SPOOR's MOSTERD NED. OOST-INDIE RECHTZAKEN DONDERDAG 22 MEI 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 Overstrooming in een mijn. In de mijn Augusta Victoria I en II te Hüls, bij Recklingshausen, is gisteren een waterader gesprongen. Het water, van 60 graden warmte, stroomt nog steeds de mijn binnen. Men hooft gisteren een 350-tal werklieden tijdig in veiligheid weten te brengen, zoodat er geen menschenlevens te betreuren zijn. Getracht wordt het wa ter in te dammen. De middagploeg kon gis teren niet aan den arbeid gaan. Overblijfselen gevonden van een reuzen- geslacht. Bij opgravingen, die den laatsten tijd in de nabijheid van Sebastopol in de Krim werden verricht, heeft mon een onverwach te vondst gedaan. Naar de „Izwestija" be richt, zijn dc onderzoekers op de overblijf- seeln van een oude tamelijk groefte stad van een tot dusver nog niet bekend volk gestooten. In opengelegde grafgewelven zijn voorts menschelijke geraamten gevon den, die veel grooter zijn dan de skeletben van de huidige geslachten. Aan eenige ge leerden is thans opgedragen na te gaan, welk volk daar in vroeger eeuwen ge woond kan hebben, waarvan de skeletten aan die van reuzen doen denken. Het testament in het gewelf. De te Melbourne verschijnende Herald meldt dat John Joseph Hackett daar een officieele mededeeling heeft ontvangen, vol gens welke een document, gedagteekend van Februari 1826, uit een gewelf is te voorschijn gekomen. Krachlens dit docu ment zouden Hackett en anderen recht heb ben op een fortuin dat door William Jen nings is nagelaten, die vroeger grond eigenaar te Birmingham is geweest. Men schat het totaal van de nalatenschap op 53 millioeru Dc meeste rechthebbenden moeten in Amerika wonen. Goud in Japan. Uit Formosa wordt gemeld, dat men daar bij graafwerk in alluviale aardlagen een groote hoeveelheid goud heeft gevon den, naar schatting voor een waarde van 400 millioen. DE PEST IN GAROET. Zeven nieuwe gevallen. Aneta seint uit Garoet: De „Java-bode" verneemt, dat, hoewel men meende de pest alhier gelocaliseerd te hebben, thans blijkt, dat zich 7 nieuwe gevallen van deze ge vreesde ziekte hebben voorgedaan, nJ. 4 in het ziekenhuis, 2 in de barakken en 1 in een particulier huis. Er zijn thans 50 personen, die met de lijders in contact zijn geweest in de barakken ondergebracht, terwijl er in het ziekenhuis nog 60 verblij ven. Tot en met 17 Mei j.l. waren er reeds 18 slachtoffers. DE MOORD AAN HET BEZUIDENH0UT TE 'S-GRAVENHAGE. In hooger beroep voor het Hof. Voor bet Haagsch Gerechtshof is in hoo ger beroep behandeld de zaak tegen den gewezen tramstationschef uit Emmen W. K. van oer M., thans gedetineerd in het Huis van Bewaring alhier, die door de .Haagsche Rechtbank wegens doodslag en poging tot doodslag gepleegd in Öep_em- ber van het vorige jaar in een perceel aan het Bezuidenhout op Mevrouw Odem en haar huishoudster, is veroordeeld bot twin tig jaar gevangenisstraf. Zoowel de verdachte, als het O.M., dat levenslange gevangenisstraf tegen verdach te had geëischt, zijn van het vonnis der rechtbank in hooger beroep gekomen. Als verdedeiger van den verdachte trad ook thans weder op mr. Bekker. Even voor den aanvang der zitting wordt de verdachte tusschen twee rijksveldwach ters in den rechtzaal binnengeleid. Wanneer de president van het Hof aan verdachte vraagt, waarom hij in hooger be roep is gekomen, antwoordt hij heel be daard. Omdat ik den moord niet heb ge pleegd. Als eerste getuige wordt gehoord de commissaris van politie H. B. Paré, die nog eens uitvoerig vertelt van den toestand, die hij ten huize van mevr. Odem, kort na het plegen van den moord, heeft aangetrof fen. Getuige heeft niets gevonden, dat wees op roof of diefstal. Onder het lijk vond ge tuige een brief, waarboven „afschrift" stond, welk epistel z.g. afkomstig zou zijn van de firma Hus, waar de neef van me vrouw Odem, getuige- Blom, eenigen tijd winkelhouder is geweest. Op een vraag ran den president an1> woordt verdachte, dat hij dezen brief op verzoek van Karei Blom heeft geschreven en hem daarna aan Blom heeft gegeven. Hoofdinspecteur W. J. C. Zimmerman wordt als tweede getuige gehoord en legt zijn verklaringen af betreffende het vin don van het scheermes en het constatee- ren van een kleine sohramwonde en ontvel ling aan den wijsvinger van de linkerhand van verdachte. Verdachte komt nu met een geheel nieuwe verklaring. Het is mogelijk, dat ik dat wondje in het Haagsche Bosch heb gekregen. Daar heb ik met een los Gilette mesje takjes van een heester gesneden. Getuige Zimmerman heeft bij het fouil- leeren op verdachte geen Gilette mesje ge vonden. President: Waar is dat mesje dan geble- ven 2 Verdachte: Dat zal bij het bankje in het Haagsche Bosch hebben gelegen. Ik heb het weggegooid. President: En waarom heb je op dien avond niets verteld van dat mesje. U kon voelen, dat u onder verdenking stond. Waarom gaf u op geen enkele vraag ant woord Verdachte: Aan onbekenden geef ik geen inlichtingen. Niemand gaf zich de moeite, zich aan mij voor te stellen. Verdachte's verdediger, mr. Bekker, vraagt aan getuige Zimmerman, of het niet mogelijk zou zijn geweest, dat behalve ver dachte nog een tweede persoon het huis van mevrouw Odem heeft verlaten. Deze zou in de richting Wassenaar ongestoord hebben kunnen verdwijnen. Na eenige discussie moet getuige de mo gelijkheid erkennen. Het zou misschien wel mogelijk zijn geweest. De brigadier van politie Van Benthem getuigt, dat hij met wijlen brigadier Noga rede het scheermes heeft onderzocht. Het stukje huid, op het mes gevonden, past in het wondje aan verdachte's wijs vinger. De capillaire lijnen stemden ge heel overeen. Verdachte blijft ontkennen, dat hij het scheermes in handen heeft ge had en hij vermoedt, dat dr. Schirm bij het onderzoek van zijn, verdachte's handen dus, het stukje vel op het lemmet heeft ge bracht. Mr. Bekker staat een oogenblik til bij het vinden van het scheermes en gaat nog eens na, wat er met dit mes zoo al gebeurd is. Ook de kwestie van het stukje vel met de overeenstemmende capillaire lijnen geeft aanleidiug tot ©en discussie tusschen ver dediger, procureur-generaal en getuige. De getuigend eskundige, dr. Schirm, be vestigt zijn verklaringen omtrent het vin den van bloedsporen op verdachte's jas. Er waren vier vlekken van menschenbloed. Verdachte: Dat pak had ik van Karei Blom gekregen en hoe dat bloed er op ge komen is, weet ik niet. Dr. Rochat verklaart, dat er geen twijfel mogelijk is; het aan het mes gevonden vel letje was afkomstig van verdachte's wijs vinger. Verdachte K. v. d. M. maakt aanmerkin gen en noemt eenige mogelijkheden, hoe 't stukje vel op het mes zou kunnen zijn ge komen. Zelfs durft hij insinueeren, dat een rechercheur in bhnden dienstijver het vel letje op het lemmet heeft gebracht, om de waarde van het mes de stille getuige te verhoogen. Dr. Kuyper, geneesheer aan het R.-K. ziekenhuis, herhaalt zijn verklaringen over de verwondingen van mejuffrouw Sientje Holsieyn, de huishoudster van mevr. Odem. Deze huiehoudster, als getuige gehoord, legde opnieuw de verklaring af, dat K. v. d. M., dien zij met afschuw herkent, des morgens aan het huis van mevrouw O. had aangebeld en gezegd had te komen na mens de firma Hus ten behoeve van Karei Blom. 's Middags omstreeks kwart voor vijf is verdachte teruggekomen en met me vrouw Odem in de voorkamer geweest. Ge- bui ere heeft nog gehoord, dat mevrouw O. zcide: „vandaag heb ik het nog niet", en zij, de huishoudster, had daarbij nog ge dacht: zoo, het gaat dus toch weer om geldToen zij even la'er naar de voor kamer wi'de, omdat zii een gil en een 6lag hoorde, kwam in de deuropening K. v. d. M. haar met een scheermes tegemoet. President: Was het K. v. d. M. en nie mand anders? Karei Blom ook niet? Getuige: O neen, geen sprake van. het was K. v. d. M. Tk weet dat pertinent. Verdachte heeft haar met het scheermes mishandeld. K. v. d. M. blijft onveranderd, onbewogen. Zijn gelaat verraadt niet de minste aandoening en wanneer de presi dent dan vraagt, wat hij nog te zerrrren heeft, staat hij mpt de hem nooit verlaten de kalmte op, aldus den verslaggever van ..Het Volk", en zegt: ik kan er niets teven inbre^ven. Zii m iet zich vervissen. In ben nier in die voorkamer en ook niet in hpf huis geweest. Misschien was het mijn dub bel gan ver. President: "Maar Karei Blom is het toch in veen geval geweest? Verdachte: Dat zeg ik riet. maar een vriend van Blom Inkt ook op irü. De tramconducteur Meijer, die K. v. d. M. het eerst confronteerde met mei. Ho7- steiin. bevestigt ziin in eerste instantie af gelegde verklaringen. Ook conducteur Van der Velde en de trambestuurder "Reuver volharden bij hun fn eerste instantie afveegde verklaringen, zo- voed als dp bouwv.okorbeider Pi™ ^puwe gezichtspunten doen zich daarbij niet voor. Aan het eï"de van dit getuigenverhoor wordt de zitting tot twee uur geschorst. Het requisitoir. Te ruim kwart over drie komt de pro- euvenr-generaal aan het woord. Mr. de Visser witst, op het belangrük bownsmateriaal. hetwe'k ook hier voor het BW teven verdachte is b»" een gebracht. Belanvriik materiaal hebben wii hier uit de getuigenverklaring van mei. ran Deven ter. aan welve laatste veTklarineen aller minst te twüfelen valt. Tmmers zii was het die verdachte reeds 's morgens had binnen gelaten. Ook de verklaringen door verschillende getuigen omtrent het wegwerpen van het scheermes, in het tuintie aan de van der Liinstraat later teru°-<revonden, re veren votdoende bewijsmateriaal. Snr. wüst er on, hoe is gebleken, dat het aanwezige stukje oonerhuid, hetwelk op het mes werd aangetroffen, volkomen pas te in het wondje aan den vinger van ver dachte. De verklaringen door verdachte zelf ge geven omtrent cTe herkomst dezer verwon dingen meent spr. in twijfel te moeten trekken. Komend tot de onder het liik van mevr. O. gevonden brief, zegt spr., dat ook verd. erkend heeft van den inhoud daarvan af te weten. Hoe die brief onder het lijk is gekomen, weet niemand. Get. Blom, die niet meer bij de fa. Hus werkzaam was, kon geen belang meer heb ben bij dezen brief. Spr. is overtuigd, dat deze man, wiens karakter het Hof nu wel zoo langzamer hand zal bekend zijn geworden, getracht heeft den brief nog onder de stervende vrouw te schuiven, teneinde daardoor den schijn op Blom te laden. Twee redenen zou spr. kunnen noemen DOOD DOOR SCHULD. Ook in hooger beroep tot één maand veroordeeld. Het Gerechtshof te Den Bosch bekrach tigde in hooger beroep het vonnis der Rechtbank te Roermond, waarbij E. Th. A. S., chauffeur te Horst, werd veroordeeld Spoor's gestampt Muisjes (tteu.) wegens dood door schuld tot één maand hechtenis en verbod va het besturen van een apto voor den tijd van een jaar. Verdachte had op den weg van Venlo naar Venray twee personen aangereden. De een brak een arm, de andere werd uit een auto gesmakt en overleed aan de be komen verwondingen. GEMEENTERAAD VAN VOORHOUT hoe verdachte tot zijn daad is gekomen. Verd. had gehoopt door Blom later voor zijn moorddaad beloond te worden. Blom had groot belang bij den dood zijner erf tante. Een ander motief was om mevr. v. O. zelf te berooven. Aan de waakzaamheid en het kordaat optreden van het Tramwegpersoneel is het- te danken, dat verd. hier in de be klaagdenbank thans aanwezig is. Spr. eischt ten slotte levenslange gevan-, genisstraf. Mr. Bekker vraagt daarna uitstel van zijn pleidooi, hetgeen echter niet wordt toegestaan. Mr. Bekker, zijn pleidooi aanvangende, merkte op, dat naast de waarheid, welke door verschillende getuigen is gezegd, zeer zeker ook veel- door hen is gefantaseerd en spr. hoopte, dat het Hof in raadkamer deze verklaringen naar waarde zal beoordee- len. PI. betoogde, dat liet uitgesloten is, dat deze man het misdrijf aan het Bezuiden hout heeft gepleegdhet is geenszins be wezen, dat hij daar heen is gegaan met de bedoeling om te dooden. Wanneer verder verdachte :1e bedoeling heeft gehad om mevr. Odom te doodan, waarom heeft hij dit dan niet bij het eer ste bezoek gedaan? Daarmede vervalt tiet geheel e betoog van den advocaat-generaal voor de voorbedachte rade. De advocaat-generaal heeft voorts laten doorschemeren, dat verdachte ook de be doeling zou hebben gehad om de huishoud ster te dooden. Ook tegen deze opvatting moest pleiter opkomen. Immers wanneer de huishoudster in de keuken was gebleven zou haar geen haar op het hoofd gekrenkt J zijn geworden. P'eiter zeide, dat verd. niet is een door j en door slecht menach, voor wien slechts levenslange gevangenisstraf op haar plaats j is. j Na re- en dupliek werd de uitspraak be- i paald op 4 Juni a.s. GEREDEN ZONDER RIJBEWIJS. Bevestiging van het vonnis geëischt. In Augustus 1928 werd de Utrechtsche sigarenwinkelier J. B. v. U., vroeger wonende te Leid-en, wegens een aanrijding, welke hij met zijn auto had en waarbij een man ernstig gewond werd, door het Hof te Amsterdam veroordeeld tot ƒ200.— boete en het ontzegging van het recht om een auto te besturen voor den tijd van zes maanden. Verd. v. U., die een negental sigarenwinkels in Nederland heeft, gebruikte voor zijn zaken iederen dag de auto. Verd. nam dus voor de zes maanden gedurende welken tijd hijzelf niet mocht rijden een chauffeur. Verd.'s raadsman mr. Sieburg had een request om gratie gezonden, doch het von- i nis was reeds in kracht van gewijsde ge gaan. Het gratieverzoek was te laat gekomen, daar mr. Sieburg een telegram betreffende het arrest van het Hof had ontvangen, waarin slechts melding werd gemaakt van de boete. In Juni 1929 werd het rijbewijs van v. U. ingetrokken. Op 12 Nov. zou verd. ech ter bij Ouden Rijn, tusschen Harmelen en 1 Utrecht door den gemeente-veldwachter i van Harmelen, die in een autobus zat, ach- j ter het stuur van zijn auto zijn gezien. De j veldwachter ging den volgenden dag naar verd.'s woning in Utrecht en maakte pro ces-verbaal tegen hem op. 30 Jan. 1.1. veroordeelde de Utrechtsche politierechter verd. tot een gevangenis straf van veertien dagen en wederom ont zegging van het recht een motorrijtuig te besturen voor den tijd van zes maanden. 1 Verd. ging van dit vonnis in hooger be roep en thans diende zijn zaak voor het i Amsterdamsche Gerechtshof. Ter terechtzitting ontkende verd. per- tinent op 12 November zelf sturend door Harmelen te zijn gereden. Hij had steeds met een chauffeur gereden, ook op dien bewusten dag. De politie te Harmelen, een zeer gevreesde plaats door automobilisten, zou op hem loeren. De veldwachter als ge tuige gedagvaard bleef bij zijn verklarin gen, hij was er zeker van, dat verd. dien 12en November stuurde. Bij Oudenrijn was de auto stil blijven staan en was er een man uitgestapt. Volgens get. was dit de chauffeur, verd. zou toen zelf zijn doorge reden met de auto. Een aantal getuigen a décharge kwam verklaren, dat verd. in het bewuste tijd perk zeer zeker niet heeft gereden. De getuigenverklaringen klopten echter niet overal even goed. De chauffeur van verd verklaarde b.v. dat er nooit met de auto was gereden, zonder dat hij er bij was, het bleek echter dat een tweetal vrienden van verd. in totaal 14 a 15 keer voor hem had den gechauffeerd. De Procureur-Generaal mr. Harinxnia Thoe Slooten achtte de tenlaste gelegde feiten bewezen; de houding van verd., die steeds nog ontkende, was hem niet sympa thiek. Spr. eischte bevestiging van het von nis van den Utrechtschen Politierechter en veroordeeling van verd. tot een gevange nisstraf van veertien dagen en intrekken van het rijbewijs voor den tijd van zes maanden. Uitspraak 3 Juni. Gisterenavond vergaderde de Raad de zer gemeente onder voorzitterschap van den Burgemeester. Tegenwoordig waren alle leden. Er was een vacature. Nadat de voorz de vergadering had ge opend met gebed werden de notulen on veranderd vastgesteld. Verschillende ingekomen stukken, waar onder eenige van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van diverse raads besluiten werden voor kennisgeving aan- w\ KïïTïYiTsBS (Reel.) heer Th. Brouwer te Sassenheim om van de gemeente een stukje grond te mogen koopen gelegen langs de Hoofdstraat, naast het in aanbouw zijnd perceel van den heer Bles. B. en W. stellen voor aan verzoeker te berichten dat dit stukje grond te koop is voor den prijs van 5.per M2. Wethouder van Reisen zou de beslis sing en het aanbod liever willen uitstel len tot de volgende vergadering, opdat eerst een exploitatie-rekening van dezen grond kan worden opgemaakt, waarnaar de kostprijs kan worden vastgesteld. Hij doet hiertoe het voorstel. De héér Nijssen uit zich in dienzelfden geest- De heer van der Voet is van meening, dat dit reeds was geschied in ©sn bespre king in de vorige geheime vergadering. De voorz. zegt eveneens van die mee ning te zijn en dat daarom aldus wordt voorgesteld. Na eenige verdere discussie wordt het voorstel van den heer Van Reisen iri stemming gebracht. Voor stemden de heeren Witteman, Nijssen en Van der Voet. Tegen de heeren Van der Voet, Eigenbrood en Van der Laan. Alzoo sta king der stemmen. Een geschilpunt over armenzorg. Voorts was nog ingekomen een adres van Mej. de Wed. v. Leeuwen en onder stand voor haar en haar gezin. B. en W. stellen voor om op dit verzoek afwijzend te beschikken, op de bekende gronden, welke reeds meerdere malen zijn aangehaald in de vorige vergaderin gen. De heer van der Voet kan zich hier mede tot op zekere hoogte wel vereeni gen, doch meent evenwel dat de gemeente hier moet ingrijpen. Spr. vindt het niet juist gezien van het R. K. Armbestuur om hare bijdrage van 20.— terug te bren gen op 10.per week. Hij is in de ver onderstelling dat het Armbestuur op deze wijze de gemeente tot onderstand kan dwingen. De heer Witteman zegt dat B. en W. zeggen, dat dit een gewoon geval 'van ar menverzorging betreft, maar meet hier door het betrokken gezin er de dnpe van worden. Spr. gevoelt veel om een billijke bijdrage te verleenen. De heer Nijssen zegt dat het armbestuur destijds de bijdrage reeds cehalveerd heeft omdat zij niet bij machte was om dit vol te blijven houden. De bewering van den heer Van der Voet, dat het Armbestuur pressie uitoefent is absoluut onjuist, het geen verschillende leden mede beamen. De voorz. zegt, dat B. en W. afwijzend beschikken en dat zij op hun standpunt blijven staan, omdat het hier een gewoon geval van armfenvs»;zorging betreft. Bo vendien heeft het armbestuur nog lang niet alle bronnen uitgeput, waar zij uit zouden kunnen putten. Nog nimmer heeft hij geconstateerd dat het Armbestuur op de particuliere bijdrage heeft gewerkt. Spr. is van meening, dat het Armbestuur, wanneer zij dit willen doen dat zij door aan te kloppen bij de merischen genoeg buitengewone giften zullen ontvangen om dit gezin een hoogere bijdrage per week te verleenen. B. en W. kunnen evenwel niets anders adviseeren dan zij doen en spr. dringt er sterk op aan om aldus te besluiten, omdat dit anders te veel gevol gen voor de gemeente met zich brengt en omdat dit zeer zeker een precedent met zich brengt. Wethouder va-n Reisen beaamt het ge zegde van den voorzitter en dringt even eens op de particuliere liefdadigheid aan. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Hierna werd mededeeling gedaan van het bedanken van den heer Van der Hulst als raadslid. De voorz. spreekt ©enige waardeerende woorden uit over het werk van den ge noemden heer als raadslid en betuigt hem hiervoor dank namens den Raad. Zonder hoofdelijke stemming wordt het gevraagde ontslag verleend. Zonder hoofdelijke stemming werd be sloten de zekerheidsstelling van den ad ministrateur van het gemeentelijk drink- waterleidingbedrijf te bepalen op 1000. Eveneens werd zonder hoofdelijke stem ming besloten de begrooting voor het dienstjaar 1929 te wijzigen in ontvangsten en uitgaven tot een bedrag va-n 14.260.64. I Besloten werd de kasgeldleening bij de Coiiperatieve Boerenleenbank ad 200.000 te verlengen voor den duur van 4 maan den, om in dien tijd onderhandelingen te voeren om te geraken tot de definitieve leening. De heer Vester raadslid. Hierna werd overgegaan tot liet onder zoeken van de geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid H. J. Vester. De hee ren Eigenbrood, Nijssen en Witteman werden tot leden van de commissie be noemd met het nazien dezer geloofsbrie ven belast. Nadat de vergadering, die eenigen tijd geschorst was, was heropend bracht de commissie bij monde van den heer Eigen brood, verslag uit en adviseerde tot toe lating. Hiertoe werd besloten. Zonder hoofdelijke stemming werd het kohier van de wegenbelasting vastge steld tot een bedrag van 10.097.71. Bij de rondvraag vroeg de heer Witte man inlichtingen over het ophalen der gelden van de waterleiding. De voorz. zegt, dat de menschen deze gelden wekelijks, maandelijks, 3 maande lijks en jaarlijks kunnen betalen, wanneer zij hiert-oe den wensch kenbaar maken aan den betrokken persoon. Als de wethouder er 'ns woonde De heer Nijssen vraagt of B. en W. er niets aan kunnen doen dat de Rapenbur- gerweg gauw klaar komt, omdat de toe stand aldaar het verkeer zeer belemmert en er ongewenschte toestanden zijn. Als de heer Van der Laan er gewoond had, zou dit allang in orde zijn gebracht zegt spr. Vervolgens zegt spr., dat de bewoners van het Engelsche bosch de beerputten ledigen in het aldaar Hggend water. De heer van der Laan zegt dat dit laatste onhygiënisch is en uit zich in afkeurenden zin. De voorz^ zegt, dat B. en W. betreffen de de Rapenburgerbrug hun stappen reeds daartoe genomen hebben. Spr. zegt even wel dat of de heer van der Laan of de heer Nijssen of iemand anders er woont, dit aan deze zaak niets afdoet. Iedere in gezetene wordt gelijk behandeld. Betref fende het ledigen van de beerputten zal spr. onderzoek doen en de gezondheids commissie er voor spannen. De heer van der Vcet vraagt waar de menschen zich moeten vervoegen voor het ledigen van beerputten en waar voor het maken van bezwaar van de huisaansluitin- gen van het waterleidingbedrijf. Vervol gens vraagt spr. waarom bij de Nagel- brug een zinker is gelegd en op andere plaatsen niet. De voorz. antwoordt voor het ledigen der beerputten ter gemeente-secretarie en bij den heer J. Kniest te Sassenheim. Voor de waterleiding ter gemeente-secretarie ©n bij den administrateur. Bij de Nage'-brug is een zinker gelegd omdat de brug niet. goed werd bevonden om de leiding daar langs te leggen. Ontevredenheid over de Oranje vereniging. Wethouder Van Reisen zou graag de Oranjefee-sten, welke gehouden zullen worden op 27 en 28 Augustus a.s. een week of veertien dagen willen uitstellen, om dat deze tijd midden in de bloembollen- drukte valt en vraagt af vanwege de ge meente hiervoor niet gezorgd kan worden. De voorz. zegt, dat dit niet in den weg van de gemeente ligt en zeer zeker de waardigheid van den Raad te buiten gaat. Hiertoe moeten de particulieren het ver zoek doen. Spr. deelt voort-s mede dat de Oranjevereniging het- feest wenschte te houden op een terrein achter het café de Bonte Koe. Spreker heeft dit aan de ver eeniging ontraden en aan den voorz. daarvan medegedeeld, dat hij als hoofd der politie zulks niet zou toestaan. Vex-- volgens uit hij zijn ontevredenheid over de handelingen van die vereeniging, die van deze vereeniging een winstgevend zaakje willen maken door verpachting van het terrein aan een bestuurslid, hetgeen spr. eveneens ontraden heeft. Hierna werd de vergadering gesloten. Halt, wie is daar? Ik ben het, je man. Ik kan je stem niet goed onderschei den, ik schiet dus maar voor alle zeker heid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 6