Het Mysterie van Heath Hover DONDERDAG 12 DECEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 1 GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN slachtoffers van het verkeer. Auto in een schutkolk. Dïnsdagmiddag was de heer B. Roe- loiSj uit Oene bij Epe, met zijn vijftien- ^rig knechtje per auto voor zaken naar [asselt gegaan, van waar zij hedenmor- ;en terugkeerden. Bij het passeeren van ie bruggen aan het Katerveer zag de be- tuurde-r te laat, dat de brug over de Jeine schutkolk opgedraaid was en reed den afsluitketting heen. Door de vrij proote snelheid vloog de auto tegen het egenover gelegen bruggenhoofd en ver been rechtstandig geheel onder water, ilet groote moeite gelukte het met be- lulp van het. sluispersoneel de beide in- dt.tenden in veiligheid te brengen. Zij wa rnet lichte verwondingen afgekomen. Het duurde tot gisterenmiddag, voor jen erin geslaagd was, de doorvaartope- ling van de schutkolk te bevrijden. Motor gesprongen. Gisterenmiddag is in de maalderij van [ooiker en Mulder te Staphorst de ruw- iliemotor met een geweldigen knal uit kaar gesprongen. De heer Mulder werd ió ernstig verwond, dat men voor zijn even vreest. Ongeval op den Muiderstraatweg Nabij de Hakkelaarsbrug te Bussum eeft gisterenavond een botsing plaats ©vonden tusschen de Gooische sfcoom- ram en een leege vrachtauto van De feester's Beton-Maatschappij te Amsfcer- lam. De chauffeur wilde, omdat een der anaen lek was geworden, het erf van een loerderij oprijden. Deze manoeuvre mis- ;te. De groote vrachtauto kan den bocht iet nemen en bleef met het achterwiel rails staan. Daar de chauffeur de looische stoomtram zag naderen, sprong iij van den bok en liep met eenige voor- lijgangers de tram tegemoet, ten einde al zwaaiende met de armen op het ;evaar attent te maken. De machinist kon chter niet meer stoppen en de locomo- ïef ramde met zoo veel geweld de vrachfc- uto, dat deze aan splinters vloog De tukken lagen wijd en zijd over den weg. let verkeer ondervond een paar uren ertra-ging. DE DECEMBER-STORM N DEN STORM OP ZEE VERGAAN? en rapport van een Engelsch schipper. De schipper van de gisterenmorgen te Jmuiden binnengekomen Engelsche ha- iagdrifter de L. T. 1000, „Wingrove" gê- amd, rapporteerde j.l. Zondagmorgen uur op circa 40 mijl N.N.W. van IJmui- len tijdens orkaanaolTtig weer gepraaid te ijn door het Duitsche tank&toomschip Pinnetou uit Hamburg, waarvan de ge- agvoerder den Engelschens schipper mee. leelde, dat op ciToa 1 mijl afstand van ovengenoemde positie een onbekend vis sersvaartuig van het bekende Engelsche Iriftertype plotseling was gezonken en neb de opvarenden in de diepte verdwe ien was. Onmiddellijk zette de Wingrove koers de plaats des on'heils, doch men kon, ivenals het tankstoomschip niets meer het verongelukte söhip of op varen- bi ontdekken. De naam en nationaliteit an het vergane vaartuig zijn dus onbe- end gebleven. Een praam gezonken, In het Damsterdiep te Oosterhoogebvug &r.) is een praam van den heer Offringa Uithuizermeeden (Gr.) gezonken. De iclieepvaart wordt niet gehinderd. VIER BINNENSCHEPEN VERMIST. Naar wij uit Haarlem vernemen worden vier binnenschepen vermist. Het'zijn: de „Harmonie", schipper J. Visscher, het tjalkschip de „Onderneming", schipper L. Salamon, de „Rehoboth", schipper A. de Jong, de „Nieuwe Zorg", schipper G. ten Wolde. Deze schepen zijn bevracht door de finna N.V. Wijk-Catz' Zaadhanded te Vijfhuizen (Haarlemmermeer) en met goe deren bevracht van het bijkantoor van de ze firma te Nieuw Wolde naar Vijfhuizen- De „Rehoboth" is reeds 13 November van Nieuw Wolde vertrokken en sindsdien is van het vaartuig niets meer vernomen. Ook de andere vaartuigen zijn reeds meer dan 14 dagen onderweg.. De firma kon bij verschillende havenmeesters, die de sche pen bij him tocht naar Vijfhuizen moeten passeeren geen inlichtingen omtrent de vrachtschepen krijgen. Waar dc schepen zich momenteel bevinden is niet bekend. Vermiste trawler in veilige haven? Volgens een te IJmuiden ingekomen be richt zou de daar thuisbeho'orende stoom trawler Mary, welke reeds 15 dagen in zee was en waarover men zich door dit lange uitblijven ongerust begon te maken, we gens bekomen schade een Duitsche haven binnengeloopen zijn. Het .Engelsche s.s. .Rose Castle. Uit Hoek van Holland werd gister avond gemeld: Het Engelsche s.s. „Rose Castle" ligt bij het vuurschip Maas met defect stuurgerei. De sloepboot Sohelde is ter assistentie vertrokken. Nader wordt gemeld, dat de sleepboot Sohelde gistermiddag de „Rose Castle" op sleeptouw heeft genomen doch voor den Waterweg is de tros gobroken. De sleep boot Oostzee heeft gisteravond 7 u. 20 m. de „Rose Castle" voor vastgemaakt en de sleepboot Schilde gisteravond 9 u. 5 m. achter en koersen thans naar den Water weg. De sleepboot Witte Zee is eveneens uitgevaren ,om desverlangd ook assistentie te verleenen. Door een stortzee gedood. Het Japansclie stoomschip „Chili Mar- nu" is te Rotterdam aangekomen met aan boord het lijk van den 42-jarigen boots man I. I., die op 9 December op zee, ter hoogte van Nordeieh, door een overko mende stortzee tegen de reeling is gesla gen en aan de gevolgen is overleden. Het lijk zal te Rotterdam worden begraven. Huis ingewaaid. Te Exloermond is de achtergevel van de woning van H. Kort ingewaaid. Hel huis is ontruimd. Op de Zuiderzee. Te Lemmer is, met gescheurde zeilen en averij aan den voorsteven binnengeloopen de „Lemmer 44", schipper J. Bootsma. Dit schip was bij het ophalen van de netten, tusschen- Lemmer en Enkhuizen door de he iige stormen overvallen. Door den buitengewoon hevigen af- landschen wind hebben de Zuidwalhavens van Huizen en Spakenburg eenige dagen nagenoeg gebpel droog gelegen. DAPPERE REDDINGEN IN VOLLE ZEE. De avonturen van de „Hofplein". Gisteravond is het s.s. „Hofplein", van de N.V. Scheepvaart Mij. „Milliugen", aan de Waalhaven te Rotterdam aangekomen. De gezagvoerder van het stoomschip, ka pitein R. Schaap, heeft het volgende mee gedeeld over de redding van de Ameri- kaansche schoeners „George K" en „Ca therine B". Kapitein Schaap vertelde, dat men den 30sten November met helder weer van Wabana was vertrokken. Den volgenden dag de eerste officier had de wacht werd kapitein Schaap geroepen. Om streeks zeven uur in den morgen had men een schoener gezien, weike kennelijk in nood verkeerde, omdat hot schip eén vlag- gensein liet waaien. Er werd naar het WORDT SMAAKVOL EN DEGELIJK UITGEVOERD DOOR DE N.V. IEBDSCHE □OURANV 1 PAPENGRACHT32 schip gekoerst en or stond een frissche bries met matige zee en zoo nu en dan vielen er sneeuwbuien. Toen de „Hofplein" op korten afstand was genaderd, ver scheen de schoener weer in een sneeuwbui en toon het weer klaarde, was men den schoener voorbijgestoomd. Kapitein Schaap liet de machine stoppen, teneinde dcu schoener te praaien en inmiddels werd dc stuurboordreddingboot in gereed heid gebracht. Men naderde den schoener weer, en omdat het voorschoenerzeil nog dubbel gereefd, bij stond,verzocht dc ge zagvoerder van de „Hofplein" het zeil te halen. Zoodra dit was geschied, werd de boot uitgezet en dc redding kon vlot ver- 1 o op en. Aan boord van. den schoener lag alles verward dooreen, en.de tuigages wa ren met dik ijs bedekt, zoodat niets te hanteeren viel. Een poging om den schoe ner in brand te steken, mislukte. Zoodra men de schipbreukelingen van de „George K', zoo bleek de schoener te heeien, aan boord had, werd naar St. John getelegrafeerd om een sleepboot, teneinde daar de menschen aan wal te kunnen zetten. Er kwam een antwoord-te- legram van den minister van Marine met dank. Er werd naar St. John teruggekeerd en bij het aan boord gaan van dc schip breukelingen op dc sleepboot merkte men daar op: „Dat is een van de tien schoeners- die nog worden vermis." De „Hofplein" zette 'onmiddellijk zijn reis voort. De ivind nam in kracht toe tol ruw en stormachtig weer; Te omstreeks zeven uur zag de eerste officier een groote vlam opflikkeren en een oogenblik dacht hij, dat het een brandend schip mis schien toch wel de „George K" was. Maar al spoedig bleek het een noodsein te wezen en wel een flambouw tusschen de masten van een schoener. Het weer was ruw en de zee ging vrij hoog. Kapitein Schaap zag al spoedig in, dat in den don keren nacht niet tot redding kon worden overgegaan. Hij telegrafeerde naar Cape Race, dat hij bij een in nood verkeerenden schoener was, en dat hij gedurende den nacht in de buurt zou blijven. Inmiddels werd de schoener gepraaid, en de raen- schen gaven te kennen, dat zij het schip wcnschten te verlaten. De zee bleek onder lij van de „Hofplein" mee te vallen en de gezagvoerder besloot nu zoo te ma noeuvreeren, dat de reddingboot niet on der lij vandaan behoefde te gaan. Er bo den zich voldoende vrijwilligers aan, en toen eenmaal besloten was, toch tot een reddingspoging over tc gaan, moest alles snel gebeuren. De redding liep vlot van stapel.'In lij voer de boot achter- den schoener om en in een oogenblik waren de schipbreukelingen in de boot gespron gen. Intusschen was de „Hofplein" weer bedenkelijk dicht bij den schoener geko men, er werd volle kracht achteruit gesla gen, maar toch heeft de „Hofplein' den schoener misschien, nog geraakt. Onder de geredden van dezen schoener, de „Catha- rina B", bevond zich oen 73-jarige man, die aan boord moest worden geheschen, terwijl de anderen langs een touwladder nagr boven wisten te komon. Kort na de redding verdween do schoe ner in de duisternis. Bij het binnenboord halen van de reddingboot werd deze nog een weinig beschadigd. Er werd naar Cape Race geseind, dat de bemanning en vier passagiers, tezamen acht man, van de „Catharina B" van Hands Harbour Trinity Bay, New Found- land, kapitein Janes, waren gered. Een van de geredden van de „Catha rine B" vertelde, dat hij verkleumd was van de koude, want zij waren twee dagen en drie nacht door storm geloopen, het schip was lok geslagen, de verblijfplaat sen waren onbewoonbaar geraakt, hot vuur kon niet meer worden aangelegd, en de zeilen waren gedeeltelijk weggeslagen en wat er nog was, zat onder het ijs. Zij hadden niet durven denken, dat met een zoo hoog gaande zee nog een boot zou worden uitgezet. Zij hebben geen poging aangewend om de „Catharine B" in brand te steken, om dat deze toch wel spoedig zou zinken. De Amerikanen waren vol lof over do redding en over de ontvangst aan boord van het Nederlandsche schip, dat ook na deze red ding nog te kampen heeft gehad mot dc zware stormen, die do laatste dagen boven de zeeën hebben gewoed. EEN NOODLOTTIGE REIS. De reis van de „Stad Vlaardingen". Gistermiddag is in dc Yulkaanhavon Vlaardiugen het s.s. „Stad Vlaardingen" van de Halcyon-lijn aangekomen. Onmid dellijk na aankomst heeft kapt. J. E. Wyr- deman over zijn noodlottige reis het vol gende medegedeeld: Op 5 November zijn we met ijzererts van Narvik naar Sydney (C.B.) gegaan. We hadden steeds slecht weer gedurende de uitreis; slechts -enkele dagen was het goed. Zaterdag 16 November kregen wij vliegend stormweer. Van vier luiken van ruim III sloeg de presenning op naar bakboords zij. We hebben de presenning daarna vastgespijkerd, en in den nacht van 16 op 17 November in de buurt van Belle Isle werd het weer zóó slecht, dat wij zijn bij gedraaid met de kop op zee. De machine maakto zooveel slagen, dat het schip be stuurbaar werd, maar we hadden geen vaart. Zondagmiddag omstreeks vijf uur sloeg een -overkomende zee de planken weg. Ik zat juist beneden en de stuurman liet mij roepen. Zoodra ik bovenkwam, zag ik, dat de stuurman met vijf man aan hot werk was. Op de brug staande,, zag ik eén zee opkomen, en dwars van luik lil overkrullen. Ik riep nog: „Kijk uit, jon gens". maar op hetzelfde oogenblik sloeg de golf over dok. Hij trof de weglooponde mannen in den rug; één van hen wist tus schen de winchen weg te komen en hij werd gered. Ik zag, hoe de vier anderen tegen de railing werden geslagen, en daar na heb ik ze niet weer teruggezien. Ik heb onmiddellijk de machine laten stop pen, dc reddinggordel over boord gez.et, een Holmes-licht over boord gezet. Wo hebben aan dek en in de ruimen gezocht-, maar we konden ze niet terugvinden. Het uitzetten van een boot zou moorde naarswerk zijn geweest. We hebben aan alle schepen in de buurt geseind, maar het heeft goen resultaat opgeleverd. Ik -geloof, dat de mannen tegen de rai ling bewusteloos zijn geslagen; en boven dien was 'heb water beneden nul, zoodat ze ook daar wel spoedig bezweken zullen zijn. Ik heb in mijn dertigjarige ervaring nog nooit zoo'n zee meegemaakt, en ook op den terugweg hebben we weer mot stormen te kampen gehad. Tweomaal moesten we bijdraaien, oftidat we de zee twee streken achterlijker dan dwars had don. Alles ging voor dc-n wind. Voort dm rend hoerden we S.O.S.-seinen, zoodat van eigen telegrammen verzenden niets kon komen. Iets bijzonders is er op de thuisreis "niet gebeurd. HET GEVONDEN KINDERLIJKJE. Naar wij venieiuen, is de politie te Amsterdam thans op het goede spoor, om de zaak betreffende 'het gevonden lijk van een 5-jarig knaapje aan den Zuiderzeedijk tot klaarheid te brengen. Het spoor, dat men heeft gevonden, leidt naar Duitsch- land. Vermoedelijk zijn dc ouders van het knaapje Duitschers, die in lmt tuindorp Oostzaan hebben gewoond. Zij zijn naar Duitschland vertrokken. De kinderwagen, waarmee ze langs <len Zuiderzeedijk hebben gereden, is terugge vonden. Deze was reeds door de grootmoe der van het knaapje* verkocht; zij zelf is verhuisd naar een ander deel dér stad. De grootmoeder is- thans in voorloopiga bewaring, omdat de politic vermoedt, dat zij meer van den moord afweet. De ouders zijn in Duitschland nog niet gearresteerd, daar zij zwervende zijn. Nader vernemen wij nog "het volgende:' De vorige week werd een kinderwagen verkocht aan een opkoopor. Dezo wagen was afkomstig van een Duitsche vrouw, die in do Van Osladostraat woonde, en die voor korten tijd in het tuindorp Nieu- wendam haar woonplaats had. Daar woon den bij haar in ha-ar zoon, haar schoon dochter, een driejarig kind, benevens een kind van acht maanden. Dezo familie is suocossiovclijk verdwenen. Eorgb is het drie-jarig zoogenaamd naar Duitschland vertrokken, daarna vervolgens de vader en de moeder en eindelijk de grootmoeder. Deze had inmiddels liet kind van acht maanden uitbesteed. Zij zelf vertrok, zoo als wij reeds zeiden, naar de Van Ostade- st-raat. Toen de politie kennis kreeg, dat de opgespoorde kinderwagen afkomstig was van deze familie, heeft zij de Duit sche vrouw opgespoord en haar gevraagd, waar de familie was gebleven. Deze zou naar Dortmund zijn vertrokken. Een hoofd inspecteur van de Ccnlralo Recherche is toen naar Dortmund gegaan en heeft daar na lang zue'ken familie van de gezochten gevonden. Hij hoorde, dat hot drie-jarig kind niet was meegekomen, en dat do bewuste echtelieden dat. hadden voorge geven, daar zij niet uit- Amsterdam, maar uit Berlijn kwamen en dat het- kind over leden was. Inmiddels waren zij weder uit Dortmund vertrokken, naar een onbekende bestemming. De hoofd-inspccteur wist een portretje van het drie-jarig kind bij do familie in Dortmund mee te krijgen, het welk hij meenam naar Amsterdam. Dit portret werd toen aan de grootmoeder getoond, die zeide hefc niet te herkennen. Naar wij verder vernemen, heeft gis te ren-middag de grootmoeder erkend, dat de kinderwagen door 'haar verkocht is. Aanvankelijk had zij dat ook tegenge sproken. DE KINDERMOORD IN DEN POLDER BLIJDORP. In verband met den moord in den polder Blijdorp deelt de commissaris van politie to Haarlem het volgende mede: Donderdag 24 October heeft de vrouw van een spoorwegbeambte te Haarlem in den trein, die om 16.24 uur van Maas tricht naar Amsterdam vertrekt, in een coupé gesproken over den moord op dc 10-jarige Mariefcje van O. in den polder Blijdorp bij Rotterdam. Zij vertelde toen o.a-., dat de vermoedelijke moordenaar bij haar familie te Maastricht bloemen had geplant en een rijwiel 'had verkocht, aan een boerenjongen te Mcerfcen. Dezo zou hiervan geen melding hebben durven maken, daar hij bang was voor onaan genaamheden met de politie. Bedoelde echtgenoote van een spoorwegbeambte, die tot nu toe onbekend is gebleven, wordt verzocht zich ten spoedigste te melden aan het hoofdbureau van politie, Smede- st.raal. no. 9 te Haarlem, aïdecling jusfci- tioneelo dienst, tot het geven van de noo- dige nadere inlichtingen. FEUILLETON. Uit het Engelsch van BERTRAM MITFORD. Ik ben bang dat n mij wel heel vrij- ostig zult vinden, opende de laatste het ïsprek, maar ziet u meneer Mervyn, stel heel veel belang in oude huizen, ad houtsnijwerk, oude lambrizeeringen en Brgëlijke dingen. Ik heb veel over Heath lover en zijn karakteristieke oudheden ooren vertellen. Mag ik mezelf even voor- feilen? Toen presenteerde hij zijn visite- aartje. Werkelijk? Komt u binnen, meneer on Varne, zei de ander, nadat hij blik geworpen had op het kaartje. - Er zijn hier inderdaad wel enkele rin ks van oude meubels, maar ze zijn op &lder opgeslagen en het zou zeker een ;eeb kosten om ze weer toonbaar te ma- Ziet u die mooie oude schouw daar? Zeker, het is een prachtstuk, ant- 'oordde Varne geïnteresseerd. En hij be- uit te weiden met veel omhaal van (conische termen die zijn gastheer al gauw gingen vervelen, en maakten, hij hem op de maan wenschte. Dat was ag het ergste van al die verzamelaars, ze onsohuldige menscben hun vreese- vaktaaltje lieten slikken. Het was wel ®mer, dat Melian er niet was, dacht hij. ij had nogal kijk op dat soort dingen en a& er met kennis van zaken over mee praten. Maar plotseling bedacht bij zich dat'het toch ook zijn goede zijde had, dat ze er niet was want de vreemdeling zag er knap uit en sprak beschaafd en met aangename stem. Als het meisje hier was geweest* dan zouden de twee jongelui da delijk overeenkomst van smaak ontdekt en zoodoende waarschijnlijk sympathie voor elkaar opgevat hebben, dus was hij maar blij, dat zij dien morgen met Joe naar Clancehurst was gereden. De vreemdeling bekeek alles op zijn ge mak en bewonderde in het bijzonder de lambrizeering. Toen zei hij: Ik zou heel graag het huis nog eens goed van buiten willen bekijken, mijnheer Mervyn. Vanaf den weg ziet het er buitengewoon schil derachtig uit, en nu ik het van binnen ge zien heb, zal ik er nog wel meer schoonhe den aan kunnen ontdekken. Zooals u wiltzei Mervyn, die begon te vinden, dat het enthousiasme van den bezoeker wat geforceerd werd. Dan zullen we den weg opklimmen. Het pad, dat u afgekomen bent, is het kortste. Zij klommen het pad op, waarbij Mervyn zoo manoeuvreerde, dat de ander voor ging. Bij den dam gekomen, hief Varne opnieuw een lofzang aan op de erkers en de schoorsteenen. Hij verveelde zijn gast- hecf heftig en het zou deze een lief ding waard zijn geweest, als zijn bezoeker nu maar weggegaan was. Zou hij gaan? Dat was een heel wonderlijke deur, die ik daar in den hoek van uw kamer ge zien heb, mijnheer Mervyn, zei hij, nadat hij zich uitgeput had in technische bijzon derheden, die Mervyn bij zichzelf als „allemaal geklets" gekwalificeerd had. Als het niet a-1 teveel van uw beleefdheid gevergd is, dan zou ik die toch graag eens van dichtbij bekijken. U moet weten, ging hij voort, dat ik hier in deze streek heelemaal onbekend was. Nu heb ik een prettig logement ontdekt, heelemaal bij toe val, „De Houtsnip" in Hoog-Gidding, een voudig maar kraakzindelijk, u zult het denk ik, wel kennen, zoo ben ik hier een paar dagen blijven hangen om dit mooie stukje land te verkennen. Ik heb mijn fiets bij me, maar vandaag men ik komen loopen. Och hemelmopperde Mervyn bij zichzelf, nu zal ik dien vent moeten vra gen te blijven koffiedrinken „De vent" had zich omgekeerd en bekeek nu den vijver. Is dit neemt u me niet kwalijk, mijnheer Mervyn, ja, dat moét zoo zijn. Is dit do plek, waarvan ze me verteld heb ben, waar een vreemde man gered werd uit het ijs, midden in den nachten door.... door u zelf! En hij keerde zich naar zijn gastheer met een vleiende uit drukking van bewondering. Ja, dit is de plek. die u bedoelt, mijnheer Varne. Maar ik voor mij vind er niets bijzonders aan, een ladder over het ijs heen te schuiven naar zoo'n stommeling toe, zoodat die er zich aan kan vastklam pen. Hij sprak kortaf, bijna onbeleefd, en merkte dat nog bijtijds. U moet me niet kwalijk nemen, dat ik een beetje bruusk ben, mijnheer Varne, legde hij ui'.. De gesohiednis hangt mij meters cle keel uit, de geringste toespeling er op prikkelt me tfl. Het was allesbe halve prettig voor me dat de arme drom mel zoo plotseling, onder mijn dak over leed, en dan nog cle gerechtelijke lijkschou wing en het politie onderzoek on alle na righeid meer. Nu dat allemaal achter den rug is, wou ik het liefst de zaak maar zoo gauw mogelijk vergeten. Heel begrijpelijk, mijnheer Mervyn. Ik hoor eigenlijk mijn excuses aan te bieden dat ik er over begonnen ben. O, zoo erg is het ook weer niet. Als u nu graag wilt, dat ik u de deur nog eens laat zien. Dat is heel vriendolijk van u. Zij gingen het pad weer af, terwijl Mer vyn bleef zorgen, dat de bezoeker vooruit ging. Halverwege bleef deze stilstaan, terwijl hij zich uitputte in een enthousias te beschrijving van den aanblik die liet landschap en het oude huis daarvan ople verde. Ongetwijfeld, viel Mervyn hem bij toen zijn bewonderende woorden opgehou den had. En hij was blij, dat de vreemde met den rug naar hem toestond, want hefc kostte hem moeite een plotseling opko mende blos te bedwingen, die werd veroo- zaakt door het feit, dat mr. Varne zijn rechtevoet stevig op den steen geplant had, een ronden steen, die half in den grond stak en dat dio voet klaarblijkelijk hoewel, tersluiks probeerde te onderzoeken of die steen ook gemakkelijk te bewegen was, of wellicht niet te bewegen. En bij deze ontdekking was plotseling bij Mer- vijn een besluit gerijpt. Ja, ik heb veel oog voor die dingen. Ik heb wel wat aan schilderijen gedaan. Onder een luchtig gesprek waren ze het huis weer binnengekomen. De bezoeker deed nu een aanval op de deur in den hoek. Ja, dat is eon prachtig stuk werk, zei hij vol bewondering. Ik ben over tuigd, dat er kenners zijn, die u er een mooi bedrag voor zouden bieden. Dan zou ik haast wensehen, dat dat stuk van mij was, antwoordde Mervyn spot tend. Ik zou ze het met alle liefde af staan. Voor mij is een deur, een deur, zoo lang als zij goed sluit en de kou buiten houd:. Wat denkt u van een whiskey-soda? Neen, dank u wel. Ik drink zelden iets overdag. Een slaapmutsje voor het naar bed gaan, is nog wat andors. Hij voelde met zijn nagels over do nerf van het hout toen draaide hij de kruk om. Vol bewonde ring hield hij die in de hand. Tjonge, wat een juweeltje Die kruk is ook een aardige stuiver waard. En wat zit er achter die deur? - Alleen maar een oud stuk kolder, dien ik niel gebruik. Om te beginnen is hij overal tc vochtig voor. Wilt u er in? Graag Be»t, dan zal ik oen kaars en den sleutel halen. Toen hij dat gedaan had, deed Mervyn de kelderdeur open. Pas op het trapje! zei hij, terwijl hij mr. Varne met de kaars bijlichtte er voor zorgend dal zijn gast voorging. Er zijn tien treden. Goed Tk kan bes( ?:ien Wat drom mel Hij hield zijn woorden in en keerde zich om, om terug te vliegen, maar te laat Toen de deur zachtjes maar vlug achter hem dicht ging, realiseerde Varne, dat hy cr ingeloopjen was, iets dat Nashmy niet was overkomen. Maar dat wist Varne niet, want Nashby had hem dat niet verteld. Nu stond hij daar iu het pikdonker en voelde zich koud worden van ergernii. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5