het langzaam, met groote krachtsinspanning en volhardenden wil ging het toch langzaam vooruit. Den 9en Augustus werd Joannes priester gewijd, maar hem werd verboden het biechthoo- ren, omdat men hem daartoe niet bekwaam achtte. Zijn vroegere leermeester, pastoor Bai ley, vroeg hem als kapelaan en verkreeg aldra voor zijn nieuwen kapelaan verlof om te mogen biechthooren. En spoedig bleek welk een gezond oordeel Joannes had in de zielzorg. Tot pastoor aangesteld over de parochie van Ars, waar lang geen goede geest heerschte, wist de heilige pastoor door zijn sterk Godsvertrouwen, zijn echt eucha- ristischen priesterijver en ook door held haftige boetedoening zulk een invloed op de zielen te verkrijgen, dat van alle kanten het volk naar Ars toestroomde. Soms was hij zeventien uren van don dag in den biechtstoel te vinden en God alleen weet hoevelen hij tot God heeft teruggebracht. De heilige pastoor van Ars stierf in den morgen van den 4en Augustus 1859. De priester, die bij zijn sterfbed was, las juist deze woorden uit de gebeden der sterven den: „Moge de heilige Engelen Gods' hem tegemoet komen en hem voeren naar het Hemelsche Jeruzalem". IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles a-ls in bovenstaande kalender, be halve MAANDAG. Feest van onzen H. Vader Dominicus. Mis: In medio. Credo. DONDERDAG. Mis v. tl. H.H. Agathan- gelus en Cassianus, Martelaren: Salus autem. 2e gebed v. d. H. Cajetanus; 3e v. d. H. Donatus. Kleur: Rood. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. besproken of dit Moppen niet te luid is geweest, oof het niet nog wat minder kan. En nu begrijpt men de moeilijkheden van spelers voor geluidsfilms en gramo- foon; die, nu de microfoon zoo gevoelig is, hun ademtechniek zoo moeten beheer- schen als in het werkelijke leven, op het tooneel ook, nimmer noodig is. Maar een gramofoonplaat, een geluidsfilm kan door iets te sterk ademhalen, geheel bedorven worden. NEDERLANDSCHE GELUIDSFILMS. Het is eigenaardig, maar met het opko men van de gebiidsfilm, is in ons land meer en meer de vraag naar Nede/land- sehe films naar voren gekomen. Want eigenlijk zouden wij met evenveel recht vroeger om Nederlandsche stomme films geroepen kunnen hebben. We hebben die wel gehad; maar we heb ben eigenlijk nooit een goede Nederland sche film gehad. En de oorzaak^ daarvan was niet ver te zoeken. De filmindustrie, de groote Duitsche en Amerikaansche on dernemingen, konden, wilden niet, een Ne derlandsche film maken, die waarschijnlijk slechts in Nederland afzet zou vinden. En er bleef dus niets anders over dan met eigen krachten een film te draaien. Spelers hadden wij waarschijnlijk wel voldoende. Maar met spelers alleen maakt men geen goede film. En het ontbrak ons ten eenen male aan een organisatie, aan inrichtin gen enaan regisseurs die wisten wat een film is. En nu zijn er weer nieuwe plannen om hier in ons land films te maken. De ver- ONTWERP BOUW BRUG OVER DE HAVEN VAN SYDNEY, waar voor de kosten f 72.000.000.— bedragen en welke de grootste brug ter wereld zal worden tegenwoordiger van een fabriek van came ra's en projectietoestellcn voor huiselijk f&bruik, wil hier in ons land films gaan laken; Nederlandsche geluidsfilms. Veel vertrouwen hebben wij, en met ons ande ren, niet in deze plannen. En ook dit zal wel weer op een fiasco uitloopen. Waarvan daan moet dan de redding komen? Van een verbinding van Nederlandsche spelers, een Nederlandsch scenario, met een builen- landsche filmorganisatie. En wij weten dat b.v. de Duitsche filmindustrie zeker gene gen zou zijn een goed© Nederlandscho film, met onze bekendste en boste artis- ten te maken. Van Amerika behoeven wij in dit op zicht niet te veel te verwachten. Vooral wijl de mentaliteit daar toch geheel an ders is dan hier te lande. Amerika is sinds eenigen tijd bezig z.g. Europeesche films te maken; Spaansche films, Fransche en Duitsche films. En het resultaat is .meer dan treurig. In ons land heeft een exem plaar van deze productie geloopen bij eon z.g. Dnitschc film, waarin door ieder der medespelenden gebroken Duitsch werd ge sproken, waar de heldin sprak als een schoolmeisje dat haar les amper leent, zich zelf verbeterend, struikelend over haar wóórden. En met ecu gebarenspel dat niet veel weg heeft van de gedragingen van een Europeesch meisje. In Duitschland ligt bij een van de groo te filmimporteurs de copy van een z.g. Duitsche film in Hollywood opgenomen. In een van de dramatische scenes zegt de heldin daar: „Wer hat Sie georderl, Po liceman?" En een vertooning van een der gelijke film in Berlijn zou een fiasco, mis schien een lachsucces zijn. Amerika kan films maken, kan goede amusementsfilms maken; maar voor wie de Amerikaansche mentaliteit kent slaat het vast dat Amerika nimmer werkelijke Europeesche films zal maken. En voor een Nederlandsche film hoovcn wij onze hoop niet op Hollywood te vestigen; of er komt niets, of een parodie van een Nederland sche film. Wij moeten zelf aan het werk, maar met behulp van de beste techniek, onder leiding van de beste regisseurs. Al leen op die wijze kan er goeds groeien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5