1 ZATERDAG 30 NOVEMBER 1929 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND VIERDE BLAD PAGINA 1 De groote hulp in de Huishouding! Vervaardigd in de Persil-Fabrieken. aalttalilfiSÏSiS^ s3f^il«39ïu«l Uw BoekhoutlH™ in orde SPORT INGEZONDEN MEDEDEELING Een nieuw Spoel- en Reinigingsmiddel voor vaatwerk, messen, lepels, vorken, potten en pannen, kortom alle voorwerpen van metaal, steen, glas. porcelein. enz.SMB verwijdert vet. saus- en etensresten in een ommezien fiLnj maakt alles schitterend blank en glanzend, daarbij absoluut reukloos. Neemt U eens een proef. U zult verbaasd zijn over de prachtige resultaten. Prijs per pak 15 cent. Eeniq Imporceur E. Ostermann G Co's Handel Maatschappij N.V. Amsterdam De t ij s c r. Weer een „in memoriam" Thans is de „tijger" aan dc beurt, de man, die jaren lang dc personificatie was van de verbeten vasthoudendheid van Frankrijk in den oorlog; de man, die ten slotte de prijs van zijn taaien tegenstand mocht inoogsten, als „père victoirc" werd gehuldigd en grimmig den ha te lij ken vrede van Versailles dicteerde aan den overwon nen tegenstander Clemcnceau was een groot man; hij was niet altijd een sympathiek man. Vooral in zijn laatste levensjaren, toen hij zich een zaam had teruggetrokken in zijn landhuis ia de Vendée, op het plaatsje Vincent du ,Tard, was hij soms allesbehalve parlemen tair. Clemenceau verklaarde zich opge lucht, dat hij daar tenminste geen kans had, om verschillende buitenlandsche staatslieden tegen het lijf te loopen. Ech ter had hij wel veel last van het bezoek van pleizier-reizigers, voor wie het een attractie#was, om dezen grijzen staatsman te zien. Natuurlijk trachtte men ook Cle menceau te verfilmen. Op epn keer, toen alles gereed was, en Clömenceau zich be reid verklaard had om even voorbij het filmtoestel te loopen, wist men Clemen ceau door een list aan het praten te krij gen, en had men dus een sprekende film van den grooten staatsman. Tegen het eind van zijn loopbaan had Clemenceau reeds zooveel onderscheidingen gekregen, dab hij toen hij er weer een kreeg, name lijk het Grootkruis van het Legioen van Eer, de opmerking maakte :„Ik heb an ders al zooveel van die prullen in huis". Clemenceau was nooit erg fijngevoelig en zijn opmerkingen waren dikwijls op het ruwe af. Toen tijdens zijn laatste ziekte de journalisten naar zijn gezondheidstoestand kwamen informeeren, zeide hij, dat de hee- ren in 's hemelsnaam nog maar wat geduld moesten hebben. Een zijner jongste uitla tingen typeert wel zeer juist dezen verbit terden eenzame. „Op mijn leeftijd heeft men het recht kalmpjes thuis te leven. Ik. ben nooit zoo gelukkig geweest als thans, nu ik niemand meer zie en vooral niemand meer spreek. Zoo ik spreken wilde, zou ik in de politiek gaan. Dat is een -uitstekend terrein om te redekavelen. (Hij kan het weten!) Daar kan men redevoeren, doch ook niet. meer. De politiek heb ik zonder leedwezen of verwijt vaarwel gezegd, en ik zal er nooit meer terugkeeren. De ecnigste vraagstukken, - welke mij nog zou den kunnen interesseeren, zijn die, welke ik zelf zou kunnen stellen, maar het zou te ver voeren op dit thema nader in te gaan". Wanneer wij alles overzien, wat Clemen ceau heeft verricht, dan kunnen wij met recht zeggen, dat een groot man is heen gegaan, een man, die wist, wat werken was, een man, die zijn geheele leven niet opzag tegen het zwaarste werk tot zelfs in zijn laatste levensjaren. Ook in zijn eenzaamheid te Vincent du Jard benutte hij elke minuut van den dag, nam slechts zeer weinig rust en bracht soms heelc nachten met zijn werk door. Hoe zijn dokter hem ook aanraadde, om meer rust te nemen, hij Hopte aan doove- mans oor. Het eenige, wat Clemenceau buiten het werk aan zijn boek (zijn memoi res) deed, was zijn eenige liefhebberij nl. tuinieren. Ook beoefende Clemenceau regelmatig de turnsport. Clemenceau heeft de geheele bewerking van zijn boek niet kunnen voltooien. Alles staat echter reeds op schrift, en een groot gedeelte is al druk klaar. Het zal dan ook wel spoedig uitko men en zal menige interessante bijzonder heid bevatten uit een interessant leven. De Chineesche draak. Een van de instellingen, welke in het leven geroepen werden na het beëindigen van den door Clemenceau gewonnen oorlog, '"as de Volkenbond. En zoo komen wij via den Volkenbond van den Franschen tijger op den Chineeschen draak. De Chineezen schreeuwden bij den inmiddels gestaak- ten Russisclien opmarsc-h in Mantsjoerije moord en brand en wilden weer eens den Volkenbond om hulp roepen. De Russen stellen deze oprukkende beweging voor als een soort strafexpeditie tegen de invallen ran Chineezen en Wit-Russen; waartegen over do Chineezen stijf en strak volhouden, dat zij nooit aanvallend zijn opgetreden, doch nimmer anders hebben gedaan dan de aanvallen der Russen afslaan. En of de Volkenbond nu dien bolsjewiek niet eens even op z'n vingers wilde tikken? Of an ders zouden de mogendheden, die het Kel- jogg-pact hebben onderteekend, (ook Rus- hnd teekende het pact) wel eens tusschen beide kunnen komen. Rusland is geen lid van den Volkenbond, dus een beroep op dien Bond zou weinig uithalen. Maar een interventie van welke mogendheid ook, zal niet eens noodig zijn, *ant al maakt, men aan beide zijden van de RussischChineesche grens wat spek takel, heel groot is de lust om oorlog te poeren niet. Er zijn reeds aanwijzingen, dat de onderhandelingen opnieuw zijn aan- Sakuoopt. Het eenige, dat de mogendheden kuanen doen, is hun bemiddeling daarbij aanbieden en voorzoover hun invloed reikt bmde partijen aansporen tot wederzijdsche toeschietelijkheid. Zooals wij reeds maan- en geleden schreven: de Chineezen zijn taaie onderhandelaars en de Russen we- ook wel hoe zij doen moeten, als zij l®ts bereiken willen. Zij hebben met him tabelgerhikel in Mantsjoerije in ieder ge- Tal reeds bereikt, dat de Chineezen nieuwe onderhandelingen hebben aangeboden, en ffeds bij voorbaat verscheidene Russische eKchen hebben ingewilligd. Hoe dit optreden van Rusland echter e rijmen valt met de verplichtingen van I tet EelJncxr-pact is ons niet duidelijk. Het Kellog-pact had ten doel den oorlog als in strument van internationale politiek af te schaffen. Maar als men deze gevechten geen „oorlog" wil noemen, waar begint een oorlog dan wel? Eerst als men „officieel" den oorlog verklaard heeft? De Duitse he boeren. Kan men in het binnenland van een oorlog spreken tusschen de sovjet-regeering en de boe ren? Wij zouden het haast gaan gelooven als wij lezen, hoe het den Duitschen ko lonisten in Zuid-Rusland cn den Griek- sehen boeren in de Kaukasus te bar is worden en do Duitschers er eindelijk in geslaagd zijn om een visum te krijgen, waardoor zij, beroofd van alles maar vrij, in staat zijn om naar hun vaderland te rug te keeren. Deze Duitsche kolonisten moeten oor spronkelijk nog van Nederlandschen stam zijn, zooals een inzender schrijft in het Vaderland. Om tot hun oorsprongterug te gaan, schrijft hij, moeten wij terug naar de jaren vóór het uitbreken van den tachtigjarigen oorlog. Onder de bezoekers van verstolen hagepreeken deed omstreeks 1530 het ge rucht de ronde, dat in Oost- en West-Prui sen aan aanhangers der hervormde leer stellingen een wijkplaats werd geboden. Als een loopend vuur verspreidde zicK het heugelijk bericht en tal van lieden scheep ten zich in dc komende jaren naar dit land van belofte in. Vooral in de buurt van Danzig vestig den zij zich, waar zij zich tamelijk afzijdig hielden van de bevolking en aldus hun eigen taal, zeden en gebruiken nog lang zuiver bewaarden. Uit deze nederzettingen rondom Dan zig nu zijn de Zuid-Russische koloniën hun beurt voortgekomen, als scheppingen van oud-vaderlandsche volharding en on dernemingslust en van den ruimen blik van de Russische keizerin Catharina-II. Deze heerscheres zag in, dat de nog onontgon nen Oekrajiensche steppen in de Dnjepr- streken en in Noord-Taurië een groote toe komst tegemoet konden gaan als slechts bekwamer handen dan die van haar ach terlijke onderdanen aan den ploeg gesla gen werden. Haar werfagenten trachtten daarom geschikte buitenlandsche landbe woners te verlokken het ontginningswerk te beginnen en bij de Hollandsche kolonis ten rond Danzig vonden zij juist toen hier voor een gereed oor. In 1788 verlieten de eerste kolonisten tezamen 200 gezinnen, hun tweede vader land, om den nieuwen exodus te beginnen en trokken, gedeeltelijk zonder have en goed, gedeeltelijk met slechts de allernood zakelijkste huishoudelijke zaken, geladen op handkarren, naar liet onbekende land. Zij kregen ter bewoning het land rond om Choritza aan den Dnjepr, enkele uren gaans van de stad Alexandrofsk, een lief lijke en vruchtbare heuvelstreek, waarin zij 7 dorpjes aanlegden, ieder van 20 tot 40 huizen, die tezamen nog steeds de „Oude Kolonie" heeten en in 1914 met de naastbijzijnde „dochterkolonies" uitge groeid waren tot een 40-tal bloeiende dem pen met ongeveer 22.000 doopsgezinde in woners. Het slagen van deze eerste proef, gaf in Pruisen vele anderen moed den verren tocht te wagen en in de jaren 1803 en 1S04 had een tweede landverhuizing op grootere schaal jDlaats. Ruim 300 gezinnen, tezamen over de 2000 zielen, kwamen in deze ja ren uit, doch hun wachtte een zwaardere taak. Keizer Alexander, Catharina's 2de opvolger, schonk hun groote streken in het gouvernement Taurië, even tsn Oosten van de Krim, aan de Molotsehna-rivier. Dit land was een boomloos steppengebied, vlak als onze polderlanden, waarin als eenige bewoners de horden der Kogaijers, een woeste en roofzuchtige nomadenstam, rondzwierven, In enkele jaren was evenwel het beeld van het landschap geheel veranderd, een reisbeschrijving van 1810 spreekt reeds van heggen en boomenrijen en van talrijke wind- en watermolens, die op het land het eigenaardige Hollandsche stempel druk ten, waardoor ook de omstreken van Dan zig eertijds opvielen. De door nieuwe landverhuizers en gezinsaanwas ook in aantal steeds toenemende nederzetters werkten zich in minder dan een halve eeuw op tot welvarende lieden en de ont wikkelingsgang van hunne gebieden, zoo wel op materieel als op cultureel gebied, vormt een Robinson Crusoë-roman van, duizendvoudig vergroote afmetingen. Wat de vooruitstrevendheid van de vroegere keizers tot stand wist te brengen, heeft thans de politiek der bolsjewieken weer weggevaagd. Opnieuw gaat hun zwerftocht beginnen, thans misschien naar Canada, dat. meer prijs op hen stelt dan Stalin en consorten. Vlaams che kwestie. Ten slot te nog een enkel woord over de Belgische crisis, welke men de vorige week vermeden achtte. Toch is zij plotseling uitgebroken daar gebleken was, dat de liberale minis ters toch niet zoo'n groote concessie aan de Vlamingen wilden doen, als het de vo rige week scheen. Zij wilden nog een slag om den arm houden in afwachting van de bijeenkomst der parlementaire liberale fractie. .Jaspar heeft daarop het ontslag van het kabinet aangeboden, omdat hij begreep, dat dit niets anders beteekende dan de onmogelijkheid om de beruchte taalkwestie bevredigend op te lossen, zoo als hij bij den aanvang van zijn bewind beloofd had. De oplossing van deze crisis wordt zeer moeilijk geacht. INGEZONDEN MEDEDEELING. VANAF f 5.- (Z&T\EVEAAKD. Brieven onder No. 134 Bureau v. d. Blad. VOETBAL. R. K. FEDERATIE. Overzicht. Op het oogenblik, dat wij ons overzicht voor den a.s. Zondag beginnen, valt dc regen bij stroomen en wij vragen ons dus af, wat de komende voetbal-Zondag zal brengen. Raadzaam lijkt het ons een eenigszins beknopte beschouwing over de te spelen wedstrijden te geven. De eerste Hasse E is door <le toetre ding van Leonidas een sterke club rijker geworden. De Haagsclie club Graaf Wil lem toch, in deze afdeeling niet zoo'n slecht figuur makend, werd Zondag met niet minder dan S—0 geklopt. Het lijkt ons niet twijfelachtig, dat de Rotterdam mers een goede kans maken op dc eerste plaats. Morgen komen de Rotterdammers uit tegen T. Y. B. B. in Haarlem. Voor Lisse staat de wedstrijd tegen G. D. A. in Loosduinen op het programma. De Lissenaren zullen er goed aan doen alle krachten in te spannen, wijl zij zich tot heden met een zeer bescheiden plaatsjo hebben moeten tevreden stellen. Toch ge ven we hun tegen het sterke G. D. A. niet heel veel kans. Voor de tweede Hasse M. komen alle clubs uit Leiden en omgeving in het ge weer. Een der belangrijkste daarvan is Leiden—S. J. C. 't Zijn oude tegenstan ders, die hier tegenoverelkaar komen te staan. En nimmer is het krachtsverschil in wezen heel groot geweest. Ook nu is zulks niet het geval. Wel achten we de Le-idsche Rood-Zwarten iets sterker, maar of zij zulks in doelpunten zullen kunnen uitdruk ken durven we toch niet zeggen. Teijlingen geven we wel een kansje te gen Graaf Willem II en Blauw Zwart te gen Excelsior. D. O. N. K. kan voorts op eigen terrein de baas blijven over Duiven, terwijl we belangstellend afwachten wat de reservcn van Leonidas, de nieuwe club in deze afdeeling, zal presteeren ten op zichte van Spartaan. R. K. S. V. „Teijlingen". Zondag om 2 uur, Teijlingen IGraaf Willem IÏ2 op Sporthof. Zoowel Graaf Wil lem als Teijlingen presteeren deze compe titie niet zoo veel, maar blijkbaar staat Graaf Willem onderaan. Ku gaat het er maar om wie van deze twee wel de 'sterk ste blijkt en dat zal men a.s. Zondag kun nen zien. Bij goed weer zal het zeker aan spanning niet ontbreken. Teijlingen II gaat naar Bennebroek op bezoek, waar zij als tegenpartij krijgt B. S. M. I. Reeds eerder is van deze club ver loren, zoodat wij het a.s. Zondag op een B. S. M.-zege houden. Vertrek per tram om 12.10 vanaf K. S. A. Alvorens het eerste elftal van Teijlin gen speelt op Sporthof, krijgen wij eerst nog een wedstrijd van de junioren te zien cu wel tegen Meerburg van Zoeterwoude (H. R.). Opmerkelijk is het dat Meerburg nog niet één wedstrijd heeft verloren, zoo dat het wel een van do sterkstcn blijkt. Maar er is nog niet één uitwcdsl rijd ge speeld. Dit wordt de eerste. Dus dan eerst zal blijken wat zij presteeren. Wij houden het op een Meerburg-overwinning. Wed strijd programma voor a.s. Zondag. Eerste klasse A. ValkenburgCaesar; MarsanaFim bria; O. V. C.—G. S. V.; R. K. V. V. L.— Helios; GrevenbichtR. K. O. N. S.; V. V. H.Sitt. Boys. Eerste klasse B. UnionWilhelmina; KolpingB. V. C.; R. K. T. V. V.—Mulo; Gennep—Vcnlo. Eerste klasse C. V. D. Z.Quick; EinosNeo; De ZweefGrol; P. H.'s Heerenbcrg. Eerste klasse D. E. M. M.-P. V. C.; De Meer—S. D. O.; L. V. V.R. K. A. V.; LimvioWilskracht. Eerste klasse E. Graaf Willem-D. H. L.G. D. A.Lisse V. V .Z.—D. E. M.; T. Y. B. B.—Leonidas. Tweede klasse M. Blauw ZwartExcelsior; D. O. N. K. Duiven; TeijlingenGraaf Willem II; Lei den—S. J. C.; Leonidas II—Spartaan. DIOC. HAARL. BOND. Overzicht. De kans op afkeuring van terreinen is hier nog wel iets grootcr dan in de Fede ratie, zoodat we ons mede met het oog op e.v. cl'ubberichten wel kunnen beperken tot de vermelding van hetgeen gespeeld wordt. Wedstrijd programma voor a.s. Zondag. Eerste klasse B. T. Y. B. B. II—A. D. O. I; R. K. V. Z. I Geel Wit I; Vitesse IConcordia I. Tweede klasse C. Alliance ILisse II; Onze Gezellen II -D. S. S. I Tweede klasse D. V. A. C. I—H. V. C. I; Duiven II—V. V. L. I; L. en Sn. II—V. A. P. I Derde klasse D. Lisse III—Alliance II; B. S. M. I—Teij lingen II. Dorde klasse E. S. J. O. IILeiden H; Wilhelmus II— Blauw Zwart II. Derde klasso F. Gr. Willem III—A. V. V. I; (12 uur); D. H. L. Ill: S. D. S. I; L. cn Sn. III—Wil helmus III. Vierde klasse E. A. S. O. I—S. N. A. II; Leiden III—S. J. C. II (12 uur). Vierde klasse F. A. V. V. II—R. I. A. II; Gr. Floris III Wilhelmus IV. Vijfde klasse A. Meerburg IIS. J. C. IV; Wilhelmus V A. S. C. II (12 uur). V ij f d e klasse C. V. A. P. IIGr. Floris IV; A. V. V. Hl S. D. C. Ui (12 uur). Junioren-Competitie District Leiden. Afdeeling A. Lisse IILisse L Afdeeling B. S. J. O. II—St. Bernardus TeijlingenMeerburg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 13