De meesier der lucht 31> DINSDAG 20 MEI 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 Meisje te Rotterdam vermist. De tien-jarige Geertruide van B. uit de Korebrantstraat te Rotterdam ging Zater dagmiddag tegen vier uur boodschappen doen in de Zijdewindstraat. Hier is zij om kwart over vier vertrokken; sindsdien heeft men niets meer van haar vernomen. Zaterdagavond hebben de ouders van het kind de politie met het geval in kennis gesteld. Een twaalf-jarige jongen wist te vertellen, dat hij aan het Stroo- veer in de Rotte een boodschappentasch had zien drijven. Dit voorwerp bleek wer kelijk de tasch te zijn, waarmee het meisje was uitgegaan. Onmiddellijk is de rivier politie met dreggen begonnen. Nadat men do verschillende stroomingen, welke Za terdagmiddag bij de Rotte beroerden, had bestudeerd, heeft de polite des Zondags het dreggen voortgezet, evenwel zonder oenig resultaat. Do politie zet nog steeds het onderzoek voort. Het is een vreemd geval. Een 12-jarige wereld-reiziger. De 12-jarige scholier C. D. Crane te 's-Gravenhage. heeft Zondag de ouderlijke woning aan do Nieuwe Parklaan 26 ver laten. Hij nam een fiets mede en tien gul den, en liet een briefje achter, waaruit kon worden afgeleid, dat hij een wereld reis ging ondernemen. Het hoofd van den jongen was blijkbaar op hol door een bock, „Een wereldreis vol avonturen", dat hij pas had gelezen. Do commissaris van politie, afdeeling C, verzoekt aanhouding en thuisbrenging. De knaap is in het bezit van een pas poort, waarop ook het portret van zijn moeder staat. Hij is weggegaan op een heeren-rijwiel, merk Fongers, is kloin van postuur, draagt vermoedelijk een bril, heeft blond haar, blauwe oogen en ge zonde kleur. Hij is gekleed met een grijze pet, gabardine regenjas, pofbroek, bruine molières, sportkousen en rugzak met in houd. Verdwenen brievenbesteller. Te Aalten wordt sedert 13 Mei j.l. ver mist de 42-jarige J.' F. Reesink, brieven- bzesteller aldaar. Hij wordt verdacht van verduistering in dienstbetrekking en valschheid in geschrifte. Hij is in het bezit van een rijwiel en bewijs van Nederlander schap. Zijn aanhouding wordt door den burgemeester gevraagd. Een juwelier opgelicht. Te Maastricht vervoegde zich bij den juwelier H. in de Spilstraat een voornaam gekleed heer, die opgetogen van zijn ver lovingsfeest vertelde met een dochter van een der achtenswaardige families uit die stad en onder beminnelijke bewoordingen een viertal gouden ringen op zicht vroeg voor zijn bruid. De echtgenoote van den juwelier had ooreu naar den praatjesmaker; de ringen, ter waarde van f 40 per stuk, werden keurig verpakt en mee op zicht gegeven. Antwoord bleef begrijpelijkerwijze uit en bij navraag was van een verlovings feest niets bekend. De schatopgravingen te Zaandam. Gisterenmorgen is men weer met fris- schen moed naar de verborgen schatten begonnen te graven en wel op twee plaat sen te gelijk. Op de oude begraafplaats wordt het onderzoek voortgezet vlak naast de kuil, •waar men de vorige week tot op 11 M. diepte is gekomen en ondanks de sterke aanwijzingen niets is gevonden. De tweede plek, waar nu gegraven wordt, ligt op het voormalige terrein van de firma Ros\ of eigenlijk is het de Ge dempte sloot, die dit terrein van het oude kerkhof scheidde. Dat thans hier gegraven wordt, is niet op aanwijzing van Fran Sylvia, maar van een derde, die uit belangstelling of mis schien meer nog nieuwsgierigheid Zondag morgen aan heb terrein van de zoo lang zamerhand vermaard geworden Zaandam- sche schatgraver ij een bezoek heeft ge bracht. De geschiedenis is deze. Op een landgoed in Gelderland van den heer Blaupot ten Cate is een DuitFchen ingenieur bezig te zoeken naar een mine raalwater-bron, die daarvoor allerlei in strumenten gebruikt. Met deze instrumenten gewapend zijn de heer Blaupot ten Cate en zijn ingenieur Zondagmorgen naar Zaandam gekomen. Volgens de bevindingen van dezen inge nieur loopen er wel degelijk onderaard- sohe gangen, die op zes meter diepte liggen terwijl ook de mogelijkheid wel werd aangenomen, dat er goud verborgen zou zijn. Op de plaatsen, waar de aanwijzingen volgens de wetenschappelijke werktuigen hier komt dan geen helderziendheid bij te pas het sterkst zijn, heeft men paaltjes geslagen en zal nu worden ge graven. Ook Frau Sylvia was op het terrein, toen deze ingenieur zijn onderzoekingen deed. Het scheen echter wel, dat de man van de wetenschap niet veel respect heeft voor de helderziende eigenschappen dei Duitsohe dame. Nader wordt nog gemeld: Nog steeds wordt de Zaandamscfce schat- graverij onvermoeid voortgezet. Gisteren hebben wij weer eens een bezoek gebracht aan deze moderne goudmijnen. De werk zaamheden zijn nu verdeeld. Toen we het gangetje naast den goud smidswinkel waren doorgegaan kwamen we op het terrein waar vroeger een stalhou derij stond. Deze is gesloopt en de ge meente heeft op de vrijgekomen plaats een weg geprojecteerd. Maar volgens de nieuw ste aanwijzingen zouden ook hier goud en edelgesteenten in den grond begraven zijn. Met frisschen moed is een drietal arbei ders gisteren begonnen te graven. Naast den ouden put aan de Noordzijde van het kerkhof is men op een ander punt begonnen en wel naar de aanwijzingen van een Duitsch ingenieur, die ook op het ter rein van mr. Blaupot ten Cate te Kootwijk kortgeleden opgravingen beeft verricht en daar resultaten heeft bereikt. Ook deze meende langs wetenschappelijken weg met zekerheid te kunnen zeggen, dat op do plaats waar het graafwerk nu is begonnen ^oud, edelgesteente en kunstvoorwerpen zijn begraven. Zaandam wordt meer en meer door de goudkoorts aangetast. Zoo ontving Madame Sylvia, die Zondag weer naar Berlijn is vertrokken, van een Zaandamschen mole naar een brief, waarin hij haar schreef, dat op de plaats waar zijn molen stond, vroeger een klooster had gestaan. De fun damenten en enkele gewelven waren nog intact gebleven. Nu verzocht hij Madame Sylvia ook hier haar krachten eens te be proeven, want hij was er van overtuigd, dat er ook onder zijn molen schatten wa ren begraven. De molenaar is echter blijkbaar een prac- tisch Hollander, hij vroeg nJ. prijsopgave van Madame Sylvia's experimenten. Ook de man, die vroeger in de gesloop te stalhouderij woonde wist zich nog ver halen te herinneren van zijn grootvader, waarin gesproken werd van begraven schat ten. MERKWAARDIGE BRANDKAST VAN EEN ARM VROUWTJE. Wat men zooal vond. De weduwe Mathieu van Diest, te Borg haren, wier echtgenoot op 2 Februari 1.1. jammerlijk in de Maas verdronk, moest de zer dagen wegens krankzinnigheid naar Venray worden overgebracht. Het vrouwtje, aldus vertelt de „L. K." gaf voor, geheel zonder middelen van bestaan te zijn en verzamelde letterlijk alles, wat zij op haar dagelijksche omzwervingen te genkwam of van goedgeefsche inwoners kreeg. Bedelen deed zij wel niet, maar zij liet zich verzorgen op kosten van het arm bestuur. Na haar overbrenging naar Venray be zochten de gemeenteveldwachter Coumans en Rijksveldwachter Urlings onder toezicht van den burgemeester en medewerking van den gemeente-secretaris haar verlaten wo ning, die volgens geruchten in een verre- gaanden toestand van vervuiling moest ver- keeren. Wat daar werd aangetroffen, was erger dan te verwachten viel. De eerste lade, die geopend werd, be vatte naast allerhande anderen rommel een aantal ineen gefrommelde koffiezakjes. De politie ontdekte al spoedig, dat in elk dier zakjes enkele geldstukken geborgen waren. In dezelfde kast bevonden zich de klee- ren van den overleden Van Diest en van 't vrouwtje zelf. Deze kleeren waren meeren- deels geheel vergaan en zwaar beschim meld; 't onderzoek daarvan leverde niets op. Wel werden op den bodem van de kast weer ©enige koffiezakjes gevonden met klein geld en zelfs enkele rijksdaalders. Een tweede kastje was op slot, en zag er op het oog heel gewoon uit. De opening van het kastje leverde een walgelijk gezicht: de geheele inhoud (hoofdzakelijk nieuw lin nen) was totaal verrot en vergaan, brok stukken papier en lompen kleefden aan de geheel vermolmde planken. Uit dezen chaos van vuil en viezigheid kwamen echter twee pungels ter grootte van een voetbal ie voorschijn: het geheel bestond uit aan elkaar genaaide lompen en vodden en was buitengewoon zwaar. De gevonden schat werd los gesneden en bleek weer opnieuw gevuld uit kleine omsnoerde en ingenaaide bundeltjes te bestaan, die elk afzonderlijk een drietal zilverstukken en wat kleingeld bevatten. Dit geld was geheel beschimmeld en aan een gekleefd. Bij verder onderzoek werd in afval en viezigheid ook nog een aantal koffiezakjes gevonden, waarvan er een zelfs een bankje van 25 en een van tien gulden bevatte. Omstreeks half drie uur in den namid dag, na rt^ - drie en een half uur zoeken en ploeteren, kon in een der emmers reeds een bedrag van ongeveer 640 geborgen worden. Zorgvuldig nazoeken van het ledikant bracht in een kussensloop verborgen een massa kleine pakjes met ingenaaid zilver geld, meestal guldens en rijksdaalders, aan het licht. Hier en daar werden nog kleine vondsten gedaan, en de eindtelling op het gemeentehuis leverde een gezamenlijk be drag van 999 gulden en zeven en zestig en een balve cent op. Het geld is bij de Boerenleenbank te Limmel vastgezet ter bestrijding van de kosten van overbrenging en verzorging van het arme vrouwtje. GEZELLIGE GEMEENTERAAD. Gevecht tussehen een raadslid en den secretaris. In de vergadering van den gemeente- ra-ad te Sleen is het gisteren tot een ernstig tumult gekomen, waarbij de ge meente-secretaris, de heer Grotenhuis, met het raadslid Vos handgemeen werden. In bespreking was de kwestie omtrent de door den beer Vos genoten steun-uitkeering. De heer Vos had in een vorige raads vergadering meegedeeld, dat op de be treffende steunlij6ten zijn handteekening vervalsoht was. De burgemeester had een justitieel onderzoek aanhangig gemaakt, dat evenwel gestaakt was, omdat de heer Vos zijnbewering had ingetrokken en de voorzitter overtuigd was, dat er een ver gissing was gemaakt. De heer Vos deelde zelf mee, dat hij steunbedragen, die hij aanvankelijk gebeurd zou hebben, ten ge meentehuize had terugbezorgd, en riep daarbij den secretaris als getuige op. Deze zou gezegd hebben, dat de heer Vos ge lijk had, het geld terug te brengen. De secretaris daagde hierna den heer Vos uit, den zelfden uitleg buiten de raadsverga dering te geven. De heer Vos stond op, evenals de secretaris, waarna laatstge noemde het raadslid beetgreep en een verwoede worsteling ontstond. De sc:: taris bleek sterker dan het raadslid en kreeg dezen onder de knie. Men trapte, beet en sloeg elkaar, zoodat de beide vech tenden bloedend verwond werden en vol blauwe plekken zaten. De echtgenoote van den secretaris, die op de publieke tri bune aanwezig was, greep ©en glas water van den voorzitterstafel en wierp dit den heer Vos in het gezicht. Enkelen raads leden gelukte het tenslotte de vechtenden te scheiden, waarop de vergadering door den voorzitter werd geschorst. Na afloop verweten eenige raadsleden den secretaris, dat hij door zijn uitdaging aanleiding tot dit tumult had gegeven. ÜIT DE RADIO WERELD Programma's voor Woensdag 21 Mei. Huizen, 1875 M. Uitsl. N.C.R.V.-uitzendingen. 8.159.30 Concert. 10.3011.00 Ziekendienst. 11.0011.30 Gramofoonpl. 11.3012.30 Harmoniumbespeling door M. F. Jurjaanz. 12.00—12.15 Politieber. 12.302.00 Concert. 2.002.45 Concert. 2.453.15 Lezen van Chr. lectuur. 3.154.15 Vervolg concert. 4.155.00 Gramofoonpl. 5.00^-6.00 Kinderuurtje. 6.006.30 Gramofoonpl. 6.307.00 Cursus Radio-techniek. 7.007.15 Gramofoonpl. 7.157.45 Ir. J. J. K. Dominicus: „Storin gen bij Omroepontvangst". 7.458.00 Politieber. 8.009.30 Uitz. vanuit de Weesinrichtiug „Neerbosch" te Neerbosch. 9.3011.00 Concert door het „Drapehr"- Kwartet, 10.000 Persber. Hilversum. Na 6 uur 1071 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.002.00 Concert. AVRO-Kwintet. 2.002.30 Radio-Kinderkoorzang. 2.303.00 Liedjes en verhaaltjes. 3.004.00 Naaicursus. 4.004.30 De voornaamste studiemuziek voor piano, uitgevoerd door Egbert Veen. Toe lichting door Louis Schmidt. 5.005.30 Gramofoonpl. 5.306.00 Concert door Hongaarsche kapel uit Café-restaurant „Astoria" te Amsterdam. 6.00 Tijdsein. Daarna: Voortz. concert. 6.30 Koersen en Gramofoonpl. 6.457.15 Italiaansch beginners. 7.157.45 Italiaansch gevorderden. 7.458.00 Gramofoonpl. 8.01 Operaconcert m. ra. v. Fransche artis- ten. Het Omroeporkest. 9.009.30 Viool-recital door Zolton Sze- kely. 9.30 Persber. Daarna: Vervolg Operacon cert. Na afloop: Gramofoonpl. 12.00 Sluiting. D a v e n t r y, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. BUITEiNL BERICHTEN ONGELUKKEN. DERTIG VROUWEN ONDER GESTEENTE BEDOLVEN. Dertien gedood en acht zwaar gewond. Uit Smyrna wordt gemeld, dat in de na bijheid der stad dèrtig vrouwen, die op de papavervelden werkzaam waren geweest, onder de puinhoopen van een instortenden toren, aan welks voet zij even waren gaan msten, werden bedolven. Dertien vrouwen werden op slag gedood, terwijl acht vrou wen zwaar werden gewond. Volgens het in de streek heerschend bijgeloof werd de toren, die nog uit den Romeinschen tijd afkomstig was, door geesten bezocht- Zes personen door dynamietontploffing gedood. Uit Union (West^Virginië) wordt ge meld: Zes kisten dynamiet zijn ontploft in een metaalfabriek. Hierbij kwamen zes personen om het leven. Ongeluk bij den Vaticaanschen spoorweg. De Kipa bericht: De bouw van den Va ticaanschen spoorweg, waarvan de brug thans bijna klaar is, heeft Zaterdag een menschenleven gekost- Bij het inzetten van een nienw rad in een heimachine, viel dit om. Twee arbei ders konden zich tijdig in veiligheid bren gen, de 26-jarige Francesco Patricelli werd echter getroffen en bleef onmiddellijk dood. 12.20 Gramofoonpl. 12.20 Toespraak door den Prins van Wales. I.20 Orkestconcert. 2.20 Concert. C. Bull (alt), K. Sterne (ba riton) 2.50 Uitz. voor scholen. 3.45 Concert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing en Nieuwsber. 7.00 Orgelspel door W. S. Vale. 7.207.40 Lezing. 8.05 „Matinee". Fantasie van P. H. Lennox. 9.20 Nieuwsber. 9.45 „Der fliegeride Hollander" van Rich Wagner (2e bedrijf). 10.40 Lezing. II.0512.20 Dansmuziek „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli. 8.20 „Lakmé". Opera van Delibes. Orkest en solisten. Daarna: Concertstuk voor piano en orkest, L a n g e n b e r g, 473 M. 7.257.50 Gramofonopl. 7.508,50 Orkestconcert. 10.3511.35 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. 1-252.50 Orkestconcert. 5.556.50 Orkestcóncert. 8.20 „Un Ballo in Maschera". Opera van O Verdi. Daarna tot 12.20: Orkestconcert. Kalundborg, 1153 M. 3.505.50 Orkestconcert. 8.359.25 Orkestconcert. 10.1011.10 Concert. Orkest en piano. 11.1012.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5,20 Dansmuziek. 6:50 Orkestconcert. 7.20 Gramofoonpl. 8.35 Orkestconcert. 9.5Ó Concert. Orkest en zangeres. Zeesea, 1635 M. 6.5012.20 Lezingen. 12.201.15 Gramofoonpl. I.152.20 Berichten. 2.202.50 Gramofoonpl. 3.504.50 Lezingen. 4.505.50 Concert. 5.509.00 Lezingen. Concert. Strijkkwartet, zang, hoorns. Declamatie. Daarna: Berichten en citherconcert. II.30 Zigeunersmuziek uit Budapest. DE BODEMINZINKINGEN TE VIENENBURG. Uit Vienenburg wordt gemeld: In een korenveld langs den straatweg naar Os- terwieck heeft zich een nieuwe trechter gevormd, die een doorsnede heeft van drie meter en een diepte van twee meter. Tal rijke aardscheuren loopen in straalvorm door het bouwland met den gevormden trechter als middelpunt. Deze bevindt zich op een plaats, waar ongeveer 45 jaar ge leden boringen hebben plaats gehad. Voorts is de grond in den moestuin van een suikerfabriek ingestort en heeft zich ongeveer 50 meter ten Noorden van den eersten trechter een nieuwe trechter ge vormd, van drie meter in doorsnede "én acht nieter diep. In de kalimijn Vienen burg is het water wederom gestegen. Men rekent dat het herstellingswerk in de mij nen twee jaar zal duren. Zoowel beambten als arbeiders zijn naar andere plaatsen overgebracht om daar te werk te worden gesteld. Roofoverval op tramconducteur. Te Dresden zijn twee tramconducteurs die een geldzak met meer dan 8000 mark bij het kantoor der gemeentetram moesten afleveren, in de smalle Malergasse door twee onbekenden overvallen. Een der roovers loste een aantal revol verschoten, waardoor een conducteur aan den arm en aan den schouder getroffen werd, terwijl de ander door slagen, waar schijnlijk met een knuppel toegebracht, ge wond werd. De roovers wisten in een auto met den geldzak te ontkomen. FEUILLETON door MARC GOUVIEUX. Neen, ik ken Lellah Féridek niet ik ken in Dar-el-Teffah, een vrouw, die on ze laai spreekt als Fatimah, de vrouw van den profeet. Ik kon haar naam niet, maar wij noemen haar onder ons visschers, Oum-el-Rhir (moeder van het geluk). Als gij Oum-el-Rhir bedoelt die gij gaat bezoeken, dan zult ge slechts geluk hebben, Si HarischWant zij geeft geluk aan allen, op wie zij haar mooie oogen gericht heeftIeder, die zegt „Ik heb honger" of „Ik ben ongelukkig" weet zij te troosten of te genezen. Voor mij is ze, ofschoon een vrouw, be slist een heilige vrouw. De plannen van Al lah zijn in dat opzicht vaak niet te door gronden. Ik Inisterde bewogen, de oude sprak aldus van haar, Féridek, Oum-el-RhirFé ridek, moeder van het geluk, zooals u de bewoners van de kust van Djerba noemen, die uw edelmoedig en medelijdend hart voor de lijdende menschheid hebben lee- ren kennen en als ge de ziekten van an deren kunt genezen, zult ge toch ook wel de myne genezen, nierwaar? Boven mij de sterren. Ben Arrous neu riede met zijn makker Ali van Djerba een lied, om zich wakker te houden. Ik zag in hun gezangen de ondernemingen van den ouden tijd terug van Dragut en Baba Arroch, beiden visschers van het eiland, die door hun moed hun stoutmoedigheid elk op hun beurt pacha van den Sultan werden, onderkoning van Tunis, Algiers en Oran, na op deze zee van Syrta, de trotsche ar mada van André de Loria overwonnen te hebben, het leger van Karei V versloegen in gevechten van man tegen man, waarna ze de Spaansche schedels opstapelden aan den noordkant van Djerba in het aanschijn van dc oevers der Christenheid. En onop houdelijk zongen zij van gevechten, landin gen en kanonnadeu. Maar ik, ik dacht aan mijn verre prinses. In den nacht deed ons een overwacht lawaai de ooren spitsen. Ik wist al gauw wat het was Een vliegtuig! Tayarariep Men Arrous uit. Het was een groote mailboot van de maatschappij, die boven ons vloog op weg naar TripolisDat moest de wekelijk- sche koerier van Dinsdag zijn, die van Lon denParijs en Tunis. Zijn raampjes waren verlicht. Zijn signaalvuren werden zicht baar. Tayara, herhaalden de twee bewonde rende matrozen, die hun oogen ophieven naar de verlichte massa, die voorbij vloog... In den nacht schitterde het vliegtuig als een vuurtoren.... En ik, ik dacht aan een anderen vuur toren nog schitterender, waar ik heen vloog met volle zeilen, angstig, betooverd.... Het morgenrood brak door. Wij nader den Djerba. Het uitgestrekte eiland ver scheen boven de golven. Met zijn groene kleur vormdp het een tegenstelling met de roode, naakte kust van Afrika. Op do hoogten, langs de zee van Bou Grara, verhieven zich tuinen van palmen, begrensd door perzikboomen. Dc groote waterweg, die het eiland verbindt met het continent, was reeds druk bexaren. De bar ken, vooruitsnellend op t' maatgezang der bahiras (inlandsche matrozen) gleden over de kalme zee. Op het eiland dook aan den eenc-n kant een pyramide van aardewerk omhoogaan den anderen kant het drie hoekig profiel van een neergehurkten ka meel; zijn bult was bedekt met een dek- k'eed van gevlochten stroo. Schapen blaat ten. Zwarte geiten sprongen met hun jon gen op de rechte verschansing, afgetreden door de voeten der matrozen, die er over liepen met hun stokken. Groeten werden gewisseld. Welkomstgroeten, nieuws van de kust, van de velden, van de Sahara wer den vlug overgebracht, heilroenen tot At. iah gezonden, rustige afscheiden van men- schen, die elkaar in langen tijd niet meer terug zullen zien. Ben Arrous wendde zich tot mij. Het zeil klapperde zacht. Meester, de wind gaat liggen. Ik zal gaan roeien, als er haast bij is. Wilt ge me helpen? Gij ziet dat punt daar, aan den overkant van Bordj Kastil 1 Wanneer wij dai achter den rug hebben, zullen wij Dar- eüjTeffah zien, binnen twee uur.... eerder niet Binnen twee uur? Mijn hart klopte En de vaart op het water dat geen enkele rimpel vertoonde, leek mjj eindeloos. Achter het gebergte verscheen de kleine baai van Bordj Salem. Op den achter grond op een lichte verhooging dook een boscb van olijven, een oase van palmboo- men, van koepels en witte terrassen ver scheen uit het groenDar-el-Teffah boog zich over het rossige waterIk liet het bootje landen op een zanderige plek, een beetje verder om onverwacht te kunnen verschijnen. Ik wilde van haar ver rassing genieten, de schittering van haar oogen zien. Wacht, op mij, Ben Arrous. Dwars door het veld lichtte ik mijn schreden naar het huis. De honden blaf ten en vielen mij aan. Door een steenworp dreef ik hen op de vlucht. Silhouetten van Dperbasche vrouwen met puntige stroo hoeden, herinnerend aan de Grieksche hoe den, en gehuld in linnen kleederen hadden zich achter de boomen verborgenIk liep naar een put, waarvan ik de katrol hoorde knarsen Een neger, die het vreemde tuig van een ezel bewaakte en van een kameel, die op de „delou" een zak van geitenhuiden trok ken, was aan het water putten. Het hel dere water vie] met een klaterend geluid in de bassins en kanalen van leem. Is Lellah daar? vroeg ik aan den ne ger. Wat wilt ge van haar? antwoordde Hj mij wantrouwend, daar hij mij voor een Arabier hield.... Ik moet haar een brief van den con troleur overhandigen. Hij aarzelde, maar mijn uiterlijk stelde hem gerust. Ga naar het huis.... Lellah is opge staanGe zult haar in haar kleinen tuin vindenMaar pas op voor Michka, haar hondWilt gij, dat ik u vergezel? Neen ik dank u, ik zal alleen gaan En terwijl ik de zonderlinge lanen door- 'iep, zag ik een trap, die steil naar het huis leidde. Vandaar af had men een gezicht op Dar- el-Teffah de binnenplaats in den vorm van een Romeinsch atrium, omgeven door arca den, met ongelijke treden en platte da ken, de koepels van helder wit marmer. Groote vensters braken de eentonigheid van de gevels; ze staken s-vormig vooruit; aan hun binnenkant, zacht uitgestrekt op de kussens, liggend boven de bloemen van den tuin, zou Féridek droomen op warme vervelende dagen Ik bleef staanoveral stilte Ik keek rond, alles was stil en verla tenEen gootje van helder water stroomde over de vloersteenen met zwarte en witte teekeningen. Ik hoorde het sijpe len van het water druppelsgewijze viel het in een achtoekige bak. Altijd die leegte. Ik daalde zachtjes de trap af: tussehen haar en het huis, beschermd tegen wind en zon, lag een kleine Perzische tuin verscho len. Marmeren lanen, tussehen kostbare vloeren, zwakke barrières van kreupelhout, bloemen van doornappelboomen neerval lend als tranen, sterren van jasmijn met sterke geuren, arraucaria's in den vorm van kandelaars, omslingerd met rozen, witte arcaden, bedolven onder een schat van bloemen. Een inwendig gevoel zei me, dat dit de lievelingsplek van Féridek was. Ik boog me om beter te kunnen zienNie mand De bank onder die tegels van licht blauw aardewerk was leeg. Een kanarievo- gelzonk in zijn vergulde kooi. Op de mar meren tafel lagen Fransche en Engelsche boeken. Een daarvan was geopend. Ik keek naar den titel: „Kunst en Godsdienst". (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 6