BINNENLAND STADSNIEUWS KERKNIEUWS ZATERDAG 21 DECEMBER 1929 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. S TWEEDE KAMER. De begrootingsarbeid geëindigd. De vuilverwijdering. De begrootinsarbeid is geëindigd. „Wegenfonds" en „Staatsmijnen" zijn klaargekomen. Vermelden wij even, dat bij 'het Wegenfonds de heer Ter Laan (S.D.) pleitte voor een sneller tempo in de verbe tering van den weg LeidenBodegraven. Het wetje betreffende den afvoer van Haagsch stadsvuil naar Drente heeft de Kamer niet lang opgehouden. Er zijn goede woorden voor Nieuwkoop gesproken door de heeren Ter Laan en Lovink, en de heer Van den Heuvel kon bet voorbijgaan van de aanbiedingen van particulieren niet goed keuren, waarna minister Ruys de Beeren- brouck uiteenzette, waarom de eisch van absolute bedrijfszekerheid tot den door Den Haag gekozen weg had geleid. De pleiters voor Nieuwkoop kregen de toezegging, dat de Minister gaarne wil onderzoeken, welke streken na Drente,dat moest voorgaan, voor stadsvuil in aanmerking zullen moeten ko men. Niemand was tegen het wetsotwerp. 11 Februari komt de Tweede Kamer weer 'bijeen. Haar wacht dan belangrijk werk: 'behalve de begrootingen van Ned. Indië en Suriname, de Winkelsluiting, de 'herziening der Drankwet en de Wegenwet. MGR. VAN DE WETERING EN DE ARBEIDERSBEWEGING. Zijn rechtvaardigheidsgevoel. Tn een toespraak, welke de adviseur van het R.K. Werkliedenverbond Kanunnik J. G. van Sohaik hield voor de algemeene ver gadering, werd en treffend staaltje ver haald van het medeleven van Monseigneur met de arbeiders en de actie van het Ver bond: „Nog een paar weken voor zijn dood was ik met den Aartsbisschop op reis voor het bisdom, toen hij plots uitviel: „Heb je dat gelezen van die ontslagkwestie van die ar beiders, dat kan er niet mee door. Heb je daar achter 'heen gezeten?" Ik aldus vervolgde pastoor Van Sehaik antwoordde: Laat dit maar aan de arbeidersbeweging over, ze zullen die zaak wel opknappen. Er werd dien dag niet meer over 't ge val gepraat. Den volgenden dag. Plots zegt me "de Aartsbisschop: zeg, ik heb die en die ge schreven over de ontslagkwestie, want dit gaat maar zoo niet en nou moet jij die en die sohrijven. Goed, Monseigneur. Weer den volgenden dag. Til Utrecht. Rrrrrtde telefoon gaat. Secretaris van het Aartsbisdom aan de telefoon: „Mgr. vraagt of u er om gedacht hebt om te schrijven?" „Ja, de zaak komt in orde". „O, dan is 't goed". Dit is een van de vele staaltjes die ik heb meegemaakt voegde Kanunnik Van Sehaik eraan toe. BESCHAVING! Aan een verslag in de „N. R. Crt." ont- leenen wij dit fraais: „Camera strafte daarna Diener krach tig af, waarbij hij hem herhaaldelijk tegen het hoofd trof. Diener werd tegen de tou wen gegooid, waarbij hij eenige hevige aan vallen had te doorstaan. Diener viel in de volgende ronde, waarbij Camera hem wel willend op de been hielp, en hem vriendelijk op den rug klopte. Camera bewerkte de kaak va.i den Dudtscher op krachtige wijze, doch Diener doorstond dat glimlachend, wat men echter slechts ten deele kon zien doordat zijn gezicht sterk gezwollen was. Hierna slaagde Diener er in drie stooten op Camera's maag te doen belanden. Car- mera sloeg Diener hierna voortdurend op den mond, doch de Duitscher bleef glim lachen. Ten slotte waren Diener's oogen vrijwel gesloten, waarop de scheidsrechter fcusschenbeide kwam en de overwinning aan Camera toekende". De mensch heeft hefc vaak over cynisch en beestachtig.... doch er zijn geen dieren die zóó bun soortgenooten te lijf gaan Nog wel onder instemmend gebrul van dui zenden toeschouwers! Maar de mensch is dan ook beschaafd!.. Deze fraaie vertooning had ditmaal te Londen plaats. In Nederland gaat het net zoo. Wanneer tooh zuilen deze monster achtigheden eens radicaal verboden wor den. Of moeten we dan toch met de bescha ving onzer christelijke landen weer terug naar de beruchte tijden van het Romeinsche Rijk met zijn „brood en spelen" en zijn gla diatoren: Ave Cesar, morituri te salutant, wees gegroet, ede] publiek, zij, die el kaar als walde beesten te lijf gaan groe ten u? „Res." Het „Katholiek Sociaal Weekblad". Wij maakten enkele weken geleden mel ding van den noodkreet, dien de redactie van het „Katholiek Sociaal Weekblad" slaakte en waarin werd medegedeeld, dat, tenzij vóór 1 Januari zich 400 nieuwe abon- né's opgaven, de uitgave met het beëindi gen van dezen jaargang moest worden ge staakt.' Het heeft niet mogen baten. Katholiek Nederland heeft, zoo meldt de „Maasb.", niet voldoende ambitie getoond om het voortbestaan van dit orgaan mogelijk te maken en de drie en twintigste jaargang zal door geen vier en twintigste worden gevolgd. Wat wij van 'harte betreuren. De volgende week verschijnt bet laatste pummer. VAN 19 TOT 20 DECEMBER worden te Groningen in de Harmonie door de Groningsche Biljartclubs de wedstrijden van het Europeescb Kampioenschap georganiseerd. Moons (België) in actie Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal geen audiëntie verleenen. DE WINST OP DE EXPLOITATIE VAN HET GEMEENTELIJK SLACHTHUIS. (Ingezonden). Er bestaat een verouderde wet, die sinds jaar en dag de zoozeer gevreesde tiende penning eischt van den slager en dan be doelen wij hier, de wet van den accijns op het geslaoht. Gezien de laatste Tweede Ka- nier-verslagen en de wederom verworpen „motie-Oud", blijkt zonneklaar, dat het o\ergroote deel onzer vólks vertegenwoordi gers, op het historische Haagsche Binnen hof gezeteld, de ideeën van den „IJzeren Hertog" van Al va nog niet willen prijsgeven Deze wet blijft gehandhaafd en van ieder rund dat de Nederlandsche slager slacht, moet hij van de waarde 10 pet. blijven offe ren voor den schatkist van ons aller Vader tje Staat. Duur vee en dure accijns, met als logisch gevolg hooge vleeschorijzen. Wie is hiervan de dupe? Het Nederland sche volk in 'het algemeen, dat het gebruik van vleesch niet als een weelde beschouwt, maar zeer terecht als een graag gewild volksvoedsel. Deze accijns beteekent echter een groote belastingdruk op het slagersbedrijf. Bleef het hierbij, dan zou niettemin de toestand in ons bedriif al verschrikkeMjk genoeg zijn. Doch helaas drukt dit be'as- tingjuk nog heviger en wel van den kant der gemeente. De wetgever toch heeft, wat betreft de uitvoering der Vleeschkeuringswet, dit overgelaten aan de vele vemeerten in het alcemeen, waaraan ons kleine land;e zoo n"k is. Tede-e gemeente op zich heeft, wat betreft de uitvoering dier soci°le wet, daar in vrij mandaat, kan een slachthuis explni- tee-en en den slager dwingen dit slacht- 'huisbedrijf op gang te honden, door va-n de inrichting van dit slachthuis gebruik te maken. Nu komt er teltenjare een nost on de be grooting voor. die komt vertellen, hoe hoog de winst is door onze gemeente uit de ex- nloïtatie van het Gemeentelijk Shichtbuis- be^riif getrokken. De laagste maal dat deze mededeeb'ng onenbaar werd gemaakt bleek deze „whist" te bedragen zoo ongeveer f BH.OOO, welke winst als een gemeentebe lasting op het Leidsehe Slagersbedrijf rust. Des te heviger komt de vraag t'har>s naar voren of deze vorm van belastingheffing die ons lijkt a's een gemeentelijke v^esch- accijns wel de juiste vorm van belasting heffing is en of de billijkheid daarvan niet in het gedrang komt. Immers, als er zich in den laatsten tijd een moeilijkheid voor het slagersbedrijf gaat voordoen, dan is het wel de toenemen de zucht van gemeentebesturen om steeds meer financieele lasten op het slage~sbedrijf te leggen, niet enkel om voorschriften te geven, welke in het belang der volksgezond heid zijn, doch ook om door middel dezer voorschriften nog belangrijke bedragen jaarlijks uit het slagersbedrijf te trekken. We zullen de laatsten zijn om te betwis ten dat er een tijd geweest is dat de ge meentebesturen zich voor groote, drukken de lasten zagen gesteld, ook het bestuur onzer gemeente. Alle middelen werden tqpn ter hand genomen om de zoo groote uitga ven te bestrijden en de z.g. winsten uit de gemeentebedrijven werden een der mach tigste bronnen, welke de begrooting slui tend moesten maken. Ook op dit oogenblik echter huldigt onze gemeente nog dit sys teem, niet zoozeer om de begrooting slui tend te maken als wel om de bedragen als een belasting uit het slagersbedrijf ge trokken in de gemeentekas te storten of wel aan te wenden om de algemeene be- stuursonkosten onzer gemeente te bestrij den. Ten bewijze hiervan moge de hierbo ven aangehaalde cijfers dienen. En dat, ter wijl de crisisjaren tooh tot het verleden be- hooren. De-vraag kan dus zeer zeker gesteld wor den of deze vorm van belastingheffing thans nog past, in het kader onzer gemeentelijke finaocieëring, vooral omdat hierdoor de verbruiker van het artikel, hetwelk door de gemeente wordt geleverd, gedwongen wordt mede te betalen aan de huishouding der ge meente, zonder dat hier het,princioe „draag kracht naar vermogen" aanwezig is. Bij de exploitatie van het gemeentelijke slachthuis staat de gemeente voor haar taak, n.l. de uitvoering van een sociale wet in het belang alleen van de volksgezond heid in het leven geroepen, zonder dat de uitvoering daarvan, volgens den uitdrukke- lijken wensch onzer regeering, zoodanig mag zijn, dat zij als winstobject dienst doet. Immers,, gaat een gemeente het stand punt innemen dat alle tot haar taak be- hoorende diensten in het algemeen belang z.g. „winsten" moeten opleveren, dan zulks ook moeten geschieden met de openbare veiligheid, brandweer, politie, zelfs ook met den reinigingsdienst. Waarom moeten deze diensten geen winsten opleveren en waar om moet de exploitatie van het gemeente lijk slachthuis in onze gemeente meer dan vijftigduizend gulden winst afwerpen in één jaar? Is dat ons bedrijf niet noodeloos be lasten en meehelpen een graag begeerd en goed volksvoedsel minder gemakkelijk te brengen, ook in het bereik der arbeidende klasse? Deze belasting op het slagersbedrijf is, bezien uit een oogpunt van strikte billijk heid, moeilijk houdbaar. Daarbij komt nog dat de slager een van de grootste gebruikers van licht cn drijf- kraoht, dus electriciteit is. Dit wordt door 'hem in ruime mate afgenomen als gevolg van zijn bedrijf. Doordat hij zelf van vele waren de producent is, gebruikt hij meer stroom dan zijn overige collega'smidden- standers en in verhouding meer dan elk ander. Met het gasverbruik is dit eveneens zoo gesteld, Doordat het koken op gas in het slagersbedrijf, dank zij de uitvinding der gasfornuizen, in sterke mate toeneemt, wordt ook dit in ruime mate afgenomen bo ven andere middenstands-bedrijven. Ook*het waterverbruik is bij hem grooter en het behoeft geem nadere uiteenzetting dat de slager meer water gebruikt in zijn bedrijf met het rein houden van werkplaats, gereedschappen en slachtproducten, dan menig ander. Ook is hij de eenige op wien de verplich ting rust van de ïnriohting van het gemeen telijk slachthuis gebruik te maken. Het is dus niet noodig nader uiteen te zetten, dat juist de slager bij het systeem van indirecte belastingheffing de grootste belastingbeta ler is. Nu heeft dit soort van gemeentelijke belastingheffing op andere systemen dit na deel, dat de progressie, d.L de draagkracht naar vermogen, er nu eenmaal geheel zoek in is. De gemeentelijke inkomstenbelasting geeft over het algemeen een min of meer progressieve schaal te zien, welke is geba seerd op het stelsel draagkracht naar ver mogen. Bij het heffen van winst uit de ex ploitatie van een openbaar slachthuis is dit sociale element absoluut afwezig. Dit treft in do eerste instantie den betrokken vakgroep en later ook den consument. Deze vorm van belastingheffing krijgt dan ook geheel en al het karakter van gemeentelijke accijnzen. De belasting op levensmiddelen, door ge meentebestuur geheven,, is zeer terecht wel eens de belasting op de armoede gencemd, omdat deze belasting rechtstreeks den ge bruiker treft, welke tooh vooral vleesch als een eerste levensbehoefte mag beschouwen. Wij kunnen dus den strijd tegen dit sys teem uit een sociaal oogpunt volkomen als rechtvaardig beschouwen. Hierdoor toch v ordt op een belangrijke groep van burgers in onze samenleving, een last op de schou ders gelegd, die niet in gelijke mate over andere groepen is verdeeld. Op de rechtvaardigheid van dezen strijd, hopen wij in een volgend artikel terug te komen. Het Bondsbnreau van den Hanze- bond van Slagerspatroons. J. G. VAN EEDEN, Directeur. VER. TOT BEVORDERING DER BOUWKUNST. Voordracht over „Moderne vorwarmmgs- techniek". Donderdagavond vergaderde genoemde vereeniging in het Nutsgebouw, waarbij als spreker optrad ir. L. E. Wisse, inge nieur bij de Kon. Fabriek F. W. Braat te Delft, met het onderwerp „Moderne Ver warmingstechniek". Deze moderne verwarming is natuurlijk de centrale verwarming, hoewel verwar ming uit één centraal punt in het geheel niet zoo modern bleek te zijn als men wel meent. Want ir. Wisse liet zelfs een cen trale verwarming z en zooa's deze gebruikt werd bij de oude Romeinen. Zij verwarm den de kelderruimte onder hun vertrekken met een houtskoolvuur en lieten aldus de warme lucht door tralievensters omhoog stijgen. Een omslachtige, dure en niet zeer aan te bevelen methode. James Watt, de uitvinder van de stoom, deed het beter, natuurlijk met stoom. Doch ook dit heeft z'n nadeelen, want stoomverwarming is be nauwd, hetgeen hieraan toe te schrijven is, dat stof, boven 70 graden C. verwarmd, onbb'ndt, waardoor ammoniak vrij komt, dat de slijmvliezen prikkelt en de benauw de drukking op de borst doet ontstaan. Om dat te vermijden, moest men er voor zorgen beneden 70 graden C. te blijven, wat te bereiken is Jooor waterverwarming, welke thans de meest gebruikelijke is. Deze methode heeft ook.-nog dat voordeel, dat de buizen niet zoo spoedig door roest wor den aangetast. Oxidatie treedt immers op door inwer king van zuurstof en waterstof. Bij het verwannen van het water nu ontwijkt de zuurstof, waardoor een voorname factor uit het oxidatieproces verdwijnt. En ten derde i3 de betere regelbaarheid van de temperatuur een groot gemak van de ver warming met water. Als verwarmingslichaam kan men ver scheidene objecten gebruiken, zooals glad de buizen, ribbenbuizen, heaters en radia toren, de laatste in allerlei soorten en uit voeringen. De opstelling van deze radiatoren ge schiedt bij voorkeur onder het raam, om dat op die wijze de beste luchtcirculatie wordt verkregen. Het principe, waarop de waterverwar ming berust, is dit, dat het koude (en dus zwaardere) water het warme (en dus lich tere) water omhoog stuwt, waar het in de radiatoren en buizen afkoelt en omlaag zakt, om als warm water weer omhoog te stijgen. Alleen bij zeer groote gebouwen moet men gebruik maken van een pomp- installatie. In kleinere huizen treft men na den oorlog vaak ©en waterkachel-installa tie aan, een miniatuur centraal-verwar- ming, waar de kachel in de keuken kan staan naast het fornuis. Het ia beter het kookfornuis niet te combineeren met de waterkachel, omdat men de verwarming 's morgens het hardste moet stoken en in den middag ban gaan temperen, terwijl dan juist de kokerij veel warmte gaat eischen. Op die manier treedt in de mid daguren oververwarming van het huis op. Bij verschillende onderdeelen stond spr. uitvoerig stil en verhelderden keurige lichtbeelden het gesproken woord, waar technische details moeilijkheden oplever den. Voor tijdelijke verwarming is gasverwar- nrng een ideaal, waarvan enkele systemen nader werden belicht. Spr. was er van overtuigd, dat het stoken met gas en dan gebruikt in combinatie met waterver warming een groote toekomst heeft, in- d'en de gemeentelijke gasfabrieken er toe overgaan om den grondprijs per kubieke meter te verlagen tot 3 4 et. Tevens moe ten de gasfabrieken er dan voor zorgen door het aanbrengen van water- en naf- taliue-filters, dat zelfs bij strenge vorst de leverng van gas ongestoord voortgang kan hebben. Een nieuw snufje op verwarmingsgebied is het stoken met olie, wat vooral dit groo te voordeel heeft, dat bij vol-autöinatisehe installaties geen bediening noodig is. Met z.g. thermostaten kan men er ze'fs voor zorgen, dat een kamer automat'sch op con stante temperatuur wordt gehouden. Een oogenblik stond spr. ook stil bij electrische verwarming, die het nadeel heeft dat zij vooral door straling werkt, waardoor het lichaam aan één kant warm wordt en aan den anderen bant koud blijft, zooals ook bij open haarden het geval is. In landen, waar men gebruik kan maken van de z.g. witte steenkool (waterkracht) kan deze verwarming econonr.sch worden toegepast, hier te lande bomt het te duur. Ten slotte besprak sor. de verwarm ng op grooten afstand, zooals in het uitgebrei de krankzinnigengesticht te Wcensel en de oude stadsverwarming te Utrecht, waar de verwarming van verscheidene groote gebouwen uit één centraal punt geschiedt. De aangename causerie van ir. W'sse, waarvan wij slechts de hoofdlijnen^ bunnen weergeven, werd door de aanwezigen, al len bij uitstek bekend met bouw- en wo ninginrichting, met begrijpelijke aandacht aanhoord en zeer gewaardeerd. Na de causerie werd het huishoudelijk gedeelte van de vergadering afgedaan. BIOSCOPEN. Trianon. The Singing Fool, gisteren in Trianon- theater gedraaid heeft de harten geheel en al veroverd. Men kan er verschillend over oordeelen, men kan aanmerken, dat het voortgebrach te geluid te hard is en niet geheel vrij van biicehrden, al is dit laatste dan ook een geb-ek van zeer kleine afmetingen, toch heeft vooral deze film onze stoutste ver wachtingen overtroffen. Al Stone de zanger-kellner uit het ca baret. die een liedje comnoneert voor Mol ly Winston, het danseresje, dat hij bemint, die haar eerst wint, als hij opgemerkt wordt door een revue-directeur, die hem een engatement geeft. Er is dan een be droefde Grare, het s:garettenverkoop6ter- tje in het cabaret. Dan komt het huwelijk, een kleine Son- nv Boy en tenslotte de mislukking, totdat Mchy haar man verlaat. Dan zingt Al Stone driemaal op ontroe- AL JOLSON uit „The Singing Fool", welke film deze week in het Trianon-Theater aan de Breestraat draait rende wijze het lied, dat hij componeerde voor zijn kind, Sonny Boy. Eerst als hij het kind op een avond op zijn schoot in slaap zingt, dan in het ziekenhuis, waar Sonny Boy te sterven lag en als dan voor de tweede maal het lied ten einde is, is Sonny Boy weer in slaap, maar nu voor eeuwig. Dan moet Al Stone terug naar de revue, hij" moet optreden, maar hij kan niet, zijn hart is zwaar als lood. Het is een ontroerende reprise van „Lach dan Paljas". Hij wankolt het too- neel op en zingt.... ten derde male voor Sonny Boy. Het publiek is ontroerd en enthousiast, maar de zingende dwaas valt achter het scherm neer. Dit is waarlijk een ontroerende film, door het ontroerende spel van Al Jonson en niet minder door het spel van.de kleine David Lee, zijn Sonny Boy, met als hoog tepunten het driemaal herhaalde lied, dat Al Jolson op voortreffelijke en aandoenlij ke wijze zingt. Wij moeten de hartelijke aanbeveling om dit meesterwerk te gaan zien beperken tot volwassenen ook om de kleeding in een klein gedeelte slechts. Voor de pauze worden ook een tweetal zingende en musiceerende opnamen ge draaid, die niet zoo goed slaagden als de hoofdfilm. Verder is er nog een komische tweeacter en een interessant journaal van binnenr en buitenlandsyh nieuws. Gisteren heeft de trekking plaats ge had van de loterij voor het 10-jarig bestrtan van het Leidsch Polit e-muziekgezelschap. De prijzen zijn verkrijgbaar tot 15 Januari bij Mevr. Teunissen, Trompstraat 29, waar tevens dortrekkingslijst ter jazagc Ijgt. Luxor. Wc kunnen het niet anders zeggende sprekende film kan ons nog niet beko ren. Weliicht is zulks een gevolg van het feit, dat we er zoo vreemd tegenover staan, dat er geleidelijk nog verbeteringen zullen worden aangebracht, dat we de lilms meer moeten zien en hooren, maar op het oogenblik beteekent de sprekende film minder voor ons dan de gewone film. Desondanks kan zij toch bevrediging geven als b.v. in het voorsprogramma, waar we het trio Speenhoff, op tournee in Amerika, zien optreden. Die zang van Speenhoff, zijn vrouw en zijn dochter kwam gced tot ons en was als 't ware volmaakte kunst, zoo mooi alB 't origineel gezongen lied. Het hoofdnummer van deze week is ge titeld „Showboat", bewerkt naar den ro man van Edna Ferber. Deze film is van 'n plastisch genre, dan weer geluidsfilm dan sprekende film. Voor de geluidsfilm zijn vele negerliederen ingelascht, die van even goed gehalte zijn als die van de Kentucky- zangers. De film zelf geeft een eenigszins zonder ling verhaal. Op de Missisippi vaart het „Komediantenschip", waarin we Magnolia Hawks zien optreden naast haar Gay Ra- vanel, een losbol, zooals achteraf blijkt. Omdat deze niet met zijn schoonmoeder kan opschieten, verlaten Magnolia en Gay de Showboat, om naar Chicago te ver trekken, waar Gay zich spoedig in zijn wa ren aard toont. Hij is een speler en zwak keling maar hier is hij (Rudolf Schildkraut) als artist wel het grootst, terwijl Magno lia (Laura la Planta) na een leven van te leurstelling door haar man verlaten, op treedt als zangeres in een cabaret. Haar liedjes, vooral negersongs zijn heerlijk om aan te hooren. Zij wordt weer een beroem de zangeres, en als haar moeder gestor ven is, komt zij terug op de Showboat, waar Gay haar weervindt en samen luis teren ze weer naar de negerlicdjes. EEN SNELHEID van bijna 200 K.M. per uur. Mademoiselle Hellé Nice, een van de beste rijdsters van Frankrijk, heeft onlangs een nieuw record geslagen. Op de autobaan van Linas Monthlery bereikte zij met haar wagen een snelheid van bijna 200 K.M. per uur

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5