ZATERDAG 14 DECEMBER 1929
DERDE BLAD
PAGINA 1
PAUS PIUS XI
25 Jaar Kust- en Scheeps-Radiodienst
KALENDER DER WEEK
1849 20 December 1929.
Vrijdag 20 December a.s. viert Z. H.
Paus Pius XI zijn gouden Priesterfeest
en de geheele Katholieke wereld viert dit
gouden jubileum met groote vreugde mede.
De jubileumfeesten begonnen reeds op 20
Dec. van verleden jaar met de inwijding
van het nieuwe Lombardijnsche seminarie
op den Esquilijnschen heuvel, tegenover
Santa Maria Maggiore. Feestcomité's heb
ben zich gevormd om den Opperherder to
eeren en te huldigen en het geheele jaar
door trokken er jubileum-bedevaarten naar
de eeuwige stad. Maar een bijzonderen
glans op dit jubileum werpt het herstel
van den Vaticaanschen Staat. Niet langer
is de Paus een gevangene en Pius XI is
het gegeven zijn gouden jubileum in vrij
heid te vieren. De Heilige Vader werd op
31 Mei 1875 geboren in een klein dorpje
Desio, hetwelk ongeveer 18 K.M. ten
Noorden van Milaan is gelegen, en ontving
bij het H. Doopsel de namen Ambrosius
Damiaan Achilles. Zijn vader Francesco
Ratti was directeur van een zijdespinnerij
en gar zijn kinderen een degelijke en
godsdienstige opvoeding. In het kleine
dorpje was geen gelegenheid tot regelma
tig schoolgaan. De school werd gehouden
door den kapelaan der parochie, die in een
jaar tijds zijn jerjgdige toehoorders de eer
ste beginselen van lezen, schrijven en re
kenen moest bijbrengen. Dit was nu wel
geen ideaal onderwijs, maar het was toch
beter dan niets. Een oom van Achilles was
pastoor te Asso, dien hij dikwijls bezocht.
Op zekeren dag ontmoette hij in dc pasto
rie bij zijn oom den aartsbisschop van Mi
laan, die zich zeer voor den kleinen, leer
gierigen knaap interesseerde. Achilles
Ratti werd in de gelegenheid gesteld om
het bisschoppelijk gymnasium te Seveso te
volgen, waarbij hij het kerkelijk lyceum te
Monza doorliep. Met goed gevolg legde hij
te Milaan aan het Koninklijk lyceum Pa-
rini zijn eind-examen af. Een jaar lang
studeerde hij philosophic aan het Groot
Seminarie St. Carlo, waar hij een schitte--
rend examen aflegde. Een der docenten
van het college San Carlo verklaarde
eens, dat hij zijn lessen in de philosophie
zeer nauwkeurig moest voorbereiden, om
een leerling als Achilles Ratti den baas
te kunnen blijven. Ondanks zijn drukke
studie, had hij toch nog gelegenheid om
aan het Klein-Seminarie rekenkunde on
Latijn te doceeren-
Toen hij diaken was, werd hij door zijn
Aartsbisschop naar Rome gezonden om
zich aldaar verder te bekwamen in bet
kerkelijk recbt en de wijsbegeerte. Tevens
bereidde hij zich te Rome voor op het ont
vangen van de H. Priesterwijding, welke
hij op 20 December 1879 in de kerk van
St. Jan van Lateranen ontving. Zijn vader
en een zijner broers waren bij de plechtig
heid tegenwoordig. Den volgenden dag
droeg de neomist zijn eerste H. Mis op in
de kerk van San Carlo te Rome, aan het
altaar, waarin het hart van den grooten
Milaneeschen heilige wordt bewaard. Ook
na zijn priesterwijding bleef Don Ratti te
Rome, waar hij nog bijna drie jaar stu
deerde in het canonieke recht, do theolo
gie en in de Scholastieke Wijsbegeerte.
In de registers van de Academie St. Tho
mas, opgericht door Leo XIII, kan men
zien, dat de candidaat Achilles Ratti bij
zijn doctoraal examen in de philosophie
alle punten behaalde, welke er behaald
konden worden.
Door den Aartsbisschop van Milaan
werd Dr. Ratti aangesteld als professor
in de theologie aan het groot-seminarie
van Milaan. Met grooten ijver en liefde
vervulde hij dezen taak vijf jaar lang. Hq
doceerde er niet alleen, maar hij vormde
ook zijn leerlingen naar den echten pries
terlijken geest. De studenten waren steeds
vol lof over zijn wijze van les geven en
over de duidelijkheid van zijn uiteenzet
tingen. In 188S kwam er aan de wereld
beroemde Ainbrosïaansche bibliotheek te
Milaan een vacature, en met bijna alge-
meene stemmen werd de jonge Dr. Ratti
aangewezen om de opengevallen plaats te
vervullen, overtuigd als men was van zijn
buitengewone begaafdheden. Al spoedig
bleek, dat men geen betere keus had kun
nen doen, want de aanleg van Dr. Ratti
voor de bibliografische wetenschappen was
buitengewoon. Door den Prefect der Am
brosiana, Mgr. Ceriani werd hij uitgezon
den oua in Weenen, Parijc, Londen en Ro
me de musea en bibliptheken te bezoeken
en aldaar met verschillende geleerden be
sprekingen te voeren. Ook verzamelde hij
er veel gegevens omtrent zijn eigen land
streek, Lombardije, welke hem boven alles
lief was. Naast zijn veelomvattende studie
in do bibliotheek, nam hij ook nog het
rectoraat waar bij de zusters van de
AvondmaalszaaL Ook hield hij steeds de
Lijdensmeditaties voor do Duitsche kolo
nie de Paus spreekt vloeiend Duitsch
en stichtte hij te Milaan een tehuis voor
Duitsche dienstboden. Bij den dood van
Mgr. Ceriani werd Dr. Ratti benoemd tot
Prelaat van Z. H. en tevens tot Prefect
der Ambrosiana. Vier en twintig jaar heeft
hij zijn vruchtbaar werk in de bibliotheek
verricht. Menige studie heeft hij gedurende
dien tijd gepubliceerd en menigeen, die
voor wetenschappelijke onderzoekingen
naar Milaan kwam, heeft hij met zijn ver
bazende kennis van historische werken
krachtdadig ter zijde gestaan. In 1912
werd Dr. Ratti naar Rome geroepen, waar
hij werd aangesteld als rector van de Va-
ticaansche bibliotheek, waarvan hij in 1914
tot prefect werd benoemd. In 1918 werd Dr
Ratti, die inmiddels kanunnik van het
Apostolisch kapittel was geworden, door
Raus Benedictus XV belast met een diplo
matieke zending. Hij werd nL tot Nuntius
te Warschau benoemd, alwaar hij op 28
19 December a.s zal het 25 jaar gele
den zijn, dat het radio-telegrafisch ver
keer met schepen op zee werd geopend
door vestiging van een bijkantoor der Te-
grafie te Scheveningen.
Onze kust- en scheepsTadiodienst viert
hiermede zijn zilveren jubileum.
Dit feit is door het personeel herdacht
door de uitgifte van een extra-orgaan van
den Centralen Bond van Nederlandsch
P.T.T.-personeel (C. B. P. T. T.).
Na een inleidend woord van den re
dacteur, den heer D. Stoffels, waarin
Tante Post een eervolle begrafenis krijgt
en gewezen wordt op het wonder, dat Ra
dio heet, welker ontwikkeling nog steeds
de stoutste verwachtingen overtreft, zijn
door den radio-expert, den heer G. J.
Muusze, in een onderhoudend en amusant
geschreven geschielkundig overzicht de
voornaamste feiten en data weergege
ven.
Wij lezen in dit artikel o.m. het een en
ander over de wederwaardigheden aan 't
ontvangtoestel.
De toesteldienst op Sch., zooals het
oorspronkelijk heette, of Pch., zooals het
nade radio-convpntie van Londen ge
doopt werd, heeft altijd zijn eigenaardige
moeilijkheden gehad en heeft tot wonder
lijke ervaringen aanleiding gegeven. Ter
loops zij hier opgemerkt dat daar 't'kuststa
tion dat voor de landverbinding Seh heette
ook nu do dienst te IJmuiden uitgevoerd
wordt; de telegrammen voor Sch. worden
dus naar IJmuiden gedirigeerd en door
Pch. per radio rmar de schepen overge
bracht. Sommige buitenlandschc schepen
roepen Sch. aan met P-C.H (drie letters),
welke aanroepen op dezelfde wijze beant
woord moeten worden, anders begrijpen de
heeren marconisten er niets van.
Vóór dc eerste Tadio-conventïe werd
door Sen. zóó ver met schepen gewerkt, als
maar eenigszins mogelijk was, waarbij
reeds lange-afstands-triomphen werden be
haald. Hiertoe droeg in belangrijke mate
bij het geheimzinnig verschijnsel der
„freaks"^ dat zijn „vleugjes" van zeer
goede verbinding in een overigens zeer
slechte of onmogelijke verbinding veran
derde bet weze dier ethervleugjes is vrij
wel onbekend.
Per „freak" kwamen dan wel oproepen
binnen van zéér verre schepen, hetgeen
den indruk wekte, of deze vlak bij op do
Noordzee waren en welke oproepen dus
oogenblikkelijk beantwoord werden.
Was geen retour-freak voorhanden, dan
werd herhaaldelijk vergeefs geantwoord,
doch meermalen kwam een verbinding op
deze wijze tot stand. Miaar welk een ver
binding! .Sommige stukken van een tele
gram kwamen hard en gaaf over, andero
stierven weg tot een onhoorbaar zuchtje;
nu eens hoorde het kuststation het
scheepsstatiqn niet meer, dan weer an
dersom en ten slotte kon het gebeuren, dat
een telgram op enkele letters na afge
werkt was, maar de stem van het schip
voorgoed verzonken in de eindelooze ver
ten van den oceaan. Tegenwoordig heeft
men in den ultra-korte-golf-dienst met
precies het omgekeerde te kampen, n.l. het
„fading"-verschijnsel. Normale, goede
verbindingen worden plotseling „ge
sluierd" en daarna weggevaagd om na
korter en of langeren tijd (een kwestie van
seconden tot minuten) weer met aan
groeiende kracht te voorschijn te treden.
Deze wonderlijke, doch lastige verschijn
selen staan buiten zender en ontvanger en
hebben „onderweg" tusscben deze beide
plaats (de weg is soms zéér, zéér lang:
10.000 Kilometers en meer); ze vergen van
den toestelambtenaar een grooten dosis
geduld en berusting in het onvermijde
lijke. Optredende gebreken aan zenders
en ontvangers, storingen van allerlei aard
uit den atmosfeer of van vreemde stations
voegen het hunne aan een en ander nog
toe.
Toen bij de eerste radio-conventie elk
kuststation zijn eigen werkingssfeer
kreeg toegewezn, was het yoorloopig uit
met die lange verbindingen. Men hoorde
op Pch Hollandsche schepen in de Mid-
dellandsche Zee sukkelen met Fransche of
Italiaansche kuststations, men zou over do
hoofden dier stations gemakkelijker, veili
ger en goedkooper de telegrammen van de
schepen kunnen overnemen, maar dit was
bij internationale regeling verboden. Men
hoorde 's nachts héél lang vergeefs Oues-
sant aanroepn, maar de Fransche radio-
menschen schenen veel te slapen, terwijl
onze ambtenaren, die het zich ccn eer re
kenden, op oen verantwoordelijke post, te
zitten, steeds op hun qui-vive waren. Zich
melden aan het roepend schip, den blij
verrasten marconist van zijn berichten af
helpen was het werk van een oogenblik
en dToeg weer een steentje bij tot de goedo
reputatie van P.C.H.
Een zuivere radio-sensatie was de eer
ste verrassing van de menschelijke stem
per radio. Mij persoonlijk overkwam dat
begin 1917 op het hulp-kuststation te
Vlissingen. Luisterend naar de reeds ver-
October 1919 de Bisschopswijding ont
ving. Moeilijke dagen maakte Mgr. Ratti in
Polen mede. Op 13 Juni 1921 werd Mgr.
Ratti uit Polen geroepen en zag zich ver
heven tot Aartsbisschop van Milaan, cn te
vens tot kardinaal. De vreugde in Milaan
was groot, toen de geliefde bibliocaris, be
kleed met het kardinaalspurper, in dc
stad terugkwam. Hij was toch immers
een der hunnen, een zoon van de Lom
bardische laagvlakte. Niet lang echter
mochten de Milaneezen hun Aartsbisschop
houden; immors reeds in Februari 1922
volgde zijn Pauskeuze. Paus Benedictus
XV had gezegd, toen Kardinaal Ratti met'
trouwde geluiden van brommende, prutte
lende morse teekens, waaruit slechts een
aanroep van punten en strepen te voor
schijn zou kunnen komen, klonk mij op
eens een mannelijke basstem in do ooren,
zeggende: twenty-one, twenty-two.en
zoo tellende tot twenty-nine.
Nog nooit gehoord hebbende van radio
telefonie, kon ik mijn ooren niet gelooven;
stel u voor, dat ge aan den Sounder zat
cn bet ding begon in eens te praten in
plaats van te kloppen.
Do collega's van de Zeeland-booten wis
ten ex iets meer van, ze hadden die stem
op zee meer gehoord en spraken van de
„ghost of the north sea". (Geest van do
Noordzee). In 1917 geloofde men liever aan
geesten dan aan radio-telefonieEn thans?
De man aan het toestel doet al zijn best,
storende jazz-bands, opera's of morgen
wijdingen uit zijn scheepsgolf te houden;
het S.O.S. van een in nood verkeerend
scbip zou verloren kunnen gaan in een
foxtrot van Budapest of een Donau-wal-
zer uit ,-,Wien" of zoo.
De moeilijkheden van den toesteldienst
zijn er in 25 jaar niet minder op gewor
den. Bestonden deze vroeger in het ne
men van heel zwakke teekens, vertroebeld
door luchtstoringen, vaak aanzwellend in
freaks (zie boven) om daarna weg te zin
ken in het niet, werden de telegrammen
toen dikwijls neer geschrcvn met ingehou
den adem en angstvallig vermijden van 't
kraken van boord of manchet, thans is d e
moeilijkheid: „qrm". Qrm beteekent: „Ik
word gestoord door andere stations" cn
dit wordt het correspondeerend station
meegedeeld als de opname van een be
richt geheel of gedeeltelijk mislukt om deze
reden.
Er wordt thans in gelijke of vlak bij el
kander liggende golflengten zoo druk ge
seind, dat een groot deel der telegrammen
tusscben ccn massa andere seinen door
gesleept moeten worden. Stel u voor, dat
geen een tiental sounder-toestellen om u
heen hebt staan, die alle tegelijk verschil
lende tolegrammen seinen, a!e in verschil
lende tempo's en verschillende kracht van
aansag en ge moet één van die telegram
men nemen, niet eens van het hardste ge
luid en zonder dat ge het hoofd naar het
betreffende sounderkastje kunt brengen.
Iets dergelijks is het nemen van radio-
telegrammen bij druk verkeer. De zwakke
ontvangst van vroeger is grootendeels ver
dwenen, nu het mogelijk is, het zuchtje
van vroeger met lampversterkers zoo
krachtig te maken, dat de trommelvliezen
pijn doen. Ook thans is 's zamers nog de
groote plaag: „qrn" (ik word gestoord
door atmospherische storingen). Deze zijn
met de radioseinen tot groote sterke .op
gevoerd zoodat op vele zomerdagen (in
mindere mate lente 'en najaar) de knallen
niet van de lucht zijn. Hot verkeer moet
zooveel mogelijk doorgaan, men verwon-
dere zich niet, als radiotelegrammen on
der deze omstandigheden wel eens eenige...
dagen oud worden.
Uit ver-afgelegen zeeën en oceanen
worden te IJmuiden-radio meermalen te
legrammen van kleine zwalkende stooraer-
tjes opgevischt (gewoonlijk via grootere, in
de verte voorbijvarende stoomers), die
één, twee, zelfs drie dagen oud zijn. De
heeren van de lijn-telgraaf kunnen dan zoo
naïevelijk opheldering omtrent den datum
van aanbieding vragen, den datum waarop
de marconist, die wekenlang geen haven
zal zien, het bewuste telegram in handen
is geven om het maar zoo goed mogelijk
te zien kwijt te raken.
Klachten van geadresseerden, dat zoo'n
telegram niet, zooals 't behoort, eenige
minuten of ten hoogste eenige uren, maar
eenige dagen heeft geduurd, komen voor.
Door middel van voor dit verkeer aan
gewezen bijzondere golven (ultra-korte of
middelmatig-lange) wordt gewerkt ver bui
ten do eigen sfeer, hetgeen ook alleen met
die bijzonder golven is toegestaan.
Deze bepaling wordt dikwijl^ overtre
den, doordat schepen met voor een be
paalden sfeor bestemde golven, trachten
te werken met verder gelegen kuststations
en zoodoende het kuststation noodeloos he
vig storen, in welks sfeer ze zich bevin
den. Met leugentjes omtrent hun positie
trachten ze de aanmerkingen van het
kuststation te weerleggen en kon men vroo-
ger op het kuststation geon pijl trekken
op den afstand van het in overtreding zijn
de schip, thans kan men zijn afstand en
zelfs zijn juiste positie peilen. Dit ge
schiedt met de hulp der drie peilstations
Willemsoord, IJmuiden en Maassluis, die
apparaten bezitten, welke de juiste rich
ting aanwijzen, waaruit de seinen van het
schip tot hen komen. Het doel van dezen
peildïenst is het verstrekken der positie
aan schepen, die deze zelf noodig hebben,
waarvan 's winters, in 't iiajaaT en bij
mist heel veel gebruik wordt gemaakt.
Voor het constateeren van overtredingen
wordt deze dienst met voordeel toege
past.
nog twee nieuw benoemde kardinalen op
audiëntie waren: „Voor een van U zal het
purper weldra veranderen in wit", en toen
kardinaal Ratti na den dood van den Paus
naar Rome vertrok ter bijwoning van het
conclaaf, vreesde men in Milaan en te
recht dat dc beminde kerkvorst nooit
meer zou terugkecren. Op 6 Februari 1922
steeg op het middaguur een witte rook
wolk omhoog boven de Sixtijnsche kapel
om aan het volk bekend te maken, dat er
een nieuwe Paus gekozen was. Deze Paus
was kardinaal Ratti, die den naam had
aangenomen van Pius XL
DOLF EN DE MELKKOKER.
v~ - door J. S.
Moedèèèrf
Uit de stem van Marietje sprak angst,
groote angst.
Wat is 't er nou weer? klonk nijdig
de stem van juffrouw Sülevis, Marietje's
•moeder, terug. Het was Maandag, en er
stond 'n wasch van twee weken in de kuip.
Dolf heeft de melkkoker op z'n hoofd
gezet
Dan trek je Jm er maar weer af, hoor,
en kom nou maar niet meer vervelen!
Marietje kwam de bijkeuken ingestapt,
aan do hand een kleine jongensfiguur,
wiens hoofd radikaal verdwenen was in
een róód-geëmailleerde melkkoker. Van
onder dit onmisbaar keukenmeubel kwa
men smartelijke angstkreten, en do oogen
van Marietje, de oudste van het geslacht
Sillevis, stonden wijd open van schrik.
Hij gaat er niet af! steunde ze.
Juffrouw Sillevis droogde terloops haar
handen aan den gonjezak, die ze over haar
blauwen boezelaar droeg, en dook op den
vastzittenden melkkoker los. Ze rukte, trok
naar boven, links, rechts, maar het gevolg
was slechts een hernieuwd pijnlijk India-
nengohuil binnen in den rooden melkkoker,
die niet verwikte of verwoog.
Grootmoeder Sillevis kwam op het ru
moer toegestapt en porde met haar stokje
in de ruimte, die er in den melkkoker nog
over wa<s, maar, te oordeelen naar de nieu
we geluiden, welke door het slachtoffer
werden voorgebracht, moest ze in de neus
gaten van den indringer zijn terecht geko
men.
Nou ken je voor dat jong z'n plezier
naar 't ziekenhuis! nijdaste juffrouw Sil
levis ten einde raad. Daar ga je weer met
je wasoh van veertien dagen, en je lekkere
vette soppie kan maar koud staan worre
voor zoo'n mirakel! Je blijft hier staan tot
ik me wat opgeknapt heb, boor Dolf!
En wijl ze het hoofd aan den binnenkant
niet bereiken kon, gaf ze den melkkoker
een fatsoenlijke opdoffer, dat het alle
maal kletste, greep de Zondagsche pet van
d'r man, haar wollen geruiten omslagdoek
en hing haar gonje waschzak op den rand
der rookende tobbe. Dan greep ze het oor
van den melkkoker als een soort stuur
beet en sjorde het jog, dat er in zat en
die het opnieuw op 'n brullen zette, mee
naar de eerste de beste tramhalte.
Ik ga mee, riep grootmoeder buiten
adem. Ik wil zien hoe of dat arme kind
au z'n end komt! Welke opmerking Ma
rietje sprakeloos van schrik achterliet.
In de tram zat een breedgeschouderde
buitenman, die veel belang stelde in bet
gecompliceerde geval, evenals een juffrouw,
die „hoopte, dart de stakkerd toch maar
niet stikken zou".
Hoe denkt uwes da ze 'm er uit zulle
krijge? informeerde juffrouw Sillovis be
nauwd, terwijl ze zich om de tien secon
den het zweet afwischte, dat op haar voor
hoofd parelde, 't Is zonde van m'n mooie
melkkoker! Gloednieuw uit den winkel!
Veronderstel dat ze dat ding d'r niet
meer afkrijge, suggereerde de breed ge
schouderde buitenman, hoe zul je 't jong
dan te eten geven, juffrouw?
Het vooruitzicht, z'n heele leven met
z'n hoofd in dien melkkoker te moeten
doorbrengen, scheen den gevangene al te
verschrikkelijk toe, en hij begon opnieuw
een huilconcert, dat hooren en zien ver-
ging-
Houd jc gemak, merakel! knerpte do
stem van de nijdigo juffrouw Sillevis; as
je je snater niet houdt, za'k den dokter
zegge, dat ie je heelo kop er maar af mot
snijje! Verstaan?
Heeft hij vanmorgen wel eten gehad,
de stumper? vroeg deelnemend de juffrouw
in den rouw. Anders heb ik in m'n tasch
wel 'n banaantje voor 'm; 'n beetje over
rijp misschien, maar dat is juist gezond,
weet u; en zacht; zal ik het maar onder
don koker duwen?
Dat zou ik niet doen, viel grootmoe
der in, we hebben 'm vanmorgen al bijna
'n keer laten stikken.
Maar dat kind moet wel vrecselijken
dorst hebben, meende een bakvisch, in den
hoek van den wagen.
Dat heeft ie me onderweg al zoo dik-
wels verteld, da:k cr kompleet kapot van
ben, m'n lieve mensch! kreunde juffrouw
Sillevis weer.
Als we 'm eens op z'n hoofd zotten,
om 'm dat banaantje te voeren? sloeg
een andere passagier voor, wiens arm in
een verband zat.
Dat zal je wel netjes late! sloof juf
frouw Sillevis verontwaardigd op. 'k Zal
m'n kind zoo maar late vermoorde; 't is
nog vroeg genoeg as ie bij de dokter
komp!
't Is toch beter 'm op z'n kop te zet
ten dan 'm van honger te laten omkomen,
zou 'k zoo zeggen! opperde de buitenman.
Toch vrees ik, dat 't kind zoo aan z'n
end zal komme! deod de juffrouw in do
rouw meewarig.
D'r mot toch wat gebeuren! sprong
opeens de buitenman overeind, in een op
welling van besisto kordaatheid, da kind
stikt sebiet nog in da naue potje! En hij
wildo met z'n stok op den jongen met het
geëmailleerde masker toestappen, tenein
de den melkkoker wat hij noemde „te lich
ten".
Maar juffrouw Sillevis kreeg het op
haar zenuwen en begon te gillen. Do juf
frouw in de rouw schoof zichtig 'n
paar plaatsen terug, en het bakvischjo in
den stiet korte gilletjes uit van angst,
zoodau do conducteur op het rumoer in den
wagen afkwam.
Wat is er hier toch allemaal aan de
hand? klonk de vraag.
Wat er aan de hand is? Alsof uwes
nie zou gillen as ze je kind wouwc ver
moorde!
N3. Als niet andere wordt aangegeven
geen Gloria en geen Credo. De gewone
Prefatie.
ZONDAG 15 Dec. Derde Zondag v. d.
Advent» Mis: Gaudete. 2c gebed v. h. oc
taaf v. h. feest van Maria's Onbevlekt, sr
Ontvangenis. Credo. Prefatie v. d. Allerh.
Drieëenheid. Kleur: Paars.
Weldra zal Christus verschijnen. Hij is
reeds nabij. Daarom: verblijdt u! (In-
troitus; Epistel). Wij stellen ons dc ge
beurtenis van Christus' komt levendig
voor den geest en ons verlangen doet ons
bidden: „Gij Heer, die zetelt boven de
Cherubijnen, kom ons verlossen". (Gra
duale; Alleluja-vers). En Isaïas, de Ad-
ventsprofect, bemoedigt ons: „Weosl sterk
in vertrouwen. Vreest niet, God zal komen
als Verlosser". (Communio). Op ons gebed
zal Hij door de genade van Zijn bezoek
wegnemen dc duisternis van onzeji geest,
de ongerechtigheid van Zijn volk en ons
Zijn heiligen vrede schenken. (Gebed;
Epistel; Offertorium). Moge he<t H. Offer,
dat wij godvruchtig met den priester op
dragen, dat voor ons bewerken en ons
voorbereiden op het komende geboorte
feest van den Verlosser. (Stilgebed; Post-
communio).
MAANDAG 16 Dec. Mis v. d. H.Euse-
bius, Bisschop en Martelaar: Sacerdotes.
Gloria. 2e gebed v. d. dag (d.i. v. d. vorigen
Zondag). 3e ter oere van Maria. Kleur:
Rood.
Euscbius, Bisschop van Vercelli is d©
groote aanhoudende bestrijder geweest
van den ketter Arius. Heel veel heeft hij
daarom moeten verduren oa. verbanning.
Ofschoon Euscbius geen martelaar is in
den echten zin van het woord wordt hem
toch deze eeretitel gegeven, juist om hei-
vele, dat hij om zijne bestrijding van de
ketterij heeft mooten uitstaan.
DINSDAG 17 Dcc. Mis v. d. vorigen
Zondag: Gaudete. 2c gebed ter eere van
Maria; 3e voor Kerk of Paus. Na het Gra
duale wordt het Alleluja met vers niet ge
beden. Kleur; Paars.
WOENSDAG 18 Dec. Quatertemperdag.
Geboden vasten en onthoudingsdag. Mis:
Rorate. Gebeden als gisteren. Kleur:
Paars.
N.B. Vandaag mag in den vroegen mor
gen worden gezongen de z.g. Gulden-Mis:
Rorate coeli. (Zie in het Misboek de Vo
tief mis van Maria in den Adventstijd). Glo
ria, 2e gebed v. d. dag (het eerste uit do
eigen Mis v. d. Quatertemperdag). Credo.
Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invullen:
En U om de vereering). Kleur: Wit.
In do „Gulden"-Mis of „Voortreffelijke"
Mis wordt, vooral Maria's goddelijk moe
derschap geëerd.
DONDERDAG 19 Dcc. Mis v. d. vorigen
Zondag: Gaudete. Gebeden als gisteren-
Kleur: Paars.
VRIJDAG 20 Dcc. Quatertemperdag.
Geboden vasten en onthoudingsdag. Mis:
Prope. 2c gebed en, laatste Evangelie v. d.
Vigilie voor het feest v. d. H. Thomas,
Apostel; 3e ter eero van Maria. Kleur:
Paars.
ZATERDAG 21 Dcc. Quatertemperdag.
Geboden vasten en onthoudingsdag. Feest
dag v. d. H. Thomas, Apostel. Mis: Mihi
autem. Gloria. 2e gebed v. d. eigen Mis v.
d. quatertemperzaterdag. Credo. Prefatie
v. d. Apostelen. Kleur: Rood.
De H. Thomas is de Apostel, die op het,
woord zijner mede-apostelen niet wilde
gelooven aan de verschijning van den ver
rezen Christus. Acht dagen later beleed
hij voor den wederom verschenen Zaligma
ker zijn geloof met de woorden: „Mijn
Heer en mijn God". Na een leven van pre
diking van Christus' H. Evangelie is hij
met pijlen doodgeschoten.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender.
Amsterdam. ALB. M. KOK, pr.
Waarom heeft dat kind zoo'n gok
ding op? vroeg hij, nu eerst bemerkend,
dat do jongen in kwestie tot z'n nek in
den vuurrooden melkkokor verdween.
Je denkt toch zeker niet, da 't z'n pet
ismerkte schamper de dikke juffrouw
Sillevis op.
Hij moet mee naar 't ziekenhuis, om
dat we dien melkkoker niet van z'n hoofd
kunnen krijgen! verduidelijkte opoe.
O, zei de conducteur, villen jelui dat
ding er ai hebben? Waarom zeg je dat dan
niet? Kom hier, jochie. Dat hebben we
wel meer bij de hand gehadging hij voort,
terwijl hij den melkkoker bij het oor vatte.
Kijk, dat doen we zoo, we geven den. koker
een kwartslag naar rechts, houden dc
ooren wat plat tegen 't hoofd gedrukt, zoo
en.... ziedaar!
Hij is er af! riepen allen tegelijk.
Waarachtig! deed grootmoeder vc
baasd.
Maar juffrouw Sülevis staarde naar liet
thans tc voorschijn gekomen vuurroode ge
laat, met steeds grootere oogen vol stom
me verbazing.
Dat is Dolf niet! hijgde ze; wel heb
ik van m'n leven; dat is mijn jongen hec-
lomaal niet! „Geld."