OE jüLIJKSCHE GROOTE OÈIÉG
LEDERWAR
De Leidsche Duinwater-
Maatschappij
OPHEFFINGSUITVERKOOP
!ZL
VRIJDAG 25 JULI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
rWEEDE BLAD PAG. 5
B. en W. stellen den Raad voor te besluiten tot overname
De Commissie van Financiën schijnt niet
enthousiast over dit voorstel
Het College van B. en \V. heeft onder
handelingen gevoerd met aandeelhouders
van de Leidsche Duinwater-Maatschappij,
die hebben geleid tot een aanbod van 418
van de 450 uitgegeven aandeelen dier
Naamlooze Venootschap tegen een prijs
van ƒ3000.per aandeel, benevens een
bedrag \fan 175.000.voor de z.g.n. con
cessionarisrechten onder eenige voorwaar-
waarden, die vervat zijn in een concept-
contract met Jh. J. A. van Kretschmar van
Veen te Hilversum, die in deze voor hou
ders van bovengenoemde 418 aandeelen
optreedt.
Ten einde den Baad in staat te stellen
de wenschelijkheid van dezen aankoop te
beoordeelen, geven B. en W. hieronder de
noodige inlichtingen van fcitelijken aard,
alsmede de overwegingen, die er B. en W.
toe deden besluiten, den Baad aanvaar
ding van dit aanbod aan te bevelen..
Wij ontleenen aan het advies van B. en
W. het volgende:
Aan de Leidsche Duinwater-Maatschap-,
pij is concessie verleend op 23 December
1876 voor een termijn van 50 jaar. Deze
werd bij raadsbesluit van 27 April 1925 ver
lengd met 10 jaren. D econcessie loopt dus
ten einde 1 Januari 1937. Worden de wa
terleiding en daarbij behoorende werken
dan niet door de gemeente overgenomen,
waartoe art. 22 van de concessie het recht
geeft, dan wordt deze automatisch ver
lengd met 10 jaren. De concessie loopt dus
en kunnen in de voorwaarden daarvan in
die periode geen veranderingen worden
aangebracht dan met wederzijdsch goedvin
den.
Geplaatst voor de vraag of de gemeente
per 1 Januari 1927 de Leidsche Duinwater-
Maatschappij zou overnemen, heeft de toen
malige Raad met overgroote meerderheid
daarvan afgezien op grond van de al te be
zwarende voorwaarden waarop dit krach
tens de concessie toen mogelijk zou zijn ge
weest en heeft men er in berust de- beslis
sing dienaangaande 10 jaren te verschui
ven.
De gunstige bedrijfsresultaten van de se
dert dien verloopen jaren wettigen het
vermoeden, dat tegen het oogenblik, waar
op de naasting nu weer mogelijk zou zijn,
d.i. 1 Januari 1937 en de prijs daarvan be
paald zou moeten worden, deze nog aan
zienlijk hooger zou uitvallen.
Het oogenblik voor een trans
actie zoo gunstig mogelijk.
Ons College acht het oogenblik, om deze
transactie aan te gaan, dus zoo gunstig
mogelijk en koestert de vrees, dat de thans
geboden gelegenheid zich niet zal herha
len, doch dat men in 1937 uitsluitend te
overwegen krijgt naasting van liet gekeele
bedrijf tegen een prijs, bepaald overeen
komstig de voorwaarden vervat in artikel
22 der concessie, of wel automatische ver
lenging der concessie met 25 jaren.
Waar de bedrijfsresultaten der laatste
jaren deze vrees volkomen rechtvaardigen,
meent ons College, dat de gelegenheid, om
zich langs den nu voorgeslagen weg nage
noeg volledig zeggenschap in de leiding
der onderneming te verzekeren, moet wor
den aangegrepen. Door aankoop toch van
ruim 90 pet. van de aandeeeln, die niet
zullen worden overgedragen alvorens de
statuten zoodanig gewijzigd zijn, dat ieder
aandeel recht geeft op één stem, verkrijgt
de gemeente inderdaad alle macht in het
beheer der vennootschap en zal het ge
meentebelang in alle zaken den doorslag
geven.
De overname is van groot
en overwegend belang.
Dat het verwerven van deze
schap van groot en overwegend belang voor
de gemeente Leiden is, vloeit voort eener-
zijds uit overweging van wijs gemeente
beleid en is anderzijds ook gewenscht voor
Leiden om redenen, ontleend aan de gebre
ken, die de verleende concessie aankleven.
Redenen van sociaal politie-
ken aard.
Het komt ons toch voor, dat de voorzie
ning der gemeente met goed drinkwater,
meer nog dan die met gas en electriciteit,
is een zaak van gemeentelijke zorg. Daar
voor een concessie te verleenen aan een
particulieren ondernemer was een 50 a
60 jaren geleden begrijpelijk, maar zou
thans zeer waarschijnlijk geen enkelen
voorstander meer vinden.
Drinkwater is een absolute levensbe
hoefte en het is voor de ingezetenen niet
mogelijk dit anders te vorkrijgen dan door
een daartoe speciaal in het leven geroepen
bedrijf.
De voorziening van de gemeente met
het alleen uit de duinen te winnen zuiver
voortreffelijk water is een monopolie, dat
in de handen der gemeenschap behoort te
berusten. Het winningsgebied bevindt zich
in de duinen te Katwijk; een gedeelte is
door het Rijk in erfpacht aan onze ge
meente gegeven, die het op haar beurt aan
de Leidsche Duinwatermaatschappij ter
exploitatie heeft overgegeven en een an
der deel behoort aan de genoemde Naam
looze Vennootschap in eigendom, doch
beide zijn gelegen in een andere gemeente.
De aanvoerleidingen doorkruisen meer
dere andere gemeenten, of aan Rijk of pro-
incie toebehoorende kanalen, vaarten en
Het is naar ons gevoelen voor geen te
genspraak vatbaar dat op den duur de
overheid, die geen ander belang te verzor
gen heeft dan het algemeen belang, beter
dan een particuliere ondernemer bij wie
het maken van winst toch steeds een
voorname rol speelt in staat is op de
meest doeltreffende wijze voor de be
scherming en instandhouding of uitbreiding
van het winningsgebied en de aanvoerlei
dingen te zorgen.
De vaststelling van de tarieven en van
de voorwaarden, waarop water geleverd
wordt, geschiedt door de Maatschappij, zij
het dan ook na goedkeuring door Burge
meester en Wethouders. Veranderingen
daarin kunnen niet tegen den wil der
Maatschappij worden gebracht.
Op de door de Leidsche Duinwater-
Maatschappij gevolgde politiek ten aanzien
van de verzekering van voldoend water
kan de gemeente geen invloed uitoefenen
en een grondig onderzoek van geo-hydro-
logischen aard, dat aan die politiek ten
grondslag moet liggen, is door de Maat
schappij nooit ingesteld noch kan zij daar
toe gedwongen worden.
Wanneer de directie eens mocht geraken
in niet bekwame handen, is het voor de
gemeente niet mogelijk tijdig in te grijpen
en, eerst wanneer grove verwaarloozing ge
leid heeft tot een stopzetting van de leve
ring van water, kan de gemeente zich in
het beheer stellen van het bedrijf.
Over verscheidene bezwaren van minder
ingrijpenden aard, die het gemeentebestuur
in de praktijk heeft ervaren, willen wij
hier niet in bijzonderheden uitweiden.
Het gemeentebestuur van 1876 heeft
voorzoover dat toen mogolijk was zich
een aanzienlijke mate van zeggenschap
weten voor te behouden en de concessie
zooals die later nog gewijzigd is biedt
tal van waarborgen, als goedkeuring door
Raad of Burgemeester en Wethouders van
tarieven, balansen, groote werken, leenin
gen, en benoeming door den Raad van een
Gemeentelijken Commdssaris-V oorzitter,
maar de zegenschap der gemeente is nog
verre van volledig en zij is voor de uit
oefening daarvan afhankelijk van allerlei
niet te voren te verzekeren gelukkige om
standigheden, w. o. wel de vooimaamste is,
dat de Gemeenteraad een goede keus doet
voor een Gemeentelijken Commissaris en
dat deze over een zeer scherpen zaken-
blik en een groote dosis tact beschikt, om
op het beleid van de niet door de gemeente
benoemde directie dagelijks toezicht te
oefenen. Dat de gemeente in den tegen-
woordigen Commissaris en in diens voor
ganger voortreffelijke adviseurs gevonden
heeft is verheugend, doch dit zou ook wel
eens anders kunnen worden.
Zeker is wel gebleken, dat aan deze be
trekking zeer hooge eisohen gesteld moe
ten worden.
Wij willen niet verzuimen als een andere
gelukkige omstandigheid te vermelden,
dat het van de zijde der directie en den
tegenwoordigen gedelegeerden Commissa
ris Jhr. van Kretschmar van Veen aan den
wil om samen te werken niet ontbroken
heeft, doch wij kunnen niet verhelen, dat
in den loop der jaren dikwijls verschillen
zijn ontstaan, die slechts ten koste van
veel moeite, werk, dure adviezen en lang
durige onderhandelingen konden worden
opgelost. Onduidelijke bewoordingen van
de concessie gaven en geven tot verschil
van opvatting aanleiding en er zijn ver
scheidene punten, waaromtrent overeen
stemming met de directie onbereikbaar is, j
punten die van zeer ingrijpend belang zijn.
Redenen van financieelen aard.
Na de bespreking van de bezwaren on
der meer die van sociaal politieken aard,
komen wij thans tot de tweede groep van
bezwaren, die de tegenwoordige verhou
ding tuschen Maatschappij en gemeente
oplevert en die meer van finantieelen aard
zijn.
De punten van wrijving tusschen de ge
meente en de Maatschappij zijn vooral de
volgende
lo. Wat is de juiste beteekenis van de
in art. 22 gegeven basis voor de bereke
ning' van den prijs der overname? Wat is
te verstaan onder „netto opbrengst"?
2o. Het kweeken van reserves.
3o. Dc samenstelling van de winst- en
verliesrekening in verband met de vraag
wat onder uitbreiding, wat onder exploi
tatiekosten is te verstaan.
Do bepaling van art. 22 van do conces
sie zegt, dat aan het einde der concessie
de gemeente do activa der Maatschappij
kan overnemen voor 20 X de gemiddelde
netto opbrengst over dc laatste 4 jaren.
De gemeente vreest dus, dat do Maatschap
pij er naar streven zal, haar finanbieele po
litiek zoodanig in te richten, dat de netto
opbrengst in die critieke jaren zoo hoog
mogelijk zij, zoodat of de gemeente voor
de hooge kosten terugschrikt of wel een
zeer hoog bedrag aan de Maatschappij
wordt uitgekeerd.
De gemeente heeft meerdere malen be
merkt, dat inderdaad do Maatschappij zich
in haar voorstellen ten aanzien van de sa
menstelling der winst- en verliesrekening
door deze overwegingen liet leiden.
Een ander belang der gemeente prikkelt j
haar in diezelfde'richting te gaan. De gc- j
meente geniet n.l. volgens art. 13 der sta-
tuten 50 pet-, van de overwinst, d.w.z. dc
winst nadat aan de aandeelhouders 5 pet. I
over het kapitaal ad 450.000.betaald
is. Het is dus voor de gemeente verleide
lijk om dit aandeel zoo hoog mogelijk op
te voeren en alles wat de exploitatiereke
ning mocht bezwaren, liever naar de ka-
te verwijzen.
Wat is de prijs?
Thans dient de vraag onder de oogen
te worden gezien of de prijs, die voor de
aandeelen gevraagd wordt, voor de ge
meente aanvaardbaar is.
Gesteld, dat alle aandeelen worden aan
geboden, dan moet betaald worden 450 X
3.000.1.350.000.voor de aandee
len en 175.000.voor de concessionaris
rechten.
Voor 1.525.000.verwerft dc gemeente
dus een bezit, dat jaarlijks oplevert een
winst van 254.804.14 (inclusief de tantièmes
der Directie en Commissarissen). Daarvan
gaat af 5 pet. over het te leenen bedrag
voor den aankoop der aandeeleu of
76.250.rest een netto rendement van
de belegging van 178.554.14 of 11 pet. De
gemeente kreeg volgens de concessie in
1928 al een aandeel in de winst ad
89.302.7G en er blijft dus een voordeel
van ƒ89.251.38 per jaar uit de transactie
boven hetgeen de gemeente toöh reeds
genoot. Er is dus een zeer ruinje reserve
voor eventueelen achteruitgang van de on
derneming of voor de eventueele hoogere
kosten, die de Maatschappij zou hebben
te maken om de stijgende hoeveelheid wa
ter te produceeren en te distribueeren, als
mede om in den vervolge een gezondere
bedrijfspolitiek te voeren en juiste reser
ves te maken.
In vergelijking met naasting is de nu
voorgestelde transactie ook voordeelig.
Door aankoop der aandeelen verwerft de
gemeente thans voor 1.525.000.hetzelf
de wat zij over 6 jaren bij naasting onder
zeer gunstige omstandigheden voor
2.S47.584.40 zou kunnen verwerven, doch
waarvoor zij eventueel ook 6.409.891.80 zou
kunnen moeten betalen (deze bedragen
worden uitvoerig door B. en W. gemoti
veerd) op poene van de concessie voor 25
jaar verlengd te zien.
Overigens meenen wij ook, dat een prijs
van 300 pet. voor een volle zeggenschap
verzekerend aantal aandeelen van een
Naamlooze Vennootschap, wier aandeelen
voor 275 pet. verhandeld werden en die 15
pet. dividend geeft, niet al te hoog is.
Wij hebben tot nu toe nagenoeg alleen
van financieele zijde de zaak bekeken en
hoezeer, wat wij dienaangaande leerden,
ons tot de overtuiging brengt, dat de ge
meente gebruik moet maken van de gele
genheid, die zich thans voordoet (en zich
waarschijnlijk niet zoo spoedig herhalen
zal) zoo zouden wij Uwen Raad nooit kun
nen aanraden op het voorstel in te gaan,
tenzij wij ons ook overtuigd hadden, dat
de onderneming, niet alleen financieel en
technisch gezond is, doch ook de waarbor
gen biedt, dat zij in dc komende jaren de
zelfde mogelijkheden van verdiensten zal
blijven bieden.
Ten einde een deskundig onderzoek hier
naar te kunnen insfceleln, hebben wij be
halve van de diensten van den rechtskun
dig adviseur Mr. Th. A. Fruin, die groote
ervaring van transacties als de thans voor
geslagene heeft, ons ook verzekerd van het
advies van een bij uitstek deskundige, t.w.
den directeur van het Rijksbureau voor
drinkwatervoorziening, den heer Ir. W. F.
J. M. Krul.
Beiden adviseeren tot de transactie over
tc gaan.
De conclusie.
Revumeerende geven wij Uwe Vergade
ring alsnu, onder verwijzing naar het hier
onder afgedurkt advies van de Commissie
van Financiën, in overweging:
a. over te gaan tot den aankoop van 418
aandeelen Leidsche Duinwater Maatschap
pij tegen een prijs van 3.000.^- per aan
deel plus rente h 5 pet. van af Juli 1930,
alsmede van de concessionarisrechten, zoo
als die in de ontwerp-overeenkomst met
Jhr. J. A. van Kretschmar van Veen om
schreven zijn tegen een prijs van ƒ175.000;
b. goed te keuren het overgelegde con
cept contract met Jhr. J. A. van Kretsch
mar van Veen te Hilversum;
c. Burgemeester en Wethouders te mach
tigen om desgewenscht eventueel boven
het getal van 418 aangeboden aandeelen
nog aan te bieden aandeelen tegen den
prijs van 3.000.per stuk aan te koo-
pen.
DE MEENING DER COMMISSIE
VAN FINANCIEN.
Naar aanleiding van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aan den
Raad om te besluiten tot den aankoop
van 418 aandeelen Leidsche Duinwater
Maatschappij c.a., geeft de Commissie van
Financiën als haar oordeel te kennen dat,
waar ingeval van naasting de Gemeente,
ook in het voor haar gunstigste geval, toch
nog een aanzienlijk hooger bedrag zal moe
ten betalen dan bij het totstandkomen dei-
voorgestelde transactie, het aangaan van
deze overeenkomst uit financieel oogpunt
aanbevelenswaardig kan genoemd worden.
Of het voor de gemeente wenschelijk of
noodzakelijk is om volledige zeggenschap
te verkrijgen in het bedrijf der Leidsche
Duinwater Maatschappij zou, behalve uit
financieel oogpunt in vergelijking met een
eventueele naasting, ook nog beschouwd
kunnen worden uit een oogpunt van sociale
politiek. De Commissie is echter van oor
deel, dat het niet tot haar taak behoort
dit terrein te betreden, doch wil wel als
hare meening te kennen geven, dat de
verschillende gronden, waarop in het in
gekomen stuk de vorenbedoelde wensche
lijkheid of noodzakelijkheid voor de ge
meente wordt bepleit, door haar niet of
niet allen worden gedeeld.
Him DirDDflT MAARSMANSSTEE6 7-14-21
Blli rlLTKIIU I telef.630 -1293
ZATERDAGMORGEN 9 uur begint in onze Afdeling
Van onze koopjes behoeven wij niets te zegge!
vroegere opruimingen bekend. Alléén dit jaar zal al
PROFITEERT VAN DE KOOPJES!
,t is door
'overtreffe
In onze HUISH. AFDEELING voortzette van den
IN MAAK GLAZEN
2 L. IVoL. IL. -I.|L. i/;L.
RINGEN GRATIS! 32 29 27 24 22
irtre™
UIT DE RAD10-WEREU
Programma's voor Zaterdag 26 Juli.
Huizen, 298 M. N a 1 uur: 1071. M.
Uitsl. KRO-.Uitz.
8.159.30 Gramofoonplaten.
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje.
12.151.15 Concert KRO.-kwinfcet.
I.152.00 Gramofoonpl.
2.003.15 Kinderuurtje.
5.006.00 Gramofoonpl.
6.016.15 Sportpraatje door den heer S.
P. J. Borsten.
6.157.15 Gramofoonpl.
7.157.45 J. M. v. .Sas: „De herinnering
van de Gemeentewet".
7.458.00 Gramofoonpl.
S.019.00 Concert. Utrechtsche Postfan-
fare „Onder Ons".
9.009.15 Zang in het Esperanto door
den minstreel Alexander Strake, met be
geleiding van luit.
9.159.30 Radio-blijspel ,.De Sollicitan
ten" in 1 bedrijf van D. J. van Hoften.
9.309.40 Nieuwsber.
9.409.55 Zang door Alex. Starke.
9.5511.00 Vervolg concert Utr. Post-
fanfare.
II.0012.00 Gramofoonpl.
Hilversum, 1875 M.
V.A.R.A.-uitzending.
10.00 (V.P.R.O.) Morgenwijding.
12.00 Poli,t|ieb,Qiv
12.15 Grainófóonpl.
2.00 Kinderuurtje.
2.40 Paedagogisch concert door het V.A.
R.A.-orkest.
4.10 Voor amateur-fotografen door D. v.
Kreveld IV. De Lens.
4.40 VARA-Varia.
4.50 Mededeelingen van het Reissocr. van
het Instituut voor Arb. Ontwikkeling.
5.00 Gramofoonpl.
5.20 G. J. Zwetbroek: De geschiedenis
van den Radio-Omroep in Nederland. IV.
5.50 Politieklecon. weekoverzicht te ver-
I zorgen door de S. D. A. P.
6.15 Kinderuurtje,
j 7.15 Bij de pomp. Teun de Klepperman.
7.45 Politieber.
I 8.15 Uitzending ter gelegenheid van het
j 10-jarig bestaan van het Dagblad „Voor-
j waarts". VAR-Orkest. VARA-tooneel, Mia
j üorel (zang).
Daventry, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
I 11.0511.20 Lezing.
J 1.202.20 Orkestconcert.
3.50 Concert. Orkest, J. Coxon (sopraan),
E. Kersey (viool).
5.05 Orgelspel der R. New.
5.35 Kinderuurtje.
6.35 Nieuwsber.
6.50 Verslag van cricket wedstrijd.
7.00 Sportber.
7.05 Zang door Helen Henschel en H er-
bert Heyner.
7.20 Lezing.
7.40 Lezing.
7.50 Vaudeville.
9.20 Nieuwsber.
9.45 Lezing.
10.00 Concert. O. Groves, D. Owens, G.
Baker. S. Biley (jang). Koor en Orkest.
11.0012.20 Dansmuziek.
„R a d i o - P a r i s", 1725 M.
12.50 Gramafoonpl.
4.05 Kinderuurtje.
4.50 Dansmuziek.
9.05 Solisten-concert Russische- en Bo-
heemsche liederen.
Langenberg, 473 M.
7.257.50 Gramofoonpl.
7.508.50 Orkestconcert.
10.3512.15 Gramofoonpl.
12.30 Gramofoonpl.
I.252.50 Orkestconcert.
5.506.50 Gramofoonpl.
8.20 Vroolijke avond. Daarna tot 12.20:
Orkestconcert.
12.201.20 Jazzmuziek (Gramofoonpl.).
Kalundborg, 1153 M.
12.20—2.20 Orkestconcert.
3.505.50 Orkestconcert en zang.
8.209.35 Orkestconcert.
10.2011.20 Orkestconcert.
II.2012.35 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Gramofoonpl.
G.50 Gramofoonpl.
8.35 Orkestconcert.
9.10 Gramofoonpl.
9.20 Symphonie-concert vanuit de Kur-
zaal te Ostende.
Zeesen, 1635 M.
6.107.20 Lezingen.
7.207.50 Gramofoonpl.
10.50 Berichten.
12.201.15 Gramofoonpl.
1.15 Berichten.
2.203.20 Gramofoonpl.
3.20—4.20 Lezingen.
4.205.50 Concert.
5.508.20 Lezingen.
8.20 Piano-recital door Ise C. Kraus.
8.50 Orkestconcert. Daarna tot 12.30:
Dansmuziek.
Financiën en Economie
SODALITAS MEDIC0RUM.
De verantwoordelijkheid van de
Hongaarsche kerkelijke overheid.
Het Corr. Bur. verstrekt de
mededeeling:
Ter aanvulling van het onderhoud, aan
de pers verstrekt door dr. L. Jordan, advo
caat te Boedapest, inzake de leening Soda-
litas Medicorum, wordt ons van bevoegde
zijde do volgende verklaring gegeven, wel
ke in deze aangelegenheid nog duidelijker
de rol van de Hongaarsche kerk en dc aan
haar toegeschreven verantwoordelijkheid
weergeeft:
le. Geconstateerd wordt, dat het bureau
van den vorstprimaat tc Esztergom don
heer Leenes nadrukkelijk het sluiten van
de lecning heeft afgeraden en, dat het hem
met evenveel nadruk er op heeft gewezen,
dat de door Sodalitas ter dekking aange
boden hypotheek niet voldoende zou zijn
en het als leening te verstrekken bedrag
niet garandeerde.
2e. Zooals dr. Jordan bij zijn persge-
sprek heeft verklaard, heeft het bureau
van den vorst-primaat te Esztergom tevo
ren elke verantwoordelijkheid afgewezen
voor de gevolgen, indien de heer Leenes
ondanks dien raad toch tot het sluiten
van de leening zou overgaan. De heer Lee
nes heeft daarop de verklaring afgelegd,
welke door dr. Jordan eveneens tor be
schikking van de pers werd gesteld en
waarin hij (Leenes) ook zijnerzijds beves
tigt, dat de Hongaarsche k©Tk geen ver
antwoordelijkheid inzake de leening draagt.
En het „Volk blijft maar aldoor aan
't stoken tegen de Hongaarsche kerkelijke
overheid, die van de geheele financieele
debacle de volledige schuld zou dragen!
LEGER EN VLOOT
Betere promotiekansen in het leger?
Naar de „Haagsche Crt." verneemt, zijn
binnenkort ingrijpende maatregelen tc
verwachten, welke ten doel hebben, een
voor den bevorderingsgaug gunstiger sterk
te-verhouding tusschen dc onderscheidene
officers- en onderofficiersrangen tc
scheppen. Bevorderingen zonder toekenning
van do aan den hoogeren rang verbonden
jaarwedde zullen niet meer plaats vinden,
do z.g.n. dubbelrangen komen hierdoor in
dc toekomst te vervallen. Deze maatrege
len zullen bovendien ten gevolge hebben,
dat de bevordering dermate zal verbeto-
ren, dat het in de toekomst niet meer zal
voorkomen, dat luitenants langer dan twee
jaar de maximum bezoldiging zullen ge
nieten.
Bovendien is de gelegenheid openge
steld om voor zoover de bolangen van
don dienst zulks mogelijk maken den
militairen dienst met pensioen met reser
veplicht te verlaten.
De nieuwe maatregelen zullen een vrij
groot aantal overplaatsingen noodzakelijk
maken; bij alle zullen echter dc belangen
van den dienst en de belangen van de voor
een overplaatsing in aanmerking komende
officiers- en onderofficiersrangen te
den overwogen en zal ook op rechtmatige
belangen van de ongehuwden worden ge
let.