ZATERDAG 14 DECEMBER 1929 DERDE BLAD PAGINA 1 PAUS PIUS XI 25 Jaar Kust- en Scheeps-Radiodienst KALENDER DER WEEK 1849 20 December 1929. Vrijdag 20 December a.s. viert Z. H. Paus Pius XI zijn gouden Priesterfeest en de geheele Katholieke wereld viert dit gouden jubileum met groote vreugde mede. De jubileumfeesten begonnen reeds op 20 Dec. van verleden jaar met de inwijding van het nieuwe Lombardijnsche seminarie op den Esquilijnschen heuvel, tegenover Santa Maria Maggiore. Feestcomité's heb ben zich gevormd om den Opperherder to eeren en te huldigen en het geheele jaar door trokken er jubileum-bedevaarten naar de eeuwige stad. Maar een bijzonderen glans op dit jubileum werpt het herstel van den Vaticaanschen Staat. Niet langer is de Paus een gevangene en Pius XI is het gegeven zijn gouden jubileum in vrij heid te vieren. De Heilige Vader werd op 31 Mei 1875 geboren in een klein dorpje Desio, hetwelk ongeveer 18 K.M. ten Noorden van Milaan is gelegen, en ontving bij het H. Doopsel de namen Ambrosius Damiaan Achilles. Zijn vader Francesco Ratti was directeur van een zijdespinnerij en gar zijn kinderen een degelijke en godsdienstige opvoeding. In het kleine dorpje was geen gelegenheid tot regelma tig schoolgaan. De school werd gehouden door den kapelaan der parochie, die in een jaar tijds zijn jerjgdige toehoorders de eer ste beginselen van lezen, schrijven en re kenen moest bijbrengen. Dit was nu wel geen ideaal onderwijs, maar het was toch beter dan niets. Een oom van Achilles was pastoor te Asso, dien hij dikwijls bezocht. Op zekeren dag ontmoette hij in dc pasto rie bij zijn oom den aartsbisschop van Mi laan, die zich zeer voor den kleinen, leer gierigen knaap interesseerde. Achilles Ratti werd in de gelegenheid gesteld om het bisschoppelijk gymnasium te Seveso te volgen, waarbij hij het kerkelijk lyceum te Monza doorliep. Met goed gevolg legde hij te Milaan aan het Koninklijk lyceum Pa- rini zijn eind-examen af. Een jaar lang studeerde hij philosophic aan het Groot Seminarie St. Carlo, waar hij een schitte-- rend examen aflegde. Een der docenten van het college San Carlo verklaarde eens, dat hij zijn lessen in de philosophie zeer nauwkeurig moest voorbereiden, om een leerling als Achilles Ratti den baas te kunnen blijven. Ondanks zijn drukke studie, had hij toch nog gelegenheid om aan het Klein-Seminarie rekenkunde on Latijn te doceeren- Toen hij diaken was, werd hij door zijn Aartsbisschop naar Rome gezonden om zich aldaar verder te bekwamen in bet kerkelijk recbt en de wijsbegeerte. Tevens bereidde hij zich te Rome voor op het ont vangen van de H. Priesterwijding, welke hij op 20 December 1879 in de kerk van St. Jan van Lateranen ontving. Zijn vader en een zijner broers waren bij de plechtig heid tegenwoordig. Den volgenden dag droeg de neomist zijn eerste H. Mis op in de kerk van San Carlo te Rome, aan het altaar, waarin het hart van den grooten Milaneeschen heilige wordt bewaard. Ook na zijn priesterwijding bleef Don Ratti te Rome, waar hij nog bijna drie jaar stu deerde in het canonieke recht, do theolo gie en in de Scholastieke Wijsbegeerte. In de registers van de Academie St. Tho mas, opgericht door Leo XIII, kan men zien, dat de candidaat Achilles Ratti bij zijn doctoraal examen in de philosophie alle punten behaalde, welke er behaald konden worden. Door den Aartsbisschop van Milaan werd Dr. Ratti aangesteld als professor in de theologie aan het groot-seminarie van Milaan. Met grooten ijver en liefde vervulde hij dezen taak vijf jaar lang. Hq doceerde er niet alleen, maar hij vormde ook zijn leerlingen naar den echten pries terlijken geest. De studenten waren steeds vol lof over zijn wijze van les geven en over de duidelijkheid van zijn uiteenzet tingen. In 188S kwam er aan de wereld beroemde Ainbrosïaansche bibliotheek te Milaan een vacature, en met bijna alge- meene stemmen werd de jonge Dr. Ratti aangewezen om de opengevallen plaats te vervullen, overtuigd als men was van zijn buitengewone begaafdheden. Al spoedig bleek, dat men geen betere keus had kun nen doen, want de aanleg van Dr. Ratti voor de bibliografische wetenschappen was buitengewoon. Door den Prefect der Am brosiana, Mgr. Ceriani werd hij uitgezon den oua in Weenen, Parijc, Londen en Ro me de musea en bibliptheken te bezoeken en aldaar met verschillende geleerden be sprekingen te voeren. Ook verzamelde hij er veel gegevens omtrent zijn eigen land streek, Lombardije, welke hem boven alles lief was. Naast zijn veelomvattende studie in do bibliotheek, nam hij ook nog het rectoraat waar bij de zusters van de AvondmaalszaaL Ook hield hij steeds de Lijdensmeditaties voor do Duitsche kolo nie de Paus spreekt vloeiend Duitsch en stichtte hij te Milaan een tehuis voor Duitsche dienstboden. Bij den dood van Mgr. Ceriani werd Dr. Ratti benoemd tot Prelaat van Z. H. en tevens tot Prefect der Ambrosiana. Vier en twintig jaar heeft hij zijn vruchtbaar werk in de bibliotheek verricht. Menige studie heeft hij gedurende dien tijd gepubliceerd en menigeen, die voor wetenschappelijke onderzoekingen naar Milaan kwam, heeft hij met zijn ver bazende kennis van historische werken krachtdadig ter zijde gestaan. In 1912 werd Dr. Ratti naar Rome geroepen, waar hij werd aangesteld als rector van de Va- ticaansche bibliotheek, waarvan hij in 1914 tot prefect werd benoemd. In 1918 werd Dr Ratti, die inmiddels kanunnik van het Apostolisch kapittel was geworden, door Raus Benedictus XV belast met een diplo matieke zending. Hij werd nL tot Nuntius te Warschau benoemd, alwaar hij op 28 19 December a.s zal het 25 jaar gele den zijn, dat het radio-telegrafisch ver keer met schepen op zee werd geopend door vestiging van een bijkantoor der Te- grafie te Scheveningen. Onze kust- en scheepsTadiodienst viert hiermede zijn zilveren jubileum. Dit feit is door het personeel herdacht door de uitgifte van een extra-orgaan van den Centralen Bond van Nederlandsch P.T.T.-personeel (C. B. P. T. T.). Na een inleidend woord van den re dacteur, den heer D. Stoffels, waarin Tante Post een eervolle begrafenis krijgt en gewezen wordt op het wonder, dat Ra dio heet, welker ontwikkeling nog steeds de stoutste verwachtingen overtreft, zijn door den radio-expert, den heer G. J. Muusze, in een onderhoudend en amusant geschreven geschielkundig overzicht de voornaamste feiten en data weergege ven. Wij lezen in dit artikel o.m. het een en ander over de wederwaardigheden aan 't ontvangtoestel. De toesteldienst op Sch., zooals het oorspronkelijk heette, of Pch., zooals het nade radio-convpntie van Londen ge doopt werd, heeft altijd zijn eigenaardige moeilijkheden gehad en heeft tot wonder lijke ervaringen aanleiding gegeven. Ter loops zij hier opgemerkt dat daar 't'kuststa tion dat voor de landverbinding Seh heette ook nu do dienst te IJmuiden uitgevoerd wordt; de telegrammen voor Sch. worden dus naar IJmuiden gedirigeerd en door Pch. per radio rmar de schepen overge bracht. Sommige buitenlandschc schepen roepen Sch. aan met P-C.H (drie letters), welke aanroepen op dezelfde wijze beant woord moeten worden, anders begrijpen de heeren marconisten er niets van. Vóór dc eerste Tadio-conventïe werd door Sen. zóó ver met schepen gewerkt, als maar eenigszins mogelijk was, waarbij reeds lange-afstands-triomphen werden be haald. Hiertoe droeg in belangrijke mate bij het geheimzinnig verschijnsel der „freaks"^ dat zijn „vleugjes" van zeer goede verbinding in een overigens zeer slechte of onmogelijke verbinding veran derde bet weze dier ethervleugjes is vrij wel onbekend. Per „freak" kwamen dan wel oproepen binnen van zéér verre schepen, hetgeen den indruk wekte, of deze vlak bij op do Noordzee waren en welke oproepen dus oogenblikkelijk beantwoord werden. Was geen retour-freak voorhanden, dan werd herhaaldelijk vergeefs geantwoord, doch meermalen kwam een verbinding op deze wijze tot stand. Miaar welk een ver binding! .Sommige stukken van een tele gram kwamen hard en gaaf over, andero stierven weg tot een onhoorbaar zuchtje; nu eens hoorde het kuststation het scheepsstatiqn niet meer, dan weer an dersom en ten slotte kon het gebeuren, dat een telgram op enkele letters na afge werkt was, maar de stem van het schip voorgoed verzonken in de eindelooze ver ten van den oceaan. Tegenwoordig heeft men in den ultra-korte-golf-dienst met precies het omgekeerde te kampen, n.l. het „fading"-verschijnsel. Normale, goede verbindingen worden plotseling „ge sluierd" en daarna weggevaagd om na korter en of langeren tijd (een kwestie van seconden tot minuten) weer met aan groeiende kracht te voorschijn te treden. Deze wonderlijke, doch lastige verschijn selen staan buiten zender en ontvanger en hebben „onderweg" tusscben deze beide plaats (de weg is soms zéér, zéér lang: 10.000 Kilometers en meer); ze vergen van den toestelambtenaar een grooten dosis geduld en berusting in het onvermijde lijke. Optredende gebreken aan zenders en ontvangers, storingen van allerlei aard uit den atmosfeer of van vreemde stations voegen het hunne aan een en ander nog toe. Toen bij de eerste radio-conventie elk kuststation zijn eigen werkingssfeer kreeg toegewezn, was het yoorloopig uit met die lange verbindingen. Men hoorde op Pch Hollandsche schepen in de Mid- dellandsche Zee sukkelen met Fransche of Italiaansche kuststations, men zou over do hoofden dier stations gemakkelijker, veili ger en goedkooper de telegrammen van de schepen kunnen overnemen, maar dit was bij internationale regeling verboden. Men hoorde 's nachts héél lang vergeefs Oues- sant aanroepn, maar de Fransche radio- menschen schenen veel te slapen, terwijl onze ambtenaren, die het zich ccn eer re kenden, op oen verantwoordelijke post, te zitten, steeds op hun qui-vive waren. Zich melden aan het roepend schip, den blij verrasten marconist van zijn berichten af helpen was het werk van een oogenblik en dToeg weer een steentje bij tot de goedo reputatie van P.C.H. Een zuivere radio-sensatie was de eer ste verrassing van de menschelijke stem per radio. Mij persoonlijk overkwam dat begin 1917 op het hulp-kuststation te Vlissingen. Luisterend naar de reeds ver- October 1919 de Bisschopswijding ont ving. Moeilijke dagen maakte Mgr. Ratti in Polen mede. Op 13 Juni 1921 werd Mgr. Ratti uit Polen geroepen en zag zich ver heven tot Aartsbisschop van Milaan, cn te vens tot kardinaal. De vreugde in Milaan was groot, toen de geliefde bibliocaris, be kleed met het kardinaalspurper, in dc stad terugkwam. Hij was toch immers een der hunnen, een zoon van de Lom bardische laagvlakte. Niet lang echter mochten de Milaneezen hun Aartsbisschop houden; immors reeds in Februari 1922 volgde zijn Pauskeuze. Paus Benedictus XV had gezegd, toen Kardinaal Ratti met' trouwde geluiden van brommende, prutte lende morse teekens, waaruit slechts een aanroep van punten en strepen te voor schijn zou kunnen komen, klonk mij op eens een mannelijke basstem in do ooren, zeggende: twenty-one, twenty-two.en zoo tellende tot twenty-nine. Nog nooit gehoord hebbende van radio telefonie, kon ik mijn ooren niet gelooven; stel u voor, dat ge aan den Sounder zat cn bet ding begon in eens te praten in plaats van te kloppen. Do collega's van de Zeeland-booten wis ten ex iets meer van, ze hadden die stem op zee meer gehoord en spraken van de „ghost of the north sea". (Geest van do Noordzee). In 1917 geloofde men liever aan geesten dan aan radio-telefonieEn thans? De man aan het toestel doet al zijn best, storende jazz-bands, opera's of morgen wijdingen uit zijn scheepsgolf te houden; het S.O.S. van een in nood verkeerend scbip zou verloren kunnen gaan in een foxtrot van Budapest of een Donau-wal- zer uit ,-,Wien" of zoo. De moeilijkheden van den toesteldienst zijn er in 25 jaar niet minder op gewor den. Bestonden deze vroeger in het ne men van heel zwakke teekens, vertroebeld door luchtstoringen, vaak aanzwellend in freaks (zie boven) om daarna weg te zin ken in het niet, werden de telegrammen toen dikwijls neer geschrcvn met ingehou den adem en angstvallig vermijden van 't kraken van boord of manchet, thans is d e moeilijkheid: „qrm". Qrm beteekent: „Ik word gestoord door andere stations" cn dit wordt het correspondeerend station meegedeeld als de opname van een be richt geheel of gedeeltelijk mislukt om deze reden. Er wordt thans in gelijke of vlak bij el kander liggende golflengten zoo druk ge seind, dat een groot deel der telegrammen tusscben ccn massa andere seinen door gesleept moeten worden. Stel u voor, dat geen een tiental sounder-toestellen om u heen hebt staan, die alle tegelijk verschil lende tolegrammen seinen, a!e in verschil lende tempo's en verschillende kracht van aansag en ge moet één van die telegram men nemen, niet eens van het hardste ge luid en zonder dat ge het hoofd naar het betreffende sounderkastje kunt brengen. Iets dergelijks is het nemen van radio- telegrammen bij druk verkeer. De zwakke ontvangst van vroeger is grootendeels ver dwenen, nu het mogelijk is, het zuchtje van vroeger met lampversterkers zoo krachtig te maken, dat de trommelvliezen pijn doen. Ook thans is 's zamers nog de groote plaag: „qrn" (ik word gestoord door atmospherische storingen). Deze zijn met de radioseinen tot groote sterke .op gevoerd zoodat op vele zomerdagen (in mindere mate lente 'en najaar) de knallen niet van de lucht zijn. Hot verkeer moet zooveel mogelijk doorgaan, men verwon- dere zich niet, als radiotelegrammen on der deze omstandigheden wel eens eenige... dagen oud worden. Uit ver-afgelegen zeeën en oceanen worden te IJmuiden-radio meermalen te legrammen van kleine zwalkende stooraer- tjes opgevischt (gewoonlijk via grootere, in de verte voorbijvarende stoomers), die één, twee, zelfs drie dagen oud zijn. De heeren van de lijn-telgraaf kunnen dan zoo naïevelijk opheldering omtrent den datum van aanbieding vragen, den datum waarop de marconist, die wekenlang geen haven zal zien, het bewuste telegram in handen is geven om het maar zoo goed mogelijk te zien kwijt te raken. Klachten van geadresseerden, dat zoo'n telegram niet, zooals 't behoort, eenige minuten of ten hoogste eenige uren, maar eenige dagen heeft geduurd, komen voor. Door middel van voor dit verkeer aan gewezen bijzondere golven (ultra-korte of middelmatig-lange) wordt gewerkt ver bui ten do eigen sfeer, hetgeen ook alleen met die bijzonder golven is toegestaan. Deze bepaling wordt dikwijl^ overtre den, doordat schepen met voor een be paalden sfeor bestemde golven, trachten te werken met verder gelegen kuststations en zoodoende het kuststation noodeloos he vig storen, in welks sfeer ze zich bevin den. Met leugentjes omtrent hun positie trachten ze de aanmerkingen van het kuststation te weerleggen en kon men vroo- ger op het kuststation geon pijl trekken op den afstand van het in overtreding zijn de schip, thans kan men zijn afstand en zelfs zijn juiste positie peilen. Dit ge schiedt met de hulp der drie peilstations Willemsoord, IJmuiden en Maassluis, die apparaten bezitten, welke de juiste rich ting aanwijzen, waaruit de seinen van het schip tot hen komen. Het doel van dezen peildïenst is het verstrekken der positie aan schepen, die deze zelf noodig hebben, waarvan 's winters, in 't iiajaaT en bij mist heel veel gebruik wordt gemaakt. Voor het constateeren van overtredingen wordt deze dienst met voordeel toege past. nog twee nieuw benoemde kardinalen op audiëntie waren: „Voor een van U zal het purper weldra veranderen in wit", en toen kardinaal Ratti na den dood van den Paus naar Rome vertrok ter bijwoning van het conclaaf, vreesde men in Milaan en te recht dat dc beminde kerkvorst nooit meer zou terugkecren. Op 6 Februari 1922 steeg op het middaguur een witte rook wolk omhoog boven de Sixtijnsche kapel om aan het volk bekend te maken, dat er een nieuwe Paus gekozen was. Deze Paus was kardinaal Ratti, die den naam had aangenomen van Pius XL DOLF EN DE MELKKOKER. v~ - door J. S. Moedèèèrf Uit de stem van Marietje sprak angst, groote angst. Wat is 't er nou weer? klonk nijdig de stem van juffrouw Sülevis, Marietje's •moeder, terug. Het was Maandag, en er stond 'n wasch van twee weken in de kuip. Dolf heeft de melkkoker op z'n hoofd gezet Dan trek je Jm er maar weer af, hoor, en kom nou maar niet meer vervelen! Marietje kwam de bijkeuken ingestapt, aan do hand een kleine jongensfiguur, wiens hoofd radikaal verdwenen was in een róód-geëmailleerde melkkoker. Van onder dit onmisbaar keukenmeubel kwa men smartelijke angstkreten, en do oogen van Marietje, de oudste van het geslacht Sillevis, stonden wijd open van schrik. Hij gaat er niet af! steunde ze. Juffrouw Sillevis droogde terloops haar handen aan den gonjezak, die ze over haar blauwen boezelaar droeg, en dook op den vastzittenden melkkoker los. Ze rukte, trok naar boven, links, rechts, maar het gevolg was slechts een hernieuwd pijnlijk India- nengohuil binnen in den rooden melkkoker, die niet verwikte of verwoog. Grootmoeder Sillevis kwam op het ru moer toegestapt en porde met haar stokje in de ruimte, die er in den melkkoker nog over wa<s, maar, te oordeelen naar de nieu we geluiden, welke door het slachtoffer werden voorgebracht, moest ze in de neus gaten van den indringer zijn terecht geko men. Nou ken je voor dat jong z'n plezier naar 't ziekenhuis! nijdaste juffrouw Sil levis ten einde raad. Daar ga je weer met je wasoh van veertien dagen, en je lekkere vette soppie kan maar koud staan worre voor zoo'n mirakel! Je blijft hier staan tot ik me wat opgeknapt heb, boor Dolf! En wijl ze het hoofd aan den binnenkant niet bereiken kon, gaf ze den melkkoker een fatsoenlijke opdoffer, dat het alle maal kletste, greep de Zondagsche pet van d'r man, haar wollen geruiten omslagdoek en hing haar gonje waschzak op den rand der rookende tobbe. Dan greep ze het oor van den melkkoker als een soort stuur beet en sjorde het jog, dat er in zat en die het opnieuw op 'n brullen zette, mee naar de eerste de beste tramhalte. Ik ga mee, riep grootmoeder buiten adem. Ik wil zien hoe of dat arme kind au z'n end komt! Welke opmerking Ma rietje sprakeloos van schrik achterliet. In de tram zat een breedgeschouderde buitenman, die veel belang stelde in bet gecompliceerde geval, evenals een juffrouw, die „hoopte, dart de stakkerd toch maar niet stikken zou". Hoe denkt uwes da ze 'm er uit zulle krijge? informeerde juffrouw Sillovis be nauwd, terwijl ze zich om de tien secon den het zweet afwischte, dat op haar voor hoofd parelde, 't Is zonde van m'n mooie melkkoker! Gloednieuw uit den winkel! Veronderstel dat ze dat ding d'r niet meer afkrijge, suggereerde de breed ge schouderde buitenman, hoe zul je 't jong dan te eten geven, juffrouw? Het vooruitzicht, z'n heele leven met z'n hoofd in dien melkkoker te moeten doorbrengen, scheen den gevangene al te verschrikkelijk toe, en hij begon opnieuw een huilconcert, dat hooren en zien ver- ging- Houd jc gemak, merakel! knerpte do stem van de nijdigo juffrouw Sillevis; as je je snater niet houdt, za'k den dokter zegge, dat ie je heelo kop er maar af mot snijje! Verstaan? Heeft hij vanmorgen wel eten gehad, de stumper? vroeg deelnemend de juffrouw in den rouw. Anders heb ik in m'n tasch wel 'n banaantje voor 'm; 'n beetje over rijp misschien, maar dat is juist gezond, weet u; en zacht; zal ik het maar onder don koker duwen? Dat zou ik niet doen, viel grootmoe der in, we hebben 'm vanmorgen al bijna 'n keer laten stikken. Maar dat kind moet wel vrecselijken dorst hebben, meende een bakvisch, in den hoek van den wagen. Dat heeft ie me onderweg al zoo dik- wels verteld, da:k cr kompleet kapot van ben, m'n lieve mensch! kreunde juffrouw Sillevis weer. Als we 'm eens op z'n hoofd zotten, om 'm dat banaantje te voeren? sloeg een andere passagier voor, wiens arm in een verband zat. Dat zal je wel netjes late! sloof juf frouw Sillevis verontwaardigd op. 'k Zal m'n kind zoo maar late vermoorde; 't is nog vroeg genoeg as ie bij de dokter komp! 't Is toch beter 'm op z'n kop te zet ten dan 'm van honger te laten omkomen, zou 'k zoo zeggen! opperde de buitenman. Toch vrees ik, dat 't kind zoo aan z'n end zal komme! deod de juffrouw in do rouw meewarig. D'r mot toch wat gebeuren! sprong opeens de buitenman overeind, in een op welling van besisto kordaatheid, da kind stikt sebiet nog in da naue potje! En hij wildo met z'n stok op den jongen met het geëmailleerde masker toestappen, tenein de den melkkoker wat hij noemde „te lich ten". Maar juffrouw Sillevis kreeg het op haar zenuwen en begon te gillen. Do juf frouw in de rouw schoof zichtig 'n paar plaatsen terug, en het bakvischjo in den stiet korte gilletjes uit van angst, zoodau do conducteur op het rumoer in den wagen afkwam. Wat is er hier toch allemaal aan de hand? klonk de vraag. Wat er aan de hand is? Alsof uwes nie zou gillen as ze je kind wouwc ver moorde! N3. Als niet andere wordt aangegeven geen Gloria en geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 15 Dec. Derde Zondag v. d. Advent» Mis: Gaudete. 2c gebed v. h. oc taaf v. h. feest van Maria's Onbevlekt, sr Ontvangenis. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Paars. Weldra zal Christus verschijnen. Hij is reeds nabij. Daarom: verblijdt u! (In- troitus; Epistel). Wij stellen ons dc ge beurtenis van Christus' komt levendig voor den geest en ons verlangen doet ons bidden: „Gij Heer, die zetelt boven de Cherubijnen, kom ons verlossen". (Gra duale; Alleluja-vers). En Isaïas, de Ad- ventsprofect, bemoedigt ons: „Weosl sterk in vertrouwen. Vreest niet, God zal komen als Verlosser". (Communio). Op ons gebed zal Hij door de genade van Zijn bezoek wegnemen dc duisternis van onzeji geest, de ongerechtigheid van Zijn volk en ons Zijn heiligen vrede schenken. (Gebed; Epistel; Offertorium). Moge he<t H. Offer, dat wij godvruchtig met den priester op dragen, dat voor ons bewerken en ons voorbereiden op het komende geboorte feest van den Verlosser. (Stilgebed; Post- communio). MAANDAG 16 Dec. Mis v. d. H.Euse- bius, Bisschop en Martelaar: Sacerdotes. Gloria. 2e gebed v. d. dag (d.i. v. d. vorigen Zondag). 3e ter oere van Maria. Kleur: Rood. Euscbius, Bisschop van Vercelli is d© groote aanhoudende bestrijder geweest van den ketter Arius. Heel veel heeft hij daarom moeten verduren oa. verbanning. Ofschoon Euscbius geen martelaar is in den echten zin van het woord wordt hem toch deze eeretitel gegeven, juist om hei- vele, dat hij om zijne bestrijding van de ketterij heeft mooten uitstaan. DINSDAG 17 Dcc. Mis v. d. vorigen Zondag: Gaudete. 2c gebed ter eere van Maria; 3e voor Kerk of Paus. Na het Gra duale wordt het Alleluja met vers niet ge beden. Kleur; Paars. WOENSDAG 18 Dec. Quatertemperdag. Geboden vasten en onthoudingsdag. Mis: Rorate. Gebeden als gisteren. Kleur: Paars. N.B. Vandaag mag in den vroegen mor gen worden gezongen de z.g. Gulden-Mis: Rorate coeli. (Zie in het Misboek de Vo tief mis van Maria in den Adventstijd). Glo ria, 2e gebed v. d. dag (het eerste uit do eigen Mis v. d. Quatertemperdag). Credo. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invullen: En U om de vereering). Kleur: Wit. In do „Gulden"-Mis of „Voortreffelijke" Mis wordt, vooral Maria's goddelijk moe derschap geëerd. DONDERDAG 19 Dcc. Mis v. d. vorigen Zondag: Gaudete. Gebeden als gisteren- Kleur: Paars. VRIJDAG 20 Dcc. Quatertemperdag. Geboden vasten en onthoudingsdag. Mis: Prope. 2c gebed en, laatste Evangelie v. d. Vigilie voor het feest v. d. H. Thomas, Apostel; 3e ter eero van Maria. Kleur: Paars. ZATERDAG 21 Dcc. Quatertemperdag. Geboden vasten en onthoudingsdag. Feest dag v. d. H. Thomas, Apostel. Mis: Mihi autem. Gloria. 2e gebed v. d. eigen Mis v. d. quatertemperzaterdag. Credo. Prefatie v. d. Apostelen. Kleur: Rood. De H. Thomas is de Apostel, die op het, woord zijner mede-apostelen niet wilde gelooven aan de verschijning van den ver rezen Christus. Acht dagen later beleed hij voor den wederom verschenen Zaligma ker zijn geloof met de woorden: „Mijn Heer en mijn God". Na een leven van pre diking van Christus' H. Evangelie is hij met pijlen doodgeschoten. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. Waarom heeft dat kind zoo'n gok ding op? vroeg hij, nu eerst bemerkend, dat do jongen in kwestie tot z'n nek in den vuurrooden melkkokor verdween. Je denkt toch zeker niet, da 't z'n pet ismerkte schamper de dikke juffrouw Sillevis op. Hij moet mee naar 't ziekenhuis, om dat we dien melkkoker niet van z'n hoofd kunnen krijgen! verduidelijkte opoe. O, zei de conducteur, villen jelui dat ding er ai hebben? Waarom zeg je dat dan niet? Kom hier, jochie. Dat hebben we wel meer bij de hand gehadging hij voort, terwijl hij den melkkoker bij het oor vatte. Kijk, dat doen we zoo, we geven den. koker een kwartslag naar rechts, houden dc ooren wat plat tegen 't hoofd gedrukt, zoo en.... ziedaar! Hij is er af! riepen allen tegelijk. Waarachtig! deed grootmoeder vc baasd. Maar juffrouw Sülevis staarde naar liet thans tc voorschijn gekomen vuurroode ge laat, met steeds grootere oogen vol stom me verbazing. Dat is Dolf niet! hijgde ze; wel heb ik van m'n leven; dat is mijn jongen hec- lomaal niet! „Geld."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9