GEMEENTERAAD VAN LEIDEN De begroeting der gemeente Leiden DCNDERDAG 23 JANUARI 1930 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 Voortzetting der algemeene beschouwingen B. en W. aan het woord. Uitstekende betoogen DE DERDE DAG. Na een rustpooze van een avond en een morgen ving de gemeenteraad met nieu wen moed gistermiddag aan met de voort- zefct'ng van de algemeene beschouwingen over de begrooting van het jaar 1930. Wethouder Splinter had evenwel den moed tijdelijk laten zakken en bleek af- w.ezig wegens ongesteldheid. De belangstelling op de publieke tribune is aanvankelijk nihil; later komen er een paar binnen. De bouwspecialitelt der S. D. A. P. De heer Eooistra wilde zich hoofd zakelijk bepalen tot de volkshuisvesting en zal zich mitsdien hoofdzakelijk hebben te richten tot wethouder Splinter, die even wel afwez'g is. De voorz. deelt mede, dat de heer Splinter waarschijnlijk Donderdag o.ok nog niet aanwezig zal zijn, hoewel de ongesteld heid niet van ernstigen aard is. De heer Kooistra zal zich derhalve bekorten. Spr. meent, dat B. en W. groote onverschilligheid aan den dag leggen, wat de volkshuisvesting betreft. Het rijk blijft maar traineeren en het wordt tijd, dat B. en W. zelf het initiatief nemen, doch daar van blijkt niets. Ook de heer Wilbrink geeft toe, dat er gebrek is aan woningen met lagen huur. Sinds de opheffing van de huurcommssie zijn vele huren omhoog ge gaan, waardoor het gebrek nog is geste gen. De bouwvereenigingen zijn actief ge noeg, doch men stelt zich tevreden met de bouwplannen op te zenden naar de regee ring. Hoe langer die toestand duort des te meer krijgen de speculanten de gelegenheid om de huren op te drijven. Spr. dringt aan op de samenstelling van een statistiek der woninghuren. Het is waar, dat er door particulieren wel wat gedaan» wordt, doch deze bouwen woningen om ze te verkoopen, en daarom bouwen ze gêen huizen met een huurwaarde van 4 4.50. Spr. heeft een voorstel ingediend om door het maken van een verbindingsweg van de Koningstraat naar de Groenoord- straat nieuwe bouwgrond te maken, waar op huizen zouden moeten worden gebouwd voor 4 tot 7 per week. Hij wijst daar bij op het voorbeeld van A'dam, waar ook niet gewacht wordt op regeeringssteun. Daar worden o.a. kleine woningen gebouwd voor ouden van dagen voor 3. Wethouder Goslinga: Daar moet geld bij. De heer Kooistra: Zeker, maar is dat zoo erg. Spr. bespreekt dan de straataanleg van Zuiclerzicht. Dat is ëen goede daad; hoe wel spr. liever uitgifte van grond in erf pacht had gezien. Hij wijst op het plaatsje Goor Wethouder Go s li n g a: waar p.g. d. Sluis burgemeester is. De heer Kooistra: daar wordt een canon geheven van 6 ct. De heer Spendel: Hoevee! kost daar de grond? De heer Kooistra meent, dat dit geen last voor de gemeentenaren bdteekent, doch een groot voordeel voor de gemeente. Wij timmeren nu al jaren op goedkoope huizen De heer Mandeis: Dan behoeven ze niet meer gebouwd te worden, als jullie er al a-an 't timmeren zijn. (Gelach). De heer Kooistra heeft verder een bepaalden straataanleg aangewezen, doch hij houdt niet vast aan dezen bepaalden verbindingsweg. Als B. en W. het voorstel willen overnemen, kunnen zij het denk beeld naar behoefte wijzigen. Vervolgens vraagt spr. wanneer het rap port van do gezondheidscommissie ver schijnt over afgekeurde woningen. Ook vraagt spr. naar de plannen van het bad huis op Zuiderzicht. De heer Spendel: Die natte plannen zijn verbrand. De heer Kooistra bespreekt dan het benoemde „zevende lid" van het bestuur van de Sticht'ng van Gemeente woningen. Wij hebben een bestuurslid aangewezen, zooals ons gevraagd was, en bet bestuur overweegt nog steeds of hij geschikt is. Volgens ons is de aangewezen man volko men geschikt en wij dringen nogmaals aan op benoeming van de door ons gewenschte persoon. De heer Huurman: Jullie moeten ze maar alle zeven kiezen! De heer Kooistra vraagt ten slotte hoe B. en W. de winst uit de geconver teerde 6 pet- voorschotten denken aan te wenden. De S. D. A. P. is ouderwetsch. De heer Manders brengt een woord van dank aan B. en W. voor hun beleid m het zware jaar na den brand. SpT. wenscht ©enige opmerkingen te maken tegenover de heer v. Eek. De stellingen der S. D. A. P. zijn erg ouderwetsch. De algemeene broederschap werd reeds 2000 jaar geleden verkondigd. De heer v. Eek ziet de socia listische gemeenschap reed6 komen, doch deze blijft al jaren komen. In Engeland ziet spr. integendeel een kentering; daar begreet MacDonald zelfs den koning op de Vlootconferentie, hij gelooft, dat de heer v. Eek ook nog eens zoo'n zelfde houding zal aannemen. Komende tot de begrooting bespreekt spr. de salarieering van het ge meente-personeel. Vooral de salarissen van het personeel in do gestichten Endegeest e.a. zijn minimaal. Verder verzoekt spr. B. en W. een on derzoek te doen instellen naar het opont houd aan don spooroverweg De voorz.: Wij hebben zeer nauwkeu rige gegevens. De heer Manders: De overweg wordt meer dan 200 maal per dag afgesloten, waarbij men soms meer dan 10 minuten moet wachten. Wat meet dat allemaal niet kosten aan de Leidsche ingezetenen Spr. berekent het tijdverlies (gekapitaliseerd) op vier millioen gulden. Vervolgens is de toestand van de afsluitbocmen ook niet in orde, verbetering is noodzakelijk. Het komt vaak voor dat de boomen weer gesloten worden nog voordat de file wachtende auto's gepasseerd is. Het spijt ook spr. dat de S. D. A. P. niet vertegenwoordigd is in de commissie-Man- ders. Arbeiders mogen zeker wel in deze commissie zitting hebben. De heer v. Eek is persoonlijk uitgenoodigd; men heeft dat gedaan, omdat men in hem zag den beste van de arbeidersvertegenwoordigers. Wat wil men meer? Vervolgens vestigt spr. de aandacht op het afhalen van vuilnis. Dat meet op zoo runm mogelij'ke schaal geschieden. Tuin vuil en grootere stukken worden niet meege nomen, met het gevolg, dat het ergens wordt gedeponeerd waar het niet hoort. Komonde tot de ingediende voorstellen, bespreekt spr. slechts eenige voorstellen, zooals de verlaging van den gasprijs, waar van spr. geen voorstander is. Wie het. royaal heeft, gebruikt er meer van en wie het niet royaal heeft, kan zuinig zijn. De heer Verwey wil de commisise ad hoe voor de salarisherziening afschaffen. Spr. ge voelt daar iets voor, doch hij vraagt zich af, of het tijdstip thans wel geschikt is. Spr. meent, dat de S. D. A. P. ook in haar leer omtrent het erfpachtstelsel erg ouderwetsch is. De heerlijkheid Hoogmade kent het reeds lang en het blijkt, dat het stelsel toch niet zoo gunstig werkt. De ge meente Goor is erg goedkoop met haar 6 cent, doch zij zal daar leelijk aan vast zit ten, als de grond daar eens duurder wordt. De heer Schüller heeft eigen beheer verdedigd en o.a.. als argument gebruikt, dat er op de Gemeentewerf inferieur hout gebruikt werd. Doch spr. zegt, dat er wel degelijk eerste soort hout gebruikt wordt, doch relatief, n.l. eerste soort voor het werk waarvoor het gebruikt moet worden. Voor riolen moet geen hout geleverd wor den waarvan men bijv. kasten kan maken. De heer Bosman wil sportvelden deen aanleggen; spr. gelooft, dat hij met dit voorstel kan meegaan. Van alles en nog wat De heer Eikerbout verklaart zich tegen de voorgestelde verlaging van den gasprijs. Een verlaging is pas ingevoerd en men heeft nog niet kunnen nagaan, wat daarvan de gevolgen zijn. Liever ziet spr. het voorstel tot verlaging van de vermenig vuldigingsfactor tot 0.7daarvan profitee- ren de gemeentenaren rechtstreeks en in meerdere mate dan door gasprijsverlaging. Verder meent spr. dat niet langer gewacht moet worden met de reorganisatie van ge meentewerken en van den plantsoendienst. Spr. heeft ook nog geen gevolg gezien van de toezegging van den voorzitter, dat de toestand van de agenten 2e klasse zal wor den verbeterd. Er zijn bovendien nog te veel personen in lossen dienst, die reeds jaren en jaren in dienst van de gemeente zijn. Spr. kan zich geheel vereenigen mot het voorstel-Verwey tot opheffing van de commissie ad hoe; behandeling in het Georg. Overleg is beter. Wanneer in het particulier bedrijf de onderhandelingen zouden worden gevoerd zooals de gemeen te dat doet met haar personeel, zou men zich ernstig aan een 6taking blootstellen. In dit verband merkt spr. op, dat hij het niet eens is met den heer v. Es, die sta kingen in verband bracht met werkloos heid. De arbeiders staken als middel om betere voorwaarden te verkrijgen, waarop zij recht hebben. Vervolgens vestigt spr. de aandacht op den treurigen toestand van de Hooge- woerd. De N.Z.H.T.M. neemt slechts halve maatregelen. Bestaat er geen middel om de Mij. te dwingen om een voldoende verhar ding te doen aanbrengen onder de rails? Do Zijlsingel ziet er ook treurig uit, en moet eens terdege onder handen worden genomen. Spr. had verwacht dat er een post zou zijn uitgetrokken voor het terrein van het voormalige Musis. Het wordt tijd, dat er wat meer gedaan wordt voor plant- soenaan'.eg. Wat den woningbouw betreft, meent spr. dat de bouwvereenigingen ten spoedigste met plannen moeten komen. Het voorstel- Kooistra heeft zijn volle instemming, ter wijl hij ook geheel meegaat met het adres van de Federatie van Woningbouwvereeni- gingen tot conversie van de 6 pet. voor schotten. Wat de heer v. Stralen wil met z'n toeslag op de werkloozensteun is z. i. wettelijk onmogelijk. Spr. vertrouwt dat er meerdere personen aan de L. Hout te werk gesteld zullen kunnen worden. De heer Schüller heeft eigen beheer ver dedigd, doch spr. wijst op den Haag, waar dat systeem niet 'of Alkmaar zeer weinig wordt toegepast. Hij is het tenslotte eens met het voorstel-Grceneveld om de raads stukken vroeger toe te zenden. Onderwijskwesties. De heer M e ij n e n bespreekt allereerst den wensch van den heer Groeneveld dat er nog een tweede centrale school zal wor den gesticht. De school bloeit thans, doch spr. gelooft niet dat die groei zich aan merkelijk zal uitbreiden en hij deelt dus den wensch van den heer Groeneveld niet. Verdedigd is verder de bo-uw van een openbare school in het Haagwegkwartier. Spr. kan zijn stem daaraan thans nog niet geven. De heer Groeneveld heeft B. en W. bevoordeeling van het bijzonder onderwijs verweten, en gezegd: de school was er al lang geweest, als het maar een bijzondere geweest was. Doch spr. wijst er op, dat de bijzondere school in het Morschkwartier er ook nog niet is. Verder waren er onge veer 1C0 handteekeningen ten gunste van die school, doch spr. gelooft, dat daarvan een kleine 100 weer moeten worden afge trokken omdat de kinderen elders school gaan. Handteekeningen zijn trouwens niet noodig voor de st'chting van een op?:.bare school. De vergelijking met het bijz. onder wijs gaat niet op. De heer Groeneveld heeft het woord „apenliefde" gebruikt; ten onrechte volgens spr. Want de belangen van het onderwijs worden door de rech terzijde beter verzorgd dan door de uiter ste linkerzijde. Algemeen gaat het open baar onderwijs achteruit en spr. haalt daarbij een brochure aan, waarin die ach teruitgang geweten wordt aan de veran derende mentaliteit der onderwijzers onder invloed van de vakverenigingen. Dat dit juist is, bewijst spr. met aanhalingen uit de „Bode" en andere citaten, waaruit een bedroevende toon spreekt Dat meet den ouders alle vertrouwen ontnemen in de openbare onderwijzers van thans. Aan welken kant is hier de „apenliefde" te zoe ken? Een der kortsten. De heer v. d. R e ij d e n eluit zich aan bij die raadsleden, d e hulde aan B. en W. en de ambtenaren hebben gebracht. Veie voorstellen hadden beter achterwege kun nen blijven, één vooral heeft de sympathie van de geheele gemeente en dat is het voorstel tot verlaging der inkomstenbelas ting. Dat zal ook den kleinen middenstand zeer ten goede komen, die toch al zoozeer onder den druk zit. Met de optochten op Zondag kan spr. niet meegaan; die dag behoort niet ons, maar Gode. Financiën en rioloering. De heer Huurman bespreekt eveneens de mede door hem voorgestelde belasting verlaging. De ondei teekenaars zijn daar toe niet gekomen alleen uit zucht om er een schepje op te doen. De financieele toe stand der gemeente is den laatsten tijd zeer vooruitgegaan en wij hebben een aar dige reserve. Die reserve is als overschot uit de na-oorlogsjaren als het ware uit de lucht gevallen, 't Was een meevallertje en B. en W. willen deze reserve (8 ton) uit sluitend bestemmen om schokken op te vangen. Maar is het nu billijk, dat dit be drag niet ten goede komt aan degenen, die steeds teveel hebben betaald? Bovendien hangen ons weinig schokken boven het hoofd, terwijl de heer do Reede heeft aan getoond, dat het voorstel van spr. c.s. geen sprong in het duister is. Ach ton reserve lijkt spr. niet nood'g. Om dezelfde reden is spr. geen voorstander van verhooging van de opcenten op de vermogensbelasting. De hoogere vermogens worden op die manier topzwaar belast, terwijl ook de midden standers met een betrekkelijk klein kapi taaltje daardoor reeds getroffen worden. Vervolgens komt spr. op de rioleering, waaromtrent hij reeds eerder een voorstel heeft ingediend, dat echter verworpen is. Spr. dient thans opnieuw een voorstel dien aangaande in, luidende: de Raad noodigt B. en W. uit de verordening op het bouwen en sloopen zoodanig te wijzigen, dat de verplichting van het aanleggen van beer putten met overstorting als in de verorde ning bedoeld komt te vervallen. Dit voorstel wordt in handen van B. en W. gesteld om praeadvies. Als ze allemaal zoo beknopt waren. De heer Kuyvenhoven bestrijdt het materialisme van den heer v. Eek. Ware levensvreugde is niet identiek met vervulling van stoffelijke wenschen. De Chr. arbeiders hebben een andere levens beschouwing, zij hebben vrede en vreugde ook onder benarde omstandigheden, omdat zij vertrouwen op God. De voorstellen, die reeds vrceger zijn verworpen, steunt hij ook thans niet. De verdediger van de aannemers. De heer Zitman verdedigt het 6ysteem van aanbesteding in tegenstelling met den heer Schüller. Partijgenooten van den heer Schüller houden er een andere meening op na, als het hun voordee'iger uitkomt. Het is spr. thans duidelijk, waarom de S. D. A. P. inzake den stadhuisbouw zoo gepor teerd was voor den heer Dudok nu hij ge hoord heeft, dat de gemeente Hilversum haar stadhu's (ook een product* van den heer Dudok) in eigen beheer heeft laten bouwen. Enkele wenschen. De heer v. Rosmalen wijst op den deplorabelen toestand van de Middel stegracht. Verder vraagt spreker B. en W. bovendien om de ver- makc'ijkheidsfcelusling soepeler tcc te pas sen. Lezingen e.d. behooren niet te wor den belast. Spr. is voorstander voor volksspeeltui nen, al acht hij het ui;getrokken bedrag voor Zuiderkwaitier vrij hoog. Hij geeft B. en W. in overweging cm geen maatregelen te treffen, welke de bloei van de vereem- ging zullen belemmeren. Dan kan de sub sidie langzamerhand verminderen. DE WETHOUDERS AAN HET WOORD. 'Wethouder Reimeringer. Wethouder Reimeringer zou gaar ne eenige opmerkingen maken naar aan leiding van het gesprokene door den heer v. Eqk. In één land is de illusie van den heer v. Eek verwezenlijkt, doch wanneer wij zien hoe duizenden uit Rusland zijn ver dreven door honger en ellende, dan blijkt daaruit, dat de vernietiging van het kapi talisme toch niet zoo'n groot geluk is. De heer Bosman heeft de bloei van Lei den ter sprake gebracht. Spr. moet con- stateeren, dat er in het afgeloopen jaar 300 personen meer Leiden ver'aten hebben dan er zich hebben gevestigd. De heer Bosman heelt aangedrongen op vestiging van meerdere industrie, maar dan moet er plaats voor zijn. Een niet bloeiende indus trie is geen voordeel, maar een ramp< voor een stad. Wanneer straks de belastingen zullen gaan dalen, twijfelt spr. niet of Lei den zal zijn vroegere aantrekkelijkheid herwinnen. Wethouder Tepe. Wethouder Tepe" ze?t, dat het meer en meer gebruikelijk wordt bij de algemeene beschouwingen te 6prcLcn over zaken, die rr.et de begroeting niets te maken hebben. De wethouders zullen daaraan niet mee deen- De heer Groeneveld heeft verschei dene opmerkingen gemaakt op onderv. •*,- gebied. .Zoo heeft hij een openbare school in het Haagwegkwartier voorgesteld. De raad heeft echter besloten te wachten tot de brug aan het Galgewater er is. De heer Groeneveld lieoft niet aangetoond, dat de bouw van die school thans noodzakelijk is. Van een tekort aan schoolruimte voor de bewoners van het Haagwegkwartier is z.i. geen sprake. De brue zal riet zoo lang meer op zich laten wachtende plannen hebben het sta dium van voorbereiding reeds achter den rug. Wat het verlangen van den heer Groene veld betreft naar meer opleidingssc*.. *an. meent spr. dat daaraan geen behoefte is, hetgeen spr. met cijfers aantoont. De heer Groeneveld wil het gymnastiekonder wijs door vak-onderwijzers doen geven, doch ook hier heeft hij de noodzakelijk heid niet aangetoond. Spr. geeft verder toe, dat de plaatselijke schoolcommissie ook gehoord meet worden ip zaken van bijz. onderwijs. Deze zaken zijn echter bijna al tijd van zuiver formee'en aard, zoodat haar advies overbodig is. De commissie van bij stand voor het onderwijs heeft maar een maal vergaderd in 1929, hetgeen nog nmt zeggen wil, dat geen onderwerpen door de commissie behandeld zijn. Welke onder werpen zijn dan in den raad behandeld, waarbij de commissie had moeten zijn ge hoord De heer Groeneveld wil een tweede cen trale schooldo heer Meynen heeft daar op reeds geantwoord. Spr. wijst er boven dien nog op, hoe bezwaarlijk het is, een school te splitsen. De groote voordeelen van centra'isatie gaan dan verloren. Iede re onderwijsman zou zulk een snlitsi"'» een ramp vinden voor do centrale school. Vervolgens erkent spr., dat do tijd, ver- loopen tusschen het aannemen van het voors«tel tot uitwerking van een nieuwe ?.e- waarschoolregeling en thans, zeer lang is geweest. Had spr. echter de zaak niet zoo breed -opgevat, dan zou er van een nieu we bewaarschool in het Kooikwartier niets gekomen zijn. Verder heeft de Stadhuis brand stagnatie gegeven, doch de voor naamste reden van de stagnatie ligt el ders. Spr. wil daar niet verder op ingaan, het zal spoedig genoeg ter sprake komen. Den heer v. Es geeft spr. ten antwoord, dat hij diens standpunt persoonlijk niet deelt. De heer Groeneveld heeft Maandagavond gesproken op een toon, die zijn monopolie is. Volgens hem had de wethouder van onderwijs geen initiatief en waren er blijk baar geen ernslïge zaken aan het depar tement van onderwijs. Spr. wijst er echter op, dat men aan uiterlijke teekenen niet altijd kan beoordeelen of een wethouder veel of weinig te doen heeft. De heer Groeneveld zoide toen ironisch, dat hij zoo'n gemakkelijk baantje als dat van wethouder van onderwijs best zou willen aanvaarden. Dat valt spr. tegen van den heer Groeneveld. Deze heeft an ders altijd andere dan gemakkelijke baan tjes geambieerd en vervolgens wenscht hij dan voor zich een arbeidsloos inkomen, waaraan p.g. v. Eek zoo'n hekel heeft. (Groot gelach). De heer Groeneveld heeft alleen zijn ontevredenheid geuit, maar niet gezegd waarom. Spr. meent, dat de reden daar van is, dat spr. niet genoeg meegaat met de wenschen van de S.D.A.P. Spr. zou het dan heel wat gemakkelijker gehad hebben, dcch zoolang er een rochtsoh college is, zal er een rechtsch beleid gevoerd worden, terwijl niemand zal ontkennen, dat het college een volmaakto objectiviteit in acht neemt. Spr. gaat accoord met liet voorstel van den heer Spendel tot uitbreiding van de commissie voor het bewaarschoolonder- wijs. Hij geeft ovenwei in overweging daarmee te wachten tot na de beslissing over de kwcctio van het bewaarschool- onderwijs en het voorstel dan in handen van B. en W. te stellen om praeadvies. De vergadering wordt daarna geschorst tot 's avonds 8.15 uur. AVONDZITTING. Het gemeentepersoneel. Wethouder Tepe vervolgt zijn rede met de beantwoording der opmerkingen over het gemeentepersoneel. Het voorstel- v. Eek inzake medezeggenschap is reeds tweemaal ingediend hij acht het tijd ver morsen cm daarop langdurig in te gaan. Spr. herinnert aan zijn betoog van verleden jaar. Uit het weigeren van een prcef mei medezeggenschap spreekt geen mindere „Arbeiterfreundlichkeit", doch er heerscht allesbehalve eenstemmigheid omtrent dit punt, vooral op het gebied van het over heidsbedrijf. Onder de Katholieken vindt men vele voorstanders voor medezeggen schap, althans in het particulier bedrijf. In Haarlem heeft de Katholieke wethouder mr. Heerkens een proef geucmen met een begfn van medezeggenschap in het ge meentebedrijf. Het is voor hem een bit tere teleurstelling geworden, de arbeiders bleken zich uitsluitend te interesseeren voor de arbeidsvoorwaarden. En deze me dezeggenschap hebben wij in Leiden ook. Wij hebben het Georg. Overleg. Som mige sprekers hebben reorganisatie-wem- schen uitgesproken, doch geen wijzigings voorstellen ingediend. Men wil de commis sie ad hoe opheffen, omdat zij een anoma lie zou zijn. Spr. raadt den gemeenteraad aan, een beslissing daaromtrent nog niet te nemen en het rapport van de commis sie zelf af te wachten. De heer Verwey: Wilt u mijn voor stel niet in praeadvies nemen? Wethouder Tepe: IKit komt op het zelfde neer. De heer Eikerbout is be vreesd, dat de commissie het Georg. Over leg in den weg staat, doch spr. acht dit on mogelijk. Het rapport van de commissie ad hoe wordt natuurlijk om praeadvies ge zonden en dan komt de zaak vanzelf in het Georg. Overleg. Schaft men thans die commissie af, dan is het eenige gevolg, dat B. en W. op eigen houtje hun inlichtingen gaan inwinnen. Verschillendo sprekers hebben verbetering van de positie van het gemeentepersoneel bepleit. B. en W. zullen dit vraagstuk zeer zeker onder de oogen zien, ook al weer door middel van de com missie ad hoe. De kwestie van het losse personeel zal onderzocht moeien worden. Het feit, dat er veel los personeel is, zegt op zich nog niets. B. en W. staan niet op het stand punt, dat alleen het voordeel voor de ge meente doorslaggevend is. Bovendien is er onlangs ook een wettelijke regeling voor los personeel tot stand gekomen. Het werkliedenreg'ement laat lang op zich wachten doch de brand heeft groote stagnatie veroorzaakt, terwijl ook gewacht moest worden op de aanneming van de Ambtenarenwet, welke op 1 Sept. 1931 in werking treedt. Wethouder Goslinga. Wethouder Goslinga bespreekt eerst de sociale zaken. Spr. zal in hoofdlijnen den h^er v. Eek volgen. De heer v. Stralen: Zoo, zoo Wethouder Goslinga: Ja, alleen wat den vorm betreft. De sociale gemeente politiek neemt een groot deel in in deze begrooting. Z.i. is de sociale nood in de eerste plaats een geestelijke nood; de af val van God is de oorzaak van do maat schappelijke ellende. De mensch leeft niet van brood alleen. Do stoffelijke welvaart in Amerika vermaterialiseert de massa af schuwelijk, terwijl de ellende van Rusland de bloei beteekent van allerlei religieuze gemeenschappon. Dat do S.D.A.P. do ver tegenwoordigster zou zijn van dat deel dor bevolking, dat in nood verkeert, ontkent spr. en wijst erop, dat het Haagsche Volk geenszins in die richting wijst. Spr. betwij felt of een gemeentelijke levensmiddelen- voorziening de oplossing van den socialen nood brengen zal. De heer v. Eek heeft niet aangetoond, dat de levensmiddelen daardoor goedkooper worden. Amsterdam geeft een ander beeld. Van verlaging van den gasprijs verwacht de heer v. Eek heil, dcch er zijn 8100 kleine verbruikers waar op de gasfabriek geld toelegt, en wanneer v. Eck's voorstel wordt aangenomen be teekent dat een voordeel voor hen van. 2.per jaar. Een minimaal voordcel te genover een groot financieel verlies voor de lichtfabrieken. Het voorstel beteekent niets anders dan een uitdeeling van de gelden der lichtfabrieken aan de kleine vorbruikers, die lang niet allen rain-vermo- gend zijn. De groote winst zit den hecren dwars, doch in A'dam is heb nog erger, terwijl men niet moet vergeten, dat oen groot deel van die winst komt uit de bui tengemeenten. In A'dam zijn de tarieven bij alle winst nog hooger dan hier. Spr. ont kent, dat de tarieven even hoog zijn als voor den oorlog. De loonen en sociale las ten zijn thans 180 pet. hooger dan in 1913, zoodat wij 14 ct. voor gas zouden moeten betalen, wilden wij op hetzelfde niveau zijn als in 1913. En als wij thans 9 ct. be talen, wil de heer van Eek dan nog vol houden, dat het publiek niet geprofiteerd heeft van de vooruitgang der techniek? Dat is het toppunt! (Groot gelach). De heer v. Eek heeft ook den bolasting- druk besproken. Het college had gaarne verder gegaan met belastingverlaging, doch meent thans niet verder te kunnen. Do heer v. Stralen heeft do werkloos heid inhaerent genoemd aan hot kapitalis me. Doch in Frankrijk en België is geen werkloosheid en in Rusland wel. In Moskou vreten zo do vuilnisbakken leeg! Wat do werkverruiming betreft, kan spr. kort zijn. Het college is in dit opzicht buitengewoon actief en mede daardoor is do werkloosheid hier aanzienlijk verminderd. De werkverschaffing aan de L. Hout heelt zeer gunstig gewerkt, ook als reclas- seeringsinstituut. De heer v. Stralen heeft dat ontkend, doch hij is oen leek in dat opzicht en spr. zelf laat zich daarbij voor lichten door deskundigen. Do loonen zijn heel behoorlijk. Voorstellen van B. en W. zullen de raad binnenkort bereiken, doch B. en W. willen de L. Hout niet gebrui ken als middel van werkverruiming maar van werkverschaffing. Dat alle maatrege len inzake de werkloosheidssteun niet de instemming hadden der vakorganisaties begrijpt spr., doch wat do heer v. Stralen wil met zijn toeslag is in strijd mot een goede werkloozenzorg cn tast hot prin cipe van do werkloosheidsverzekering aan, bet is onsociaal. Dat het in de koude pe riode geschiedde, was uit nood. Voor de land- en tuinbouwarbeiders zou het noodig zijn, doch hoevelen zijn er hier in Leiden? De bouwvakarbeiders hebben een kas, die bijna zoo groot is als do Leidsche reserve! Zoo'n toeslag zou een regelrechte steun aan de vakvereenigingen zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5