Zlste Jaargang
MAANDAG 30 JUNI 1930
No. 6630
VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Bouw nieuw Stadhuis te Leiden
In het eerste stadium
3)e
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal
Franco per postf 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné'e ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
Dit blad verschijnt eiken dag, uitgezonderd Zon- en Feestdagen II
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Medodeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop n verkoop f 0.50
Meerdere plannen worden voorgedragen. Een
plan met den ouden gevel blijkt de voorkeur van
B. en W. te hebben
In de Raadsvergadering van 16 December
1929 werd besloten:
a. den heer W. M. Dudok, gemeente-archi
tect te Hilversum, opdracht te verleenen tot
het maken van plannen voor een nieuw Raad
huis, welke plannen, op den gebruikelijken
voet zouden worden gehonoreerd, met dien
verstande, dat twee plannen zouden worden
gemaakt, een met en een zonder behoud van
den ouden gevel;
b. voor het maken van 't plan met behoud
van den ouden gevel als bouwterrein in alge-
rceenen zin aan te wijzen het terrein van het
oude Raadhuis;
c. den heer Dudok op te dragen, voor het
maken van het plan zonder behoud van den
ouden gevel een nadere aanwijizng van het
bouwterrein door den Raad af te wachten,
doch inmiddels den Raad zoo spoedig mogelijk
met betrekking tot die aanwijzing te dienen;
een en ander onder voorbehoud van 's Raads
vrije beoordeeling en keuze, of en zoo ja, \yelke
der ingezonden plannen tot uitvoering zal wor
den gebracht.
Het onder c bedoelde advies van den heer
Dudok met de daarbij behoorende situatie-
teekeningen, alsmede een dezerzijds gemaakte
raming van de kosten, welke aan de verkrij
ging van de verschillende terreinen zullen zijn
verbonden, hebben B. en W. vandaag den Raad
voorgelegd. Bij de ramingen heeft, gelet op de
kadastrale grootte, het uitwendig aanzien, de
besteraming en den stand van de verschillende
perceelen, overigens als uitgangspunt gediend
het vermoedelijk te besteden bedrag voor aan
koop van een overeenkomstig pand op vrijwel
gelijken stand, terwijl tevens in aanmerking
zijn gebracht de vermoedelijke kosten voor
overbrenging van het bedrijf of verhuizing, be
drijfsschade, verlies van clientèle, verbouwing
of inrichting van nieuwe perceelen e.d., welke
maatstaf in den regel ook bij gerechtelijke ont
eigeningen wordt gevolgd. Gemeente-eigendom
men, welke binnen de voor de verschillende
plannen aangegeven terreingrenzen vallen, zijn
geschat op de daarvoor bij aankoop bestede
bedragen.
Blijkens het advies van den heer Dudok en
het gevoelen van de Commissie van Fabricage
komen, wanneer men in de eerste plaats let op
een goede ligging in het stadsplan, voor een
nieuw Stadhuis zonder behoud van den ouden
gevel praktisch slechts drie terreinen in aan
merking.
Deze terreinen zijn:
lo. het terrein tusschen Breestraat, Koorn-
brugsteeg, Vischmarkt en Maarsmanssteeg;
2o. het terrein tusschen Beestenmarkt, Steen
straat, Rijnsburgersingelgracht, le Binnenvest
gracht en Nieuwe Beestenmarkt;
3o. het terrein tusschen Lammermarkt, Kor
te Scheistraat en Rijnsburgersingelgracht.
Zooals uit een overgelegde raming blijkt,
zullen de kosten, aan de verkrijging van de
verschillende terreinen verbonden, bedragen:
Voor het terrein sub 1: 1.827.900
2:1.513.388
3:104.278
Het terrein sub 3, aanbevolen in de minder
heidsnota van het lid der Commissie van Fa
bricage, den heer Schüller, kan bezwaarlijk in
aanmerking komen, aangezien het nieuwe
stadhuis dan voor een deel zou moeten wor
den gebouwd op de plaats van de voormalige
algemeene begraafplaats aan de Rijnsburger
singelgracht. Weliswaar is deze begraafplaats
omstreeks het jaar 1905 gesloten verklaard,
doch ingevolge art. 25 der wet van 10 April
1869, S. 65, tot vaststelling van bepalingen be
trekkelijk het begraven van lijken, de begraaf
plaatsen en de begrafenisrechten, is uitgra
ving van grond, deel uitmakende van een ge
sloten begraafplaats, ter meerdere diepte dan
50 cM. binnen dertig jaren na de sluiting niet
dan met vergunning van Gedeputeerde Staten
geoorloofd. Bovendien was 'n gedeelte van de
algemeene begraafplaats bestemd voor Israëlie-
tische begraafplaats en zou het niet onaange
tast laten van dit gedeelte in strijd komen met
de godsdienstige opvatting van de Israëlieten,
volgens welken een Israëlietische begraafplaats
ten eeuwigen dage onaangeroerd moet worden
gelaten.
Afgezien van de bezwaren, door den heer
Dudok en de Commissie van Fabricage tegen
dit terrein met het oog op den minder gunsti-
gen vorm en de omgeving geopperd, dient dus
al om de zooeven geschetste redenen, aldus
B. en W., het plan Lammermarkt verder bui
ten beschouwing te blijven.
De kosten ter verkrijging van de terreinen
sub 1 en 2 zijn dermate hoog, dat B. en W. zich
verplicht achten den Raad thans ook reeds in
te lichten omtrent de kosten ter verkrijging
van het terrein, benoodigd voor de uitvoering
van het plan met behoud van den ouden gevel
Breestraat II.
De kosten worden, op gelijke wijze bere
kend, geschat op 563.700. Voor een juiste
vergelijking van de kosten, verbonden aan den
bouw van een nieuw stadhuis op een van de 3
terreinen, moeten echter de kosten ten opzichte
van het terrein sub 2 (Steenstraat), verminderd
worden met 150.000 wegens geschatte op
brengst van den verkoop van het terrein van
het oude Raadhuis, doch moeten de kosten
voor de terreinen sub 2 (Steenstraat) en sub 1
(plan Breestraat nieuwe gevel) naar globale
schatting elk met ƒ300.000 worden verhoogd,
wegens meerdere kosten bij den bouw op een
vrijstaand terrein, uitgaven voor wegenaanleg,
enz. enz.
De vergelijkingscijfers worden dan:
terrein sub 1 (Breestraat nieuwe gevel:
2.127.900 bouwkosten J)
terrein sub 2 (Steenstraat)
1.663.388 bouwkosten 1)
behoud oude gevel:
563.700 bouwkosten1)
behoud oude gevel:
Met deze aanzienlijke verschillen voor oogen
gelooven B. en W., dat het aanbeveling ver
dient den Raad tevens mede te deelen, in
welk stadium het plan, dat de heer Dudok, in
gevolge Raadsbesluit, met behoud van den
ouden gevel moest ontwerpen, verkeert.
Dit plan nu is inmiddels nagenoeg gereed
gekomen en kan door den architect met een
daarbij behoorende nota binnen zeer korten
tijd worden overgelegd.
Waar nu de architect er naar B. en W., in
geslaagd is een plan te ontwerpen, waarbij
eenerzijds de oude gevel bewaard blijft en an
derzijds een geheel logisch daaraan aanpas
send absoluut modern stadhuis wordt gescha
pen met een front aan de ruime Vischmarkt en
zoodoende de grondslag gelegd wordt voor
een vernieuwd stadsbeeld op dit centrum van
de stad, daar hebben B. en W. zich afgevraagd,
of het niet gewenscht zou zijn, indien ook de
Raad het plan reeds in oogenschouw nam en
naging, of het niet op gelukkige wijze voldoet
aan de zeer uiteenloopende wenschen van de
Leidsche burgerij.
En mocht den Raad van gevoelen zijn, dat
zulks inderdaad het geval zal zijn, dan zou het
maken van het tweede plan achterwege kun
nen blijven en daardoor groot tijdverlies en het
maken.van de kosten, aan het ontwerpen van
dat tweede plan verbonden, kunnen worden
voorkomen.
De beste oplossing zou dus naar de meening
van B. en W zijn, dat de Raad thans nog geen
besluit neemt omtrent de aanwijzing van het
terrein voor het plan zonder behoud van den
ouden gevel, doch in afwachting daarvan den
heer Dudok uitnoodigt het door hem ontwor
pen plan met behoud van den ouden gevel zoo
spoedig mogelijk in te dienen en hun College
machtigt het plan na indiening publiek te ma
ken, opdat een ieder in de gelegenheid zij
daarvan kennis te nemen en er desgewenscht
zijne beschouwingen over ten beste te geven.
Daarna kan dan door den Raad eene defini
tieve beslissing worden genomen.
RAPPORT VAN DEN HEER DUDOK.
Wij laten hier het door den heer Dudok aan
den Raad uitgebracht rapport volgen:
Ter voldoening aan 's Raads opdracht tot het
uitbrengen van advies van de situatie van het
nieuwe Raadhuis, wanneer dit onafhankelijk
van den ouden gevel zal worden herbouwd,
heb ik de eer Uw College het volgende te be
richten.
Zijn in het algemeen aan de keuze van een
geschikt raadhuisterrein groote moeilijkheden
verbonden, voor Leiden geldt dit in hooge
mate. Uw Gemeente vertoont n.l. door allerlei
omstandigheden al zeer sterk de karakteris
tieke eigenschappen van een oude vestingstad;
uiterst compacte bebouwing langs een gering
aantal en dan nog veel te smalle ver
keerswegen. Een ruim, goed begrensd, centraal
marktplein, dikwijls aangewezen als raadhuis
plein, ontbreekt, oude vestingwallen, in menige
gemeente tot fraaie singelplantsoenen getrans
formeerd, zijn bijna overal aan dichte bebou
wing geofferd en bieden voor ons doel ook geen
perspectieven.
Waar de Breestraat zonder twijfel de belang
rijkste centrale verkeersweg is, kan niet wor
den ontkend, dat de historische raadhuisplaats
logisch in het stadsplan past. Ook al draagt
deze straat haar naam voor onze begrippen
niet meer met eere, immers een breede straat
is zij zeker niet, stedebouwkundig is de histo
rische situatie aan deze straat nog altijd ver-
1) Raming bouwkosten in alle drie gevallen
dezelfde.
antwoord. Beschouwt men deze bouwplaats
evenwel buiten verband met den ouden gevel,
die zoo typisch op het architecturale effect
aan deze lichtelijk gebogen, smalle straat is
berekend, dan blijkt de zeer geringe diepte
van het bouwterrein een bezwaar; immers het
zal dan noodig zijn het 'gebouw achteruit te
plaatsen en de vraag rijst of er dan voor een
goede oplossing nog voldoende bouwdiepte
overblijft. Hoewel deze vraag eerst door eeh>
nadere studie kan worden opgelost, ben ik ge
neigd haar bevestigend te beantwoorden. In elk
geval zal het noodzakelijk zijn het geheele
bouwblok tusschen Maarsmanssteeg en Koren
brugsteeg, met inbegrip van het aan de Visch
markt voor-uit-schietende winkelblokje zuide
lijk van de Maarsmanssteeg voor den herbouw
beschikbaar te stellen. Bij behoud van den
ouden gevel kan deze eisch uiteraard worden
beperkt, zooals t.z.t. bij de indiening van het
betreffende project nader zal worden toegelicht
Laat men de historische bouwplaats varen,
dan is het natuurlijk practisch overal mogelijk
door aankoop of onteigening voldoende ruim
te voor de stichting van het gemeentehuis vrij
te maken en het zal in Leiden, zoo min als in
eenige andere gemeente in soortgelijke om
standigheden, tot dit doel wel niet aan sugges
ties ontbreken, Maar de vraag is niet alleen,
en zelfs niet in de eerste plaats, een vraag
naar ruimte, maar naar een waardige situatie
in het stadsplan. De groeikracht van de stad
is niet zóódanig, dat buiten de oude kern, d.w.z
in het nieuwe uitbreidingsgebied, een plaats
voor het Raadhuis gezocht mag worden, ook
al heeft men het daar in de hand de geheele
omgeving harmonisch aan het te stichten bouw
werk te doen aansluiten. -Men is aangewezen
op de oude vestingstad, en waar de ruimte
daar overal ontbreekt, zal men noodzakelijker
wijs tot amoveering moeten overgaan. Terloops
merk ik op dat aan een plaatsing in het Van
der Werffpark niet gedacht mag worden; af
gescheiden nog van de eigendomskwestie be
hoort er met alle kracht voor te worden ge
waakt, dat dit toch reeds veel te bescheiden
recreatieterrein onbebouwd blijft. Welbegrepen
economie ook opgévac in aesthetischen zin
verbiedt ons voorts een bouwplaats te kie
zen die thans rèeds aan hooge architecturale
eischen voldoet; in dit verband wijs ik er op,
dat het Rapenburg veel beter in den tegen-
woordigen staat bewaard kan blijven; daarbij
komt nog dat dit niet voor een tamelijk druk
raadhuisverkeer geschikt is. Het ligt veel meer
voor de hand te zoeken naar een ligging aan
nieuwe verkeerswegen, welke in de oude stad
ten behoeve van, of althans in verband met het
uitbreidingsplan zullen worden aangelegd. Im
mers dit waarborgt aanstonds een min of meer
belangrijke ligging in het vergroot gedachte
stadsplan, terwijl het, in verband met toch
reeds voor den wegenaanleg noodige onteige
ning, mogelijk zal zijn meestal nog eenigen in
vloed ten goede op de raadhuisomgeving uit te
oefenen.
Weliswaar moet men op dergelijke plaatsen
eveneens beginnen met te vernietigen, maar
men beperkt dit tot gebouwen die aan het mo
derne verkeer in den weg staan.
Wanneer men het vraagstuk door deze, m.i.
logische overwegingen, nader heeft bepaald,
dan blijkt het aantal mogelijke oplossingen
reeds tot enkele te zijn beperkt, waarvoor ik
hieronder nader Uw aandacht moge vragen.
a. De beste oplossing is m.i. te verkrijgen
door amoveering van de bouwblokken tusschen
Steenstraat, Beestenmarkt, Nieuwe 'Beesten
markt en Rijnsburgersingel. Daardoor wordt
een hoogst belangrijke verkeersverbetering ge
diend: de veel te nauwe Steenstraat kan de
noodige verbreeding ondergaan, en de ook voor
het uitbreidingsplan vereischte nieuwe Noord-
Zuid en Oost-West verkeerswegen (nieuwe
Beestenmarkt en Lammermarkt) zouden op
dit belangrijke kruispunt beter tot stand ge
bracht kunnen worden. Door verbreeding en
omlegging v*ra de Oude Vest speelt een typisch
Leidsch element: het water, in deze situatie
een belangrijke rol. Hier zou het Raadhuis
een meer domineerende ligging kunnen ver
krijgen dan overal elders in de gemeente.
b. Zeker óók meer dan op de tweede bouw
plaats, die in aanmerking zou kunnen komen,
n.l. het terrein tusschen Lammermarkt en Rijns
burgersingel, ten Oosten van den molen. Deze
situatie heeft met de vorige gemeen dat het
Raadhuis aan een kruispunt van in de toe
komst zeer belangrijke verkeerswegen zou ko
men te liggen, maar overigens staat zij in alle
opzichten in geschiktheid bij het eerst genoem
de terrein ten achter. Een blik op de kaart is
voldoende om te erkennen, dat het Raadhuis
hier als het ware steeds op het tweede plan
zou blijven en de tegenwoordige omgeving is
hoogst ongunstig, zelfs deprimeerend, en men
mag alleen maar hopen, dat deze omgeving
zich in niet te verre toekomst moge verbeteren.
Ongetwijfeld zou een raadhuisbouw daartoe
stimuleerend werken, maar in welke periode
die transformatie zich in een niet snel zich
ontwikkelende stad zou voltrekken is met geen
mogelijkheid te voorzien.
De beide hierboven geschetste oplossingen
hebben dit groote voordeel gemeen, dat het
Raadhuis bij de verdere ontwikkeling der stad
een steeds meer centrale ligigng zou verkrij
gen, aangezien de voornaamste uitbreiding
naar het Noord-Oosten is gericht.
c. het bouwblok, begrensd door Korevaar-
straat, Garenmarkt, Raamsteeg en Jan van
Houtkade, en
d. het terrein ten Zuiden van den Zoeter-
woudsche Singel en ten Oosten van den Lara-
menschansweg;
beide situaties langs den nieuwen verkeers
weg den HaagVoorburgLeiden, waar deze
de oude stad binnentreedt. Eerstbedoeld ter
rein is niet ruim genoeg, om langs den druk
ken verkeersweg een behoorlijk voorterrein te
kunnen reserveeren, terwijl de bebouwing der
overzijde van de Korevaarstraat weinig bevre
digend is. Laatstbedoeld terrein aan de bui
tenzijde van den singel is weliswaar ruimer, en
kan zeker wel een Raadhuis, zelfs met eeni
gen tuinaanleg, bevatten, maar de vorm is toch
tamelijk willekeurig en de plaats in het stads
plan is niet van voldoende beteekenis; bij
verdere ontwikkeling der stad is de ligging
volgens beide situaties wel zéér excentrisch.
Ik acht het niet nuttig hier nog meer terrei
nen in bespreking te brengen, omdat zij hoogst
waarschijnlijk alle toch nog minder kwaliteiten
voor het beoogde doel zullen bezitten. Wel
vestig ik er, waarschijnlijk ten overvloede, Uw
aandacht op, dat mijn beschouwing zich be
perkt tot de geschiktheid van de bouwplaats
in stedebouwkundigen zin. Ik wil daarmee
geenszins zeggen dat de economische zijde van
weinig waarde zou zijn, al meen ik dat deze
bij de oplossing van een zeer belangrijk ge
meentelijk vraagstuk, dat thans misschien voor
eeuwen zal worden opgelost, niet sterker op
den voorgrond mag worden gebracht dan de
financieele draagkracht nu eenmaal vereischt.
Maar ik meen deze financieele beschouwin
gen veel beter te kunnen overlaten aan den
Directeur van Gemeentewerken, die U zeker
meer betrouwbare gegevens kan verschaffen.
E envolledig inzicht zullen deze gegevens in-
tijsschen in dit stadium niet kunnen schenken,
al ware het slechts omdat eerst bij de uitwer
king van het plan kan blijken in hoeverre er
op een bepaalde bouwplaats nog gelegenheid
bestaat tot het opnemen van een rendabele
nevenbebouwing in of nabij het raadhuisproject.
Resumeerende, acht ik de historische bouw
plaats stedebouwkundig ook thans nog van bij
zondere waarde. Beschouwt men deze situatie
onafhankelijk van den ouden gevel, dan zal
een nadere studie moeten uitmaken of er eene
fraaie oplossing is te bereiken, hetgeen waar
schijnlijk is te bereiken. Stelt men het histo
risch argument terzijde, dan acht ik geen en
kele situatie van zoodanig 'beteekenis, als die
welke hierboven sub a. werd omschreven.
Dit nummer bestaat uit vier bladen
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De gezondheidstoestand van Z.H. den
Paus is nog uitstekend.
Heden is het Rijnland officieel ont
ruimd. (Telegrammen).
Als wij het bovenstaande samenvatten, dan
komen wij tot de conclusie, dat B. en W. zeer
veel gevoelen voor een herbouw van het stad
huis op de Breestraat met den ouden gevel
aan de voorzijde en 'n modernen gevel aan de
achterzijde.
Er zal daarvoor moeten worden gekocht of
onteigend aan de Vischmarkt, maar niet zoo
veel als volgens den architect-adviseur,
ir Dudok gekocht of onteigend zou moeten
worden, als men daar ter plaatse een stadhuis
met aan beide zijde een modernen gevel zou
bouwen, want daarvoor zou volgens hem het
geheele bouwblok VischmarktMaarsmans
steeg noodig zijn, omdat dan niet aan de
Breestraat zou kunnen worden gebouwd maar
meer naar achteren) w a t w e 1 zou kunnen als
de oude gevel wordt herbouwd.
Het plan met een nieuwen gevel aan de
Breestraat zou naar de meening van B. en W.
veel te duur worden.
De vraag rijst hier bij ons op, of moderne
architecten niet kunnen uitdenken, wat de bouw
heer van het oude stadhuis heeft uitgedacht:
een gevel, die „zoo typisch op 't architecturale
effect aan deze lichtelijk gebogen, smalle
straat is berekend".
Te duur is ook naar het oordeel van B. en
W. het andere voorgedragen plan, n.l. de nieuw
bouw door amoveering van de bouwblokken
tusschen Steenstraat, Beestenmarkt, Nieuwe
Beestenmarkt en Rijnsburgerweg.
Andere plaatsen kunnen volgens den heer
Dudok niet heel ernstig in aanmerking komen.
En B. en W. schijnen het hiermede eens te zijn.
Er zijn dan dus drie denkbeelden:
A. Op de oude plaats een stadhuis met
ouden gevel (voorgevel achtergevel modern)
B. Op de oude plaats een stadhuis met mo
dernen gevel.
C. Op de Steenstraat c.a. een stadhuis met
modernen gevel.
Waar B. en W. veel gevoelen voor A, stel
len zij den Raad voor dit plan eerst 'ns te
laten uitwerken. 't Is al ongeveer klaarl
Als dat dan gezien is en bevalt, dan behoeft
men niet verder te gaan.
Wordt het niet goedgevonden, dan kan men
wel verder gaan naar B of C of nog iets anders
Wij weten niet, of de Raad met deze ge
dachte van B. en W. zal meegaan. Er schijnt
wel veel voor te zeggen. Intusschen zullen onze
lezers wel benieuwd zijn naar plan A. Wij ho
pen, het gauw te kunnen publiceeren. Wat
betreft den ouden gevel aan de voorzijde en
den modernen gevel aan de achterzijde zijn wij
heel benieuwd, hoe dit architectonisch zal zijn
uitgewerkt. Wij oordeelen daarover nog niet,
doch wachten af.
DE REVOLUTIE IN BOLIVIA. President Siles (links) is gevlucht of gevangen genomen, evenals gene
raal Kundt (rechts), de Duitsche aanvoerder van het Boliviaansche leger. In het midden het parlements
gebouw van La Paz