DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
SPORT
De Leidsche R.K.
Sportbeweging
FONGÜRS
Missie-Sportdag te
Amsterdam
Zielenadel
ZATERDAG 12 APRIL 1930
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
Twee vorstinnen. Vorige week
Zaterdag deelden wij mede, dat de konin
gin van Zweden, Victoria, (c llomc was
(verleden na een langdurige ziekte. Te
vens bereikte ons het bericht uk Addis
Abeba, de hoofdstad van Abessinië in het
hartje van Afrika, dat keizerin Zaoditoo
(dc Abessinischc naam voor Judith) aldaar
liet tijdelijke rncl het eeuwige had verwis
seld.
Beide vorstinnen waren, om zoo te zeg
gen, den laatsten tijd op non-activiteit ge
steld. Zweden's koningin was meestentijds
in liet buitenland, vooral in Duitschland,
haar geboorteland, en in Italië, waar zij
herstelling zocht, doch den dood vond. Ko-
uigin Victoria heeft nooit in Zweden en
zijn klimaat kunnen aarden en haar invloed
op de Zweed&che politek is dan ook nim
mer groot geweest.
Nu zij gestorven is, is zij met passende
plechtigheid naar haar land teruggebracht
en heden wordt haar stoffelijk overschot
bijgezet in het Zwcedsche Pantheon Rid-
derholmskyrkan, in tegenwoordigheid van
verschillende vorstelijke personen.
De keizerin van Abessinië is op haar
tocht naar het graf vergezeld van duizen
den runderen, die met haar het leven heb
ben moeten laten. Haar verscheiden heeft
onder geheimzinniger omstandigheden
plaats gehad dan dat van haar Zweedsche
collega. Als eerste doodsoorzaak werd ge
seind, dat de keizerin overleden was.aan
hartverlamming. Daarna heette het, dat
zij aan de gevolgen van een longontste
king was overledentoen weer zou para-
typhus de oorzaak geweest zijn en latei-
was het weer suikerziekte. De waarheid
zal wel zijn, dat de keizerin overleden is
aan de gevolgen van een mislukten op
stand en het slachtoffer is geworden van
den toorn van Ras Tafari, den tegenwoor-
digen keizer, en neef der voormalige kei
zerin. Keizerin Zaoditoe is n.l. getrouwd
geweest met Ras Gugsa, die juist dezer
dagen als aanvoerder van een grooten op
stand overwonnen werd, gevangen geno
men werd en in stukken gehouwen. Daar
de opstand gericht was tegen den regent
Ras Tafari en de vroegere keizerin niet
bepaald één lijn trok met den regent, ligt
Je veronderstelling voor de hand, dat Ras
Tafari meer van Zaoditoe's dood afweet,
dan hij wel zeggen wil.
Vlootconf orentie. Begin vol
gende week zullen wij weer een eervolle
begrafenis beleven, nj van de vlootconfe-
rentie te Londen. Men is thans drie maan
den bijeen geweest en het heeft geen nut
om nog langer te probeeren het met elkaar
eens te worden.
Het eenige resultaat is, dat een over
eenkomst is bereikt tusschen de drie mo
gendheden Amerika, Engeland en Japan,
waarvan men hoopt, dat zij ter gelegoner-
lijd nog eens zal worden uitgebreid tot een
vijf-mogendheden-overeenkomst wanneer
Frankrijk het met Italië zal zijn eens ge
worden.
Zooals men weet, wil Italië een even
groote vloot hebben als Frankrijk, en
Frankrijk wil in dit opzicht mot evenveel
halsstarrigheid de baas blijven, tenzij het
bijzonder waarborgen krijgt., maar daar
willen de anderen niet aan.
Men heeft alles geprobeerd om die twee
tot elkaar te brengen, maar vruchteloos.
Volgens de mcdedcelingen zou er echter
leans zijn, dat zij het onderling eens wor
den, omdat er aan weerszijden een stroo
ming schijnt te bestaan om te geraken
tot een betere verstandhouding tusschen
beide landen. Zoodoende worden de on
derhandelingen niet afgebroken, maar
voortgezet. Evenwel is daarbij niet noodig
dat allen voor dit doel te Londen bijeen
blijven, daar de Fransche en Italiaansche
gedelegeerden dat alleen wel af kunnen.
Alzoo wordt de vlootconferentic Maandag
»f Dinsdag in een plenaire zitting plechtig
uitgeluid. Een onverkwikkelijk schouwspel
is al weer ten einde. Het gordijn valt,
maar er zullen weinig enthousiaste toe
schouwers zijn, die voor zulk een mager
resultaat zullen applaudisseeren.
Bier. De nieuwe Duitsche regee
ring van den Centrum-man dr. Bruning is
de vorige week heelhuids over dc eerste
hindernis lieeiïgekomeii en dc rijksdag
hoeft de motie van wantrouwen met ge
mak ingeslikt. Maar dezer dagen dreigde
een tweede hindernis, welke cle rijksdag
niet zoo gemakkelijk slikken wilde en dat
is het bierOf liever de veronderstel
ling, dat een Duitscher geen bier zou kun
nen slikken is al te bespottelijk het is
de belasting op het bier.
Deze belasting vormt een onderdeel van
het geheelc. financieele hervormingsplan.
Want de finaciën van Duitschland moeten
min of meer ongezond geworden zijn en
het F zaak deze v.eer in orde te krijgen,
want liet gelukken van een groote inter
nationale leening voor de herstelbetalin
gen hangt cr van af en daarvan hangt op
haai- beurt weer dc ontruiming van het
laatste gedeelte van de Rijnland-zone af.
Oai. heeft de minister van financiën
voorgesteld de bier-accijns te verhoogen
met 75 pet. Dc biof-minnende Beieren heb
ben zich daartegen ten sterkste verzet en
willen zelfs niet weten van een verhooging
met 50 pet., dat als compromis was voor
gesteld. Het heeft hun weinig gebaat*
want de rijkskanselier heeft duidelijk tc
verstaan gegeven, dat de regeering 'zich
niet door de partijen zóu laten ringelooren.
Als de partijen doorgaan, zoo dreigde
hij, met de regeering een snelle verbete
ring van den financieclcn toestand onmo
gelijk tc maken, zal art. 48 van do Duit
sche grondwet dat den rijkspresident voor
buitengewone omstandigheden buitengewo
ne bevoegdheden verleent, toegepast wor
den om de dringendste financieele maat
regelen in te.voeren, de Rijksdag ontbon
den worden en dan moet men afwachten,
hoe de kiezers oordeelen over de parle
mentariërs die een behoorlijken wet geven-
den arbeid in voor het rijk critieke om
standigheden verhinderen.
De Beieren hebben ten slotte de bier-
belasting geaccepteerd, welke thans met
iets minder dan 50 pet. verhoogd zal wor
den.
Zout. Terwijl zich hier in het Wes
ten in de politiek tafereelen afspelen,
waarvan een Oosterling misschien geen be
glip heeft, gewagen de berichten uit
Britsch-Indië van gebeurtenissen, in höt
Oosten, waarvan een Westerling nauwe
lijks draagwijdte begrijpen kan.
Dc Hindoe's begeven zich daar onder
leiding van Gandhi in optocht plechtstatig
naar dc zee, scheppen een paar pannetjes
vol zout-houdend water, koken het en hou
den een hoeveelheid oneetbaar zout over,
waarmee zij met zekere statigheid het
Britsche zout-monopolie hebben geschon
den. Daarna komt de politie cn neemt heel
hoffelijk heb zout weer in beslag. Hier en
daar hebben arrestaties plaats, maar
slechts zelden komt het tot ongeregeldhe
den. Waar het tót botsingen komt, is het
steeds met spoorwegstakers.
Gandhi zelf schijnt alle mogelijke moeite
te doen om gearresteerd te worden, doch
de Britsch-Indische regeering laat hem
stil z'n gang gaan. Waarschijnlijk doet zij
daar het beste aan.
Uiterlijk lijkt de geheele beweging een
eigenaardig lijdelijk verzet, welke weinig
kwaad kan stichten. Doch wij bezien deze
zaken met onze Westersche oogen. De ./Ti
mes'' noemt den stand van zaken „onrust
barend" en zegt, dat zij daarbij nog een
zeer gematigde uitdrukking bezigt. Hoe
meer dc beweging zich uitbreidt, des te
gevaarlijker kan zij worden.
Een troost is, dat lang niet de geheele
Indische bevolking aan Gandhi's actie wil
meedoen. De Mohammedanen, de Sikhs en
de paria's willen niet achter Gandhi aan-
lcrópen. Door deze eeuwige verdeeldheid
onder de inlanders zijn dc Engelschen hun
sieêds betrekkelijk gemakkelijk de baas
kunnen blijven.
Zal deze zelfde verdeeldheid den En
gelschen thans weer in de kaart spelen?
Waarschijnlijk wel.
Als men mij wol eens vraagt, hoe hef
gaat mot wat men noemt „de Roomsc'ue
Sport", dan is mijn antwoord op die be
langstellende vraag in den laatsten tijd
immer: het gaat best.
Er is ontzaglijk hard gewerkt cn ei' zijn
heel goede "resultaten bereikt.
Men moet dit echter goed verstaan.
Een der grootste moeilijkheden, waar
mee deze beweging tc kampen had enkele
jaren geleden, was de geldnood.
Voorzoover het op dit oogenblik staat
is daar in dien zin oen einde aan geko
men, dat de vereenigingen zichzelf nu kun
nen bedruipen met wat nauwkeurig be
leid.
Een andere moeilijkheid was: het gebrek
aan leden.
Ook hierin is verbetering gekomen, en
wel vooral wat betreft de beoefening van
de gymnastiek, zoowol door meisjes als
jongens, oudoron en jongeren.
We hebben dus den tred van' den lijd
wel bijgehouden.
Echter we zijn nog lang niet waar wc we
zen moeten.
Waarom dan niet?
Vooreerst is nog noodig het beschikken
over aen zoodanige terreinruimte en acco
modate, dat we aan behoorlijke wenschen
voor goede training cn goed spel zullen
kunnen voldoen.
Vervolgens is noodig heb aanschaffen van
deugdelijk materiaal voor de beoefening
van de gymnastiek, athletick en het voet
balspol, en zoo mogelijk nog andere takken
van sport.
Maar er is nog meer.
Hoe dan, zult ge misschien zeggen?
Wel, het allervoornaamste. En daurom
noem ik het 't laatste.
Het aller voornaamste is, dat we alle
R. K. sportbeoefenaren willen en moeten
brengen in roomsch verband-
En dat is nog lang niet zoo, vooral niet
wat betreft de voetballers.
Er is al wel sinds jaar en dag en ook
niet geheel vergeefs aan de jeugd voor
gehouden, dat ze, ook wat aangaat de sport
beoefening, zich principieel moet organi-
seeren.
Helaas echter is dit w.oord toch voor zeer
vele voetballers althans een ijdele klank
gebleven. Het scheen, dab het materieele:
de liefde voor een bepaalde club, ging boven
het ideëele: de R. K. organisatie.
Uit den treuro is bewezen, dat de R. K.
organisatie op sportgebied noodzakelijk is,
zoodat we daar niet op terug behocvon te
komen.
Maar wanneer we overwegen de rede
nen, die worden opgegeven, om zioh niet
aan tc sluiten bij de 1?. K. sportorganisatie,
dan zijn het allemaal materieele redenen,
die veelal nog maar gefingeerd zijn: o.a.
betere situatie van leden, beter terrein,
meer publiek bij de wedstrijden, enz. U
ziet materieele zaken.
De geest dus om eens wat offertjes (ver
kleinwoord) te brengen om wille van het
beginsel is dus bij die jongelui niet erg
groot.
Hoe moeten we dit verbeteren?
Verbetering van den geest, de opvattin
gen der jeugd, moet worden aangebracht
door de opvoeders van do jeugd, n.l. ouders,
onderwijzers en priesters.
Me dunkt dat spreekt van zelf; on het
lijkt mij een verkeerd standpunt, te zeggen,
dat do sportorganisatie dien geest moet
lew eek en, aangezien de sport de jeugd pas
krijgt, als ze reeds met een bepaalden
geest doordrongen zijn. De sportorganisatie
zal den goeden geest moeten trachten te
bewaren.
Een sportlievend vader moet dus niet
met zijn jongens altijd maar weer spreken
over den stand der competitie van hen, die
niet de onzen zijn; want waar vader over
spreekt, dat doen dc jongens. De goede
geest van de noodzakelijkheid der R. K.
sportorganisatie wordt op die wijze bij de
jongens niet aangekweekt-.
Bestand tege
zwaar geb
(Reel.)
Onderwijzers, die hart hebben voor de
jongens, die graag voetballen, kunnen cn
moeten m.i. ook heel wat- doen voor het
aankweoken van den goeden geest door
hunne gesprokken met do jongens, die zich
toch per slot gaan interesseoren voor dat
gene, wat den onderwijzer belang inboe
zemt. Men moet in het oog der jongens do
roomschc sportbeweging zoo hoog mogelijk
houden.
Over het werk der priesters past het
mij niet hier openlijk iets te zeggen. Zij
weten even goed als ik, welke voorname
rodenen ons dwingen de jeugd, -ook in de
sport, roomsch to organiseeren.
Vooral nu in alle parochies congregaties
zijn opgericht, is daarin een machtig mid
del gelegen den goeden roomschen geest
te versterken.
Want wanneer wc nu eens even in bijzon
derheden afdalen, dan moet ik toch consta-
teeren, dat het gewoonweg belachelijk is,
te veronderstellen, dat er maar een vijf-en-
twintig roomschc jongens, beneden de 17
jaar, zouden zijn, die aan voetballen doen.
En waar is dan de rest? Bij tientallen,
misschien wel bij honderdtallen op een of
andere wijze verbonden aan een neutraio
verceniging. Heusch waar, hoor.
Wij hopen daarom, dat, als er propagan
da gemaakt wordt voor het voetballon in
roomsch verband, men dan niet do oogen
zal sluiten voor de noodzakelijkheid van
dit onderdeel der R. K. Jeugd verzorging.
Wij bevelen ook aan allo R. K. Jeugd
organisaties en Congregaties der jongens
deze zaak nog eens hartelijk aan.
Men versta mij echter hier goed.
Ik wil niet veronderstellen, dat allen,
die thans nog niet lid zijn eener R. K.
Voetbalclub, daarmee het bewijs hebben
geleverd, dat zo den goeden kant niet zou
den uit w i 11 e n. Ik veronderstel zelfs, dat
meerderen dat wèl willen. En mij zijn de
omstandigheden bekend, waardoor heb niet
geloopon is, zooals men zou willen. Men
moet daarvoor een tiental jaren terug.
Maar daar hebben we nu niet aan. We moe
ten nu niet achteruitzien, maar vooruit.
Zij, die nog steeds niet katholiek geor
ganiseerd zijn in de vootbalwereld, mogen
toch eens in overweging nemen, wat zc
daarmee feitelijk misdoen, èn voor henzelf,
èn voor anderen door hun voorbeeld.
Er is op het oogenblik slechts één R. K.
Voetbalclub in Leiden, n.l. dc bijna tien
jarige R. K. S. V. Leiden. Wil men een
tweede of derde club daarnaast oprichten,
we zullen er geen bezwaren tegen maken,
als men maar denkt aan de moeilijkheid
van terrein en van financiën. Maar wat
andereu gekund hebben, kan door weer an
deren ook gebeuren.
Dat het oprichten van meerdere vereeni
gingen niet nadoelig behoeft tc zijn voor
de bestaande vereenigiug, heeft dc onder
vinding van het allerlaatste jaar bewezen,
als de zaken maar goed worden aange
pakt* en eendrachtig wordt samengoworkt
onder leiding van de R. K. Leidsche Com
missie voor Lichamelijke Opvoeding, van
welke reeds zooveel goeds is uitgegaan voor
onze roomsche sportlievende jeugd.
Mogen deze woorden bij allen, wien heb
aangaat ten gevolge hebben, dat ze eens
beginnen mee te werken aan don moeiza-
men arbeid op dit onderdeel der Jeugdver-
zorging.
We moet-on tocli voor oogen blijven hou
den, dat door de sportbeoefening in a-ka
tholieken kring, de jeugd niet op haar
krachtigst voor Christus bewaard wordt;
maar integendeel heel gemakeklijk ver
liest, wat er dan nog thuis of op school is
ingebracht.
Hier meewerken, op welke wijze dan ook,
is aller plicht.
Rector GROOT,
Sportadviseur.
GROOTE PR OP AG AN DA-ACTIE.
Zooals bekend, zal op 11 Mei a.s. op het
R. K. Sportpark aan den overkant van het
IJ te Amsterdam de Missie-voetbalwed
strijd worden gespeeld tusschen de ver
tegenwoordigende elftallen van don Dioe.
Haarl. Voetbalbond en den R. K. Lim-
burgschon Voetbalbond.
De organisatie van dezen wedstrijd is
opgedragen aan den R. K. Amsterdam
schen Voetbalbond, het gouden district uit
het Noorden, dat. een groote propaganda-
actic op touw heeft gezet om den llden
Mei zoowel voor Missie als voor voetbal
een groot succes tc doen worden. Het ba
tig saldo van den wedstrijd wordt afgod ra
gon aan don Priester Missiebond.
Het Comité voor dozen Sportdag heeft
de medewerking ingeroepen van allo ka
tholieke vootbalvereonigingcn in de hoofd
stad, die den kaartverkoop reeds (er hand
hebben genomen.
Ook de medewerking van de voreeni-
gingen in het Haarlemsch Diocees zal
worden ingeroepen.
Aan dc hoofden van de katholieke scho
len in dc hoofdstad zal verzocht worden
een circulaire uit to reiken aan de kinde
ren om zoodoende in vele katholieke ge
zinnen propaganda tc maken voor dc ka
tholieke Missie en de sport.
Voorts zullon in Amsterdam vijftigdui
zend strooibiljetten worden verspreid on
zullen dc junioren van hel Amsterdam-
schc district een tweetal groote proi>agan-
da-fictstochten houden. Ook andere recla
me wordt nog overwogen.
Het mag ten slotte een voldoeuig zijn
voor de organisators, dat Mgr. P. M. .T.
Müllmann, Vicaris-Generaal van hot Bis
dom Haarlem, het Beschermheerschap van
dezen dag heeft willen aanvaardon. Heb
is zelfs niet onmogelijk, dat Mgr. Möllmanu
don wedstrijd met. zijn lioogc tegenwoor
digheid zal voreoren.
Onder de leuze „Amsterdam Vooraan"
willen de Amsterdammers met alle kracht,
en energie werken, om den llden Mei
met gouden letters te kunnen boekstaven
in de gesohicdonis van dc Missie-werstrij
den.
Teneinde den kaartverkoop te bevorde
ren is door hot comité een prijsvraag uit
geschreven. Degene, die den juislon uit
slag raadt, ontvangt een prijs van vijf-en-
twintig gulden, bosohikbaar gestold door
de „Amstelbodo".
VOETBAL
R. K. FEDERATIE.
Het programma der promoLic-competitie
voor de eerste klasse E wordt thans snel
afgewerkt. Werd de eerste wedstrijd door
1). O. N. K. met 3—0 gewonnen van S. J.
C.t ook in do tweede wedstrijd worden de
Gouwenaars winnaar, want Lenig en Snel
do degradatic-candidaab moest mot 42
het onderspit delven. Waar do strijd tus
schen deze drie clubs gaat om tweo plaat
sen in de eerst klasse, is D. O. N. K. met
haar vier verkregen punten reeds zoo
goed als zeker van de promotie.
Thans is dc beurt aan dc beide verlie
zers om tc toonen wat zij prestoeren. S. J.
C. ontvangt daarvoor morgen het llaagsche
Lenig en Snel op hot Sportpark tc Noord-
wijk. 't Valt moeilijk eenige voorspelling
hieromtrent te doen, doch willen do
Noordwijkcrs het volgende seizoen in de
eerste klasse spelen, dan zullen zij morgen
moeten winnen. Gemakkelijk zal dit waay-
FEUILLETON.
Vrij bewerkt naar het- Duitsch
door
P. G. HOCKS.
(Nadruk verboden).
17)
XL
Moeder heeft de laatste dagen allorlei
geheimpjes", zei Marie Krugcr tegen haar
•ader. „Vanmorgen bracht de postbode
weer een dikken brief en toen zc dien zat
;o lezen, glunderde van pleizier."
r,Zoo", zei haar vader lachende, „heeft
moeder geheimpjes? Dat gebeurt ook niet
alle dagen."
„Ja maar, u schijnt er van Ie weten. Ik
zio t aan uw heele gezicht. En nu loopt
moeder den heeln tijd te denken. Ik zou
wel eens willen weten, wat daar achter zit.
Ze moet dien brief nog beantwoorden ook
zei ze. „Vanmiddag nog."
„Dan lijkt het me het best, dat wij van
middag een uitstapje gaan maken naar je
getrouwde zus. Dan hinderen we moeder
uiet en kan ze op haar gemak den brief
gereed maken. Ga eens vragen, of Kascha
niet ons mee wil gaan."
Kascha liet zich geen. tweemaal uitnoo-
digen en dus gingen ze na den eten er met
hun drieën op uit.
Van dien dag af was mevrouw Kruger
een en al opgewektheid. Dikwijls keek ze
met een lachend gezicht naar Kascha en
als deze dan altemet eens vroeg, waarom
ze haar zoo" vroolijk toeglunderde, dan ant
woordde mevrouw Kruger telkens: „Dat is
mijn geheim, Kascha. Ik wil er ook wel
eens prettige geheimpjes op na houden."
Een dag of wat later kon Kascha Jt
niet langer uithouden cn vroeg: „Tante
wat hob je toch, dat je me zoo vroolijk
aankijkt?"
„Iets heel prettigs Kaschu. Er komt
bezoek voor je."
„De baron toch niet, hoop ik?"
Ze kreeg een kleur.
„Hoe kom je er bij, kindMaak je maar
niet ongerust. Je bent zoo zenuwachtig, als
je groot bent. Neem een voorbeeld aan
mij. Ik ben de kalmte in persoon."
Maar 's anderendaags was er van die
kabntc bij mevrouw Kruger niets meer te
ontdekken. Wel twintigmaal ws ze dien
morgen al naar buiten geloopen om den
weg langs te kijken, en als ze dan weer in
huis kwam, had ze rust noch duur. zoodat
Kascha, die op haar kamer zat te lezen,
dit wel moest opvallen.
„Wat zou er op til wezen vroeg ze zich
af. „Zeker iets ongewoons."'
Bijna op 't zelfde oogenblik liicld er een
rijtuig voor 'c huis stil. Nieuwsgierig luis
terde Kascha en nu hoorde ze aan den
voet van de trap luid spreken. Eéne stem
was er, die ze zich nog herinnerde van vroc
ger. Toen zc die herkende, begon haar
hart to bonzen van louter zenuwen. Er
kwam iemand de trap op. Er werd aan
haar deur geklopt. De deur ging open en
vóór haar verscheen barones von Bar-
neck. Ze gaf .Kascha eenige oogenblikken
tijd om over haar ontsteltenis te bekomen,
dan gaf ze haar de hand en zei zonder
eenige inleiding: „Beste kind, ik ben hier
gekomen met het doel om uw hand tc vra
gen voor mijn zoon en ik hoop van u gun
stiger antwoord te ontvangen dan hij eeni
ge jaren geleden."
Kascha kon niet antwoorden en wees
dc barones een stoel. En nu vertelde deze,
dat Bobert haar nog altijd lief had en
dat mevrouw Kruger, aan wie haar dochter
Agnes had geschreven, had gemeld, dat
zij, Kascha, ook nog altijd aan hem dacht.
Robert was nu op reis en nu had zij een
mooie gelegenheid om buiten hem om, al
les goed tc maken. Zij had haar vroeger
verkeerd beoordeeld en zou haar zeer gaar
ne als schoondochter ontvangen, als ze in
't huwelijk wilde toestemmen.
Het onderhoud duurde niet lang en toen
de barones met Kascha in de huiskamer
kwam, waar ook Agncs zich bevond, zei ze:-
„U moot niet boos op me worden, mevrouw
als ik it zeg, dat Kascha niet zoo lang bij
u blijft, als oorspronkelijk haar plan was.
Over veertien dagen komt ze bij ons op
het slot Barneck logeeren."
Het was niet zonder schroom, dat Ka
scha zich' naar Barneck begaf, doch ze
werd door de barones en haar dochter zoo
oprecht hartelijk ontvangen, dat ze dade
lijk allen schroom liet varen.
Het zou nog een week duren, voordat
de baron van zijn reizen thuis kwam cn in
dien tijd leerde de oude barones Kascha
niet alleen kennen, maar ook achten om
haar goede eigenschappen. En dat deed
haar genoegen, want het had haar dochter
Agues heel wat moeite gekost haar zoover
le brengen, dat ze haar vooroordeelen te
gen het vroegere melkmeisje liet varen cn
nu, van achteren beschouwd, was ze cr den
Hemel dankbaar voor, dat ze zich zoover
had kunnen overwinnen.
Met haar drieën hadden ze een aardig
plannetje beraamd om don baron, die van
Kascha-'s aanwezigheid op 't slot niets be
kend was, eens tc verrassen.
Op den bestemden dag kwam hij in den
namiddag thuis en na zich opgeknapt te
hebben begaf hij zich naar zijn moeder en
zusl-er, die op haar gewone plaats in het
park zaten on vertelde haar van zijn reis
ontmoetingen.
De avond begon tc vallen cn 'l werd
koel. „Ik geloof", zei hij, „dat het voor
•jullie tijd wordt om naar binnen te gaan.
Je mocht anders eens kou vatten. Ik kom
aanstonds ook. Ik zou eerst nog wel eons
naar dc koeien willen gaan kijken."
Hierop hadden zc gerekend en Agncs
zei: „Dat treft. We gaan iederen avond
naar den stal. Ik moet eiken avond een
glas versche melk gebruiken. We kunnen
dus mooi met ons drieën gaan."
Toen ze den stal binnengingen, was 't
er al een beetje donker, zoodat zo niet alles
precies onderscheiden kon cn pas hadden
ze er een paar stappen in afgelegd, toen
een van de melkmeisjes op zachten toon
een lied begon te zingen.
„Wat is dat?" vroeg dc baron door dat
gezang herinnerd aan Kascha, „is er weer
oen zangeres onder dc melkmeisjes?"
„Daar weet ik niets van", antwoordde
de barones. „Ik hoor ze vandaag ook pas
voor 't eerst."
Meteen kwam dc koeherder voor den
dag en bood den dames elk een gla^ ver-
sche melk aan. Zo dronken hun glazen leeg
en keken elkaar nu en dan eens glim
lachend aan.
Daar begon liet gezang opnieuw.
„Dat is Kasclia's lied, Kascha's Poolbthe
lied Daar is geen twijfel aan
Hij keek naar moedor on zuster en
merkte nu, hoe verheugd ze cr allebei uit
zagen. Een heerlijk voorgevoel steeg in hem
op. „Zou Kascha zelf hier zijnZou moe
derV'
Hij dacht niet verder, inaar liep achter
dc koeien om naar de plek, waar hij het.
gezang gehoord had.
„Wie zong hier?" vroeg hij.
„Ik", antwoordde een bevende stem. En
tusschen twee koeien vandaan kwani oen
meisje gekleed als melkster en trad op
hem toe.
Een oogenblik stond do baron stijf, als
kon hij zijn oogen niet gelooven. Dan
spreidde hij zijn armen naar haar uit en
fluisterde: „Kascha, mijn lieve Kascha!"
EINDE. -