DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND SPORT De Leidsche R.K. Sportbeweging FONGÜRS Missie-Sportdag te Amsterdam Zielenadel ZATERDAG 12 APRIL 1930 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 Twee vorstinnen. Vorige week Zaterdag deelden wij mede, dat de konin gin van Zweden, Victoria, (c llomc was (verleden na een langdurige ziekte. Te vens bereikte ons het bericht uk Addis Abeba, de hoofdstad van Abessinië in het hartje van Afrika, dat keizerin Zaoditoo (dc Abessinischc naam voor Judith) aldaar liet tijdelijke rncl het eeuwige had verwis seld. Beide vorstinnen waren, om zoo te zeg gen, den laatsten tijd op non-activiteit ge steld. Zweden's koningin was meestentijds in liet buitenland, vooral in Duitschland, haar geboorteland, en in Italië, waar zij herstelling zocht, doch den dood vond. Ko- uigin Victoria heeft nooit in Zweden en zijn klimaat kunnen aarden en haar invloed op de Zweed&che politek is dan ook nim mer groot geweest. Nu zij gestorven is, is zij met passende plechtigheid naar haar land teruggebracht en heden wordt haar stoffelijk overschot bijgezet in het Zwcedsche Pantheon Rid- derholmskyrkan, in tegenwoordigheid van verschillende vorstelijke personen. De keizerin van Abessinië is op haar tocht naar het graf vergezeld van duizen den runderen, die met haar het leven heb ben moeten laten. Haar verscheiden heeft onder geheimzinniger omstandigheden plaats gehad dan dat van haar Zweedsche collega. Als eerste doodsoorzaak werd ge seind, dat de keizerin overleden was.aan hartverlamming. Daarna heette het, dat zij aan de gevolgen van een longontste king was overledentoen weer zou para- typhus de oorzaak geweest zijn en latei- was het weer suikerziekte. De waarheid zal wel zijn, dat de keizerin overleden is aan de gevolgen van een mislukten op stand en het slachtoffer is geworden van den toorn van Ras Tafari, den tegenwoor- digen keizer, en neef der voormalige kei zerin. Keizerin Zaoditoe is n.l. getrouwd geweest met Ras Gugsa, die juist dezer dagen als aanvoerder van een grooten op stand overwonnen werd, gevangen geno men werd en in stukken gehouwen. Daar de opstand gericht was tegen den regent Ras Tafari en de vroegere keizerin niet bepaald één lijn trok met den regent, ligt Je veronderstelling voor de hand, dat Ras Tafari meer van Zaoditoe's dood afweet, dan hij wel zeggen wil. Vlootconf orentie. Begin vol gende week zullen wij weer een eervolle begrafenis beleven, nj van de vlootconfe- rentie te Londen. Men is thans drie maan den bijeen geweest en het heeft geen nut om nog langer te probeeren het met elkaar eens te worden. Het eenige resultaat is, dat een over eenkomst is bereikt tusschen de drie mo gendheden Amerika, Engeland en Japan, waarvan men hoopt, dat zij ter gelegoner- lijd nog eens zal worden uitgebreid tot een vijf-mogendheden-overeenkomst wanneer Frankrijk het met Italië zal zijn eens ge worden. Zooals men weet, wil Italië een even groote vloot hebben als Frankrijk, en Frankrijk wil in dit opzicht mot evenveel halsstarrigheid de baas blijven, tenzij het bijzonder waarborgen krijgt., maar daar willen de anderen niet aan. Men heeft alles geprobeerd om die twee tot elkaar te brengen, maar vruchteloos. Volgens de mcdedcelingen zou er echter leans zijn, dat zij het onderling eens wor den, omdat er aan weerszijden een stroo ming schijnt te bestaan om te geraken tot een betere verstandhouding tusschen beide landen. Zoodoende worden de on derhandelingen niet afgebroken, maar voortgezet. Evenwel is daarbij niet noodig dat allen voor dit doel te Londen bijeen blijven, daar de Fransche en Italiaansche gedelegeerden dat alleen wel af kunnen. Alzoo wordt de vlootconferentic Maandag »f Dinsdag in een plenaire zitting plechtig uitgeluid. Een onverkwikkelijk schouwspel is al weer ten einde. Het gordijn valt, maar er zullen weinig enthousiaste toe schouwers zijn, die voor zulk een mager resultaat zullen applaudisseeren. Bier. De nieuwe Duitsche regee ring van den Centrum-man dr. Bruning is de vorige week heelhuids over dc eerste hindernis lieeiïgekomeii en dc rijksdag hoeft de motie van wantrouwen met ge mak ingeslikt. Maar dezer dagen dreigde een tweede hindernis, welke cle rijksdag niet zoo gemakkelijk slikken wilde en dat is het bierOf liever de veronderstel ling, dat een Duitscher geen bier zou kun nen slikken is al te bespottelijk het is de belasting op het bier. Deze belasting vormt een onderdeel van het geheelc. financieele hervormingsplan. Want de finaciën van Duitschland moeten min of meer ongezond geworden zijn en het F zaak deze v.eer in orde te krijgen, want liet gelukken van een groote inter nationale leening voor de herstelbetalin gen hangt cr van af en daarvan hangt op haai- beurt weer dc ontruiming van het laatste gedeelte van de Rijnland-zone af. Oai. heeft de minister van financiën voorgesteld de bier-accijns te verhoogen met 75 pet. Dc biof-minnende Beieren heb ben zich daartegen ten sterkste verzet en willen zelfs niet weten van een verhooging met 50 pet., dat als compromis was voor gesteld. Het heeft hun weinig gebaat* want de rijkskanselier heeft duidelijk tc verstaan gegeven, dat de regeering 'zich niet door de partijen zóu laten ringelooren. Als de partijen doorgaan, zoo dreigde hij, met de regeering een snelle verbete ring van den financieclcn toestand onmo gelijk tc maken, zal art. 48 van do Duit sche grondwet dat den rijkspresident voor buitengewone omstandigheden buitengewo ne bevoegdheden verleent, toegepast wor den om de dringendste financieele maat regelen in te.voeren, de Rijksdag ontbon den worden en dan moet men afwachten, hoe de kiezers oordeelen over de parle mentariërs die een behoorlijken wet geven- den arbeid in voor het rijk critieke om standigheden verhinderen. De Beieren hebben ten slotte de bier- belasting geaccepteerd, welke thans met iets minder dan 50 pet. verhoogd zal wor den. Zout. Terwijl zich hier in het Wes ten in de politiek tafereelen afspelen, waarvan een Oosterling misschien geen be glip heeft, gewagen de berichten uit Britsch-Indië van gebeurtenissen, in höt Oosten, waarvan een Westerling nauwe lijks draagwijdte begrijpen kan. Dc Hindoe's begeven zich daar onder leiding van Gandhi in optocht plechtstatig naar dc zee, scheppen een paar pannetjes vol zout-houdend water, koken het en hou den een hoeveelheid oneetbaar zout over, waarmee zij met zekere statigheid het Britsche zout-monopolie hebben geschon den. Daarna komt de politie cn neemt heel hoffelijk heb zout weer in beslag. Hier en daar hebben arrestaties plaats, maar slechts zelden komt het tot ongeregeldhe den. Waar het tót botsingen komt, is het steeds met spoorwegstakers. Gandhi zelf schijnt alle mogelijke moeite te doen om gearresteerd te worden, doch de Britsch-Indische regeering laat hem stil z'n gang gaan. Waarschijnlijk doet zij daar het beste aan. Uiterlijk lijkt de geheele beweging een eigenaardig lijdelijk verzet, welke weinig kwaad kan stichten. Doch wij bezien deze zaken met onze Westersche oogen. De ./Ti mes'' noemt den stand van zaken „onrust barend" en zegt, dat zij daarbij nog een zeer gematigde uitdrukking bezigt. Hoe meer dc beweging zich uitbreidt, des te gevaarlijker kan zij worden. Een troost is, dat lang niet de geheele Indische bevolking aan Gandhi's actie wil meedoen. De Mohammedanen, de Sikhs en de paria's willen niet achter Gandhi aan- lcrópen. Door deze eeuwige verdeeldheid onder de inlanders zijn dc Engelschen hun sieêds betrekkelijk gemakkelijk de baas kunnen blijven. Zal deze zelfde verdeeldheid den En gelschen thans weer in de kaart spelen? Waarschijnlijk wel. Als men mij wol eens vraagt, hoe hef gaat mot wat men noemt „de Roomsc'ue Sport", dan is mijn antwoord op die be langstellende vraag in den laatsten tijd immer: het gaat best. Er is ontzaglijk hard gewerkt cn ei' zijn heel goede "resultaten bereikt. Men moet dit echter goed verstaan. Een der grootste moeilijkheden, waar mee deze beweging tc kampen had enkele jaren geleden, was de geldnood. Voorzoover het op dit oogenblik staat is daar in dien zin oen einde aan geko men, dat de vereenigingen zichzelf nu kun nen bedruipen met wat nauwkeurig be leid. Een andere moeilijkheid was: het gebrek aan leden. Ook hierin is verbetering gekomen, en wel vooral wat betreft de beoefening van de gymnastiek, zoowol door meisjes als jongens, oudoron en jongeren. We hebben dus den tred van' den lijd wel bijgehouden. Echter we zijn nog lang niet waar wc we zen moeten. Waarom dan niet? Vooreerst is nog noodig het beschikken over aen zoodanige terreinruimte en acco modate, dat we aan behoorlijke wenschen voor goede training cn goed spel zullen kunnen voldoen. Vervolgens is noodig heb aanschaffen van deugdelijk materiaal voor de beoefening van de gymnastiek, athletick en het voet balspol, en zoo mogelijk nog andere takken van sport. Maar er is nog meer. Hoe dan, zult ge misschien zeggen? Wel, het allervoornaamste. En daurom noem ik het 't laatste. Het aller voornaamste is, dat we alle R. K. sportbeoefenaren willen en moeten brengen in roomsch verband- En dat is nog lang niet zoo, vooral niet wat betreft de voetballers. Er is al wel sinds jaar en dag en ook niet geheel vergeefs aan de jeugd voor gehouden, dat ze, ook wat aangaat de sport beoefening, zich principieel moet organi- seeren. Helaas echter is dit w.oord toch voor zeer vele voetballers althans een ijdele klank gebleven. Het scheen, dab het materieele: de liefde voor een bepaalde club, ging boven het ideëele: de R. K. organisatie. Uit den treuro is bewezen, dat de R. K. organisatie op sportgebied noodzakelijk is, zoodat we daar niet op terug behocvon te komen. Maar wanneer we overwegen de rede nen, die worden opgegeven, om zioh niet aan tc sluiten bij de 1?. K. sportorganisatie, dan zijn het allemaal materieele redenen, die veelal nog maar gefingeerd zijn: o.a. betere situatie van leden, beter terrein, meer publiek bij de wedstrijden, enz. U ziet materieele zaken. De geest dus om eens wat offertjes (ver kleinwoord) te brengen om wille van het beginsel is dus bij die jongelui niet erg groot. Hoe moeten we dit verbeteren? Verbetering van den geest, de opvattin gen der jeugd, moet worden aangebracht door de opvoeders van do jeugd, n.l. ouders, onderwijzers en priesters. Me dunkt dat spreekt van zelf; on het lijkt mij een verkeerd standpunt, te zeggen, dat do sportorganisatie dien geest moet lew eek en, aangezien de sport de jeugd pas krijgt, als ze reeds met een bepaalden geest doordrongen zijn. De sportorganisatie zal den goeden geest moeten trachten te bewaren. Een sportlievend vader moet dus niet met zijn jongens altijd maar weer spreken over den stand der competitie van hen, die niet de onzen zijn; want waar vader over spreekt, dat doen dc jongens. De goede geest van de noodzakelijkheid der R. K. sportorganisatie wordt op die wijze bij de jongens niet aangekweekt-. Bestand tege zwaar geb (Reel.) Onderwijzers, die hart hebben voor de jongens, die graag voetballen, kunnen cn moeten m.i. ook heel wat- doen voor het aankweoken van den goeden geest door hunne gesprokken met do jongens, die zich toch per slot gaan interesseoren voor dat gene, wat den onderwijzer belang inboe zemt. Men moet in het oog der jongens do roomschc sportbeweging zoo hoog mogelijk houden. Over het werk der priesters past het mij niet hier openlijk iets te zeggen. Zij weten even goed als ik, welke voorname rodenen ons dwingen de jeugd, -ook in de sport, roomsch to organiseeren. Vooral nu in alle parochies congregaties zijn opgericht, is daarin een machtig mid del gelegen den goeden roomschen geest te versterken. Want wanneer wc nu eens even in bijzon derheden afdalen, dan moet ik toch consta- teeren, dat het gewoonweg belachelijk is, te veronderstellen, dat er maar een vijf-en- twintig roomschc jongens, beneden de 17 jaar, zouden zijn, die aan voetballen doen. En waar is dan de rest? Bij tientallen, misschien wel bij honderdtallen op een of andere wijze verbonden aan een neutraio verceniging. Heusch waar, hoor. Wij hopen daarom, dat, als er propagan da gemaakt wordt voor het voetballon in roomsch verband, men dan niet do oogen zal sluiten voor de noodzakelijkheid van dit onderdeel der R. K. Jeugd verzorging. Wij bevelen ook aan allo R. K. Jeugd organisaties en Congregaties der jongens deze zaak nog eens hartelijk aan. Men versta mij echter hier goed. Ik wil niet veronderstellen, dat allen, die thans nog niet lid zijn eener R. K. Voetbalclub, daarmee het bewijs hebben geleverd, dat zo den goeden kant niet zou den uit w i 11 e n. Ik veronderstel zelfs, dat meerderen dat wèl willen. En mij zijn de omstandigheden bekend, waardoor heb niet geloopon is, zooals men zou willen. Men moet daarvoor een tiental jaren terug. Maar daar hebben we nu niet aan. We moe ten nu niet achteruitzien, maar vooruit. Zij, die nog steeds niet katholiek geor ganiseerd zijn in de vootbalwereld, mogen toch eens in overweging nemen, wat zc daarmee feitelijk misdoen, èn voor henzelf, èn voor anderen door hun voorbeeld. Er is op het oogenblik slechts één R. K. Voetbalclub in Leiden, n.l. dc bijna tien jarige R. K. S. V. Leiden. Wil men een tweede of derde club daarnaast oprichten, we zullen er geen bezwaren tegen maken, als men maar denkt aan de moeilijkheid van terrein en van financiën. Maar wat andereu gekund hebben, kan door weer an deren ook gebeuren. Dat het oprichten van meerdere vereeni gingen niet nadoelig behoeft tc zijn voor de bestaande vereenigiug, heeft dc onder vinding van het allerlaatste jaar bewezen, als de zaken maar goed worden aange pakt* en eendrachtig wordt samengoworkt onder leiding van de R. K. Leidsche Com missie voor Lichamelijke Opvoeding, van welke reeds zooveel goeds is uitgegaan voor onze roomsche sportlievende jeugd. Mogen deze woorden bij allen, wien heb aangaat ten gevolge hebben, dat ze eens beginnen mee te werken aan don moeiza- men arbeid op dit onderdeel der Jeugdver- zorging. We moet-on tocli voor oogen blijven hou den, dat door de sportbeoefening in a-ka tholieken kring, de jeugd niet op haar krachtigst voor Christus bewaard wordt; maar integendeel heel gemakeklijk ver liest, wat er dan nog thuis of op school is ingebracht. Hier meewerken, op welke wijze dan ook, is aller plicht. Rector GROOT, Sportadviseur. GROOTE PR OP AG AN DA-ACTIE. Zooals bekend, zal op 11 Mei a.s. op het R. K. Sportpark aan den overkant van het IJ te Amsterdam de Missie-voetbalwed strijd worden gespeeld tusschen de ver tegenwoordigende elftallen van don Dioe. Haarl. Voetbalbond en den R. K. Lim- burgschon Voetbalbond. De organisatie van dezen wedstrijd is opgedragen aan den R. K. Amsterdam schen Voetbalbond, het gouden district uit het Noorden, dat. een groote propaganda- actic op touw heeft gezet om den llden Mei zoowel voor Missie als voor voetbal een groot succes tc doen worden. Het ba tig saldo van den wedstrijd wordt afgod ra gon aan don Priester Missiebond. Het Comité voor dozen Sportdag heeft de medewerking ingeroepen van allo ka tholieke vootbalvereonigingcn in de hoofd stad, die den kaartverkoop reeds (er hand hebben genomen. Ook de medewerking van de voreeni- gingen in het Haarlemsch Diocees zal worden ingeroepen. Aan dc hoofden van de katholieke scho len in dc hoofdstad zal verzocht worden een circulaire uit to reiken aan de kinde ren om zoodoende in vele katholieke ge zinnen propaganda tc maken voor dc ka tholieke Missie en de sport. Voorts zullon in Amsterdam vijftigdui zend strooibiljetten worden verspreid on zullen dc junioren van hel Amsterdam- schc district een tweetal groote proi>agan- da-fictstochten houden. Ook andere recla me wordt nog overwogen. Het mag ten slotte een voldoeuig zijn voor de organisators, dat Mgr. P. M. .T. Müllmann, Vicaris-Generaal van hot Bis dom Haarlem, het Beschermheerschap van dezen dag heeft willen aanvaardon. Heb is zelfs niet onmogelijk, dat Mgr. Möllmanu don wedstrijd met. zijn lioogc tegenwoor digheid zal voreoren. Onder de leuze „Amsterdam Vooraan" willen de Amsterdammers met alle kracht, en energie werken, om den llden Mei met gouden letters te kunnen boekstaven in de gesohicdonis van dc Missie-werstrij den. Teneinde den kaartverkoop te bevorde ren is door hot comité een prijsvraag uit geschreven. Degene, die den juislon uit slag raadt, ontvangt een prijs van vijf-en- twintig gulden, bosohikbaar gestold door de „Amstelbodo". VOETBAL R. K. FEDERATIE. Het programma der promoLic-competitie voor de eerste klasse E wordt thans snel afgewerkt. Werd de eerste wedstrijd door 1). O. N. K. met 3—0 gewonnen van S. J. C.t ook in do tweede wedstrijd worden de Gouwenaars winnaar, want Lenig en Snel do degradatic-candidaab moest mot 42 het onderspit delven. Waar do strijd tus schen deze drie clubs gaat om tweo plaat sen in de eerst klasse, is D. O. N. K. met haar vier verkregen punten reeds zoo goed als zeker van de promotie. Thans is dc beurt aan dc beide verlie zers om tc toonen wat zij prestoeren. S. J. C. ontvangt daarvoor morgen het llaagsche Lenig en Snel op hot Sportpark tc Noord- wijk. 't Valt moeilijk eenige voorspelling hieromtrent te doen, doch willen do Noordwijkcrs het volgende seizoen in de eerste klasse spelen, dan zullen zij morgen moeten winnen. Gemakkelijk zal dit waay- FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het- Duitsch door P. G. HOCKS. (Nadruk verboden). 17) XL Moeder heeft de laatste dagen allorlei geheimpjes", zei Marie Krugcr tegen haar •ader. „Vanmorgen bracht de postbode weer een dikken brief en toen zc dien zat ;o lezen, glunderde van pleizier." r,Zoo", zei haar vader lachende, „heeft moeder geheimpjes? Dat gebeurt ook niet alle dagen." „Ja maar, u schijnt er van Ie weten. Ik zio t aan uw heele gezicht. En nu loopt moeder den heeln tijd te denken. Ik zou wel eens willen weten, wat daar achter zit. Ze moet dien brief nog beantwoorden ook zei ze. „Vanmiddag nog." „Dan lijkt het me het best, dat wij van middag een uitstapje gaan maken naar je getrouwde zus. Dan hinderen we moeder uiet en kan ze op haar gemak den brief gereed maken. Ga eens vragen, of Kascha niet ons mee wil gaan." Kascha liet zich geen. tweemaal uitnoo- digen en dus gingen ze na den eten er met hun drieën op uit. Van dien dag af was mevrouw Kruger een en al opgewektheid. Dikwijls keek ze met een lachend gezicht naar Kascha en als deze dan altemet eens vroeg, waarom ze haar zoo" vroolijk toeglunderde, dan ant woordde mevrouw Kruger telkens: „Dat is mijn geheim, Kascha. Ik wil er ook wel eens prettige geheimpjes op na houden." Een dag of wat later kon Kascha Jt niet langer uithouden cn vroeg: „Tante wat hob je toch, dat je me zoo vroolijk aankijkt?" „Iets heel prettigs Kaschu. Er komt bezoek voor je." „De baron toch niet, hoop ik?" Ze kreeg een kleur. „Hoe kom je er bij, kindMaak je maar niet ongerust. Je bent zoo zenuwachtig, als je groot bent. Neem een voorbeeld aan mij. Ik ben de kalmte in persoon." Maar 's anderendaags was er van die kabntc bij mevrouw Kruger niets meer te ontdekken. Wel twintigmaal ws ze dien morgen al naar buiten geloopen om den weg langs te kijken, en als ze dan weer in huis kwam, had ze rust noch duur. zoodat Kascha, die op haar kamer zat te lezen, dit wel moest opvallen. „Wat zou er op til wezen vroeg ze zich af. „Zeker iets ongewoons."' Bijna op 't zelfde oogenblik liicld er een rijtuig voor 'c huis stil. Nieuwsgierig luis terde Kascha en nu hoorde ze aan den voet van de trap luid spreken. Eéne stem was er, die ze zich nog herinnerde van vroc ger. Toen zc die herkende, begon haar hart to bonzen van louter zenuwen. Er kwam iemand de trap op. Er werd aan haar deur geklopt. De deur ging open en vóór haar verscheen barones von Bar- neck. Ze gaf .Kascha eenige oogenblikken tijd om over haar ontsteltenis te bekomen, dan gaf ze haar de hand en zei zonder eenige inleiding: „Beste kind, ik ben hier gekomen met het doel om uw hand tc vra gen voor mijn zoon en ik hoop van u gun stiger antwoord te ontvangen dan hij eeni ge jaren geleden." Kascha kon niet antwoorden en wees dc barones een stoel. En nu vertelde deze, dat Bobert haar nog altijd lief had en dat mevrouw Kruger, aan wie haar dochter Agnes had geschreven, had gemeld, dat zij, Kascha, ook nog altijd aan hem dacht. Robert was nu op reis en nu had zij een mooie gelegenheid om buiten hem om, al les goed tc maken. Zij had haar vroeger verkeerd beoordeeld en zou haar zeer gaar ne als schoondochter ontvangen, als ze in 't huwelijk wilde toestemmen. Het onderhoud duurde niet lang en toen de barones met Kascha in de huiskamer kwam, waar ook Agncs zich bevond, zei ze:- „U moot niet boos op me worden, mevrouw als ik it zeg, dat Kascha niet zoo lang bij u blijft, als oorspronkelijk haar plan was. Over veertien dagen komt ze bij ons op het slot Barneck logeeren." Het was niet zonder schroom, dat Ka scha zich' naar Barneck begaf, doch ze werd door de barones en haar dochter zoo oprecht hartelijk ontvangen, dat ze dade lijk allen schroom liet varen. Het zou nog een week duren, voordat de baron van zijn reizen thuis kwam cn in dien tijd leerde de oude barones Kascha niet alleen kennen, maar ook achten om haar goede eigenschappen. En dat deed haar genoegen, want het had haar dochter Agues heel wat moeite gekost haar zoover le brengen, dat ze haar vooroordeelen te gen het vroegere melkmeisje liet varen cn nu, van achteren beschouwd, was ze cr den Hemel dankbaar voor, dat ze zich zoover had kunnen overwinnen. Met haar drieën hadden ze een aardig plannetje beraamd om don baron, die van Kascha-'s aanwezigheid op 't slot niets be kend was, eens tc verrassen. Op den bestemden dag kwam hij in den namiddag thuis en na zich opgeknapt te hebben begaf hij zich naar zijn moeder en zusl-er, die op haar gewone plaats in het park zaten on vertelde haar van zijn reis ontmoetingen. De avond begon tc vallen cn 'l werd koel. „Ik geloof", zei hij, „dat het voor •jullie tijd wordt om naar binnen te gaan. Je mocht anders eens kou vatten. Ik kom aanstonds ook. Ik zou eerst nog wel eons naar dc koeien willen gaan kijken." Hierop hadden zc gerekend en Agncs zei: „Dat treft. We gaan iederen avond naar den stal. Ik moet eiken avond een glas versche melk gebruiken. We kunnen dus mooi met ons drieën gaan." Toen ze den stal binnengingen, was 't er al een beetje donker, zoodat zo niet alles precies onderscheiden kon cn pas hadden ze er een paar stappen in afgelegd, toen een van de melkmeisjes op zachten toon een lied begon te zingen. „Wat is dat?" vroeg dc baron door dat gezang herinnerd aan Kascha, „is er weer oen zangeres onder dc melkmeisjes?" „Daar weet ik niets van", antwoordde de barones. „Ik hoor ze vandaag ook pas voor 't eerst." Meteen kwam dc koeherder voor den dag en bood den dames elk een gla^ ver- sche melk aan. Zo dronken hun glazen leeg en keken elkaar nu en dan eens glim lachend aan. Daar begon liet gezang opnieuw. „Dat is Kasclia's lied, Kascha's Poolbthe lied Daar is geen twijfel aan Hij keek naar moedor on zuster en merkte nu, hoe verheugd ze cr allebei uit zagen. Een heerlijk voorgevoel steeg in hem op. „Zou Kascha zelf hier zijnZou moe derV' Hij dacht niet verder, inaar liep achter dc koeien om naar de plek, waar hij het. gezang gehoord had. „Wie zong hier?" vroeg hij. „Ik", antwoordde een bevende stem. En tusschen twee koeien vandaan kwani oen meisje gekleed als melkster en trad op hem toe. Een oogenblik stond do baron stijf, als kon hij zijn oogen niet gelooven. Dan spreidde hij zijn armen naar haar uit en fluisterde: „Kascha, mijn lieve Kascha!" EINDE. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 13