BINNENLAND De Slavin van het Zwijgen DONDERDAG 31 JULI 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 DE HAARLEMSCHE KATHEDRAALSFEESTEN AAN HET SLOT. Nu cle grootc, historische, glorievolle da gen. der Kathedraalfeesten weer achter ons liggen; nu wij daarvan, om de woorden van Z.D.H. onzen Bisschop te herhalen, en deze tot de onze makend, met grooten wee moed hebben afscheid genomen, nu dringt zich aan ons hart op een onstuimige, on weerstaanbaar gevoel om onze warme er kentelijkheid, onze diepgevoelde dankbaar heid in den breedst mogelijken kring te uiten. Wij richten ons dankwoord, in het alge meen, dan ook tot U allen, zonder eenigo uitzondering, die hebben medegewerkt en medegeholpen om deze Kathcdraalsfecsten zoo luisterrijk en grootsch te doen slagen. En wanneer wij in ons dankwoord eenigs- zins gaan dctailleercn en wij zouden organisaties «of personen overslaan, zonder opzet, laten zij dan we ten, dat onze groote en hartelijke dank baarheid is uitgedrukt in de hierboven neergeschreven algemcene erkentelijkheids- betuiging: le. Wij brengen onzen eerbiedigen dank aan Z.Exc. den minister van Defensie voor het beschikbaar stellen van het Cavalerie- terrein; aan den heer Garnizoenscomman dant van Haarlemaan den Dienst der Genie; aan den Adjudant-Onderofficier van den Motcrdienst van den Berg en aan zoovele andere onderofficeren en soldaten, die, geheel in vrijen lijd, ons Zondag zoo hartelijk de helpende hand hebben gebo den. 2e. Aan de ruim 560 organisaties met meer dan 5000 deelneemsters en deelne mers, welke den onvergeet'lijken optocht Zondagmiddag hebben gevormd. In zoo'n geweldigen stoet moeten heerschen orde en regelmaat. En daarom moest bij den ingang van het terrein herhaaldelijk neer- beuken de vuist van den algemeenen lei der, om een strenge, organisatorische dis cipline te handhaven en na te komen de •ons van hoogerhand opgelegde verplichting om niemand zonder toegangsbewijs toe te laten. Het was den leider er dan ook niet om te doen iemand onaangenaam te zijn, doch alleen om orde en regelmaat met ijze ren hand te handhaven in deze ma-ssa van ruim 5000 menschen en 300 voertuigen. 4e. Hartelijksten dank aan de zes. colon ne-commandanten, ieder den staf zwaaiend over 100 verenigingen, met- him corps yftn Ordecommissarissen, die voor de indceling en de goede volgorde op zoo voortreffe lijke wijze gezorgd hebben. 5e. Dank aan de heeren J. P. A. Nelis- sen, J. J. Brinkman en anderen, die de hoofdleiding hadden bij het zoo moeilijke en ingewikkelde auto- en rijtuigprobleem, doch die. hun zeer ingewikkelwe taak voor beeldig hebben beheerscht en gezorgd, dat alles regelmatig en juist in den optocht, werd ingeschoven. 6e. Bijzondere dank aan de B. K. Ver kenners uit ons Bisdom, die onder de al gemeen© aanvoering van dr. Berger uit Den Haag, zoo uitnemend aan de handha ving der orde en samenstelling hebben medegeholpen vóór, tijdens en na den op tocht." Tevens voor het bezetten der eere- wacht bij het Bisschoppelijk Paleis en vóór de Kathedraal. Over de praestaties onzer K.-K. Ver kenners is er slechts één roep geweest 7e. Dank pan den Haarlemschen Dienst „Eerste Hulp bij Ongelukken" van het Ne- derlandsche Roodc Kruis, die overal tegen woordig was en paraat. Praetisch gespro ken behoefde, gelukkig, deze Dienst voor het eerst pas in actie te komen tijdens de plechtigheden vóór de Kathedraal voor een paar jeugdige- onwel gewordenen en toen hebben wij dan ook de activiteit van. den Dienst kunnen bewonderen. Se. Een woord van bijzonderen lof, dank baarheid en waardeering komt toe aan dc Haarlemsche politie, in het bijzonder aan den sympathieken Commisaris, den lieer E. H. Tenckink, en aan al zijn inspecteurs en verdere ondergeschikten voor de hand having der voorbeeldige ordemaatregelen, welke boven onzen lof uitgaan. 9e. Dank aan de orde-commissarissen vóór het Kathedrale terrein, onder de al gemcene leiding van den heer H. W. M. van Os, voor de ook daar getroffen onderhou den ordemaatregelen. 10e. Dank aan do niet genoeg te prijzen medewerking in den stoet der kranige mu ziek- en fanfarekorpsen en mondharmoni caclubs, welke het geheel hebben opgevroo- lijkt en tevens aan den heer Fr. A. M. Pielage voor zijn algcmecne directie, toen door alle corpsen vóór de Kathedraal op zóó indrukwekkende wijze de „Roomsche Blijdschap" werd uitgevoerd. 11c. Innigen dank aan dc Katholieke Pers, welke door haar publiciteit het ons mogelijk heeft gemaakt deze grootsche Ka tholieke feesten voor het Bisdom Haarlem op een degelijke wijze voor te bereiden. Niets, ook plaatsruimte, is haar te veel geweest. De hartelijkste medewerking mocht van den beginne af geconstateerd worden. 12c. Ten slotte onzen warmen en hart- grondigen dank aan de inwoners van Haarlem en Omgeving en aan alle verde re aanwezigen, die het voorbijtrekken van onzen Stoet hebben gadegeslagen, zond-er ook maar een enkelen wanklank te veroor zaken. Vooral voor deze waardige en fiere houding zijn w.ij allen uiterst erkentelijk. Wanneer wij nu deze dankbetuigingen eindigen, zijn wij ervan overtuigd, nog ver schillenden, die daarvoor zeker in aanmer king kwamen, onbewust vergeten te heb ben. Men duide ons dat niet, ten kwade. Mogen zij dan worden samengevat in onze algemeene erkentelijkheidsbetuiging. Honderden hebben met ons samenge werkt tot het welslagen der Kathedraal- feesten voor de ons allen zoo dierbare Ka tholieke zaak. Het bestuur van het Comité van Katholieke Actie: H. E. EVERARD,'Voorzitter. P. J. M. VAN TETERING, Secretaris. Geestelijk Adviseur DEKEN L. A. A. M. WESTERWOUDT. EERSTE KAMER. DE SUIKER WET. Nadat eenige kleinere wetsontwerpen waren afgedaan kwam aan de orde de Suikerwet. Voor en tegenstanders gingen elkaar te lijf. Dc vrijhandelaars hadden, 'act buiten kansje den heer van der Lande (R.-Iv.) aan hun zijde te vinden. De nood van den landbouwer, die zoo: dringend om voorzie ning vraagt, kon dezen afgevaardigde niet verder brengen dan dc hoop, dat de Mi nister de onjuistheid der gegevens, waarop spr. zich baseerde, zou 'kunnen aantoonen. Zoo niet, dan zal hij tegenstemmen. Beter was de landbouw gebaat bij de houding van den liberalen heer van der. Burgh, die z'n vrijhandelsliefde ditmaal wel eens wilde laten overhecrschen door z'n verlangen om den landbouwer te hel pen en daarom, zij het zonder veel enthou siasme, zal voorstemmen. En dat de heer v. d Lande niet dc mea ning der Katholieke fractie vertolkt, bleek uit de rede van den heer Dobbel man, die de weldoende beteekenis van het ontwerp voor den landbouw uiteenzette. En bleek ook. uit de rede van den heer van Lan- schot, die er op wees, dat zij, die tegen maatregelen duchten van den kant van het buitenland, spoken zien, wijl een in voerrecht van 2.40 per 100 K.G., zooals wordt voorgesteld, eenvoudig niets betee- kent in vergelijking met do beschermen de maatregelen van het buitenland. Het debat wordt heden voortgezet. KONINKLIJKE BESLUITEN. Gemeenten. Bij Kon. besluit is aan H. B. Brom- mersma eervol ontslag verleend als bur gemeester van Winsum; is aan mr. A. Roijaards eervol ontslag verleend als bur gemeester van Seherpenzeel. DE NIEUWE RIJKSWEG RIJSWIJK—ROTTERDAM. Dinsdag opengesteld. Dinsdag is het laatste gedeelte van den nieuwen rijksweg van de Hoornbrug naar Delft geopend en wel van dc Brasserskade naar den provincialen weg langs het Rijn- Sch'iekanaal. De provinciale weg, tot voor enkele jaren een der beste buitenwegen in Delft, was vooral door het werk aan den nieuwen rijksweg en in het laatste jaar door de werkzaamheden aan de nieuwe z.g. Reineveldsche brug over het Rijn-Schic- kanaal in een meer dan desolaten toestand geraakt. Thans is hij vernieuwd met- een soortgelijk dek als van den Rijksweg; te vens is hij verbreed door het verwijderen van de noodzakelijke rij boomen. Van Brasserskade naar den Oostsingcl vormt slechts een zijtak van den grooten weg, die reeds naar een oostelijk gelegen deel van de Bra-sserskade is aangelegd. In dc 2e etappe, n.l. van de Brasserskado naar Delf gauw is nog niets gedaan; in de 3c van Delfgauw naar den Akkersehcndijk, is men reeds sedert het begin van dit jaar bezig met grondontginning en zandstor- ting, terwijl er ook reeds een paar bruggen zijn geconstrueerd. In de 4e etappe van den Akkerschendijk naar Overs chic is men bezig met het bouwen van bruggen, ter wijl men in de laatste etappe naar Rot terdam reeds een jaar doende is met het aanbrengen van de zandbaan. Ofschoon men zich op papier had voor gesteld, dat 't derde gedeelte van Rijswijk naar Delft in een jaar klaar zou zijn, heeft men er drie jaar over gedaan, met een ploeg arbeiders van 130 man. Vooral de ontgravingen voor het storten van dc zandbaan hebben heel wat tijd en inspan ning gekost. De weg, die aan de Hoornbrug 32.5 M. breed is, heeft een geasfalteerde autobaan van 11 M. breedte, met een halve M. rabat van beton. Het witte beton steekt helder af bij het asfalt, hetgeen vooral 's nachts noodig is, wijl de weg niet kunstmatig wordt verlicht. Aan weerskanten van den autoweg is men reeds bezig betegelde rijwielpaden te ma ken van 2 M. breedte. Bovendien komt in elke richting nog een klinkerweg voor het overige verkeer. De geheelc weg zal 16 a 17 K.M. lang worden. De Delftweg, die voor korten tijd be kend stond als de „weg des doods", ligt nu eenzaam en verlaten. Benevens do electrische tram, waarvoor op sommige nauwe gedeelten een nieuwe weg achter de huizen wordt gemaakt, rijden er nog slechts enkele autobussen, en af en toe een verdwaalde auto. Was de weg, eerst een geliefde wandel route, reeds jaren lang voor wielrijders levensgevaarlijk geworden, thans kah men er uren voor zijn plezier fietsen, zoodat thans weer tal van wielrijders 't aan den overkant liggende jaagpad gaan mijden, waar het vooral Zondags krioelt van de fietsers, doch ook onveilig wordt gemaakt door voortjagende motorrenners, die daar vrij van tol zijn. De nieuwe rijksweg heeft een zeer stroef bovendek, zoojjat. heb gevaar van slippen tot een minimum is gereduceerd. De Dinsdag geopende verbinding met Delft is slechts van üijdelijken aard voor het verkeer naar Overschie en Rotterdam, dat in de toekomst over dc Brasserskade naar Delfgauw en zoo verder naar Over schie en Rotterdam zal worden geleid. ONZE DURE SPOORWEGEN. Men schrijft ons: Onder dit opschrift verscheen eenige dagen geleden een bericht in „De Residen tiebode", waarin geklaagd werd over de dure spoorwegtarieven voor rcizigersver- voer, dat door vele andere bladen is over genomen. De Res. beriep zich voor zijn oordcel op een „statistiek", welke is gepubliceerd ten opzichte van de internationale spoor wegtarieven en waaruit bleek, dat in ver houding tot 1913 de coëfficiënt der prijzen voor de spoorwegen de volgende was: Tsjecho-Slowakije 0.S0, Frankrijk 0.S2, Italië 0.83. Spanje 0.98, Oostenrijk 1.03, Bolgic 1.14, Duitschland 1.25, Polen 1-30, Vereenigdc Staten 1.49, Noorwegen 1.51, Engeland 1.50, Zweden 1.52, Nederland 1.57, Zwitserland 1.62. Zooals deze cijfers hier gegroepeerd zijn lijkt het voor den opper vla kkigen lezer werkelijk alsof, met- uitzondering van Zwit serland waarvan de Res. als veront schuldiging heeft, dat het door dc kostba ren aanleg door de bergen zeer hoogc ex ploitatiekosten heeft, maar daarbij vergeel, dat in ons lage land weer andere dingen den spoorwegaanleg en het -onderhoud groote lasten op het bedrijf leggen in ons land het duurst wordt gereisd. Als evenwel wordt vastgesteld met hoe veel sinds een bepaald jaar de tarieven zijn gedaald of gestegen, dan heeft dit evénwel ten opzichte van dc prijzenver- houding in dc verschillende landen nog geen enkele beteekenis. Om dat juist vast te stellen moei evenzeer in aanmerking genomen worden, hoe de reizigerstaricven in de verschillende landen zich in 1913 verhielden. Aangenomen dat de cijfers van dc Res. juist zijn, wat aan gerechten twijfel onder hevig is, dan zou b.v. met de genoemde daling in Frankrijk tot 0.83 en dc stijging in ons land tot 1.57 het nog mogelijk zijn, dat de tarieven in ons land thans nog lager zijn dan in Frankrijk, zoodat de tarieven, waarnaar die berekeningen zijn gemaakt in 1913 in Frankrijk, b.v. 2 of 3 maal zoo hoog waren als bij ons. Met een enkel woord willen, we dit illu- strecren. Een reis over een bepaalden afstand kostte in 1913 in Frankrijk- 4.en over eenzelfden afstand in ons land (ook in 1913) 2.dan zou dus volgens de cijfers van de Res. deze reis in Frankrijk thans kosten 3.2S en in ons land 3.14. Ziet dc Res. thans niet in dat zijne cij fers geen grond geven voor zijne bewerin gen? Wij vragen ons verder af, hoe komt dc „Residentiebode" aan deze cijfers. In 1913 dus voor den wereldoorlog bestond noch Tsjecho-Slowakije noch Po len. Waar komen dan de vergelijkende cij fers vandaan? Verder staan er nog meer onjuistheden in het bericht. Zoo is het voor Nederland genoemde cij fer onjuist. De Nederlandsche reizigersta rieven zijn thans niet 1.57 maal zoo hoog als in 1913,. maar 1.75 maal zoo hoog. De tarieven van België zijn in vergelij king met 1913 niet geslagen, doch gedaald. Ook de cijfers voor Duitschland zijn niet juist, omdat geen rekening is gehou den met de toeslagen op de sneltreinen, die in 1913 1 Mark en nu 5 Mark bedragen voor lange afstanden. Een nog sprekender bewijs voor dc on juistheden van dc bewering in de Res. vinden we in „Der Zeitung des Vereins Deutschër Eisenbahnerverwaltungen" van 24 Juli 1930. In dit blad, dat onder hoofdredactie staat van den President der Rijksspoor wegdirectie en dus volledig bevoegd tot oordeelen kaai worden genoemd, worden mededceliugen gedaan over de verhooging dér personen tarieven, die op dc Duitscho Rijksspoorwegen op 1 September a.s. zul len worden doorgevoerd. Ter vergelijking met dc toekomstige Duitscho tarieven wordt medegedeeld, dat een reis derde klasse over een gemiddel den afstand van 300 Kilometer in Reichs- marken kost: in Duitschland 12.00, in En geland 23.70, in Denemarken 13.67, in Noorwegen 19.32, in Zweden 15.26, in Zwit serland 14.76, in Nederland 12.60, Italië 12.21. Oostenrijk S.04, Polen 8.93, Hongarije 6.66, België 8.55, Frankrijk 9.86. De vrachtprijzen van de buitcnlandsche spoorwegen zijn daarbij omgerekend naar de geldkoersen op 1 Juni 1930. Uit dit overzicht blijkt dus wel, dat, al reizen we hier in Nederland duurder dan in een aantal andere landen, waarbij dc geldkoers evenwel ook haar invloed doet gelden, van. do bewering dat we in Neder land nog altijd het duurste reizen niet veel overblijft. UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Vrijdag 1 Augustus. Huizen, 1071 M. Voor 6 uur 298 M. Uitsluitend K.R.O.-uitaendingen. 8.15—9.30. Gramofoonmuziek. 11.30—12.t)0 Ziekcnuurtje. 12.151.15 Concert door het K.R.O.- scxtct. I.152.00 Gramofoonmuziek. 2.002.30 Causerie door Cor Hermus. 3.305.0o Gramofoonmuziek. 5.00—6.00 Gramofoonmuziek 6.00 lt cispraatje over Belgic. 6.107.15 Gramofoonmuziek. 7.157.45 Causerie over: „La dernièrc Nuit de Ron Juan". 7.45S.00 Gramofoonmuziek. S.00—9.00 Concert door do muziek van het 5e regiment Infanterie te Amersfoort. 9.00—9.20 Vervolg causerie. 9.2011.00 Vervolg Militair concert. Daarna gramofoonmuziek. H i 1 v e r s-u m, 1S75 M. 8.00 V.A.R.A. Orgelconcert. 9.00 Gramofoonmuziek. 10.00 V.P.R.O. Morgenwijding. 10.15 V.A.R.A. Voorlezing door M. Be versluis. 10.30. Voordracht en viool- en piano concert. Voor de zieken. II.30 Gramofoonmuziek. 12.00 Sluiting. 12.152.00 A.V.R.O. Concert door het Omroeporkest. 2.002.30 Gramofoonmuziek. 2.303.00 Vioolconcert door B. Vcrhocff. E. Veen a. d. vleugel. 3.004.00 Concert door het AVRO- kwintet. 16.00 V.A.R.A. Kookpraatjc. 16.45 Vader Mulder vertelt. 17.30 Verzorging zender. 17.45 Concert door het VAR A-orkest. Oude Weenschc muziek. 1S.05 Actueel allerlei vet het N. V. V. 18.2o Concert (vervolg). 20.00 Sluiting. 8.00 V.P.R.O.-Uitzcnding. C.a. 23.0024.00 V.A.R.A. Gramofoon muziek. D a v e n t r y, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 12.20 Concert. 12.50 Orgelspel door E. H. Thiman. 1.502.50 Gramofoonmuziek. 4.20 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezingen en Nieuwsberichten. T.Oo Piano-recital door F. Dawson. 7.207.40 Lezing. 7.\0 „Olpscssion", hoorspel v. D. Glasby. 9.20 Nieuwsberichten. 10.00 „Diversions". „Radio-Paris", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Orkestconcert en soli. 7.10 Gramofoonmuziek. 9.03 „Hoffmann's vertellingen" van Of fenbach. Orkest en solisten. 10.2o. Concert. Orkest en cello L a ifg e n b e r g, 473 M. 7.237.50 Gramöfoonmuzi ek.: 7.508.50 Orkestconcert. 10.3512.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Gramofoonmuziek. 1.2.52.50 Orkestconcert. 5.506.50 Solisten-concert. 8.20 Orkcstconccrt. Intermezzo:' Zwit- scrsche jod-eiliedjes Dubbcl-kwarlel. Na afloop tot 12.20 Dansmuziek (graniofoon- platen). Kal und'b o rg, 1153 M. 12.20—2.20 Orkestconcert. 3.50—5.50 Concert Orkest en piano. 8.209.20 Orkestconcert. 9.201020 Liederen en voordracht. 10.1011.30 Orkestconcert. B V u s s e '1, -508.5 M. 3.20 -Concert uit dc Kurzaal te Ostendc. Orkest en violist. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.33 Gramofoonmuziek. 8.50 Concert. S.33 (33S.2 M.) Concert, georganiseerd door de S.A.'B.O.V. FEUILLETON Uit het Engelsoh van FRED. M. WHITE. 4i Ze kwam tot do conclusie, dat dat ge makkelijk genoeg zou gaan. Beatrice behoef de alleen maar voor te wenden, dat zo vreeselijk hoofdpijn had en to zeggen, dat ze de benauwde atmosfeer in de eetzaal niet kon verdragen en een poosje in do koele, frissche serre achter den salon wil de gaan zitten om oen boei je tot zichzelf te komen. En ze nam haar toevlucht tot deze krijgs list. „Neen je hoeft niet met me mee te gaan", weerde ze af, toen Richford moei lijk overeind kwam. „Ik ben heelemaal niet in de stemming om met iemand te praten, zelfs niet met jou." Het grove gezicht van den man werd vuurrood en hij balde de vuisten. Beatrice had nooit eenige moeite gedaan om haar afkeer van den man, dien ze beloofd had tc trouwen, te verbergen. En hij had zich voorgenomen, dat hij zich zou wreken voor de vernederingen, die ze hem had laten ondergaan. „Goed", bromde hij. „Ik zal naar een sa lon gaan en daar op je wachten. Dan kan ik meteen zorgen, dat niemand je komt storen. Ik weet wat hoofdpijn bij een vrouw ic beteekenen heeft." Dc beteekenis van deze toespeling was duidelijk genoeg, evenals dc blik die de spreker op Berrington wierp, maar de ko lonel negeerde het en zei niets. Hij was er zeker van, dat Richford niets van de ma noeuvre met de wijnkaart gemerkt had en vond het dus niet ongeschikt, dat zijn arg waan een verkeerde richting uitging. Beatrice was naar den salon gegaan en toen ze bij den ingang van de serre was, zei dc Zwitscrsche kellner, die baar ge volgd was „Madame voelt zich niet wel, nietwaar? Madame heeft hoofdpijn? Kan ik iets voor Madame halen? Een glas water, of ijs, of een kopje koffie, of Beatrice was op het punt om le zeggen, dat ze niets verlangde, toen zc de eigen aardige uitdrukking op heb gezicht van den Zwitser opmerkte. Er scheen achter zijn vriendelijk aanbod een verborgen bedoe ling te schuilen. „Neen, geen koffie", zei ze, zoo luid, dat de logge man in den sa lon het hoor en kon, „maar ik wil graag een kop thee hebben, sterke thee, zonder melk of suiker." Dc kellner boog en vertrok. Beatrice leunde achterover in een gemakkelijken stoel, heelemaal als iemand die gekweld wordt door hevige hoofdpijn; maar haar hart bonsde van angstige verwachting. In die houding zat ze nog, toen een kellner de serre binnenkwam met ee'n blad met thee gerei. Het was niet de kellner van straks deze was slank en blond. „Hier is de thee, mevrouw", zei hij met een buiging. Mag ik misschien oen kopje voor u inschenken?houd je kalm!" Deze laatste woorden werden fluiste rend bijgevoegd, Beatrice wist den uit roep, die haar naar dc lippen welde, nog juist bijtijds in te houden. „Mark", fluisterde ze. „Markben je het heusch?" De slanke kellner glimlachte zacht toen hij zijn handen om de trillende vingers van het meisje legde .„Ja, ik ben het heusch, liefste", antwoordde hij. „Maar zeg in 's hemelsnaam niet, dat ik te laat ben ge komen HOOFDSTUK III. Mark's ontdekking. Een buitenstaander zou niets onge woons hebben opgemerkt in de houding van den pseudo-lcellner met zijn blad. Evenmin in de houding van Beatrice, die achter over leunde alsof de pijn in haar hoofd zoo lievig was,- dat ze niet rechtop kon zit ten. Maar toch kon de kellner zoo lang niet blijven staan zonder argwaan te wek ken, wanneer Richford het in zijn hoofd zou krijgen om in de serre te komen of naar binnen te kijken. „Het is zoo goed van je te komen," zei Beatrice „Die man is me gevolgd, dus het is het beste, dat je even weggaat, alsof je iets vergeten had en dan weer komt. Dan kan hij geen argwaan koesteren. Mark Ventmore boog toestemmend. Hij had de serre juist verlaten door een deur, die naar de gang voerde, of Richford kwam binnen. „Gaat het al wat beter?" vroeg hij op niet bijster vriendelijken toon. „Grappig die hoofdpijn van vrouwen „Ga alsjeblieft weg beet Beatrice hem toe. Waarom kom jc me lastig vallen? Jij bent wel de laatste die ik bij me verlang te hebben. Ga alsjeblieft naar do anderen en laat me met rust." Mokkend slenterde Richford weg: Kolo nel Berington kwam den salon binnen, dc vriendelijke kolonel kwam haar lo hulp Met onuitsprekelijke opluchting zag zc dat hij Richford tactvol meenam en dat zij sa men verdwenen Vlug veranderde zc van plaats, zoodat zij in den salon kon kijken zonder zelf gezien te worden. Dc zijdeur ging weer open en Mark Ventmore kwam voor dc tweede maal binnen, ook nu met een blad in dc handen. Hij keek behoedzaam om zich heen, kwam toen naar Beatrice toe en knielde naast haar stoel neer. „Lieveling", fluisterde hij. „O, mijn lief, klein meisje! Ben ik ie laat?" Beatrice zei een oogenblik niets. Zo gaf zich geheel over aan de verrukking van het weerzien. Mark's arm was om haar liecn geslagen; haar hoofd viel op zijn schouder. Er trok een onzeker glimlachje over het mooie meisjesgezicht, toen hij haar harts- tochtelijk kuste. „Waarom ben je niet eerder gekomen?", fluisterde ze. „Liefste, ik kon niet. Ik was op reis. ik ben onverwacht naar Londen gegaan en heb hier zoo liet een en ander gehoord, Maar is liet te laat?" „O, ik ben er bang voor, ik ben er bang voor", mompelde Beatrice. „Als je een week eerder gekomen was. zou ik je gevraagd hebben nier ine tc trou wen en me mee te nemen. Ik heb jc ge schreven, maar jc hebt mijn brief natuur lijk niet gekregen. En toch, als ik toen met je getrouwd was, zou mijn vader geruï neerd en onteerd zijn." Mark Ventmore haalde ongeduldig zijn schouders op. „Dat zegt Sir Charles", antwoordde hij. „Sir Charles verzint altijd wat. Hij heeft na tuurlijk op jc gevoel gewerkt, liefste." „Dezen keer niet, Mark. Hij is in eon af schuwelijke zaak verwikkeld on er hangt hem een vervolging boven het hoofd. En ik ben dc prijs voor zijn vrijheid. Mijn aan staande man zal mijn vader met geld hel pen, zoodra het huwelijk voltrokken is. Zelfs nu staan er een paar detectives voor liet hotel om mijn vader in het oog tc hou den. Het is vreeselijk, Mark." Mark Ventmore drukte her bevende meisje dichter tegen zich aan. Hij bezwoer, dat haar schandelijk offer nooit gebracht zou worden. Was dat bleckc, wanhopige meisje in zijn armen, dc vroolijk-lachendo Beatrice, die hjj altijd gekend had Een jaar geleden waren ze in vol vertrouwen op dc toekomst van elkaar gegaan en zc waren overeengekomen elkaar niet te schrijven, omdat de scheiding een toets steen voor huil liefde zou zijn. Mark zou naam maken als schilder, daarvan waren ze vast overtuigd en Beatrice zou op hem wachten. „Laat je vader loopen cn ga mee", drong Mark aan. „Ik verdien tegenwoordig ge noeg om er met jou van tc leven: niet over dadig, maar genoeg voor ons beiden om ge lukkig te zijn. Ik zal jc meenemen, naar 'n lieve oude vriendin van me, waar jc blij ven kunt tot ik alles in ofde heb gemaakt. En dat hoeft niet heel lang tc duren." Beatrice sloot haar oogen bij dit verruk kelijk vooruitzicht. Zc streed een hevigen strijd en één oogenblik stond ze op het punt om toe tc geven. Mark w$s zoo sterk en goed en flink en zij hield zooveel van hem. Maar zc had haar woord gegeven aan haar vader, om hem tc redden van schan de en armoede. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5