SOEP
KERKNIEUWS
LAND- EN TUINBOUW
Kath. Film-Centrale
VRAGENBUS
VRIJDAG 13 DECEMBER 1929
DERDE BLAD.
PAGINA 2
HET STADSVUIL VAN HAARLEM
Naar Woubrugge.
Gisteren is in de Gemeenteraad van
Haarlem aan de orde gekomen het voor
stel van B. en W., om gronden aan te koo-
pen aan het Brasemermeer onder de ge
meenten Woubrugge en Rijnsaterwoude
ten einde daarheen het stadsvuil te kun
nen transporteeren.
De heer Loerakker vreest, dat Rijnland
•wel bijzondere voorwaarden zal stellen t.
a. v. deze ophooging van gronden. Ook zou
het kunnen gebeuren dat een garantiesom
zal worden gevergd. Zullen de betrokken
gemeenten wel ten allen tijde toelaten dat
op hun grondgebied zal gestort worden?
Zijn B. en W. niet van meening, dat het
stadsvuil dat een groote waarde heeft
voor de cultuur, niet moet verloren gaan
door het in het water te storten? Spr. wijst
verder op de vuilstorting te Nieuwkoop
waa-r 1200 H.A. be'sehikbaar liggen en
waarvoor Leiden ook reeds een contract
heeft gesloten met het polderbestuur van
Nieuwkoop. Het zou wellicht goedkooper
zijn indien ook Haarlem die richting uit
ging. Het vervoer zou volgens spr. althans
goedkooper zijn. Ook met het oog op een
betere werkverschaffing op het platteland,
die dient bevorderd te worden, acht spr.
het noodig dat het heele voorstel zou her
zien worden. Hij dringt dus aan op aan
houding.
Weth. mr. Heerkens Thyssen denkt dat
Rijnland geen bijzondere voorwaarden zal
stellen. De gemeenten zijn eveneens zeer
tevreden dat door de vuilstcrting landver-
betering in uitzicht zal v orden gesteld.
Spr. gaat uitvoèrig in op de conditiën wel
ke thans gelden voor het vervoer naar de
stortplaatsen; een contract met Nieuwkoop
zou echter ten allen tijde duurder kosten
vanwege den grooteren afstand terwijl er
minder bedrijfszekerheid bestaat in tijden
van vorst, enz. Spr. meent overigens dat de
werkverschaffing een element is dat hier
geen invloed kan uitoefenen.
De heer Van Liemt acht de repliek van
den wethouder niet voldoende, o.m. juist
wat het element werkverschaffing betreft.
De trek naar de steden moet juist zooveel
mogelijk tegengegaan worden. Een over
eenkomst met Nieuwkoop biedt z.i. tal van
voordeelen, waar men niet te licht moet
overheen stappen. Daarom steunt hij de
gedachte des heeren Loerakker tot aanhou
ding van het voorstel.
De heer Loerakker komt op zijn betoog
terug; hij acht het niet verantwoord, dat
men daar 9 H.A. water zal dempen met
stadsvuil. Hij blijft bij zijn overtuiging, dat
Nieuwkoop toch veel meer voordeelen biedt
en stelt voor B. en W. uit te noodigen de
zaak van het stadsvuil op een andere wijze
op te lossen.
De heer Reinalda geeft toe, dat het
voorstel op al te sobere^ wijze werd toege
licht. De staatscommissie is het er over
eens, dat transport op grooten afstand af
te keuren is. De vraag-Loerakker of stor
ten te Nieuwkoop niet vpordeeliger zou
zijn, acht spr. zeer belangrijk. Spr. leest
hieromtrent echter eenige clausules uit het
verslag van de staatscommissie voor, waar
bij Nieuwkoop om tal van redenen als
stortplaats wordt afgekeurd, ook al om de
slechte hygiënische voorwaarden, waaron
der het vuil daar op de gronden moet ge
tracht worden. Spr. concludeert dat bet
dus aanbeveling verdient te storten op
eigen terreinen; hij zal daarom de voor
dracht van B. en W. steunen.
Na repliek van den wethouder trekt de
heer Loerakker zijn voorstel in, nadat B.
en W. de toezegging hebben gegeven, dat
zij met deze kwestie bij den raad zullen
terugkomen, wanneer het landgedeelte zal
volgestort zijn. Daarna wordt het voorstel
van B. en W. goedgekeurd.
PRIJSVORMING IN HET
KRUIDENIERSBEDRIJF.
De eindconclusies van de sub-commissie
uit de commissie voor de Economische
Politiek.
Zooals men weet, heeft de subcommissie
uit de commissie voor de Economische Po
litiek een onderzoek doen instellen naar
de prijsvorming in het kruideniersbedrijf
en wel als onderdeel van het onderzoek
naar de prijsvorming in het algemeen. Suc
cessievelijk zijn verschenen de verslagen
over den kleinhandel en vervolgens over
de grossierderij en de productie. De com
missie van Bijstand, welke onder leiding
van prof. mr. P. J. M. Aalbersc met de uit
voering dezer enquête was belast, heeft
deze verslagen voorgelegd aan de plenaire
subcommissie, welke, na kennisneming van
de beschouwingen en het verzamelde cijfer
materiaal, de volgende conclusies heeft ge-
De mogelijkheid van vermaatschappelij
king van het huidige distributieproces door
rechtstreeks daarop gericht ingrijpen door
de overheid is daarbij buiten beschouwing
gebleven.
Onderzoek in andere branches.
Ie. De subcommissie is van oordeel, dat
in navolging van hetgeen in andere landen
ten deze bereidB is geschied, het nuttig zou
zijn soortgelijke onderzoekingen in andere
branches in te stellen.
Medewerking van organisaties
en lichamen.
2e, Zij geeft voor dit doel de voorkeur
aan een zoodanigen opzet, dat ook de or
ganisaties der belanghebbenden in de be
treffende branches in het onderzoek wor
den betrokken en is voorts van oordeel,
dat ten deze het initiatief zal moeten uit
gaan van den Minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid.
Eenerzijds is het noodzakelijk, dat bij
deze onderzoekingen de noodige leiding
van een centraal punt uit verzekerd zij;
anderzijds dient te worden nagegaan welke
taak ten deze weggelegd is voor reeds be-
INGEZONDEN MEDEDEELING
staande instellingen als de Kamers van
Koophandel en Fabrieken, het Centraal
Bureau voor de Statistiek, het Neder-
landsch Instituut voor Efficiency en de
Handelshoogescholen.
Bedrijfsstatistieken.
Daarenboven acht de subcommissie voor
het kruideniersbedrijf, gelijk wellicht ook
voor andere branches, een gedetailleerde
bedrijfstatistiek noodzakelijk. Aan den op
zet daarvan zou van uit heb centrale punt
bedoeld in de vorige alinea in samenwer
king met de daar genoemde organisaties
en instellingen bijzondere aandacht moe
ten worden geschonken.
Ongunstige positie van den
kruidenier.
3e. Wat voorts bepaaldelijk het kruide
niersbedrijf aangaat, is de subcommissie
van gevoelen, dat daarin over het algemeen
door den detaillist slechts een bescheiden
in vele gevallen zelfs niet meeT dan een
uiterst kommerlijk bestaan wordt ge
vonden.
Rationeele distributie gewenscht.
4e. De oorzaak daarvan is voornamelijk
te zoeken in een overbezetting van het
distributie-apparaat met een groot aantal
niet voor hun taak berekende dwergbedry-
ven, wier bestaan noch uit een oogpunt
van rationeele distributie, noch terwille
van het comfort, dat een groot aantal ver
koopplaatsen voor het publiek meebrengt,
is te motiveeren. Mitsdien behoort er naar
te worden gestreefd, door een beperking
van dit teveel een meer rationeele distri
butie van kruidenierswaren te verkrijgen.
Wat er gedaan zou kunnen
wonden.
5e. Op welke wijze het bestaande teveel
aan kruidenierswinkels kan worden opge
heven en ook in de toekomst het aantal,
dezer winkelzaken binnen redelijke gren
zen kan worden gehouden, alsook welke
maatregelen verder ter saneering van den
tegenwoordigen toestand noodzakelijk moe
ten worden geacht, zijn vraagstukken,
waarvan de oplossing bij voorkeur in en
door het bedrijf moet worden gevonden;
intusschen zal daarbij de steun der over
heid niet kunnen worden ontbeerd. Mocht
het bedrijf zelf ten deze in gebreke blij
ven, dan zal ingrijpen van Overheidswege
niet achterwege kunnen blijven.
Met betrekking tot de middelen met
behulp waarvan naar een oplossing van
bovengenoemde vraagstukken kan worden
gestreefd, verdient naar het oordeel der
subcommissie inzonderheid de aandacht een
regeling, krachtens welke voor het drijven
van detailhandel in kruiden:erswaren ze
kere waarborgen worden gevraagd met
betrekking tot administratieve- en vakken
nis. Voorts ware te overwegen, in hoeverre
de gemeentelijke overheid door bouwver
ordeningen, alsook door het stellen van be
perkende voorwaarden bij uitgifte in erf
pacht en verkoop van gronden e.d. rege
lend op het aantal zaken kan inwerken.
Ook zouden fabrikanten en grossiers
aan de credietwaardigheid van hun even-
tueele afnemers hoogere eischen kunnen
stellen dan tot nu toe over het algemeen
gebruikelijk is.
Ten slotte wijst de subcommissie er op,
dat het stellen van bepaalde hygiënische
eischen (o.a. op grond van de Warenwet)
met, betrekking tot de inrichting van win
kels, op zichzelf reeds wenschelijk, even
eens een beperking van het aantal zaken
ten gevolge kan hebben.
Door den Minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid worde hel initiatief genomen
om belanghebbenden tot onderling over
leg en samenwerking in de aangegeven
richting te brengen.
De grossierspositie voldoende.
6e. De toestanden in de grossierderij
zijn minder verontrustend dan die in den
detailhandel in kruidenierswaren en niet
van zoodanigen aard, dat zij het nemen
van bepaalde maatregelen zouden wettigen.
De commissie heeft deze conclusies vast
gesteld na een delegatie uit de landelijke
kruideniersorganisaties nader te hebben
gehoord.
Grondverkoop in Den Haag.
Naar „Het Volk" verneemt, heeft de
regeering geen termen kunnen vinden, het
beslnit van den Haagschen raad tot ver
koop van grond aan de firma Peek en
Cloppenburg, waarover in den raad veel
te doen is geweest, te vernietigen.
KANNUNNIK J. W. VAN HEESW1JK.
Naar wij vernemen is tot kanunnik van
bet Kathedraal Kapittel van Haarlem
benoemd de hoogeerw. heer J. W. van
Heeswijk, deken cn pastoor van Rotter
dam.
Kanunnik Deken J. W. van Heeswijk
werd 17 October 1870 te 's-Gravenhage ge
boren, volbracht zijn priesterlijke studies
op „Hageveld" en te Warmond en werd in
1895 tot kapelaan te 's-Heerenberg be
noemd. Van 1897 tot 1910 was hij leeraar
aan het Klein-Seminarie „Hageveld".
In 1910 werd hij benoemd tot pastoor
te Haastrecht, waarna in 1915 zijn benoe
ming volgde toi deken en pastoor te Soha-
gen. In 1924 werd hij Deken van Rotter
dam en. pastoor der parochie van den H.
Laurentius.
Pastoor J. A. J. van Rooy bediend.
De ZecrEerw. heer J. A. J. van Rooi,
pastoor te De Lier bij Naaldwijk, is door
een plotselinge ongesteldheid overvallen,
welke zich aanvankelijk zoo ernstig liet
aanzien, dat men hem van de H.H. Sacra
menten der Stervenden heeft voorzien.
DE NEDERLANOSCHE TUINB0UW-
RAAD.
De heer Krelage treedt af als voorzitter.
Te Haarlem is een vergadering gehou
den van het bestuur van den NedeTland-
schen Tuinbouwraad.
Ingevolge een uitnoodiging van den mi
nister van defensie is de Tuinbouwraad
door mr. J. H. J. Schmidt vertegenwoor
digd geweest op een vergadering, waarin
genera al-majoor Raaymakers een uiteen
zetting heeft geveven over de Kringenwet
en haar toepassing.
Naar aanleiding van een artikel in de
„Tuinderij", officeel orgaan van de bij den
Tuinbouwraad aangesloten groep veilings-
vereenigingen waarin den voorzitter ver
weten werd, dat deze geen overleg met de
aardappqlkweekers bevorderd had, alvo
rens de algemeene vereeniging voor Bloem
bol! encultuuj haar circulaire aan de ge
meentebesturen zond betreffende even-
tueele vèrbodsbepalingen op het teelen
van voor wratziekte vatbare aardappelen,
had de voorzitter een -brief aan het be
stuur van den Raad gericht, die aanleiding
gaf tot uitvoerige gedachtenwisseling. Het
resultaat, hiervan was, dat de voorzitter,
de heer E. H. Krelage, mede in verband
met verschillende zi.ongegronde grieven
tegen zijn beleid door de vertegenwoordi
gers van dezelfde groep reeds vroeger in
gebracht, volhardde bij zijn in zijn brief te
kennen gegeven voornemen om als voor
zitter van den Raad te bedanken, daar de
statuten eenparigheid yan stemmen voor
het nemen van besluiten eischen, en der
halve een voorzitter, die het vertrouwen
van een der aangesloten groepen mist, in
dit stelsel niet past.
De vertegenwoordigers der verschillende
groepen brachten den scheidenden voorzit
ter dank voor zijn langdurigen arbeid voor
den Tuinbouwraad als bestuurslid en
voorzitter. Een commissie van vier leden
(van elke groep een) werd benoemd om de
keuze van den nieuwen voorzitter voor te
bereiden.
ONZE G0EDK00PE AARDAPPELEN.
1929 wederom een goed oogstjaar.
Het jaar 1928 heeft ons een overvloedi-
gen wereldoogst van aardappelen ge
bracht. De productiecijfers daaromtrent
bijeengebracht door het Internationale
Landbouwinstituut te Rome hebben dat
uitgewezen. Juist na het algemeen slechte
aardappeljaar 1927 vielen de onverwacht
groote oogsten van zijn opvolger sterk op.
En nu de cijfers voor het oogstjaar 1929
vrijwel volledig bekend zijn geworden
we ontleenen ze aan de Revue internatio
nale d'Agriculture kan vastgesteld wor
den, dat 1929 wel iets ten achter staat bij
het recordjaar 1928, maar toch benadert
het eindcijfer dicht het hooge van het
laatste jaar niet alleen, doch blijkt verre
te overtreffen de gemiddelde productie uit
de jaren 1923/1927.
We doen het beste om het woord te ge
ven aan het laatste nummer van de Be-
vue internationale d'Agriculture waarin
het volgende staat te lezen:
„Op het" oogenblik zijn bekend de pro
ductiecijfers van alle Europeesche landen
grootproducenten van aardappelen
met uitzondering van Frankrijk. Evenwel
de jongste berichten uit Frankrijk blijven
optimistisch en rechtvaardigen volledig
de verwachtingen van een goeden oogst,
zoowel wat hoeveelheid als kwaliteit aan
gaat.
Vervolgens wordt vermeld, dat de pro
ductie van de Europeesche landen, waar
van men cijfers voor de oogsten heeft, ver
tegenwoordigend bijna 8/10 deel van de we
reldproductie (zonder Rusland), zal bedra
gen 1103 millioen tonnen, tegenover 1119
millioen in 1928, en daarmee met 85 mil
lioen ton overtreffen de gemiddelde pro-
dutio van de jaren 1923/1927.
Ook voor Nederland alleen zijn de oogst-
cijfers voor 1929 in vergelijking met voor
afgaande jaren gunstig te noemen.
De gemiddelde aardappelproductie in de
jaren 1923/1927 bedroeg voor Nederland
27.972.000 ton, in 1928 38.650.000 ton, en in
1929 32.000.000 ton. De oogst voor het
laatste jaar blijkt 18 pet. kooger dan die
in do jaren 1923/1927, evenwel 14.6 pet.
beneden die in 1923, welk jaar echter een
record-oogst gaf.
1929 is dus wederom een goed oogst
jaar.
Wij ontvingen de volgende circulaire
"■an het bestuur der Katholieke F'im-
Centrale
Katholieken van Nederland!
De film spreekt tot iederen mensch, in
een internationale taal, zij spreekt ook
vooral tot de eenvoudigen van geest, tot
de ongeletterden in de meeslepende taal
van het beeld, dat voor hen een voorbeeld
wordt.
Er dreigt voor geloof en zeden een
steeds grooter wordend gevaar.
Het is de slechte film.
Geen wonder, dat 'het Bolsjewisme, over
tuigd van den geweldigen invloed van de
film, haar als propaganda-middel gebruikt
en met. groot succes, om communisme en
atheisme onder het volk te verspreiden.
Op geheel katholiek Nederland rust
du8 de plicht den strijd aan te binden
tegen de slechte film en haar te maken
tot een machtig propagandamiddel voor
katholieken godsdienst en cultuur.
Er moet dus begonnen worden, al is de
weg naar ons doel lang en moeilijk, en
men is begonnen.
„Een katholieke Filmcentra-Ie is gesticht,
ze groot en sterk te maken is de plicht
van katholiek Nederland."
Reeds 'heeft een groot aantal personen
van naam en gezag zich vereenigd tot een
eere-comité en blijkens bijgaande circulaire
volle instemming betuigd met het streven
van de K.F.C.
Bovendien heeft zij het groote nut van
haar bestaan bewezen door met veel suc
ces medegewerkt te hebben tot oplossing
van het bioscoopconflict in het zuiden.
Wat is het doel der K.F.C.
Mede te werken tot verheffing van het
zedelijk en artistiek niveau der filmkunst
en de film te maken tot een apostel van
waarheid en schoonheid, tot een machtig
propagandamiddel voor katholieken gods
dienst en cultuur.
Hoe wil zij tot dat doel komen?
Ie. Door het organiseeren van een cen
trale katholieke keu,ring, om 't kwaad der
slechte film te weren en de resultaten
dier keuring kenbaar te maken in een film-
orgaan, oin een'heid te brengen in de kèu-
ring; om "belanste'lling te wekken voor de
filmkunst en de aandacht te vestigen op
de goeie films, die door verschillende
maatschappijen in roulatie worden ge
bracht.
2e. Door steun te geven in aankoop en
exploitatie van goede films aan onze ex
ploitatie-maatschappij „De filmafd. der
K.S.A„ SteenBchuur 17 te Leiden".
3e. Door het beschikbaar stellen van
goede, door de K.F.C. gekeurde eerste
klas amusements-filmwerken tegen billijken
prijs aan onze patronaten en vereenigin-
gen en te komen bot een goede collectie
leerfilms.
4e. Door het vormen van en het geven
van steun aan een vereeniging van bezit
ters of directeuren van localiteiten voor
filmvertooning, die zioh onder toezicht
stellen (zie artt. 2122 der Bioscoopwet)
van de Katholieke Filmcentrale en alleen
door ons goedgekeurde films te vertoonen.
5e. Door het bevorderen van oprichting
en steun in exploitatie van localiteiten
enz., waar goede films vertoond worden.
6e. Door het petitionneeren bij Rijk en
gemeenten ten voordeele van het katho
liek fim vraagstuk.
7e. Door een nationaal fundament te
vormen voor de bomende internationale
en katholieke filmbeweging en industrie;
deel te nemen aan internationale congres
sen en mede te werken aan de productie
van katholieke kunstwerken op filmgebied
om aldus te komen tot volkomen oplos
sing van het filmvraagstuk.
7e. Door een nationaal fundament te
vormen voor de komende internationale
en katholieke filmbeweging en industrie;
deel te nemen aan internationale congres
sen en mede te werken aan de productie
van katholieke kunstwerken op filmge
bied, om. aldus-te komen tot volkomen op
lossing van het filmvraagstuk.
Een uitgebreid program dus, dat alleen
en dan nog met veel moeite en na veel
tijd door eendrachtige samenwerking kan
verwerkelijkt worden.
Daarom wil onze stichting a-l'le katho
lieke krachten op filmgebied vereenigen
en verwacht zij van Katholiek Nederland
krach tigen, zedelijken en financieelen
steun.
Het hoogste kerkelijk gezag te Rome
moedigt onze actie aan en roept a lie
Katholieken der gansche wereld ten strijde
tegen de slechte film en ter verovering
van het katholieke terrein op filmgebied.
Ons DoorL Episcopaat heeft ons zijn
zedelijken steun geschonken en onze sta
tuten goedgekeurd.
Als het hoogste kerkelijk gezag ons
voorgaat, dan weet Katholiek Nederland
wat het doen moet.
Hoe moeten de Katholieken ons
steunen?
L Door Oontrilbuant of Donateur te
worden van onze stichting.
Wil onze stichting ook in de toekomst
krachtig en vruchtbaar blijven werken,
dan is de vorming van een groot stam
kapitaal noodzakelijk.
2e. Door zioh te abonneeren op den
„Kath. Filmgids", waarin de mededeelin-
gen der stichting worden gepubliceerd, de
nieuwe in circulatie gebrachte films wor
den besproken en beoord. en de aandacht
wordfe gevestigd op de werkelijk goede
films en haar moreele of aesthetische
3e. Doordat eigenaars of directeuren
van localiteiten voor filmvertooning, b.v.
patronaten, vereenigings'lokalen, of die
als zoodanig kunnen worden ingericht,
zich bij ons aansluiten en de door ons ge
keurde programma's betrekben.
Hierdoor is men zeker van goede pro
gramma's en geniet men den steun van
de K.F.C.
4e. Om het bovengenoemde beter te
bereiken, is 'het noodig, dat er in iedere
plaats een kern van actie gevormd worde,
een groep propagandisten tot werven
van contribuanten, donateurs en abonné's
op den „Katholieke Filmgids".
Zij, die als propagandisten de K.F.C.
willen steunen of zioh als eigenaar, direc
teur van een bioscooplokaliteit bij ons wil
len aansluiten, moeten zich aanmelden bij
ons Secretariat: Keizersgracht 453, Am
sterdam.
Zoo moet men ons steunen, want het
gaat hier om een groot katholiek belapg,
een internation. en dus ook een nationaal
belang van de hoogste beteekenis.
,J)© bioscoop", aldus „La Croix",
Febr. 1928, „is meer dan ooit een levens-
quaestie van de Kerk, vooral tegenover 1
plannen van hen, die van de film willen
maken het voertuig van het neutraal on
derwijs.
Hefc gaat hier niet alleen om geloof en
godsdienst.
De bekende Fransche schrijver Louis
Bertrand, zegt: „Men is bezig de grond
slagen onzer beschaving te ondermijnen.
De bioscoop is geworden een geduchte en
gevaarlijke apostel van het heidendom, ze
ontkent, ja, heeft zelf niet hot minste be
grip van het bovennatuurlijke."
Wjj vertrouwen, dat Kath. Nederland
hiervan ten volle overtuigd is en zedelij
ken en financieelen steun zal verleenen,
overeenkomstig het groote belang, dat de
stichting voorsbaat.
Het bestuur der Kath. Film-Centrale:
Voorzitter: Mr. E. Bolsius, advocaat en
procureur te Leiden; Vice-voorz.: Pater
j. Th. Wel ter O.P„ hoofdred. v. h. Apolog,
Weebtrl. „De Bazuin", Spuistr. 12, Am
sterdam; Seer.: Mr. A. R. Dunselman,
advoc. en procur. te Amsterdam, lid der
C. O. v. filmkeuring, Keizrsgracht 453;
Penningm.: Mr. A. Tepe, weth. van i
derw. te Leiden; Mevr. F. Steenberghe
Engeringh, pres. der Intern, Unie van
Kath. Vrouwenbonden; Prof. J. Bemel-
mans, dir. „Voor Eer en Deugd" te Roer
mond, lid der O. C. v. filmkeuring; A. H.
Boekraad, dir. der Filmafd. der K.S.A.,
lid der C. C. v. Filmkeuring; Mr. H. v.
Haastert, te 's-Gravenhage, seor. v. d.
Kath. Ned. Boeren- en TuindersbondMr.
L. B. J. van Oppen, burgem. van Maas
tricht; Mr. C. P. M. Romme, advoc.
procur. te Amsterdam; A. J. Rozemeyer,
dir. v. h. Kath. bur. van Intern. Propa
ganda voor het lichtbeeld in het onder
wijs te Rotterdam, lid der C. C. voor
filmkeuring; H. Rübenkamp te Oegstgeest;
W. de Ruiter te Noord'wijk; A. Verdijk,
burgem. van Eindhoven, lid der C. C. v.
filmkeuring; L. Weterings, dir.-hoofdred.
N.V. Drukkerij „De Spaarnestad", Haar
lem; N. A. v. Zijp, te Leiden.
Geestelijk adviseur: Pater Hyacinth
Hermans O.P., lid van de Huish. Comm.
der Rijkfilmkeuring.
Bij deze circulaire is een andere ge
voegd, ter warme aanbeveling, ondertee
kend door een uitgebreid eere-comité.
INGEZ0N
ELING.
Dr H.NAMNINIG'S
HAEMOFERRIN
Bloedvopmend i/ensterKingsmiddel.
2.60 p.V\ flesch, ƒ1.60 p Vz flesch
y'
Melk met amandelen.
Het officieel orgaan van den Alg. Ned.
Zuivelbond vermeldt een octrooiaanvrage
(39198).
De uitvinding heeft betrekking op een
werkwijze voor de bereiding van een duur
zaam, siroopachtig product uit melk en
amandelen, waarbij de aetherische oliën,
vetten en andere bestanddeelen van de
amandelen in de melk worden opgenomen.
De amandelen, en de volle melk worden
daartoe innig met elkaar vermengd, het
mengsel uitgeperst en de verkregen vloei
stof met of zonder toevoeging van suiker,
gecondenseerd en gesteriliseerd. Dit aman-
delmelk-product kan dan met koud of
warm water in iedere willekeurige verhou
ding worden vermengd cn kan dienen voor
de bereiding van aangenaam smakende
dranken, van zoete spijzen, als ijs-crême
en ijs-soorten en zelfs van oosmetische
middelen.
Vraag: Wanneer een dienstbode voor
dag en nacht haar betrekking wil opzeg
gen, hoe lang van te voren moet zij dat
dan doen?
Antwoord: Wanneer de dienstbode
per week betaald wordt is de opzegter
mijn een week, wordt zij per maand be
taald, dan een maand, enz., doch nimmer
is de opzegtermijn langer dan zes weken.
Wanneer het plaatselijk gebruik mee
brengt, dat alleen tegen een bepaalden
dag mag worden opgezegd, dan dient
daarmede rekening te worden gehouden-
Vraag: Als men een nieuw huis wil
bouwen, is het dan geoorloofd om er een
'bedstede in aan te laten brongen v Igens
de gezondheidswet?
Antwoord: Een gezondheidswet be
staat niet. De Woningwet noch de Bouw
verordening van Leiden verzetten zich te
gen het maken van een bedstede.
zondere bepalingen kunnen het echter wel
verbieden. Wend u tot Bouw- en Woning
toezicht, thans gevestigd in het voormalig
Hopital Wallon, ingang Papengracht.