DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND LASTER ZATERDAG 28 JUNI 193C JE LEIDSCHE COURANT BLOEMENTENTOONSTELLING IN DEN HAAG- SCHEN DIERENTUIN- Een der mooiste inzendingen. De Vliegende Hollander. De „Vliegende Hollander" beheerscht de week. De lustrumweek in de stad groepeerde zich rondom den „Hollander", wiens spook schip driemaal op de Kaag is rondgevaren als begeleiding van Edwarda's zinkende stad. De dichter van dit spel, Mr. Nijhoff, kwam op zijn idee door het zien vaai de bekende -reclame-plaat van de K. L. M. „Verdichting en werkelijkheid", waarop hoog boven het befaamde spookschip sen Hollandsch vliegtuig in de luchten zweeft. Deze prent werd deze week tot levende werkelijkheid. Want terwijl de oude Vlie gende Hollander op de Kaag ten tooneele verscheen, vloog een moderne Hollander dwars over den Oceaan van Oost naar West, welk waagstuk alleen door het Duit- sche vliegtuig, de „Bremen" was volbracht. De „Bremen" ontsnapte echter ternau wernood aan den ondergang. De „Southern Cross" maakte den tocht met een gemak, alsof het een ritje naar Londen was. Eigenlijk is de aardigheid er nu af. De „Southern Cross" heeft bewezen, dat het ook van Oost naar West te doen is, als men alles maar voldoende voorbereidt, rustig het gunstige moment afwacht en een goed radiotoestel aan boord heeft. Wel is een geregelde dienst nog niet mogelijk, maar dat komt wel. Er wordt aan gewerkt. De Zeppelin kent reeds den weg,- en het vliegtuig beeft getoond den weg ook te kunnen vinden. De Oceaan heeft zijn verschrikking voor de mensch- heid verloren. Zoo bracht de eene Vliegende Hollan der schrik op de wateren en wist de andere Hollander de zee haar verschrikking te ontnemen. IJ s 1 a n d. Nog zoo n stukje huive ring is IJsland. Vandaar komt volgens de overlevering de storm en de kou uit het Noorden. In werkelijkheid is het een heel vriende lijk eiland met een vriendelijke, vredelie vende bevolking, dat dezer dagen haar 1000-jarig volksbestaan vierde. Op IJsland werd duizend jaar geleden, in het jaar 930, een volksregeering inge steld, het Alting. Van toen af aan was IJsland de eerste en eenige republiek in het Noorden van Europa. De eerste be woner had zich hier in 874 gevestigd, In- golf Aroarson geheeten. Omdat de stichters tot dusver slechts een koninkrijk gekend hadden, moet men aan him besluit tot het instellen van een republiek méér waarde hechten, dan men misschien onder gewone omstandigheden zou doen. De IJslandsche volkss taat is niet uit een revolutie geboren. Zijn stichters waren geen heethoofden en opstandelingen. Zij handelden ook niet onder een oogen- blikkelijken druk. Zij stuurden een man, die in de wetten thuis was, naar Noorwe gen, waar zij vandaan kwamen. Deze over legde met andere kundige mannen en zoo ontstond het eerste republikeinsche wet boek voor het Noorden. De hooge ambte naar van het land, die steeds gekozen werd, kreeg uit hoofde van zijn functie den titel van wetgever. Zoo noodig dien de hij den volke ook van advies. Het Alting hield zich slechts met wet en uitspraak bezig, terwijl de voltrekking van het oordeel en daarmede dus de uit voerende macht individueel bleef. Drie eèuwen lang kon het Alting IJsland on afhankelijkheid bewaren, ondanks alle po gingen die Noorwegen aanwendde. Eerst na het midden der 13de eeuw ging IJsland met Koning Haakon Haakonsson het zgn. „oude verdrag" aan, waardoor de republiek in een min of meer afhankelijke positie kwam, ofschoon IJsland volledig zelfbe stuur kreeg en het Alting het opperste college bleef. Het verdrag kon zelfs door IJsland te niet gedaan worden. Later geraakte men tezamen met Noor wegen onder Deensche heerschappij. In FEUILLETON Vrij bewerkt naar het Duitsch P. G. HOCKS. (Nadruk verboden). IS) VIII. De kuur, die Eduard voorgeschreven had, werkte uitstekend. De generaal volg de ze nauwkeurig op, hield streng dieet, dronk lichten wijn en, wat nog beter was, ging vroeg naar bed, want omdat hij geen zwaren wijn gebruiken mocht, verzocht hij ook zijn vrienden van de kaarttafel niet meer. Deze waren daar slecht over te spreken, niet alleen, omdatze daardoor hun gezellige avondjes misten, maar voor al ook, omdat ze nu geen geld van den generaal konden winnen, die bij 't spel altijd verloor. Dokter Manders, aan wien de generaal zijn congé als huisdokter had gegeven, haalde $e schouders op en vertelde aan ieder, die het hooren wilde, dat hij even goed den generaal verlichting van diens kwaal had kunnen bezorgen, wanneer deze zijn voorschriften had willen opvolgen. Dokter Trotten had het wel erg gemakke lijk. Zijn zuster, die sluwe intrigante, zou er wel zoor zorgen, dat de generaal dieet hield en 'fc nog wel zoo ver brengen, dat ze met den ouden man zou trouwen, die dan e3 zijn bloedverwanten zou onterven. En 1814 werden de IJslanders eenvoudig ver geten. Aan de Noorsche vergetelheid werd men ruim een eeuw later, eerst ontrukt, toen een verdrag met Denemarken gesloten werd, dat IJsland zijn souvereinileit verzekerde. En thans zou het geheele feest onge merkt voorbijgegaan zijn, als de IJslanders niet duizenden uit Skandinavië ter viering hadden uitgenoodigd. Daar Reykjavik niet zooveel menschen kan bevatten is een ten tenkamp in de Tingvalla opgericht, dat 20.000 gasten kan herbergen. IJsland heeft echter zijn traditie niet geheel en al verloochend, want aan het einde van den eersten feestdag (Donder dag) brak mii hevige sneeuwstorm los, die in het tentenkamp danig huis hield. Als het stormt is het op IJsland slecht feest vieren. Dan zitten we nog liever op de Kaag in den regen! Duitsche crisis. Van de IJsland sche stormen gaan wij over op den onaan- genaanen politieken toestand in Duitsch- land. Deze blijft uiterst verward. De oude burgerlijke partijen beginnen aan invloed te verliezen en al heeft men nu een nieuwen minister van financiën, daarmede is de crisistoestand nog niet op geheven. Wij zijn benieuwd welke wegen de nieuwe minister zal inslaan en welke middelen hij zal aanwenden, om Duitsitfi- lands financiën weer op pooten te zefctpn. Malta. Tenslotte de storm in het glas water op Malta. Nu, na het blauwboek der Engelsche re geering, ook het witboek van den H. Stoel over het pijnlijk conflict tusschen Kerk en staat op Malta verschenen is, wordt het mogelijk zich een eenigszins duidelijk denkbeeld van het gebeurde te vormen, schrijft dc Maasbode. De overheerschende indruk is wel, dat het geheele conflict uit gelokt en doorgezet is door den katholie ken premier van Malta, lord Strickland, die zooals in de Vaticaansche documenten wordt opgemerkt, tegelijkertijd goed katho liek en overtuigd anti-clericaal wilde zijn. Volgens het rapport van mgr. Robinson, is Malta ten prooi aan een regiem van ter reur en despotisme. Lord Strickland is buiten zijn mandaat getreden door geen acht te slaan op de wetten en rechten en de gevoelens van de priesters en van de katholieke bevolking; de oppositie in het parlement is ontwapend, de pers is de mond gesnoerd, het land verkeert in on rust, de constitutie is in gevaar. Heb rapport legt er verder den nadruk op, dat er waarschijnlijk verschrikkelijke gevolgen zullen ontstaan uit de anti-oleri- cale en aaiti-Maltezer campagne, die al deze ellende over het kleine eiland heeft gebracht. De Pauselijke vertegenwoordiger vestigt voorts de aandacht van heb Vaticaan op heb feit, dat lord Strickland, waar hij ook een functie bekleed heeft, onrust heeft te weeg gebracht, o.a. toen hij gouverneur was van een der Australische Staten van welken post hij naar Londen werd terug geroepen. Ook wijst mgr. Robinson er op, dat toen lord Strickland gekozen werd als lid van het lagerhuis door de conservatieve partij te Lancaster, deze partij hem in den adelstand deed verheffen, ten einde van hem verlost te worden. Het incident, hetwelk tob dit diplomatiek geschil tusschen Engeland en den H. Stoel leidde, is in wezen zoo onbeduidend, dat het feitelijk verwondering wekt, dat, ten zij andere factoren in het spel zijn, zoo'n kleine aangelegenheid zulke geweldige ge volgen, als een de facto verbreken der be trekkingen tusschen Engeland en den H. Stoel, kon hebben. De geheele aanleiding 'is, dat een klooster-overste op Malta een van zijn kloosterlingen, „wiens gedrag te wenschen overliet", naar een klooster op Sicilië verplaatste. De kloosterling, een Maltezer, weigerde zich te onderwerpen en riep de bescherming van lord Strickland hij vertelde dan ook, dat Von Sorben in den nacht, volgende op den avond, waarop de juffrouw hem gedreigd had te zullen vertrekken, zijn testament te hare gunste had laten veranderen. Ook Kleber deed het zijne om Greta to belasteren en aan zijn vertrouwdste vrien den deelde hij met een valseh knipoogje mee, dat dieslang zich wel eens kon ver gissen, want dat er voor haar rare dingen op til waren, die haar wel op haar neus zouden doen kijken. De generaal had hem den dienst opgezegd en aan Greta had hij het te danken, dat hij Seebach eerst over een half jaar hoefde te verlaten. Ze had dit van den generaal weten gedaan te krij gen onder voorwendsel, dat hij dan op zijn gemak naar een ander betrekking zou kun nen uitzien, in werkelijkheid echter om hem nog een kansje te geven te beteren en dan te kunnen blijven. Indien ze een be teren kijk op het menschelijk karakter zou hebben gehad, zou ze zich zeker nog wel eens bedacht hebben alvorens voor hem in de bres te springen, want de slechtaard haatte haar met. een duivelschen haat en had gezworen zich hevig op haar te wre ken, omdat hij in de meenig verkeerde, dat zij de bewerkster was van zijn ontslag. Van dit alles liet hij evenwel niets blijken. Bij den generaal wist hij zich hoe langer hoe meer onmisbaar te maken en tegenover Greta speelde hij den berouwhebbenden zondaar, doch achter haar rug deed hij niets anders dan haar belasteren en voor al in die kringen, waaruit de meeste be- boeksters en bezoekers van het slot See bach kwamen. Het viel Greta wel op, dat er den laat- sten tijd zoo weinig visite kwam en dat de dames, hoewel beleefd, zich meer op een afstand hielden, ja zelfs, dat Klara in, die in het geval anti-Engelsche gezind heid van den Italiaanschen overste, pat'er Felix Carta, meende te moeten bespeuren. De premier verbiedt den overgeplaatsten "kloosterling het eiland te verlaten; de geestelijke overheid protesteert tegen deze ongeoorloofde en ongemotiveerde inmen ging van den politieken bewindsman in kerkelijke aangelegenheden. Men doet een beroep op Rome en Rome zendt den Ier- schen prelaat, mrg. Pascal Robinson om ter plaatse een grondig onderzoek in te stellen. Van dit oogenblik krijgt het incidentje het karakter van een conflict. Terwijl de H. Stoel er zich toe beperkt om het geeste lijk gezag in geestelijke aangelegenheden hoog te h; aden en te verdedigen, gaat de Maltezer regeering zich aan allerlei buiten sporigheden to buiten en aarzelt niet tegen over mgr. Robinson, het episcopaat van Malta, den Pauselijken staatssecretaris en den H. Vader de grofste schimpscheuten, beschuldigingen en beleedigingen te lan- ceeren. Het antwoord der bisschoppen was waar dig, maar krachtig; zij eischten hun hei lig en onvervreemdbaar recht op om te protesteeren tegen alles, wat het H. Geloof der vaderen kon aantasten en zagen zich daarom, uitsluitend om godsdienstige rede nen, verplicht hun geloovigen te verbie den op de partij van lord Strickland, die geloof en zeden aanviel, te stemmen. Het gevolg was, dat de verkiezingen moesten uitgesteld worden. Natuurlijk werd van verschillende zijden de beschuldiging geuit, dat de Maltezer geestelijkheid bij deze geheele aangelegen heid geen ander streven kende, dan zich bij Italië aan te sluiten. Tegen dezen las ter hebben de bisschoppen onmiddellijk geprotesteerd. Op Malta, verklaarde mgr. Caruana, denkt niemand er aan, zich van de heerschappij van Engeland los te ma ken en deze tegen die van Italië te ruilen, niemand, ook de bisschoppen en priesters niet. Overal weet men, zeide hij^ dat de Maltezers trouwe aanhangers van Enge land zijn; men erkent het zoowel te Lon den als te Rorife. Holm zeer koel tegen haar was, maar ze schreef dit meer toe aan andere oorzaken, dan dat ze daarbij aan Kleber's haat zou gedacht hebben. Op zekeren dag kwam er dan toch wel bezoek en zeer onverwacht bezoek ook. Freule Agatha, geboren vrij vrouwe Von Wolfenstein, dezelfde aan wie de gene raal verzocht had op Seebach te komen, toen hij Greta in een booze bui afgeschre ven had, verscheen op het slot in gezel schap van geheimraad Karei Von See bach uit Breslau. De generaal, die er getuige van was, hoe Greta door beiden uit de hoogte ge groet werd en hoe nicht Agatha met stuur- schen blik het meisje van het hoofd tot de voeten opnam, was allesbehalve over dat onverwachte bezoek gesticht, dat hij ove rigens ook zeer vreemd vond. „Jullie komen zeker eens kijken, hoe ik 't wel maakt", zei hij op spottendeji toon „en meteen eens informeeren aan wie ik mijn gezondheid te danken heb?" „Natuurlijk aan dat juffertje, die zoo even hier nog in de kamer was", zei Agathe. „Ik moet zeggen, dat het lief per soontje is, maar De generaal keek haar nijdig aan. „Laat m ij liever met oom spreken", zei de geheimraad, wien het niet ontging, welke uitwerking Agathe's onbedachte en stekelige woorden op den generaal had den. „Ik kan dat beter en kalmer zeggen dan jij." Freule Agathe trok minachtend haar schouders op en zweeg, terwijl de generaal zijn neef aankeek met een gezicht, alsof hij vragen wo: „Wat zullen we nu heb ben Voor deze beschudiging kan overigens noch in het blauwboek der Engelsche re geering noch in het witboek van het Va ticaan een aannemelijke basis gecon strueerd worden. Het Engelsche documen- tenoomplex legt, het spreekt van zelf, meer nadruk op de gevolgen, welke het uitoefenen van een geestelijk recht op do politiek kan hebben; uit het witboek van den H. Stoel spreekt veel meer de plicht der Kerk om de geloovigen te waarschu wen en te behoeden tegen dc gevaren, welke dreigen van dén kant een er regee ring, welke, hoezeer zij zich ook katholiek noemt, den katholieken godsdienst, diens bedienaren en practijken bedreigt. Daarom streeft de H. Stoel er ook naar om na een ernstig onderzoek ter plaatse, en niet op losse geruchten, te bewijzen, dat lord Strickland door gijn aotie een gevaar voor Kerk en godsdienst was en is. Dit bewijs wordt afdoende geleverd en daar mede is het recht der Kerk aangetoond om in te grijpen, niet om de politieke macht aan zich te trekken, maar om haar hoog ste, Goddelijke zending te vervullen. Die taak zal de Kerk altijd volbrengen en nooit nog is een wereldlijke macht in staat geweest haar daarin duurzaam te belemmeren. SPORT VOETBAL B. K. FEDERATIE. R.K. NEDERLAND—R.K. DUITSCHLAND Voor katholiek voetballend Nederland is het morgen een gewichtige dag. Dan 'heeft in Maastricht de 9e landën-ontmoe- ting tusschen R. K. Nederland en R. K. Duischland plaats. Of om het anders te zeggen een vertegenwoordigend elftal der R. K. Federatie zal den strijd aanbinden „Beste oom", begin neef Karei, „wij zijn er getuige van geweest, dat u altijd alles gedaan hebt om uw naam onbevlekt te be waren en de eer van ons geslacht hoog te houden en in het volste vertrouwen hierop zijn wij hier gekomen om ti uit naam van al onze bloedverwanten een voorstel te doen." „Wat 'n deftige inleiding", bromde de generaal, het voorhoofd fronsend. „Jullie hebt er zeker toch nooit aan getwijfeld, dat ik mijn naam en de eer van ons geslacht altijd hoog heb gehouden?" „Zeker, zeker. Daaraan twijfelt ook nie mand, beste oom, maar men vergist zich we] eens in den indruk, die onze hande lingen op andere menschen maken en ver moedt volstrekt niet, dat zij daar aan stoot aan kunnen nemen. TJ zult wel ge merkt hebben, dat uw bloedverwanten zich hoe langer hoe meer van u vervreem den en dat uw vrienden en kennissen u maar zelden komen bezoeken." Het gelaat van den generaal werd gloeiend rood. «Je zegt me daar heel leelijke dingen en zoo maar vlak weg in 't gezicht. Je zult me bewijzen, wat je daar zegt." „Ik bedoel volstrekt geen kwaad met dai gezegde. Ik wil u slechts waarschu wen. Overal vertelt men, dat u plan hebt met uw gezelschapsdame in 't huwelijk te treden en dat u haar reeds ill uw testa ment bedacht hebt." „Zoo, werdt dat verteld? En wie zegt dat 1" „Dc wereld is er vol van. Men vertelt overal, dat freule Von Trotten hier doet, alsof zij meesteres is; dat ze u geheel in haar macht heeft; dat ze haar broer hier op 't slot gehaald heeft en dat alleen om VIERDE BLAD PAG. 13 tegen de vertegenwoordigers der Deutsche Jrsgend Kraft. Er is voor dezen wedstrijd zeer veel belangstelling enverdiend. Want er schijnt een kentering te komen in deze wedstrijden, dio het peil ervan intusschen ten goede gchijnt te komen. Immers dit is de negende der ontmoe tingen, die begonnen het een sterk Hol landsch overwicht, van vijf achtereenvol gende overwinningen, gevolgd door een gelijk spel en weder oen overwinning, die echter al heel wat kleiner was, waarna Ludwigshafen in 1929 dc eerste Holland- scho nederlaag bracht. Dat was de acht ste ontmoeting, die dus bewees, dat. het met het overwicht der Hollanders lang zamerhand gedaan was. Wij mogen ons nu afvragen of het Hol- landsche elftal, dat nu in het veld gezon den wordt, sterker is dan het elftal, dat nu in het veld gezonden wordt, sterker is dan het elftal, dat verleden jaar de eer ste nederlaag te slikken kreeg en nu kun nen wij aanstonds zeggen, dat do keuze der elftalcommissie zeer gunstig is ge weest en dat wij in onze Hollandsche jon gens wel vertrouwen kunnen hebben. De opstelling der elftallen is als volg! R. K. F.: J. v. d. Kleij J. van Laarhoven J. Laenen Ir. W. Blewanus P. Haanappel F. v. Eekeren A. Jongbloeta C. AlsemgeesL N. Lemmens F. Kortman Scheidsrechter 0 H. Bruschweiler (Zwitserland). Muller Ruppert Jobst Bickei Kiss Keppler Breuer Roppelt Keiler Pathe Weidenbacher D. J. K.: Wat het Duitsche elftal betreft zijn er na den laats ten interland-wedstrijd 6 ge handhaafd t. w.: Weidenbacher, Keiler, Breuer, Ruppert, Jobst en Bickei. D: laatste drie vormen het gevaarlijke bin- nentrio der voorhoede, dat het de vorige maal onze achterhoede - zoo lastig maakte. Daarentegen is het Hollandsche elftal grondig herzien en wij vertrouwen, dat vooral de achterhoede zich nu niet zoo ge- makelijk zal la-ten overrompelen; Slechts Van Laarhoven in de achterhoede en F. van Eekeren in de voorhoede zijn ge handhaafd. De overigen zijn echter be proefde spelers, in wie wij wel vertrouwen hebben. Wij zien dus met spanning den strijd te gemoet. De wedstrijd vangt aan om 2.15 uur op het terrein van B. K. V. V. L. te Maas tricht. t Vooraf zullen gymnatjtiek-demons tra tics worden gegeven. De stand tenslotte is nu: gesp. gow. gel. verl. v.—t. pnt. R. K. F. «811 2312 13 D. J. K. 8 116 12—28 3 DIOC. HAARL. BOND. R. K. Sportvereeniging V. V. L. Door een abuis heeft het verslag der wedstrijden van jl. Zondag ons niet be reikt. Hier volgen thans de uitslagen: V. V. L. II—V. V. P. I 0-3 Wilhelmus IVDuiven IV 23 T. O. G. IDuiven III 71 V. V. L. I—V. G. M. I 6—1 Voor a.s. Zondag kan door verschillen de omstandigheden slechts een wedstrijd voor do serie gespeeld worden, nl. V. V. P. IT. O. G. II, aanvang 1 uur. Het eerste en tweede elftal gaan beide naar Sassenheim on spelen daar tegen Teijlingen. Hot tweede speelt vriendschap pelijk tegen Teijlingen III om 1 uur. Ver trek per fiets om half twaalf. Hot eerste speelt voor de nederlaagwedstrijden tegen Teijlingen II, aanvang 2.30 uur. Vertrek per fiets om 1 uur. hem, door u te behandelen, een voordeel tje te bezorgen." Hoewel de generaal inwendig kookte van woede, bedwong hij zich. Op zijn gezicht kwam een afkeurende grimlach en bits voegde hij zijn neef toe: „Als de lui zich met zulke kletspraat bezig houden, dan moeten z ij dat weten. Daar kan. ik niet voor we zen Maar wie me nog eens met zulke las tertaal aan boord komt, die zal de namen van de lasteraars noemen ook. Laat hun dat gezegd zijn. En wat die daiuc betreft, die heb jij bij mo aanbcvolep. Zij is van adel en heeft een uitstekende opvoeding genoten. En nu wil ik je wel zeggen, dat, als ze m ij n naam nog niet draagt, dat dit haar eigen schuld is. Ik bood haar mijn hand aan, want ik acht en vereer haar. Zij maakt mij het leven aangenaam, dat anderen mij vroeger tot een hel hebben ge maakt. Het is dus een onbeschaamde leu gen, dat z ij er naar zou trachten mijn ge malin te worden. Ik heb haar dit gevraagd enze heeft me afgewezen. Maar j ij schijnt het voor een schande to houden, omdat ze mijner niet waardig zou zijn. Daarmee ruk je haar de eerekroon van het hoofd en nu eisch ik van jou om mij te bewijzen, waarom ze niet waard zou zijn de echtgeuoote tc worden van een edel man, zooals ik ben. En als je me dat niet kan bekijzen, dan beschouw ik jullie toeleg als een echten boevnstreek (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 13