GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
De begroeting der gemeente Leiden
DCNDERDAG 23 JANUARI 1930
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
Voortzetting der algemeene beschouwingen B. en W.
aan het woord. Uitstekende betoogen
DE DERDE DAG.
Na een rustpooze van een avond en een
morgen ving de gemeenteraad met nieu
wen moed gistermiddag aan met de voort-
zefct'ng van de algemeene beschouwingen
over de begrooting van het jaar 1930.
Wethouder Splinter had evenwel den
moed tijdelijk laten zakken en bleek af-
w.ezig wegens ongesteldheid.
De belangstelling op de publieke tribune
is aanvankelijk nihil; later komen er een
paar binnen.
De bouwspecialitelt der S. D. A. P.
De heer Eooistra wilde zich hoofd
zakelijk bepalen tot de volkshuisvesting en
zal zich mitsdien hoofdzakelijk hebben te
richten tot wethouder Splinter, die even
wel afwez'g is.
De voorz. deelt mede, dat de heer
Splinter waarschijnlijk Donderdag o.ok nog
niet aanwezig zal zijn, hoewel de ongesteld
heid niet van ernstigen aard is.
De heer Kooistra zal zich derhalve
bekorten. Spr. meent, dat B. en W. groote
onverschilligheid aan den dag leggen, wat
de volkshuisvesting betreft. Het rijk blijft
maar traineeren en het wordt tijd, dat B.
en W. zelf het initiatief nemen, doch daar
van blijkt niets. Ook de heer Wilbrink
geeft toe, dat er gebrek is aan woningen
met lagen huur. Sinds de opheffing van de
huurcommssie zijn vele huren omhoog ge
gaan, waardoor het gebrek nog is geste
gen. De bouwvereenigingen zijn actief ge
noeg, doch men stelt zich tevreden met de
bouwplannen op te zenden naar de regee
ring. Hoe langer die toestand duort des te
meer krijgen de speculanten de gelegenheid
om de huren op te drijven. Spr. dringt aan
op de samenstelling van een statistiek der
woninghuren. Het is waar, dat er door
particulieren wel wat gedaan» wordt, doch
deze bouwen woningen om ze te verkoopen,
en daarom bouwen ze gêen huizen met een
huurwaarde van 4 4.50.
Spr. heeft een voorstel ingediend om
door het maken van een verbindingsweg
van de Koningstraat naar de Groenoord-
straat nieuwe bouwgrond te maken, waar
op huizen zouden moeten worden gebouwd
voor 4 tot 7 per week. Hij wijst daar
bij op het voorbeeld van A'dam, waar ook
niet gewacht wordt op regeeringssteun.
Daar worden o.a. kleine woningen gebouwd
voor ouden van dagen voor 3.
Wethouder Goslinga: Daar moet
geld bij.
De heer Kooistra: Zeker, maar is
dat zoo erg.
Spr. bespreekt dan de straataanleg van
Zuiclerzicht. Dat is ëen goede daad; hoe
wel spr. liever uitgifte van grond in erf
pacht had gezien. Hij wijst op het plaatsje
Goor
Wethouder Go s li n g a: waar p.g.
d. Sluis burgemeester is.
De heer Kooistra: daar wordt
een canon geheven van 6 ct.
De heer Spendel: Hoevee! kost daar
de grond?
De heer Kooistra meent, dat dit geen
last voor de gemeentenaren bdteekent, doch
een groot voordeel voor de gemeente.
Wij timmeren nu al jaren op goedkoope
huizen
De heer Mandeis: Dan behoeven ze
niet meer gebouwd te worden, als jullie er al
a-an 't timmeren zijn. (Gelach).
De heer Kooistra heeft verder een
bepaalden straataanleg aangewezen, doch
hij houdt niet vast aan dezen bepaalden
verbindingsweg. Als B. en W. het voorstel
willen overnemen, kunnen zij het denk
beeld naar behoefte wijzigen.
Vervolgens vraagt spr. wanneer het rap
port van do gezondheidscommissie ver
schijnt over afgekeurde woningen. Ook
vraagt spr. naar de plannen van het bad
huis op Zuiderzicht.
De heer Spendel: Die natte plannen
zijn verbrand.
De heer Kooistra bespreekt dan het
benoemde „zevende lid" van het bestuur
van de Sticht'ng van Gemeente woningen.
Wij hebben een bestuurslid aangewezen,
zooals ons gevraagd was, en bet bestuur
overweegt nog steeds of hij geschikt is.
Volgens ons is de aangewezen man volko
men geschikt en wij dringen nogmaals aan
op benoeming van de door ons gewenschte
persoon.
De heer Huurman: Jullie moeten ze
maar alle zeven kiezen!
De heer Kooistra vraagt ten slotte
hoe B. en W. de winst uit de geconver
teerde 6 pet- voorschotten denken aan te
wenden.
De S. D. A. P. is ouderwetsch.
De heer Manders brengt een woord
van dank aan B. en W. voor hun beleid m
het zware jaar na den brand. SpT. wenscht
©enige opmerkingen te maken tegenover
de heer v. Eek. De stellingen der S. D. A.
P. zijn erg ouderwetsch. De algemeene
broederschap werd reeds 2000 jaar geleden
verkondigd. De heer v. Eek ziet de socia
listische gemeenschap reed6 komen, doch
deze blijft al jaren komen. In Engeland
ziet spr. integendeel een kentering; daar
begreet MacDonald zelfs den koning op de
Vlootconferentie, hij gelooft, dat de heer
v. Eek ook nog eens zoo'n zelfde houding
zal aannemen. Komende tot de begrooting
bespreekt spr. de salarieering van het ge
meente-personeel. Vooral de salarissen van
het personeel in do gestichten Endegeest
e.a. zijn minimaal.
Verder verzoekt spr. B. en W. een on
derzoek te doen instellen naar het opont
houd aan don spooroverweg
De voorz.: Wij hebben zeer nauwkeu
rige gegevens.
De heer Manders: De overweg wordt
meer dan 200 maal per dag afgesloten,
waarbij men soms meer dan 10 minuten
moet wachten. Wat meet dat allemaal niet
kosten aan de Leidsche ingezetenen Spr.
berekent het tijdverlies (gekapitaliseerd)
op vier millioen gulden. Vervolgens is de
toestand van de afsluitbocmen ook niet in
orde, verbetering is noodzakelijk. Het komt
vaak voor dat de boomen weer gesloten
worden nog voordat de file wachtende
auto's gepasseerd is.
Het spijt ook spr. dat de S. D. A. P. niet
vertegenwoordigd is in de commissie-Man-
ders. Arbeiders mogen zeker wel in deze
commissie zitting hebben. De heer v. Eek
is persoonlijk uitgenoodigd; men heeft dat
gedaan, omdat men in hem zag den beste
van de arbeidersvertegenwoordigers. Wat
wil men meer?
Vervolgens vestigt spr. de aandacht op
het afhalen van vuilnis. Dat meet op zoo
runm mogelij'ke schaal geschieden. Tuin vuil
en grootere stukken worden niet meege
nomen, met het gevolg, dat het ergens
wordt gedeponeerd waar het niet hoort.
Komonde tot de ingediende voorstellen,
bespreekt spr. slechts eenige voorstellen,
zooals de verlaging van den gasprijs, waar
van spr. geen voorstander is. Wie het.
royaal heeft, gebruikt er meer van en wie
het niet royaal heeft, kan zuinig zijn. De
heer Verwey wil de commisise ad hoe voor
de salarisherziening afschaffen. Spr. ge
voelt daar iets voor, doch hij vraagt zich
af, of het tijdstip thans wel geschikt is.
Spr. meent, dat de S. D. A. P. ook in
haar leer omtrent het erfpachtstelsel erg
ouderwetsch is. De heerlijkheid Hoogmade
kent het reeds lang en het blijkt, dat het
stelsel toch niet zoo gunstig werkt. De ge
meente Goor is erg goedkoop met haar 6
cent, doch zij zal daar leelijk aan vast zit
ten, als de grond daar eens duurder wordt.
De heer Schüller heeft eigen beheer
verdedigd en o.a.. als argument gebruikt,
dat er op de Gemeentewerf inferieur hout
gebruikt werd. Doch spr. zegt, dat er wel
degelijk eerste soort hout gebruikt wordt,
doch relatief, n.l. eerste soort voor het
werk waarvoor het gebruikt moet worden.
Voor riolen moet geen hout geleverd wor
den waarvan men bijv. kasten kan maken.
De heer Bosman wil sportvelden deen
aanleggen; spr. gelooft, dat hij met dit
voorstel kan meegaan.
Van alles en nog wat
De heer Eikerbout verklaart zich
tegen de voorgestelde verlaging van den
gasprijs. Een verlaging is pas ingevoerd en
men heeft nog niet kunnen nagaan, wat
daarvan de gevolgen zijn. Liever ziet spr.
het voorstel tot verlaging van de vermenig
vuldigingsfactor tot 0.7daarvan profitee-
ren de gemeentenaren rechtstreeks en in
meerdere mate dan door gasprijsverlaging.
Verder meent spr. dat niet langer gewacht
moet worden met de reorganisatie van ge
meentewerken en van den plantsoendienst.
Spr. heeft ook nog geen gevolg gezien van
de toezegging van den voorzitter, dat de
toestand van de agenten 2e klasse zal wor
den verbeterd. Er zijn bovendien nog te
veel personen in lossen dienst, die reeds
jaren en jaren in dienst van de gemeente
zijn. Spr. kan zich geheel vereenigen mot
het voorstel-Verwey tot opheffing van de
commissie ad hoe; behandeling in het
Georg. Overleg is beter. Wanneer in het
particulier bedrijf de onderhandelingen
zouden worden gevoerd zooals de gemeen
te dat doet met haar personeel, zou men
zich ernstig aan een 6taking blootstellen.
In dit verband merkt spr. op, dat hij het
niet eens is met den heer v. Es, die sta
kingen in verband bracht met werkloos
heid. De arbeiders staken als middel om
betere voorwaarden te verkrijgen, waarop
zij recht hebben.
Vervolgens vestigt spr. de aandacht op
den treurigen toestand van de Hooge-
woerd. De N.Z.H.T.M. neemt slechts halve
maatregelen. Bestaat er geen middel om de
Mij. te dwingen om een voldoende verhar
ding te doen aanbrengen onder de rails?
Do Zijlsingel ziet er ook treurig uit, en
moet eens terdege onder handen worden
genomen. Spr. had verwacht dat er een
post zou zijn uitgetrokken voor het terrein
van het voormalige Musis. Het wordt tijd,
dat er wat meer gedaan wordt voor plant-
soenaan'.eg.
Wat den woningbouw betreft, meent spr.
dat de bouwvereenigingen ten spoedigste
met plannen moeten komen. Het voorstel-
Kooistra heeft zijn volle instemming, ter
wijl hij ook geheel meegaat met het adres
van de Federatie van Woningbouwvereeni-
gingen tot conversie van de 6 pet. voor
schotten. Wat de heer v. Stralen wil met
z'n toeslag op de werkloozensteun is z. i.
wettelijk onmogelijk. Spr. vertrouwt dat er
meerdere personen aan de L. Hout te werk
gesteld zullen kunnen worden.
De heer Schüller heeft eigen beheer ver
dedigd, doch spr. wijst op den Haag, waar
dat systeem niet 'of Alkmaar zeer weinig
wordt toegepast. Hij is het tenslotte eens
met het voorstel-Grceneveld om de raads
stukken vroeger toe te zenden.
Onderwijskwesties.
De heer M e ij n e n bespreekt allereerst
den wensch van den heer Groeneveld dat
er nog een tweede centrale school zal wor
den gesticht. De school bloeit thans, doch
spr. gelooft niet dat die groei zich aan
merkelijk zal uitbreiden en hij deelt dus
den wensch van den heer Groeneveld niet.
Verdedigd is verder de bo-uw van een
openbare school in het Haagwegkwartier.
Spr. kan zijn stem daaraan thans nog niet
geven. De heer Groeneveld heeft B. en W.
bevoordeeling van het bijzonder onderwijs
verweten, en gezegd: de school was er al
lang geweest, als het maar een bijzondere
geweest was. Doch spr. wijst er op, dat de
bijzondere school in het Morschkwartier
er ook nog niet is. Verder waren er onge
veer 1C0 handteekeningen ten gunste van
die school, doch spr. gelooft, dat daarvan
een kleine 100 weer moeten worden afge
trokken omdat de kinderen elders school
gaan. Handteekeningen zijn trouwens niet
noodig voor de st'chting van een op?:.bare
school. De vergelijking met het bijz. onder
wijs gaat niet op. De heer Groeneveld
heeft het woord „apenliefde" gebruikt; ten
onrechte volgens spr. Want de belangen
van het onderwijs worden door de rech
terzijde beter verzorgd dan door de uiter
ste linkerzijde. Algemeen gaat het open
baar onderwijs achteruit en spr. haalt
daarbij een brochure aan, waarin die ach
teruitgang geweten wordt aan de veran
derende mentaliteit der onderwijzers onder
invloed van de vakverenigingen. Dat dit
juist is, bewijst spr. met aanhalingen uit
de „Bode" en andere citaten, waaruit een
bedroevende toon spreekt Dat meet den
ouders alle vertrouwen ontnemen in de
openbare onderwijzers van thans. Aan
welken kant is hier de „apenliefde" te zoe
ken?
Een der kortsten.
De heer v. d. R e ij d e n eluit zich aan
bij die raadsleden, d e hulde aan B. en W.
en de ambtenaren hebben gebracht. Veie
voorstellen hadden beter achterwege kun
nen blijven, één vooral heeft de sympathie
van de geheele gemeente en dat is het
voorstel tot verlaging der inkomstenbelas
ting. Dat zal ook den kleinen middenstand
zeer ten goede komen, die toch al zoozeer
onder den druk zit.
Met de optochten op Zondag kan spr.
niet meegaan; die dag behoort niet ons,
maar Gode.
Financiën en rioloering.
De heer Huurman bespreekt eveneens
de mede door hem voorgestelde belasting
verlaging. De ondei teekenaars zijn daar
toe niet gekomen alleen uit zucht om er
een schepje op te doen. De financieele toe
stand der gemeente is den laatsten tijd
zeer vooruitgegaan en wij hebben een aar
dige reserve. Die reserve is als overschot
uit de na-oorlogsjaren als het ware uit de
lucht gevallen, 't Was een meevallertje en
B. en W. willen deze reserve (8 ton) uit
sluitend bestemmen om schokken op te
vangen. Maar is het nu billijk, dat dit be
drag niet ten goede komt aan degenen, die
steeds teveel hebben betaald? Bovendien
hangen ons weinig schokken boven het
hoofd, terwijl de heer do Reede heeft aan
getoond, dat het voorstel van spr. c.s. geen
sprong in het duister is. Ach ton reserve
lijkt spr. niet nood'g. Om dezelfde reden is
spr. geen voorstander van verhooging van
de opcenten op de vermogensbelasting. De
hoogere vermogens worden op die manier
topzwaar belast, terwijl ook de midden
standers met een betrekkelijk klein kapi
taaltje daardoor reeds getroffen worden.
Vervolgens komt spr. op de rioleering,
waaromtrent hij reeds eerder een voorstel
heeft ingediend, dat echter verworpen is.
Spr. dient thans opnieuw een voorstel dien
aangaande in, luidende: de Raad noodigt
B. en W. uit de verordening op het bouwen
en sloopen zoodanig te wijzigen, dat de
verplichting van het aanleggen van beer
putten met overstorting als in de verorde
ning bedoeld komt te vervallen.
Dit voorstel wordt in handen van B. en
W. gesteld om praeadvies.
Als ze allemaal zoo beknopt waren.
De heer Kuyvenhoven bestrijdt
het materialisme van den heer v. Eek.
Ware levensvreugde is niet identiek met
vervulling van stoffelijke wenschen. De
Chr. arbeiders hebben een andere levens
beschouwing, zij hebben vrede en vreugde
ook onder benarde omstandigheden, omdat
zij vertrouwen op God. De voorstellen, die
reeds vrceger zijn verworpen, steunt hij
ook thans niet.
De verdediger van de aannemers.
De heer Zitman verdedigt het 6ysteem
van aanbesteding in tegenstelling met den
heer Schüller. Partijgenooten van den heer
Schüller houden er een andere meening op
na, als het hun voordee'iger uitkomt. Het
is spr. thans duidelijk, waarom de S. D.
A. P. inzake den stadhuisbouw zoo gepor
teerd was voor den heer Dudok nu hij ge
hoord heeft, dat de gemeente Hilversum
haar stadhu's (ook een product* van den
heer Dudok) in eigen beheer heeft laten
bouwen.
Enkele wenschen.
De heer v. Rosmalen wijst op den
deplorabelen toestand van de Middel
stegracht. Verder vraagt spreker
B. en W. bovendien om de ver-
makc'ijkheidsfcelusling soepeler tcc te pas
sen. Lezingen e.d. behooren niet te wor
den belast.
Spr. is voorstander voor volksspeeltui
nen, al acht hij het ui;getrokken bedrag
voor Zuiderkwaitier vrij hoog. Hij geeft B.
en W. in overweging cm geen maatregelen
te treffen, welke de bloei van de vereem-
ging zullen belemmeren. Dan kan de sub
sidie langzamerhand verminderen.
DE WETHOUDERS AAN HET WOORD.
'Wethouder Reimeringer.
Wethouder Reimeringer zou gaar
ne eenige opmerkingen maken naar aan
leiding van het gesprokene door den heer
v. Eqk. In één land is de illusie van den
heer v. Eek verwezenlijkt, doch wanneer wij
zien hoe duizenden uit Rusland zijn ver
dreven door honger en ellende, dan blijkt
daaruit, dat de vernietiging van het kapi
talisme toch niet zoo'n groot geluk is.
De heer Bosman heeft de bloei van Lei
den ter sprake gebracht. Spr. moet con-
stateeren, dat er in het afgeloopen jaar
300 personen meer Leiden ver'aten hebben
dan er zich hebben gevestigd. De heer
Bosman heelt aangedrongen op vestiging
van meerdere industrie, maar dan moet er
plaats voor zijn. Een niet bloeiende indus
trie is geen voordeel, maar een ramp< voor
een stad. Wanneer straks de belastingen
zullen gaan dalen, twijfelt spr. niet of Lei
den zal zijn vroegere aantrekkelijkheid
herwinnen.
Wethouder Tepe.
Wethouder Tepe" ze?t, dat het meer en
meer gebruikelijk wordt bij de algemeene
beschouwingen te 6prcLcn over zaken, die
rr.et de begroeting niets te maken hebben.
De wethouders zullen daaraan niet mee
deen- De heer Groeneveld heeft verschei
dene opmerkingen gemaakt op onderv. •*,-
gebied. .Zoo heeft hij een openbare school
in het Haagwegkwartier voorgesteld. De
raad heeft echter besloten te wachten tot
de brug aan het Galgewater er is. De heer
Groeneveld lieoft niet aangetoond, dat de
bouw van die school thans noodzakelijk is.
Van een tekort aan schoolruimte voor de
bewoners van het Haagwegkwartier is z.i.
geen sprake.
De brue zal riet zoo lang meer op zich
laten wachtende plannen hebben het sta
dium van voorbereiding reeds achter den
rug.
Wat het verlangen van den heer Groene
veld betreft naar meer opleidingssc*.. *an.
meent spr. dat daaraan geen behoefte is,
hetgeen spr. met cijfers aantoont. De
heer Groeneveld wil het gymnastiekonder
wijs door vak-onderwijzers doen geven,
doch ook hier heeft hij de noodzakelijk
heid niet aangetoond. Spr. geeft verder
toe, dat de plaatselijke schoolcommissie ook
gehoord meet worden ip zaken van bijz.
onderwijs. Deze zaken zijn echter bijna al
tijd van zuiver formee'en aard, zoodat haar
advies overbodig is. De commissie van bij
stand voor het onderwijs heeft maar een
maal vergaderd in 1929, hetgeen nog nmt
zeggen wil, dat geen onderwerpen door de
commissie behandeld zijn. Welke onder
werpen zijn dan in den raad behandeld,
waarbij de commissie had moeten zijn ge
hoord
De heer Groeneveld wil een tweede cen
trale schooldo heer Meynen heeft daar
op reeds geantwoord. Spr. wijst er boven
dien nog op, hoe bezwaarlijk het is, een
school te splitsen. De groote voordeelen
van centra'isatie gaan dan verloren. Iede
re onderwijsman zou zulk een snlitsi"'» een
ramp vinden voor do centrale school.
Vervolgens erkent spr., dat do tijd, ver-
loopen tusschen het aannemen van het
voors«tel tot uitwerking van een nieuwe ?.e-
waarschoolregeling en thans, zeer lang is
geweest. Had spr. echter de zaak niet zoo
breed -opgevat, dan zou er van een nieu
we bewaarschool in het Kooikwartier niets
gekomen zijn. Verder heeft de Stadhuis
brand stagnatie gegeven, doch de voor
naamste reden van de stagnatie ligt el
ders. Spr. wil daar niet verder op ingaan,
het zal spoedig genoeg ter sprake komen.
Den heer v. Es geeft spr. ten antwoord, dat
hij diens standpunt persoonlijk niet deelt.
De heer Groeneveld heeft Maandagavond
gesproken op een toon, die zijn monopolie
is. Volgens hem had de wethouder van
onderwijs geen initiatief en waren er blijk
baar geen ernslïge zaken aan het depar
tement van onderwijs. Spr. wijst er echter
op, dat men aan uiterlijke teekenen niet
altijd kan beoordeelen of een wethouder
veel of weinig te doen heeft.
De heer Groeneveld zoide toen ironisch,
dat hij zoo'n gemakkelijk baantje als dat
van wethouder van onderwijs best zou
willen aanvaarden. Dat valt spr. tegen
van den heer Groeneveld. Deze heeft an
ders altijd andere dan gemakkelijke baan
tjes geambieerd en vervolgens wenscht hij
dan voor zich een arbeidsloos inkomen,
waaraan p.g. v. Eek zoo'n hekel heeft.
(Groot gelach).
De heer Groeneveld heeft alleen zijn
ontevredenheid geuit, maar niet gezegd
waarom. Spr. meent, dat de reden daar
van is, dat spr. niet genoeg meegaat met
de wenschen van de S.D.A.P. Spr. zou het
dan heel wat gemakkelijker gehad hebben,
dcch zoolang er een rochtsoh college is,
zal er een rechtsch beleid gevoerd worden,
terwijl niemand zal ontkennen, dat het
college een volmaakto objectiviteit in acht
neemt.
Spr. gaat accoord met liet voorstel van
den heer Spendel tot uitbreiding van de
commissie voor het bewaarschoolonder-
wijs. Hij geeft ovenwei in overweging
daarmee te wachten tot na de beslissing
over de kwcctio van het bewaarschool-
onderwijs en het voorstel dan in handen
van B. en W. te stellen om praeadvies.
De vergadering wordt daarna geschorst
tot 's avonds 8.15 uur.
AVONDZITTING.
Het gemeentepersoneel.
Wethouder Tepe vervolgt zijn rede
met de beantwoording der opmerkingen
over het gemeentepersoneel. Het voorstel-
v. Eek inzake medezeggenschap is reeds
tweemaal ingediend hij acht het tijd ver
morsen cm daarop langdurig in te gaan.
Spr. herinnert aan zijn betoog van verleden
jaar. Uit het weigeren van een prcef mei
medezeggenschap spreekt geen mindere
„Arbeiterfreundlichkeit", doch er heerscht
allesbehalve eenstemmigheid omtrent dit
punt, vooral op het gebied van het over
heidsbedrijf. Onder de Katholieken vindt
men vele voorstanders voor medezeggen
schap, althans in het particulier bedrijf. In
Haarlem heeft de Katholieke wethouder
mr. Heerkens een proef geucmen met een
begfn van medezeggenschap in het ge
meentebedrijf. Het is voor hem een bit
tere teleurstelling geworden, de arbeiders
bleken zich uitsluitend te interesseeren
voor de arbeidsvoorwaarden. En deze me
dezeggenschap hebben wij in Leiden ook.
Wij hebben het Georg. Overleg. Som
mige sprekers hebben reorganisatie-wem-
schen uitgesproken, doch geen wijzigings
voorstellen ingediend. Men wil de commis
sie ad hoe opheffen, omdat zij een anoma
lie zou zijn. Spr. raadt den gemeenteraad
aan, een beslissing daaromtrent nog niet
te nemen en het rapport van de commis
sie zelf af te wachten.
De heer Verwey: Wilt u mijn voor
stel niet in praeadvies nemen?
Wethouder Tepe: IKit komt op het
zelfde neer. De heer Eikerbout is be
vreesd, dat de commissie het Georg. Over
leg in den weg staat, doch spr. acht dit on
mogelijk. Het rapport van de commissie
ad hoe wordt natuurlijk om praeadvies ge
zonden en dan komt de zaak vanzelf in
het Georg. Overleg. Schaft men thans die
commissie af, dan is het eenige gevolg, dat
B. en W. op eigen houtje hun inlichtingen
gaan inwinnen. Verschillendo sprekers
hebben verbetering van de positie van het
gemeentepersoneel bepleit. B. en W. zullen
dit vraagstuk zeer zeker onder de oogen
zien, ook al weer door middel van de com
missie ad hoe.
De kwestie van het losse personeel zal
onderzocht moeien worden. Het feit, dat
er veel los personeel is, zegt op zich nog
niets. B. en W. staan niet op het stand
punt, dat alleen het voordeel voor de ge
meente doorslaggevend is. Bovendien is er
onlangs ook een wettelijke regeling voor
los personeel tot stand gekomen.
Het werkliedenreg'ement laat lang op
zich wachten doch de brand heeft groote
stagnatie veroorzaakt, terwijl ook gewacht
moest worden op de aanneming van de
Ambtenarenwet, welke op 1 Sept. 1931 in
werking treedt.
Wethouder Goslinga.
Wethouder Goslinga bespreekt eerst
de sociale zaken. Spr. zal in hoofdlijnen den
h^er v. Eek volgen.
De heer v. Stralen: Zoo, zoo
Wethouder Goslinga: Ja, alleen wat
den vorm betreft. De sociale gemeente
politiek neemt een groot deel in in deze
begrooting. Z.i. is de sociale nood in de
eerste plaats een geestelijke nood; de af
val van God is de oorzaak van do maat
schappelijke ellende. De mensch leeft niet
van brood alleen. Do stoffelijke welvaart
in Amerika vermaterialiseert de massa af
schuwelijk, terwijl de ellende van Rusland
de bloei beteekent van allerlei religieuze
gemeenschappon. Dat do S.D.A.P. do ver
tegenwoordigster zou zijn van dat deel dor
bevolking, dat in nood verkeert, ontkent
spr. en wijst erop, dat het Haagsche Volk
geenszins in die richting wijst. Spr. betwij
felt of een gemeentelijke levensmiddelen-
voorziening de oplossing van den socialen
nood brengen zal. De heer v. Eek heeft
niet aangetoond, dat de levensmiddelen
daardoor goedkooper worden. Amsterdam
geeft een ander beeld. Van verlaging van
den gasprijs verwacht de heer v. Eek heil,
dcch er zijn 8100 kleine verbruikers waar
op de gasfabriek geld toelegt, en wanneer
v. Eck's voorstel wordt aangenomen be
teekent dat een voordeel voor hen van.
2.per jaar. Een minimaal voordcel te
genover een groot financieel verlies voor
de lichtfabrieken. Het voorstel beteekent
niets anders dan een uitdeeling van de
gelden der lichtfabrieken aan de kleine
vorbruikers, die lang niet allen rain-vermo-
gend zijn. De groote winst zit den hecren
dwars, doch in A'dam is heb nog erger,
terwijl men niet moet vergeten, dat oen
groot deel van die winst komt uit de bui
tengemeenten. In A'dam zijn de tarieven
bij alle winst nog hooger dan hier. Spr. ont
kent, dat de tarieven even hoog zijn als
voor den oorlog. De loonen en sociale las
ten zijn thans 180 pet. hooger dan in 1913,
zoodat wij 14 ct. voor gas zouden moeten
betalen, wilden wij op hetzelfde niveau
zijn als in 1913. En als wij thans 9 ct. be
talen, wil de heer van Eek dan nog vol
houden, dat het publiek niet geprofiteerd
heeft van de vooruitgang der techniek?
Dat is het toppunt! (Groot gelach).
De heer v. Eek heeft ook den bolasting-
druk besproken. Het college had gaarne
verder gegaan met belastingverlaging, doch
meent thans niet verder te kunnen. Do
heer v. Stralen heeft do werkloos
heid inhaerent genoemd aan hot kapitalis
me. Doch in Frankrijk en België is geen
werkloosheid en in Rusland wel. In Moskou
vreten zo do vuilnisbakken leeg! Wat do
werkverruiming betreft, kan spr. kort zijn.
Het college is in dit opzicht buitengewoon
actief en mede daardoor is do werkloosheid
hier aanzienlijk verminderd.
De werkverschaffing aan de L. Hout
heelt zeer gunstig gewerkt, ook als reclas-
seeringsinstituut. De heer v. Stralen heeft
dat ontkend, doch hij is oen leek in dat
opzicht en spr. zelf laat zich daarbij voor
lichten door deskundigen. Do loonen zijn
heel behoorlijk. Voorstellen van B. en W.
zullen de raad binnenkort bereiken, doch
B. en W. willen de L. Hout niet gebrui
ken als middel van werkverruiming maar
van werkverschaffing. Dat alle maatrege
len inzake de werkloosheidssteun niet de
instemming hadden der vakorganisaties
begrijpt spr., doch wat do heer v. Stralen
wil met zijn toeslag is in strijd mot een
goede werkloozenzorg cn tast hot prin
cipe van do werkloosheidsverzekering aan,
bet is onsociaal. Dat het in de koude pe
riode geschiedde, was uit nood. Voor de
land- en tuinbouwarbeiders zou het noodig
zijn, doch hoevelen zijn er hier in Leiden?
De bouwvakarbeiders hebben een kas, die
bijna zoo groot is als do Leidsche reserve!
Zoo'n toeslag zou een regelrechte steun
aan de vakvereenigingen zijn.