De meesier der lucht
31>
DINSDAG 20 MEI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
Meisje te Rotterdam vermist.
De tien-jarige Geertruide van B. uit de
Korebrantstraat te Rotterdam ging Zater
dagmiddag tegen vier uur boodschappen
doen in de Zijdewindstraat. Hier is zij om
kwart over vier vertrokken; sindsdien
heeft men niets meer van haar vernomen.
Zaterdagavond hebben de ouders van
het kind de politie met het geval in
kennis gesteld. Een twaalf-jarige jongen
wist te vertellen, dat hij aan het Stroo-
veer in de Rotte een boodschappentasch
had zien drijven. Dit voorwerp bleek wer
kelijk de tasch te zijn, waarmee het meisje
was uitgegaan. Onmiddellijk is de rivier
politie met dreggen begonnen. Nadat men
do verschillende stroomingen, welke Za
terdagmiddag bij de Rotte beroerden, had
bestudeerd, heeft de polite des Zondags
het dreggen voortgezet, evenwel zonder
oenig resultaat. Do politie zet nog steeds
het onderzoek voort. Het is een vreemd
geval.
Een 12-jarige wereld-reiziger.
De 12-jarige scholier C. D. Crane te
's-Gravenhage. heeft Zondag de ouderlijke
woning aan do Nieuwe Parklaan 26 ver
laten. Hij nam een fiets mede en tien gul
den, en liet een briefje achter, waaruit
kon worden afgeleid, dat hij een wereld
reis ging ondernemen. Het hoofd van den
jongen was blijkbaar op hol door een
bock, „Een wereldreis vol avonturen", dat
hij pas had gelezen.
Do commissaris van politie, afdeeling
C, verzoekt aanhouding en thuisbrenging.
De knaap is in het bezit van een pas
poort, waarop ook het portret van zijn
moeder staat. Hij is weggegaan op een
heeren-rijwiel, merk Fongers, is kloin van
postuur, draagt vermoedelijk een bril,
heeft blond haar, blauwe oogen en ge
zonde kleur. Hij is gekleed met een grijze
pet, gabardine regenjas, pofbroek, bruine
molières, sportkousen en rugzak met in
houd.
Verdwenen brievenbesteller.
Te Aalten wordt sedert 13 Mei j.l. ver
mist de 42-jarige J.' F. Reesink, brieven-
bzesteller aldaar. Hij wordt verdacht van
verduistering in dienstbetrekking en
valschheid in geschrifte. Hij is in het bezit
van een rijwiel en bewijs van Nederlander
schap. Zijn aanhouding wordt door den
burgemeester gevraagd.
Een juwelier opgelicht.
Te Maastricht vervoegde zich bij den
juwelier H. in de Spilstraat een voornaam
gekleed heer, die opgetogen van zijn ver
lovingsfeest vertelde met een dochter van
een der achtenswaardige families uit die
stad en onder beminnelijke bewoordingen
een viertal gouden ringen op zicht vroeg
voor zijn bruid.
De echtgenoote van den juwelier had
ooreu naar den praatjesmaker; de ringen,
ter waarde van f 40 per stuk, werden
keurig verpakt en mee op zicht gegeven.
Antwoord bleef begrijpelijkerwijze uit
en bij navraag was van een verlovings
feest niets bekend.
De schatopgravingen te Zaandam.
Gisterenmorgen is men weer met fris-
schen moed naar de verborgen schatten
begonnen te graven en wel op twee plaat
sen te gelijk.
Op de oude begraafplaats wordt het
onderzoek voortgezet vlak naast de kuil,
•waar men de vorige week tot op 11 M.
diepte is gekomen en ondanks de sterke
aanwijzingen niets is gevonden.
De tweede plek, waar nu gegraven
wordt, ligt op het voormalige terrein van
de firma Ros\ of eigenlijk is het de Ge
dempte sloot, die dit terrein van het
oude kerkhof scheidde.
Dat thans hier gegraven wordt, is niet
op aanwijzing van Fran Sylvia, maar van
een derde, die uit belangstelling of mis
schien meer nog nieuwsgierigheid Zondag
morgen aan heb terrein van de zoo lang
zamerhand vermaard geworden Zaandam-
sche schatgraver ij een bezoek heeft ge
bracht.
De geschiedenis is deze.
Op een landgoed in Gelderland van den
heer Blaupot ten Cate is een DuitFchen
ingenieur bezig te zoeken naar een mine
raalwater-bron, die daarvoor allerlei in
strumenten gebruikt.
Met deze instrumenten gewapend zijn
de heer Blaupot ten Cate en zijn ingenieur
Zondagmorgen naar Zaandam gekomen.
Volgens de bevindingen van dezen inge
nieur loopen er wel degelijk onderaard-
sohe gangen, die op zes meter diepte
liggen terwijl ook de mogelijkheid wel
werd aangenomen, dat er goud verborgen
zou zijn.
Op de plaatsen, waar de aanwijzingen
volgens de wetenschappelijke werktuigen
hier komt dan geen helderziendheid
bij te pas het sterkst zijn, heeft men
paaltjes geslagen en zal nu worden ge
graven.
Ook Frau Sylvia was op het terrein,
toen deze ingenieur zijn onderzoekingen
deed. Het scheen echter wel, dat de man
van de wetenschap niet veel respect heeft
voor de helderziende eigenschappen dei
Duitsohe dame.
Nader wordt nog gemeld:
Nog steeds wordt de Zaandamscfce schat-
graverij onvermoeid voortgezet. Gisteren
hebben wij weer eens een bezoek gebracht
aan deze moderne goudmijnen. De werk
zaamheden zijn nu verdeeld.
Toen we het gangetje naast den goud
smidswinkel waren doorgegaan kwamen we
op het terrein waar vroeger een stalhou
derij stond. Deze is gesloopt en de ge
meente heeft op de vrijgekomen plaats een
weg geprojecteerd. Maar volgens de nieuw
ste aanwijzingen zouden ook hier goud en
edelgesteenten in den grond begraven zijn.
Met frisschen moed is een drietal arbei
ders gisteren begonnen te graven.
Naast den ouden put aan de Noordzijde
van het kerkhof is men op een ander punt
begonnen en wel naar de aanwijzingen van
een Duitsch ingenieur, die ook op het ter
rein van mr. Blaupot ten Cate te Kootwijk
kortgeleden opgravingen beeft verricht en
daar resultaten heeft bereikt. Ook deze
meende langs wetenschappelijken weg met
zekerheid te kunnen zeggen, dat op do
plaats waar het graafwerk nu is begonnen
^oud, edelgesteente en kunstvoorwerpen
zijn begraven.
Zaandam wordt meer en meer door de
goudkoorts aangetast. Zoo ontving Madame
Sylvia, die Zondag weer naar Berlijn is
vertrokken, van een Zaandamschen mole
naar een brief, waarin hij haar schreef,
dat op de plaats waar zijn molen stond,
vroeger een klooster had gestaan. De fun
damenten en enkele gewelven waren nog
intact gebleven. Nu verzocht hij Madame
Sylvia ook hier haar krachten eens te be
proeven, want hij was er van overtuigd,
dat er ook onder zijn molen schatten wa
ren begraven.
De molenaar is echter blijkbaar een prac-
tisch Hollander, hij vroeg nJ. prijsopgave
van Madame Sylvia's experimenten.
Ook de man, die vroeger in de gesloop
te stalhouderij woonde wist zich nog ver
halen te herinneren van zijn grootvader,
waarin gesproken werd van begraven schat
ten.
MERKWAARDIGE BRANDKAST VAN
EEN ARM VROUWTJE.
Wat men zooal vond.
De weduwe Mathieu van Diest, te Borg
haren, wier echtgenoot op 2 Februari 1.1.
jammerlijk in de Maas verdronk, moest de
zer dagen wegens krankzinnigheid naar
Venray worden overgebracht.
Het vrouwtje, aldus vertelt de „L. K." gaf
voor, geheel zonder middelen van bestaan
te zijn en verzamelde letterlijk alles, wat
zij op haar dagelijksche omzwervingen te
genkwam of van goedgeefsche inwoners
kreeg. Bedelen deed zij wel niet, maar zij
liet zich verzorgen op kosten van het arm
bestuur.
Na haar overbrenging naar Venray be
zochten de gemeenteveldwachter Coumans
en Rijksveldwachter Urlings onder toezicht
van den burgemeester en medewerking van
den gemeente-secretaris haar verlaten wo
ning, die volgens geruchten in een verre-
gaanden toestand van vervuiling moest ver-
keeren.
Wat daar werd aangetroffen, was erger
dan te verwachten viel.
De eerste lade, die geopend werd, be
vatte naast allerhande anderen rommel
een aantal ineen gefrommelde koffiezakjes.
De politie ontdekte al spoedig, dat in elk
dier zakjes enkele geldstukken geborgen
waren.
In dezelfde kast bevonden zich de klee-
ren van den overleden Van Diest en van 't
vrouwtje zelf. Deze kleeren waren meeren-
deels geheel vergaan en zwaar beschim
meld; 't onderzoek daarvan leverde niets
op. Wel werden op den bodem van de kast
weer ©enige koffiezakjes gevonden met
klein geld en zelfs enkele rijksdaalders. Een
tweede kastje was op slot, en zag er op het
oog heel gewoon uit. De opening van het
kastje leverde een walgelijk gezicht: de
geheele inhoud (hoofdzakelijk nieuw lin
nen) was totaal verrot en vergaan, brok
stukken papier en lompen kleefden aan de
geheel vermolmde planken. Uit dezen chaos
van vuil en viezigheid kwamen echter twee
pungels ter grootte van een voetbal ie
voorschijn: het geheel bestond uit aan
elkaar genaaide lompen en vodden en was
buitengewoon zwaar. De gevonden schat
werd los gesneden en bleek weer opnieuw
gevuld uit kleine omsnoerde en ingenaaide
bundeltjes te bestaan, die elk afzonderlijk
een drietal zilverstukken en wat kleingeld
bevatten.
Dit geld was geheel beschimmeld en aan
een gekleefd.
Bij verder onderzoek werd in afval en
viezigheid ook nog een aantal koffiezakjes
gevonden, waarvan er een zelfs een bankje
van 25 en een van tien gulden bevatte.
Omstreeks half drie uur in den namid
dag, na rt^ - drie en een half uur zoeken
en ploeteren, kon in een der emmers reeds
een bedrag van ongeveer 640 geborgen
worden.
Zorgvuldig nazoeken van het ledikant
bracht in een kussensloop verborgen een
massa kleine pakjes met ingenaaid zilver
geld, meestal guldens en rijksdaalders, aan
het licht. Hier en daar werden nog kleine
vondsten gedaan, en de eindtelling op het
gemeentehuis leverde een gezamenlijk be
drag van 999 gulden en zeven en zestig en
een balve cent op.
Het geld is bij de Boerenleenbank te
Limmel vastgezet ter bestrijding van de
kosten van overbrenging en verzorging van
het arme vrouwtje.
GEZELLIGE GEMEENTERAAD.
Gevecht tussehen een raadslid
en den secretaris.
In de vergadering van den gemeente-
ra-ad te Sleen is het gisteren tot een
ernstig tumult gekomen, waarbij de ge
meente-secretaris, de heer Grotenhuis, met
het raadslid Vos handgemeen werden. In
bespreking was de kwestie omtrent de door
den beer Vos genoten steun-uitkeering.
De heer Vos had in een vorige raads
vergadering meegedeeld, dat op de be
treffende steunlij6ten zijn handteekening
vervalsoht was. De burgemeester had een
justitieel onderzoek aanhangig gemaakt,
dat evenwel gestaakt was, omdat de heer
Vos zijnbewering had ingetrokken en de
voorzitter overtuigd was, dat er een ver
gissing was gemaakt. De heer Vos deelde
zelf mee, dat hij steunbedragen, die hij
aanvankelijk gebeurd zou hebben, ten ge
meentehuize had terugbezorgd, en riep
daarbij den secretaris als getuige op. Deze
zou gezegd hebben, dat de heer Vos ge
lijk had, het geld terug te brengen. De
secretaris daagde hierna den heer Vos uit,
den zelfden uitleg buiten de raadsverga
dering te geven. De heer Vos stond op,
evenals de secretaris, waarna laatstge
noemde het raadslid beetgreep en een
verwoede worsteling ontstond. De sc::
taris bleek sterker dan het raadslid en
kreeg dezen onder de knie. Men trapte,
beet en sloeg elkaar, zoodat de beide vech
tenden bloedend verwond werden en vol
blauwe plekken zaten. De echtgenoote
van den secretaris, die op de publieke tri
bune aanwezig was, greep ©en glas water
van den voorzitterstafel en wierp dit den
heer Vos in het gezicht. Enkelen raads
leden gelukte het tenslotte de vechtenden
te scheiden, waarop de vergadering door
den voorzitter werd geschorst. Na afloop
verweten eenige raadsleden den secretaris,
dat hij door zijn uitdaging aanleiding tot
dit tumult had gegeven.
ÜIT DE RADIO WERELD
Programma's voor Woensdag 21 Mei.
Huizen, 1875 M.
Uitsl. N.C.R.V.-uitzendingen.
8.159.30 Concert.
10.3011.00 Ziekendienst.
11.0011.30 Gramofoonpl.
11.3012.30 Harmoniumbespeling door M.
F. Jurjaanz.
12.00—12.15 Politieber.
12.302.00 Concert.
2.002.45 Concert.
2.453.15 Lezen van Chr. lectuur.
3.154.15 Vervolg concert.
4.155.00 Gramofoonpl.
5.00^-6.00 Kinderuurtje.
6.006.30 Gramofoonpl.
6.307.00 Cursus Radio-techniek.
7.007.15 Gramofoonpl.
7.157.45 Ir. J. J. K. Dominicus: „Storin
gen bij Omroepontvangst".
7.458.00 Politieber.
8.009.30 Uitz. vanuit de Weesinrichtiug
„Neerbosch" te Neerbosch.
9.3011.00 Concert door het „Drapehr"-
Kwartet,
10.000 Persber.
Hilversum. Na 6 uur 1071 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.002.00 Concert. AVRO-Kwintet.
2.002.30 Radio-Kinderkoorzang.
2.303.00 Liedjes en verhaaltjes.
3.004.00 Naaicursus.
4.004.30 De voornaamste studiemuziek
voor piano, uitgevoerd door Egbert Veen. Toe
lichting door Louis Schmidt.
5.005.30 Gramofoonpl.
5.306.00 Concert door Hongaarsche kapel
uit Café-restaurant „Astoria" te Amsterdam.
6.00 Tijdsein. Daarna: Voortz. concert.
6.30 Koersen en Gramofoonpl.
6.457.15 Italiaansch beginners.
7.157.45 Italiaansch gevorderden.
7.458.00 Gramofoonpl.
8.01 Operaconcert m. ra. v. Fransche artis-
ten. Het Omroeporkest.
9.009.30 Viool-recital door Zolton Sze-
kely.
9.30 Persber. Daarna: Vervolg Operacon
cert. Na afloop: Gramofoonpl.
12.00 Sluiting.
D a v e n t r y, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
BUITEiNL BERICHTEN
ONGELUKKEN.
DERTIG VROUWEN ONDER
GESTEENTE BEDOLVEN.
Dertien gedood en acht zwaar gewond.
Uit Smyrna wordt gemeld, dat in de na
bijheid der stad dèrtig vrouwen, die op de
papavervelden werkzaam waren geweest,
onder de puinhoopen van een instortenden
toren, aan welks voet zij even waren gaan
msten, werden bedolven. Dertien vrouwen
werden op slag gedood, terwijl acht vrou
wen zwaar werden gewond.
Volgens het in de streek heerschend
bijgeloof werd de toren, die nog uit den
Romeinschen tijd afkomstig was, door
geesten bezocht-
Zes personen door dynamietontploffing
gedood.
Uit Union (West^Virginië) wordt ge
meld: Zes kisten dynamiet zijn ontploft in
een metaalfabriek. Hierbij kwamen zes
personen om het leven.
Ongeluk bij den Vaticaanschen spoorweg.
De Kipa bericht: De bouw van den Va
ticaanschen spoorweg, waarvan de brug
thans bijna klaar is, heeft Zaterdag een
menschenleven gekost-
Bij het inzetten van een nienw rad in
een heimachine, viel dit om. Twee arbei
ders konden zich tijdig in veiligheid bren
gen, de 26-jarige Francesco Patricelli werd
echter getroffen en bleef onmiddellijk
dood.
12.20 Gramofoonpl.
12.20 Toespraak door den Prins van Wales.
I.20 Orkestconcert.
2.20 Concert. C. Bull (alt), K. Sterne (ba
riton)
2.50 Uitz. voor scholen.
3.45 Concert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezing en Nieuwsber.
7.00 Orgelspel door W. S. Vale.
7.207.40 Lezing.
8.05 „Matinee". Fantasie van P. H. Lennox.
9.20 Nieuwsber.
9.45 „Der fliegeride Hollander" van Rich
Wagner (2e bedrijf).
10.40 Lezing.
II.0512.20 Dansmuziek
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonpl.
4.05 Orkestconcert en soli.
8.20 „Lakmé". Opera van Delibes. Orkest en
solisten. Daarna: Concertstuk voor piano en
orkest,
L a n g e n b e r g, 473 M.
7.257.50 Gramofonopl.
7.508,50 Orkestconcert.
10.3511.35 Gramofoonpl.
12.30 Gramofoonpl.
1-252.50 Orkestconcert.
5.556.50 Orkestcóncert.
8.20 „Un Ballo in Maschera". Opera van O
Verdi. Daarna tot 12.20: Orkestconcert.
Kalundborg, 1153 M.
3.505.50 Orkestconcert.
8.359.25 Orkestconcert.
10.1011.10 Concert. Orkest en piano.
11.1012.50 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5,20 Dansmuziek.
6:50 Orkestconcert.
7.20 Gramofoonpl.
8.35 Orkestconcert.
9.5Ó Concert. Orkest en zangeres.
Zeesea, 1635 M.
6.5012.20 Lezingen.
12.201.15 Gramofoonpl.
I.152.20 Berichten.
2.202.50 Gramofoonpl.
3.504.50 Lezingen.
4.505.50 Concert.
5.509.00 Lezingen. Concert. Strijkkwartet,
zang, hoorns. Declamatie. Daarna: Berichten
en citherconcert.
II.30 Zigeunersmuziek uit Budapest.
DE BODEMINZINKINGEN TE
VIENENBURG.
Uit Vienenburg wordt gemeld: In een
korenveld langs den straatweg naar Os-
terwieck heeft zich een nieuwe trechter
gevormd, die een doorsnede heeft van drie
meter en een diepte van twee meter. Tal
rijke aardscheuren loopen in straalvorm
door het bouwland met den gevormden
trechter als middelpunt. Deze bevindt zich
op een plaats, waar ongeveer 45 jaar ge
leden boringen hebben plaats gehad.
Voorts is de grond in den moestuin van
een suikerfabriek ingestort en heeft zich
ongeveer 50 meter ten Noorden van den
eersten trechter een nieuwe trechter ge
vormd, van drie meter in doorsnede "én
acht nieter diep. In de kalimijn Vienen
burg is het water wederom gestegen. Men
rekent dat het herstellingswerk in de mij
nen twee jaar zal duren. Zoowel beambten
als arbeiders zijn naar andere plaatsen
overgebracht om daar te werk te worden
gesteld.
Roofoverval op tramconducteur.
Te Dresden zijn twee tramconducteurs
die een geldzak met meer dan 8000 mark
bij het kantoor der gemeentetram moesten
afleveren, in de smalle Malergasse door
twee onbekenden overvallen.
Een der roovers loste een aantal revol
verschoten, waardoor een conducteur aan
den arm en aan den schouder getroffen
werd, terwijl de ander door slagen, waar
schijnlijk met een knuppel toegebracht, ge
wond werd. De roovers wisten in een auto
met den geldzak te ontkomen.
FEUILLETON
door
MARC GOUVIEUX.
Neen, ik ken Lellah Féridek niet
ik ken in Dar-el-Teffah, een vrouw, die on
ze laai spreekt als Fatimah, de vrouw van
den profeet.
Ik kon haar naam niet, maar wij noemen
haar onder ons visschers, Oum-el-Rhir
(moeder van het geluk). Als gij Oum-el-Rhir
bedoelt die gij gaat bezoeken, dan zult ge
slechts geluk hebben, Si HarischWant zij
geeft geluk aan allen, op wie zij haar mooie
oogen gericht heeftIeder, die zegt „Ik
heb honger" of „Ik ben ongelukkig" weet
zij te troosten of te genezen.
Voor mij is ze, ofschoon een vrouw, be
slist een heilige vrouw. De plannen van Al
lah zijn in dat opzicht vaak niet te door
gronden.
Ik Inisterde bewogen, de oude sprak
aldus van haar, Féridek, Oum-el-RhirFé
ridek, moeder van het geluk, zooals u de
bewoners van de kust van Djerba noemen,
die uw edelmoedig en medelijdend hart
voor de lijdende menschheid hebben lee-
ren kennen en als ge de ziekten van an
deren kunt genezen, zult ge toch ook wel de
myne genezen, nierwaar?
Boven mij de sterren. Ben Arrous neu
riede met zijn makker Ali van Djerba een
lied, om zich wakker te houden. Ik zag
in hun gezangen de ondernemingen van
den ouden tijd terug van Dragut en Baba
Arroch, beiden visschers van het eiland, die
door hun moed hun stoutmoedigheid elk op
hun beurt pacha van den Sultan werden,
onderkoning van Tunis, Algiers en Oran,
na op deze zee van Syrta, de trotsche ar
mada van André de Loria overwonnen te
hebben, het leger van Karei V versloegen
in gevechten van man tegen man, waarna
ze de Spaansche schedels opstapelden aan
den noordkant van Djerba in het aanschijn
van dc oevers der Christenheid. En onop
houdelijk zongen zij van gevechten, landin
gen en kanonnadeu. Maar ik, ik dacht aan
mijn verre prinses.
In den nacht deed ons een overwacht
lawaai de ooren spitsen. Ik wist al gauw
wat het was
Een vliegtuig!
Tayarariep Men Arrous uit.
Het was een groote mailboot van de
maatschappij, die boven ons vloog op weg
naar TripolisDat moest de wekelijk-
sche koerier van Dinsdag zijn, die van Lon
denParijs en Tunis. Zijn raampjes waren
verlicht. Zijn signaalvuren werden zicht
baar.
Tayara, herhaalden de twee bewonde
rende matrozen, die hun oogen ophieven
naar de verlichte massa, die voorbij vloog...
In den nacht schitterde het vliegtuig als
een vuurtoren....
En ik, ik dacht aan een anderen vuur
toren nog schitterender, waar ik heen
vloog met volle zeilen, angstig, betooverd....
Het morgenrood brak door. Wij nader
den Djerba. Het uitgestrekte eiland ver
scheen boven de golven. Met zijn groene
kleur vormdp het een tegenstelling met de
roode, naakte kust van Afrika.
Op do hoogten, langs de zee van Bou
Grara, verhieven zich tuinen van palmen,
begrensd door perzikboomen. Dc groote
waterweg, die het eiland verbindt met het
continent, was reeds druk bexaren. De bar
ken, vooruitsnellend op t' maatgezang der
bahiras (inlandsche matrozen) gleden over
de kalme zee. Op het eiland dook aan den
eenc-n kant een pyramide van aardewerk
omhoogaan den anderen kant het drie
hoekig profiel van een neergehurkten ka
meel; zijn bult was bedekt met een dek-
k'eed van gevlochten stroo. Schapen blaat
ten. Zwarte geiten sprongen met hun jon
gen op de rechte verschansing, afgetreden
door de voeten der matrozen, die er over
liepen met hun stokken. Groeten werden
gewisseld. Welkomstgroeten, nieuws van
de kust, van de velden, van de Sahara wer
den vlug overgebracht, heilroenen tot At.
iah gezonden, rustige afscheiden van men-
schen, die elkaar in langen tijd niet meer
terug zullen zien.
Ben Arrous wendde zich tot mij. Het
zeil klapperde zacht.
Meester, de wind gaat liggen. Ik zal
gaan roeien, als er haast bij is. Wilt ge me
helpen? Gij ziet dat punt daar, aan den
overkant van Bordj Kastil 1 Wanneer wij
dai achter den rug hebben, zullen wij Dar-
eüjTeffah zien, binnen twee uur.... eerder
niet
Binnen twee uur?
Mijn hart klopte En de vaart op het
water dat geen enkele rimpel vertoonde,
leek mjj eindeloos.
Achter het gebergte verscheen de kleine
baai van Bordj Salem. Op den achter
grond op een lichte verhooging dook een
boscb van olijven, een oase van palmboo-
men, van koepels en witte terrassen ver
scheen uit het groenDar-el-Teffah
boog zich over het rossige waterIk
liet het bootje landen op een zanderige
plek, een beetje verder om onverwacht te
kunnen verschijnen. Ik wilde van haar ver
rassing genieten, de schittering van haar
oogen zien.
Wacht, op mij, Ben Arrous.
Dwars door het veld lichtte ik mijn
schreden naar het huis. De honden blaf
ten en vielen mij aan. Door een steenworp
dreef ik hen op de vlucht. Silhouetten
van Dperbasche vrouwen met puntige stroo
hoeden, herinnerend aan de Grieksche hoe
den, en gehuld in linnen kleederen hadden
zich achter de boomen verborgenIk
liep naar een put, waarvan ik de katrol
hoorde knarsen
Een neger, die het vreemde tuig van een
ezel bewaakte en van een kameel, die op
de „delou" een zak van geitenhuiden trok
ken, was aan het water putten. Het hel
dere water vie] met een klaterend geluid
in de bassins en kanalen van leem.
Is Lellah daar? vroeg ik aan den ne
ger.
Wat wilt ge van haar? antwoordde
Hj mij wantrouwend, daar hij mij voor een
Arabier hield....
Ik moet haar een brief van den con
troleur overhandigen.
Hij aarzelde, maar mijn uiterlijk stelde
hem gerust.
Ga naar het huis.... Lellah is opge
staanGe zult haar in haar kleinen tuin
vindenMaar pas op voor Michka, haar
hondWilt gij, dat ik u vergezel?
Neen ik dank u, ik zal alleen gaan
En terwijl ik de zonderlinge lanen door-
'iep, zag ik een trap, die steil naar het
huis leidde.
Vandaar af had men een gezicht op Dar-
el-Teffah de binnenplaats in den vorm van
een Romeinsch atrium, omgeven door arca
den, met ongelijke treden en platte da
ken, de koepels van helder wit marmer.
Groote vensters braken de eentonigheid
van de gevels; ze staken s-vormig vooruit;
aan hun binnenkant, zacht uitgestrekt op
de kussens, liggend boven de bloemen van
den tuin, zou Féridek droomen op warme
vervelende dagen
Ik bleef staanoveral stilte
Ik keek rond, alles was stil en verla
tenEen gootje van helder water
stroomde over de vloersteenen met zwarte
en witte teekeningen. Ik hoorde het sijpe
len van het water druppelsgewijze viel het
in een achtoekige bak. Altijd die leegte.
Ik daalde zachtjes de trap af: tussehen
haar en het huis, beschermd tegen wind en
zon, lag een kleine Perzische tuin verscho
len. Marmeren lanen, tussehen kostbare
vloeren, zwakke barrières van kreupelhout,
bloemen van doornappelboomen neerval
lend als tranen, sterren van jasmijn met
sterke geuren, arraucaria's in den vorm van
kandelaars, omslingerd met rozen, witte
arcaden, bedolven onder een schat van
bloemen.
Een inwendig gevoel zei me, dat dit de
lievelingsplek van Féridek was. Ik boog
me om beter te kunnen zienNie
mand
De bank onder die tegels van licht
blauw aardewerk was leeg. Een kanarievo-
gelzonk in zijn vergulde kooi. Op de mar
meren tafel lagen Fransche en Engelsche
boeken.
Een daarvan was geopend. Ik keek naar
den titel: „Kunst en Godsdienst".
(Wordt vervolgd.)