ANTIQUITEITEN UIT DE OMGEVING UIT DE RIJNSTREEK DINSDAG 2 DECEMBER 1929 DERDE BLAD. PAGINA J Tien tt&s. Spr. meende in den bouwtrant van den teer Dudok een stijgende lijn te kunnen constatecren naar het ultra-mo derne er vroeg hem of u.j ook het nieuwe stadhuis in dien geest zou bouwen. Deze antwoordde toen: Wie den man neemt, neemt ook zijn karakter. Wel zeide de heer Dudok, dat hij rekening zou hou den met het historische karakter van stad en raadhuis, maar spr. vindt het toch oen sprong in het duister. Want wij zijn wel vrij om zijn ontwerp te verwerpen, maar dat is slechts theore tisch. Monumentenzorg heeft niet geadvi seerd vóór eenvoudige opdracht. Deze kwestie was haar trouwens ook niet voor gelegd. Zoowel de wethouders als de heer Schüller waren vroeger vóór meervoudige opdracht. Doch zij zijn omgezwaaid, de heer Schüller 2clfs als een blad aan een boom. Waarom is spr. niet duidelijk. Par- tijdiclatuur soms? De meening van de minderheid is ge fundeerd op het feit dat het advies van den B.N.A. niet opgevolgd is. Spr. begrijpt ■niet, hoe B. en W. den B. N. A. kunnen aanhalen als medestander. De heer Dudok heeft B. en W. geadviseerd, doch was be langhebbende. De minderheid wenscht een veel uitgebreider voorlichting. Er zijn meerdere bonden van architecten. B. en W. zijn tegen meervoudige op dracht wegens onmogelijkheid van per soonlijk contact. Doch zulk persoonlijk contact is ook niet noodig. Men moet van te voren weten, wat de opdracht is en welke eïschen gesteld worden. Verder per soonlijk contact, is onnoodig. Verscheidene architecten zouden het met B. en W. eens zijn. Wie zijn dat Spr. gelooft, dat dit al leen de meening van den heer Dudok is. De heer Dudok wil niet meedingen bij meervoudige opdracht, zegt hij, maar el ders, in R'dam bijv. bij het nieuwe beurs gebouw deed hij dat wel. Meervoudige op dracht geschiedt bij vele andere groote gebouwen, zooals bij de Bijenkorf te Am sterdam, het raadhuis te Enschede, het iMiinervaplein te Amsterdam, het Allebé- plein te Adam, het ziekenhuis te Delft enz. Spr. heeft bij een zeer vooraanstaand deskundige inlichtingen ingewonnen en deze heeft gezegd, dat bij dergelijke in gewikkelde bouwwerken in het algemeen enkelvoudige opdracht de meest aangewe zen weg is, doch bij een monument als van het Leidsche Stadhuis achtte hij een meervoudige opdracht noodzakelijk. Spr. heeft de indruk dat de hepr Du dok een dergelijke hooghartige houding is gaan innemen door de gestie van B. en W. vSpr. zou het een ramp vinden als wij de ontwerpen zouden moeten missen van ■bouwmeesters, die meer hebben gedaan aan monumentalen bouw. Vervolgens vraagt spr. zich af, waarin de wereldnaam van den heer Dudok be staat. Omdat, hij een studentenhuis in Pa rijs bouwt. Er is een boekje over hem ge schreven, maar dat zegt niets. In de lees zaal liggen veel foto's en boekjes met. af beeldingen van het werk van den heer Dudok, maar daarmee heeft men geen vergelijking met het werk van anderen. De vergadering wordt daarna geschorst tot 'a avonds 8.15 uur. AVOND ZITTING. Meer overleg gewenscht De heer Huurman meent, dat het col lege van B. en W. te goeder trouw is. Zij meenen het belang van Leiden op zn best te hebben gediend. Toch is spr. het met hun arbeid niet eens. Zij hebben be loofd niets te zullen ondernemen zonder den raad te kennen. Van overleg is echter absoluut niets te bespeuren, tenzij men •het jongste voorstel als „overleg" wil be titelen. Veel critiek zou B. en W. gespaard zijn gebleven, als zij overleg hadden ge pleegd. Men had kunnen overleggen over de "juiste plaats van bouwen bijv.: des noods in besloten vergadering. Men had zich ook kunnen beraden over de grootte van het terrein, niet alleen met den raad, maar ook met de technische ambtenaren. Spr. vindt het niet verstandig over dit laatste punt te spreken in openbare verga dering, doch hij heeft geen steun kunnen krijgen om een besloten zitting aan te vra gen. Het was bekend, dat het oude stad huis te klein was, zoodat het voor de hand lag de omliggende perceelen aan te koo- pen om een grooter terrein te verkrijgen. Over de koopsom had eerst kunnen worden ■gepraat. Het ware verstandig geweest om een speciale commissie in het leven te roe pen om B. en W. bij te staan. B. en W. hebben advies gevraagd aan den B. N. A„ doch dat is niet voldoende, daarvoor is de kwestie van te ver strekkenden aard. Over kleine kwesties wordt vaak langdurig ge sproken en hier wordt de zaak maar a. h. w. onderhands afgedaan. Uit het rapport van de Monumenten-commissie blijkt, dat B. en W. in April reeds in staat waren tot een vrij gedetailleerde opgave van indee ling en raming der kosten en dat was reeds in April. Weten B. en W. thans nog niet hoe alles precies ingericht moet wor den, zoodat dit een bezwaar moet zijn te gen meervoudige opdracht? Spr. kan zich dat niet indenken. En als B. en W. dat nog niet weten, waarom kan dat onderling contact dan wel met één en niet met drie of vier archiecten plaats hebben? Dat de heer Dudok van meening is, dat een en kelvoudige opdracht, absoluut noodzakelijk is, spreekt vanzelf. Wil de heer Dudok niet meedoen aan een meervoudige opdracht, dan is dat jammer, maar de eenige archi tect is de heer Dudok niet. De stukken van B. en W. bewijzen to veel, en dus niets. Omdat de heer Dudok niet mee wil doen, daarom moeten de anderen opeens verdwij nen. Het lijkt wel of B. en W. den raad willen overdonderen. Of de keer Diulok hior na een paar jaar als adjunct-directeur gewoond heeft jaren geleden, is toch -goen argument. De gebouwen, welke de heer Dudok hier gemaakt heeft, vormen ook geen reden om hem per sé de opdracht te geven. Verder zeggen B. en W., lat de heer Dudok niet te duur is, maar wie heeft en W. dat gezegd? Spr. citeert prof. ir. Wattjes. die geen onverdeeld bewonderaar is van den stijl van dien architect De moei lijkheid om uit meerdere ontwerpen er een uit tc zoeken, meten B. en W. te veel uit. Er zijn toch wel mcnschen te vinden, die daarvan verstand hebben. Men moot niet vergeten, dat het hier gaat om een groot culuur-monument en het gaat niet aan om dat maar over te laten aan één man. Wat die Europeesche vermaardheid betreft, dat heeft de heer Dudok blijkbaar te danken aan het studentenhuis te Pa rijs, overigens blijkt dat uit niets. B. en W. zeggen, dat de raad het ontwerp toch ver werpen kan. Maaj* dan beginnen wij weer van voren af aan en een paar maanden zijn er alweer verloren. Practisch zal het zeor moeilijk zijn dat ontwerp tc verwerpen; het zou al buitengewoon dwaas moeten zijn. Een poover resultaat. De heer Wilbrink vindt het voorstel van B. en W. wel een zeer poover resultaat na maandenlang wachten. Verscheidene rapporten zijn er binnengekomen en advie zen zijn gevraagd, doch B. en W. hebben den raad ongeschikt geacht om ecnig ad vies te geven. Er is wel een commissie uit de burgerij in het leven geroepen, doch deze personen waren zeker niet deskundig en eenig resultaat was van hun advies niet te verwachten. De raad zeker ook niet deskundig, doch in ieder geval bestaande uit de verrouwenemajinen der burgerij is tota.i negeerd. Het mag B. en W. dan ook verwonderen, als huu voor stellen thans uiterst critisch worden be keken. Ook spr. kan geenszins meegaan met B. en W. In April kenden B. en W. globaal de cijfers voor de inwendige in richting van het nieuwe gebouw. En heb ben zij tot nu toe geen tijd gehad om die cijfers definitief vast te stellen? Er wordt in de stukken een som genoemd van 11/2 millioen, maar wat heeft de raad aan dat. cijfer; hoe komen B. en W. daaraan? Zij hebben de mogelijkheid om het stadhuis elders te plaatsen en de kost-en daarvan in het geheel niet onder het oog gezien. Men heeft het v. d. Werf park wel eens genoemd. Dat. behoort wel aan het Rijk, maar heb Rijk kan daar toch afstand van doen. Ver volgens is het water een beletsel, doch men kan het overwelven. De oude plaats en de oude gevel hebben ook een nadeel. De mo numentale trap bijv. is een leclijk verkeers- ob;-v.kel. Spr. vindt hot onverantwoorde lijk als de raad thans een bosluit zou ne men, waarvan de kosten niet zijn te over zien. Aanvankelijk gevoelde ook spr. veel voor een enkelvoudige opdracht, doch bij na dere overweging kwam hij tot de conclusie, dat het standpunt der minderheid van de commissie van fabricage nog niet zoo ver werpelijk is. Al is de heer Dudok een be kwaam man, de eenig mogelijke is hij niet. Zelfs een minder bekend architect kan wel eens een beter geslaagd ontwerp ma ken. B. en W. hebben advies gevraagd en verkregen van Monumentenzorg en van den B. N. A. welke beide adviezen in deze niet gevolgd zijn. Is de raad ondeskundig, B. en W. zijn het evenmin en toch wijzen zij deskundige adviezen af. Spr. zou misschien met B. en W. zijn meegegaan, als hun voor stel gegrond zou zijn geweest op deskundig advies. Dat is niet het geval en daarom is spr. vóór een meervoudige opdracht, op-- dat wij krijgen het beste uit het goede. De critiek gaat te ver. De heer Bosman vindt, dat de critiek hier en daar wel wat te ver is gegaan. De taak van B. en W. was en is zeer moeilijk. De persoon van den heer Dudok is om laag gehaald en niet steeds terecht. De aangehaalde citaten waren water- en rnelk- critiek. Spr. is vóór een enkelvoudige op dracht, juist om de moeilijkheid om een. keuze te doen uit meerdere ontwerpen. Be noemt men een commissie, dan geldt het: zooveel hooMen zooveel zinnen en kiest men ten slotte toch nog niet het beste. Dat heeft men reeds meermalen meegemaakt. Is de commissie verdeeld, dan doen allerlei neven-factoren hun invloed gelden. Als de heer Dudok niet mee wil doen, dan is dat wel een wat hooghartige handelwijze, maar wij hebben er rekening mee te houden. Het zou jammer zijn als hij uitviel. Men heeft, gezegd, dat de raad niet. meer vrij is, als men den heer Dudok eenmaal heeft gekozen, doch dat acht s-pr. geheel onjuist. Het blijft nu eenmaal gemakkelijk een cri tiek uit te oefenen op het werk van ande ren. Spr. kan zich niet vereenigen met bet voorstel van het nieuwo gebouw op te rich ten op de oude plaats. Niemand kaai op deze plek. zooals deze thans is, iets goeds bouwen. Men zal eerst moeten gaan breken en wat zal dat kosten? Spr. gelooft, dat het v. d. Werfpark niet goed gesohik is, maar er zijn toch wel andere plekken te vinden. Laten wij dat eerst overwegen. Behoud van den ouden gevel is plicht De lieer Donders gelooft, dat als vlak na den brand een referendum zou zijn uit geschreven over dc vraag of de oude gevel behouden moest blijven, dat referendum zeker zou zijn aangenomen. De tijd heeft echter veel gesleten. Er gingen stemmen op voor den bouw van een geheel nieuw stadhuis. Thans is het moeilijk te zeggen, welke van de twee stroomingeu de over hand hoeft. Ook het college van B. en W. doet geen keuze, hoewel B. en W. behoud van den ouden gevel alleszins mogelijk achten. Velen achten het echter zelfs een moreele verplichting om den ouden gevel te behouden. Door den B. N. A. is een soort enquête uitgeschreven onder vooraanstaan de architecten en prof. ir. Slothouwer, ir. Gratema en anderen achten het eveneens een moreele plicht om den ouden gevel te sparen. Behalve dat hebben wij nog de wenschen van ontelbaren om den gevel te behouden. Het zou dus volkomen verant woord geweest zijn, als B. en W. behoud van den gevel hadden voorgesteld. Velen hadden dat ook verwacht. Welke zijn dc INGEZONDEN MEDEDEELING Het adres voor gekleurd en blauw Delftsch, Koper, Tin, Porcelein en Zilver is RfiPEKBURG 3 J. D. WiERSrUA, Expert-Taxateur 4K8A 10 motieven geweest om die keuze te ont- loopen? Waarschijnlijk, omdat zij beide mogelijkheden een gelijke kans willen ge ven. Doen zij dat ook? Spr. meent van niet, omdat de heer Dudok als architect wordt aangewezen. Deze is zeker oen be kwaam man, maar is hij de juiste man om twee ontwerpen te maken? Hij is een zeer vooruitstrevend kunstenaar, zelfs ultra modern, hetgeen zijn laatste werken bewij zen. Is zoo'n modern kunstenaar wel de juiste man voor restauratie-bouwwerk? Dat vereiseht een dienende liefde voor het oude bestaande. Is de heer Dudok daartoe in -staat? Hij schrijft zelf, dat wij niet ach ter ons moeten zien en dat het oude slechts waarde heeft voor zoover het ons vooruit brengt. Ook acht hij het tegen elke artis tieke moraal om een gebouw te ontwerpen uitgaande van een vooraf opgestelde gevel. In de enquête van den B. N. A. antwoordde do heer Dudok, dat de vraag of de oude gevel in het ontwerp dient te worden op- gen omeai, slechts van secundaire beteelce- nis is. De heer Dudok gevoelt dus meer voor een geheel nieuw gebouw en ie'dus niet de aangewezen persoon om een ont werp te moeten maken met behoud van den ouden gevel, vooral als hij daarnaast ook de opdracht heeft om een geheel nieuw project tc maken. Spr. wijst daarbij op het adres van Bouten-s c.s., die volkomen op het zelfde standpunt staan. De moeilijkheid wordt, door meervoudige opdracht opge lost. De B. N. A. dienkt er ook zoo over, juist met het oog op de gevel-moeilijkheid. Het bezwaar van het persoonlijke contact gevoelt spr. niet zoo sterk. Noodig is slechts een algemeen program van eischen, waarop een voorloopig project mogelijk is. Wij hoeven niet direct een gedetailleerd ontwerp te hebben. Dat had reeds in April gemaakt kunnen worden. Wij moeten uit het goede het beste kiezen. Dat zal moei lijk zijn, gced, maar het zal eveneens zeer moeilijk zijn om de ontwerpen van den heer Dudok te verwerpen. Waarom hij omzwaaide. De heer Schüller wil zakelijk ant woorden op het grove geschut van vanmid dag. Hij is. het met den heer Parmentier eens, dat B. en W. de voorbereiding niet goed hebben aangepakt, doch toen later volledig overleg was gepleegd met de comm. van fabricage, was er geen reden tot critiek meer. Wie meende, dat de zaak nog niet voldoende behandeld was, had aanhouding kunnen verzoeken. De heer Parmentier heeft dat gedaan, doch de commissie heeft anders besloten. De heer Parmentier heeft gevraagd waarom de di recteur van gemeentewerken niet is ge raadpleegd, doch dat was heel begrijpelijk, omdat, deze een zwager is van den heer Dudok. Spr. is van meening veranderd en wil dat verkl ar en- Na bezichtiging van de werken van den lieer Dudok en na bespreking met hern, kwaui spr. tot de overtuiging, dat enkel voudige opdracht beter was. Het voorbeeld van meervoudige opdrachten in andere plaatsen (Enschede en A'dam) heeft spr. daarbij geholpen. Het bekroonde ontwerp van het raadhuis te Enschede was zonder wijziging niet voor uitvoering vatbaar. In Rotterdam word een ontwerp bekroond dat zich niet .gehouden had aan het pro gram van eischen. Übk de lieer de Man keert zich in Juni jd. in de Maasbode te gen het systeem van prijsvragen. De heer Huurman: Prijsvraag is geen meervoudige opdracht. Dc heer Schüller: Toch is dc heer de Man blijkens een artikel in de L. Cou rant thans weer een tegenstander van en kelvoudige opdracht. Spr. gaat verscheide ne andero adviezen en adressen stilzwij gend voorbij, doch staat even stil bij het adres van den heer Boutens c.s. Daartegen over stelt hij het feit, dat zeer vele deskun digen zich hebben uitgesproken voor alge- heele nieuwbouw. De veronderstelling, dat de heer Dudok minder aandacht zou schenken aan een van beide ontwerpen, acht spr. niet houd baar. De keuze van den heer Dudok wordt door velen'een gelukkige keuze geacht. De aanval van den heer de Man op dezen ar chitect begrijpt spr. niet. De raad heeft toch altijd het laatste woord, waarom dan geen vrije opdracht aan dezen bekwamen architect? Vele andere vraagstukken zijn nog ter sprake gebracht in verband met de raadhuiskwestie, maar deze kunnen toch nog onder de oogen worden gezien en wel door den architect zelf, in contact met zijn opd racb tge vers. Nogmaals den ouden geveL De heer M a n d e r s vindt het vraag stuk zeer moeilijk en kan zich met de cri tiek op B. en W. niet geheel vereenigen. Spr. vraagt zich af, wat er moet gebeuren met den ouden gevel. Wij moeten den band met het voorgeslacht bewaren voor het nageslacht. Met de opdracht aan den heer Dudok wordt dit bijna onmogelijk ge maakt. De heer Dudok moet zich meer interes seeren voor een geheel nieuw project. Er worden haast geen andere stemmen ge hoord dan vóór behoud van den ouden ge veL Het is dan ook de plicht van Leiden om dien gevel te behouden, als dat moge lijk is. Dat het mogelijk is, bewijzen de rapporten zoowel van Monumentenzorg als I van den B. N. A. Wij staan thans voor een groote vraag: Waar zal het-nieuwe stadhuis komen, hoe zal het worden, wie zal het bou wen? Verscheidene sprekers hebben ge zegd, dat zij als leeken daarover moeilijk kunnen oordeelen. Dat is niet geheel juist. Velen van ons zijn kunstzinnig genoeg om te beoordeelen wat mooi en wat niet mooi is. Krijgt de heer Dudok een dubbele op dracht, dan zal hij zijn heele ziel leggen in een geheel nieuw project. De heeT Schül ler heeft meervoudige opdracht verward met een prijsvraag. Spr. zou het jammer vinden als de oude gevel zou verdwijnen. Wij kunnen misschien ook den ouden ge vel behouden en toch het stadhuis ergens anders bouwen. Spr. geeft nog in overweging om oe.n commissie te benoemen van vooraanstaan de mannen buiten den raad om B. en W. •bij ie staan. Wethouder Splinter, die de verschil lende sprekers moet beantwoorden, stelt voor, de behandeling te verdagen. Het wordt anders nachtwerk. Voorz. verdedigt Dudok. Alvorens de vergadering te schorsen stelt de voorz. er prijs op den oriaange- namen indruk weg te nemen, welke mis schien ontstaan mocht zijn door de critiek op het werk en de persoon van den heer Dudok. Spr. is meer dan de anderen op de hoogte van den geheelen gang van za ken. Zelf heeft hij het iniatief genomen tot de onderhandelingen met den heer Dudok, dien hij kende zoowel uit zyn werk als langs andere wegen. Toen spr. heci vroeg, of hij bereid zou zijn een eventueele op dracht te aanvaarden, stelde de heer Du dok direct de voorwaarde, dat geen meer voudige opdracht zou worden verstrekt, juist omdat, hij niet den indruk wilde vesti gen, dat hij zijn collega's wilde verdrin gen. Hij wist toen nog niet, dat hij aanbe volen was door den B. N. A. Spr. verklaart, dat de heer Dudok zich van den beginne af als een eerlijk en hoogstaand man heeft gedragen en dat hem geenerlei blaam kan treffen. De vergadering wordt daarna geschorst ■tot a.s. Maandag. NOORDWIJKERHOUT. Geboren: Elizabeth Maria, dochter van Gerard us Johannes van Tongeren en van Bregitta Kildegardes Kamp Casper Hendrik, zoon van Hendricus Cornelis Dui venvoorden en van Helena Burgmeijer Catherina Maria, dochter van Henricus v. d. Voet en van Wilhelmina van der Voort Ni colaas Gerardus, zoon van Anthonius van der Pleeg en van Jacoba Magdalena C'aspers Jacoba Wilhelmina, dochter v. Jacobus Hoogkamer en van Jacoba Pe- tronella Koster Petrus Martinus, zoon van Adrianus van den Nieuwendijk en van Joanna Anna Mens Walther Johannes, zoon van Adrianus van der Niet en vaiï Jacoba Dirkje Vlieland. Overleden Carel F. Jos. Broekman 39 jaar Adrianus Johannes Beeuwijk 29 jaar. Gehuwd Petrus Cornelis van den Burg 35 jaar en Johanna Cornelia Meiland 26 jaar Mattheus Johannes van Ruiten 35 jaar en Quirina Huberta Pennings 27 jaar Stephan Jacob Hulst 30 jaar en Jo hanna Jacoba Franken 32 jaar Antonius Kling 29 jaar en Hendrika Maria Alkema de 26 jaar. N00RDWIJK. Een groote verbetering. Burgemees ter en wethouders hebben op een donke ren avond van de vorige weck eens de straatverlichting gecontroleerd. Naar wij vernemen zal deze inspectie tot gevolg hebben, dat ongeveer een 30-tal lantaarns zullen worden bijgeplaatst. Hinderwet. Bij het gemeentebestuur is een aanvrage ingekomen ingevolge de Hinderwet van F. P. Bierman om aan het Kerkhofpad een machinale wagenmakerij te mogen oprichten. Personalia. Mej. Korswagen, onder wijzeres aan de openbare school te Noord- wijk-Binnen heeft eervol ontslag als zoo danig aan den raad gevraagd in verband met hare benoeming aan een van de scho len der gemeente Leiden. STOMPWUK. Geboren: Jacobus Leonardos, zoon van J. Th. C. van Rijn en J. M. J. Boere Cornelis Antonius, zoon van H. A. Sehrader en P. A. v. d. Meer Arie Jan Gijsbert, zoon van J. G. Hensbergen en G. J. Heierman Cornelis Johannes Hen ricus, zoon van J. B. de Korte en A. E. Romeijn Anna Cecilia, dochter van P. L. van Boheemen en C. van Santen Ger- rit, zoon van G. Rosbergen en A- K. Wijt zes Nicolaas Josephus Maria, zoon van N. J. M. Willemse en E. J. van Veen Johannes, zoon van A. Massaar en C. Goedhart. Gehuwd Cornelis Henricus van Kempen en' Jacoba Margaretha. Sehrader Nic. Johannes Bolleboom en Geertmida Johanna v. d. Voort. VEUR. Geboren Hendrik Albertus, zoon van J. M. G. v. d. Spek en W. P. van Die- peninge Pieteraella Jacoba Lena, doch ter van A. O. Elshout en L. Huisman Johanna Clasina Cornelia, dochter van E. P. Hooijmans en W. A. Heemskerk Ma ria Johanna, dochter van G. Kranenburg en T. Jeronimus Cornelia Apolonia, dochter van P. J. Vièveen en P. M. H. P. Fleuren. Gehuwd Petrus Johannes Slootweg en Maria Jacoba van Santen. Overleden Paulina v. d. Selt, 49 j. SASSENHEIM. GEMEENTERAAD. Beëediging van gemeente-secreta ris en gemeente-ontvanger. De Gemeenteraad kwam gisterenavond in openbare vergadering bijeen. Behalve alle raadsleden was ook het geheele ge- meen t e-personeel aanwezig. Deze vergade ring was uitsluitend gewijd aan de be- eediging van den gemeente-secretaris, den heer Los, en van den gemeente-ontvanger, den heer Baggen. De voorz. verzocht de twee jongste raadsleden, de heeron Schrama en Abr. Warnaar de twee functionarissen binnen te leiden. Toen de 'beide hceren gezeten waren, sprak de voorz. een kort woord van waar deering voor den vToegeren secretaris-ont vanger, den heer O. v. Eek. De (heer v. Eek was wars van alle huldcvertoon en daarom heeft geen openbare huldiging plaats gevonden. Spr. getuigde van de te vredenheid van B. en W. over de wijze, waarop de heer v. Eek zijn functie had waargenomen. Spr. hoopte, dat de heer v. Eek nog vele jaren van zijn rust zou kunnen genieten (applaus). De nieuwe ^gemeente-secretaris en de gemeente-ontvanger legden daarna den ambtseed af. De voorz. hield daarna een toespraak, en wenschte beide functionarissen geluk. De verwisseling van secretaris en ont vanger is geen alledaagsch gebeuren. Het is wel goed, dat een goed secretaris en een goed gemeente-ontvanger "Lt al te los aan de gemeente gehecht zijn. Want een richtig gemeente-beheer zonder een goeden secretaris en een goeden ontvan ger is ondenkbaar. Zóó dacht er ook de wetgever over. Van deze twee functies is het ambt van secretaris bet meest gewichtige. Hij wordt, niet zelden genoemd „de stille kracht" in de gemeente. Een goede se cretaris is de vertrouweling van den Raad, de adviseur van B. en de rechter hand van den burgemeester. Dat verwacht spr. van den nieuwen secretaris. En spr. vertrouwt daarop, want zijn goede roep is hem voorgegaan. De nieuwe secretaris is een voorstander van een nauwgezette administratie en dat is voor de gemeente van groot belang. Ook wordt van hem verwacht, dat hij met liefde zijn werk verricht bij de velerlei onderwerpen, die de „cosmopolitisch" getinte Raad aan de orde brengt.. Dq secretaris is de eerste en voor naamste ambtenaar in de gemeente en heeft do leiding over het personeel. Spr. 'besloot met den hartgrondigen wensch, dat het. den heer Los in deze gemeente goed moge gaan. Daarna richtte spr. zich tot den heer Baggen. Een volledige 'dagtaak wordt u niet opgelegd. Maar van u wordt ver wacht, dat u de kas der gemeente nauw gezet zult beheeren. öpr. hoopt, dat het ook dezen functionaris in Sassenheim goed moge gaan. De heer Los bracht dank voor het ver- brouwen in hem gesteld. Dat tenslotte het lot bij de stemming heeft beslist, hierin ziet spr., dat God alle dingen leidt In Zijn kracht hoopt spr. zijn ambt waar te nemen. Bij deze mijlpaal in zijn leven dacht spr. aan zijn prettige werkkring in Bunschoten en daarvoor. Spr. hoopte, dat de ambtenaren met elkander in 't belang der gemeente met vrengde zullen werken. De secretarie-ambtenaren werken in een glazen huis, en wanneer zij steeds zoo werken, dat ieder het. mag zien, dan zal de gemeente daar "wel bij varen. Spr. be sloot me-t de hoop nit te spreken, da-fc hij de gemeente Sassenheim als secretaris zal kunnen dienen. De 'heer Baggen dankte eveneens voor de keuze van B. en IV. en den Raad. Spr. hoopte het in hem gestelde vertrouwen waardig te blijken. Daarna kwam aan de orde het tweede punt der agenda: Vaststelling van de be- heersverordenïng op het badhedrijf. Na eenige toelichting werd de verordening vastgesteld. Hierna werd de vergadering gesloten. ALPHEN AAN DEN RIJN. Kantongerecht. Als kantonrechter plaatsvervanger werd ter zitting van het kantongerecht alhier geïnstalleerd de her benoemde pl.v. kantonrechter de heer H. A. Banning, alhier. Een melkveiling? Door verschillende landbouwers uit onze en omliggende ge meenten wordt getracht in onze gemeente een melkveiling op te richten. Geboren Agatha Theresïa, dochter van G. Klarenbeek en S. Rijsdam Clari- nus Christiaan Theodoor, zoon van H. W. H. van Andel en C. C. E. Th. Rietberg Willem ij ut je, dochter van Dirk Kranen burg en M. Verlooy Hendrika, dochter van Ch. Blauw en G. van der Ham Ger- rit, zoon van P. v. d. Breggen en. M. Blom Arie, zoon van W. J. Breedijk en Cl. C. Kempenaar Antonius Martinnfc zoon van G. van Es en J. C. Smits An* dries, zoon van M. Tatje en M. van Varik. Overleden Adrianus Kapteijn 1 dagen Trijntje van Winkel wed. van L Spruijt, 33 jaar. Gehuwd C. L. B. van Nes, 23 jaar en C. van den Hoek 2-1 jaar -r- P. van Harse laar 22 jaar en E. van der Pol 22 jaar G. v. d. Brink 23 jaar en J. v. d. Steroud 21 jaar Corn. A. de Jong 27 jaar en J- Spruijtenburg 27 jaar. AARLANDERVEEN. IJsclub. Zaterdagavond verga'" !e de ijsclub alhier in de zaal van den -f N. Delfos. De rekening bleek te sluiten met een flink batig saldo. Bij de bestuurs verkiezing werd in de vacature-Jac. Bloffl gekozen de heer J. Affourtit. De aftreden de besturusleden, de heeren Th. Herren X v. Dam, werden bij acclamatie herkozen. Aangewezen werden door het bestuur 10 baancommissarissen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 8