.f QHZE ||IWDERE» ij DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 8 iJHHiiiimiMiiiimHHiiiiiniiiiMHmimiMimiiMiiiiiiiiiiiiiiHiiJiuiiimmniiiniiTHimiNiMiHic rilllllilillllllllllllllllllllllllllllllllliliiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiitllllir; ONZE RAADSELWEDSTRIJD met een woord ter inleiding. pvc Neefjes en Nichtjes. Nu Htaun we «ian eindelijk weer voor onzen wedstrijd. Hefc zal ppii .strijd worden "f> lc\en 'T 'lood, .1. zeg ik dit <lau ook i* figuurlijken zin. Jullie hebt verleden weck Zaterdag mijn item gehoord, die u ten aanval opriep en., als trouwe helpers van mij, staat ge allen thans klaar om te toonen, wat gij kunt. Jullie zijt uitgerust van de vermoeienissen van «le heerlijke l'uaschvacantie en thans guut ge weer uw geest scherpen en 11 gereed maken om trw slag te slaan en te toonen. dal gij allen jongens /.ijl van Jan de Wit. En mijn lieve Nichtje» zullen ook niet achtcrblij ven, maar /.uilen mede voorwaarts trek keu cn niet versagen, al zou ook de strijd hevig gijn. Denkt er nan, gii allen die be sloten zijt mee te dingen: hoe grooter strijd, hoe schooner overwinning. Is hot toch geen voldoening Ie weten, dat men tot iets in staat is; «lat men voor een klein geruchtje niet vervuard i»; dat men liever «le hinderpalen uit den weg ruimt, dan op den loop te slaan voor soms denkbeeldige gevaren. Wie aan zich zelf twijfelt, is reed- verloren, heeft de neder laag reeds geleden voor liet sein tot den aftocht geblazen wor«li. Neen, flinke sol daten, en «lat zijn juITie allen, nietwaar, houden vol, zetten door en strijden tot de victorie bevochten is. En zoo ook je lui, In den geest zie ik tullic al slaags ra ken. De 3de vijand uit de linie der voor vechters i» lang niet min. Hij is taai en gaat voor jullie niet gauw uit don weg, maar vreest Hem niet en beukt er maar op los, tot «Ie vesting in elkaar valt, want met vereende krachten (ook huurtroepen kun je in het veld halen, zooveel als je wilt), zal ook «leze reus vullen onder de mokerslagen van mijn keurleger, waarin strijden «le «lapperen en braven «let- onzen. Kn dan! daar heb je no. ii! Wat. zou «lie toch uitrichten tegen het scherpe, ver nuft van mijn kameraden? Al hult li ij zidlt nog zon in een wnus van geheimzinnig heid, voor jullie blijft niets verborgen en zult ge dien raadscluehtigcn vijand te voorschijn buien in zijn ware eu oorspron kelijke gedaante. En dan dan komt ge aan inel een glimlach oni den mond en met fierheid in liet hart en stellen 111e in ken nis van al «Ion roem, door u bevochten cn van Urt heerlijke gevoel dat uw fiere borst «loortintelt, nu de strijd ten einde is en de ovcrwfnningsVlag wappert op del tinnei van do veroverde burcht. Kn dan zal ik jullie helooncn, r.ooals dit een goed aan voerder van het leger, dat met lauweren gekroond, huiswaarts keert, past en voegt. Kn zullen er velen zijn, die aanspraak mogen maken op de onderscheidingsme dailies en streepen en kruisen en lintenen 1 u-ekens wel, dan zullen we loten en het lot laten beslissen, want eerlijk en rechtvaar dig wenschen wij ons van onzen plicht te kwijten. Ook dit vindon mijn soldaten niet meer dan recht cn billijk is niet zoo? En wat ik nu tot de grooten gesproken heb, geldt ook voor de kleinen, «lie pas in het vuur komen cu nog niet den kruit damp geroken hebben, en nog niet, dan van verre, zoo'n strijd hebben meege maakt. Zij behoeven ook niet in «le voorste gelederen te stnau en den spits af te bij ion, maar ik heb even verdienstelijk» doch «envoudiger werk voor deze jonge strij «Iers le maken. En hier reken ik op de hulp der grooten. Zij, «lie het klappen \nn de zweep kennen on gewend zijn aan hot. gerommel der kanonnen en ongevoe lig blijven voor de hulp- en angstkreten van «Ie velen, dio verslagen «laar neerlig gen in stomme vertwijfeling en onmacht, zij zijn de aangewezenen oni in de bres 1c springen voor «le kleineren en den zwak keren hulp te bieden, waar hulp gevraagd wordt. Zoo zij lietl Doch ook «Ion kleinen wil ik moed in spreken en het gevaar niet grooter stel len «lan het is. Gaat kalm vertier, mijn vriendjes: legt uw ooren goed luiste ion naar wat vader cn moeder of de om geving zegt en dan is ei geen kou aan «le lucht cn is de strijd ten einde, voor j<- goed en wel weet, wat gebeurd is. E11 dan gaan jullie slapen on drooincn van moon- rijniwoordjcs, looul» in nog gevraagd wordt, en zoo wordt «leze groote we.lstrij I. al* een strijd vau stoeiende kinderen in de wei, die elkander bombardecren niet hau- «len vol bloemen, die -40011 pijn doen. maai de feestvreugde slecht» verhoogen. Ja waarlijk, lieve Nichtjes en niet tnin- dai dappere Neefjes, deze strijd 1- waard gestreden te worden. De prijzen, die daui voor me liggen en ook mij vriendelijk toelachen (liouscli dat doen zc!) zijn zóó mooi, dat een nurkseh slechts of een 011- orschilligc bonk of beide ongevoelig zou kunnen blijven. LccsC maar eens met aan lacht air. wat hier onder staatleest die lange lijst eens over; met volle aandaclu langzaam over en dan?.... wie is hij, die voor zooveel moois geen strijd zou durven te vagen* Wie' het wart beter. .1». ik zu«»'u jongen of meisje niet in mijn familie had en zoo iemand niet gekend had. Maar neen! Mijn neefjes eu nichtjes /.i|ii geen lafaard» en geen onverschillige roinpe strijders, «le inijnen zullen op het appèl zijn en samen toonen, dat „eendracht macht maakt." Wedstrijd C: Ook «lezen vijarul /.uilen we moedig ou der het oog zien cn hom aanvallen inct open vizier, en geen vreemde hulp zullen we dulden, inaar bouwen op onze eigen kracht en onze eigen talenten, en wo zul len niet rusten, vóór wc ook uit «lezen strijd van man tegen man met eere zijn getreden. Kn nu voort waart», marsch! Tot weer- Oor W 1 A. Voor rle Grooten van 11—16 j. en meer. Raadsel I: Neem uit eiken zin een woord zoödat ge een bekend spreekwoord krijgt. 1 fij liep met haastige stappen voort. Papa ging met spool naar den trein. Het i» vandaag leelijk weer. Piet komt /«-ldcn bij zijn grootmoeder. Hebt gij uw les goed geleerd? Zoek «le verborgen boonn^amen. O, wat een rommel in de ka»r. Ki. ei, Kireltje. moet dat zóó gaan? Daur ligt de rasp, Ariel \lle kopjes zijn vol, moe! Al* moeder wil, gaan we morgen uit! 6. Raadsel 111: Plaats in deze vierkantjes de cijfers 2» 1, j, 7, s, 9 cn 10 zoodanig, dat de som Ier cijfer» in de horizontale vakje3. en in do verticale vakje* en in de «iiagonale vakjes altijd 18 is. Raadsel IV: Mijn geheel bestaat uit 0 letters en is <lc naaui van een plaats in Noord-Bra bant. Ken J, 6, t) i* een booin. Een 5, 1, 3 is een nuttige vogel. Het brood wordt in een 6, 7, 8, 9 ge bakken. 5, 1, 2, 3 is een jongensnaam. Raadsel V: Voeg onderstaande lettergrepen zóó aan elkaar, dat ze een goed .spreekwoord NTK ME KOM Vra Met Oen Tmc Ro B. Voor de Kleinen van b—11 jaar. Raadsel T: Met k ben ik hoog en machtig. Met h ben ik zoet, niet krachtig- Met w herberg ik arm en rijk. Komt. geeft nu v'an uw denken blijk. Wat is dat? Raadsel 11: Maak van m n dcrland. een stad in Xe- Raud.scl 111. Zoek een» 10 woorden van vier let-ter- gre-pen, bijv. ooi-e-vnars-nest. Hoeveel halfjes zijn: 1/2 cent -- 1 cent -j- 21/2 cent '-f- 1 stui ver -f 1 dubbeltje samen? Raadsel V: Zoek hot rijmwoordje zelf. Al 111 de warme zomerzon I.i«-p Jauje met z'n lucht Hij was zoo blij. zoo in zijn schik Daar dacht hij in een oogen Wai zou er in zijn. gas misschien.' Dat moei ik «lan toch even IIij nam een naald uit moeders hoed. Kn *tuk die in «len ba! met Wat zag nu Jantje tot zijn schrik. Kn wat zou volgen op dien \l kleiner cn kleiner werd do bal, Wat of zijn inoe nu zeggen Hij heeft berouw, «le kleine guit Kn Jantje barst in tranen Kn snikt..Ik zal het nooit meer doen Ach 'maatje' Geef 1110 maar een C. Voor allsn. Maak een verhaaltje of vertelseltje. Zelf verzinnen en minstens due blad zijden lang. 01 naar keuze, een versje over: Y.'tenntie Dc Zomer Aan Zee Een Feestdag De maand van Maria. De Prijzen. le prijs: Een zilveren Polshorloge. 2c prij.-: Ken couvert Géro-zilvcr. :ie pro»: Een collier of manciinknoopeu. te prij»: Een .schilderij. •>e prijs: Een servetband. ♦ie prij»: Een doos luxe postpapier. 7e prijs: Een -chool-étui. Se prijs; Een boek. 9e prijs: Kon boek. 10e prij»; Ecu bock. lie prijs: Een boek. 12e prijs: Keu boek. Piiji 10, 11, is ef ik in 1011 of ka -1 die het keurigste en inooi»te werk inleve ren zullen. Zietdftiii jonge strijdmakker-, onze prij zen. Wat dunkt U? Zijn ze een groot blad, als De Leidschc Courant i.« waardig? Oh, ik zou die prijzen >00 graag eens voor jullie aller oogen uitstallen. Hoe zou den mijn goeie Nichtjes der guitige oogjes schitteren en verlangend turen naar «lie druiven, die voor dezen keer nu eens niet »e ^oog hangen en binnen het bereik vau allen vallen! Hoe zouden de vingertjes beginnen te jeuken 0111 aan tc vallen c «Ie pen te grijpen en een rustig plekje 00 te zoeken, om «laar aan het vork tc tijgen en niet spoed het resultaat op te sturen aan hun bekend adres. Ja, lieve vriendjes, als ge die prijzen kon zien, ik wed, dat ik niet 100 maar 2 X 400 brieven zou ontvan gen. In één woord: die prijzen zijn jullie zorgen eu moeite cn strijd waard. Ziet- daar. Slotwoord. E11 wat heb ik aan het bovenstaande nog toe te voegen.' Juist, hoe ik het heb ben wil. dat zou ik haast nog vergeten; of schoon de ouden, die vaker meededen dit wel wisten en de nieuwelingen het reeds zullen begrepen hebben. Toch wil ik het nog eens even /eggen. Lui<tcrt dan <-ens even inijn vriendjes en.. handelt overeenkomstig mijn wil, want alleen dan blijven we goeie maat jes en kunnen wc samen praten. Nu lau! Ik verlang: a. Mooi schrift: dit is: duidelijk lees baar. regelmatig schrift. b. Een ordeiijk vel pspier mot «lito en veloppe. Dit 'aat nog wel eens af en toe wat te wenschen over er. veet je wat dan gebeurt?.... De papiermand staat naast me en gaapt als een leeuw, die honger heeftbegrepen? c. Wie één «»f meer raadsels niet kent sturo de gevonden oplossingen toch in..., er blijft voor ieder een kans over.... «i. Alle» moet «»p l:j«l bium-ii. Na don 20sten it de deur ndbt en Wordt niemand meer toegelaten, of er moeten al heel wat gewichtige en geldige redenen aangegeven zijn. Denkt er om! e. Wedstrijd C is bedoeld voor dp groo ten. D«- kleintjes moeten /ick maar niet op glad ijs wagen. Zij struikelen zoo licht en dan zou liet broekje maar /.eer doem De grooten daarentegen moeten nu eens toonen. wat ze kunnen en hebben zoo doende twee kaneen. Fantaseert en dicht dat de hcele familie en buurtschap ver steld staat over zoovele «achterlijke ver borgen talenten. f. Port je vrienden en vriendinnetjes en klasgenooten en huisgenooten en kennis sen aan om mee te doen, want alien zijn welkom. g. Stuur alletf in vóór 20 Mei a.s. aan: P 1- ij s r a a d s e 1 s. „DE LEIDSCHE COURANT" Papengracht, Leiden. Aan 't werk nul Succes' CORRESPONDENTIE. Leo f>p e e 1, Leiden. Dat versje is mooi. Wie is de maker! Ik laat het plaatsen. Maar niets meer instu ren. zonder den naam van «len dichter tc vermelden, hoor Leo! Jos. Schermer -V nest. Leiden Mooi is ie' Wat heb ik gelachen! Mij dunkt, ik zie hem daar al voorbij racen! Tante had er ook schik van. Jag Joseph 1 ne! Tk houd mij aanbevolen voor veel. veel meer, dergelijke rake teckcningcn. Groet jes thuis I Wim van Ommen, Laid en. Goed naverteld Wim! Ik laai dit stukje onmiddellijk plaatsen. Ook met den wed strijd meedoen! Corry en Aniiy van l) i t, S a .»- e n h e 1 jn. Dank voor hartelijk 1 briefje' Wederkering «le beste wenschen nok voor Pa en Mo«\ Ik ben benieuwd, of ik jullie ook zie onder de mededinger». 0 r Koek I» 0 el af a r e nd'ii e e n. 1 Wat *i' diooi ige gew hie le d we Lett I Arm Liesje' Maak nu ren» een lang «er- j haal. Zul j<- Guus Hoogcvce 11. L 1 «I 11. Dat versje over „Ecu druiloor" heb ik al j zoo dikwijl- gele ii, dai ik het nu van j buiten ken! Het opstel 1- niet slecht. Ik zou er 7 voor geven. Die muizengrap ging niet erg op, v iud ik. H r m a n v. d. W ij d e n, L e i d e 11. Welkom Herman! Ook nu «eer mee doen? cn.... een mom ver»je maken. Jij kunt het of heeft vader geholpen.' Dat mag wel. Ken grappig aapje wn» dat, i» wel? J o lu n G ij b e 1 s. Leiden. D«" witte slang laat ik plaat-en. Zi«- de vol gendc werk eens' Dag Johan' Maak voor dezen wedstrijd ook cen« een lang verhaal. Mien v. d. Drift, Leiden. Nee nia^r. dat «a- zeker treurig afgcloopën met Dinie en Minie. voor «lezen kce, eens ee vcrlu-a!. waarin geen treu rige «linken inkomen. Ik nou meer van vrotiijke verhaaltjes! Dag Micn! Julius H e' y 11 e, V c u r. Dai Jan een heerlijken verjaardag had, wil ik wel gelooven. Een vlasvink is lang niet mis, zou ik zoo zeggen. Dag Juliu»! M 1 e n V e r li a a r. Warmond. Ju hebt zóó ordelijk en movi geschreven, dat ik jou» opstelletje dc vol-cn.le week plaatsen laat. Zie eens! Herman B o s. Zevenhoven. „Trijntje ziet" is heel goed naverteld en als ik veel plaats heb eu weinig oopie, liet ik jouw opstel plaatsen. Dag Herman! Probeer eeis zelf iets te verzinnen! Mieif Blokker, Nieuw Vennep - En hel verhaal en het versje laat ik plaatsen, al heb je d'«'. laatste ook zelf iet „bedacht". Dag Micn! 1 Henk Dit-Lhoff, Luiden. Dab was dc verdiende straf! Wie vogeltje» uit haalt cn uit dpr. booru valt. krijgt wat ie verdient. Nu »tr«-:npel Gerrit op krukkrn. Een les voor anderen! Wim Kriek, Leiden. Wat was dat een leuke vergissing. Maar, daar wa ren zc dan ook tweelingen vooj en wat meer zegtze verdienden ook eenzelf de pak.... slaag. Goed opstel! J o li a n 11 a «I Ha a s, S t o 111 p ij k. Ik zie toch zeker alle Stonipwijkcrtjes nu ook weer aan den wedstrijd deelnemen? Wedcrkccrig vele groetjes aan Pa en Moe, de broertjes en zusjes! Piet Hoogcveen, Stomp» ijk. Die geschiedenis van Lev ie is goed ver teld. Al» ik veel plaats had, kwam jij aan de beurt. N'u kan het niet! Meedoen hoor! Dag Piet! Corric de Jong. Aarlander- v e e n. Het opstelletje is voor jouw •locn heel goed, maar is te klein voor de i krant. En nu ben je zeker weer van «le partij? Daag! Johanna «1 e 11 Blanken, Al phen. Dat die Edelman zijn woord ge trouw bleef, was zeker edel inaar.... «lat «e hem ook nog hielp ontvluchten, is.... erg vreemd en onwaarschijnlijk. Het versje van Truusje ken ik ook. Dag jongens! G r a cl a v. d. J a g t, B o s k 0 o p. -— Welkom Grada! Blijven meedoen cn al tijd netjes werken! Zusje had zeker de laatste drie regels geschreven. Dag kindc- Agatha H a r l c v e 1 d, N i e 1, w v e e n In «le laatste regel schreef je: „O! hoe blij zal ik -de komst van de I Lente weer vieren!" Zoo is het! Zoo zullen we doen ook. En zie ik u dc volgende weer? Dag A gat'na'! Dc volgende week ga ik door! Dan is alles klaar! Er liggen nog 14 brieven te wachten. Tot Zaterdag. Oom W i iu. BIJ TANTE LIZE door Johanna de Haas. De kinderen hadden Woensdag v «cau tie gekregen, 's Avonds in bed lagen zc druk to praten of ze nog uit zouden mo gen. Maandagochtend, daar kwam dc post aanloopen mot een brief. Zc hadden een beetje ruzie gekregen wie de post het eerst aan zou mogen pakken, du» liet eerst wist, hoe het was. Nou houden jullie inaar een beetje stil, ik zal zeggen wie mag gaan. Lena is de oudste, dus die mag gaan vandaag. Lena, zoo blij als een engeltje, ging de gang in »-n daar lag ecu groote brief van Tante Lize cn een H. Hart boek je. Lena liep hard de huiskamer in, waar moeder en «Ir twee Andere meisje» met ongeduld wachtten. Moeder een b.ief van Tante Lize? misschien, zegt Cato, schrijft ze of wij in de Paaschvaeantie mogen ko men; hé, ik wou dat. het waar wan! Moe der had intusschcr. «len brief geiez.cn en zeio „Nou jongen», fijn nieuws hoor! Tante Lize schrijft of jullie alle drie blijven, als jullie niet stout zijn, tot beloken Pnschen. E11 dan zal Tante Lize eu Oom Hendrik jullie thuis brengen met de auto. H«;, ik wou, dat het vast niorgen «as, zei Dora en ik, zeiden dc andere twee. Om 4 uur kwam vader thuis. Vadertje, riepen ze, en liepen naar hem toe Vader, u moet mor genmiddag uit, er is een brief gekomen - 111 Tante Lize en of i «ons morgenmiddag naar het spoor brengt, en dan komt oom Hendrik uict «len auto on» halen. Zoo, zoo, lat doe ik graag hoor, dan hoef ik niet tc «erken. Maar zullen julli bij tante heel zoet wezen! „En vrouw heb jc nog een kepje thee, want ik heb vanmiddag zoo 'ïard moeten werken, ik ben er moe m". Moeder schonk een kopje thee in. Vader dronk liet kopje leeg in eon paar groo.o teugen. Nog een beetje vader! Ja, moeder, ik heb erg veel dorst. Nu. zei moe- Ier tot «le kinderen. Ga jgllie maar «at 1 met elkaar in den tuin spelen. De kinde ren gingen. Weet je, wat ik ga doen Ik ga allen goédag zeggen, zei C'atootje cn I als we goed over gekomen zijn on» «eer laten zien, dat «e ««eer heel blij /i|n, dat wij weer bij Pa en Moe zijn. Met z'n drieën gingen zc naar de lam- 1 motjes. Eerst ga ik natuurlijk naar mijn i eigeu lammetje en ik naar de mijne en ik ook hoor. Daarna naar de andere. Toen ze de lammetjes goèdag hadden gezegd, ringen ze naar «le konijntjes on pakten -.e nog oventje» uit h<\ hokje Dag lieve ko- lijntjes. zeiden de drie kinderen, /e had den net dc ruit in net hokje gedaan of daar kwam moe le kinderen roepen. Ko men ju!'ie eten ik heb de boterhammetjes al gesneden, riep moe. Ja. moe. wij komen. Dc meisjes liepen hard naar moe toe en zeiden. Wij hebben «le lammetje» en de ko nijntjes al vast goédag gezegd. Toen gin gen ze met er vieren 111 de huiskamer, waar vader wachtte Moe schonk choco lademelk in. De kinderen aten zonder te praten, want dat wou moe hebben. Na het eten mochten we nog even kaarten met |ia <-n moe. Om half acht moesten we gaan bidden en daarna naar bed. Moe bracht on» weg naar bed eu maakte over het bedje een kruisje mot wijwater eu gaf ieder van ons een nachtzoen en ging weg. Z«- «leed de deur van het kamertje op het haakje. Pa en nifto gingen koffie «lrinkcii en dan gingen ze ook naar bed. Wij slie pen gauw in om vijf uur moest, vader op zijn werk wezen. Want hij moest vanmid dag vrij vragen, om ons weg te gaan-bren gen. Om half negen waren wij al wakker. Wc waren er gauw uit en gingen een voor een naar de waschJafol, waar moe giste If n schoon water in dc kan gedaan had. Wc waren gauw klaar moe had al geroepon. Maar de kinderen hadden niet teruggeroe pen. N'«tu, zei Lena, gaan we gauw naar beneden en dan zal moe wel zeggen wat zijn jullie vlug. beneden en dan zeggen wij d r niets van. De kinderen gingtm naar beneden. Moe zei: zoo jullie wordt nog vlug, jullie ben: zoo gauw beneden, het komt zeker omdat jullie van middag uit mogen. Ik denk het van wel moe. zei Dora. Nou gaan jullie maar in de huiskamer eten, maar doe eerst je morgengebed maar netjes hoor. Lena, jij bidt voor cn niet zoo vlug na bidden, hoor, meiden. Nee moe, riepen de andere twee. Moe ging gauw de koifers inpakken, ant ze moesten met de tram van half één mee. De kinderen hadden vast hun manteltjes aangedaan en vader zijn jas, Z(s gaven inoc een hand en een ku» en moe zei: ..Zullen jullie niet stout zijn bij tante cn zullen jullie oom en tante gedag zeg gen van moe en pa." Nou kinderen kont» n jullie, want daar komt dc tram al aan. Dag moe. daaag! Toen ze de tram in gin gen wuifden ze alle drie met der zakdoek en moe ook. De kinderen zaten druk te pralen mei vader, daar woont tante Jo, zei Lena, daar ben ik wel eens geweest. Ze kwamen weldra aan het station aan. Daar zagen ze «le auto al van oom. Oom Hdhdrik kwam lie.', al tegemoet «m de koffers aan te pakken en in de auto te brengen. Piet ga je ook nog even mee? Neen, dat zal ik maar niet doen, want mijn vrouw wacht op me m?* «Ie thee. Nou, kinderen stappen jullie maar ib. Dag va der, dag, dag, dag, riepen de kinderen! en voort ging het naar tante Lize, waar wc de heele Paaschvaeantie dol veel pret hadden en de vacantic was om voor wo het wisten. HET JONGETJE UIT DE „ARKE NOACH". ti Bekend figuur van onze buurt is het jongetje uit de ark. 'n Sproetig ventje met stroogeel melkboerenhondenhaar cn eenigs- zins schcele ooaje*. Hij woont in de ark van Noë, zooals hij zelf de blauwe schuit neemt. En daaruit volgt dat hij ook wordt genoemd: ,,'t Jongetje uit de Ark van Noë. 'n Paar dagen geleden hoorden wij een schuren en kraken op den weg van belang. Ik dacht dat een kar voorbij kwam. Maarrood van opwinding en blijdschap ziin melkboercnhondenhaar als 't kon nóg geler, gillend en schreeuwend karde het élite ventje op een verrukkelijk oude fiets voori/ij en schreeuwde mij toe: „Fa&n race-karet jc hé juffie?" „Nou jó", zei ik hartgrondig, „jij bent er op vooruit ge gaan". „Nouuuu!", gilde lui opgewonden, .,en hij gaal as 'n fonkelnieuwe. „Dat hoor ik". Oni ocnigszins een beeld te geven van de „fonkelnieuwe" „race'*-kar, diene het volgende 't Ding liad. nou ja." vreeselijkc deuken en kromme stangen. Geen banden, totaal geen banden en geen zadel. ..Maar fadn dat ie gaat juffie... De lieelc avond sjeesde 't „jochie uit de Ark" voorbij op zijn „bijna fonkelnieu we" kar. Fijn lioor jó!" Den volgenden dag was '1 vehikel wat meer comfortabel gemaakt. Op d«j plaat» \an het zadel zat, een hoopje oude lappen gebonden. „E11 fijn «Int je er nóu op zat juffie", kirde hij telken». En nu doet hij voor zijn moeder bood schappen per fiel» en ik heb nog nooit, iemand gezien «lie zóó bin was met een fiets al» «Jat jochie met dat ver- piepend afleggertje!" J. Schermer-Voest. COMMUNIE-KINDJES afgeschreven Hoor Leo. Vrome hartjes, /.onder smart je». louden lokje». Eng'lcn-kopjes, Zonder zorgen <>f verdriek Zonder droefheid in 't verschiet. Kleine menschje», zonder wenschjes. Zonder weten, haast vergeten, Willen »til naar Je/.u» gaan. Willen luist'rend rond Hem staan. E11 Hij kent zc. en Hu wenkt ze. Hit verlaagt /e. en ontvangt ze, Blikt in ieder kinderoog. Dal Hem nimmer nog bedroog Wie Hem griefde, hier is liefde. Hier is trouwe, om op te bouwen. Hier is jeugd en toekomst saam, Zich buigende in Jezus' Naam..,. Lieve kleinen, wecst de Zijnen, Blijft uw- leven aan Hem geven, Hier staal Jezus' zegen klaar. Hier straalt troost van Zijn altaar. Lieve kinderen, wil verhindereren. Da: Zijn harte treurt in smarte. Blijft Hem trouw geheel Uw leven. Hy zal eens den Hemel geven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 8