H. PIERROT Wam loopt ooze UTILE UITVERKOOP zoo? KERKNIEUWS Bevolkingsregister STADSNIEUWS VRIJDAG 18 JULI 1930 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 HONGARIJE. Nog Hongaarsche krijgsgevangenen in Fransch Guinea? Eenige Hongaarsche krijgsgevangenen, die van het Ehiivelseiland teruggekeerd zijn, hebben den minister van buitenland- sche zaken gemeld, dat zich in de mijnen en in de deportatieoorden van Fransch Guinea nog een groot aantal gewezen Hon gaarsche krijgsgevangenen bevinden, die daar, in strijd met de bepalingen van het volkenrecht, worden gevangen gehouden. Het Hongaarsche ministerie van buiten- landsche zaken heeft de Fransche regee ring om opheldering verzocht. ROEMENIE Koning Carol's echtscheiding opgeheven. Officieel wordt aangekondigd, dat de echtscheiding tusschen koning Carol en prinses Helena is opgeheven. Haar ver wacht wordt, zal de verzoening binnenkort plaats hebben. «Tel." BULGARIJE. De Buigaarsche revolutionairen. Weer een aanslag. De Godsvrede, die enkele maanden ge leden tusschen de beide groepen der in wendige Macedonische revolutionaire or ganisatie (I.M.R.O.) was gesloten, schijnt thans weer te zijn gestoord door een aan slag, die gisteravond te Boergas op het lid van den gemeenteraad Gligor Petroff is gepleegd. Petroff zat met benige vrien den voor een café op het corso, toen uit een hinderlaag een zevental schoten op hem werden gelost. Twee er van troffen Petroff, die ernstig gewond ineenzakte. De andere misten hun doel; door een wonder is niemand anders getroffen. De dader kon als gewoonlijk ontkomen. De schietpartij veroorzaakte onder het pu bliek, dat. juist op dezen tijd bijzonder talrijk was, een paniek. BRITSCH-INDIE ALGEM. KATHOLIEKEN-CONGRES IN BR.-INDIE. De algemeene raad van de Katholieke vereeniging „de Kanara", die te Manga- lore bijeenkwam, heeft aan de Katholieke couranten en aan de secretarissen der ver schillende Katholieke vereenigingen een schrijven gericht om hen te overtuigen van de noodzakelijkheid van het spoedig houden van een algemeen congres der Katholieken in Indië, gegeven de huidige politieke veranderingen die in dat land aanstaande zijn. Het voorgestelde congres, dat van 15 tot 17 Augustus te Mangalore zal gehouden worden, zal trachten de middelen op te sporen, waardoor de rechten der Katholie ken zullen worden gewaarborgd wat be treft: le. de uitoefening van den gods dienst; 2e. het eigendomsrecht der Ker kelijke goederen; 3e. het persoonlijk recht, dat ook omvat de relatieve wetgeving in zake huwelijk, successie en het erfrecht; 4e. de opvoeding; 5e. het aantal zetels der Katholieken in de wetgevende vergade ringen. CHINA. Vliegtuigen in dienst der Noordelijken. Tien vliegtuigen te Tientsin gearriveerd? Haar wordt medegedeeld, heeft de com mandant van de luchtmacht der Noorde lijken verklaard, dat er ongeveer 20 leger vliegtuigen in Italië zijn besteld, waarvan er tien te Tientsin zullen aankomen. Deze zullen gebruikt worden voor het Lunghai- front. HEILIGDOMSVAART TE MAASTRICHT. Pontificale H. Mis van Mgr. Aengenent. Onder regenbuien werd Woensdag Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem door den hoogeerw. heer Deken Wouters, mr. Paulussen en leden van het hoofdcomité onder geleide van de eere- wacht te paard van het station gehaald. In de overvolle St. Servaaskerk droeg de bisschop gistermorgen de pontificale H. Mis op, geassisteerd door de zeereerw. heeren pastoor Bollen, ad cappam, rector Godeb S.J. en rector Busscher als troon- diakens, de weleerw. hoeren Widdershoven en Linssen, respectievelijk als diaken en sub-diaken, den weleerw. heer Goessens ad mytram en de weleerw. heer Grubben, ad baculiun. Landelijke proefneming met een- gezins-persoonskaartenstelsel. Onlangs is door de Tweede Kamer der Staten-Generaal een bedrag van 30.000 toegestaan voor het nemen van een proef met een gezinspersoonskaartenstelsel in de administratie der bevoiking. Het doen van proefnemingen op zoo uitgebreide schaal, dat daarmede een bedrag van 30.000 is gemoeid, is zeker belangrijk genoeg om er aandacht aan te schenken, te meer waar het hier geldt een proefneming, een op administratief gebied, welke misschen geen unicum, maar toch ook geen alle- daagsch feit mag worden genoemd. Wij zijn daarom eens op onderzoek uitgegaan en vernamen bij deZe gelegenheid het vol gende. Sedert 1850 is in elke gemeente van ons land een bevolkingsregister, dat wordt bijgehouden door ambtenaren, door het ge meentebestuur aangesteld en bezoldigd. De gegevens, welke toenmaals werden inge schreven in boeken, werden geput uit de formulieren der volkstelling, welke in 1849 in ons land was gehouden. Het bevolkings register moet men niet verwarren met de registers van den Burgerlijken Stand, welke daarmede slechts weinig gemeen hebben. In 'de registers van den burger lijken stand worden door middel van daar toe door de ambtenaren van den burger lijken stand opgemaakte akten, slechts en kele feiten vastgelegd, welke in het leven van den mensch van groot belang zijn. In die akten worden later zelden of nooit wijzigingen aangebracht. De feiten waar van akten worden opgemaakt zijn o.a. ge boorte, huwelijk, echtscheiding en overlij den. Afschrift van of uittreksel uit een akte van den burgerlijken stand kan be houdens niets terzake doende uitzonderin gen, slechts worden verkregen bij den ambtenaar van deu burgerlijken stand in de gemeente, waar de geboorte of het over lijden plaats vond, waar het huwelijk werd gesloten of waar de akte van echtschei ding werd ingeschreven. Kortom de gege vens van den burgerlijken stand worden niet overgebracht of doorgegeven naar de gemeente, waarheen de persoon op wie zij betrekking hebben, eventueel vertrekt.. Het kenmerkende van het bevolkings register is, dat wijzigingen in naam, bur gerlijken staat, beroep, adres, enz. enz. wel worden aangeteekend en dat bij ver trek naar een andere gemeente de gege vens worden doorgegeven. Dit doorgeven van gegevens geschiedt door middel van een z.g. verhuisbiljet, dai de vertrekkende van het gemeentebestuur mede krijgt ter inlevering in de nieuwe woonplaats en waarop zijn laatstbekende gegevens om trent die persoon uit het bevolkingsregis ter zijn overgeschreven. In de nieuwe woongemeente wordt het verhuisbiljet weder overgeschreven in het bevolkings register. Het is duidelijk, dat waar zooals gezegd, op het verhuisbiljet slechts de laatstbekende gegevens worden doorge geven, in de gemeente van vertrek soms Waardevolle aanteekeningen achterblijven. Om een voorbeeld te noemen: In de ge meente A. woont mijnheer X. met zijn vrouw en een kind. Zijn vrouw verlaat hem, nadat het kind is overleden en mijn heer X. vertrekt naar de gemeente B. Op het verhuisbiljet wordt nu alleen opgeno men of mijnheer X. gehuwd is en als zoo danig wordt hij in het bevolkingsregister dezer gemeente B. ingeschreven. Met wie hij gehuwd is. weet men in B. dus niet, evenmin, dat hij een kind had, dat over leden is. Deze gegevens kan men alleen te weten komen in de gemeente A. De zorg voor het goed bijhouden van het be volkingsregister kost heel wat tijd en moeite. Voortdurend moeten ambtenaren bezig zijn, niet alleeD om de noodige wij zigingen aan te brengen en in- en afschrij vingen in orde te maken, doch ook om na te gaan, of er personen verhuisd of naar elders vertrokken, of van elders gekomen zijn, die verzuimd hebben, daarvan aan gifte te doen. Slechts door een voortdu rende activiteit kan het bevolkingsregister zooveel mogelijk up to date worden ge houden. Een slecht bijgehouden register is van heel wat minder belang dan een, dat goed wordt verzorgd en bijgehouden. Een goed bevolkingsregister is van on schatbare waarde voor de gemeente en het Bijk, voor handel en particulieren, hetgeen ieder za.1 beamen, die op zijn tijd wel eens gebruik maakt van deze nuttige instelling om iets aan de weet te komen. Tot heden is de algemeene inrichting van de bevolkingsregister binnen de per ken van eenige algemeen bindende voor schriften, overgelaten aan het inzicht van de Gemeentebesturen, tengevolge waarvan geen eenheid in deze publiekrechtelijke administratie bestaat Sommige gemeenten zijn gebleven bij de vasie boeken, zooals deze in 1850 in alle gemeenten werden ge bruikt en getroosten zich de moeite, wan neer die vaste boeken zijn volgeschreven, deze periodiek over te schrijven in nieuwe boeken. Enkele gemeenten zijn in den loop der tijden overgegaan tot het gebruik van losbladige boeken en vele gemeenten heb ben, vooral in de laatste jaren, in de be volkingsadministratie kaarten ingevoerd. Vooral in de grootere en grootste gemeen ten is het gebruik van kaarten een eisch des tijds, waaraan men niet heeft kunnen ontkomen. Hoewel het natuurlijk wel eens voorkomt, dat"een kaart per abuis op een verkeerde plaats wordt gezet en dan soms geruimen tijd zoek is. het een soms heel wat ongerief kan veroorzaken, is toch in verband met de eischen, welke tegenwoor dig door Overheid en Handel aan de be volkingsregisters worden gesteld, het kaart systeem als een uitkomst te beschouwen. Steeds meer gemeenten gaan dan ook tot de invoering van kaartenstelsels over en slechts weinigen laten zich nog weerhou den door vrees voor zoekraken yan kaar ten. De formaten der kaarten, de indee ling, de wijze van berging, de methode van rangschikking, trouwens de geheele orga nisatie van de administratie is in welhaast geen twee gemeenten gelijk. Wij kunnen het 't beste uitdrukken mex te zeggen, dat elke gemeente voor haar bevolkingsregis ter een maatpakje heeft laten maken vol gens eigen smaak en snit, waarvan som mige wel wat uit de mode zijn geraakt. Reeds vele jaren bestaat het plan de bevolkingsregisters in een nieuw pakje te steken, een confectiepakje van moderne snit, dat dan zou bestaan uit kaarten, welke door het Rijk worden verstrekt. Doch niet alleen wilde men de bestaande bevolkingsregisters van verschillend maak sel vervangen door een uniform kaartsys teem, men wenschte ook de administratie zelve anders te voeren. Tot op den dag van heden geschiedt de inschrijving dei- inwoners „gezinswijze", d.w.z. man, vrouw, kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen en meestal (hierin bestaat ook al geen een heid), verwante personen en soms ook niet-verwante personen, worden onder elkander op één blad of kaart ingeschre ven, een z.g. „gezinsblad" of „gezins- kaart". Op de namen van personen, die anders heeten dan het hoofd van het ge zin, wordt dan meestentijds (niet altijd) een klapper aangelegd, welke verwijst naar den naam van het gezinshoofd. Zoo als is opgemerkt, worden bij vertrek van een persoon of een gezin naar een andere gemeente, de gegevens naar den laatsten toestand overgeschreven op een verhuis biljet en in de nieuwe woonplaats van het verhuisbiljet weer in heb gezinsregister of op de gezinskdart. De uniforme kaarten, welke nu in de plaats zouden moeten tre den van de bestaande bevolkingsregisters van verschillend model, zijn zóó gedacht, dat zij geschikt zijn voor de beschrijving van één persoon. In de plaats van één ge zinsblad. of kaart voor meerdere personen, zouden dus komen een aantal persoons kaarten. Deze persoonskaarten zouden bij vertrek naar een andere gemeente dan in de plaats kunnen treden van het verhuis biljet, waardoor het herhaalde overschrij ven der gegevens zou worden voorkomen en steeds alle gegevens in de laatste woonplaats aanwezig zouden zijn. In het geval van mijnheer X. te A. zoude men dus in de gemeente B. kunnen zien, met wie hij gehuwd is, enz. Zooals het meer gaat bij ingrijpende wijzigingen op publiek terrein, vond deze kiervoren omschreven gedachte aanhangers en tegenstanders. De Minister, wien het aangaat, benoemde in 1909 een Commissie, om het vraagstuk te bekijken. Deze com missie kwam tot de conclusie, dat het stel sel van persoonskaarten was aan te be velen en een verbetering van de bevol kingsadministratie zou beteekenen, doch dat het niet in de plaats van de bestaande bevolkingsregisters (gezinsregisters) zou mogen treden, maar er naast moest wor den gebruikt. Deze laatste meening was voornamelijk gegrond op de omstandigheid, dat het overzicht, betreffende de samenstelling van het gezin mei persoonskaarten min der gemakkelijk zou zijn te verkrijgen, dan in het bestaande systeem van gezins registers. Ook de meening dezer commis sie ondervond bestrijding. Het voornaam ste bezwaar was wel, dat de gemeente administratie zou wövden belast met twee registers voor hetzelfde doel, hetgeen meer werk en ook meer bergruimte zou eischen. Zoo geraakte de zaak op den ach tergrond, totdat zij opeens in 1928 weer naar voren werd gebracht. De jaren had den nieuwe inzichten gebracht. In vele gemeenten, waar men voorheen bezwaar had tegen het gebruik van kaarten, was men intusschen bekeerd en andere omstan digheden drongen ertce het vraagstuk nog maals in vollen omvang te bekijken. De Minister benoemde wederom een commis sie, welke de zaak zou bestudeeren. Deze commissie zat nu met de conclusie der vo rige commissie, dat het denkbeeld „per- soonskaartenstelsel" wel aanbeveling ver diende, mits naast het bestaande „ge- zinsregiistersysteeni". In deze commissie kwam men nu op de gedachte de beide stelsels te .combineeren zoodanig, dat op elke persoonskaart een ruimte wordt uit gespaard, waarin de gegevens betreffende het gezin kunnen worden opgenomen. Op de persoonskaart van een geziQshoofd zal men dan de gegevens aantreffen van zijn gezin. Haar het oordeel van de commissie was daarmede het bestaande gezinsregis ter overbodig, en men noemde het stelsel een „gezinspersoonskaartenstelsel". De kaarten volgen de pesonen bij verhuizing van de eene gemeente naar de andere, nadat een uittreksel uit of een afschrift van de kaart is genomen ten behoeve van het archief der gemeente. De meening der commissie, dat de ge- i geven oplossing een waardig plaatsver- I vangst er zou zijn van de huidige gezins- j administratie en vele voordeeien zou bie- I den voor de gemeen e-administratie in het algemeen, ondervond in de vakpers nogal bestrijding. Deze bestrijding in de vakpers vond weerklank in de Tweede Kame<r der Staten-Generaal, toen de Mi- nister, die de conclusies van de Commissie had overgenomen, een crediet vroeg om tot de invoering van het gezinspersoonskaar ten stelsel over te gaan. De minister trok de jx>st terug. Kort daarna werd in enkele I dag^San vakbladen aangedrongen op het nemen van een proef met het stelsel in een aantalS^emeenten. De Minister zoo wel als de commissie voelden voor dat plan en blijkens de g^apmen beslissing in zake het toestaan van 'een crediet voor de proef, kon ook de Tweede Kamer der Staten-Generaal zich daarmede vereeni gen. In een vijftigtal gemeenten zal nu met het gezinspersoonstaartenstelsel een proef werden genomen, gedeeltelijk door geheele omzetting van het- bestaande in het nieuwe systeem, gedeeltelijk door om- I zetting van één ietter van het alphabet.' I Deze proef zal tenminste een jaar moeten voortduren, waarna de conclusies, in rap- porten belichaamd, aan den Minister zul- len worden aangeboden. De praktijk zal dus moeten uitmaken of algemeene invoe ring van het stelsel aanbeveling verdient, dan wel, dat naar andere midde'en ter ver betering der bestaande bevolkingsregis ters moet worden uitgezien, welke uit komsten dezer proefneming wij met be langstelling afwachten. Telefoon Maarsmanssteeg 1 Omdat wij ailes, ook tie/duursta artikelen welke U nooit in een opruiming ÏÉnitretf, tkgen belacheiijke prijzen uiifprHoOjien. f Ons huis moeien wij ontruimen, dus GILLES MOET W£GPROFITEERT 3ÏÏJIS HET EUCHARISTISCH ZIEKENTRIDUUM DE PLECHTIGHEDEN VAN DEN LAATSTEN DAG. De plechtigheden die het wonderschoo- ne Eucharistisch Ziekentriduum in de St.- Josephkerk heden te aanschouwen gaf, vormden wel het hoogtepunt in deze da gen van overvloedige weelde, dagen, die de talrijke zieken wel nimmer geheel uit de gedachten zullen gaan. Het was de laat ste dag dezer allerfeestelijkste dagen, waarop de kerk weer straalde in het stille licht van vele lampen, die het altanr en het priesterkoor rondom verlichtten, en een tuin van planten en bloemen in volle schoonheid te aanschouwen gaf. Waarlijk de feestelijke versiering der kerk, die zoo weldadig en warm aandeed, is onvolprezen. Bloemen en licht langs de bogen hoog in het priesterkoor, een groot kruis van licht in de wijde nis bo ven het altaar, licht om de vele vaandels, die er stonden te midden der palmen. Geen wonder dan ook, dat gisteravond van 79 uur de belangstelling van hen, die deze schoone versiering in oogenschouw wenschten te nemen, overgroot was. Onder leiding van Kapelaan B. Dor- beck zong een dameskoortje eenige gewij de gezangen, wat voor de aanwezigen hun bezoek aan de schoon versierde kerk nog feestelijker maakte. Door een der dames werden hierbij nog eenige solo's gezongen, n.l. „Ave Maria" en „Panis Angelicus". Alleen deze schoone versiering reeds moest ook nu in het hart der zieken wel een warme straal van innige vreugde op wekken. En ook de natuur toonde zich milder dan de laatste dagen, toen de zieken heden morgen weer naar de feestzaal der kerk werden geleid. Wel scheen niet de milde zon, maar dat kon niet deren, er was een zon die milder en warmer straalde in de harten dezer kranke Eucharistische feestelingen, die om half tien gereed waren den laatsten dag van hun feest te gaan vieren. Ha de zegening der zieken werd weder om een plechtige H. Mis opgedragen nu door den Zeereerw. Heer Pastoor J. A. Heiling met assistentie van de weleerw. heeren Pater A. van Lubeek als diaken en Kapelaan H. Agterof van Lisse, als sub diaken. In het priesterkoor hadden plaats geno men de weleerw. heeren Kapelaan H. van Schaik van Oegstgeest, J. Campfen, noo- myst, Father Keet, van de Congregatie van Mill Hill, benevens eenige theologanten van het Seminarie te Warmond. Onder leiding van Pater M. Mulder voer de^ het zangkoor op zeer te loven wijze de driestemmige Mis van Perosi uit. Ha het evangelie besteeg de zeereerw. heer Pastoor Heiling den kansel om de zie ken toe te spreken. Tot tekst had de gewijde redenaar ge kozen de woorden van den Psalmist: Zij beroepen zich op hun paarden en wagens, wij echter beroepen ons op den naam van den Heer Oonze God. Evenals in den tijd van koning David zijn er nu ook menschen, die steunen op dardsche goederen en an deren, die steunen op de genade des Hee ren. Deze laatsten verheugen zich wel over voorspoed, maar zij steunen er niet op, zij steunen op den naam van God en geven zich bij tegenspoed daarom niet over aan wanhoop. Er wordt wel eens gezegd, vervolgde de gewijde spr.,: Gezondheid is de grootste, schat. Dit is een waarheid, die men eerst goed voelt, als men ze mist. Toch is deze waarheid betrekkelijk, want wij_ bezitten een grootere schat, de gezondheid der ziel die voornamer is dan de gezondheid des lichaams. Pastoor Heiling zette vervolgens uit een, hoe wij de gezondheid der ziel wel in onze_ eigen handen hebben, en hoe wij ge lukkig zijn te prijzen met de gave van ons H.^ Geloof, dat ons ook op aarde tevreden heid geeft en geluk. Het H. Geloof en de zegeningen er van doen ons de lasten lichter dragen, 't leert ons de ooraak en het doel van het lijden. Moest ook de Heer niet dat alles lij den, om de heerlijkheid binnen te gaan. De heiligen verlangden daarom naar smart en lijden om gelijkvormig te worden aan Jezus. Het voorbeeld van Jezus Christus zal ook u tot troost en sterkte zijn. Zoo zult gij uw eigen zielen zuiveren en door uw geduldig gedragen lijden zali gen de zielen van anderen. De gewijde spr. spoorde voorts de zie ken aan tot dankbaarheid voor de gave van het H. Geloof, tot gebed en tot het ontvan gen der H.H. Sacramenten en ten slotte tot blijmoedigheid. Zulk een dankbaarheid zal aangenaam zijn aan God en Hij zal LEIDEN. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag 14 tot en met Zondag 20 Juli a.s. waargenomen door de apotheek: C. B. Duyster, H. Rijn 18, Telef. 523. u verder steunen met Zijn genaden tot uw eeuwig welzijn. Hierna werd het plechtig H. Misoffer voortgezet, waaronder de weleerwaard*' heeren J. van Zon en B. Dorbeck tusschen de zieken rondgingen om hen de H. Com munie uit te reiken. Met het Tantum Eergo en de zegen met het Allerheiligste werd ten slotte de eer ste schoone plechtigheid van dezen dag besloten. Om twaalf uur had wederom de plech tigheid der handoplegging plaats, die we derom door een groot aantal pries ters, ten getale van zeventien, over a-lel zieken werd verricht. Terwijl de pries- ken werden „Rex Clementissime" en het lied der handoplegging gezongen. Ha een korte dankzegging ontvingen de_ zieken wederom de zegen met het Aller heiligste, waarna nog een danklied werd gezongen. Hedenmiddag om kwart over twee uur had het plechtig Sluitingslof met processie plaats, waaronder de zeereerw. Pater Bor- romaeus de Greeve de feestpredicatiie hield De versiering der kerk zal tot en met Zondag geheel intact worden gelaten en op dien dag nog van 2—4 uur te bezichti gen zijn. EEN AANRIJDING OP HET KORT RAPENBURG. Een voorloopige schadevergoeding van ruim 4000.—, Men, herinnert zich het geval eenigen tijd geleden, dat op het Kort Rapenburg een 51-jarige dame, mej. C. O., door een auto werd aangereden en tusschen den auto en een muur bekneld is geraakt, ten gevolge waarvan zij ernstig werd verwond, en geruimen tijd haar werkzaamheden niet heeft kunnen verrichten. Naar aanleiding hiervan heeft mej. O. een vordering tot schadevergoeding inge diend bij de Haagsche rechtbank tegen de heeren W. F. en mej. dr. C. Ch. J. F., res pectievelijk eigenaar en bestuurster alhier tot betaling van 11.804.90 wegens door haar als gevolg van deze aanrijding gele den schade, gespecificeerd als volgt: 1. wegens kosten van verpleging, gene zing en schade aan kleeren ƒ2004.90; 2. ter zake van onstoffelijke schade (ge leden pijn,, gedorven levensvreugde) ƒ2000; 3. terzake van gederfde en nog te der ven inkomsten tot 3 October 1929 (deze dag is in Leiden -goed gekozen voor het bereiken der algeheele genezing, tee kent het Wkbl. van het Recht, waaraan wij dit ontleenen, hierbij aan) 1800; 3. terzake van verminderde validiteit na 3 October 1929 en kosten van verdere be handeling 6000. 4. terzake van verminderde validiteit na 3 October 1929 en kosten van verdere be handeling ƒ6000. Haar wij thans in het Wkbl. van het Recht lezen, heeft de rechtbank in deze zaak vonnis gewezen. Na overwogen te hebben, dat de aanrij ding niet is ontkend, zegt de rechtbank, dat de eerste gedaagde aansprakelijk is voor de aan mej. O. berokkende schade, tenzij hij aannemelijk maakt, dat de schade te wijten is aan overmacht als bedoeld in art. 25 der Motor- en Rijwielwet, ter wijl nu bij het ten deze overgelegd in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Haagsche gerechtshof, waarbij het vonnis der Haagsche rechtbank werd bevestigd, en bij welk laatstgenoemd vonnis de twee de gedaagde ter zake der onderhavige aan rijding tot straf werd verwezen, ten op zichte van de tweede gedaagde, mej. dr. C. F., eveneens, behoudens tegenbewijs, vast staat dat zij verplicht is de aan de eische- res opgekomen schade te vergoeden. Ha voorts het verweer te hebben ver worpen, dat de aanrijding een gevolg hier van is, dat er plotseling een wielrijder voor den auto kwam, die onhandig manoeu vreerde, dien mej. F., de bestuurster van der auto, wilde ontwijken, w&arbij zij on der invloed zou hebben verkeerd van schrik, is de rechtbank van oordeel, dat de eerste post,, ƒ2004.90, voor toewijzing vatbaar is. Wat den post sub 2 betreft, zegt de ï'echtbank, dat mej. O. te dezer zake een bedrag van 1000 toekomt; het gevorderde sub 3 (gederfde inkomsten) be paalde de rechtbank de schadevex*goeding op 1300. Ten aanzien van den laatsten post van 6000 wegens verminderde validiteit en nabehandeling, was de rechtbank van oor deel, dat zij, alvorens hierover te kunnen beslissen, deskundige voorlichting behoeft. De rechtbank achtte, aangezien mej. O. aan een geldelijke uitkeering ter zake drin gend behoefte heeft, termen aanwezig, haar de drie voormelde bedragen ,te zamen ƒ4304.90, reeds thans toe te kennen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 2