DINSDAG 17 DECEMBER 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 1
GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
Het voorstel van B. en W. aangenomen
Het Mysterie van
Heath Hover
Ir. Dudok zal twee plannen maken. Eén met ouden
gevel aan de Breestraat. Eén met nieuwen
gevel aan de Breestraat of op een
andere, nader aan te wij
zen plaats
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Woensdag 18 December
Huizen, 1875 M.
(Uuitsl. N.C.R.V.-uitzendingen).
S.159.30 Concert.
10.3011.00 Ziekendienst.
11.0011.30 Gramofoonmuziek.
11.3012.30 Harmoniumbespcling.
12.302.00 Concert. Alt, mezzo, cello en.
piano.
200 2.45 Concert. Piano, orgel, zang en
viool.
4.155.00 Gramofoonmuziek.
5.006.00 Kinderuurtje.
6.006.30 Gramofoonmuziek.
6.307.30 Cursussen techniek.
7.308.00 Causerie over: „De Stads-
kippenhouder".
8.00—8.30 Bestuursmededeelingen door
den N.C.R.V.-voorzittcr.
8.3010.00 Uitzending van de Joodsch
Christelijke Getuigenis-samenkomst van
uit „Salvatori" te Amsterdam. Sprekers en
zangeres.
10.0010.30 Lezing over: De electro-dy-
namische luidsprekers en de electr. gra-
mofoon-opnemer (pick-up).
10.3011.00 Gramofoonmuziek.
10.30 Persberichten.
Hilversum, 1071 M. (van 12.00—6.00
nam.: 29S M.).
10.0010.15 Morgenwijding.
12.152.00 Concert door het A.V.R.O.-
kwartet.
2.003.00 Radio-kinderkoor o.l.v. Jacob
Hamel.
3.004.00 Naaicursus.
4.004.30 De voornaamste studiemuziek
voor piano uitgevoerd door Egbert Veen.
Toelichting door Louis Schmidt.
5.C0— 5.30 Causerie over China door G.
Pilger.
5.306.30 Concert door het A.V.R.O.-
kwartet.
6.30 Vaz Dias: Koersen.
6.457.15 Italiaansch: Beginners.
7.15—7.45 Italiaansch: Gevorderden.
8.018.45 A.V.B.O.-Nuitslezingen over
Tnüië. Het Mohamrnedisme. Spreker prof.
dr. C. Snouck Hurgronje. Daarna: Duit-
sclie avond.
8.43—9.00 Inleidende causerie door Ja
mes Yoland.
9.45—11.00 Concert door het Versterkte
Omroeporkest. Hélène Cals (sopraan), het
Hollandsch Strijkkwartet.
10.15 Persber. Na afloop van het concert:
Gramofoonmuziek.
12.00 Sluiting.
Daventry, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert.
12.50 Gramofoonmuziek.
I.20—2.20 Orkest concert.
3.20 Lezing.
3.45 Dansmuziek.
44.05 Concert.
5.05 Concert op cinema-orgel.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Zang door The Masked Carol Sin
gers.
6.35 Nieuwsber.
7.05 Piano-recital.
7.20 Lezingen.
8.05 Vaudeville.
S.20 „Königskinderen". Sprookjes-opera,
muziek van Humperdinck. Eerste bedrijf.
9.20 Nieuwsber. en lezing.
10.00 „Königskinder", tweede en derde
bedrijf.
II.2012.20 dansmuziek.
„Radio-Paris", 1725 M.
12.502.20 Gromofoonmuziek.
4.05 Concert. Orkest cn soli.
6.55 Gramofoonmuziek.
*7.40 Gramofoonmuziek.
8.20 Opvoering van „Werther" van J.
Massenet.
Langenberg, 473 M.
6.207.20 Gramofoonmuziek.
9.4510.20 Gramofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.251.50 Orkestconcert.
-f605.50 Concert. Mandoline-orkest en
alt.
7.20 Duitsche avond. Orkest en violist.
Daarna tot 11.20: Orkestconcert.
Z e e s e n, 1635 M.
6.15—10.05 Lezingen.
11.2012.15 Gramofoonmuziek.
12.1512.50 Berichten.
I.201.50 Gramofoonmuziek.
2.053.50 Lezingen.
3.504.50 Concert uit Hamburg.
4.507.20 Lezingen.
7.20 „Wibbels AuferstehungBlijspel in
4 bedrijven, van Hans Müller-Schlosser.
Daarna: Berichten cn lezing. Vervolgens
tot 11.50: Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M.
II.3512.05 Uitzending voor scholen.
12.351.05 Uitzending voor scholen.
2.504.50' Concert. Orkest en declamatie.
7.359.00 Duitsche avond. Orkestconcert
en declamatie.
9.2010.20 Orkestconcert.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.35 Duitsche avond.
B. en W. hebben het pleit gewonnen; en
de Stadhuis-kwestie is in het eerste sta
dium van haar oplossing gekomen. De ar
chitect ir. Dudok te Hilversum zal nu plan
nen gaan maken en spoedig, binnen vier
of zes weken, zal de Raad al over een
vcorloopige schets (o.a. voorstellende de
plaats voor een nieuw stadhuis) hebben te
beslissen.
Schrijver dezes was he£ met de voorstel
len van B. en W. niet eens; maar hij
wenscht het college geluk met het behaal
de succes.
Of de gemeente daarvan pleizier zal
hebben? -Wij weten het niet. Niemand
mag de stelling poneeren, dat de heer Du
dok geen stadhuis zou kunnen ontwerjüen,
dat algemeene bevrediging zal schen
ken. Van de zijde der oppositie is dit ook
niet beweerd; alleen is verklaard en vol
gehouden (en niet weersproken en weer
legd!!), dat, gezien de bouwstijl (of: bouw
stijlen) van den heer Dudok, eenige ernsti
ge vrees, dat van hem feitelijk niet een der
gelijk algemeen bevredigend ontwerp zal
kernen, wèl gemotiveerd is!
Wij willen echter het beste er van ho
pen. En.de Baad is later vrij in zijn be
slissing (aldus tenminste verklaarden B.
en W.).
B. en W. hebben het pleit gewonnen.
Hadden het óók gewonnen, als er gestemd
was gewonnen, vóórdat de wethouder
Splinter en de burgemeester het voorstel
van het college hadden verdedigd.
De hoofden waren al lang geteld. De
S. D. A. P. zou als één man (O, slavelijke
partij-„discipline" voorstemmen; B. en W.
konden op hun1 steun rekenen. De twee
Vrijheidsbonders buiten het college waren
ook vóór. En de Chr.-Hist. zouden met hun
partijgenoot den heer Splinter meegaan,
behalve de heer Wilbrink die echter
gisteren een draai heeft genomen, welke
niemand, waarschijnlijk hij zelf ook niet,
kon bewonderen.
Tegen stemden alle Katholieken (behal
ve de wethouder), alle Anti-Rev. (behalve
de wethouder; één lid dezer fractie was
afwezig) en het nieuwe lid, de vrijzinnig
democraat Zitman.
Terloops hebben verschillende leden zich
al ontpopt als per se-tegenstander van een
herstel van den ouden gevel; de heer Van
Stralen legde deze verklaring af namens
alle leden der S. D. A. P. op één na. De
heer ir. Bosman liet zich ook in dezen zin
uit. Geen wonder, dat al deze leden zich
er niet bekommerd over maakten, of het
plan met ouden gevel in het voorstel van
B. en W. al dan niet een eerlijke kans
heeft!
Ten slotte nog 'n enkele opmerking. Waar
de burgemeester terecht wethouder Splin
ter feliciteerde met de aanneming van het
voorstel van B. en W., daar willen wij óók
waardeering uitspreken voor alle Raadsle
den, die na veel studie dat voorstel ernstig
en eerlijk hebben bestreden; waardeering
komt hun zeker toe!
Het nieuwe lid van den Raad heeft al
dan behoeft hij het zéker bij de begroo
ting niet meer te doen zijn politieke ge
loofsbelijdenis afgelegd. Hij is vrijzinnig
democraat inzijn godsdienst, maar in
de maatschappij gewoon mensch aldus
deze nieuwe politicus. Erg duidelijk is deze
verklaring ons niet; en wij zijn zoo vrij, niet
te gelooven, dat zulks aan óns ligt!
De heer Wilbrink meent ook, dat
de motie geen wantrouwen in het beleid
van d<?n wethouder inhoudt. Speciaal
wenscht spr. meer inlichtingen omtrent de
kosten van eventueele grondaankoop e.d.
Daarvoor behoeft men toch niet op den
architect te wachten.
De heer M a n d e r s merkt op dat de mo-
t:o niet uit wantrouwen voortkomt, maar
uit de liefde welke ieder Leidenaar voor zijn
raadhuis voelt. Het is geen politiek vraag
stuk. De algemeene klacht is geweest, dat
er niet voldoende, voorlichting is geweest.
Daarom heeft ook spr. reeds in eerste in-'
stantie een commissie voorgesteld. Er is
veel verschil van gevoelen; daarom komt
de instelling van een commissie aan alle
partijen tegemoet. Spr. heeft een alge
meene stadhuiscommissie voorgesteld, de
heer Parmentier ste>t alleen een comm. v.
advies voor omtrent de kwestie van en
kel voud'ge of meervoudige opdracht.
Spr.'s voorstel behoort dus tegelijkertijd
behandeld te worden.
De heer Parmentier merkt op, dat
zijn voorstel een poging tot een compromis
is, wat hij dus niet kon indienen in de
eerstq vergadering. Wanneer hij dat had
gedaan, zou de heer Splinter, de motie heb
ben aangenomen. Staan wij zoo hoog boven
de kwestie, dat wij niet om advies mogen
vragen? Wij z'tten hier als raad en de raad
is een 33-hoofdig
Stemmen: „Monster". (Gelach).
De heer Parmentier: lichaam
en wij moeten daarom zooveel moge,;jk
worden voorgelicht. Spr. heeft „gesoebat"
om meer advies en wij hebben alleen het
advies van den heer Dudok gehad. Als B.
en W. zoo'n hoog standpunt innemen dat
zij thans meerdere voorlichting weigeren,
is dat onverantwoordelijk. Spr.'s inlicht'n-
gen zijn in flagranten strijd met die van
den wethouder.
De voorz.Dat is dan niet aanmoe
digend voor de instelling van een com
missie.
De heer Parmentier: Wie van ons
kan u:tmaken, of de heer Dudok de beste
man is voor Leidens stadhuis. De raad
gaat straks zeggen op advies n.b. van den
heer Dudok: de heer Dudok is de beste.
Dat is onlogica. Spr.'s voorstel is geen
valletje om toch te komen tot meervoudige
opdracht. Wanneer de comm. v. advies op
goede gronden zou adviseeren tot enkel
voudige opdracht, zou spr. met dat advies
zeker meegaan.
De heer Bergers zal vóór stemmen,
doch zonder de bedoeling om daarmee
wantrouwen uit te spreken.
De motie verworpen.
De motie wordt daarna in stemming ge
bracht en verworpen met 1911 stem
men.
Voor stemden de heeren: Parmentier,
Wilbrink, Manders, v. Tol, Spendel, v. Es,
Huurman, Wilmer, Bergers, Zitman en
Donders.
De debatten gaan door.
De heer Huurman zegt, dat ieder het
recht heeft om zijn meening over deze
kwestie te zeggen. Het is geen beginsel-
kwest'e. Spr. deelt mede, dat prof. Woltjer
hem geschreven heeft, dat hij zich met een
enkelvoudige opdracht aan den heer Dudok
volkomen vereenigen kan.
De heer Bosman ziet weinig verschil
tusschen het voorstel van B. en W. en dat
van den heer Schüller. Door het gewijzigde
voorstel van B. en W. komt het voorstel
van den heer.Huurman eigenlijk ook te
vervallen, tenzij hij bedoelt, dat hij eerst
het terrein wil bepalen alvorens^cen archi
tect aan te wijzen.
De heer Huurman: Ik wil eerst een
huis hebben en dan pas ga ik meubelen
koopen.
De heer Bosman kan zich niet voor
stellen, dat één architect zijn geheele kun
nen zal vermogen te geven aan twee zoo
geheel verschillende plannen.
Toch zal dit voor spr. geen reden zijn
om tegen het voorstel van B. en W. te
stemmen.
Spr. gelooft dat de oude gevel in ieder
geval slechts een ondergeschikt deel van
het gebouw zal worden. Men zal er nooit
in slagen om een goed geheel te krijgen.
Vroeger meende men algemeen, dat "het
oude stadhuis weer moest worden opge
bouwd in denzelfde trant, maar gaandeweg
is men tot het inzicht gekomen, dat daar
legen ook heel wat bezwaren zijn. Spr. is
daarom vóór het plaatsen van een nieuw
gebouw. Ieder is het er over eens, dat de
oude gevel op zich gespaard moet blijven.
Hij moet de aandacht blijven trekken als
monument. Dat zal niet het geval zijn, als
hij een onderdeel wordt van een nieuw en
groet gebouw. Spr. beveelt aan, de resten
te brengen op een geschikte plaats, bijv.
de Leidsche Hout, om er daar een soort
artistieke ruïne van te maken. Spr. is
daarom niet voor opdracht tot een plan
met den ouden gevel maar wil men het
toch deen, dan moet de oude gevel ook
een eerlijke kans hebben en dan is spr.
vóór opdracht van de twee plannen aan
twee verschillende architecten.
De heer Wilmer: En gaat u toch mee
met B. en W
De heer Bosman: Ja, maar ik zou
wenschen, dat B. en W. aan mijn wensch
tegemoet komen.
De heer v. S t r a 1 e n wil zijn stem mo-
tivecren. Hij deelt het standpunt van den
heer Bosman en keurt het voorstel van B.
en W. op dit punt dus niet goed. Als B.
en W. den raad eerst gekend had 'en over
de vraag oud- of nieuw-bouw zouden deze
discussies niet zoo scherp geweest zijn.
Spr. meent, dat wij thans een nieuw mo
dern stadhuis moeten hebben. Thans is
niet uitgemaakt, wat de raad wenscht en
ook niet of de oude gevel bruikbaar is. Wij
hebb-en pas vernomen, dat er een verzak
king gedreigd heeft.
Spr. meen.t, dat menigeeji wel de over
tuiging zal hebben, dat de oude vervallen
ruïne niet meer in aanmerking komt voor
restauratie. Dit. is de meening van de
grootst mogelijke meerderheid zijner frac
tie: Niet den ouden gevel te
rug!
Spr. heeft lang op het standpunt ge
staan, dat meervoudige opdracht ge-
wenscht is, doch is thans overtuigd, dat
een opdracht aan den heer Dudok de beste
oplossing is.
Spr. zou het wenschelijk vinden als de
raad zich eerst uitsprak omtrent behoud
van den ouden gevel.
Geen kerkhof van oude gebouwen.
De heer de B e e d e vindt, dat de heer
Bosman een anderen kijk heeft gegeven
op de voorstellen van B. en W. Spr. vindt
het juist goed, als één architect de beide
projecten in handen heeft. Het is dan voor
hem een eere-zaak om beide even goed te
maken. Hij zal het niet riskeeren willen,
dat hij later genoemd zou worden: de
„vandaal van het Leidsche Stadhuis". Dat
de heer Dudok rekening zal houden met-
de omgeving spreekt vanzelf, dat doet
iedere kunstenaar. Wat het idee van de
heer Bosman betreft, van overbrenging
naar de L. Hout, spr. wenscht niet-, dat- de
L. Hout een begraafplaats zal worden van
oude gebouwen.
De heer Bosman: In het buitenland
doet men dat ook.
De heer de Be ede: Wij hebben hier
rekening te houden met Leidsche toestan
den en vooral met Leidsche financiën.
De heer Kuy venhoven wijst er nog
eens op, dat de raad zich geenszins bindt
aan de plannen van den heer Dudok.
De heer Zitman heeft gelezen dat er
nogal verschil van meening is. Dat vindt'
spr. jammer. Spr. is in deze geen partijman.
Hij is in Leiden geboren en hecht aan het
oude gebouw. Hij leest een zeer uitgebreid
voorstel voor, dat hierop neerkomt, dat B.
en W. hun voorstel terug nemen en een
onderzoek doen instellen naar de geschik
te plaatsen voor een nieuw stadhuis en dan
nadere voorstellen aan den raad voorleg
gen.
De laatste verdediging
van den wethouder.
Wethouder Splinter ziet geen leans
de tegenstanders te overtuigen. Persoonlijke
kwesties zal spr. thans niet meer aanroe
ren. Het is niet waar, dat de voorstellen
van B. en W. reeds kant en klaar waren
toen het advies van de comm. v. fabricage
ingewonnen werd. De heer Spendel is niet
consequent als hij nu eens voor meervou
dige opdracht is en dan weer zegt, dat bij
zich had kunnen vereenigen met opdracht
aan een andere architect.
De heer Spendel: Het gaat om den
stijl, niet om de persoon.
Wethouder Go si in g-a: U zit in de
val, meneer Spendel.
De heer Wilmer ontkent dal en noeüit
dat een handigheid.
Wethouder Splinter verklaart, dat
de raad volkomen vrij blijft om de schet
sen van den heer Dudok te aanvaarden of
niet. Wij kunnen best een ander krijgen.
Als wij het bijv. vragen aan den heer Blauw,
is hij onmiddellijk bereid om de opdracht
te aanvaarden. i
De heer Manders wil een stadhuis-com
missie. Ook dat zou spr. een motie van
wantrouwen vinden.
B. en W. hebben alle gelegenheid geno
men om advies in te winnen en de raads
leden hebben ook alle gelegenheid daartoe
gehad. Komen er nu nog -deskundigen bij,
dan zeggen zij eenvoudig: dat is onze mee
ning, of men het goed vindt ja dan neen.
De heer Dudok Heeft zelf geaarzeld of
hij een dubbele opdracht zou aanvaarden.
Hij heeft dat aanvaard na rijp overleg. Spr.
ge-loofl. hem nu ook daartoe in staat.
De heer Huurman wil eerst de plaats be
palen. Hij wilde dat in geheime zitting
doen, hetgeen B. en W. ook aanvankelijk
wilden. Thans is spr. blij, dat de geheele
kwestio in het openbaar is behandeld. De
heer Huurman heeft geen meerderheid kun-
- nen ontdekken in de comm. v. fabricage,
daar ook de heeren Bosman en Schüller hot
met B. on W. oneens zijn. Doch in principe
zijn beide heeren het steeds met B. en W.
eens geweest.
Wat de R'damsche stadhuisbouw betreft,
ontkent spr. dat de Bazel is weggewerkt.
De heer Huurman: Dat houd ik toch
vol.
Wethouder Splinter erkent, dat de
oude gevel zooals die cr thans staat, niet
bruikbaar is. Een groot deel zal moeten
worden afgebroken, als men besluiten* zal
om hem in het plan op te nemen. Als het
voorstel van B. en W. wordt aangenomen,
-st-elt spr. zich voor, dat de heer Dudok
over vier a vijf weken met schetsteckenin-
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
BERTRAM MITFORD.
33)
De fietser kwa-ni den heuvel af-ge-
freewheeld. Toen hij haar zag, remde hij
uit alle macht, 'n niet ongevaarlijk experi
ment; het volgende oogenblik stond hij
naast de fiets.
Juffrouw Seward? Wel, dat is een
onverwachte prettige ontmoeting. Ik was
op weg naar uw oom.
Dat zal hij zeker aardig vinden. Dan
kunnen we samen terugwandelen, ten
minste als u niet liever vooruitrijdt, voeg
de ze er schalksch aan toe.
Ja, dat zou ik natuurlijk het aller
liefst doenantwoordde hij in denzelfden
toon.
Waar komt u nu vandaan? Zooals
gewoonlijk van de „Houtsnip" in Laag-
Gidding?
Neen, ditmaal is het de „Konings
kroon" in Clancehurst.
Wel, en wat hebt al dien rijd uitge
voerd, vroeg ze, opgewekt door de onver
wachte ontmoeting, toen ze samen den
steilen en steenigen heuvel weer opklom
men.
O, van alles en nog wat, antwoordde
hij, terwijl onwillekeurig zijn toon een
beetje versomberde toen hij dacht aan een
afschuwelijke zaak, die hij bezig was ge
weest te onderzoeken, en waarvan de her
innering al heel slecht bij het tegenwoor
dige oogenblik paste.
Ze wierp hem een snellen blik toe en
ging niet door op het onderwerp.
En hoe hebt u het gemaakt in dien
tusschentijd vroeg hij op zijn beurt.
Uitstekend. De streek is hier een
voudig volmaakt. Ik doe maar niets dan
er van genieten.
Maar terwijl ze dit zei kwam er weer
twijfel aan haar eigen woorden boven en
het kon niet anders, of dit weerspiegelde
zich op haar levendig, expressief gezicht.
Dit ontging haar metgezel niet en het
sprak vanzelf, dat zelfs hij dat aan een an
dere oorzaak dan de werkelijke toe
schreef. Was het raadsel het tegenwoor
dige, wel te verstaan dat boven Heath
Hover hing een nieuwe phrase ingetreden
dacht hij.
Mooi zoo, zei hij. U ziet er ook
tweemaal zoo goed uit als toen ik u voor
het eerst zagU hebt heel wat meer
kleur gekregn.
Bedankt voor liet compliment! ant
woordde ze lachend. Toen zweeg ze weer
en dacht aan een paar wonderlijke dingen,
die haar waren overkomen sedert ze hem
voor het laatst gezien had, dingen die
haar vrees hadden aangejaagd, totaal on
tastbare dingen, nog vreemder en huive
ringwekkender dan die van dien avond,
toen ze zoo doodelijk verschrikt naar haar
oom was komen tocrennen. Maar ze had
zich nu beheerscht en er niets van verteld.
Haar oom zou alleen maar om haar ge
lachen hebben. Maar nu kon ze de verlei
ding niet weerstaan om tegen dezen man
eens uit te praten. Er was iets aan hem,
dat haar buitengewoon vertrouwen inboe
zemde, iets dat haar hem als een steun en
toeverlaat deed beschouwen.
De schemering was nu in duister over
gegaan. Uit het somber eikenbosch kwam
de late roep van een fazant, die in de
hooge takken een schuilplaats zocht. En
de oppervlakte van de Plane-vijver, die
nu in het zicht kwam, leek hen aan te
staren, als een lang, schuin gespleten oog.
En alsof hij haar voornemen om hem in
vertrouwen te nemen raadde, zei hij plot
seling:
U hebt iets op het hart! Ik wil me
voor geen geld ter wereld aan u opdrin
gen, maar ik ben overtuigd, dat u iets hebt
wat u hindert.
Waarom vraagt uwaarom denkt
u dat? De half verschrikte blik, waarmee
haar oogen de zijne ontmoetten, versterk
ten hem in zijn vermoeden.
Dat doet er in de eerste plaats niets
tceantwoordde hij. Ik zal niet op uw
vertrouwen aandringen, maar als u er
soms toe mocht komen het mij te schen
ken, dient u te weten dat er een massa
intenschen zijn die de overtuiging hebben,
dat ik, beter dan een ander in staat zou
zijn u te helpen.
Ik zeg dat volstrekt niet om te bluffen.
Onthoud goe:l, dat, als u te cenigertijd be
hoefte mocht hebben aan een vriend, u
niet moet aarzelen, oul u tot mij te wen
den, van welken aard uw moeilijkheid ook
mocht zijn, wilt u me dat beloven?
Zij wierp in de duisternis een snellen
blik op hem. Met hem naast zich scheen
haar vrees overdreven, ja, belachelijk. Hij
zou haar uitlachen om haar ingebeelde
meisjesangsten. NatuurlijkEn toch
waarom zou ze het er niet op wagen?
Komt wilt u me dit beloven?
Ja, dat wil ik wel. Maar
Ze was op het punt, dc belofte op dat
moment te houden, en hem alles te vertel
len, de benauwde angst, die van tijd tot
tijd in dat oude huis over haar kwam. Van
tijd tot tijd, niet voortdurend, dat waa, het
wonderlijkste en wat ook zoo onverklaar
baar was, kwam die kille, huiveringwek
kende zekerheid over haar, dat er een ge
heimzinnig „Iets" om haar heen was, zelfs
hoorde zij sluipende voetstappen en fluis
terende stemmen.
Maar wat? vroeg hij. a
Zc aarzelde nog eu c.i meteen was het
goed niomem voorbij. Zc hoorde voetstap
pen op dc steenen treden, en toen hoesten.
Hallooom Sewardriep het meisje
toen een schaduwige gestalte zich uit de
omringende duisternis losmaakte.
Hallo, kind, antwoordde Mervyn,
ik kwam je een eindje tegemoet. Maar...;
wie hebben we hier? Jongens, als «lat Var-
ne niet is We hebben je in oqil t ijd niet
gezien, Varne Kom je mee eten, wat de
pot verschaft?
DolgraagIk ben bijna tegen juf
frouw Seward opgereden, teen ik van die
Veerde steenige helling afgefreewheeld
kwam. Ik kwam u opzoeken, maar ik moet
den nr.tsten trein naar Londen nog pak
ken. Ik zit midden in belangrijk werk.
In welke zaak zou Helston Varnc nu
weer zitten, dacht hij. In elk geval hoopte
hij, dat die bevredigender resultaten voor
den jongen man zou opleveren, dan de
vorige
Ja, zaken gaan voor! antwoordde hij
alleen kan ik jc niet met het wagentje
laten brengen, want er is niemand om je
te rijden. Enfin het is lichte maan. Maal
ais je nu eens een lekken band kreeg?
Kan niet. Ik heb een speciaal soort
banden. Bandenpechl kan ik niet riskec-
Prachtig, prachtig. Wel, we zijn er. Ik
heb een aanvalletje van heupjicht gehad
cn nog een leeiijkc hoest er bijdaarom
ben ik vandaag in huis gebleven.
En dan komt u op het koudste
oogenblik van den dag naar buiten loepen,
zei Melian verwijtend.
Alle verleiding ten spijt hield «lc gast
zich aan zijn woord en er was heel wat
wilskracht voor noodig oui zich los tc
rukken uit die gezellige kamer met dc hel-
derschijncnde lamp en het lustige hout
vuur in de ruime schouw. En nog meer om
zich los te maken van het bekoorlijke \i-
ziocn van dat allerliefste blonde nicisje.
Maar als. Helston Varnc iets bezat, dan
was het wel energie en geestkracht.
Maar toch, toen hij in den helderen
maannacht terugfietste naar Clancehurst.
dacht hij meer aan dit lieflijke gedaante
dan aan dc belangrijke tragische zaak,
die hij nu weer verder inoest uitpluizen.
En hij kwam met zichzelf overeen, dat hij
heel spoedig een nieuw bezoek.aan Heath
Hover zou brengen.
Waaruit blijkt dat Helstond Varne, n'.
schrandere, feillooze ontrafclaar van ge
heimenissen vergat rekening te houden met
het grootste aller mysteriën, de toekomst.
(Wordt vervolgd).