BINNENLAND
UIT DE RADIO-WERELD
LASTER
AC VRIJDAG 11 JULI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
ONTVLUCHTINGEN.
Naar aanleiding van de ont
vluchtingen uit het Psychopa-
then-aspl te Leiden.
Wie meenen mocht, daartoe gebracht
door de telkens gepubliceerde ontvluchtin
gen uit het Leidsohe Psychopathen-asyl
dat dergelijke voorvallen zeldzaamheden
Ba*zijn in onze strafinrichtingen, koine tot be
ter inzicht door volgende passage uit de
jongste statistiek van het gevangeniswe-
f 0-5 zen, loopende over 1928. Daar leest men
^<pag. 35):
„In 1928 ontvluchtten in totaal 86 per
sonen, waarvan 6 uit de bijzondere straf
gevangenis te 's-Gravenhage, 1 uit de ge
wone strafgevangenis te Arnhem, 2 ge
vangenen en 77 verpleegden uit de Rijks
werkinrichtingen te Veenhuizen. In den
loop van het jaar werden 87 personen van
mal ontvluchting teruggebracht."
DR laatste cijfer, dat 1 hooger is dan
het eerst genoemde, beteekeni, dat ook
j een persoon werd teruggebracht, reeds in
een ^of hefc) vorig ^aar ont,vlucht*
i Ontvluchtingen uit een gevangenis zijn
eej natuurlijk wel wat bijzonders, wijl alles
w ..i er daar op is ingericht om de gedetineer-
59.5Ê 'de11 „achter slot en grendel" te houden,
val maar in een Rijkswerkinrichting en de ins-
ute. gelijks te Veenhuizen gevestigde „open-
14,51 lucht gevangenis" heersoht een gansoh an
ten! der systeem, overdag ten minste. De gede-
tineerden werden dan voor e&i groot deel
in de vrije natuur, weliswaar onder bewa-
111 king, maar dan is 't toch zeer gemakkelijk
den om het toezicht te verschalken. Als regel
ner kan men dan niemand voor een ontvluch-
91 ting aansprakelijk stellen zulks te minder
wijl een bewaker een vluchteling niet kan
nagaan, maar bij de overigen dient -te
blijven. Alarmeeren en rapporteeren is 't
eenige wat hij doen kan, natuurlijk liefst
zoo snel mogelijk.
Aldus is de toestand ook in 't Psycho-
pathen-asyl, dat nog niet in de statistiek
van 1928 kan voorkomen, want het werd
pas 1 Nov. van dit jaar geopend.
De ligging van dit gesticht brengt mede,
dat ontvluchtingen eruit spoediger alge
meen bekend worden dan bijv. betreffen
de het afgelegen Veenhuizen, maar dit
mag men het asyl natuurlijk niet aanreke
nen, terwijl de kwestie der bewaking uiter
aard verband houdt met den geest der
Psychopathenwetten.
R. K. GRAFISCHE BOND.
Wij ontvingen het jaarverslag over 1929
van den R. K. Grafischen Bond.
Het jaar *1929 wordt voor de Bond ge
noemd een jaar zonder groote beroeringen,
maar toch een van bijzondere beteekenis.
Immers, op 4 November 1929 werd tot stand
gebracht het groote werk: de stichting
van het pensioenfonds voor de illustratie-
bedrijven, hetwelk begin Januari 1930 in
werking kon worden gesteld.
Het ledental gaf een vermeerdering te
zien van 194, waarbij vooral het feit tot
vreugde aanleiding geeft, dat het jongere
element zoo goed vertegenwoordigd is in
ledenwinst,
Uitgewijd wordt over contract-acties,
collectieve contracten, het leerlingwezen,
de rechtspraak, de opzegging binderscon
tract, de pensioenregeling enz. Over al
deze onderwerpen kan de belanghebbende
veel nuttigs opdoen uit de bedoelde arti
kelen.
Uit het financieel verslag blijkt, dat de
resultaten van het financieele beheer tot
tevredenheid stemmen.
Het vermogen van den Bond, einde 1929
bedroeg totaal 520.690.79 tegen einde
1928 457.291.34. Over 1929 werd een netto
winst gemaakt van ƒ3142.37. Het verslag
munt uit door volledigheid en overzichte
lijken opzet.
BUITENGEWONE ZITTING VAN DEN
MINISTERRAAD.
Naar het „Hbld." verneemt, is tegen he-
dennamiddag de ministerraad in buitenge
wone zitting bijeen geroepen op telegra
fisch verzoek van de koningin, die naar
men weet met prinses Juliana op dit
oogenblik in Noorwegen verblijft.
De minister van buitenlandsche zaken,
jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, zal
deze zitting niet kunnen bijwonen, omdat
hij de vorige week naar het buitenland is
vertrokken; de minister toeft thans in
Scandinavië.
Ook de vice-president van den Raad
van State, mr. dr. F. A. C. graaf van Lijn
den van Sandcnburg is, onverwacht naar
het buitenland vertrokken. Naar verluidt
bevindt ook hij zich waarschijnlijk in Scan
dinavië.
NED. R. K. BOND VAN BOUW-
PATROONS.
JaarvergaJering te Haarlem.
Tweede dag.
Te precies tien uur opende de heer Klein
Schiphorst gisteren de voortgezette verga
dering van de R. K. Bouwpatroons te
Haarlem, welke door Z. D. H. Mgr. J. D. J.
Aengenent werd bezocht.
Aan de orde was het voorstel der afd.
Amsterdam omtrent „Stelposten", n.l. te
bevorderen, dat onderdeelen, waarvoor
stelposten in het bestek zijn opgenomen,
franco-werk aan de aannemers worden af
geleverd.
Het voorstel werd zonder discussie aan
genomen.
Als punt 18 der agenda prijkte een an
der voorstel der afd. Amsterdam omtrent
het passeeren van den laagsten inschrijver
bij onderhandsche aanbestedingen.
Tegelijkertijd werd ook punt 19 der agen
da behandeld, een gelijkluidend voorstel
inhoudend van afdeeling Enschede, voor
wat betreft publieke aanbestedingen.
De voorzitter zegt, dat de aannemers
het voor een groot deel zelf in de hand
hebben, tegen het passeeren van den bona
fide laagsten inschrijver te waken. Wat het
door de afd. Enschede gesignaleerde
euvel betreft, dit schijnt van plaatselijken
aard te zijn en de voorz. adviseert de af
deeling Enschede dan ook zich recht
streeks te wenden tot het Bondsbureau,
opdat dit zoo mogelijk trachte de zaken
recht te zetten.
Dan werd het voorstel der Bredasche
afdeeling, punt 13 der agenda, aan een
bespreking onderworpen.
Met algemeene stemmen werd het voor
stel van het hoofdbestuur aanvaard.
Na de komst van Z. D. H. Mgr. J. D. J.
Aengenent werd de vergadering voortgezet
met de behandeling van punt 20, inhou
dende het voorstel der afd. Enschede, om
thans hernieuwde pogingen te doen bij het
Doorluchtig Episcopaat om te bereiken,
dat voortaan werken van rekenplichtige
instellingen alleen onder. R. K. georgani
seerde aannemers wordt aanbesteed.
De voorzitter deelde mede, dat de onder
handelingen over deze kwestie nog steeds
worden gevoerd en dat de actie onver
moeid zal worden voortgezet. Hij wees op
de moeilijkheid van de algemeene door
voering van dit besluit in alle Nederland-
sche bisdommen, maar hij hoopte toch,
gezien het stadium waarin de onderhande
lingen verkeeren, dat aan minder gezonde
toestanden in dezen een einde zal worden
gemaakt binnen afzienbaren tijd.
Zonder met een vast-omlijnd plan te ko
men, deed de voorzitter mededeeling van
de bedoeling van het hoofdbestuur om ook
in de afdeelingen de mogelijkheid tc doen
bestudeeren van hoogere ontwikkeling van
meer cultureelen aard.
Over deze belangrijke kwestie werd nog
het woord gevoerd door den voorzitter der
afd. Rotterdam en door den secretaris van
het hoofdbestuur, die m het kort nog eens
de plannen uiteenzetten door hen reeds
in het Bondsblad aangestipt.
Daarna nam Mgr. Aengenent het woord
DE K. L. M. IS IN HET BEZIT GEKOMEN VAN EEN GROOT
VRACHTVLIEGTUIG, gebouwd bij Werkspoor. Het is uitgerust
met een 8 cyl. motor. Het zal op Waalhaven worden ingevlogen
en drukte zijn belangstelling uit en zijn
groote sympathie voor den Ned. R. K. Aan
nemersbond.
Mgr. stelde er prijs op „de vriend" ge
noemd te worden ^an den Bond, mede
omdat de R. K. Aannemersbond is een mo
del organisatie, en omdat de maatregelen
genomen door den Bond ten opzichte van
den maatschappelijken toe-stand zoo bijzon
der zijn instemming hebben, en omdat do
idealen, nagestreefd door den Bond, ge
tuigen van den goeden Roomschen geest
der organisatie.
Hij schetste de beteekenis van den Ka
tholieken Bond voor de ontwikkeling van
de maatschappij in de toekomst. Wij leven,
zoo zei Mgr., o.a. in een periode van sterke
ontwikkeling in de vakbeweging en in de
maatschappij. Deze langs banen van ge
rechtigheid te voeren op hooger plan moet
ook zeer zeker in het program staan van
den R. K. Aannemersbond en hij prees dan
ook het goede inzicht dat de Bond in deze
kwestie heeft. Hij gispte de nog zoo alge
meen heerschende opvatting van het gezeg
de „zaken zijn zaken" en legde er den na
druk op, dat overheerschen moet de vraag:
wat eischen rechtvaardigheid en naasten
liefde. Het is plicht van iedereen, ook van
patroons en werkgevers, rechtvaardigheid
en naastenliefde te betrachten in hun ver
houdingen ten opzichte van werknemers
en minderen. Dit te toonen in zaken en be
drijf is meehelpen aan den opbouw der
maatschappij: een grootsche taak, door den
Bond te vervullen. Hij smeekte Gods zegen
af over den Bond en hoopte, dat deze
steeds op den naam van modelorganisatie
aanspraak zou mogen blijven maken.
De voorz. de heer Klein Schiphorst,
zegde Monseigneur toe dat nog immer zal
worden getracht te werken in de richting
door Mgr. aangewezen en dankte hem voor
de schoone woorden door Mgr. tot de ver
gadering gericht.
Tc ongeveer half een verliet Monseig
neur de bijeenkomst, na aan de vergader
den zijn Bisschoppelijken zegen te hebben
gegeven.
Dan volgde sluiting.
DR. J. J. VAN LAAR.
11 Juli a.s. hoopt Dr. J. J. van Laar zijn
zeventigsten verjaardag te herdenken. Dr,
van Laar kunnen wij wel als een van onze
groote chemici beschouwen, speciaal baan
brekend door hetgeen hij verrichtte op het
gebied van de thermodynamica.
Wat Dr. Van Laars levensloop aangaat
mogen hier eenige, weinige bijzonderhe
den worden vermeld. Van Laar werd 11
Juli 1860 te 's-Gravenhage geboren. Hij
verloor zijn beide ouders reeds vroeg, (op
ruim 1-jarigen leeftijd zijn moeder, 12
jaren later zijn vader). Op de H. B. S. te
Haarlem brachten de leeraren Van Royen
en Logeman hem de grondslagen bij van
schei- en natuurkunde, de wetenschappen,
die hem steeds lief bleven. Op zijn 16e
jaar, nadat hij 4 klassen der school had
doorlooren, zonden zijn voogd en toezien
de voogd hem tegen zijn zin naar het Kon.
Instituut voor de Marine te Nieuwendiep,
waar hij zich vooral door de Wiskunde
aangetrokken voelde. Na in 1879 adelborst
le klasse, te zijn geworden, maakte hij
drie groote zeereizen, o. a. naar Oost- en
West-Indië en Zuid-Amerika. Bij zijn be
vordering in Indië tot luitenant ter zee
der 2e klasse (1881) nam hij echter zijn
ontslag. Teruggekeerd in Holland, volgde
hij colleges aan de Universiteit te Am
sterdam (o. a. van Korte weg, Van 't Hoff
en Van dor Waals). Daarna was Van Laar
een dertiental jaren leeraar, nl. van 1884
1S95 te Middelburg en van 18951897 te
Utrecht; toen volgde zijn pensioneering
wegens ziekte. In 1898 werd hij toegelaten
als privaatdocent in de mathematische
chemie aan de Universiteit van Amster
dam. Hij was daar van Januari 1903 af as
sistent van Prof. Bakhuis Roozeboora. Na
diens overlijden (Febr. 1907) gaf hij eeni-
gen tijd college over phasenleer, tot aan
de benoeming van Prof. Smits. In 1908
volgde Van Laar's- benoeming tot lector
aan genoemde Universiteit, welke functie
hij echter slechts 4 jaren vervulde. Toen
noopte zijn gezondheidstoestand hem ont
slag te nemen; zijn verblijf in Zwitserland
heeft, hem echter weder spoedig zijn werk
kracht doen henvinnen. Van Laars werk
werd gewaardeerd met zijn benoeming in
1914 tot doctor in de Wis- en Natuurkunde
honoris causa door de senaat van de Uni
versiteit te Groningen, en de toekenning
in 1929 van de Bakhuis—Roozeboom-me-
daille, terwijl di\ van Laar werd benoemd
tot correspondeerend lid van de afdeeling
voor Wis- en Natuurkunde der Koninklij
ke Academie van Wetenschappen te Am
sterdam. Vermelden wij tenslotte, dat het
Chemische Weekblad deze week een spe
ciaal Van Laar-nummer zal uitgeven,
waarin Prof. F. E. C. Soheffer een be
schouwing geeft over het werk van Dr. v.
Laar, Prof. J. E. Verschaffeit de verdiensten
van Dr. van Laar als natuurkundige be
schrijft, terwijl Dr. W. P. Jorissen een
biographie van Dr. van Laar geeft, en
voorts Prof. E. E. Verkade een volledigen
lijst geeft van de publicaties van Dr. van
Laar.
Programma's voor Zaterdag 12 Juli a.s.
H u i z e n, 298 M. Na 6 uur: 1071 M.
Uitsl. KRO.-uitzeningen.
8.159.30 Gramofoonpl.
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje.
12.0012.15 Gramofoonpl.
12.151.15 Concert door KRO-Kwintet.
I.152.00 Gramofoonpl.
2.003.15 Kinderuurtje.
5.006.00 Gramofoonpl.
6.016.20 Driek van der Sterren: „Naar de
vrije blijheid van den student".
6.557.15 Journal. Weekoverzicht door
Paul de Waart.
7.157.30 Gramofoonpl.
7.308.00 C. J. B. Otto: „De beteekenis van
Goodwill".
8.0111.00 Concert door KRO-Salon Orkest.
9.15 c.a. Persber. en Gramofoonpl.
9.1511.00 Vervolg cncert
II.0012.040 Gramofoonpl.
Hilversum, 1875 M.
Uitsl, VARA.-uitzending.
10.0010.15 Morgenwijding (te verzorgen
door den VPRO).
12.00 Politieber.
12.15 Gramofoonpl.
2.00 Liedjes voor de kinderen.
2.40 Paedagogisch concert door het VARA-
orkest.
4.10 D, v. Kreveld: „Hoe gaat fotografeeren
in zijn werk?"
4.40 VARA-uitzending.
Daventry, 1554,4 M.
10.35 Morgenwijding.
11.05—11.20 Lezing.
I.202.20 Orkestconcert.
3.10 Concert. Instrum. Kwintet Sportversiag.
5.35 Kinderuurtje.
6.35 Nieuwsber.
6.50 Verslag van Test Match.
7.00 Sportber.
7.05 Piano-recital door E. Isaacs.
7.20 Lezing.
7.50 Vaudeville.
9.20 Nieuwsber.
9.40 „Behind the Screen". Detective-verhaal
10.00 Concert. Militaire kapel, W. Fisher, so
praan.
II.0012.20 Dansmuziek
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
12.50 Gramofoonpl.
4.05 Kinderuurtje.
4.50 Dansmuziek
9.05 Concert door trio en declamatie.
9.50 Concert. Kwartet en solisten.
Brussel, 508,5 M.
5.20 Gramofoonpl.
6.50 Gramofoonpl.
8.35 Trio-concert.
8.50 Gramofoonpl.
9.20 Concert vanuit de Kurzaal te Ostende.
Langenberg, 473 M.
7.257.50 Gramofoonpl.
7.508.50 Orkestconcert.
10.3511.35 Gramofoonpl.
12.30 Gramofoonpl.
I.252.50 Orkestconcert en soli.
5.506.50 Solisten-concert.
8.20 Vroolijke avond.
Daarna tot 12.20: Dansmuziek.
12.201.20 Gramfooonpl.
Kalundborg, 1153 M.
12.202.20 Orkestconcert.
5.006.00 Orkestconcert.
8.008.50 Orkestconcert.
9.109.50 Orkestconcert.
9.5010.45 Orkestconcert.
II.0011.20 Liederen-voordracht door Ely
Fischer Kjerulf.
11.2012.20 Vervolg Orkestconcert.
Z e e s e n, 1635 M.
6.107.20. Lezingen
7.207.50 Gramofoonpl.
10.50 Berichten.
12.201.15 Gramofoonpl.
1.15—2.20 Berichten.
2.203.20 Gramofoonpl.
3.204.20 Lezingen.
4.20—5.50 Concert.
5.508.50 Lezingen.
8.50 Das Funk-Haus in Berlin. (Een bewe
gelijke Zaterdagavond).
Daarna tot 12.50: Dansmuziek.
FEUILLETON
Vrij bewerkt naar het Duitsch
P. G. HOCKS.
(Nadruk verboden).
29)
„Dat 's erg vreemd", vervolgde Kleber.
„Freule Von Trotten heeft een dag of wat
geleden het boek weggehaald, dat hier
stond en nu vind ik hier dat busje."
„Laat eens kijken", beval Hoek.
Hij nam het van Kleber aan en las he!
opschrift: „Arsenicum, zwaar vergif' en
daaronder datum en jaar, waarin het ge
kocht was. Het was al vijftien jaar oud en
toen Hoek het openmaakte, was er geen
korrel meer in te vinden. Het was scl\oon
leeg en het paste precies in het open vakje
van de trommel.
„Eén ding is mij niet recht duidelijk",
zei Hoek, terwijl hij Kleber strak aankeek,
„die trommel met die vergiften is toch ze
ker wel gesloten geweest. Waar kan dat
hangslotje gebleven zijn?"
Kleber haalde de schouders op.
„Daar weet ik niets van", zei hij. ,,'t Is
voor 't eerst van mijn leven, dat ik die
trorammel zie. Als er iels noodig was om
ratten of muizen te vergeven, haalde ik 't
altijd versch uit de apotheek. Maar nu
bedenk ik, dat freule Von Trotten een dag
of wat geleden klaagde, dat ze op hi ar
kamer last had van muizen. Misschien
heeft de generaal haar toen wel het busje
met rattenkruid uit die trommel gegeven."
Hoek pakte de trommel in een stevig
papier,, dat hij daarna verzegelde. Op zijn
star gelaat was geen spoor te ontdekken
van verwondering over de mededeeiing van
Kleber. Alles scheen hem koud te laten.
Hij was juist met dc huiszoeking klaar
gekomen, toen de geheimraad hem liet
vragen, of de notaris de gevangene zou mo
gen spreken. Dit werd toegestaan en Hoek
verzocht Kleber er voor te wiilcn zorgen,
dat er tegen den avond een gesloten rijtuig
klaar zou zijn om de freule ndar de gevan
genis over te brengen. Jammer, dat hij bij
die vraag Kleber's gelaat niet zag, waarop
zich plotseling een trek van boosaardig
leedvermaak vertoonde.
Hij begaf zich nu met de beide heeren
naar de kamer, waarin Greta onder bewa
king van een politie-agent was opgesloten
en vond haar zeer kalm. Ze had troost ge
vonden in een hartelijk gebed tot God en
vertrouwde vast op Zijn hulp en hoe vree-
selijk ze het ook vond als verdacht van
moerd naar de gevangenis gevoerd te wor
den, toch had ze dit bijna nog liever dan dat
ze hier had moeten blijven vooitleven on
der menschen, die haar steeds belasterd
en gehaat hadden.
Toen ze den geheimraad zag, kreeg ze 'n
kleur als vuur. Dat was nu de man. op
wien ze steeds haar hoop gevestigd had
Ge'.oofde ook hij, dat zij een moordenaar
ster was?
Het scheen zoo. Hoe zwaar het hem op
dio oogenblik ook viel, deed de geheimraad
alsof hij geheel geen belang in haar stelde.
Hij hield zich neutraal en zei geen enkel
vriendelijk woord tot haar Hij wilde eerst
eens afwachten, wat ze te zeggen zou Leb
ben op' de mededeelingen van den notaris.
Dan eerst kon mij weten, of hij haar goed
beoordeeld had, ja of neen. Terwijl de no
taris met Greta sprak, hield hij zich achter
af. Nauwelijks hoorde Greta van d£n nota
ris, dat zij de eenige erfgename was, of ze
brak in luid snikken uit.
„O Godriep ze uit, „help mijEn men
houdt mij voor de moordenaarster van
den man, die het zoo goed met me meen
de Houd op, heer notarisIk wil verder
niet3 hooien, want ik verklaar u hier in
bijzijn van deze heeren, dat ik niets van die
erfenis weten wil. Dat heb ik trouwens den
generaal vroeger reeds verklaard. Dat tes
tament is 't waarom men mij haat en be
lastert en nooit nooit heb ik gelrachl
erfgename van den generaal te worden."
„Bedenk wel, wat u doet, freule. U
mocht later eens spijt hebben van uw over
ijld besluit."
„U behoeft er niet meer over te praten,
notaris. Mijn besluit staat onherroepelijk
vast, want ik zou van schaamte in de aar
de zinken, als ik er ooit aan gedacht had
mij ten koste van de erfgenamen van den
generaal te verrijken."
De geheimraad kon zich niet langer in
houden. Diep bewogen liep thij naar Greta
toe en nam haar handen in de zijne. „Ik neb
vermoed, dat u dit antwoord zou geven en
zoowaar als ik hier voor u sta, houd ik u
voor onschuldig, al zou de heele werc-ld u
veroordeelen en ik beloof u voor u te doen,
wat slechts in mijn macht is."
Gieta lachte door haar tranen heen. Die
woorden deden haar goed en diep bewogen
zei ze: „Wij hielden beiden evenveel van
den overledene en bij hield van ons. Ik
dank u voor uw woorden en blijf vast ver
trouwen op God, die rechtvaardig is in Zijn
oordeel."
"Freule" zei Hoek nu, die nauwe.ijks zijn
ontroering kon verbergen, „van harie hoop
ik, dat de schuldige spoedig ontdekt moge
worden. Ik zou u evenwel nog graag een
paar vragen stellen. Is u bereid die te be
antwoorden
„Ik ben daartoe bereid."
„Was het u bekend, dat de generaal in
't bezit was van een blikken trommel, waar
in hij allerlei vergiften bewaarde?"
„Neen. Wel heeft hij op 'n keer gezegd,
dat hij veel. huismiddeltjes bezat. Hij ge
bruikte die liever dan de pillen en poeders
van een dokter."
„Wist u, waar hij die huismiddeltjes be
waarde V'
„Neen, maar ik denk in een van zijn
kasten."
„Dus u hebt nooit die groote blikken
trommel gezien?"
„Nooit."
„Hebt u eenige dagen geleden een boek
uit de bibliotheek gehaald gehaald?"
„Ja. De generaal was er bij tegenwoor
dig. Hij gaf me toestemming om het er
uit ie uemen. Anders zou ik 't niet gedaan
hebben."
„Wanneer is u voor 't laatst in de werk
kamer van den generaal geweest, waar
ook de bibliotheek zich bevindt?"
„Gistermorgen, toen ik hem de courant
bracht."
„Ik dank u", zei Hoek. „Al uw antwoor
den voldoen me en het spijt me verschrik
kelijk, dat u me geen afdoende verklaring
kunt geven van de wijze, waarop het rat
tenkruid in den zak van uw japon geko
men is. Is het u nog niet in de gedachte
gekomen, dat iemand het rattenkruid er in
kan gestoken hebben, terwijl u niet in de
kamer was? Misschien wel in den tusschen-
tijd, dat u bij den generaal geroepen
werd
Greta draalde met haar antwoord. Ein
delijk zei ze nadenkend: ,,'t Schijnt wel,
dat het zoo gebeurd moet zijn, maar ik
kan me niet voorstellen, dat iemand zóó
slecht zou wezen om zooiets laags te doen.
En toch toen ik de japon uittrok, heb
ik er niets aan kunnen merken, al beweert
Mina, dat zij de vlekken gezien heeft. De
zen zakdoek heb ik bij 't ontkleeden nog
uit dien zelfden zak gehaald. Hier is hij. Hij
is wel nat van tranen, maar ik heb er geen
korrel van het witte poeder in kunnen ont
dekken."
„Kunt u uw kamermeisje ten volste ver
trouwen? Kan die 't misschien gedaan
hebben?" vroeg Hoek.
„Dat is onmogelijkriep Greta. „Ze kan
geen enkele reden hebben om zich op deze
lage manier op me te wreken. Ik heb nooit
één woord met haar gehad, al zei ze, dat
ze bang was voor een standje."
„Het is genoeg, freule. Ik dank u".
Hoek maakte een buiging voor haar en
fluisterde den geheimraad eenige woorden
in het oor, die dezen aangenaam schenen
tc verrassen. Beiden wilden nu in gezel
schap van den notaris de kamer verlaten,
toen een lakei de komst kwam melden van
den officier van justitie Berg en dat deze
naar inspecteur Hoek gevraagd had.
De inspecteur begaf zich nu met den ge
heimraad en den notaris naar beneden,
waar laatstgenoemde afscheid nam. Hoek,
wiens oogen onophoudelijk rondgingen, zag
Mina bij een vuilnisemmer staan bezig met
iet3 tc zoeken. Hij ging naar haar toe om
te vragen, wat ze toch wel in dien emmer
zocht.
(Wordt 'vervolgd).