H. PIERROT
Wam loopt ooze UTILE UITVERKOOP zoo?
KERKNIEUWS
Bevolkingsregister
STADSNIEUWS
VRIJDAG 18 JULI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
HONGARIJE.
Nog Hongaarsche krijgsgevangenen in
Fransch Guinea?
Eenige Hongaarsche krijgsgevangenen,
die van het Ehiivelseiland teruggekeerd
zijn, hebben den minister van buitenland-
sche zaken gemeld, dat zich in de mijnen
en in de deportatieoorden van Fransch
Guinea nog een groot aantal gewezen Hon
gaarsche krijgsgevangenen bevinden, die
daar, in strijd met de bepalingen van het
volkenrecht, worden gevangen gehouden.
Het Hongaarsche ministerie van buiten-
landsche zaken heeft de Fransche regee
ring om opheldering verzocht.
ROEMENIE
Koning Carol's echtscheiding opgeheven.
Officieel wordt aangekondigd, dat de
echtscheiding tusschen koning Carol en
prinses Helena is opgeheven. Haar ver
wacht wordt, zal de verzoening binnenkort
plaats hebben. «Tel."
BULGARIJE.
De Buigaarsche revolutionairen.
Weer een aanslag.
De Godsvrede, die enkele maanden ge
leden tusschen de beide groepen der in
wendige Macedonische revolutionaire or
ganisatie (I.M.R.O.) was gesloten, schijnt
thans weer te zijn gestoord door een aan
slag, die gisteravond te Boergas op het
lid van den gemeenteraad Gligor Petroff
is gepleegd. Petroff zat met benige vrien
den voor een café op het corso, toen uit
een hinderlaag een zevental schoten op
hem werden gelost. Twee er van troffen
Petroff, die ernstig gewond ineenzakte.
De andere misten hun doel; door een
wonder is niemand anders getroffen. De
dader kon als gewoonlijk ontkomen. De
schietpartij veroorzaakte onder het pu
bliek, dat. juist op dezen tijd bijzonder
talrijk was, een paniek.
BRITSCH-INDIE
ALGEM. KATHOLIEKEN-CONGRES
IN BR.-INDIE.
De algemeene raad van de Katholieke
vereeniging „de Kanara", die te Manga-
lore bijeenkwam, heeft aan de Katholieke
couranten en aan de secretarissen der ver
schillende Katholieke vereenigingen een
schrijven gericht om hen te overtuigen
van de noodzakelijkheid van het spoedig
houden van een algemeen congres der
Katholieken in Indië, gegeven de huidige
politieke veranderingen die in dat land
aanstaande zijn.
Het voorgestelde congres, dat van 15 tot
17 Augustus te Mangalore zal gehouden
worden, zal trachten de middelen op te
sporen, waardoor de rechten der Katholie
ken zullen worden gewaarborgd wat be
treft: le. de uitoefening van den gods
dienst; 2e. het eigendomsrecht der Ker
kelijke goederen; 3e. het persoonlijk recht,
dat ook omvat de relatieve wetgeving in
zake huwelijk, successie en het erfrecht;
4e. de opvoeding; 5e. het aantal zetels der
Katholieken in de wetgevende vergade
ringen.
CHINA.
Vliegtuigen in dienst der Noordelijken.
Tien vliegtuigen te
Tientsin gearriveerd?
Haar wordt medegedeeld, heeft de com
mandant van de luchtmacht der Noorde
lijken verklaard, dat er ongeveer 20 leger
vliegtuigen in Italië zijn besteld, waarvan
er tien te Tientsin zullen aankomen. Deze
zullen gebruikt worden voor het Lunghai-
front.
HEILIGDOMSVAART TE
MAASTRICHT.
Pontificale H. Mis van Mgr. Aengenent.
Onder regenbuien werd Woensdag Z. D.
H. Mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop van
Haarlem door den hoogeerw. heer Deken
Wouters, mr. Paulussen en leden van het
hoofdcomité onder geleide van de eere-
wacht te paard van het station gehaald.
In de overvolle St. Servaaskerk droeg
de bisschop gistermorgen de pontificale
H. Mis op, geassisteerd door de zeereerw.
heeren pastoor Bollen, ad cappam, rector
Godeb S.J. en rector Busscher als troon-
diakens, de weleerw. hoeren Widdershoven
en Linssen, respectievelijk als diaken en
sub-diaken, den weleerw. heer Goessens ad
mytram en de weleerw. heer Grubben, ad
baculiun.
Landelijke proefneming met een-
gezins-persoonskaartenstelsel.
Onlangs is door de Tweede Kamer der
Staten-Generaal een bedrag van 30.000
toegestaan voor het nemen van een proef
met een gezinspersoonskaartenstelsel in de
administratie der bevoiking. Het doen van
proefnemingen op zoo uitgebreide schaal,
dat daarmede een bedrag van 30.000
is gemoeid, is zeker belangrijk genoeg om
er aandacht aan te schenken, te meer waar
het hier geldt een proefneming, een op
administratief gebied, welke misschen
geen unicum, maar toch ook geen alle-
daagsch feit mag worden genoemd. Wij
zijn daarom eens op onderzoek uitgegaan
en vernamen bij deZe gelegenheid het vol
gende.
Sedert 1850 is in elke gemeente van
ons land een bevolkingsregister, dat wordt
bijgehouden door ambtenaren, door het ge
meentebestuur aangesteld en bezoldigd. De
gegevens, welke toenmaals werden inge
schreven in boeken, werden geput uit de
formulieren der volkstelling, welke in 1849
in ons land was gehouden. Het bevolkings
register moet men niet verwarren met de
registers van den Burgerlijken Stand,
welke daarmede slechts weinig gemeen
hebben. In 'de registers van den burger
lijken stand worden door middel van daar
toe door de ambtenaren van den burger
lijken stand opgemaakte akten, slechts en
kele feiten vastgelegd, welke in het leven
van den mensch van groot belang zijn. In
die akten worden later zelden of nooit
wijzigingen aangebracht. De feiten waar
van akten worden opgemaakt zijn o.a. ge
boorte, huwelijk, echtscheiding en overlij
den. Afschrift van of uittreksel uit een
akte van den burgerlijken stand kan be
houdens niets terzake doende uitzonderin
gen, slechts worden verkregen bij den
ambtenaar van deu burgerlijken stand in
de gemeente, waar de geboorte of het over
lijden plaats vond, waar het huwelijk werd
gesloten of waar de akte van echtschei
ding werd ingeschreven. Kortom de gege
vens van den burgerlijken stand worden
niet overgebracht of doorgegeven naar de
gemeente, waarheen de persoon op wie zij
betrekking hebben, eventueel vertrekt..
Het kenmerkende van het bevolkings
register is, dat wijzigingen in naam, bur
gerlijken staat, beroep, adres, enz. enz.
wel worden aangeteekend en dat bij ver
trek naar een andere gemeente de gege
vens worden doorgegeven. Dit doorgeven
van gegevens geschiedt door middel van
een z.g. verhuisbiljet, dai de vertrekkende
van het gemeentebestuur mede krijgt ter
inlevering in de nieuwe woonplaats en
waarop zijn laatstbekende gegevens om
trent die persoon uit het bevolkingsregis
ter zijn overgeschreven. In de nieuwe
woongemeente wordt het verhuisbiljet
weder overgeschreven in het bevolkings
register. Het is duidelijk, dat waar zooals
gezegd, op het verhuisbiljet slechts de
laatstbekende gegevens worden doorge
geven, in de gemeente van vertrek soms
Waardevolle aanteekeningen achterblijven.
Om een voorbeeld te noemen: In de ge
meente A. woont mijnheer X. met zijn
vrouw en een kind. Zijn vrouw verlaat
hem, nadat het kind is overleden en mijn
heer X. vertrekt naar de gemeente B. Op
het verhuisbiljet wordt nu alleen opgeno
men of mijnheer X. gehuwd is en als zoo
danig wordt hij in het bevolkingsregister
dezer gemeente B. ingeschreven. Met wie
hij gehuwd is. weet men in B. dus niet,
evenmin, dat hij een kind had, dat over
leden is. Deze gegevens kan men alleen
te weten komen in de gemeente A. De
zorg voor het goed bijhouden van het be
volkingsregister kost heel wat tijd en
moeite. Voortdurend moeten ambtenaren
bezig zijn, niet alleeD om de noodige wij
zigingen aan te brengen en in- en afschrij
vingen in orde te maken, doch ook om na
te gaan, of er personen verhuisd of naar
elders vertrokken, of van elders gekomen
zijn, die verzuimd hebben, daarvan aan
gifte te doen. Slechts door een voortdu
rende activiteit kan het bevolkingsregister
zooveel mogelijk up to date worden ge
houden. Een slecht bijgehouden register
is van heel wat minder belang dan een,
dat goed wordt verzorgd en bijgehouden.
Een goed bevolkingsregister is van on
schatbare waarde voor de gemeente en het
Bijk, voor handel en particulieren, hetgeen
ieder za.1 beamen, die op zijn tijd wel eens
gebruik maakt van deze nuttige instelling
om iets aan de weet te komen.
Tot heden is de algemeene inrichting
van de bevolkingsregister binnen de per
ken van eenige algemeen bindende voor
schriften, overgelaten aan het inzicht van
de Gemeentebesturen, tengevolge waarvan
geen eenheid in deze publiekrechtelijke
administratie bestaat Sommige gemeenten
zijn gebleven bij de vasie boeken, zooals
deze in 1850 in alle gemeenten werden ge
bruikt en getroosten zich de moeite, wan
neer die vaste boeken zijn volgeschreven,
deze periodiek over te schrijven in nieuwe
boeken. Enkele gemeenten zijn in den loop
der tijden overgegaan tot het gebruik van
losbladige boeken en vele gemeenten heb
ben, vooral in de laatste jaren, in de be
volkingsadministratie kaarten ingevoerd.
Vooral in de grootere en grootste gemeen
ten is het gebruik van kaarten een eisch
des tijds, waaraan men niet heeft kunnen
ontkomen. Hoewel het natuurlijk wel eens
voorkomt, dat"een kaart per abuis op een
verkeerde plaats wordt gezet en dan soms
geruimen tijd zoek is. het een soms heel
wat ongerief kan veroorzaken, is toch in
verband met de eischen, welke tegenwoor
dig door Overheid en Handel aan de be
volkingsregisters worden gesteld, het kaart
systeem als een uitkomst te beschouwen.
Steeds meer gemeenten gaan dan ook tot
de invoering van kaartenstelsels over en
slechts weinigen laten zich nog weerhou
den door vrees voor zoekraken yan kaar
ten. De formaten der kaarten, de indee
ling, de wijze van berging, de methode van
rangschikking, trouwens de geheele orga
nisatie van de administratie is in welhaast
geen twee gemeenten gelijk. Wij kunnen
het 't beste uitdrukken mex te zeggen, dat
elke gemeente voor haar bevolkingsregis
ter een maatpakje heeft laten maken vol
gens eigen smaak en snit, waarvan som
mige wel wat uit de mode zijn geraakt.
Reeds vele jaren bestaat het plan de
bevolkingsregisters in een nieuw pakje te
steken, een confectiepakje van moderne
snit, dat dan zou bestaan uit kaarten,
welke door het Rijk worden verstrekt.
Doch niet alleen wilde men de bestaande
bevolkingsregisters van verschillend maak
sel vervangen door een uniform kaartsys
teem, men wenschte ook de administratie
zelve anders te voeren. Tot op den dag
van heden geschiedt de inschrijving dei-
inwoners „gezinswijze", d.w.z. man, vrouw,
kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen en
meestal (hierin bestaat ook al geen een
heid), verwante personen en soms ook
niet-verwante personen, worden onder
elkander op één blad of kaart ingeschre
ven, een z.g. „gezinsblad" of „gezins-
kaart". Op de namen van personen, die
anders heeten dan het hoofd van het ge
zin, wordt dan meestentijds (niet altijd)
een klapper aangelegd, welke verwijst
naar den naam van het gezinshoofd. Zoo
als is opgemerkt, worden bij vertrek van
een persoon of een gezin naar een andere
gemeente, de gegevens naar den laatsten
toestand overgeschreven op een verhuis
biljet en in de nieuwe woonplaats van het
verhuisbiljet weer in heb gezinsregister of
op de gezinskdart. De uniforme kaarten,
welke nu in de plaats zouden moeten tre
den van de bestaande bevolkingsregisters
van verschillend model, zijn zóó gedacht,
dat zij geschikt zijn voor de beschrijving
van één persoon. In de plaats van één ge
zinsblad. of kaart voor meerdere personen,
zouden dus komen een aantal persoons
kaarten. Deze persoonskaarten zouden bij
vertrek naar een andere gemeente dan in
de plaats kunnen treden van het verhuis
biljet, waardoor het herhaalde overschrij
ven der gegevens zou worden voorkomen
en steeds alle gegevens in de laatste
woonplaats aanwezig zouden zijn. In het
geval van mijnheer X. te A. zoude men dus
in de gemeente B. kunnen zien, met wie hij
gehuwd is, enz.
Zooals het meer gaat bij ingrijpende
wijzigingen op publiek terrein, vond deze
kiervoren omschreven gedachte aanhangers
en tegenstanders. De Minister, wien het
aangaat, benoemde in 1909 een Commissie,
om het vraagstuk te bekijken. Deze com
missie kwam tot de conclusie, dat het stel
sel van persoonskaarten was aan te be
velen en een verbetering van de bevol
kingsadministratie zou beteekenen, doch
dat het niet in de plaats van de bestaande
bevolkingsregisters (gezinsregisters) zou
mogen treden, maar er naast moest wor
den gebruikt.
Deze laatste meening was voornamelijk
gegrond op de omstandigheid, dat het
overzicht, betreffende de samenstelling
van het gezin mei persoonskaarten min
der gemakkelijk zou zijn te verkrijgen,
dan in het bestaande systeem van gezins
registers. Ook de meening dezer commis
sie ondervond bestrijding. Het voornaam
ste bezwaar was wel, dat de gemeente
administratie zou wövden belast met twee
registers voor hetzelfde doel, hetgeen
meer werk en ook meer bergruimte zou
eischen. Zoo geraakte de zaak op den ach
tergrond, totdat zij opeens in 1928 weer
naar voren werd gebracht. De jaren had
den nieuwe inzichten gebracht. In vele
gemeenten, waar men voorheen bezwaar
had tegen het gebruik van kaarten, was
men intusschen bekeerd en andere omstan
digheden drongen ertce het vraagstuk nog
maals in vollen omvang te bekijken. De
Minister benoemde wederom een commis
sie, welke de zaak zou bestudeeren. Deze
commissie zat nu met de conclusie der vo
rige commissie, dat het denkbeeld „per-
soonskaartenstelsel" wel aanbeveling ver
diende, mits naast het bestaande „ge-
zinsregiistersysteeni". In deze commissie
kwam men nu op de gedachte de beide
stelsels te .combineeren zoodanig, dat op
elke persoonskaart een ruimte wordt uit
gespaard, waarin de gegevens betreffende
het gezin kunnen worden opgenomen. Op
de persoonskaart van een geziQshoofd zal
men dan de gegevens aantreffen van zijn
gezin. Haar het oordeel van de commissie
was daarmede het bestaande gezinsregis
ter overbodig, en men noemde het stelsel
een „gezinspersoonskaartenstelsel". De
kaarten volgen de pesonen bij verhuizing
van de eene gemeente naar de andere,
nadat een uittreksel uit of een afschrift
van de kaart is genomen ten behoeve van
het archief der gemeente.
De meening der commissie, dat de ge-
i geven oplossing een waardig plaatsver-
I vangst er zou zijn van de huidige gezins-
j administratie en vele voordeeien zou bie-
I den voor de gemeen e-administratie in
het algemeen, ondervond in de vakpers
nogal bestrijding. Deze bestrijding in de
vakpers vond weerklank in de Tweede
Kame<r der Staten-Generaal, toen de Mi-
nister, die de conclusies van de Commissie
had overgenomen, een crediet vroeg om tot
de invoering van het gezinspersoonskaar
ten stelsel over te gaan. De minister trok
de jx>st terug. Kort daarna werd in enkele
I dag^San vakbladen aangedrongen op het
nemen van een proef met het stelsel in
een aantalS^emeenten. De Minister zoo
wel als de commissie voelden voor dat plan
en blijkens de g^apmen beslissing in zake
het toestaan van 'een crediet voor de
proef, kon ook de Tweede Kamer der
Staten-Generaal zich daarmede vereeni
gen. In een vijftigtal gemeenten zal nu
met het gezinspersoonstaartenstelsel een
proef werden genomen, gedeeltelijk door
geheele omzetting van het- bestaande in
het nieuwe systeem, gedeeltelijk door om-
I zetting van één ietter van het alphabet.'
I Deze proef zal tenminste een jaar moeten
voortduren, waarna de conclusies, in rap-
porten belichaamd, aan den Minister zul-
len worden aangeboden. De praktijk zal
dus moeten uitmaken of algemeene invoe
ring van het stelsel aanbeveling verdient,
dan wel, dat naar andere midde'en ter ver
betering der bestaande bevolkingsregis
ters moet worden uitgezien, welke uit
komsten dezer proefneming wij met be
langstelling afwachten.
Telefoon
Maarsmanssteeg
1
Omdat wij ailes, ook tie/duursta artikelen
welke U nooit in een opruiming ÏÉnitretf, tkgen
belacheiijke prijzen uiifprHoOjien.
f Ons huis moeien wij ontruimen, dus
GILLES MOET W£GPROFITEERT 3ÏÏJIS
HET EUCHARISTISCH
ZIEKENTRIDUUM
DE PLECHTIGHEDEN VAN DEN
LAATSTEN DAG.
De plechtigheden die het wonderschoo-
ne Eucharistisch Ziekentriduum in de St.-
Josephkerk heden te aanschouwen gaf,
vormden wel het hoogtepunt in deze da
gen van overvloedige weelde, dagen, die
de talrijke zieken wel nimmer geheel uit
de gedachten zullen gaan. Het was de laat
ste dag dezer allerfeestelijkste dagen,
waarop de kerk weer straalde in het stille
licht van vele lampen, die het altanr en
het priesterkoor rondom verlichtten, en
een tuin van planten en bloemen in volle
schoonheid te aanschouwen gaf.
Waarlijk de feestelijke versiering der
kerk, die zoo weldadig en warm aandeed,
is onvolprezen. Bloemen en licht langs
de bogen hoog in het priesterkoor, een
groot kruis van licht in de wijde nis bo
ven het altaar, licht om de vele vaandels,
die er stonden te midden der palmen.
Geen wonder dan ook, dat gisteravond
van 79 uur de belangstelling van hen, die
deze schoone versiering in oogenschouw
wenschten te nemen, overgroot was.
Onder leiding van Kapelaan B. Dor-
beck zong een dameskoortje eenige gewij
de gezangen, wat voor de aanwezigen hun
bezoek aan de schoon versierde kerk nog
feestelijker maakte.
Door een der dames werden hierbij nog
eenige solo's gezongen, n.l. „Ave Maria"
en „Panis Angelicus".
Alleen deze schoone versiering reeds
moest ook nu in het hart der zieken wel
een warme straal van innige vreugde op
wekken.
En ook de natuur toonde zich milder dan
de laatste dagen, toen de zieken heden
morgen weer naar de feestzaal der kerk
werden geleid.
Wel scheen niet de milde zon, maar dat
kon niet deren, er was een zon die milder
en warmer straalde in de harten dezer
kranke Eucharistische feestelingen, die om
half tien gereed waren den laatsten dag
van hun feest te gaan vieren.
Ha de zegening der zieken werd weder
om een plechtige H. Mis opgedragen nu
door den Zeereerw. Heer Pastoor J. A.
Heiling met assistentie van de weleerw.
heeren Pater A. van Lubeek als diaken en
Kapelaan H. Agterof van Lisse, als sub
diaken.
In het priesterkoor hadden plaats geno
men de weleerw. heeren Kapelaan H. van
Schaik van Oegstgeest, J. Campfen, noo-
myst, Father Keet, van de Congregatie van
Mill Hill, benevens eenige theologanten
van het Seminarie te Warmond.
Onder leiding van Pater M. Mulder voer
de^ het zangkoor op zeer te loven wijze de
driestemmige Mis van Perosi uit.
Ha het evangelie besteeg de zeereerw.
heer Pastoor Heiling den kansel om de zie
ken toe te spreken.
Tot tekst had de gewijde redenaar ge
kozen de woorden van den Psalmist: Zij
beroepen zich op hun paarden en wagens,
wij echter beroepen ons op den naam van
den Heer Oonze God. Evenals in den tijd
van koning David zijn er nu ook menschen,
die steunen op dardsche goederen en an
deren, die steunen op de genade des Hee
ren.
Deze laatsten verheugen zich wel over
voorspoed, maar zij steunen er niet op, zij
steunen op den naam van God en geven
zich bij tegenspoed daarom niet over aan
wanhoop.
Er wordt wel eens gezegd, vervolgde de
gewijde spr.,: Gezondheid is de grootste,
schat.
Dit is een waarheid, die men eerst goed
voelt, als men ze mist.
Toch is deze waarheid betrekkelijk,
want wij_ bezitten een grootere schat, de
gezondheid der ziel die voornamer is dan
de gezondheid des lichaams.
Pastoor Heiling zette vervolgens uit
een, hoe wij de gezondheid der ziel wel in
onze_ eigen handen hebben, en hoe wij ge
lukkig zijn te prijzen met de gave van ons
H.^ Geloof, dat ons ook op aarde tevreden
heid geeft en geluk.
Het H. Geloof en de zegeningen er van
doen ons de lasten lichter dragen, 't leert
ons de ooraak en het doel van het lijden.
Moest ook de Heer niet dat alles lij
den, om de heerlijkheid binnen te gaan.
De heiligen verlangden daarom naar
smart en lijden om gelijkvormig te worden
aan Jezus.
Het voorbeeld van Jezus Christus zal
ook u tot troost en sterkte zijn.
Zoo zult gij uw eigen zielen zuiveren
en door uw geduldig gedragen lijden zali
gen de zielen van anderen.
De gewijde spr. spoorde voorts de zie
ken aan tot dankbaarheid voor de gave van
het H. Geloof, tot gebed en tot het ontvan
gen der H.H. Sacramenten en ten slotte
tot blijmoedigheid. Zulk een dankbaarheid
zal aangenaam zijn aan God en Hij zal
LEIDEN.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 14 tot en
met Zondag 20 Juli a.s. waargenomen door
de apotheek: C. B. Duyster, H. Rijn 18,
Telef. 523.
u verder steunen met Zijn genaden tot uw
eeuwig welzijn.
Hierna werd het plechtig H. Misoffer
voortgezet, waaronder de weleerwaard*'
heeren J. van Zon en B. Dorbeck tusschen
de zieken rondgingen om hen de H. Com
munie uit te reiken.
Met het Tantum Eergo en de zegen met
het Allerheiligste werd ten slotte de eer
ste schoone plechtigheid van dezen dag
besloten.
Om twaalf uur had wederom de plech
tigheid der handoplegging plaats, die we
derom door een groot aantal pries
ters, ten getale van zeventien, over
a-lel zieken werd verricht. Terwijl de pries-
ken werden „Rex Clementissime" en het
lied der handoplegging gezongen.
Ha een korte dankzegging ontvingen
de_ zieken wederom de zegen met het Aller
heiligste, waarna nog een danklied werd
gezongen.
Hedenmiddag om kwart over twee uur
had het plechtig Sluitingslof met processie
plaats, waaronder de zeereerw. Pater Bor-
romaeus de Greeve de feestpredicatiie hield
De versiering der kerk zal tot en met
Zondag geheel intact worden gelaten en
op dien dag nog van 2—4 uur te bezichti
gen zijn.
EEN AANRIJDING OP HET KORT
RAPENBURG.
Een voorloopige schadevergoeding van
ruim 4000.—,
Men, herinnert zich het geval eenigen
tijd geleden, dat op het Kort Rapenburg
een 51-jarige dame, mej. C. O., door een
auto werd aangereden en tusschen den
auto en een muur bekneld is geraakt, ten
gevolge waarvan zij ernstig werd verwond,
en geruimen tijd haar werkzaamheden niet
heeft kunnen verrichten.
Naar aanleiding hiervan heeft mej. O.
een vordering tot schadevergoeding inge
diend bij de Haagsche rechtbank tegen de
heeren W. F. en mej. dr. C. Ch. J. F., res
pectievelijk eigenaar en bestuurster alhier
tot betaling van 11.804.90 wegens door
haar als gevolg van deze aanrijding gele
den schade, gespecificeerd als volgt:
1. wegens kosten van verpleging, gene
zing en schade aan kleeren ƒ2004.90;
2. ter zake van onstoffelijke schade (ge
leden pijn,, gedorven levensvreugde)
ƒ2000;
3. terzake van gederfde en nog te der
ven inkomsten tot 3 October 1929 (deze
dag is in Leiden -goed gekozen voor
het bereiken der algeheele genezing, tee
kent het Wkbl. van het Recht, waaraan
wij dit ontleenen, hierbij aan) 1800;
3. terzake van verminderde validiteit na
3 October 1929 en kosten van verdere be
handeling 6000.
4. terzake van verminderde validiteit na
3 October 1929 en kosten van verdere be
handeling ƒ6000.
Haar wij thans in het Wkbl. van het
Recht lezen, heeft de rechtbank in deze
zaak vonnis gewezen.
Na overwogen te hebben, dat de aanrij
ding niet is ontkend, zegt de rechtbank,
dat de eerste gedaagde aansprakelijk is
voor de aan mej. O. berokkende schade,
tenzij hij aannemelijk maakt, dat de schade
te wijten is aan overmacht als bedoeld
in art. 25 der Motor- en Rijwielwet, ter
wijl nu bij het ten deze overgelegd in
kracht van gewijsde gegaan arrest van het
Haagsche gerechtshof, waarbij het vonnis
der Haagsche rechtbank werd bevestigd,
en bij welk laatstgenoemd vonnis de twee
de gedaagde ter zake der onderhavige aan
rijding tot straf werd verwezen, ten op
zichte van de tweede gedaagde, mej. dr. C.
F., eveneens, behoudens tegenbewijs, vast
staat dat zij verplicht is de aan de eische-
res opgekomen schade te vergoeden.
Ha voorts het verweer te hebben ver
worpen, dat de aanrijding een gevolg hier
van is, dat er plotseling een wielrijder voor
den auto kwam, die onhandig manoeu
vreerde, dien mej. F., de bestuurster van
der auto, wilde ontwijken, w&arbij zij on
der invloed zou hebben verkeerd van
schrik, is de rechtbank van oordeel, dat
de eerste post,, ƒ2004.90, voor toewijzing
vatbaar is. Wat den post sub 2 betreft,
zegt de ï'echtbank, dat mej. O. te dezer
zake een bedrag van 1000 toekomt; het
gevorderde sub 3 (gederfde inkomsten) be
paalde de rechtbank de schadevex*goeding
op 1300.
Ten aanzien van den laatsten post van
6000 wegens verminderde validiteit en
nabehandeling, was de rechtbank van oor
deel, dat zij, alvorens hierover te kunnen
beslissen, deskundige voorlichting behoeft.
De rechtbank achtte, aangezien mej. O.
aan een geldelijke uitkeering ter zake drin
gend behoefte heeft, termen aanwezig, haar
de drie voormelde bedragen ,te zamen
ƒ4304.90, reeds thans toe te kennen.