ZATERDAG 12 APRIL 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
GESFREKKEN MET
GESTICHTSJONGENS
Jarenlang, totdat de omstandigheden
er een eind aan maakten, heb ik er onder
Ie Rijksopvoedelingen een .,clubvergade-
ring' op na gehouden weidsche naam
voor een zeer eenvoudige zaak.
t Was slechts een wekelijksche samen
komst van een goed uur met een tiental
jongelui, die ambitie hadden in de bespre
king van allerlei onderwerpen. We kwa
men dan bijeen in de directiekamer, wat
op zichzelf al wat bijzonders voor hen was.
Als rechthebbenden te mogen zitten waar
hot hoogste gezag aan het gesticht placht
tc zetelen, wel, dat leek een groote onder
scheiding. Er waren dan ook altijd lief
hebbers genoeg.
Men werd echter maar niet zoo gemak
kelijk lid van „de club Goed gedrag was
Jaarvoor noodig en het gezelschap een
maal geformeerd zijnde, wat om te begin
nen bij keuze geschiedde de goedkeu
ring der leden. Ik hield er n.l. „ballotage"
op na, niet zoozeer al had het dien
schijn om den jongens zeggenschap te
geven, als wel om ongcwenschte elemen-
i en uit de club verwijderd te houden.
Iedere verpleegde kon zich als candidaat-
lid opgeven en aan liefhebbers ontbrak
iet nooit maar om het gezellig karakter
Ier bijeenkomsten te behouden kon ik
ioch moeilijk iedereen toelaten. Ook onder
gestichtsjongens bes-taan allerlei sympa-
thiën en antipathiën en waarom nu een
id toe te laten, wiens komst de overigen
niet aangenaam zou wezen, 't Moest
een gezellig onderonsje
blijven. Reeds het feit, dat de „ballotage"
jestond, werkte dit in de hand. Wie zich
..niet getapt" wist, dong al vanzelf niet.
naar het lidmaatschap en over dc candi-
:1aten bij een vacature was aan de beurt
»vie zich het langst geleden opgegeven
bad werd ernstig beraadslaagd. Tot
-temming liet ik het echter nooit, komen.
Wien ik zelf niet wenschte, poeierde ik al
af als hij zich wilde laten inschrijven
uitstel was dan als regel het motief, waar
van meestal afstel kwam en overigens
wist ik de leden er steeds toe te krijgen,
den aan de beurt zijnden makker te ao-
cepteeren. Er mankeerde wel eens wat
aan, maar ze moesten bedenken: we wa
ren geen van allen volmaakt, terwijl zijn
lidmaatschap hem immers een prikkel ben
goede zou wezen. Ja, dat vojiclen ze dan
allemaal.
De ballotage geschied zijnde, werd het
nieuwe lid geroepen, wat reglementair de
taak was van het oudste Jid. De installatie
van een nieuweling was altijd een belang
rijk oogenblik. Ik verwelkomde den snaak
en deelde hem de artikelen van het on
geschreven reglement mede. Vooreerst:
als 't hem niet beviel, mocht hij gerust
wegblijven. Daar zou niemand hem boos
om aankijken, mits hij mij er behoorlijk
kennis van. kwam geven; anders was hij
onbeleefd en dat kwam bij clubleden niet
le pas. Ook mocht hij gerust eens verzui
men als hij door werkzaamheden,
hoofdpijn of een andere aannemelijke re
den verhinderd was, mits hij daar weer
beleefd kennis van gaf. Wie dit verzuimde
was onverbiddelijk geroyeerd en ken nooit
lid meer worden, wat ook gold voor wie
ontslag had genomen, ,,'fc Is hier geen dui
ventil", zei ik dan altijd en dat vonden
de jongelui telkens weer grappig. Ze ke
ken me al aan tegen dat 't kwam, want
er werd nog at vaak geinstallcerd. wijl
door reclasseering de gestichtsbevolking
steeds vlottend bleef.
Nu school bij het voorschrift: „niet weg
blijven zonder kennisgeving" een addertje
onder 't gras. Wie n.l. „in de straf zat"
kon geen kennis komen geven enwas
dan vanzelf geschrapt. Zoo werkte de club
indirect ten goede, terwijl het altijd .stof
tot vroolijkheid gaf als een lid nog juist
bijtijds ..uit de straf" was gekomen om
aanwezig te kunnen zijn. Zulk een -at
met een zucht van verlichting zijn zetel
om de greene tafel in te nomen. „Dat was
op 't nippertje, jongens!"
En wat voev' - we dan in zoo'n club-
vergadering uit. Wel,
debatteeren
over allerlei onderwerpen, welke de leden
vrijelijk mochten opgeven. Ik kwam nooit
reeds bij den aanvang van een bijeen
komst met een of ander op de proppen,
maar opende altijd mot de vraag: „En
waarover zullen we 'b nu eens hebben?"
Meestal was stilzwijgen het. antwoord,
want och: de gezichtskring van gestichts
jongens is maar klein. Maatschappelijke
vraagstukken zijn hun als regel nog onbe
grepen voorbijgegaan, wetenschappelijke
dingen hebben nog geen houvast op hen
gehad, dc gewone gestichtsaangclegenhe-
den bieden geen belangrijke onderwerpen
aan, persoonlijke zaken Laten zij natuur
lijk buiten debat, kortom, strijk en zet
moest ik zeggen:
„Wat drommel, moet ik dan altijd be
ginnen? Ivom, nieuweling, jij zult toch
wel wat weten".
Een enkele maal kwam er dan wol eens
een vraag soms doordat ik die vóór de
vergadering aan een of ander pienter lid
„in vertrouwen" had ingefluisterd maar
meestal schiep hun stilzwijgen de sfeer,
waarin zij 't een opluchting vonden, dat
ik dan maar weer begon.
Waar ik het dan wel over had?
Laat me beginnen met te zeggen, dat
het heelemaal niet moeilijk was, onder
werpen aan te snijden, die hen interes
seerden, want alles was nieuw voor hen.
Bovendien: minstens om 't jaar was mijn
auditorium, dat immers slechts uit 10
knapen bestond meer zou niet gezellig
wezen, vonden ze met mij geheel ver
nieuwd, doordat ze pas lid werden na al
een poosje in 't gesticht te wezen en dan
al gauw in aanmerking kwamen voor re
classeering. Zoodoende liep ik niet licht
gevaar, iu herhaling te vallen.
Och. ik heb 't over zóóveel
verschillende onderwerpen
gehad, dat dc opsomming or van pedan
terie zou mogen hceten. Een staaltje: op
een avond wo kwamen altijd bijeen na
afloop van allo school- en vakouderricht
hebben wc heel genoeglijk gekeuveld
over.... liet- berekenen van den afstand
der sterren.
Daar hadden zc nu heelemaal geen be
grip van, maar door dan de hoogte van
ons lokaal te gaan uitrekenen gestichts
zalen plegen nogal hoog te wezen op
dezelfde wijze als de astronomen dat doen
met de hemellichamen, werd 't hun toch
duidelijk. Wc maten eerst de lengte der
vloer en een der jongens moest dan op
een stuk papier een horizontale lijn trek
ken van b.v. een vijftigste der gevonden
lengte. Met een graadmeter tusschen dc
beenen van een grooten passer gingen we
vervolgens van uit twee tegenovergestelde
punten der kamer beter gezegd zaal
kijken, onder welken hoek we het ophang-
punb der gaskroon zagen. Met behulp der
geconstateerde hoeken trok de teekenaar op
dc uiteinden van zijn horizontale lijn twee
schuine lijnon, welke mekaar natuurlijk
ergens sneden. En dan verkondigde ik: nu
is deze kamer ook 50 maal zoo hoog als
de loodlijn van dien driehoek lang is.'Dat
kou gemakkelijk nagemeten worden, kwam
altijd ongeveer uit en zoo leerden zc met
meer begrip naar de sterren kijken dan ze
nog ooit gedaan hadden.
Ons zonnestelsel was dan de volgende
maal vanzelf het onderwerp van ons „de
bat", maar meteen werd het dan hoog tijd,
om weer een ander onderwerp op te dui
kelen, want om dc bijeenkomsten interes
sant te laten blijven, moesten we niet te
lang over 't zelfde blijven doorzagen.
Gelukkig kwam bij onze besprekingen
vaak het eenc onderwerp uit. 't andere
voort, wat 't denkbeeld le.vendig deed blij
ven, dat de club inderdaad zelf verschil
lende punten aan de hand deed, 't Moest
nooit het karakter van een les krijgen
al leek het daar soms veel op want an
ders zou de aardigheid er af gaan.
We hebben 'fc ook wel daartoe ge
bracht door den loop der „debatten"
over godsdienstige en maatschappelijke
problemen gehad, natuurlijk hoogst een
voudig, want ik ben maar een leek, en
tevens zonder propaganda te maken in
welke richting ook, want mijn club telde
vertegenwoordigers van allerlei gezindten
en ook van heelemaal geen gezindte. Hoe
dai dan ging, vertel ik misschien ook nog
wel eens, als de redactie 't goed vindt.
Al was ik meestal voornamelijk zelf aan
't woord, de joueens waren toch vaak zóó
geanimeerd met me lezing, dat 't hun speet
als de bel voor 't avondeten ging, want
dat was onverbiddelijk het sein voor op
houden. Zoo was het echter niet altijd,
wat ik tevens vermeld, anders zou de zaak
te mooi lijken.
AJO.
MIJNHEER IS BANG
Den Heer Schnorr?..., Kent u hem
niet?.
Ik ken hem wel!
Als U aan 't kleine station afstapt en U
vraagt aan den beambte: (witkiel)
Kent U 'n zekeren heer Schnorr.
Of ik hem ken!eerste straat rechts..
een groot hek met rozen.... twee steenen
honden voor de deur.
En in zijn enthousiasten glimlach ziet ge al
dc gulheid, al de fooitjes (in Frankrijk glazen
wijn), die hem geworden, als hij daar 'n pak
of koffer afgeeft.
Mijnheer Schnorr?.
Vijftig jaar, 'n weinig gezet, aardig fortuin
uitmuntend buurman, ware voorstander van
den middenstand.... gcloofsvast aan Volken
bond en vrede. Als hij door het dorp gaat, dopt
men rechts en links. Mr. Schnorr interesseert
zich voor alles.
Wel, moedertje, wat heb je daar 'n mooie
aardappels!
Ach jaze zijn niet slechtf....
maar u hebt mooie rozen aan uw hek.
Wilt u er een stek van?....
Ik had het niet durven vragen!....
Kom, kom, zoo vreeselijk ben ik toch
niet!
En als het oudje 's avonds thuis komt, zegt
zij aan haar man:
Weet jede mooie ia Francefozen van
Mr. Schnorr?
Ja....
Hij geeft er ons 'n stek van
Die goede man!.
Die goede man!.. Dat is karakteristiek.
Men zou uiterst verbaasd zijn als iemand ook
maar twijfelde aan het feit dat Mr. Schnorr
het type van een goeden man is.
Hij is door en door goed.
Goed met iedereen! Hij stuurt jaarlijks aan
den Pastoor een flink bedrag voor het onder
houd van de Kerk, hij betaalt stipt zijn belas-
sting, zijn bijdrage aan de brandweer, vervult
al zijn plichten.... allemaal.let op!....
allemaalbehalve één! En die ééne is een
hinderpaal tusschen hem en mij. Geen van bei
den spreekt er over, maar elk denkt er aan;
het maakt zelfs onzen handdruk tot 'n soort
leugen! Als ik durfde, ziehier wat ik aan dien
goeden hear Schn.... zou zeggen:
U, mijnbeer Schnorr, die in goedheid uit
muntwaarom is u zoo slecht?
En ik zie hem al een pas achteruit gana.
Slecht....? Ik....?
Jaslecht, u! heel slecht, gij stapelt
kwaad op kwaad, groot, treurig kwaad. U
bedroeft allen die u liefhebben.
Hoe zoo?
Hoe....? om 'n heel eenvoudige reden:
U komt 's Zondags nooit in de Mis!....
Op die woorden krijgt het gezicht van mr.
Schnorr een verontwaardigde, beleedigde uit
drukking.
Pardon, mijnheer Pastoor, u is indiscreet
U komt op verboden terrein.
Zeker niet!het terrein is absoluut
publiek! Denkt u dat men hier niet weet, dat
u niet naar de Mis gaat....?
Welnu, neen, ik ga er niet heen!.... en
dan?
En dan....? Maar het is ergernis geven en
dat is 't grootste kwaad, dat bestaat: de er
gernis, welke van de „goede menschen" komt
en gegeven wordt aan de kleinen en nederigen.
Dat die dronken Pernot of die hatelijke wet
houder nooit een voet in de kerk zetten, dat
begrijpt iedereen.... Maar ul.de ernstige,
gerespecteerde man!.... Hoe zwaar is uw
schuld! Voelt u niet, dat u het voorbeeld moet
geven? Dal uw drie kinderen naar u opzien?
Voelt u niet, dat u het geduldige werk van
deze echtgenoote en gene moeder te niet
doet.Dat een man. een groote zoon 't
een gemakkelijk voorwendsel vinden:
Trouwens, mr. Schnorr, die uitstekende
mr. Schnorr gaat ook niet naar de kerk!
Men noemt u „de goede man"! Denk eens na,
heel eerlijk voor u zelf.... gij zult verbaasd
staan over die laffe verontschuldiging waartoe
gij bij velen in dit geval aanleiding hebt ge
geven.
Mr. Schnorr slaat de handen in elkaar.
Klaarblijkelijk beleedig ik hem.
Maar ga voort: men moet het ijzer sme
den, terwijl het heet is.
Weet u, waarom u niet naar de kerk
gaat? Zal ik het u zeggen?!
Ik heb geen tijd.
Gekheid.
Ik geloof niet meer!
Wilt u sterven zonder laatste Heilige Sa
cramenten? Neen.... u gaat er niet heen, heel
eenvoudig omdat u niet durft!
Niet durven!.... Ik zou bang zijn.... Ik,
KALENDER DER WEEK
ZONDAG 13 April. Palmzondag. Iu dc
palmw-ijding en processie, welke evenals
het uitdeden der palmen bchooreu plaats
te hebben vóór dc Hoogmis, viert do H.
Kerk Jezus' triomf. Voor een oogenblik
vergeet zij hare boetestemming om Chris
tus als haren Koning te huldigen door het
herdenken en voor-oogen-stellen van Zijn
glorievollen intocht binnen Jeruzalem.
Voor ons is de processie oen opwekking om
aan Jezus' strijd en lijdon deel te nemen,
om eenmaal ook deel te hebben aan Zijn
zegepraal.
Mis: Domine. Slechts één gebed. In
stille H.H. Missen hot laatete Evangelie
van de palmwijding. Credo. Prefatie v. h.
H. Kruis. Kleur: Paars.
De H. Mis vormt een schrille tegenstel
ling met den Hosanna-jubel uit de palm
wijding. De Introitus stelt ons voor oogen
den verlaten Heiland, in diepe vernede
ring en gehoorzaamheid tot aan het kruis,
Zijn Vader om hulp smeekend. Gehoor
zaamheid, nederigheid en geduld moeten
ook onze gevoelens zijn (Epistel), waarom
wij vragen in het gebed. Het is de wil des
Vaders, dat de Zoon zoo machteloos is te
genover Zijne vijanden. Daarom berust
de Heiland daarin. Het loon, de opname
in de glorie des hemels, zal niet achter
blijven. Een aanmoediging voor ons, als
wij zien hoe God dikwijls dc braven kas
tijdt- en de zondaars (althans uiterlijk) te--
vredenheid schenkt. (Graduale). Ons ge
loof is nu weder versterkt en stelt ons in
staat eerbiedig te luisteren naar Chris
tus' lijdensklachten (Tractus) en Hem le
zien lijden. (Lijdensverhaal). In het Offer
torium klaagt do van alle troost versto
ken Verlosser, hoe zij Hem spijzigen mot
gal en Zijn dorst leschten met azijn. Maar
hoe bitter de lijdenskelk ook is, als de
Vader wil, dat Hij dien drinke, Zijn H.
Wil geschiede (Communio). Geven wij ook
ons geheel over aan den H. Wil Gods, dan
zullen door Christus' kruisoffer onze fou
ten gedelgd en onze verlangens naar ge
rechtigheid vervuld worden. (Postcommu-
nio).
MAANDAG 14 April. Mis v. d. dag: Ju-
dica. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Li-
duina van Schiedam; 3e v. d. H. Justinus;
4e v. d. H.H. Tiburtius en Gezellen. Geen
Credo. Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur:
Paars.
DINSDAG 15 April. Mis v. d. dag: Nos
autem. Geen Gloria. 2c gebed voor Kerk
of Paus. Geen Credo. Prefatie als gisteren.
Kleur: Paars.
WOENSDAG 16 April. Mis v. d. dag: In
Nomine Jesu. Verder als gisteren.
DONDERDAG 17 April. Witte Donder
dag. Gedenkdag van de instelling van het
Allerheiligst Sacrament des Altaars. Mis
v. d. dag: Nos autem. Gloria. Slechts één
gebed. Credo. Prefatie v. h. H. Kruis. Men
lette op de veranderingen in den Canon
(lijst van vaste gebeden) der II. Mis, zoo
als die staan aangegeven op Witten Don-
derdag.
Dc Liturgie van vandaag spreekt van
vreugde en droefheid. Het kruisbeeld op
het altaar is met een witten doek bedektj
het orgel wordt gespeeld tot en met de
Gloria, onder het zingen waarvan dc al
taarschel en dc kerkklokken luiden. Dc
zegt mr. Schnorr diep geraakt.
Ja, niettegenstaande uw mooie positie en
uw groot inkomen.... u is bang! En uw bang
heid is schuldiger dan alle andere bangheden,
want u loopt geen gevaar er iets bij te ver
liezen en u hebt niemand noodig. En dan wilt
gij 's Zondagsmorgens door ijdelhcid gedreven
't laten voorkomen, tegenover menschen, die
gij zelfs niet acht, alsof gij verheven zijt boven
de godsdienst-kwezels; gij voelt behoefte den
liberaal, den vrij-geest uit te hangen, den bij
zonderen man, vol goedheid voor allen en al
les, zelfs voor den godsdienst, als die erbij
hoort, bijvoorbeeld als men zijn dochter uit
huwelijkt of zijn moeder begraaft!....
Mr. Schnorr, die nooit een dienst weigert
aan den armste der armen, weigert twee en
vijftig keer per jaar aan zijn dorp de zaak, die
het meest nuttig is.... ik wil zeggen: het
voorbeeld.... de publieke daad.... die ver
bindt, die bevestigt, die daad door de Kerk
priester is bekleed met. witte vrcugdkleo-
deren, want vandaag herdenken wij de
instelling van het Allerh. Sacrament dos
altaars, dr eerste H. Communie der Apos
telen en hunne priesterwijding. Maar bet-
afscheid de- Hoeren en Judas' droevig
verraad maken dezen dag tot een drocvi-
gen dag. En daarom word de altaarschel
vervangen door den ratel, het orgel zwjjgt
evenals do kerkklokken tot aan dc Gloria
van dc Paaschmis op Paaschzatcrdagmor-
gen. (Nu Christus' lijden gaat verstommen
allo vreugdeklanken). Na de plechtigheden
wordt het altaar ontdaan van de altaar
dwalen en sieraden. Alleen het kruisbeeld
met de paarse rouwdock blijft met zes
kandelaars staan voor het geopende ver
laten tabernakel. De ontblooting van het
altaar wijst er ons op, dat het. onbloedig
Offer tijdelijk is opgeheven en het ont
kleede altaar is een sprekend beeld vau
den verlaten Christus aan het kruis.
VRIJDAG 16 April. Goede Vrijdag.
Sterfdag van onzen Heer Jezus Christus.
Vandaag wordt geen H. Mis opgedragen.
Al enze aandacht dient gevestigd op het
bloedig kruisoffer. Onder de plechtighe
den kleur: Zwart.
In do zinrijke en hoogst indrukwekkend»1
plechtigheden van den goeden Vrijdag be
doelt do II. Kerk ons voor oogen te stellen
Jezus aan het kruis, opdat wij tot lood wc
zen gestemd, ons hart zóó bereiden, dat wij
de vrucht der Verlossing deelachtig wor
den. Doordringen wij ons diép van onze
schuld, van Gods rechtvaardigheid on bid
den wij om vergiffenis .als vrucht van Chriv
tus' Lijden.
ZATERDAG li» April. Paaschzaterdag.
Bi| do plechtigheden kleur: Paars. Bij dc
wijding dor Paaschkaars en H. Mis: Wit.
De plechtigheden en de H. Mis spreken
ons van het geheim der Verrijzenis van
Christus, ons Hoof»! on vau de geestelijke
verrijzenis van Christus' Lichaam (wijding
v. h. nieuwe vuur en Paaschkaars) en le
dematen (wijding van doopvont en doop
water). In de twaalf profetiën wordt ons
het tijdperk voor oogen gesteld waarin
de Aartsvaders verlangend uitzagen naar
het nieuwe Rijk, dat Christus, de Messias,
stichten zou cu het mensohdom nog niet
deelachtig was aan dc genade der Verlos
sing. Aldus bereidt dc Kerk ons voor op
de hernieuwing van leven, welke zij viert
in dc heerlijke Paaschmis( pistol).
Deze II. Mis werd vroeger opgedragen
in den nacht van Zaterdag op Zondag (zie
gebed en Prefatie van Pasohen: invullen:
vooral in dezen nacht).
Alleluja! Lof aan God voor Zijne goed
lieid, uitstralend in de weldaad onzer ver
lossing. (Tractus).
N.B. In de 11. Mis weer dc Psalm „Ju
dioa" bij de voetgeboden. Geen Introitus.
Onder de Gloria luiden altaarschel en kei
klokken. Geen Offertoriumzang. Achter dc
„Lavabo" weer het „Gloria Patri". Men
lette op dc verandoringen in den Canon
»ler H. Mis aangegeven op Puaschzaterdag.
Geen Agnus Dei. Geen Postcommunio. Na
do nuttiging onmiddellijk de Vespers.
IN DE KERKEN DER EE. P.P. FRAN-
CISCANEN: Alles al» iu bovenstaande ka
laider, behalve:
WOENSDAG. 2c gebed. v. d. Gedachte
nis v. d. H. Franciseus; 3c v. <1 II. Beno-
dietus Jozef.
ALB. M. KOK,
Aui3tordam. Pr.
gevraagd. Door den Meester wordt zulk gedrag
gelaakt:
Ik zal Mij tegenover Mijn Vader schamen
voor hem, die zich voor Mij schaamde tegen
over de menschen.
Vergeef mij, dat ik de illusie stoor! Arme
mr. Schnorr, ik doe u verdriet.... Maar juist
omdat ik van u houd is het noodig u even
to laten nadenken.
Ziedaar, wat ik aan dien goeden mijnheer
Schnorr zou zeggen, want het is ongelukkig,
zooveel kwaad te doen, als men goed is!
En ik weet zeker, dat meer dan een die deze
regels leest, zeggen zal:
Schnorr? Zeker!dien ken ik!
Er moet er zelfs in vele dorpen zoo een zijn
Welnu. Is dit artikeltje geschikt? Zie dan
dc kans te krijgen deze regels als „bij toeval"
hem onder dc oogen te brengen.
Ja, soms wel 'ns niet „bij toeval"!
„Geld." PIERRE L'ERMITE.
TE CANNES in Zuid-Frankrijk zijn wederom de wereldberoemde Mistral-feesten gehouden.
Een der volksdansen, uitgevoerd door bewoners van de Provenr»