De zelfmoordenaar
DE LEIDSCHE COURANT
door J. M.
Volgons gewoonte zaten do boeren rond
de groote tafel in de herberg en luisterden
naar de ongeloofelijkste vertellingen, die
Caspar hen opdischte.
Wanneer hij, vermoeid van het spreken,
eindelijk ophield begonnen de boeren la
waai te maken en den verteller voor den
gek te houden. Zij begonnen zijn vertellin
gen in twijfel te trekken wat hem tot nog
grooter overdrijving prikkelde. Ja, met den
grooten afschuw, die de boeren bezitten,
tegen alles wat phantastisch klinkt, begon
nen zij hem na lang genoeg geluisterd te
hebben uit te lachen, zijn manier van ver
tellen in het bespottelijke te trekken cn
hem op al de mogelijke manieren te
kleineeren.
Meestal liet Caspar hen begaan. Hij
drukte zijn handen tegen het hoofd en keek
over hen heen de ruimte in, terwijl hij dikke
rookwolken uitblies.
Maar het gebeurde ook wel, vooral wan
neer zij het wat al te bont maakte, dat
hij plotseling met de vuist op de tafel sloeg
zich in zijn volle lengte oprichtte en dan
kon hij slechts met list en moeite terug
gehouden worden om te blijven. Maar om
dat hij toch iemand moest hebben, die naar
zijn vertellingen luisterde en zijn knechts
op de boerderij er gewoonlijk weinig lust
voor gevoelden, kwam hij toch iederen
avond weer naar de herberg en de waard,
evenals hij een man met een reusachtigen
baard, legde vriendelijk zijn vleezige han
den om zijn hals.
Langzamerhand maakten de boeren ge
bruik van een ander middel om Caspar le
vernederen. Zonder dat hij iets van hun
bedoelingen merkte, lieten zij hem een
weddingschap aangaan en hielden hem aan
zijn woord. Raakte b.v. tegen de Lente het
koren op, dan ging een van hen, die in
den Herfst teveel verkocht had en nu niets
meer had om te bakken, eenvoudig naar
Caspar, lachte met de andere boeren in het
dorp, omdat zij niets meer hadden en zei
dan plotseling: „Jij hebt natuurlijk ook
niets meer, Caspar!" waarop Caspar direct
verzekerde dat hij nog volop had en dat
men zooveel kon krijgen als men maar
wilde.
Toen de boeren op deze manier reeds
meer dan eens succes hadden gehad, waren
ze niet meer te houden. Zij lieten Caspar
de onzinnigste weddingschappen aangaan.
Langzamerhand verloor hij zijn akkers,
koeien, karren en paardenA oftel
kens moest hij een kleinere hoeve betrek
ken, die hij weer even snel kocht en weer
verkochtzoodat hij tenslotte haast
niets meer bezat.
Deze dag, het slot was thans gekomen.
Caspar stond aan de deur van zijn verkocht
huis en zag hoe de hamer van den vendu
meester stuk voor stuk zijn bezittingen
wegsloeg. Hij schudde het hoofd, wanneer
iets te goedkoop wegging, groette de ver
legen voorbijgangers terug en liet niets van
zijn smart blijken.
Ja, hij maakte bereidwillig plaats toen
de groote kast, waarin eens zijn beste klee-
ren gehangen hadden, door de deur gedra
gen moest worden. Ja, hij hielp zelfs een
handje mee. Maar toen de kleermaker den
mooien rieten stok met vergulden knop
wat al te dicht bij Caspar's gezicht door de
lucht liet suisen, pakte hij hem vast, trok
hem met een krachtigen ruk jas en vest
open en gooide hem gelijk met den stok
de liooge stoep af. Dat alles ging echter
zóó snel en zóó stil dat niemand er eigen
lijk iets van gevoéld had.
Tegen den avond gingen karren en ma
chines van de boerderij weg en de koe
de laatste verliet den stal.
Allen waren nu heengegaan. Het werd
schemerig en spookachtig stil in huis.
Toen kreeg Caspar het ineens te pak
ken. Hij greep een bezem, die in den hoek
stond en zwaaide hem huilend door de
lucht, als wilde hij er alle booze geesten,
die zijn ongeluk veroorzaakt hadden, mee
wegvegen.
Plotseling dacht hij aan zijn vrouw. Ge
durende heel de verkooping had hij haar
niet gezien. Hij riep haarplotseling
hoorde hij een onderdrukt snikken in de
kamer.
Hij ging binnensteunend op zijn be
zem.
Rosa zat rechtop in bed, steunde met
de handen op de zijplanken als wilde zij
zich vasthouden en tegelijk haar smart
uiten.
Caspar zei: „Alles is nu weg, de knecht
de meid, het vee.... alles...."
Rosa zweeg.
Caspar vervolgdehet deed hem goed
dat hij eens kon praten: „Het heele huis is
leeggehaald. Kom wij gaan ook weg".
Nu kwam er beweging in Rosa en zij
riep: „In de smerige hut van den schaaps
herder".
„Het is nacht en de maan schijnt", zei
Caspar. „Overdag zou ik me schamen".
„Goddank, dat wij geen kinderen heb
ben", zei de vrouw nuZij stond op en
trok haar schoenen aan.
Daarna namen zij de rest van him bezit
tingen bij elkaar en legden alles op 'n wa
gen, die hun voor dezen nacht geleend was.
En toen alles gepakt en vastgebonden was
rekte Caspar zich uit, spuwde in de han
den, riep: „Nu!" en trok den wagen voor
uit. Rosa trok den doek vas-t om heb hoofd,
zoodat niemand haar zien zou cn volgde
Caspar.
De wagen liep als vanzelf. De straat hel
de naar de rivier en splitste zich daar.
De hoofdweg ging naar de brug, een
smallere zijweg, met gras begroeid, slin
gerde zich steil naar beneden en kronkel
de langs de rivier naar de hut van den
schaapherder, die Caspar gekocht had.
Toen hij het glinsterende water voor zich
zag hield hij plotseling den adem in. Hij
bleef even staan én riep over den wagen
heen: „Daar.... Rosa.... daar rijden wij
Hij hoorde hoe Rosa naar voren liep.
Daar kreeg hij een stoot van de burrics
in den rug. Hij onderdrukte een vloek en
trok zuchtend den wagen weer voort.
Bijna was hij tegen een kolossalen wilg
opgebotst. Die stond vlak bij het water en
beschutte een houten beeld van de Moeder
Gods, die met haar Kind op den arm als
Hulp tegen overstroomingen door de boe
ren, daar geplaatst was.
Caspar keek haar nauwelijks aanIn
den blauwachtige schaduw der maan giug
zij aan hem voorbij. Uit- het struikgewas
langs den oever doemden de omtrekken op
der hut
Terwijl hij snel alles aflaadde en binnen
droeg, ging Rosa nog eens terug en haalde
beide geiten, heb eenige, wat hun overge
bleven was uit him vroegeren stal.
Hij was nu klaarde bedden waren in
orde: de kisten met vaatwerk stonden in
de keukenHij ging nu naar don stal om
Rosa te helpen met het vastbinden der
geiten.
„Rosa" zei Caspar met gedempte stem,
„als ze ons hier nu ook nog verjagen
dan„dan blijft ons niets meer over
dan het water".
Zwaar hief hij het hoofd omhoog en keek
naar de richting van de dorpen beneden
aan de rivier en vervolgde: „Dan worden
we gereformeerd".
Rosa stond verschrikt op.
„Neen, Caspar", Zei ze, „eer zullen ze me
dood uit het huis dragen".
Zij gaf hem het touw waar de beide gei
ten aan vastgebonden waren in de hand,
nam zijn linkerhand en drukte die aan kaar
borst.
Een traan schitterde in haar oogen. Hij
hoestte, legde zijn arm om Rosa en ver
dween met haar en de beide geiten in den
donkeren stal. Zij konden den heelen
nacht niet slapen van het ruischende wa
ter, en van het onrustig schijnsel der hel
dere maan.
Caspar was spoedig aan de nieuwe om
geving gewoon. Er was nog een klein ka
pitaaltje van de opbrengst der verkooping
overgebleven en hij hoopte dat dit vol
doende zou zijn tot aan zijn dood. Hij be
werkte het kleine stuk land, dat hij nog
bezat en kwam af en toe nog eens in de
herberg, waar de boeren met uitbundige
vriendschapsbetuigingen den uitgestootene
weer trachtten te lokken.
Zij plaagden hem nu niet meer maar spra
ken niets dan goede woorden tot hem wat
Caspar uiterst goed beviel, zoodat hij zich
spoedig weer gedwongen voelde, om groo-
,te verhalen te vertellen, ja, het duurde
niet lang, of hij was weer geheel de oude,
cn nu hij niets meer te verwedden of weg
te schenken had, was hij al tevreden, wan
neer de boeren blijk gaven dat ze hem
geloofden.
Op zekeren avond toen ze weer in heb
café bijeen zaten en Caspar juist een groot
verhaal gedaan had, kwam het gesprek op
pantoffelhelden.
Niemand wilde er natuurlijk een zijn,
Caspar wel het minst van allemaal.
Geprikkeld door de voortdurende tegen
spraak stond hij tenslotte op en riep: ,Je
zit nu maar te bluffen omdat je ver buiten
schot bent, maar thuis hou je allemaal je
mond voor je vrouw".
„Jij ook", zei uè waard met de baard en
klopte hem op den schouder.
„Jij ook", riepen al de anderen en zij
legden hun handen op zijn nek om hem op
de bank te drukken.
„Wedden", riep hij met vuurrood gezicht
en duwde de handen terug, „ik ga in geen
drie dagen naar huis".
Zij wedd-n om een jong geitje en sloe
gen elkander in de handen.
Caspar liep twee dagen lang van den
eenen boer naar den anderen. Zij gaven
hem eten en drinken en hadden pret omdat
hij zich blijkbaar niet op zijn gemak voelde.
Den derden dag hield hij het niet meer
uit. Hij trok zich van de weddenschap niets
meer aan en liep zoo hard hij loopen kon
naar huis.
Nauwelijks had hij de deur opengestoo-
ten of hij zag Rosa geheel gekleed op bed
liggen en benauwd ademen. Zij hield
krampachtig een bundel aren in de handen
en sidderde geweldig.
Haar wangen brandden; zij greep naar
zijn hand en stamelde: „water".
Hij bracht haar drinken. Zij kwam tot
zich zeiven en vertelde, dat zij zoo al uren
lag. Bij het aren lezen was zij plotseling
duizelig geworden, zij kreeg een steek in
het hart en was met inspanning van haar
laatste krachten nog op bed kunnen komen.
Het werd een zware nacht. Geen van
beiden wist wat zij mankeerde, maar Rosa
wentelde zich heen en weer, zij kreeg hart
kloppingen, zij had het benauwd en het
hielp ook niets al zette hij deuren en ven
sters open, want er heerschte een drukken
de hitte in het kleine huisje.
Eindelijk droeg hij haar buiten naar de
rivier cn legde haar voorzichtig in het gras
misschien werd ze nu wel wat beter.
Zij hoopte maar steeds op den morgen
Wat, gebruikt u uw knecht voor para
plu-standaard 1
Ja, hij was vroeger degenslikker.
maar toen de zon aan den zwavelgelen he
mel verscheen, kreeg zij het nog benauw
der en nadat Caspar haar weer naar bin
nen gedragen had, ging hij weg om den
dokter uit de stad te halen.
Deze schudde bedenkelijk het hoofd, keek
eens naar de lucht, voelde den pols en
spoot de zieke iets is. Verder zei hij niets
dan: „als he.t weer maar wilde veranderen"
en hij vertrok. Het weer bleef zoo, twee
dagen achtereen. Ook de gezonden konden
nauwelijks meer ademhalen. Caspar zat
aan het bed en hield zijn oog steeds op
Rosa gevestigd.
Zij lag stil in het kussen en< als zij iets
zei, was het een schietgebedje.
Maar het weer veranderde niet. Den der
den dag tegen den middag slaakte zij nog
een kreet en was dood.
Caspar merkte het pas veel later, toen
haar gezicht geel werd en uit haar oog
geen licht meer blonk.
Maar hij geloofde het niet. Hij sprong
op en haalde een veer, die liij voor haar
mond hield om te zien of zij nog door haar
adem bewogen werd. Maar haar adem
stond even stil als de zwoele lucht-, de veer
bewoog zich niet. Hij haalde een spiegel
en hield die voor haar mondhij sloeg
niet aanweerkaatste enkel het gebro
ken oog en den half geopend en mond....
Toen werd Caspar krankzinnig.
Hij ging voor hot hius op den drempel
zitten lallen. Hij staarde naar den grond
hij was ijskoud van de koortszijn ha
ren werden kouden hij bleef maar lal
len en liet werd een toon, die veel geleek
op het zoemen van een hommel.
Plotseling verstomde het. Hij lag on
machtig in het zand cn zijn gebalde vuis
ten lagen onbeweeglijk langs zijn lichaam.
Een vrouw, die over de brug ging zag
hem zoo liggen. In de meening dat hij
dronken was en met;de bedoeling hem te
helpen, kwam zij naar beneden. Toen hij
zich echter niet verroerde ging zij naar
binnen en zij kreeg een rilling toen zij
Rosa daar dood zag liggen. Zij liep naar
het dorp en vertelde daar alles wat zij ge
zien had aan de menschen.
Er werd beraadslaagd, de menschen gin
gen naar de brug vanwaar zij Caspar kon
den zien liggeneen oude man ging ten
slotte naar den timmerman en bestelde een
doodskist.
Toevallig had de timmerman nog een
kist staan die te klein geweest was voor
een man, die pas gestorven was.
De oude man en zijn gezel namen ze di
rect op en droegen ze naar Caspar.
Het was ondertusschen avond geworden
cn nog lag de drukkende hitte op het land,
maar de eerste boden van een verschrikke
lijk onweer vertoonden zich reedsde
wind stak opde bliksem fiitste, het be
gon te stuiven.'...
Toen de twee mannen bij de hut kwa
men zat Caspar weer op den drempel en
staarde voor zich uit.
Hij hoorde schreden die naderbij kwa
men en zag de mannen met de kist om den
hoek komenhij keek treurig naar do
menschen die op de brug stonden en scheen
de beide mannen, die aarzelend dichterbij
kwamen, heelemaal niet op te merken.
Toen de oude hem echter aanstiet hij
kon van angst niets zeggen sprong Cas
par op, pakte 'n handvol stof van den grond
en wierp dat naar de mannen, terwijl hij
zóó vreeselijk brulde dat zij zoo gauw mo
gelijk hun kist neerzetten en weg vluchtten.
Ook de menschen op de brug stonden ver
stijfd van schrik. 'Zij gingen naar huis, met
een gevoel alsof de laatste dag des oor
deels aangebroken was en niemand waag
de het meer naar Caspar 0111 te zien, noch
naar den Westelijken hemel, vanwaar een
ontzettepd onweer kwam opzetten.
Door die vreeselijke stemmen van den
donder scheen Caspar langzaam tot zich
zelf te komen. Zijn lichaam beefdehij
jammerde tenslotte als een klein kind, dat
in de stuipen ligt, nam de lijkkist en zette
ze voor zijn huis, zóó, dat het hoofdeinde
tegen den muur stond, toen schroefde hij
het deksel los en ging het huis binnen. Hij
drukte stijf zijn oogen dicht, toen hij zijn
vrouw in de armen nam. Geen geluid
kwam er nog uit zijn borst. Hij legde Rosa
in de kist, streek haar kleeren glad, deed
haar hoofddoek goed om en haalde een
kussen om haar onder het hoofd te schui
ven.
Zoo liet hij haar liggen, ging naast haar
zitten cn keek haar strak in het gezicht.
Plotseling viel hem iets in: Snel stond
hij op, ging naar den tuin, waarin nog
eenige wilde bloemen stonden, plukte ze
alle af en strooide ze over het kleed der
doode. Toen nam hij een mes, sneed een
arm vol wilgetakken af en stak ze tak voor
tak rond de kist.
Toen keek hij haar weer zwijgend aan,
de hemel, die in brand scheen te staan,
gaf daarvoor voldoende licht.
Daar hoorde hij beide geiten in den stal
angstig blaten. Werktuigelijk ging hij er
naar toe n maakte ze los, het touw bond
hij om zijn lijf.
Angstig drukten do dieren zich tegen
elkander, hij pakte ze bij de horens en trok
ze naar buiten. Zij bleven een poosje in
het tuintje staan, maar toen ze mekkerend
naar zijn kist wilden, joeg hij ze weg en
dreef ze langzaam de straat op, vanwaar
zij weer terug naar den ouden stal liepen.
Het was ai heel koud geworden. Zelfs
met het geweldige onweer kon hij nu niet
spotten.
Hij ging in de keuken naar den schoor
steen en toen hij tastend naar de lucifers
zocht, kwam een oogenblik de gedachte bij
hem op om het huis in brand te steken.
Maar.daar hoorde hij reeds den regen
neerstroomen, hij liep weer naar buiten,
nam het deksel en deed de kist dicht.
Toen hij de schroeven aandraaide, piepte
z'n adem in z'n borst.
Nu was hij klaar.
Lang stond hij naar in den necrplassen-
den regen, de hagel sloeg hem in het ge
zicht, hij kon zijn oogen haast niet meer
opendqen.
Toen liet hij het hoofd op de borst zinken.
Hij ging het huis weer binnen. De benauw
de warmte daar verstikte hem. Plotseling
wist hij wat hij dóen moest. Hij klom do
ladder op naar den zolder. Het schuim
stond hom op den mond. Hij sloeg om zich
heen en verbrijzelde de dakpannen, tot de
spareen vrij in den nacht tuurden
maakte alsof men hem op de hielen zat het
touw van zijn lijf los, sloeg het stevig om
de sparren en maakte een strik.
Toen hij het hoofd er door stak en zich
achteroverboog, ratelde plotseling een
vreeselijko donderslag.
Het bruischte daarbinnen van alle zijden
geweldigHij keek en zag hoe het gele
water hoog en breed van het Zuiden kwam
gestroomd en hoe de golven reeds voorbij
zijn huis wareu.
Toen trok hij de strop van het hout en
rende met liet touw' nog om den hals naar
beneden.
Dc geweldige vloed liad de weiden reeds
overstroomd.
Do doodo had hij vergoten, hij keek al
leen vanwaar het water kwam. En toen
zag hijhoe het beeld der Moeder Gods,
heen en weer geschud door de golven ach
terover viel.
Hij slaakte een kreet en sprong in het
water naar het beekl van dc Moeder Gods.
Zij danste op do golvenhet scheen te
laat. Hij sprong in het waterzwom....
zwom.... daar voelde hij reeds een stuk
hout.
Het was het Kindje JezusHij voelde
geen grond meer, omklemde het beeld en
droeg het mee. Hij streed nu om zijn le
venspande al zijn krachten inkrom
de zijn nek cn zoo dreef hij rond, hoelang
wist hij niet
Opeens veelde hij takken tegen zijn ge
zicht.... Hij botste tegen een boom'De
stroom dreef hem weer op. Thans voelde
hij grondzijn laarzen bleven steken.
Hij stond overeind cn hield het beeld
in don arm. Toen hij rondkeek zag hij dat
hij op een hooggelegen eiland in de rivier
terecht gekomen was en da(< er boven aan
nog een droogc plaats was.
Hij waadde er heen cn plaatste het beeld
op de hoogte. Toen viel hij bewusteloos
neer.
Tegen den morgen kwam hij weer tot
zich zeiven. De hemel was weer helder, de
sterren schitterden. Hij voelde dc koorts
niet die zijn tanden deed klapperen, maar
knielde neer aan den voet van liet beeld.
Zoo zat hij langen tijd
Hij keok naar het zuiden waar zijn huis
stond. Even kwam de herinnering in hein
op maar zij verdween weer even vlug.
Hij droomdewat was dat daar bene
den in het water?
Hij weende luid. Dat wat dab.zwarte
voorwerp dat daar op dc golven aangedre
ven kwam, recht op hem toe?^
Hij begreep het niet.
Hij sprong in het water. IJet was on
mogelijk de kist tegen te zwemmen. Hij
zwom op zijn rug en liet dc kist op zijn
borst rusten
Langzaam draaide dc kist zich om cn
dreef tusschcn de boomen van het eiland.
Hij schoof zo wat in dc' hoogte cn lachte
blij.
Neen hot was geen droom, maar het was
om te besterven.
Met liet hoofd op de kist sliep hij in.
In den namiddag van denzelfden dag
vonden do menschen die boven over den
ondergeloopen weg liepen, hem levend op
het eiland zitten.
Hij had dc Moeder Gods op dc doods
kist gezet cn bad
Telkens sliep hij in. Dan lag zijn gezicht
met den natten baard op dc kist.
Toen het water zich terugtrok schoven
do boeren eenige ladderwagens in het slijk
naar het eiland.
Toen kwamen eenige mannen over do
planken heen, droegen eerst de Moeder
Gods, daarna de doodskist en tenslotto ook
Caspar, die bewusteloos was aan land.
Uit hot dorp kwam een processie met
wapperende vaandels om de drie in te ha
len. Caspar was met alles tevreden. Hij
liet zich geduldig door de mannen naar do
pastorie dragen en in bed leggen. Hij was
buiten kennis. Ook het klokgelui bij dc
begrafenis van zijn vrouw drong niet tot
hem door.
Slechts eenmaal greep hij naar zijn hals
om te voelen of Je strop er nog zat. Hij
voelde echter alleen het hameren van zijn
pols en sliep weer in.
Dc pastoor die in de volgende weken
vaak bij zijn bed zat, prees hem omdat hij
dc Moeder Gods van den ondergagn gered
had, want dat had hij in z'n koorts ver
raden.
„De zanger van Sevilla".
Voor de nieuwste film van Ramon No-
varro „The singer of Sevilla", zal in Holly-
wood een Spaansche kathedraal worden na
gebouwd. Voor het inwendige zullen deco
raties en altaarstukken uit Mexicaansche
kerken gebruikt worden en de Metro Gold-
wyn Mayor heeft enkele menschen naar dat
land gezonden om de noodige requisieten
te Icoopen.
Men zal in deze film Novarro voor het
eerst als operazanger kunnen hooren, iets
wat al jarenlang een wensch van Ramon
geweest is.
Dc geschiedenis speelt zich af in Spanje
en behandelt de carrière van een jongen
operazanger, die kiezen moet tusschen zijn
liefde voor de kunst en die voor een vrouw.
Novarro zingt in de film eenige speciaal
voor hem gecomponeerde liederen en in
de tafreelen, welke zich in de opera afspe
len zal men hem kunnen hooren in aria's
uit bekende opera's. Als vrouwelijke partner
treedt ook in deze film Dorothy Jordan
weer op, dio reeds in „Devil May Care" en
„The House of Troy" naam maakte als
tegenspeelster van Novarro. Verder komen
in de rolvcrdeeling voor: Renee Adoree,
Ernest Torrence en Marie Dressier.
Regisseur is Charles Brabin, die o.a. ver
vaardigde „De brug van San Luis Rey",
„The Ship from Shanghai", en „Stella
Maris".
HET PARADIJS DER
SPELERS
Een bezoek aan Monte Carlo.
Hoe men speelt en wat het
'gezelschap in het Casino te
zien geeft.
Monaco het niiniakuirstualjc aan de
kust der MidUcllandsche Zee oefent nog al
tijd 'n magische kracht uit op do beztic-
kers der Riviera. Iedereen wil een bezoek
aan hel beroemde Casino van Montc
Carlo gebracht hebben. Maar ook wat hot
landschap betreft, vormt Montc Carlo een
der heerlijkste plaatsjes der wereld.
Geheel op rotsen gebouwd rijst dc stad
omhoog uit dc diepblauwe zee. Afgeslo
ten van de stad on do- vreemdelingen op
een afzonderlijk schiereiland hebben dc
vorsten van Monaco hun paleis gebouwd,
hier liggen ook het kleine parlement en de
regecringsgebouwen. In bontgekleurde uni
formen slaan daar de soldaten voor het
slot op wacht. Maar zoo heel ernstig schij
nen zij hun taak niet op te nemen, druk
pratend wandelen zij op cn neer. Men heeft
ook njet vergeten een paar kanonnen en
een partij daarbijbehoorende granaten ter
verdediging van het slot op te stollen.
Maar ondanks dat ziet er alles toch vreed
zaam uit en niettegenstaande deze drei
gende vuurmonden zal toch niemand hier
aan oorlogsdoeleinden of ook maar aan
een ernstige verdediging bij een vijandige
overval denkcn.n Hoe zou dit landje ook
tegenwoordig nog iets doen. Mou leeft
hier zeer vredelievend, blijkbaar van de
gelden, die de spelers ieder jaar opnieuw
in Monte Carlo verliezen.
Montc Carlo ziet,er zeer verzorgd cn
prachtig onderhouden uit, zooals men dat
nergens aantreft. Heerlijke parken versie
ren dc stad, do meeste huizen zijn confor-
tabele hotels en café's.
Buiten lacht dc zon, de natuur is heer
lijk cn toch worden aUcn, die naar Monte
Carlo komen naai* dc speelzalen getrok
ken. Dc identiteitsbewijzen worden zorg
vuldig onderzocht eer de toegangskaarten
verstrekt worden. Wanneer incn zijn 1G frs
gestort heeft, mag men pas het heilige dei-
heilige binnentreden Het is zeer stil m de
hoogc zalen. Zwijgend zitten de men
schen aan de lange tafels 011 wachten ef
dc kleine bal hun geluk of ongeluk brengt.
Do meeste spelers maken den indruk cf
zij dag aan dag aan dc speeltafel zitten.
Dc toevallige •bezoekers wandelen van de
cenc tafel naar dc andere, kijken naar het
spel, zetten voorzichtig en schuch'er hier
cn daar op goed geluk een klein bedrag en
gaan dan weer elders hun fortui 1 beproe
ven.
Do echte spelers zitten urenlang op hun
plaatsen. De moesten schrijven zorgvuldig
dc nummers op, waarop dc hal is blijven
staan. Toch berekent ieder op zijn manier
zijn kans om hot meeste succes te hebben.
Sommige hebben geheimzinnige met ge
tallen bedekte instrumenten voor zich,
waarenee zij iedere keer vóór zij inzetten,
ijverig werken om liet gclijkaanbrengendn
getal te vinden. Maar het balletje is zeer
eigenzinnig. Het laat zich niet vooruit
berekenen en ook hot ingewikkelde sys
teem' voldoet niet.
Bestond er werkelijk een systeem, dat
den speler tot een voortduronden winnaar
maakte, dan was hot al lang met dc speel
bank gedaan. Maar dc Bank verdient altijd
cn altijd weer opnieuw en de rijkdom der
vreemdelingen stroomt het kleine landje
binnen.
Opvallend is het getal magere bejaarde
dames onder do spelers. Kostbare ringen
en kettingen verraden don rijkdom dier
„deftige", vrouwen. Haar kleeding is meest
al ouderwetsch cn excentriek wat stof en
kleur betreft. Stil en onbeweeglijk zitten
de oude dames aan dc speeltafel. In haar
handtaschjes rammelen dc vijf frankstuk
ken. Zij wisselen de grootste bankbiljetten
Het lijkt wel of ze do rest van haar le
ven hier willen doorbrengen, ongevoelig
voor winst of verlies. Haar rijkdom schijnt
onuitputtelijk.
Opgewonden zijn alleen zij die voor dc
eerste maal spelen. Dc anderen zit toil
daar met bchccrschte gezicht en kijken
pas op als het balletje ten slotte zijn de
finitieve plaats genomen hoeft.' Dc begin
neling daarentegen vervolgt geheel gefas
cineerd den loop van den bal cn wacht mei
angstigkloppend hart af, bij welk getal.hij
eindigen zal.
Bewonderenswaardig is de opmerkzaam
heid waarmee dc „croupier" inzet, dat be
slist nog eens over dc winst on op het
verlies van iodoren speler afzonderlijk.
Nauwelijks heeft do bal zijn plaats gevon
den, of zij beginnen met verbazende vlug
heid de verloren sommen bijeen to schui
ven cn dc winst te betalen. Beter dan de
spelers zelf kennen zij den inzet van ieder
een aan tafel.
Zorgvuldig wakend wandelen de politie
agenten in blauw© jassen met gouden knoo-
pen met kniebroeken en lange witte kou
sen door de zalen, want hier is ondanks
allo controle aan den ingang do gelief
koosde plaats voor allerlei schelmen, dio
van den toestand der spelers gebruik ma
ken, om hun eigen doel tc bereiken.
Kun jo mij 20 pop lecnen?
Wanneer krijg ik ze terug.
Tien pop kun jo direct terug krijgen.