21ste Jaargang
MAANDAG 13 JANUARI 1930
No. 6381
VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
PAUSELIJKE ENCYCLIEK
BUITENLAND
9e
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per postf 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Dit blad verschijnt eiken dag, uitgezonderd Zon- en Feestdagen
II
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
OVER DE OPVOEDING DER JEUGD
Z. H. de Paus heeft een encycliek
uitgevaardigd over de opvoeding der
jeugd.
Wij ontleenen daaraan voor heden
de algemeene strekking, zooals die uit
Rome aan de „Msbd." is geseind.
Wie heeft tot taak de opvoeding
te geven? De Kerk op de
eerste plaats.
De opvoeding, zoo luidt het in den
aanhef, is wezenlijk een sociaal werk;
en de noodzakelijke maatschappelijke
inrichtingen, waarin de mensch gebo
ren is, moeten bij die opvoeding, elke
op de wijze, welke met het doel van
haar bestaan overeenkomt, medewer
ken: het gezin; de burgerlijke maat
schappij, die tot de natuurlijke orde
behoort; de Kerk, die van een boven
natuurlijke orde is.
En de Kerk op de eerste plaats.
Zij kan een dubbelen rechtstitel doen
gelden op de uitoefening van de opvoe
dingstaak, krachtens het woord van
Christus, Die Haar de opdracht gaf:
Gaat en onderwijst alle volken, en
krachtens haar bovennatuurlijk moe
derschap, daar zij den zielen het leven
der genade geeft, dat leven voedt en
leidt.
Met volste recht dus en in volkomen
onafhankelijkheid waakt de Kerk over
alles, wat op de oovoeding betrekking
heeft, de lichamelijke opvoeding niet
uitgezonderd.
Den staat wordt hierdoor geen na
deel gedaan, want de Kerk is er geens
zins tegen, dat in de verschillende lan
den de scholen en andere opvoedings
inrichtingen zich aanpassen aan de
wettelijke voorschriften der burgerlijke
autoriteiten. Zij is steeds bereid, met
deze autoriteiten overleg te plegen, om
eventueele moeilijkheden door een
vriendschappelijk accoord uit den weg
te ruimen.
Het recht en de plicht van
de ouders.
Kerk en Staat Kerk op de eerste
plaats moeten, aldus de encycliek,
aan de opvoeding medewerken.
De opvoeding berust allereerst bij
het gezin. Hieromtrent zegt de ency
cliek o.m.:
Men komt in conflict met de alge
meene overtuiging van het menschdom,
als men beweert, dat het kind den
Staat toehoort. Het recht van het gezin
wordt daarentegen wettelijk erkend
bij de volken, die het natuurrecht in de
openbare instellingen eerbiedigen wil
len. Zoo heeft nog onlangs, in het jaar
1925, het ooperste gerechtshof der
Vereenigde Staten verklaard, dat de
Staat geenszins het recht heeft, de
jeugd te dwingen, haar onderwijs uit
sluitend in de staatsscholen te halen.
En deze uitspraak werd gemotiveerd
met de verklaring, dat het kind niet
was een schepping van den Staat en
dat zijn ouders het recht en den plicht
hadden het voor de vervulling van zijn
plichten op te voeden.
De Staat moet de taak der Kerk
en der gezinnen aanvullen, niet
vervangen.
De Paus zet dan uiteen, wat de taak
van den Staat is.
Zijn taak is het, de opvoeding en het
onderricht der jeugd door begunsti
ging en ondersteuning der ondernemin
gen der Kerk en der gezinnen te bevor
deren, ze aan te vullen door zijn eigen
scholen.
Het kan verlangen, dat alle burgers
een zekere kennis van hun burgerlijke
en nationale rechten en een zekeren
graad van intellectueele, moreele en
physieke cultuur bezitten, zooals die
met de omstandigheden van onzen tijd
overeenkomt.
Bijgevolg geen monopolie, dat de
gezinnen zou dwingen, hun kinderen
tegen de eischen van het christelijk ge
vreten, of ook maar gerechtvaardigde
wenschen naar staatsscholen te zenden.
Tegen overdreven nationalisme
en ontaarding der lichamelijke
opvoeding.
De Staat kan eigen scholen hebben,
maar de Paus waarschuwt voor een
verkeerde opvoedingsmethode op deze
scholen.
De Staat heeft echter het recht, zich
de oprichting en leiding der voorberei
dingsscholen voor zijn eigen openbare
ambten voor te behouden, inzonderheid
voor den militairen dienst, op voor
waarde, dat de rechten der Kerk en
van het gezin niet aangetast worden.
Een vermaning, die niet overbodig is
tegenover het overdreven en valsche
nationalisme, den vijand van waar ge
luk en ware welvaart, die in onze da
gen zijn invloed uitbreidt, en ook te
genover het streven, de juiste grenzen
te overschrijden in de militaire organi
satie, de physieke opvoeding der man
nelijke en zelfs der vrouwelijke jeugd,
waarbij men zelfs zoo ver gaat, dat
men den tijd in beslag neemt, die op
Zondag voor de religieuse plichten of
het heiligdom van het gezinsleven moet
voorbehouden blijven.
De Paus veroordeelt echter geens
zins dat, wat er voor goeds kan zijn in
den geest der discioline en van den ge-
oorloofden moed bij deze methoden,
maar slechts den geest der geweldda
digheid en de overschatting van het
athletendom. dat ook in de oudheid de
ontaard;ng der lichamelijk opvoeding
kenmerkte.
Kerk en Staat.
De Paus vat samen de taak van Kerk
eenerzijds en Staat anderzijds in deze
f orrauleering
Alles, wat bij de menschelijke aan
gelegenheden op het heil der zielen be
trekking heeft, behoort tot de compe
tentie der Kerk. Alles, wat tot de bur
gerlijke en politieke orde behoort, valt
onder de competentie van den Staat,
daar Jesus Christus bevolen heeft, den
keizer te geven, wat des keizers is en
Gode wat Godes is.
De lichtvaardige nieuwig
heden" in de opvoeding.
De Paus wijst er verder op, dat niet
vergeten mag worden dat opgevoed
moet worden de mensch, met een door
de erfzonde verzwakten wil en ongere
gelde begeerten. En Z.H. vervolgt dan:
Vandaar de valschheid en het gevaar
van elk paedagogisch naturalisme, zoo
als dat van een zoogenaamde sexueele
opvoeding met haar lichtvaardige nieu
wigheden, of het nog ergere gevaar der
c-oëducatie der geslachten.
Het milieu is vooral het gezin en men
moet hier de ontaarding der gezinnen
betreuren, evenals het streven, het
kind van het gezin te scheiden.
Er is een land, waar de kinderen aan
de gezinnen worden ontrukt, om ze
over te geven aan vereenigingen en
scholen zonder God, waar men hun
godsdienstloosheid en haat instort, vol
gens de uiterste leer van het socia
lisme.
De Kerk is het opvoedingsmilieu,
niet alleen door Haar Sacramenten en
godsdienstoefeningen, niet alleen door
Haar materieele entourage, maar ook
door het groot aantal Harer vereeni
gingen en inrichtingen, die in zich be
stemd zijn, op te voeden tot vroomheid.
Met betrekking tot de school moeten
het gezin en de Kerk één volmaakte
moreele eenheid vormen, een eenig hpi-
ligdom, dat aan de christelijke opvoe
ding is gewijd.
Geen neutrale of laïcistische school.
Deze is in strijd met de principen, wel
ke ten grondslag liggen aan de opvoe
ding. Zelfs bij volkeren, die in geloofs
zaken verdeeld zijn; voorbeelden be
wijzen zulks.
Is het mogelijk een schoolorganisa
tie te verwezenlijken, die overeenstemt
met de rechten van het gezin en de
grondslagen der gerechtigheid respec
teert? Het is voor de Katholieken zaak
dat zij, ten koste zelfs van de grootrte
offers, daar waar hun deze wettelijke
faciliteiten niet zijn toegestaan, scholen
voor hunne kinderen oprichten en in
stand houden.
Geen taak raakt meer direct de ka
tholieke actie, geene ook dient beter
de nationale belangen.
Immers de goede Katholiek is ook
de beste staatsburger, aanhankelijk
aan zijn land, loyaal gehoorzamend
aan de burgerlijke overheid, onver
schillig onder welken regeeringsvorm.
Het milieu, waarin de opvoedmg ge
schiedt, is ook de hedendaagsche we
reld met het gevaar voor haar verder
felijke boeken, harer bmscooovoorstel-
lingen, zooals zij al te dikwijls zijn, en
zelfs van den radio-omroep.
DE HAAGSCHE CONFERENTIE
DE BESPREKINGEN.
Naar uit Den Haag gemeld wordt, zal
de Duitsche minister van buitenlandsche
zaken, dr. Curlius zich niet naar Genève
begeven, doch in Den Haag blijven.
Staatssecretaris von Schubert vertrok
Zaterdag naar Genève om Duitschland in
den raad van den volkenbond te vertegen
woordigen.
De besprekingen te Den Haag waren nog
niet zoover gevorderd, dat dr. Curtius naar
Genève kon vertrekken. Eerder was Ge
toestand moeilijker geworden.
Minister Snowden had n.l. verklaard,
dat het onduldbaar was, zoo weinig als
men was opgeschoten.
Hoezeer hij het ook betreurde, het wat»
absoluut noodzakelijk, den Duitschers iets
onaangenaams te zeggen, en daar de an
deren het niet deden, zou hij het wel doen.
Men was nu een week hier en feitelijk
nog niets opgeschoten. Hij had geen lust
zijn hee'.e leven in Den Haag door te bren
gen en men moest nu tot beslissingen ko
men. Wanneer men als gevolmachtigde ge
delegeerde optreedt, dan moet men zelf
ook zijn beslissingen nomen, en niet weer
bij anderen raad gaan inwinnen. Als de
Duitschers geen zin in het plan-Young had
den en de regeling-Dawes prefereerden,
dan moesten zij dat maar ineens zeggen.
In verband met dit optreden van Snow
den was er eenige zenuwachtigheid merk
baar, welke evenwel in den loop van den
Zondag weer verdwenen was. Er is onder
ling weer druk geconfereerd en alles wat
men hoort, is, dat de besprekingen lang
zaam' vorderen.
In de Engelsehe persconferentie is hel
volgende meegedeeld:
De toestand is wellicht het best zoo re
schetsen, dat men tot nu toe overstroomin
gen had, die men thans poogt te kanalisec-
ren. Het schijnt, dat men langzamerhand
naar een oplossing toegaat.
Ofschoon men niet kan zeggen, dat
overeenstemming bereikt is, schijnt de weg
er heen open te zijn.
De beprekingen der Fransche en Duit
sche delegat:,-- worden heden voortgezet
met het doel op deze basis een formule
te vinden.
Afgesproken werd, dat de Duitsche re
geering zal trachten vóór a.s. Woensdag
een overeenkomst tot stand te brengen
over de liquidatie van het verleden, met
eenige staten, in het bijzonder met Italië
en de Britsche dominions.
De Holl. pers bij .Tardieu.
De Fransche minister-president Tardieu
heeft gisteren een dertigtal Hollandsche
journalisten bij zich op de thee genoodigd,
waar hij zich zeer amicaal met hen onder
hield.
Hij deelde mede, dat hij hedenavond
(Maandagavond) naar Parijs zou vertrek
ken en Woensdag waarschijnlijk weer te
rug zou zijn.
BELGIE
HET VISSCHERIJ-BEDRIJF IN
OSTENDE BEDREIGD.
De Antwerpsche correspondent van de
„Msb." meldt:
De bond der Belgische Zeevischreede-
Dit nummer bestaat uit twee bladen
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Het visscherij-bedrijf van Ostende be
dreigd.
De aankomst van het zesde retourvlieg-
tuig op Schiphol. (Luchtv., 2e blad).
Storm op de Engelsehe kust. (Builenl.
Berichten, 2e blad).
BINNENLAND.
Een dijkverzakking aan den spoorweg
RotterdamGouJa. (Gem. Berichten, 2de
blad).
Een ernstig auto-ongeluk te Assendelft.
Twee dooden. (Gem. Berichten, 2e blad).
Doodslag te Stamproy. (Gem. Berichten,
2de blad).
De Nieuwjaarsrede van den burgemees
ter van Leiden. (2de blad).
rijen hoeft oen verzoekschrift gericht tot
de betrokken ministers, waarin gewezen
wordt op don hachelijken toestand in het
bedrijf ten gevolge van het gebrek aan
personeel. In het afgeloopen jaar heeft
men daarvan de gevolgen reeds ernstig
gevoold. Verscheidene schepen werden
verkocht aan buitenlandsche reedorijen,
andere werden onttakeld en in de haven
van Ostende opgelegd; weer andere ree-
derijen hebben te kennen gegeven dat zij
dit >aar dezelfde maatregelen zullen moe
ten nemen.
Indien de huidige toestand blijft voort
duren dan mag men er zeker van zijn, dat
alle stoomsloepen zullen verdwijnen, waar
mee de Visscherij-haven van Ostende ge
heel in verval zou geraken.
Do oorzaken van dezen toestand is ge
brek aan personeel. Reeds meer dan zes
jaar geleden hebben de rcederijen by de
regeering aangedrongen maatregelen te
nemen, door bijvoorbeeld voor te schrijven
dat op elk visscherschip een of twee
scheepjongens zouden geplaatst worden.
Tot nu toe is daaraan geen gevolg gege
ven. En de toestand is nu zoo, dat op
de 172 sloepen welke Ostende als thuisha
ven hebben, honderd geen scheepsjongen
aan boord nemen. Op die manier worden
de opleiding en de aankweek van perso
neel natuurlijk ten zeerste tegengewerkt
en baat het al heel weinig prachtige vis-
scherij-scholen in te richten. Wrat meer is,
Re regeering werkt nog op andere wijze
mee om het gebrek aan personeel te ver-
grooten. Zij recruteert nl. het personeel
voor haar staatsdiensten, zooals voor de
passagiersbooten Ostende-Dover, uit de
visschers van Ostende.
Om het visschersbedrijf te redden
vraagt de bond van rcederijen aan de be
trokken minister, dab de reeds vroeger
aangegeven middelen zouden worden
toegepast.
IN HET VEILIGHEIDS
MUSEUM te Amsterdam
heeft Minister Verschuur
Zaterdag de tentoonstelling
van Acetyleentoestellen ge
opend. Van 1. n. r.: Grevers
ir, Gorter, ir. H. J. Sclicu
te, en Minister Verschuur
MET- HET S.S. „KERK
PLEIN" zijn* Zaterdag
eenige leden van de gered
de bemanning van het ver
gane S.S. „Hofplein" te
Rotterdam binnengekomen
De eerste machinist Konin;
wordt door vrouw en kin
deren verwelkomd.