Het Mysterie van
Heath Hover
DONDERDAG 12 DECEMBER 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 1
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN
slachtoffers van het verkeer.
Auto in een schutkolk.
Dïnsdagmiddag was de heer B. Roe-
loiSj uit Oene bij Epe, met zijn vijftien-
^rig knechtje per auto voor zaken naar
[asselt gegaan, van waar zij hedenmor-
;en terugkeerden. Bij het passeeren van
ie bruggen aan het Katerveer zag de be-
tuurde-r te laat, dat de brug over de
Jeine schutkolk opgedraaid was en reed
den afsluitketting heen. Door de vrij
proote snelheid vloog de auto tegen het
egenover gelegen bruggenhoofd en ver
been rechtstandig geheel onder water,
ilet groote moeite gelukte het met be-
lulp van het. sluispersoneel de beide in-
dt.tenden in veiligheid te brengen. Zij wa
rnet lichte verwondingen afgekomen.
Het duurde tot gisterenmiddag, voor
jen erin geslaagd was, de doorvaartope-
ling van de schutkolk te bevrijden.
Motor gesprongen.
Gisterenmiddag is in de maalderij van
[ooiker en Mulder te Staphorst de ruw-
iliemotor met een geweldigen knal uit
kaar gesprongen. De heer Mulder werd
ió ernstig verwond, dat men voor zijn
even vreest.
Ongeval op den Muiderstraatweg
Nabij de Hakkelaarsbrug te Bussum
eeft gisterenavond een botsing plaats
©vonden tusschen de Gooische sfcoom-
ram en een leege vrachtauto van De
feester's Beton-Maatschappij te Amsfcer-
lam. De chauffeur wilde, omdat een der
anaen lek was geworden, het erf van een
loerderij oprijden. Deze manoeuvre mis-
;te. De groote vrachtauto kan den bocht
iet nemen en bleef met het achterwiel
rails staan. Daar de chauffeur de
looische stoomtram zag naderen, sprong
iij van den bok en liep met eenige voor-
lijgangers de tram tegemoet, ten einde
al zwaaiende met de armen op het
;evaar attent te maken. De machinist kon
chter niet meer stoppen en de locomo-
ïef ramde met zoo veel geweld de vrachfc-
uto, dat deze aan splinters vloog De
tukken lagen wijd en zijd over den weg.
let verkeer ondervond een paar uren
ertra-ging.
DE DECEMBER-STORM
N DEN STORM OP ZEE VERGAAN?
en rapport van een Engelsch schipper.
De schipper van de gisterenmorgen te
Jmuiden binnengekomen Engelsche ha-
iagdrifter de L. T. 1000, „Wingrove" gê-
amd, rapporteerde j.l. Zondagmorgen
uur op circa 40 mijl N.N.W. van IJmui-
len tijdens orkaanaolTtig weer gepraaid te
ijn door het Duitsche tank&toomschip
Pinnetou uit Hamburg, waarvan de ge-
agvoerder den Engelschens schipper mee.
leelde, dat op ciToa 1 mijl afstand van
ovengenoemde positie een onbekend vis
sersvaartuig van het bekende Engelsche
Iriftertype plotseling was gezonken en
neb de opvarenden in de diepte verdwe
ien was.
Onmiddellijk zette de Wingrove koers
de plaats des on'heils, doch men kon,
ivenals het tankstoomschip niets meer
het verongelukte söhip of op varen-
bi ontdekken. De naam en nationaliteit
an het vergane vaartuig zijn dus onbe-
end gebleven.
Een praam gezonken,
In het Damsterdiep te Oosterhoogebvug
&r.) is een praam van den heer Offringa
Uithuizermeeden (Gr.) gezonken. De
iclieepvaart wordt niet gehinderd.
VIER BINNENSCHEPEN VERMIST.
Naar wij uit Haarlem vernemen worden
vier binnenschepen vermist. Het'zijn: de
„Harmonie", schipper J. Visscher, het
tjalkschip de „Onderneming", schipper L.
Salamon, de „Rehoboth", schipper A. de
Jong, de „Nieuwe Zorg", schipper G. ten
Wolde. Deze schepen zijn bevracht door
de finna N.V. Wijk-Catz' Zaadhanded te
Vijfhuizen (Haarlemmermeer) en met goe
deren bevracht van het bijkantoor van de
ze firma te Nieuw Wolde naar Vijfhuizen-
De „Rehoboth" is reeds 13 November van
Nieuw Wolde vertrokken en sindsdien is
van het vaartuig niets meer vernomen.
Ook de andere vaartuigen zijn reeds meer
dan 14 dagen onderweg.. De firma kon bij
verschillende havenmeesters, die de sche
pen bij him tocht naar Vijfhuizen moeten
passeeren geen inlichtingen omtrent de
vrachtschepen krijgen. Waar dc schepen
zich momenteel bevinden is niet bekend.
Vermiste trawler in veilige haven?
Volgens een te IJmuiden ingekomen be
richt zou de daar thuisbeho'orende stoom
trawler Mary, welke reeds 15 dagen in zee
was en waarover men zich door dit lange
uitblijven ongerust begon te maken, we
gens bekomen schade een Duitsche haven
binnengeloopen zijn.
Het .Engelsche s.s. .Rose Castle.
Uit Hoek van Holland werd gister
avond gemeld: Het Engelsche s.s. „Rose
Castle" ligt bij het vuurschip Maas met
defect stuurgerei. De sloepboot Sohelde
is ter assistentie vertrokken.
Nader wordt gemeld, dat de sleepboot
Sohelde gistermiddag de „Rose Castle" op
sleeptouw heeft genomen doch voor den
Waterweg is de tros gobroken. De sleep
boot Oostzee heeft gisteravond 7 u. 20 m.
de „Rose Castle" voor vastgemaakt en de
sleepboot Schilde gisteravond 9 u. 5 m.
achter en koersen thans naar den Water
weg. De sleepboot Witte Zee is eveneens
uitgevaren ,om desverlangd ook assistentie
te verleenen.
Door een stortzee gedood.
Het Japansclie stoomschip „Chili Mar-
nu" is te Rotterdam aangekomen met aan
boord het lijk van den 42-jarigen boots
man I. I., die op 9 December op zee, ter
hoogte van Nordeieh, door een overko
mende stortzee tegen de reeling is gesla
gen en aan de gevolgen is overleden. Het
lijk zal te Rotterdam worden begraven.
Huis ingewaaid.
Te Exloermond is de achtergevel van de
woning van H. Kort ingewaaid. Hel huis
is ontruimd.
Op de Zuiderzee.
Te Lemmer is, met gescheurde zeilen en
averij aan den voorsteven binnengeloopen
de „Lemmer 44", schipper J. Bootsma. Dit
schip was bij het ophalen van de netten,
tusschen- Lemmer en Enkhuizen door de he
iige stormen overvallen.
Door den buitengewoon hevigen af-
landschen wind hebben de Zuidwalhavens
van Huizen en Spakenburg eenige dagen
nagenoeg gebpel droog gelegen.
DAPPERE REDDINGEN IN VOLLE
ZEE.
De avonturen van de „Hofplein".
Gisteravond is het s.s. „Hofplein", van
de N.V. Scheepvaart Mij. „Milliugen", aan
de Waalhaven te Rotterdam aangekomen.
De gezagvoerder van het stoomschip, ka
pitein R. Schaap, heeft het volgende mee
gedeeld over de redding van de Ameri-
kaansche schoeners „George K" en „Ca
therine B".
Kapitein Schaap vertelde, dat men den
30sten November met helder weer van
Wabana was vertrokken. Den volgenden
dag de eerste officier had de wacht
werd kapitein Schaap geroepen. Om
streeks zeven uur in den morgen had men
een schoener gezien, weike kennelijk in
nood verkeerde, omdat hot schip eén vlag-
gensein liet waaien. Er werd naar het
WORDT
SMAAKVOL
EN DEGELIJK
UITGEVOERD
DOOR DE N.V.
IEBDSCHE
□OURANV
1 PAPENGRACHT32
schip gekoerst en or stond een frissche
bries met matige zee en zoo nu en dan
vielen er sneeuwbuien. Toen de „Hofplein"
op korten afstand was genaderd, ver
scheen de schoener weer in een sneeuwbui
en toon het weer klaarde, was men den
schoener voorbijgestoomd. Kapitein
Schaap liet de machine stoppen, teneinde
dcu schoener te praaien en inmiddels
werd dc stuurboordreddingboot in gereed
heid gebracht. Men naderde den schoener
weer, en omdat het voorschoenerzeil nog
dubbel gereefd, bij stond,verzocht dc ge
zagvoerder van de „Hofplein" het zeil te
halen. Zoodra dit was geschied, werd de
boot uitgezet en dc redding kon vlot ver-
1 o op en. Aan boord van. den schoener lag
alles verward dooreen, en.de tuigages wa
ren met dik ijs bedekt, zoodat niets te
hanteeren viel. Een poging om den schoe
ner in brand te steken, mislukte.
Zoodra men de schipbreukelingen van
de „George K', zoo bleek de schoener te
heeien, aan boord had, werd naar St.
John getelegrafeerd om een sleepboot,
teneinde daar de menschen aan wal te
kunnen zetten. Er kwam een antwoord-te-
legram van den minister van Marine met
dank. Er werd naar St. John teruggekeerd
en bij het aan boord gaan van dc schip
breukelingen op dc sleepboot merkte men
daar op: „Dat is een van de tien schoeners-
die nog worden vermis."
De „Hofplein" zette 'onmiddellijk zijn
reis voort. De ivind nam in kracht toe tol
ruw en stormachtig weer; Te omstreeks
zeven uur zag de eerste officier een groote
vlam opflikkeren en een oogenblik dacht
hij, dat het een brandend schip mis
schien toch wel de „George K" was.
Maar al spoedig bleek het een noodsein te
wezen en wel een flambouw tusschen de
masten van een schoener. Het weer was
ruw en de zee ging vrij hoog. Kapitein
Schaap zag al spoedig in, dat in den don
keren nacht niet tot redding kon worden
overgegaan. Hij telegrafeerde naar Cape
Race, dat hij bij een in nood verkeerenden
schoener was, en dat hij gedurende den
nacht in de buurt zou blijven. Inmiddels
werd de schoener gepraaid, en de raen-
schen gaven te kennen, dat zij het schip
wcnschten te verlaten. De zee bleek onder
lij van de „Hofplein" mee te vallen en
de gezagvoerder besloot nu zoo te ma
noeuvreeren, dat de reddingboot niet on
der lij vandaan behoefde te gaan. Er bo
den zich voldoende vrijwilligers aan, en
toen eenmaal besloten was, toch tot een
reddingspoging over tc gaan, moest alles
snel gebeuren. De redding liep vlot van
stapel.'In lij voer de boot achter- den
schoener om en in een oogenblik waren
de schipbreukelingen in de boot gespron
gen. Intusschen was de „Hofplein" weer
bedenkelijk dicht bij den schoener geko
men, er werd volle kracht achteruit gesla
gen, maar toch heeft de „Hofplein' den
schoener misschien, nog geraakt. Onder de
geredden van dezen schoener, de „Catha-
rina B", bevond zich oen 73-jarige man,
die aan boord moest worden geheschen,
terwijl de anderen langs een touwladder
nagr boven wisten te komon.
Kort na de redding verdween do schoe
ner in de duisternis. Bij het binnenboord
halen van de reddingboot werd deze nog
een weinig beschadigd.
Er werd naar Cape Race geseind, dat
de bemanning en vier passagiers, tezamen
acht man, van de „Catharina B" van
Hands Harbour Trinity Bay, New Found-
land, kapitein Janes, waren gered.
Een van de geredden van de „Catha
rine B" vertelde, dat hij verkleumd was
van de koude, want zij waren twee dagen
en drie nacht door storm geloopen, het
schip was lok geslagen, de verblijfplaat
sen waren onbewoonbaar geraakt, hot
vuur kon niet meer worden aangelegd, en
de zeilen waren gedeeltelijk weggeslagen
en wat er nog was, zat onder het ijs. Zij
hadden niet durven denken, dat met een
zoo hoog gaande zee nog een boot zou
worden uitgezet.
Zij hebben geen poging aangewend om
de „Catharine B" in brand te steken, om
dat deze toch wel spoedig zou zinken. De
Amerikanen waren vol lof over do redding
en over de ontvangst aan boord van het
Nederlandsche schip, dat ook na deze red
ding nog te kampen heeft gehad mot dc
zware stormen, die do laatste dagen boven
de zeeën hebben gewoed.
EEN NOODLOTTIGE REIS.
De reis van de „Stad Vlaardingen".
Gistermiddag is in dc Yulkaanhavon
Vlaardiugen het s.s. „Stad Vlaardingen"
van de Halcyon-lijn aangekomen. Onmid
dellijk na aankomst heeft kapt. J. E. Wyr-
deman over zijn noodlottige reis het vol
gende medegedeeld:
Op 5 November zijn we met ijzererts
van Narvik naar Sydney (C.B.) gegaan. We
hadden steeds slecht weer gedurende de
uitreis; slechts -enkele dagen was het goed.
Zaterdag 16 November kregen wij vliegend
stormweer. Van vier luiken van ruim III
sloeg de presenning op naar bakboords
zij. We hebben de presenning daarna
vastgespijkerd, en in den nacht van 16 op
17 November in de buurt van Belle Isle
werd het weer zóó slecht, dat wij zijn bij
gedraaid met de kop op zee. De machine
maakto zooveel slagen, dat het schip be
stuurbaar werd, maar we hadden geen
vaart. Zondagmiddag omstreeks vijf uur
sloeg een -overkomende zee de planken
weg. Ik zat juist beneden en de stuurman
liet mij roepen. Zoodra ik bovenkwam,
zag ik, dat de stuurman met vijf man aan
hot werk was. Op de brug staande,, zag ik
eén zee opkomen, en dwars van luik lil
overkrullen. Ik riep nog: „Kijk uit, jon
gens". maar op hetzelfde oogenblik sloeg
de golf over dok. Hij trof de weglooponde
mannen in den rug; één van hen wist tus
schen de winchen weg te komen en hij
werd gered. Ik zag, hoe de vier anderen
tegen de railing werden geslagen, en daar
na heb ik ze niet weer teruggezien. Ik
heb onmiddellijk de machine laten stop
pen, dc reddinggordel over boord gez.et,
een Holmes-licht over boord gezet. Wo
hebben aan dek en in de ruimen gezocht-,
maar we konden ze niet terugvinden.
Het uitzetten van een boot zou moorde
naarswerk zijn geweest. We hebben aan
alle schepen in de buurt geseind, maar
het heeft goen resultaat opgeleverd.
Ik -geloof, dat de mannen tegen de rai
ling bewusteloos zijn geslagen; en boven
dien was 'heb water beneden nul, zoodat
ze ook daar wel spoedig bezweken zullen
zijn.
Ik heb in mijn dertigjarige ervaring
nog nooit zoo'n zee meegemaakt, en ook
op den terugweg hebben we weer mot
stormen te kampen gehad. Tweomaal
moesten we bijdraaien, oftidat we de zee
twee streken achterlijker dan dwars had
don. Alles ging voor dc-n wind. Voort dm
rend hoerden we S.O.S.-seinen, zoodat
van eigen telegrammen verzenden niets
kon komen.
Iets bijzonders is er op de thuisreis
"niet gebeurd.
HET GEVONDEN KINDERLIJKJE.
Naar wij venieiuen, is de politie te
Amsterdam thans op het goede spoor, om
de zaak betreffende 'het gevonden lijk van
een 5-jarig knaapje aan den Zuiderzeedijk
tot klaarheid te brengen. Het spoor, dat
men heeft gevonden, leidt naar Duitsch-
land. Vermoedelijk zijn dc ouders van het
knaapje Duitschers, die in lmt tuindorp
Oostzaan hebben gewoond. Zij zijn naar
Duitschland vertrokken.
De kinderwagen, waarmee ze langs <len
Zuiderzeedijk hebben gereden, is terugge
vonden. Deze was reeds door de grootmoe
der van het knaapje* verkocht; zij zelf
is verhuisd naar een ander deel dér stad.
De grootmoeder is- thans in voorloopiga
bewaring, omdat de politic vermoedt, dat
zij meer van den moord afweet.
De ouders zijn in Duitschland nog niet
gearresteerd, daar zij zwervende zijn.
Nader vernemen wij nog "het volgende:'
De vorige week werd een kinderwagen
verkocht aan een opkoopor. Dezo wagen
was afkomstig van een Duitsche vrouw,
die in do Van Osladostraat woonde, en
die voor korten tijd in het tuindorp Nieu-
wendam haar woonplaats had. Daar woon
den bij haar in ha-ar zoon, haar schoon
dochter, een driejarig kind, benevens een
kind van acht maanden. Dezo familie is
suocossiovclijk verdwenen. Eorgb is het
drie-jarig zoogenaamd naar Duitschland
vertrokken, daarna vervolgens de vader en
de moeder en eindelijk de grootmoeder.
Deze had inmiddels liet kind van acht
maanden uitbesteed. Zij zelf vertrok, zoo
als wij reeds zeiden, naar de Van Ostade-
st-raat. Toen de politie kennis kreeg, dat
de opgespoorde kinderwagen afkomstig
was van deze familie, heeft zij de Duit
sche vrouw opgespoord en haar gevraagd,
waar de familie was gebleven. Deze zou
naar Dortmund zijn vertrokken. Een hoofd
inspecteur van de Ccnlralo Recherche is
toen naar Dortmund gegaan en heeft daar
na lang zue'ken familie van de gezochten
gevonden. Hij hoorde, dat hot drie-jarig
kind niet was meegekomen, en dat do
bewuste echtelieden dat. hadden voorge
geven, daar zij niet uit- Amsterdam, maar
uit Berlijn kwamen en dat het- kind over
leden was. Inmiddels waren zij weder uit
Dortmund vertrokken, naar een onbekende
bestemming. De hoofd-inspccteur wist een
portretje van het drie-jarig kind bij do
familie in Dortmund mee te krijgen, het
welk hij meenam naar Amsterdam. Dit
portret werd toen aan de grootmoeder
getoond, die zeide hefc niet te herkennen.
Naar wij verder vernemen, heeft gis
te ren-middag de grootmoeder erkend, dat
de kinderwagen door 'haar verkocht is.
Aanvankelijk had zij dat ook tegenge
sproken.
DE KINDERMOORD IN DEN
POLDER BLIJDORP.
In verband met den moord in den
polder Blijdorp deelt de commissaris van
politie to Haarlem het volgende mede:
Donderdag 24 October heeft de vrouw
van een spoorwegbeambte te Haarlem in
den trein, die om 16.24 uur van Maas
tricht naar Amsterdam vertrekt, in een
coupé gesproken over den moord op dc
10-jarige Mariefcje van O. in den polder
Blijdorp bij Rotterdam. Zij vertelde toen
o.a-., dat de vermoedelijke moordenaar
bij haar familie te Maastricht bloemen
had geplant en een rijwiel 'had verkocht,
aan een boerenjongen te Mcerfcen. Dezo
zou hiervan geen melding hebben durven
maken, daar hij bang was voor onaan
genaamheden met de politie. Bedoelde
echtgenoote van een spoorwegbeambte,
die tot nu toe onbekend is gebleven, wordt
verzocht zich ten spoedigste te melden
aan het hoofdbureau van politie, Smede-
st.raal. no. 9 te Haarlem, aïdecling jusfci-
tioneelo dienst, tot het geven van de noo-
dige nadere inlichtingen.
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
BERTRAM MITFORD.
Ik ben bang dat n mij wel heel vrij-
ostig zult vinden, opende de laatste het
ïsprek, maar ziet u meneer Mervyn,
stel heel veel belang in oude huizen,
ad houtsnijwerk, oude lambrizeeringen en
Brgëlijke dingen. Ik heb veel over Heath
lover en zijn karakteristieke oudheden
ooren vertellen. Mag ik mezelf even voor-
feilen? Toen presenteerde hij zijn visite-
aartje.
Werkelijk? Komt u binnen, meneer
on Varne, zei de ander, nadat hij
blik geworpen had op het kaartje.
- Er zijn hier inderdaad wel enkele rin
ks van oude meubels, maar ze zijn op
&lder opgeslagen en het zou zeker een
;eeb kosten om ze weer toonbaar te ma-
Ziet u die mooie oude schouw daar?
Zeker, het is een prachtstuk, ant-
'oordde Varne geïnteresseerd. En hij be-
uit te weiden met veel omhaal van
(conische termen die zijn gastheer al
gauw gingen vervelen, en maakten,
hij hem op de maan wenschte. Dat was
ag het ergste van al die verzamelaars,
ze onsohuldige menscben hun vreese-
vaktaaltje lieten slikken. Het was wel
®mer, dat Melian er niet was, dacht hij.
ij had nogal kijk op dat soort dingen en
a& er met kennis van zaken over mee
praten. Maar plotseling bedacht bij zich
dat'het toch ook zijn goede zijde had, dat
ze er niet was want de vreemdeling zag
er knap uit en sprak beschaafd en met
aangename stem. Als het meisje hier was
geweest* dan zouden de twee jongelui da
delijk overeenkomst van smaak ontdekt
en zoodoende waarschijnlijk sympathie voor
elkaar opgevat hebben, dus was hij maar
blij, dat zij dien morgen met Joe naar
Clancehurst was gereden.
De vreemdeling bekeek alles op zijn ge
mak en bewonderde in het bijzonder de
lambrizeering. Toen zei hij: Ik zou heel
graag het huis nog eens goed van buiten
willen bekijken, mijnheer Mervyn. Vanaf
den weg ziet het er buitengewoon schil
derachtig uit, en nu ik het van binnen ge
zien heb, zal ik er nog wel meer schoonhe
den aan kunnen ontdekken.
Zooals u wiltzei Mervyn, die begon
te vinden, dat het enthousiasme van den
bezoeker wat geforceerd werd. Dan zullen
we den weg opklimmen. Het pad, dat u
afgekomen bent, is het kortste.
Zij klommen het pad op, waarbij Mervyn
zoo manoeuvreerde, dat de ander voor
ging. Bij den dam gekomen, hief Varne
opnieuw een lofzang aan op de erkers en
de schoorsteenen. Hij verveelde zijn gast-
hecf heftig en het zou deze een lief ding
waard zijn geweest, als zijn bezoeker nu
maar weggegaan was. Zou hij gaan?
Dat was een heel wonderlijke deur,
die ik daar in den hoek van uw kamer ge
zien heb, mijnheer Mervyn, zei hij, nadat
hij zich uitgeput had in technische bijzon
derheden, die Mervyn bij zichzelf als
„allemaal geklets" gekwalificeerd had.
Als het niet a-1 teveel van uw beleefdheid
gevergd is, dan zou ik die toch graag eens
van dichtbij bekijken. U moet weten, ging
hij voort, dat ik hier in deze streek
heelemaal onbekend was. Nu heb ik een
prettig logement ontdekt, heelemaal bij toe
val, „De Houtsnip" in Hoog-Gidding, een
voudig maar kraakzindelijk, u zult het
denk ik, wel kennen, zoo ben ik hier een
paar dagen blijven hangen om dit mooie
stukje land te verkennen. Ik heb mijn
fiets bij me, maar vandaag men ik komen
loopen.
Och hemelmopperde Mervyn bij
zichzelf, nu zal ik dien vent moeten vra
gen te blijven koffiedrinken
„De vent" had zich omgekeerd en bekeek
nu den vijver.
Is dit neemt u me niet kwalijk,
mijnheer Mervyn, ja, dat moét zoo zijn. Is
dit do plek, waarvan ze me verteld heb
ben, waar een vreemde man gered werd uit
het ijs, midden in den nachten
door.... door u zelf! En hij keerde zich
naar zijn gastheer met een vleiende uit
drukking van bewondering.
Ja, dit is de plek. die u bedoelt,
mijnheer Varne. Maar ik voor mij vind er
niets bijzonders aan, een ladder over het
ijs heen te schuiven naar zoo'n stommeling
toe, zoodat die er zich aan kan vastklam
pen.
Hij sprak kortaf, bijna onbeleefd, en
merkte dat nog bijtijds.
U moet me niet kwalijk nemen, dat
ik een beetje bruusk ben, mijnheer Varne,
legde hij ui'.. De gesohiednis hangt mij
meters cle keel uit, de geringste toespeling
er op prikkelt me tfl. Het was allesbe
halve prettig voor me dat de arme drom
mel zoo plotseling, onder mijn dak over
leed, en dan nog cle gerechtelijke lijkschou
wing en het politie onderzoek on alle na
righeid meer. Nu dat allemaal achter den
rug is, wou ik het liefst de zaak maar zoo
gauw mogelijk vergeten.
Heel begrijpelijk, mijnheer Mervyn.
Ik hoor eigenlijk mijn excuses aan te
bieden dat ik er over begonnen ben.
O, zoo erg is het ook weer niet. Als
u nu graag wilt, dat ik u de deur nog eens
laat zien.
Dat is heel vriendolijk van u.
Zij gingen het pad weer af, terwijl Mer
vyn bleef zorgen, dat de bezoeker vooruit
ging. Halverwege bleef deze stilstaan,
terwijl hij zich uitputte in een enthousias
te beschrijving van den aanblik die liet
landschap en het oude huis daarvan ople
verde.
Ongetwijfeld, viel Mervyn hem bij
toen zijn bewonderende woorden opgehou
den had. En hij was blij, dat de vreemde
met den rug naar hem toestond, want hefc
kostte hem moeite een plotseling opko
mende blos te bedwingen, die werd veroo-
zaakt door het feit, dat mr. Varne zijn
rechtevoet stevig op den steen geplant
had, een ronden steen, die half in den
grond stak en dat dio voet klaarblijkelijk
hoewel, tersluiks probeerde te onderzoeken
of die steen ook gemakkelijk te bewegen
was, of wellicht niet te bewegen. En bij
deze ontdekking was plotseling bij Mer-
vijn een besluit gerijpt.
Ja, ik heb veel oog voor die dingen.
Ik heb wel wat aan schilderijen gedaan.
Onder een luchtig gesprek waren ze het
huis weer binnengekomen. De bezoeker
deed nu een aanval op de deur in den
hoek.
Ja, dat is eon prachtig stuk werk,
zei hij vol bewondering. Ik ben over
tuigd, dat er kenners zijn, die u er een
mooi bedrag voor zouden bieden.
Dan zou ik haast wensehen, dat dat
stuk van mij was, antwoordde Mervyn spot
tend. Ik zou ze het met alle liefde af
staan. Voor mij is een deur, een deur, zoo
lang als zij goed sluit en de kou buiten
houd:. Wat denkt u van een whiskey-soda?
Neen, dank u wel. Ik drink zelden iets
overdag. Een slaapmutsje voor het naar
bed gaan, is nog wat andors. Hij voelde
met zijn nagels over do nerf van het hout
toen draaide hij de kruk om. Vol bewonde
ring hield hij die in de hand.
Tjonge, wat een juweeltje Die kruk
is ook een aardige stuiver waard. En wat
zit er achter die deur?
- Alleen maar een oud stuk kolder, dien
ik niel gebruik. Om te beginnen is hij
overal tc vochtig voor. Wilt u er in?
Graag
Be»t, dan zal ik oen kaars en den
sleutel halen.
Toen hij dat gedaan had, deed Mervyn
de kelderdeur open.
Pas op het trapje! zei hij, terwijl hij
mr. Varne met de kaars bijlichtte er
voor zorgend dal zijn gast voorging. Er zijn
tien treden.
Goed Tk kan bes( ?:ien Wat drom
mel
Hij hield zijn woorden in en keerde zich
om, om terug te vliegen, maar te laat
Toen de deur zachtjes maar vlug achter
hem dicht ging, realiseerde Varne, dat hy
cr ingeloopjen was, iets dat Nashmy niet
was overkomen. Maar dat wist Varne niet,
want Nashby had hem dat niet verteld.
Nu stond hij daar iu het pikdonker en
voelde zich koud worden van ergernii.
(Wordt vervolgd).