Ontzettende brand te Middelburg De Decemberstorm MAANDAG 9 DECEMBER 1929 TWEEDE BLAD. PAGINA 2 Twaalf huizen door het vuur aangetast Groote verwoestingen in de hoofdstraat der stad. Een achttal huizen, w.o. een bazar en een groot hotel, tot den grond afgebrand Hulp van alle kanten Zaterdagmiddag omstreeks vijf uur is in den Franschen Bazar in de Lange Delft te Middelburg een brand uitgebroken op de zolders van bet gebouw. De brand nam onmiddellijk zóó in hevigheid toe, dat in korten tijd het bovengedeelte, waar tal van licht brandbare voorwerpen zich be vonden, in lichtelaaie stond. De brandweer werd onmiddellijk gealar meerd, maar het bleek, dat zij stond voor een schier hopelooze taak, daar de felle wind de vlammen steeds heviger aanwak kerde. Nadat de motorspuiten en het andere beschikbare materiaal waren gearriveerd, werd onmiddellijk met do blussching be gonnen, maar de stralen waren niet in staat de vlammenzee te bedwingen. Het belendende „Grand Hotel Verse- put", een van de mooie patriciërshuizen van Middelburg, werd ook aangetast en ging mede zoo goed als verloren. Aan de andere zijde van den Grand Bazar Francais werd de banketbakkers winkel van den heer Oosterhuis mede een prooi der vlamen en het daarnaast gele gen modehuis van de firma S. Wiener Co. was het vierde pand. dat werd aange tast en nog steeds bleef de vuurzee in he vigheid toenemen. De brandweer uit Vlissingen werd ge alarmeerd en verscheen met twee motor spuiten, maar omdat de slangpijpcn niet pasten op de waterleiding te Middelburg, moesten deze spuiten naar de St. Jans straat en de Nieuwe Haven worden gedi rigeerd, om daar het water op te pompen en vandaar de vlammen aan de achterzij de te bestrijden. Intusschen dwarrelden over de stad dui zenden en duizenden vonken en nog maar steeds bleef de brand woeden en er be staat nog kans op groote uitbreiding. Tot overmaat van ramp is te ongeveer kwart over zeven de electrische stroom plotseling uitgeschakeld, zoodat de stad geheel in duisternis is gehuld. De brand was van zulk oen buitengewo nen omvang als de oudste menschen in Middelburg zich zeker niet zullen herinne ren, omdat de verbrande perceelen behoo- ren tot de groote ouderwctsche patriciërs huizen, waarvan enkele in den loop der ja ren zijn verbouwd tot winkelhuizen, zooals er nog velen in Middelburg zijn. Inmiddels waren ook de burger-brartd- weer van Goes, de marine-brandweer van Vlissingen en de militaire brandweer uit Middelburg bij de vlammenzee gekomen. Zij begonnen dadelijk aan het blusschings- werk. Het vuur naar de overzijde van de straat. Aan de zijde van de Lange Delft, waar de brand is ontstaan, was hij thans niet gevaarlijk meer, maar wel heeft het kan toor der N.V. Boassons Bank vrij veel wa- 'dpmiospuriq 3[oo na 'narao^aq aptrqasia} doch verder is het pand behouden geble ven. Aan de overzijde van de straat heeft de brand het achtste perceel, n.l. het nieuwe filiaal van S. de Wit, dat slechts eenige maanden geleden daar gebouwd is, in de asch gelegd, terwijl nog twee perceelen dat van de firma Meinsma, fijne vleesch- waren, en van den heer Brakman, drogist aan de achterzijde in brand zijn geraakt. Een der hoofdlieden van de Rotter- damsche brandweer is hier per trein aan- gëkomen en wacht op de Rotterdamsche autobrandspuit. In het gedeelte van de straat, waar de brand woedde, is het één groote puinhoop van ingevallen gevels. Om ongeveer 12 uur was de brandweer het vuur meester. De hulp van de Haag- sche brandweer was dus overbodig. Het geheel, een smeulende puinhoop, biedt een tToosteloozen aanblik. De trams, die extra-diensten hadden in- gelascht, konden de menigte haast niet naar Vlissingen en de omliggende plaat sen voeren. Ondanks het late uur zijn nog duizenden op de been. Van ernstige persoonlijke ongelukkon is alsnog niets gebleken, alleen werd een matroos door een vallenden balk getrof fen. Het Grand Hotel Verseput. Het Grand Hotel Versenut was geves tigd in het breede patriciërshuis in de bocht van de Lange De'ft, dat in 1747 voor Matthias Cornelis Versluys werd ge bouwd. Het is thans in den tijd van nog geen vier jaren, de tweede maal dat dit gebouw dat door zijn prachtigen gevel een sprekend bewijs was van den rijkdom der achttiendeneeuwsche kooplieden door brand geteisterd werd. Tn den vroe gen morgen wan Zaterdag 2G Juni 1926 ont stond brand in dc keuken van het hotel en in een oogwenk had het vuur zich mee gedeeld aan de bovenliggende logeerka mers de gasten konden zich slechts red den over het dak of door uit het rn im te springen. De ramp bleef toen tot het ach tergebouw beperkt; de* prachtige eetzaal vroeger de muziekzaal (aan het plafond waren musiceerende engelen aangebracht) brandde geheel uit. Wat verloren is. Er zijn in het geheel verloren gegaan ze ven van 'de grootste panden in de hoofd straat van Middelburg, en van deze ze ven behoorden drie tot de echte ouder- wetsche patriciërshuizen, zooals er in Mid delburg nog zooveel worden gevonden. Het grootst© verlies moet wel worden ge noemd het verloren gaan van het Grand Hotel, een van de rijkste en grotrtste hui zen van Middelburg. Het oudste gedeelte, gelegen aan de straat, is totaal verwoest, terwijl het achtergedeelte, waar drie jaar geleden eea brand heeft gewoed, en dat toen gerestau reerd is, behouden is gebleven. Behalve de verwoeste perceelen hebben zeer veel hui zen waterschade geleden. De oorzaak is niet geheel bekendde brand is ontstaan in een zolderkamertje, ongeveer halfvijf in den namiddag, in de Grand Bazar Francais. Het electrische licht was tot laat in den nacht nog steeds gedeeltelijk gestoord. Voorts werd assistentie gevraagd van Bergen op Zoom, Rotterdam en Den Haag, die onmiddellijk motorspuiten afzonden- Steeds verdere uitbreiding. Nadat het modemagazijn van de firma Wierner Co. totaal door het vuur was vernield, sloeg het vuur over op het belen- dende^groote pand, waarin is gevestigd de rij wiel fabriek „Transvalia" van de gebroe ders Kaan. In dit pand bevond zich een groote voorraad zeer licht brandbaar ma teriaal, zoodat, ofschoon aanvankelijk slechts de dakgoot was aangetast, weldra de geheele bovenverdieping één vlammen zee was. De band was te half negen van zulk een omvang, dat de brandweer niet in staat was de vuurzee behoorlijk te omsingelen, zoodat nog steeds groot gevaar voor uit breiding dreigde. Dit gold in het bijzonder voor de Boasson Bank, welker gebouw naast de rijwielfabriek ligt. Te 9.30 was de brand aan de zijde van de Lange Delft, waar zij is ontstaan, ge komen aan het kantoor van de N.V. „I. Boasson Zon-en's Bank". Men deed alle pogingen om dit bankierskantoor voor ver nieling te behoeden, maar het was niet te zeggen of het gespaard zou kunnen blij ven. Intusschen had het vuur zich ook medegedeeld aan het pand tegenover de rijwielfabriek van de firma Kaan, waarin gevestigd is de groote zaak in ijzerwaren en huishoudelijke artikeleh van de firma D. de Jager Jr. Het vuur maakte ook daar snelle vor dering. De magazijnen zijn juist dit jaar geheel vernield. Ook verderop brand. Het bleef niet bij branden in de naaste omgeving van den haard van den brand, maar ook reeds op grooteren afstand. Ten gevolge van den vonkenregen was een be gin van brand ontstaan zelfs aan het to rentje, staande on het fraaie gebouw van de Provinciale Bibliotheek en voorts aan een woonhuis aan de Rouaanscne kade. Beide brandjes konden door de politie spoedig worden gebluscht, maar de aan houdende vonkenregen deed voor herha ling vreezen. In de omgeving van den brand weid den bewoners aangezegd de ramen te sluiten voor het inwaaien van vonken. Te weinig druk op de waterlei ding. Er bleek echter op de waterleiding veel te weinig druk te staan om een dergel ij ken brand te kunnen bestrijden en meestal waren de stralen te klein voor zulk een vuurzee. De storing in het clectricitoitsbedrijf was in een groot gedeelte van de stad op geheven, maar de sectie waar de brand woedde was nog geheel in het duister. Nog een gebouw vernield. Toen te 11 uur het gebouw van de firma De Jager ook geheel een prooi der vlam men was geworden, werd ook het daar naast liggende pand, een tweede zaak van de firma Wiener, geheel door 't vuur ver woest. Daar het pand van de heer De Ja ger aan de achterzijde komt bij de R.-K. school, die aan de Wal is gelegen, werd speciaal getracht deze school en het aan- grenz-nde zusterhuis, waarin dok vele voogdijkinderen zijn ondergebracht, te be houden. De kinderen waren reeds uit het gebouw verwijderd. In de geheele omgeving werden huizen en winkels zooveel mogelijk leeggehaald, omdat men nog steeds niet wist of de brand nog een grooteren omvang zou aan nemen. Nieuwe hulp was aangekomen uit Ber gen op Zoem. die binnen de 'wee uur den weg had afgelegd en bij aankomst onmid dellijk met een lengte van 700 M. slang van de kade af aan het blusschingswerk deelnam. Aan de zijde van de Lange Delft, waar de brand ontstond, scheen het vuur intus schen wel tot staan te zijn gebracht. Het was vooral in het magazijn van de firma De Jager, in wier uitgebreide pakhuizen en toonkamers oa. teer, vuurwerk, asphalt- papier enz. was opgeslagen, dat do brand met hevige vlagen weer opwakkerde. Hoe het vuur aanhield. Uit Middelburg wordt ons nader gemeld, dat, hoewel de brandweer omstreeks 12 uur den brand meester was, en er geen direct gevaar voor uitbreiding meer be stond, de vuurgloed toch nog tot half vier aanhield. Het is vooral aan het krachtig optreden der Bergen-op-Zoomsche brandweer te danken, dat men er in is geslaagd het woedende element te bedwingen. Om half drie arriveerde een der motorspuiten der Rotterdamsche brandweer wier hulp was ingeroepen. Zij heeft door flink water te geven er toe bijgedragen, dat de vuurgloed sterk afnam, zoodat een uur 'later met het eigenlijke nablusschingswerk kon worden begonnen. De Haagsche brandweer, die per trein twee motofspuiten naar den brand had ge dirigeerd, behoefde niet in te grijpen. Ge durende den geheelen nacht zijn de spuiten echter op het station te Middelburg gereed gehouden. Nadat de Goessche en Vlissingsche brandweren naar hun standplaatsen waren teruggekeerd is gistermiddag te 1 uur ook de brandweer uit Bergen op Zoom inge rukt-, zoodat thans nog alleen de Middel- burgsche brandweer zorgt voor het nathou den van de smeulende puinhoopen. In totaal zijn zeven panden tot den grond toe afgebrand, terwijl drie huizen zwaar beschadigd zijn. Het bankgebouw van de Boasson-bank liep lichtere scha de op. Het vuur r»og niet gebluscht Gisternamiddag tegen 4 uur laaide het vuur te Middelburg weer in dier mate hoog op, dat hernieuwde assistentie van de Vlissingsche brandweer noodig werd geacht. De manschappen, die gistermorgen om ongeveer 7 uur terugkeerden, gingen dus nu weer op weg naar den brand. Gisteravond om 6 uur is opnieuw brand uitgebroken in den winkel van Simon de Wit. De brandweer was hier het- vuur ech ter spoedig meéster. De R. K. school kon geheel behouden blijven en heeft alleen waterschade bekomen. Zooals de toestand zich thans laat aan zien, kan beweferd worden, dat deze VT©e- selijke brandcatastrophe tot het verleden behoort. In het ziekenhui? te Middelburg zijn drie brandweerlieden opgenomen, w.o. een marinier, die bij het blusschingswerk ver wondingen hebben opgeloopen cfoor val lende stukken muur. De schade valt nog niet te begrooten, maar men vermoedt dat deze zeker meer dan een miillioen bedraagt. EN MEDEDEELING LUCHTVAART NIEUWE POOLVLUCHT VAN BYRD. Naar Koning Edwardland. De Amerakaansche ontdekkingsreiziger Byrd is Zaterdag voor een nieuwe ontdek- kingsvlucht naar het Zuidpoolgebied op gestegen, meldt het „Volk". Hij wil thans naar het Koning Edwardland aan de Ross- zee vliegen, om vast te stellen of dit een eiland is of met het vasteland is verbon den. Aan de vlucht nemen nog drie Ame rikanen deeL Met het Kerstmannetje de lucht in. De Deutsche Lufthansa had Zaterdag middag een aantal kinderen van 68 jaar op haar vliegterrein uitgenoodigd. Korten tijd, na-dat zij daar verschenen waren, kwam er een groote driemotorige machine aanrijden, waaruit het Kerstmannetje in hoogst eigen persoon stapte. Na een begroetingstoespraak noodigde het vriendelijke Kerstmannetje de kinderen tot een korte rondvlucht uit. Elk kind kreeg een passagebiljet, waarop te lezen stond: „Deutsche Lufthansa A.G. Eerste vlucht met het Kerstmannetje". In de ma chine waren twee 1 ke-rst-boomen opgesteld. De kinderen stapten in en kort daarna ging het de lucht in. Na een tochtje, dat niet al te lang duurde, doch waarvan de kinderen met van vreugde gloeiende wan gen genoten, landde de machine weer op het vliegveld. Het Kerstmannetje schonk ieder kind een cadeautje en verdween toen weer in de wolken. Parijs—Rotterdam in negentig minuten. De K. L. M. meldt: Met een zwaren Z.Z.W.-wind in den rug volbracht het vlieg tuig van de K. L. M. van heden, bestuur der Kress, den overtocht Parijs—Rotter dam in precies anderhalf uur. Een 11.000 tons dok vergaan OP PL.M. 70 MIJL N.N.W. VAN TERSCHELLING GEBROKEN. Twee opvarenden verdronken. Het 11.000 ton metende droogdok, dat bestemd was voor de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij en dat van Ham burg op weg was naar Rotterdam is Za terdagmorgen om tien uur op de Noordzee gebroken, gekapseisd en gezonken. Twee van de opvarenden zijn verdronken. Om tien uur Zaterdagmorgen bevond de sleep zich op 54 gr. 26 Noorderbreedte en 4 gr. 32 Oosterlengte, dit is op onge veer 70 mijl N.N.W. van Terschelling. Zee en wind hadden de sleep dus een heel eind uit den koers gedreven. Er stond een zware storm uit het Zuid-Westen en er ging een zware zee. Wat er toen precies is gebeurd is nog niet bekend, maar plotse ling schijnt het dok gebroken te zijn, de opvarenden van de sleepbooten zagen het dok kapseizen en snel zinken. Terstond werden pogingen in het werk gesteld om de tien runners, die zich aan boord van het dok bevonden, te redden. Door het noodweer was dit een heel zware taak. Acht runners konden levend worden opgepikt; de beide anderen bleken reeds te zijn overleden. De lijken zijn geborgen en bevinden zich aan boord van de „Hum ber". De slachtoffers zijn de 56-jarige P. v. d'. Sluys en de 53-jarige A. van Buurcn, beiden uit Maassluis. Naar men ons ver der meedeelde, moeten enkele leden van de bemanning van de Humber bij de po gingen tot redding van de tien runners zijn gewond. De sleepbooten Huriiber en Witte Zee hebben de reis naar Maassluis voortgezet. Voor zoover dit op dit oogenblik valt op te maken hebben de sleepbooten tot het laatst de sleep en de trossen gehouden en hebben zij het dok verloren uitsluitend door de omstandigheid, dat het dok zelf niet tegen de zware zeeën was opgewassen. Bijzonderheden omtrent het dok. Het groote dok, dat op sleeptouw van de sleepbooten „Humber" en „Witte Zee" op reis was van Hamburg naar Rotterdam en nu in den storm verloren is gegaan, is gedurende zijn bestaan reeds eenige ma len van bestemming veranderd. Oorspronkelijk in 1888 aan de Tyne ge bouwd werd het eerst naar Stettin ge sleept voor de Vulcanwerf. Later ging het voor denzelfden scheepsbouwer naar Hamburg en werd eenige maanden gele den verkocht aan de Rotterdamsche Droog dok Maatschappij. Na een dienst van veer tig jaar is het Zaterdag in de diepte van de Noordzee verdwenen. Na eenige dagen door het ruwe weer te Hamburg te zijn opgehouden, vertrok het sleepconvooi eindelijk Dinsdag j.l. uit de haven aldaar, geassisteerd door een Duit» sche sleepboot, welke achter het dok was vastgemaakt om als het ware als roer dienst te kunnen doen op de drukbevaren Elbe. Door den Waterstaat was het vaar tuig echter zooveel mogelijk vrijgehouden om het transport ruim baan te geven tot het in zee was. Het dok had een draag vermogen van 10.000 ton; de lengte was 510 voet, de breedte 110 voet. Als treffende bijzonderheden kan nog worden gemeld, dat de sleepbootkapitein, die in 18S6 het transport van Engeland naar Stettin leidde, ook thans als com mandant van het transport optrad. Het dok is door de Rotterdamsche Droogdok-Mij. aangekocht voor 650.000 R.M., levering Rotterdam. Het is op de Hamburgsche beurs verzekerd. SCHIP OP HET BERGUMERMEER GEZONKEN. Twee kinderen verdronken. Schipper Zwerver, op weg met een la ding steenen van Groningen naar Beet- sterzwaag liet zich door een motorboot over bet Bergumermeer sleepen. Tengevol ge van het zeer woelige water zonk het schip op den Westkant van het meer. De schipper met vrouw en twee kinderen konden zich in een roeibootje redden. Een derde kind, een meisje, sloeg over boord doch kon gelukkig door de opvarenden van de motorboot worden gered. In het roefje van het gezonken schip be vonden zich helaas nog twee broertjes, de anderhalf jarige Jacob en het pas een half jaar oude Jantje. Niemand zag kans do kinderen uit het roefje te bevrijden. Zij zijn met het schip naar de diepte gezon ken. DE STRANDING VAN DE MERWEDE. Nadere bijzonderheden. Nader wordt omtrent de stranding van het stoomschip Merwede aan de Engel- sche kust gemeld: Onmiddellijk na de stranding van de Mejwede is de motorreddingboot van New- haven uitgevaren. De reddingboot moest onverrichterzake terugkeeren, daar zware zeeën, elke verbinding met het stoomschip dat vast aan den grond zat-, onmogelijk maakten. Men heeft daarna getracht door middel van een vuurpijl in verbinding met het ge strande stoomschip te komen en is ©t in geslaagd een lijn over het 6chip heen te schieten. Daarna heeft men het whipper-toestel in werking gesteld. Met de broek van dit toestel heeft men het eerst den scheeps- jopgen van boord gehaald. De overige ne gen leden van de bemanning, waaronder de kapitein, zijn vervolgens behouden aan wal gekomen, ofschoon zware zeeën de redding ernstig hebben bemoeilijkt. Toen gezagvoerder, kapitein Kraus, die het laatst aan wal kwam, het schip verliet, geraakte de lijn onklaar, waardoor hij ge dwongen was terug te keeren en de lijn in orde te brengen. De kapitein verklaarde, dat de Merwe de Woensdagmorgen Antwerpen had ver laten, maar wegens het slechte weer is men Donderdag de haven van Boulogne binnengevallen. Zaterdagmorgen heeft men -van Boulogne uit de reis voortgezet. On derweg is het schip door een hevigen storm overvallen. Om 8 uur Js avonds ge raakte het roer onklaar, waardoor het schip onbestuurbaar werd en op de rots achtige kust liep. HET LICHTSCHIP HAAKS LOSGESLAGEN. De ter assistentie uitgevaren „Groningen" krijgt averij. Zaterdagmorgen heeft het lichtschip Haaks 113 een vaamketting en een anker verspeeld. De sleepboot „Groningen" van het Bureaft Wysmuller met kapitein Kuiper, is, van Nieuwediep uitgevaren om te trach ten het lichtschip binnen te brengen. Op weg er been heeft de /„Groningen" een grondzee over gehad, waarbij de brug aan stuurboordzijde werd weggeslagen* en de ruiten van de stuurhut zijn vernield. De waarnemende stuurman, H. Bijl, heeft daarbij 'lichte kwetsuren opgeloopen. De „Groningen" heeft daarna dadelijk koers gezet naar de haven, zonder dus het licht schip te hebben bereikt en is Zaterdag in den Helder binnengekomen. Het lichtschip Haaks meldde, dat alles wel was aan boord en het ongeveer 1 mijl om de Noord was afgedreven en voor an ker ligt-. Men wacht gunstiger weer af om assistentie te verleenen. Nog vernemen wij, dat de sleepboot „Drenthe" van de firma Wijsmuller naar buiten is gégaan om het lichtschip „Haaks" op te halen. NOG MEER SCHEPEN IN NOOD. Het Grieksche stoomschip „Cleanthis" seinde op 51.15 N.B. en 3.57 O.L., dat is bewesten Vlieland, dat het stuurloos lag. Aangeboden assistentie van de sleepboot Witte Zee werd nog niet aanvaard. Het stoomschip „Lili Woermann" i's op 30 mijl Noord West van Eierland in nood. Op verzoek om sleepboothulp is de sleep boot Zeeland van Nieuwediep ter assisten tie vertrokken. Ook de sleepboot „Oceaan" was ter hulpverleening uitgevaren en beeft gister morgen omstreeks 11 uur bij Terschellinger- bank het stoomschip, dat stuurloos was, onder zeer moeilijke omstandigheden op sleeptouw genomen en koers gezet maar Hamburg. Het schip is eigendom van de W oennann-Lijn. Uit Hoek van Holland werd Zondag morgen gemeld: Het stoomschip „Josina" bevindt zich tusschen het vuurschip „Maas" en den Waterweg in nood. Hot stoomschip vraagt sleepboothulp. De sleep boot „Ganges" is derwaarts vertrokken. Nader wordt gemeld: Het Spaansche stoomschip „Josina" komende van Bilbao en op weg naar Rotterdam, verscheen Za terdagmiddag voor' den Waterweg, doch kon wegens den hevigen storm niet binnen komen, en bleef daarom buitengaats. Intus schen bleek de kolenvoorraad zoodanig to zijn geslonken, dat het schip niet meer in staat was op eigen kracht naar Rotterdam op te stoomen. De sleepboot „Indus" heeft daarop assistentie verleend en heeft do „Josina' gistermiddag omstreeks half twee binnengebracht. Ook de sleepboot „Schelde" was bij het binnensleepen be hulpzaam. De sleepboot „Utrecht" met den tank- lichter „Neerlandia" op sleeptouw, van Hamburg naar Rotterdam, is Zaterdag voor zwaar stormweer op de reede van Delfzijl voor anker gegaan. Gemeld wordt, dat een draad in de schroef van de sleep boot Utrecht verward is geraakt. De „Statendam", op weg van Rotterdam naar New Vork, is te Boulogne opgehou den wegens storm. DE TOESTAND BIJ IJMUIDEN. De zware storm welke in den nacht van Vrijdag op Zaterdag kwam opsteken, is van grooten invloed geweest op het scheep vaartverkeer in de haven van IJmuiden. Gedurende den geheelen Zaterdag is geen enkel schip binnengekomen, omdat' de om den Noord komende houtbooten waarschijnlijk bij het 'Elbe-.vuurschip voor anker zijn gegaan in afwachting van het beter weer, terwijl andere booten do met Z. W. storm zoo gevaarlijke kust mijden. Van de van Amsterdam komende sche pen hebben slechts zee gekozen de „Gaas- terland", de „Bona" en de „Hontestroom". Alle andere schepen ongeveer 12 stuks bleven binnen de sluizen. Het, mag een geluk worden geacht, dat de treiler „Fram" Vrijdag te IJmuiden is binnengekomen, anders zou het schip bij dit weer hoog op de duinen of wrak zijn Om op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn, heeft de plaatselijke reddingscom missie de motorreddingboot in de buiten haven gereed gelegd, om zoo noodig, direct hulp te kunnen verleenen. Gelukkig zijn te IJmuiden nog geen noodseinen gezien. De Willem Annapolder. De dijk van den Willem Annapolder op Zuid-Beveland, die do laatste weken oog al had geleden, heeft den storm van Vrij- dagavond en -nacht goed doorstaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 6