V/OENSDAG 11 JUNI 1930 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 STADSNIEUWS MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE. De Beorenoorlog in 1899. Aan den vooravond van de jaarvergade ring van de Maatschappij der Nederland sche Letterkunde pleegt steeds de commis sie voor de Geschied- en Oudehidkunde bij een te komen. Zoo ook gisteravond. Prof. dr. H. T. Ooienbrander hield in deze bijeenkomst een voordracht. Hij be sprak naar aanleiding van de verschijning van dr. Leijds Tweede Verzameling (cor respondentie 18991900) van den Boeren oorlog van 1899 in ruimer verband de geheele geschiedenis van Zuid-Afrika, die in Nederland meer in enkele détails dan in haar geheele beloop goed gekend en ver staan wordt. Het Boerenelement, door de Engelsche koloniale poiltielc van den Cob-d en-tijd los gelaten, is, eer het zich in zijn afzonder lijke staatkundige organisaties zeer breed cn gelukkig ontwikkeld had, door het jon gere Britsche imperialisme ingehaald en tot een strijd gedwongen, waarin het in schijn de nederlaag moest lijden, en toch in wezen een groote overwinning heeft be haald. Om in Zuid-Afrika als unie te zege vieren, moest het eerst als particularisme ondergaan. Geen andere afloop van den Boerenoor log van 18991902 laat zich denken die voor de toekomst van het Afrikaanderdom gunstiger voorwaarden zou hebben gescha pen dan de afloop zooals die geweest is, en aanvankelijk door Nederland diep be treurd werd. Herstel van den status vóór zou het samengroeien der republikeinsche en koloniale Afrikaanders tot actieve poli tieke eenheid verhinderd hebben en de in vloed van een Botha of Hertzog op Zuid- Afrika als geheel zou nooit boven dien van •eon Kruger of Steijn zijn uitgekomen, im mers in het beste geval tot een deel van het sub-continent beperkt zijn gebleven. Hebben daarom Kruger en Steijn voor een verkeerde zaak gestreden? Neen. Zij hebben in ongelooflijk moeilijke om standigheden het geestelijk zelfbewustzijn een er wordende natie gered, zij hebben eene natie gevormd die respect afdwong niet het minst in den zelfstrijd, die aan den vrede van Vereeniging voorafging. Boeien die eerder uit andere motieven den strijd zouden hebben opgegeven dan in 1902 ge schiedde, zou men nimmer als de staat kundige leiders der Afrikaansche natie van 1910 hebben teruggezien. Zuid-Afrika als geheel zal hen onder zijn stichters blijven gedenken, die hun met raad en daad ter zijde heblDen gestaan, en aan wier bedrijf de publicatie van dr. Leijds te rechter tijd de herinnering heeft opgewekt. De jaarvergadering. Heden is in het Nutsgebouw alhier de jaarlijksche ledenvergadering gehouden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. De voorzitter, prof. dr. J. H. Kern, open de deze vergadering met een rede, waarin hij allereerst melding maakte van de na men der leden, die in het afgeloopen jaar aan de Maatschappij door den dood zijn ontvallen, namelijk de gewone leden: prof. dr. P. J. Blok, dr. R. C. de Boer, Kolonel H. Dijserinck Hzn., mej. dr. M. E. Lulius van Goor, prof. dr. H. Y. Groenewegen, dr. C. Hofstede de Groot, Just Havelaar, prof. dr. G. A. J. Hazeu, dr. J. Herdersschêe, A. P. A. Hotz, W. F. Leemans, dr. C. te Lin- tum, Jacob van Looy, mr. dr. J. C. Over- voorde, jhr. A. W. G. van Biemsdijk, P. Roorda, dr. J. C. van der Slee, luit.-kol. H. M. Warner en L. O. Westenenk, alsmede het buitenlandsch lid G. Sogers. Vervolgens'hield de voorzitter een rede over: Onberaden taalijver, die zich uit in herhaalde aanmerkingen op sommige woor den ep uitdrukkingen en op zoogenaamd gemis aan grammaticale overeenstemming in de Nederlandsche taal. Als voorbeeld van het laatste behandelde hij een bijzon der geval, waarin enkel en meervoud wis selen; als voorbeelden van de beide eer ste: „de cenigste", „niets geen", „te meer", en „te minder" enz. Hij noemde enkele oor zaken, waardoor men er toe is gekomen, zulke eigenaardigheden voor slecht Neder land sch te verslijten. Do strijd tegen heb vooroordeel, dat bij velen te hunner opzichte bestaat, acht hij moeilijk, maar evenmin wanhopig als die tegen verouderde denkbeelden over zekere grammaticale fossielen. Vervolgens heeft Mr. Joseph Muls, con servator bij het Koninklijk Museum voor Sehoone Kunsten te Antwerpen, in de plaats van den heer Emm, de Bom, uit Antwerpen, die plotseling verhinderd was, een voor dracht gehouden over de nationale betee- kenjs van Guido Gezelle. Dc secretaris van de Maatschappij, de heer H. F. Damsté, heeft na deze voor dracht het verslag uitgebracht van den staat der Maatschappij en haar belangrijk ste lotgevallen en handelingen in het afge loopen jaar. Aan dit verslag is het vol gende ontleend: In den bundel „Handelingen en Levens berichten 19281929" verschenen naast ledenlijst en gewone verslagen, de voor dracht van Dr. H. E. van Gelder ter vorige jaarvergadering: „Beoefening van de Plaat selijke Historie" en dertien levensberich ten. Onzen dank aan schrijfster en schrij vers mogen wij hier herhalen! In de serie Herdrukken van onze Maat schappij verschenen zoo juist bij Oostkoek's Uitgeversmaatschappij te Utrecht twee boekjes: „Journaal ofte Gedenekwaerdige Beschrijvinghe van de Oost-Indische Reyse van Willem Ysbrantsz. Bontekoe", opnieuw uitgegeven en van aanteekeningen voorzien door Dr. G. J. Hoogewerff; en „Walvisch- vaarten, overwinteringen en jachtbedrijven in het hooge Noorden 16331635", zes teksten, verzameld en van aanteekeningen voorzien door S. P. l'Honoré Naber. Onze pogingen om met de Koninklijke Vlaamsche Academie te Gent tot samen werking te geraken inzake de voltooiing van K. Stallaerb's „Glossarium van ver ouderde rechtstermen, kunstwoorden en an dere uitdrukkingen uit Vlaamsche, Bra- bantsche en Limburgsche oorkonden" en hun aanvankelijk succes staan in het vo rige jaarverslag vermeld. Op onze vragen naar het verdere verloop kwam nog geen antwoord. Teleurstellend is wat valt te melden, in aansluiting op het ten vorigen jare mee gedeelde nopens de voorstellen van Dr. J. W. Muller, om tezamen met het Fre- derik-Muller-Fonds een Bibliografie te scheppen van Nederlandsche taal-, letter-, geschied- en oudheidkunde. Bij het tracee- ren van den weg, waarlangs het plan zou zijn te verwezenlijken, werden bezwaren en hindernissen ontmoet van zoodanigen aard en omvang, dat de heer Muller zijn voorstellen en namens Frederik-Muller- Fonds en anderen gedane toezeggingen van steun, terugnam. Gewaagde het vorig verslag van een plan om een folkloristisch archief te stich ten, ter verzameling van gegevens nopens Nederlandsche Volkskunde, de maande- lijksche vergadering van 1 November 1929 ging over tot de benoeming eener Commis sie voor het beheer van het in diat archief te verzamelen maatschappelijk materiaal. Daarin kregen zitting: de geestelijke vader van het denkbeeld Dr. J. de Vries, onze bibliothecaris Dr. A. A. van Rijnbach, en mr. D. van Blom. Al dadelijk werd een belangrijke schen king ontvangen: de rijke collectie folkloris tische aanteekeningen van de bekwame hand van ons in 1929 afgestorven medelid Dr. Andries Borgeld. Aan zijn weduwe en dochter moge te dezer plaatse nogmaals dank worden gebracht. De vergadering van het Bestuur en van de Commissies voor Taal- en Letterkunde en Sehoone Letteren alsook die van de Bibliotheekcommissie, hadden geregeld in de herbezette Bestuurskamer plaats. Weldra zal daarin prijken een gipsaf gietsel van het zich in het Rijksmuseum te Amsterdam bevindende borstbeeld van Nicolaas Beets, gemaakt 'door diens zoon, den predikant Cornelis Beets te Arnhem, ons door den heer C. Beets, ingenieur te Hengelo, welwillend afgestaan. Met den dank aan den schenker zal stellig ieder instemmen. Een genereus aanbod deed onlangs de heer Jacob Mees uit Rotterdam: om één- of tweejaarlijks 1000 te bestemmen ter bekroning van oorspronkelijke Nederland sche romans of tooneelstukken, die echter betrekking moeten hebben op het leven van den kantoor- of zakenmensch. Het laat zich hooren, dat het plan een blij onthaal vond bij de Commissie voor Sehoone Letteren. Gaarne wil zij overleg plegen met den voorsteller, teneinde te geraken tot een plan, dat de instemming van den heer Mees en het Bestuur kan hebben. Heb Bestuur wil zijn erkentelijkheid hier uiten voor deze nieuwe aanmoediging, aan beoefenaars van sehoone letteren toe gedacht. Zoo anderer gulheid zich nog eens wilde richten op de bevordering van Taal- en Letterkunde of Geschied- en Oudheid kunde of op onze Boekerij, direct of langs den weg van stijving van het „Vaste Fonds", nieuwe en niet minder groote verheugenis zou dat baren! De ter vorige jaarvergadering benoemde een-en-twintig gewone en vijf buitenland- sche leden namen allen hun benoeming aan. Drie van de vijf buitenlanders: de heeren dr. F. Baur, Victor de Meijere en dr. H. J. van de Wyer, wenschten rechten en verplichtingen van gewone leden te dragen. Door den dood ontvielen ons negentien gewone en één buitenlandsche leden. Zoo belt onze Maatschappij thans: één eerelid, 546 gewone leden in Nederland gevestigd, 9 in onze overzeersche gewesten en 23 in het buitenland, totaal 578 leien; voorts 160 buitenlandsche leden, waarvan 23 de rechten en verplichtingen van ge wone leden dragen. Achtereenvolgens werden hierna uitge bracht de verslagen omtrent den staat der boekenverzameling, van de rekening en verantwoording van den penningmees ter, van de Commissies voor taal- en let terkunde, voor Geschied- en Oudheidkun de en voor Sehoone letteren. Aan laatst genoemd verslag ontleenen, wij het vol gende De commissie had dit jaar wederom tot- taak de toekenning van den C. W. v. d. Hoogtprijs. Zij zoekt nog steeds naar de doelmatigste werkwijze. De secretaresse won advies in van de heeren Werumeus Buning en Nijhoff omtrent de gedichten bundels in 1929 verschenen. Hun oordeel luidde, dat de verzenbundels dit jaar geen aanspraak konden maken op den prijs, zoodat de commissie zich moest beperken tot romans, novellen en essays. De secretaresse maakte een lijst op van de boeken, die door den datum van hun verschijnen en het geboortejaar ven l.un auteur in aanmerking konden komen en vroeg allen leden schriftelijk hieruit die boeken te noemen, die volgens hen bijzon dere verdiensten hadden en die door de geheele commissie zouden moeten worden gelezen. Aldus ontstond een lijstje van boeken, dat echter werd aangevuld met boeken, die nog door geen der leden ge kend werden, zoodat geen er een verwer pend oordeel over bad kunnen uitspreken. Vervolgens werden deze boeken bijeen ge bracht en rondgestuurd. Hierna werd een vergadering uitgeschreven op 28 Februari te Leiden. Er moest een keuze gedaan worden uit een achttal romans en een bun del essays. De voorzitter, de heer K. J. L. Alberdinck Thijm, opende de vergadering met de opmerking, dat de keuze hem moei lijk viel, daar hij al deze boeken voortref felijk had gevonden. De vraag werd ge opperd of een bundel essays, hoe goed" ook, zichzelf als mededinger kon handhaven naast enkele goede romans. De commissie bleek van oordeel, dat dit niet mogelijk was. Ook de heer Nijhoff, die de essays in kwestie („Klankbord" van Matthijs Ver meulen) het meest van alle leden bewon derde, verklaarde liever den prijs toe te kennen aan scheppend werk wanneer het laatste waarachtig literaire verdiensten had. De secretaresse, mej. Zernike, uitte den wensch, dat in deze commissie getracht zou worden naar overeenstemming van oordeel, want wanneer er per slot over twee boe ken gestemd meost worden, weegt het oor deel van ieder lid even zwaar, hetgeen haar niet geheel rechtvaardig voorkwam. Anderen waren dit met haar eens en men beloofde algemeen, zoo goed mogelijk naar eikaars oordeel te luisteren. Daarna ontstond een gedachtenwisseling over de boeken. „Hart zonder Land", door Albert Helman, „Maria Ferraro's ijdele liefde" door Johan Fahricius Jr. en „Het Donkere Licht" door Antoon Coolen. Na eenige discussie werd besloten aan het bestuur der Maatschappij voor te stel len den O. W. v. d. Hoogt-prijs toe te ken nen aan den schrijver Antoon Coolen voor zijn roman „Het Donkere Licht". Hierna volgde de bekendmaking van den uitslag over de te benoemen gewone en buitenlandsche leden. Tot gewone leden werden benoemd dr. M. A. van And el te Gorinchem, dr. L. J. van Apeldoorn te Amsterdam, dr. S. Baert de la Faille te Wassenaar, mevr. H. Baert de la FailleWichers Hoet te Wassenaar, H. Beckering Vinchers te Zalt-Bommel, dr. O .C. Berg te Leiden, dr. J. P. de Bie te 's-Gravenhage, dr. J. H. Boeke te Lei den, dr. C. A. Crommelin te Leiden, dr. N. A. Donkersloot te Rotterdam, Th. Dor ren te Valkenburg (L.), mevr. M. L. H. EerdbeekClaassen te Katwijk a. d. Rijn, mr. Fockema Andreae Utrecht, dr. J. Haan tjes te Londen, G. Horreus de Haas te Zwolle, mevr. E. J. HuizengaOnneker te Ten Boer (Gr.), A. D. A. Kat Angelino te 's-Gravenhage, R. A. Kern te Leiden, D. Kouwenaars te A'dam, dr. J. H. Kramers te Oegstgeest, mej. dr. S. A. Krijn te Am sterdam, J. Smit te den Haag, mej. J. Zwartendijk te Rotterdam. Buitenlandsche leden: J. Diekema, Amer. gezant te den Haag, L. J. B. M. I. van Nijle Brussel, dr. F. Prins, Archivaris van Antwerpen, H. Reimers, archivaris te Colombo en Dan. de Villiers, gezant de* Zuid-Afrik. Unie te 's-Gravenhage. Vervolgens werd in overeenstemming met het advies der Commissie voor Sehoo ne Letteren, het werk bekend gemaakt na melijk „Het Donkere Licht" van Antoon Coolen, dat het bestuur der Maatschappij met den jaarlijks uitgeloofden prijs van I aanmoediging, den O. W. van den Hoogt- l prijs, groot 1000, had bekroond. De Commissie van Scboone Lebteren j heeft haar advies als volgt gemotiveerd: Te midden van de vele römans, die zij dit-jaar gekeurd heeft, viel het boek van Antoon Gooien op door zijn ongekunstelde I en warme toon. .Gooien schrijft met groote liefde over het land, waarin zijn verhaal j speelt en met een waarlijk zuiver en hel- der vermogen. Zod is deze roman aller- eerst geworden een bewogen weergave door de seizoenen heen van het landschap de Brabantsche Peel en het binnen- huis der menschen, die er bij behoorem De i menschen zelf zijn in dat landschap en dat j interieur vaak heel goed gezien, maar als karakters missen zij eenheid en zijn daar- j door niet overtuigend. Op zijn best heeft j Goölen typen geteekend, geen individuen. Ook is het menschelijk gebeuren, de gang i van heb verhaal, volstrekt oorspronkelijk. Toch draagt de Commissie dit boek gaarne ter bekroning voor om zijn niet geringe i verdiensten van goed en warm, soms zeifs j zeer knap te zijn geschreven, en om zijn onvergetelijke uitbeelding van het land- schap. Ze spreekt de hoop uit, dat de schrij- ver, door dezen prijs aangemoedigd en geen j van zijn goede eigenschappen verliezende, I zijn liefdevolle aandacht meer en meer zal i wijden aan de personen, die zijn boeken de noodige stuwkracht geven. Coolen publiceerde in 1921 „Lente-Bloe sem" en in 1926 „De rauwe grond" en „Peerke, dat manneke". In 1927 versche nen van hem „Hun grond verwaait" en „Jantje de schoenlapper en zijn Weensch kindje" en in 1928 „De kinderen van ons volk" dab een 2den druk beleefde. (Gooien is als redacteur werkzaam aan de Gooische Post te Hilversum). Hierna werd, op voorstel van de maande- lijksche vergadering, besloten uit de ren ten van het Vaste Fonds 200 af te staan aan den heer D. J. van der Ven als bij drage in de onkosten, verbonden aan het samenstellen van een Nederlandsche Volks kunstfilm en voorts, om 400 te bestemmen voor het samenstellen van de Copie van een supplement 19211930 op Petit's Re pertorium voor Vaderlandscbe Geschiede nis. Overeenkomstig het voorstel van het be stuur werden de wetsartikelen der Maat schappij 4 tot en met 16, 36 en 41 gewijzigd. Door deze wetswijziging wordt de Neder landsche landsgrens vervangen door de Ne derlandsche taalgrens norm in het samen- «el van voorwaarden voor het lidmaat- hap en dien overeenkomstig de groepee ring: gewone en buitengewone leden. Verder beoogt deze wijziging o.m., dat aan hen, wier moedertaal het NederlandBch is en die het doel nastreven, dat het onze is, en die, wanneer zij aan gene zijde van de grens wonen en niet de Nederlandsche nationaliteit hebben, tot heden slechts als buitenlandsche leden deel der Maatschap pij konden uitmaken, als aan gelijken plaatsen kunnen worden ingeruimd. Tot leden van het bestuur werden in de plaats van prof. dr. J. W. Muller en prof. dr. J. H. Kern (niet herkiesbaar) de hee ren prof. dr. Ph. S. van Ronkel en W. J. In de Commissie voor taal- en letter kunde werden de aftredende leden, dr. J. Heinsius en prof. dr. J. W. Muller herko zen. Voor de Oommissie voor Geschied- en Oudheidkunde werd in de racatures van wijien mr. dr. J. C. Overvoorde en wijlen prof. dr. P. J. Blok gekozen de heeren J. Kleijntjes S.J. en prof. mr. D. van Blom en werden de heeren prof. dr. J. Huizinga en "VV. J. J. O. Bijleveld herkozen. De heer K. J. L. Alberdingk Thijm werd herkozen als lid van de Commissie voor Schoor e Letteren. Na. de ic.ndvraag werd de vergadering gesloten on vereenigden de leden zich aan een gem eenschappelijken maaltijd in „Den Burcht". LEIDSCHE BURGERWACHT. De jaarvergadering. In hotel „Den Burcht" werd gisteravond de jaarl. vergadering van de Leidsche Burger wacht gehouden, die bij ontstentenis van den voorzitter, mr. Pijnacker Hordijk onder leiding stond van mr. Trapman, Deze sprak een kort openingswoord, waar in hij allen hartelijk welkom heette en voorts er op wees, dat het communisme in alle landen den in den laatsten tijd steeds ernstiger op dringt en dat de Burgerwacht meer dan ooit paraat moet zijn. Zelfs in ons land is er een groote roerigheid. Op de fabrieken vormen zich overal communistische cellen die een be dreiging vormen voor onze maatschappij en ook in de intellectueele wereld wordt, hoewel misschien onbewust, propaganda gemaakt voor het cpmmunisme. Spr. wekte allen op zooveel mogelijk deel te nemen aan het daadwerkelijk vereenigingsleven in het komend winterseizoen De secretaris, majoor M. v. Mens las daar na de notulen die onveranderd werden goed gekeurd. Naar aanleiding van een ingekomen stuk werd medegedeeld, dat nog steeds, naar de meening van het Bondsbestuur, geen geschikt corpslied is ingekomen. Ook het lied van den heer de Bruin kon de goedkeuring niet weg dragen, Ingekomen was voorts een regeling inzake de oprichting van een Gewestelijk Be stuur voor Zuid-Holland, welke oprichting in middels tot stand is gekomen. Nadat nog enkele ingekomen stukken waren behandeld las de secretaris het jaarverslag. Het jaar 1929 was gunstig. Het ledental bleef stationnair. Het verslag releveerde voorts de gebeurtenissen van het afgeloopen jaar, terwijl mededeeling werd gedaan van de uitslagen der verschillende wedstrijden. Er werd met ernst en toewijding geoefend. De verstandhou ding ouder de leden was uitstekend. Begon nen kon worden met een cursus in schermen en gymnastiek. Reeds werden goede vorderin gen gemaakt. Belangrijk was ook de dit jaar onder leiding van dr. Leesberg ingestelde cur sus voor eerste hulp bij ongelukken. Aan dr. Leesberg werd voor zijn uitnemende leiding van dezen cursus dank gebracht. Dit jaarverslag werd onder dank aan den secretaris goedgekeurd. Uit het jaarverslag van den penningmeester den heer W. G. Sillevis bleek, dat de ontvang sten hebben bedragen 2836,24, de uitgaven 2494.97, zoodat er een batig saldo is van 345,02, Ook dit jaarverslag werd ond^rdank aan den functionaris goedgekeurd. Het verslag van de kascommissie luidde gunstig, zoodat de penningmeester van zijn gehouden beheer werd gedechargeerd. Als leden van de nieuwe kascommissie wer den aangewezen de heeren mr. Nord Thom son, van Baal en F. v. d. Mark Sr. Bij acclamatie werden de aftredende be- stuursleden, de heeren H. W. Tieleman cn i J. H. v. Staveren, herkozen. Bij de rondvraag deelde de secretaris mede, 1 naar aanleiding van een vraag van den heer van Bergen Henegouwen, dat een K. S, O. (Kamer Schietoefeningen) geweer aai worden aangeschaft. Vervolgens werd overgegaan tot de uitrei- king der prijzen verbonden aan de in het afge- loopen jaar gehouden wedstrijden op buks. i De uitslag luidt als volgt: Kampioen 1929'30: de heer A, van Vliet met 293 punten. Afdeeling A (door den commandant uitge zocht): le prijs: Swets met 194 punten; 2e prijs: v. Staveren Jr, met 193 punten; 3e prijs: v. Nierop met 192 punten; 4e prijs: v. Vliet met 190 punten. Afdeeling B: le prijs: Gadri met 185 punten; 2e prijs: van Es met 184 punten, Afdeeling C: le prijs: Brabander met 165 punten; 2e prijs: v. d. Mark met 161 punten; 3e prijs: Kater met 157 punten. Afdeeling D le prijs: de Groot met 188 punten; 2e prijs: Keereweer met 184 punten; 3e prijs: Questroo met 183 punten; 4e prijs: De Graaf met 182 punten. - Afdeeling Adspiranten: 1. v. d. Velden Jr. met 1128 punten; 2. Devilee met 833 p.; 3. Keereweer met 630 p.; 4. Verbiest met 665 p.; 5. Haverkorn met 655 p.6, O. F. Kooremans met 622 p.; 7. Kok met 591 punten. Afdeeling Veteranen: 1. Gadri met 1256 p.; 2. van Es met 1181 punten. Afdeeling Schermen: le prijs: van Thiel; 2e prijs: Elzinga; 3e prijs: Mastricht; 4e prijs: Brussae. De prijzen bestonden uit kunstvoorwerpen voor de schietwedstrijden en voor die in het schermen uit sabels. De verschillende afdeelin- gen waren ingesteld naar gelang den duur van het lidmaatschap en dus van oefening. Tentoonstelling Templum Salómonis. De maandelijksoke tentoonstelling van Templum Salomonïs is dezen keer gewijd aan de Leidsche Universiteit, de studenten en de maskerades, 't Is een heel interes sante collectie merkwaardigheden, die be trekking hebben op liet universiteitsleven en wat daarmee samenhangt. Wij zagen o. m. boeken over wetten, processen en rekeningen van de Leidsche Universiteit, en de bekende beschrijvingen van Schotel en Siegenbeek. Het studentenleven in het algemeen en het Leidsch Studentencorps zijn hier bij zonder goed vertegenwoordigd. Prenten en teekeningen zijn er overvloedig, o. m. van het studentenoproer in 1594, over den uit- en inwendigen bouw van academie, senaatskamer enz. Verder is er nog het ontwerp-H. Seklegel voor een nieuwe aca demie, welke in het v. d. Werff-park zou moeten verrijzen, dateerend uit 1881 van welk plan evenwel nimmer iets gekomen is. Langs de wanden vindt men voorts een heele collectie vertellingen over studenten Gemeentelijke Aankondigingen Collecte voor het Fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden. Burgemeester en Wethouders vaai Lei den; Gelet op de circulaire van den Minister van Staat, Commissaris der Koningin in deze provincie dft.W Janhari 1930; Brengen ter ilglmeene kennis, dat op Maandag 16, Dinsdag 17, Woensdag 18 en Donderdag 19 Junife.k., door de Districts commissie tot aanmoediging en ondersteu ning van den Gewapenden* ;Dienst in de Nederlanden, langs "W huiten de gewone jaarlijksche collecte, ingestMjT' bij Z. M. dispositie van 16 November^'1820, no. 81, zal worden gehouden. A a Bevelen deze collecte, die ©trekt tot in standhouding van het fonds tot ondersteu ning van personen, die in den strijd voor het vaderland verminkt of invalide zijn geworden, dringend in de liefdadigheid der ingezetenen aan. Leiden, 11 Juni 1930. A. VAN DE SANDE BAKHUIJZEN, Burgemeester. VAN STRÏJEN, Secretaris. Dankdag slag bij Waterloo. Burgemeester en Wethouders van Lei den; Gezien de circulaire ^ap den Staatsraad, land, van den inciaal blad no. [kennis, dat ter jllijk Besluit van den lsten dier maaiffi, nm%2, de dankdag of Godsdienstige viering der overwinning van Waterloo ditmaal op Zcpdag den 15en dezer maand zal worden gokpuden. Leiden, 11 Juni 1930. A. VAN DE SANDE BAKHUIJZEN, Burgemeester. VAN STRÏJEN, Secretaris. Agenda LEIDEN. Woensdag R. K. Bond van Tabaksbewer kers, ledenvergadering, Bondsge- bouw, 8 uur. Donderdag R. K. Bond van Overheidsper soneel „St. Paulus", Bondsgebouw 8 uur. Vrijdag. R. K. Bond van Behangers en Houtbewerkers, ledenvergadering Bondsgebouw, 8 uur. Dinsdag R. K. Bond van Bouwvakarbei ders „St. Jozef", zeer belangrijke ledenvergadering, Bondsgebouw, 8 uur. De avond-, nacht- en Zondagdiensb der apotheken wordt van Dinsdag 10 tot en met Zondag 15 Juni a.s. waargenomen door apotheek: F. du Crois, Rapenburg 9, tele foon 807. I raraspiree(feside Voeten en oksels behandele uSpp.niet Purolpoeder. Dit is het meest afdoendelrtii<|ïlel daarvoor. Het kost 45 en 60 ct. per «w; en. is evenals Fuvol verkrijgbaar bij Apotk. en Drogisten. 335 (Reel.) beschrijvingen en uitbeeldingen van nias- karad.es uit lang vervlogen jaren, studen- lenprenten, oude en nieuwe Series Lec- Lionum, enz. Ook de beschrijvingen van Frans v. Mieris ontbreken natuurlijk niet. Het geheel wordt gecompleteerd door een collectie schilderijen, etsen en pentee- keuingen van den Leidsche-n schilder Eons van de Velde. HandeSsregister K, v. K. Wijziging: 413. Eerste Leidsche Mij. van grondbezit, Middelstegracht 26, Lei den, verhuren of verkoopen van huizen. De statuten zijn gewijzigd. Wijz. handelsn. thans; N, V. Eerste Leidsche Maatschap pij van Grondbezit. De hier ter stede tot arts bevorderde semi-arts D. Fleischer is bestemd tot offi cier van gezondheid 2e klasse bij het Oost- Indische leger. De dezer dagen hier ter stede tot serai- arts bevorderde studenten A. Hoedema- ker en E- J- Roelfsema zijn bestemd tot reserve-officier van gezondheid bij den ge neeskundigen dienst der landmacht. MUZIEK. Concerten „Maatschappij voor Toonkunst." Naar men ons mededeelt, zijn de con certen, te geven door de Maatschappij voor Toonkunst te Leiden als volgt vast gesteld: 7 November 1930: „de Bohemers", op hun laatste tournee in Holland; daarna zullen wij nimmer meer van hun kunst kunnen genieten. 26 Februari 1931: „Het Kralingsche Vrouwenkoor" onder leiding van Evert Cornelis. O. m. zal worden uitgevoerd: „Le mirier de Jesus" van André Gaplet voor solostem, vrouwenkoor, harp en strijkor kest: het Kralingsche Vrouwenkoor, Ber tha Serpen, zang, Celine Samuels, harp en een groep leden van het Utrechtsch Ste delijk Orkest; het geheel onder leiding van Evert Cornelis. 20 Maart 1931: De jeugdige violist Henri Temianka, in wien men een buitengewoon viool-talet zal leeren kennen; begeleider Theo van der Pas. Deze concerten beloven iets zeer bijzon ders te zullen worden. Gouverneur van Züid-1 21en Augustus 183^ (P 110); Brengen ter alge^ voldoening aan het 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 2