Ontzettende brand te Middelburg
De Decemberstorm
MAANDAG 9 DECEMBER 1929
TWEEDE BLAD.
PAGINA 2
Twaalf huizen door het vuur aangetast
Groote verwoestingen in de hoofdstraat der
stad. Een achttal huizen, w.o. een
bazar en een groot hotel, tot
den grond afgebrand
Hulp van alle kanten
Zaterdagmiddag omstreeks vijf uur is in
den Franschen Bazar in de Lange Delft te
Middelburg een brand uitgebroken op de
zolders van bet gebouw. De brand nam
onmiddellijk zóó in hevigheid toe, dat in
korten tijd het bovengedeelte, waar tal
van licht brandbare voorwerpen zich be
vonden, in lichtelaaie stond.
De brandweer werd onmiddellijk gealar
meerd, maar het bleek, dat zij stond voor
een schier hopelooze taak, daar de felle
wind de vlammen steeds heviger aanwak
kerde.
Nadat de motorspuiten en het andere
beschikbare materiaal waren gearriveerd,
werd onmiddellijk met do blussching be
gonnen, maar de stralen waren niet in
staat de vlammenzee te bedwingen.
Het belendende „Grand Hotel Verse-
put", een van de mooie patriciërshuizen
van Middelburg, werd ook aangetast en
ging mede zoo goed als verloren.
Aan de andere zijde van den Grand
Bazar Francais werd de banketbakkers
winkel van den heer Oosterhuis mede een
prooi der vlamen en het daarnaast gele
gen modehuis van de firma S. Wiener
Co. was het vierde pand. dat werd aange
tast en nog steeds bleef de vuurzee in he
vigheid toenemen.
De brandweer uit Vlissingen werd ge
alarmeerd en verscheen met twee motor
spuiten, maar omdat de slangpijpcn niet
pasten op de waterleiding te Middelburg,
moesten deze spuiten naar de St. Jans
straat en de Nieuwe Haven worden gedi
rigeerd, om daar het water op te pompen
en vandaar de vlammen aan de achterzij
de te bestrijden.
Intusschen dwarrelden over de stad dui
zenden en duizenden vonken en nog maar
steeds bleef de brand woeden en er be
staat nog kans op groote uitbreiding.
Tot overmaat van ramp is te ongeveer
kwart over zeven de electrische stroom
plotseling uitgeschakeld, zoodat de stad
geheel in duisternis is gehuld.
De brand was van zulk oen buitengewo
nen omvang als de oudste menschen in
Middelburg zich zeker niet zullen herinne
ren, omdat de verbrande perceelen behoo-
ren tot de groote ouderwctsche patriciërs
huizen, waarvan enkele in den loop der ja
ren zijn verbouwd tot winkelhuizen, zooals
er nog velen in Middelburg zijn.
Inmiddels waren ook de burger-brartd-
weer van Goes, de marine-brandweer van
Vlissingen en de militaire brandweer uit
Middelburg bij de vlammenzee gekomen.
Zij begonnen dadelijk aan het blusschings-
werk.
Het vuur naar de overzijde van
de straat.
Aan de zijde van de Lange Delft, waar
de brand is ontstaan, was hij thans niet
gevaarlijk meer, maar wel heeft het kan
toor der N.V. Boassons Bank vrij veel wa-
'dpmiospuriq 3[oo na 'narao^aq aptrqasia}
doch verder is het pand behouden geble
ven.
Aan de overzijde van de straat heeft de
brand het achtste perceel, n.l. het nieuwe
filiaal van S. de Wit, dat slechts eenige
maanden geleden daar gebouwd is, in de
asch gelegd, terwijl nog twee perceelen
dat van de firma Meinsma, fijne vleesch-
waren, en van den heer Brakman, drogist
aan de achterzijde in brand zijn geraakt.
Een der hoofdlieden van de Rotter-
damsche brandweer is hier per trein aan-
gëkomen en wacht op de Rotterdamsche
autobrandspuit.
In het gedeelte van de straat, waar de
brand woedde, is het één groote puinhoop
van ingevallen gevels.
Om ongeveer 12 uur was de brandweer
het vuur meester. De hulp van de Haag-
sche brandweer was dus overbodig.
Het geheel, een smeulende puinhoop,
biedt een tToosteloozen aanblik.
De trams, die extra-diensten hadden in-
gelascht, konden de menigte haast niet
naar Vlissingen en de omliggende plaat
sen voeren. Ondanks het late uur zijn nog
duizenden op de been.
Van ernstige persoonlijke ongelukkon
is alsnog niets gebleken, alleen werd een
matroos door een vallenden balk getrof
fen.
Het Grand Hotel Verseput.
Het Grand Hotel Versenut was geves
tigd in het breede patriciërshuis in de
bocht van de Lange De'ft, dat in 1747
voor Matthias Cornelis Versluys werd ge
bouwd. Het is thans in den tijd van nog
geen vier jaren, de tweede maal dat dit
gebouw dat door zijn prachtigen gevel
een sprekend bewijs was van den rijkdom
der achttiendeneeuwsche kooplieden
door brand geteisterd werd. Tn den vroe
gen morgen wan Zaterdag 2G Juni 1926 ont
stond brand in dc keuken van het hotel
en in een oogwenk had het vuur zich mee
gedeeld aan de bovenliggende logeerka
mers de gasten konden zich slechts red
den over het dak of door uit het rn im te
springen. De ramp bleef toen tot het ach
tergebouw beperkt; de* prachtige eetzaal
vroeger de muziekzaal (aan het plafond
waren musiceerende engelen aangebracht)
brandde geheel uit.
Wat verloren is.
Er zijn in het geheel verloren gegaan ze
ven van 'de grootste panden in de hoofd
straat van Middelburg, en van deze ze
ven behoorden drie tot de echte ouder-
wetsche patriciërshuizen, zooals er in Mid
delburg nog zooveel worden gevonden. Het
grootst© verlies moet wel worden ge
noemd het verloren gaan van het Grand
Hotel, een van de rijkste en grotrtste hui
zen van Middelburg.
Het oudste gedeelte, gelegen aan de
straat, is totaal verwoest, terwijl het
achtergedeelte, waar drie jaar geleden eea
brand heeft gewoed, en dat toen gerestau
reerd is, behouden is gebleven. Behalve de
verwoeste perceelen hebben zeer veel hui
zen waterschade geleden.
De oorzaak is niet geheel bekendde
brand is ontstaan in een zolderkamertje,
ongeveer halfvijf in den namiddag, in de
Grand Bazar Francais.
Het electrische licht was tot laat in den
nacht nog steeds gedeeltelijk gestoord.
Voorts werd assistentie gevraagd van
Bergen op Zoom, Rotterdam en Den Haag,
die onmiddellijk motorspuiten afzonden-
Steeds verdere uitbreiding.
Nadat het modemagazijn van de firma
Wierner Co. totaal door het vuur was
vernield, sloeg het vuur over op het belen-
dende^groote pand, waarin is gevestigd de
rij wiel fabriek „Transvalia" van de gebroe
ders Kaan. In dit pand bevond zich een
groote voorraad zeer licht brandbaar ma
teriaal, zoodat, ofschoon aanvankelijk
slechts de dakgoot was aangetast, weldra
de geheele bovenverdieping één vlammen
zee was.
De band was te half negen van zulk een
omvang, dat de brandweer niet in staat
was de vuurzee behoorlijk te omsingelen,
zoodat nog steeds groot gevaar voor uit
breiding dreigde. Dit gold in het bijzonder
voor de Boasson Bank, welker gebouw
naast de rijwielfabriek ligt.
Te 9.30 was de brand aan de zijde van
de Lange Delft, waar zij is ontstaan, ge
komen aan het kantoor van de N.V. „I.
Boasson Zon-en's Bank". Men deed alle
pogingen om dit bankierskantoor voor ver
nieling te behoeden, maar het was niet te
zeggen of het gespaard zou kunnen blij
ven. Intusschen had het vuur zich ook
medegedeeld aan het pand tegenover de
rijwielfabriek van de firma Kaan, waarin
gevestigd is de groote zaak in ijzerwaren
en huishoudelijke artikeleh van de firma D.
de Jager Jr.
Het vuur maakte ook daar snelle vor
dering. De magazijnen zijn juist dit jaar
geheel vernield.
Ook verderop brand.
Het bleef niet bij branden in de naaste
omgeving van den haard van den brand,
maar ook reeds op grooteren afstand. Ten
gevolge van den vonkenregen was een be
gin van brand ontstaan zelfs aan het to
rentje, staande on het fraaie gebouw van
de Provinciale Bibliotheek en voorts aan
een woonhuis aan de Rouaanscne kade.
Beide brandjes konden door de politie
spoedig worden gebluscht, maar de aan
houdende vonkenregen deed voor herha
ling vreezen.
In de omgeving van den brand weid den
bewoners aangezegd de ramen te sluiten
voor het inwaaien van vonken.
Te weinig druk op de waterlei
ding.
Er bleek echter op de waterleiding veel
te weinig druk te staan om een dergel ij
ken brand te kunnen bestrijden en meestal
waren de stralen te klein voor zulk een
vuurzee.
De storing in het clectricitoitsbedrijf
was in een groot gedeelte van de stad op
geheven, maar de sectie waar de brand
woedde was nog geheel in het duister.
Nog een gebouw vernield.
Toen te 11 uur het gebouw van de firma
De Jager ook geheel een prooi der vlam
men was geworden, werd ook het daar
naast liggende pand, een tweede zaak van
de firma Wiener, geheel door 't vuur ver
woest. Daar het pand van de heer De Ja
ger aan de achterzijde komt bij de R.-K.
school, die aan de Wal is gelegen, werd
speciaal getracht deze school en het aan-
grenz-nde zusterhuis, waarin dok vele
voogdijkinderen zijn ondergebracht, te be
houden. De kinderen waren reeds uit het
gebouw verwijderd.
In de geheele omgeving werden huizen
en winkels zooveel mogelijk leeggehaald,
omdat men nog steeds niet wist of de
brand nog een grooteren omvang zou aan
nemen.
Nieuwe hulp was aangekomen uit Ber
gen op Zoem. die binnen de 'wee uur den
weg had afgelegd en bij aankomst onmid
dellijk met een lengte van 700 M. slang
van de kade af aan het blusschingswerk
deelnam.
Aan de zijde van de Lange Delft, waar
de brand ontstond, scheen het vuur intus
schen wel tot staan te zijn gebracht. Het
was vooral in het magazijn van de firma
De Jager, in wier uitgebreide pakhuizen
en toonkamers oa. teer, vuurwerk, asphalt-
papier enz. was opgeslagen, dat do brand
met hevige vlagen weer opwakkerde.
Hoe het vuur aanhield.
Uit Middelburg wordt ons nader gemeld,
dat, hoewel de brandweer omstreeks 12
uur den brand meester was, en er geen
direct gevaar voor uitbreiding meer be
stond, de vuurgloed toch nog tot half vier
aanhield.
Het is vooral aan het krachtig optreden
der Bergen-op-Zoomsche brandweer te
danken, dat men er in is geslaagd het
woedende element te bedwingen. Om half
drie arriveerde een der motorspuiten der
Rotterdamsche brandweer wier hulp was
ingeroepen. Zij heeft door flink water te
geven er toe bijgedragen, dat de vuurgloed
sterk afnam, zoodat een uur 'later met het
eigenlijke nablusschingswerk kon worden
begonnen.
De Haagsche brandweer, die per trein
twee motofspuiten naar den brand had ge
dirigeerd, behoefde niet in te grijpen. Ge
durende den geheelen nacht zijn de spuiten
echter op het station te Middelburg gereed
gehouden.
Nadat de Goessche en Vlissingsche
brandweren naar hun standplaatsen waren
teruggekeerd is gistermiddag te 1 uur ook
de brandweer uit Bergen op Zoom inge
rukt-, zoodat thans nog alleen de Middel-
burgsche brandweer zorgt voor het nathou
den van de smeulende puinhoopen.
In totaal zijn zeven panden tot den
grond toe afgebrand, terwijl drie huizen
zwaar beschadigd zijn. Het bankgebouw
van de Boasson-bank liep lichtere scha
de op.
Het vuur r»og niet gebluscht
Gisternamiddag tegen 4 uur laaide het
vuur te Middelburg weer in dier mate
hoog op, dat hernieuwde assistentie van
de Vlissingsche brandweer noodig werd
geacht. De manschappen, die gistermorgen
om ongeveer 7 uur terugkeerden, gingen
dus nu weer op weg naar den brand.
Gisteravond om 6 uur is opnieuw brand
uitgebroken in den winkel van Simon de
Wit. De brandweer was hier het- vuur ech
ter spoedig meéster. De R. K. school kon
geheel behouden blijven en heeft alleen
waterschade bekomen.
Zooals de toestand zich thans laat aan
zien, kan beweferd worden, dat deze VT©e-
selijke brandcatastrophe tot het verleden
behoort.
In het ziekenhui? te Middelburg zijn
drie brandweerlieden opgenomen, w.o. een
marinier, die bij het blusschingswerk ver
wondingen hebben opgeloopen cfoor val
lende stukken muur.
De schade valt nog niet te begrooten,
maar men vermoedt dat deze zeker meer
dan een miillioen bedraagt.
EN MEDEDEELING
LUCHTVAART
NIEUWE POOLVLUCHT VAN BYRD.
Naar Koning Edwardland.
De Amerakaansche ontdekkingsreiziger
Byrd is Zaterdag voor een nieuwe ontdek-
kingsvlucht naar het Zuidpoolgebied op
gestegen, meldt het „Volk". Hij wil thans
naar het Koning Edwardland aan de Ross-
zee vliegen, om vast te stellen of dit een
eiland is of met het vasteland is verbon
den. Aan de vlucht nemen nog drie Ame
rikanen deeL
Met het Kerstmannetje de lucht in.
De Deutsche Lufthansa had Zaterdag
middag een aantal kinderen van 68 jaar
op haar vliegterrein uitgenoodigd. Korten
tijd, na-dat zij daar verschenen waren,
kwam er een groote driemotorige machine
aanrijden, waaruit het Kerstmannetje in
hoogst eigen persoon stapte.
Na een begroetingstoespraak noodigde
het vriendelijke Kerstmannetje de kinderen
tot een korte rondvlucht uit. Elk kind
kreeg een passagebiljet, waarop te lezen
stond: „Deutsche Lufthansa A.G. Eerste
vlucht met het Kerstmannetje". In de ma
chine waren twee 1 ke-rst-boomen opgesteld.
De kinderen stapten in en kort daarna
ging het de lucht in. Na een tochtje, dat
niet al te lang duurde, doch waarvan de
kinderen met van vreugde gloeiende wan
gen genoten, landde de machine weer op
het vliegveld. Het Kerstmannetje schonk
ieder kind een cadeautje en verdween toen
weer in de wolken.
Parijs—Rotterdam in negentig minuten.
De K. L. M. meldt: Met een zwaren
Z.Z.W.-wind in den rug volbracht het vlieg
tuig van de K. L. M. van heden, bestuur
der Kress, den overtocht Parijs—Rotter
dam in precies anderhalf uur.
Een 11.000 tons dok vergaan
OP PL.M. 70 MIJL N.N.W. VAN
TERSCHELLING GEBROKEN.
Twee opvarenden verdronken.
Het 11.000 ton metende droogdok, dat
bestemd was voor de Rotterdamsche
Droogdokmaatschappij en dat van Ham
burg op weg was naar Rotterdam is Za
terdagmorgen om tien uur op de Noordzee
gebroken, gekapseisd en gezonken. Twee
van de opvarenden zijn verdronken.
Om tien uur Zaterdagmorgen bevond
de sleep zich op 54 gr. 26 Noorderbreedte
en 4 gr. 32 Oosterlengte, dit is op onge
veer 70 mijl N.N.W. van Terschelling. Zee
en wind hadden de sleep dus een heel eind
uit den koers gedreven. Er stond een
zware storm uit het Zuid-Westen en er
ging een zware zee. Wat er toen precies is
gebeurd is nog niet bekend, maar plotse
ling schijnt het dok gebroken te zijn, de
opvarenden van de sleepbooten zagen het
dok kapseizen en snel zinken.
Terstond werden pogingen in het werk
gesteld om de tien runners, die zich aan
boord van het dok bevonden, te redden.
Door het noodweer was dit een heel zware
taak. Acht runners konden levend worden
opgepikt; de beide anderen bleken reeds
te zijn overleden. De lijken zijn geborgen
en bevinden zich aan boord van de „Hum
ber". De slachtoffers zijn de 56-jarige P.
v. d'. Sluys en de 53-jarige A. van Buurcn,
beiden uit Maassluis. Naar men ons ver
der meedeelde, moeten enkele leden van
de bemanning van de Humber bij de po
gingen tot redding van de tien runners
zijn gewond.
De sleepbooten Huriiber en Witte Zee
hebben de reis naar Maassluis voortgezet.
Voor zoover dit op dit oogenblik valt op
te maken hebben de sleepbooten tot het
laatst de sleep en de trossen gehouden
en hebben zij het dok verloren uitsluitend
door de omstandigheid, dat het dok zelf
niet tegen de zware zeeën was opgewassen.
Bijzonderheden omtrent het dok.
Het groote dok, dat op sleeptouw van
de sleepbooten „Humber" en „Witte Zee"
op reis was van Hamburg naar Rotterdam
en nu in den storm verloren is gegaan, is
gedurende zijn bestaan reeds eenige ma
len van bestemming veranderd.
Oorspronkelijk in 1888 aan de Tyne ge
bouwd werd het eerst naar Stettin ge
sleept voor de Vulcanwerf. Later ging
het voor denzelfden scheepsbouwer naar
Hamburg en werd eenige maanden gele
den verkocht aan de Rotterdamsche Droog
dok Maatschappij. Na een dienst van veer
tig jaar is het Zaterdag in de diepte van
de Noordzee verdwenen.
Na eenige dagen door het ruwe weer te
Hamburg te zijn opgehouden, vertrok het
sleepconvooi eindelijk Dinsdag j.l. uit de
haven aldaar, geassisteerd door een Duit»
sche sleepboot, welke achter het dok was
vastgemaakt om als het ware als roer
dienst te kunnen doen op de drukbevaren
Elbe. Door den Waterstaat was het vaar
tuig echter zooveel mogelijk vrijgehouden
om het transport ruim baan te geven tot
het in zee was. Het dok had een draag
vermogen van 10.000 ton; de lengte was
510 voet, de breedte 110 voet.
Als treffende bijzonderheden kan nog
worden gemeld, dat de sleepbootkapitein,
die in 18S6 het transport van Engeland
naar Stettin leidde, ook thans als com
mandant van het transport optrad.
Het dok is door de Rotterdamsche
Droogdok-Mij. aangekocht voor 650.000
R.M., levering Rotterdam. Het is op de
Hamburgsche beurs verzekerd.
SCHIP OP HET BERGUMERMEER
GEZONKEN.
Twee kinderen verdronken.
Schipper Zwerver, op weg met een la
ding steenen van Groningen naar Beet-
sterzwaag liet zich door een motorboot
over bet Bergumermeer sleepen. Tengevol
ge van het zeer woelige water zonk het
schip op den Westkant van het meer. De
schipper met vrouw en twee kinderen
konden zich in een roeibootje redden. Een
derde kind, een meisje, sloeg over boord
doch kon gelukkig door de opvarenden
van de motorboot worden gered.
In het roefje van het gezonken schip be
vonden zich helaas nog twee broertjes, de
anderhalf jarige Jacob en het pas een half
jaar oude Jantje. Niemand zag kans do
kinderen uit het roefje te bevrijden. Zij
zijn met het schip naar de diepte gezon
ken.
DE STRANDING VAN DE MERWEDE.
Nadere bijzonderheden.
Nader wordt omtrent de stranding van
het stoomschip Merwede aan de Engel-
sche kust gemeld:
Onmiddellijk na de stranding van de
Mejwede is de motorreddingboot van New-
haven uitgevaren. De reddingboot moest
onverrichterzake terugkeeren, daar zware
zeeën, elke verbinding met het stoomschip
dat vast aan den grond zat-, onmogelijk
maakten.
Men heeft daarna getracht door middel
van een vuurpijl in verbinding met het ge
strande stoomschip te komen en is ©t in
geslaagd een lijn over het 6chip heen te
schieten.
Daarna heeft men het whipper-toestel
in werking gesteld. Met de broek van dit
toestel heeft men het eerst den scheeps-
jopgen van boord gehaald. De overige ne
gen leden van de bemanning, waaronder
de kapitein, zijn vervolgens behouden aan
wal gekomen, ofschoon zware zeeën de
redding ernstig hebben bemoeilijkt. Toen
gezagvoerder, kapitein Kraus, die het
laatst aan wal kwam, het schip verliet,
geraakte de lijn onklaar, waardoor hij ge
dwongen was terug te keeren en de lijn
in orde te brengen.
De kapitein verklaarde, dat de Merwe
de Woensdagmorgen Antwerpen had ver
laten, maar wegens het slechte weer is
men Donderdag de haven van Boulogne
binnengevallen. Zaterdagmorgen heeft men
-van Boulogne uit de reis voortgezet. On
derweg is het schip door een hevigen
storm overvallen. Om 8 uur Js avonds ge
raakte het roer onklaar, waardoor het
schip onbestuurbaar werd en op de rots
achtige kust liep.
HET LICHTSCHIP HAAKS
LOSGESLAGEN.
De ter assistentie uitgevaren „Groningen"
krijgt averij.
Zaterdagmorgen heeft het lichtschip
Haaks 113 een vaamketting en een anker
verspeeld. De sleepboot „Groningen" van
het Bureaft Wysmuller met kapitein Kuiper,
is, van Nieuwediep uitgevaren om te trach
ten het lichtschip binnen te brengen. Op
weg er been heeft de /„Groningen" een
grondzee over gehad, waarbij de brug aan
stuurboordzijde werd weggeslagen* en de
ruiten van de stuurhut zijn vernield. De
waarnemende stuurman, H. Bijl, heeft
daarbij 'lichte kwetsuren opgeloopen. De
„Groningen" heeft daarna dadelijk koers
gezet naar de haven, zonder dus het licht
schip te hebben bereikt en is Zaterdag in
den Helder binnengekomen.
Het lichtschip Haaks meldde, dat alles
wel was aan boord en het ongeveer 1 mijl
om de Noord was afgedreven en voor an
ker ligt-. Men wacht gunstiger weer af om
assistentie te verleenen.
Nog vernemen wij, dat de sleepboot
„Drenthe" van de firma Wijsmuller naar
buiten is gégaan om het lichtschip „Haaks"
op te halen.
NOG MEER SCHEPEN IN NOOD.
Het Grieksche stoomschip „Cleanthis"
seinde op 51.15 N.B. en 3.57 O.L., dat is
bewesten Vlieland, dat het stuurloos lag.
Aangeboden assistentie van de sleepboot
Witte Zee werd nog niet aanvaard.
Het stoomschip „Lili Woermann" i's op
30 mijl Noord West van Eierland in nood.
Op verzoek om sleepboothulp is de sleep
boot Zeeland van Nieuwediep ter assisten
tie vertrokken.
Ook de sleepboot „Oceaan" was ter
hulpverleening uitgevaren en beeft gister
morgen omstreeks 11 uur bij Terschellinger-
bank het stoomschip, dat stuurloos was,
onder zeer moeilijke omstandigheden op
sleeptouw genomen en koers gezet maar
Hamburg. Het schip is eigendom van de
W oennann-Lijn.
Uit Hoek van Holland werd Zondag
morgen gemeld: Het stoomschip „Josina"
bevindt zich tusschen het vuurschip
„Maas" en den Waterweg in nood. Hot
stoomschip vraagt sleepboothulp. De sleep
boot „Ganges" is derwaarts vertrokken.
Nader wordt gemeld: Het Spaansche
stoomschip „Josina" komende van Bilbao
en op weg naar Rotterdam, verscheen Za
terdagmiddag voor' den Waterweg, doch
kon wegens den hevigen storm niet binnen
komen, en bleef daarom buitengaats. Intus
schen bleek de kolenvoorraad zoodanig to
zijn geslonken, dat het schip niet meer in
staat was op eigen kracht naar Rotterdam
op te stoomen. De sleepboot „Indus" heeft
daarop assistentie verleend en heeft do
„Josina' gistermiddag omstreeks half
twee binnengebracht. Ook de sleepboot
„Schelde" was bij het binnensleepen be
hulpzaam.
De sleepboot „Utrecht" met den tank-
lichter „Neerlandia" op sleeptouw, van
Hamburg naar Rotterdam, is Zaterdag
voor zwaar stormweer op de reede van
Delfzijl voor anker gegaan. Gemeld wordt,
dat een draad in de schroef van de sleep
boot Utrecht verward is geraakt.
De „Statendam", op weg van Rotterdam
naar New Vork, is te Boulogne opgehou
den wegens storm.
DE TOESTAND BIJ IJMUIDEN.
De zware storm welke in den nacht van
Vrijdag op Zaterdag kwam opsteken, is
van grooten invloed geweest op het scheep
vaartverkeer in de haven van IJmuiden.
Gedurende den geheelen Zaterdag is
geen enkel schip binnengekomen, omdat'
de om den Noord komende houtbooten
waarschijnlijk bij het 'Elbe-.vuurschip voor
anker zijn gegaan in afwachting van het
beter weer, terwijl andere booten do met
Z. W. storm zoo gevaarlijke kust mijden.
Van de van Amsterdam komende sche
pen hebben slechts zee gekozen de „Gaas-
terland", de „Bona" en de „Hontestroom".
Alle andere schepen ongeveer 12 stuks
bleven binnen de sluizen.
Het, mag een geluk worden geacht, dat
de treiler „Fram" Vrijdag te IJmuiden is
binnengekomen, anders zou het schip bij
dit weer hoog op de duinen of wrak zijn
Om op alle gebeurlijkheden voorbereid
te zijn, heeft de plaatselijke reddingscom
missie de motorreddingboot in de buiten
haven gereed gelegd, om zoo noodig, direct
hulp te kunnen verleenen.
Gelukkig zijn te IJmuiden nog geen
noodseinen gezien.
De Willem Annapolder.
De dijk van den Willem Annapolder op
Zuid-Beveland, die do laatste weken oog
al had geleden, heeft den storm van Vrij-
dagavond en -nacht goed doorstaan.