UIT DE PERS
ET GEHEIM VAN DE
ZWALUW
DERDE BLAD.
DE LEIDSCHE COURANT.
VRIJDAG 25 OCTOBER 1929
PROF. DR. P. J. BLOK. f
iaa een „In Memoriaal" in De
i w e R o 11. C r t. is het volgende
.vend:
De studeerzaal is breed en hoog, met
ken omkleed. Broos-elegant teekent
i het figuurtje-in-het-zwart al tegen de
irrijke casjmir-sjaal, die den leunstoel
ipant. Het gelaat is gansch en al in
haren gevangen: schedel, wenkbrau-
n, wangen, mond. Het zou een plaatje
men lijken van Koning Winter in een
der-sprookjesboek, want de rose teint,
jong-blauwe oogen, het vieve gebaar
men met de personificatie van den
te r-d er-w erkelijkh eïd een wonder-on-
kelijk contrast''.
[et bovenstaande woorden teekende
vr. W. van Itallie-Van Embden in 1925
Ben interview, opgenomen in ons avond-
d van 7 Mei van dat jaar den indruk,
i zij bij haar bezoek ten huize van
f. dr. P. J. Blok, aftredend hoogleeraar
de Vaderlandsche Geschiedenis aan de
versiteit te Leiden, van den toen 70-
je ontving. Maar ook deze „Koning
K' ie zoo jong-beminnelijk wist te
ien, ondanks het klimmen der jaren en
zwaren, noesten arbeid, dien hij ach-
den rug had, heeft den tol aan de na-
t moeten betalen. Gisterenochtend oni-
•en wij het bericht, dat de oud-hoog-
aar P. J. Blok op 74-jarigen leeftijd
morgens, na langen tijd sukkelend te
geweest, is overleden,
onder twijfel zal dit bericht in bree-
kring in ons land en ook daarbuiten,
oering wekken. Want prof. Blok, of-
>on óók geleerde en man van de stu-
rkamer, was iemand, een mensch, die
me in het volle leven stond, die ziah
velerlei terrein bewoog en aan velerlei
mg zich gaf en wiens studiën hem
rtdurend in aanraking brachten en
den met de practijk des levens. Men
en leeren kennen en daartoe met
ischen omgaan, was zijn geliefkoosd
k: een propaedeuse, die hij onvoor-
rdelijk noodig achtte voor een vrucht-
e beoefening van de wetenschap der
orie, die immers met levende men-
sn werkt. Ook wilde hij met zijn per-
ïlijkheid en zijn wetenschap het leven^
nen, vóór alles het nationale leven, dat
zijn land en zijn volk, die hij zoo lief
leze beide eigenschappen, di't zoeken
contact met den levenden mensch in
(orie en eigen omgeving èn dit zich wil
geven met geheel zijn kennen en kun-
aan vaderland en volk, kenmerken
i jongs af Blok's leven,
EEN LOGE EN EEN PRIJSVRAAG.
In Het Huisgezin lezen wij
waaien zonderlinge papieren op de
mtie-tafels.
in zoodanig is een stuk, geteekend door
venerabelen meester en den secretaris
vrijmetselaarsloge „Silencio" te Havo-
de hoofdstad van Cuba, welke loge een
al is van de Gran Logia de la Isla de
at het stuk behelst?
it de loge „Silencio" een prijs van vier-
lerd dollars uitlooft aan den schrijver,
ïan Europa het best de volle politieke,
bied kundige, intellectueele, economï-
en sociale grootheid der republiek
pa zal doei kennen.
prijsvraag gaat niet uit van de re-
hing van Cuba, noch van een of ander
en bevoegd lichaam, het gemeen-
van Havana bijvoorbeeld of een
mer van Koophandel, maar van een vrij-
heeft men zoo iets ooit vertoond
ien?
geheim genootschap, dat in het
ster zijn werk verricht, dat de open-
tfheid schuwt, werpt zich op al® een
omtrent de geschiedenis
allerlei oogpunten des lands,
allerlei oogpunten: het godsdienstis
punt alleen is vergeten; de godsdiens*
factor, die voor de loge te Havana
meetelt.
'och is Cuba een katholiek land; wat
aan grootheid bezit, niet slechts ge-
het kortstondig bestaan der re
publiek, maar gedurende eeuwen, heeft het
aan de Katholieke Kerk te danken.
De loge verstaat het natuurlijk anders:
zij wenscht een geschiedenis in haar gees*,
naar haar opvattingen en beginselen.
De loge is do groote macht geweest, die
in Spaansch-Amerika de Kerk heeft be
streden en het Katholicisme onderdruk1-.
Niet overal beeft zij, als in Ecuador, een
president, die uit en naar het geloof leef
de, ter dood gebracht, maar zij is de aan-
rtichts'ter geweest der vele revoluties, die
Zuid- en Midden-Amerika hebben geteis
terd.
En wat Cuba. zelf betreft, is het nog een
open vraag, welke misdadige hand, nu der
tig jaar geleden, het Amerikaansche oor
logsschip deed in de lucht vliegen, wat tct
Jen noodlottigen oorlog leidde, die, via het
Amerikaansche protectoraat, tot de tegen
woordige republiek heeft gevoerd.
Intusschen heeft de loge „Silencio" de
prijsvraag uitgeschreven, die voor niet-vrij
metselaars weinig aantrekkelijks zal heb-
oen.
De loge zal de jury benoemen; de uitslag
van het onderzoek en de bekroning zullen
geschieden in een plechtige vergadering
der loge op den 62en verjaardag harer
stichting.
Te midden van de schokken, die de we
reld beroeren, de geweldige bewegingen
welke men van alom waarneemt, nu socia
lisme en communisme de machten zijn, die
alle aandacht opeischen, wordt minder op
merkzaamheid gewijd aan de internatio
nale, die in de'laatste twee eeuwen zoo
girooten invloed op de wereldgebeurtenis
sen heeft pogen uit te oefenen en ook uit
geoefend.
De loge „Silencio' brengt de vrijmetse
larij weer in de gedachten, haar ondermij
nd ngsarbeid, haar anti-godsdienstigen
geest, haar onnationaal karakter.
En de vraag wacht nog op oplossing, of
•te vrijmetselarij niet in verbinding staat
met het bolsjewisme, dat met haar in ieder
geval de vijandschap tegen alle geloof, met
name tegen de Katholieke Kerk gemeen
heeft.
WIE LIEGT?
De Rotterdammer (A.-R.) schrijft:
Bij de behandeling der Ambtenarenwet
heeft Mr. Marchant dezer dagen aan de
communisten voorgehouden, dat de rechts
positie der ambtenaren in ons land altijd
nog beter is dan in Rusland: voor dood
schieten als strafmaatregel loopen ze hier
geen gevaar, doch daar wel.
Gij liegt, gij liegt; heeft daarop de af
gevaardigde van Moskou geroepen, geroe
pen, geschreeuwd, gebulkt.
Nu, misschien zijn* de ambtenaren in
Rusland zoo gewiekst, dat ze immer strop
en kogel ontloopen; maar anderen zijn
niet zoo gelukkig.
Nog eergisteren konden we lezen van
eenige generaals, die verdacht werden de
grondslagen van den Sovjetstaat te on
dermijnen: de helft krijgt de kogel, de
andere 'helft wordt veTbaainen.
Gelijk lo-t is, blijkens het officieele Sov
jet- telegraaf-agehtsoha/p, beschoren aan
een aantal particuliere vischhandelaars.
Een proces van ze-s weken heeft het be
wijs geleverd, dat de beklaagden zich had
den toegelegd op een onrechtmatige on
dersteuning der particuliere vischindustrie,
waardoor de staat voor 12 millioen is be
nadeeld.
Het O. M. oïschte tefeen 21 beklaagden
de doodstraf, tegen de overige 10S be
klaagden gevangenisstraffen en confiscatie
van hun bezittingen.
Wie liegt er nu; Mr. Marchant en met
'hem bijna geheel Nederland of de com
munist?
Als Nederland dezelfde methode als de
Sovjet toepaste, dan zag het er treurig
uit voor de revolutie-predikers in ons land
LETTEREN EN KUNST
Hélène Swarlh.
Op haar zeventigsten
verjaardag.
Bij ons allen blijft er een weeke plek in
ons gem *d tegenover de dichters, die ons
in de schooluren door hun verzen de al
lereerste vervoerende aandoeningen heb
ben gegeven van het schoon© woord. Deze
dichters zijn telkens weer de tijdgenooten
vandaar klimt de ouder-wordendo en meer
bewust-genietende geest op naar de hoogo
uitingen der mcnschheid in hot verleden.
Zoo hebben degenen, die nu tusscbcn
de dertig en vijftig jaar zijn, de eerste ver
rukkelijke openbaringen der levende poë
zie gevonden.bij Kloos en Gorter, bij "Ver-
wcy en van Eeden. en bij.. de dïchteies
HélèDe Swarth. Het is zelfs niet ie veel
gezegd, dat vooral Hélèno Swarth de jeugd
krachtig heeft aargesproken en geboeid.
Haar werk was meestal eenvoudig en door
zichtig genoeg om te worden verstaan en
waar de symboliek wat geheimzinnig deed,
waren de verzen ons in hun schijnbare
diepte misschien nog wel zoo dierbaar.
Hoe het zij, altijd was er bij haar die sta
tige val der woorden, dat declamatori
sche zwaaien van klank en rythmc en
dat welige, forsche rijm waar toen or&
versgehoor in zwelgen kon, ontvankelijk
als het geworden was voor het meeslee-
jjend geluid vaii een verjongde en vrij-
geworden taal.
Zoo hebben de levenden van thans de
verzen van Hélène Swarih gelezen en hei-
lezen en uit het hoofd gekend, ,,'k Ben
menigmaal het oog vol tranen dauw'. ,.IJ1
rijzen blanke berken als boeketten", „Toen
hoord' ik vleugelkleppen", ..Wij speelden
pandje met ons ieven", „lk ben met mijn
haat door het leven gegaan", ..De heilige,
onsterfelijke sterren, hoog boven mijn ster
felijk hoofd", ..'k Wil niet meer luist'ren
naar het klokgetik", „En die afgrond zoo
donker daaronder", „Toen zag ik Liefde
en Zonde, hand in hand", dit zijn alles re
gels en brokstukken van regels uit ver
zen, waarvan algemeen geloofd werd, dat
zij onsterfelijk waren.
Dat zijn ze intusschen niet. Dat zijn ze
evenmin als het vrije vers uit de jaren
onmiddellijk na den oorlog* onsterfelijk
was, waarin de jeugd van ibans de open
baring vond van 'n ongekende heerlijkheid.
Het musisch vuur dat door het werk van
een Gorter vaart en dat zijn ver% jong
houdt of het gisteren geschreven werd.,
blijkt in het werk van Hélène Swarth iet
te leven. Het is er, of het is er niet. Een
eigentijdsche critiek kan weifelen, op eeni-
gen afstand wordt liet feilloos herkend.
De poëzie van Hélène Swarth is, om eon
onderscheiding van Willem Pijper ie bezi
gen. „actueel" geweest en niet ..modern".
Morgen wordt de dichteres zeventig
jaar.
O stalen voetjes van den renner Tijd,
Wat holt ge uitzinnig over 't leven heen,
Dat kleine veld, mijn streven toegezeid
Dit vers van heel lang geleden zal Hé
lène Swarth zich morgen ongetwijfeld her
inneren. Maar dan hopen we, dat het néér-
gaande en droefgeestige slot ervan haar
Diet meer bevredigen zal en dat niet de
„stalen handjes" van den tijd haar elke
vreugde ontnomen zullen hebben. Want op
haar levensavond heeft zij de voldoening,
dat zij van duizenden en duizenden barer
^andgenooten de jeugdvriendin geweest is
èn dat zij evenzoo velen iets voor het le
ven leerde: de kunst om poëzie te lezen
en te genieten.
Zoo is het niet vergeefsch geweest, dat
Pol de Mont haar aandacht van de Fran-
sche naar de Ned6rlandsche taal leidde,
die verder de hare bleef. Ook degenen,
die in later jaren zelden meer haar ver
zen lazen, zullen zich thans erkentelijk
herinneren, wat zij gaf.
„Msbd."
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN.
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Een tak tusschen een fietswiel.
Maandag hc-eft een van den weg op
springenden tak te Zeist het leven gekost
van een jongen man. Met zijn fiets reeds hij
over een tak heen;, deze sprong op, en
kwam tusschen de spaken van het rijwiel.
])e jonge man viel over het staur heen op
•den grond; hij kreeg wonden aan het hoof cl,
en liep inwendige kneuzingen op.
Dinsdagavond is hij aan de gevolgen
van zijn val overleden.
Jongetje onder een vrachtauto.
Het 4-jarig zoontje van den heer G.
Buijs te Nieuwpoort (Z.H.) is spelenderwijs
onder een vrachtauto geraakt van den
meelhandelaar J. Maat te Groot-Aiomers,
bestuurd door diens knecht M. Demper ui'
Nieuwpoort. De dood trad onmiddellijk in.
liet politie-onderzoek heeft uitgewezen,
dat den chauffeur geen schuld treft.
Met de gestolen auto over den
kop geslagen.
Gisternacht heeft de politio te Bicda
een persoon aangehouden, die onder den
invloed van sterken drank mot een door
hem ontvreemde auto in een opgraving
nabij de Mauritsbrug aldaar was gereden
met dusdanig gevolg, dat de auto over den
kop in een kuil terecht kwam en grooten-
deels werd verbrijzeld. De man werd niet
noemenswaard gewond.
Dood gevallen.
Aan boord van het. Noorsche s.s. „Hilde-
gaard" liggende in de Rijnhaven te Rot
terdam. is gisteravond de 41-jarige olieman
B. Nystedt. uit South-Shield, in de ma
chinekamer van een trap gevallen en op
een ijzeren rooster terecht gekomen. De
man brak zijn hals en overleed eenige
minuien na zijn val. Met het poliiie-bootje
werd het lijk naar de Rivierpolitie ge
bracht en vandaar vervoerd naar het lij
kenhuisje op de Algemeene Begraafplaats
te Crooswijk.
Dinsdagavond is de vrouw van den
landbouwer B. Visser, wonende aan den
Eijksstraatweg te Lage Zwaluwe in den
kelder van hare woning gevallen, tenge
volge waarvan zij is overleden.
Bekneld geraakt.
Te Lutjegast is het 9-jarig zoontje vak
S. Bagema bij het spelen in een hollen
boom bekneld geraakt en ernstig gewond
te voorschijn gehaald. Het is naar het zie
kenhuis vervoerd.
Bloedvergiftiging.
Te Scharmer (Gron.) is de 70-jarige J.
Tamminga aan bloedvergiftiging overle
den. Hij had een wondje aan de hand en
heeft dit waarschijnlijk open gekrabd.
Vergiftiging.
Maandagmiddag deden zich hevige
braakneigingen voor bij twee kinderen van
den heer v. Z. te Roden. De ontboden ge
neesheer stelde vergiftiging vast. Het
bleek, dat de kindereu van aan den weg
staande struiken trosjes bessen hadden
geplukt. De bessen hadden zij weggegooid,
doch op de sieeltjes hadden zij gekauwd.
De toestand van de kinderen is thans vrij
goed.
Kinderverlamming.
Te Onstwedde (Dorp) is nu een vierde
geval van kin Je r Vorl amrnin g geconsta
teerd.
Pakhuis door brand verwoest.
Gisteravond te ruim half zes ontstond
te Weesp een begin' van brand in het che-
micaliënpakhuis van de drogisterij Rekers,
doordat een knecht, die een brandende
lamp in de hand hield, struikelde en van
de trap viel. Binnen wéinige minuten
stond het geheele pakhuis, waarin zich
uiteraard veel brandbare waren bevonden,
in lichte laaie. De brandweer kon eerst
na een klein kwartier water geven en
moest zich beperken tot het beschermen
der belendende pereeelen. Het pakhuis
brandde geheel uit. De schade wordt ge
deeltelijk door verzekering gedekt. De
knecht kwam met enkele lichte verwondin
gen vrij.
De relletjes te Maastricht.
Piefcers vrijgelaten.
De stakingsleider C'. H. Pieters is
Woensdagmiddag te Maastricht uit het
voorloopig arrest ontslagen.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Zaterdag 26 October.
Huizen, 1875 M.
Uitsluitend K. R. O.-uitzendingen.
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje.
12.151.15 Ooncert door K. R. O.-Trio.
I.152.00 Gramofoonmuziek.
2.003.15 Kinderuurtje.
3.304.00 Cursus Esperanto.
4-00—4.30 Lezing over: Waarom ik tot
het Nijverheidsonderwijs kwam.
4-305.00 Cursus Engelsch voor begin
ners.
5-005.45 Concert door Mandolineclub.
5.456.00 Journalistiek Weekoverzicht.
6.007.30 Concert door Cinema-Orkest.
7.308.00 Lozing over: Maatschappelijke
Gezondheidszorg.
8.019.00 Vroolijk graiuofoon-programma
9.00 Orkestconcert, Na afloop: Gramo-
foonmuz'ek.
12.00 Sluiting.
Hilversum, 298 M. Na 6 uur 1071 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.15—2.00 Concert door het A. V. R, O.-
•Kwartet.
2.00—2.30 Filmpraatje door Max Tak.
2.304.00 Aansl. van het Tuschinskï-
Theater Amsterdam.
4.004.30 Thé dansant uit het Cabaret
„La Gaite" te Amsterdam.
4.30—5.00 Sport.praat.je door H. Hollan
der.
5.005.30 Gezondheidshalfuurtje. Dr. M.
Niemeijer spreekt over: De voorbehoeden
de geneeskunde.
5.306.00 Duitsch voor gevorderden en
conversatie.
6-017.45 Concert door het Omroep-or-
kest. Jan Keessen, (viool).
8.00 V. A. R. A.-uitzending.
Daventry, 1554.4 M
10.35 Morgenwijding.
II.0511.20 Lezing.
I.20—2.20 Orkestconcert.
3.45 Berichten.
3.50 Concert.
5.05 Orgelconcert. Cinema-orge!.
5.35 Kipderuurtje.
6.35 Nieuwsberichten.
7.05 Orgelconcert.
7.20 .Lezingen.
7.45 Muzikaal intermezzo.
7.50 Concert.
9.20 Nieuwsberichten.
9.35 Lezmg.
9.50 Berichten.
9.55 Vaudeville-programma.
10.55—12.20 Dansmuziek.
„Radio-Paris", 1725 M.
12.50—2.20 Gramofoonmuziek.
4.05 Kinderhalfuurtje.
6.55 Gramofoonmuziek.
8.35 Pianoles.
8.50 Orkestconcert.
9.35 Gramofoonmuziek.
Langenberg, 473 M.
6.207.20 Concert.
9.3510.45 Gramofoonmuziek.
10.2011.15 Eerste steenlegging van het
Universiteitsgebouw te Keulen.
II.2012.10 Zang, declamatie en repor
tage.
12.251.50 Orkestconcert.
4.50—5.50 Concert, Zangkwartet en bla-
zersvereen.
7.20 Vroolijke avond. Orkest. Intermezzo
„Enten und Seeschlangen". van Hermann
Tölle. Muziek van Gustav Kneip.
9.5010.20 Dansles.
10.2011.20 Dansmuziek.
11.20—12.20 Dansmuziek (gramofoonpla-
ten).
Kalundborg, 1153 M.
2.504.50 Orkestconcert.
7.358.05 Cello-recital door E. Rytter.
F. Jensen (piano).
9.0510.20 Orkestconcert en zang.
10.2011.35 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.35 Onkestconcert,
Z e e s e n, 1635 M.
6.1512.50 Lezingen.
1.201.50 Gramofoonmuziek.
1.503.50 Lezingen.
3.504.50 Concert uit Hamburg.
4.507.05 Lezingen.
7.50 Cabaret, Daarna tot 11.50 Dans
muziek.
FEUILLETON.
Vrij vertaald uit het Duitsch.
door
P. G. HOCKS.
(Nadruk verboden).
steunt uw aanklacht, Fimmy?
ke bewijzen kan je aanvoeren voor zijn
ld?"
k moest van nacht de wacht houden
sluizen en had nie verborgen achter
stuk rots, dat, zooals jullie weet, een
van den weg af ligt. Om een uur
&n, half twee hoorde ik iemand aan-
Nu eens stond hij stil, als om te
of hij iemand hoorde om dan
zijn weg weer te vervolgen. Ik
natuurlijk niet zien, wie het was, want
was te donker, maar ik hoorde hem
m het water van de sluizen plassen,
een kwartier lang zeker om op 't ge-
af liot stofgoud uit het slib te zoeken.
hij genoeg scheen te hebben, kwam
en weg langs vlak langs de plaats,
ik me had verborgen en toen hij die
was zonder me op te merken,
Jk op, sloop hem op de teenen ach-
eu gaf hem met de kolf van mijn
iver zoq'n slag op zijn hoofd, dat hij
kennis neerviel. Ik keerde hem om
a?i if i dien man' George Adams
heb toen zijn armen en beenen
vastgebonden en gewacht tot bij weer een
beetje bijkwam, want ik dacht eerst, dat
ik hem doodgeslagen had en toen ben ik
hier naar toe gcloopen om den menschen
te laten weten, dat ik den dief gevangen
had. Het verwondert me niets, dat hij het
is. Ik merkte het dien avond al, toen we
hier bij elkaar waren, dat hij niet zuiver
in zijn schoenen stond, want toen was hij
ook al 'langs de sluizen gekomen. Dat
bekende hij zelf."
Eenigen der aanwezigen gaven teeke-
nen van bijval en aller oogen wa%cn op
Bill gericht.
„Wat hebt u tot uw verdediging bij te
brengen, mister Adams vroeg daarop
de rechter.
Alvorens op die vraag te antwoorden
keek Bill zijn valsc.hen aanklager met zulk
een doorborende blik aan, dat deze uit
vrees een stap achterwaarts deed.
„Ik heb", antwoordde Bill met vaste
stem op dezé aanklacht niets anders te
zeggen, dan dat alles wat Fimmy gezegd
heeft, louter leugen en laster is. Ik ben
op geen honderd passen na bij de sluizen
geweest, want de weg van Sacramento
naar hier gaat er niet vlak langs. Ik
dacht aan niets en opeens kreeg ik van
achter een slag op mijn- hoofd, zooala
ik er al eens meer in mijn leven gekregen
heen en toen verloor ik het bewustzijn.
Fimmy heeft me dien slag toegebracht
uit haat uit...." Hij hield stil. ..In 't
kort, ik ben onschuldig, wacht u er voor
mij te vermoorden, want die moord zal
God niet ongewroken laten."
Een ontevreden gemor ging door de
rijen der omstanders.
„Onzin Dat kan iedereen zeggen
Maak korte metten met hemriep men
door elkaar.
„Geef antwoord op de volgende vra
gen", zei John Stark barsch. „Waarom
kwam je zoo laat uit Sacramento en waar
om ging je zoo dicht langs de sluizen en
waarom geloof je, dat Fimmy je haat?"
„Ik kwam uit Sacramento, zooals ik
reeds gezegd heb en 't. was zoo laat nog
niet, maar in gedachten ben ik verkeerd
geloopen, zoodat ik later den koristen
weg dicht langs de sluizen nam om vlugger
thuis te wezen
„Hij liegtriepen er verscheidene.
„Wij zijn ook in Sacramento geweest en
hebben hem nergens gezien en bij» Orelly,
waar hij anders dikwijls komt, was hij
ook niet."
„Je hoort, wat de lui roepen?" vroeg
John Stark.
„En toch kan ik zweren, dat ik er .ge
weest ben", herhaalde Bill met luide
stem.
„Maar hij wien of waar ben je geweest
Beken het dan."
Bill zweeg en dit zwijgen werd zijn ver
derf.
„Ik vraag nog eens bij wien ben je
in Sacramento geweest?"
„Daarover ben ik aan niemand verant
woording schiildig", antwoordde Bill, „en
al zei ik, waar ik mij gisterenavond opge
houden heb, dan zou ik toch voor een dief
gehouden worden."
„Als George 't- niet wil zeggen, dan zal
ik 't je zeggen. John Stark. Hij was bij
zijn verloofde, bij miss Alice Orelly en
uit liefde voor dat meisje zwijgt hij.
Maar ik vraag jullie allemaal, welk kwaad
er in steekt om in alle eer en deugd je
meisje te bezoeken? Niets. En die Fimmy
daar, die pest vent. dacht Alice tot vrouw-
te krijgen en dat if de reden, waarom hij
George Adams die loer wilt draaien. Jullie
hebt toch allemaal hersens in je kop, is 't
niet? En merk je dan niet, waarom het
dien vent te doen is?"
Fimmy keek angstig rond om te zien,
welke uitwerking deze woorden op de me
nigte hadden. Blijkbaar was de meening
verdeeld, want er vormdeu zich twee
groepen, één voor en een ander tegen Bill.
..Als Fimmy gelijk heeft", riep er een,
..dan moet hij goud in zijn zakken hebben.
Visiteert hem
Allen waren or verwonderd over, dat ze
daar niet eerder aan gedacht hadden.
Martellos kreeg weer hoop en lachte Fim
my. die dit voorstel uitstekend vond, har
telijk uit
„Had je misschien", vroeg John Stark
aan Bill, „goud, goudstof of nuggets in
je zak, voordat je aan de sluizen kwam?"
..Neen ik bad niets in mijn zak en als
je daarvan iets in mijn zak vindt, dan kan
je me gerust, voor don dief houden, want
je kunt en je zult niets vinden", zei Bil],
overtuigd van zijn onschuld.
Mister Stark droeg twee mannen op
Bill's zakken te onderzoeken. Deze liet dit
gewillig toe. Plotseling trok een van de
mannen haastig zijn hand uit Bill's zak,
opende die en in het licht van do zon, die
juist opgekomen was, glinsterde verschei
dene goudkorrels.
Een woest geschreeuw ging uit de me
nigte op.
„Hij is 'tHoe komt dat u;oud ander»
in zijn zak! Wat. 'n schijnheilige dief!"
Deze en dergelijke uitroepen werden den
armen Bill naar het hoofd geslingerd.
John Stark zelf verbleekte.
„Wat heb je tegen dit bewijs in te bren
gen?" vroeg hij aan Bill, die, hoofdschud-
dend in een krankzinnig gelach uilbrastte.
„Niets", antwoordde hij. Hij was half
krankzinnig van pijn in 't hoofd en zijn
gedachten liepen zoo verward door elkaar,
dat hij geen ander antwoord wist te vin
den.
„Hij kan niets meer zeggen hij is dood
op!" schreeuwde Martellos. en daarom
acht ik het mijn plicht voor dien armen
kerel te antwoorden. Die daar", hij ure-,
op Fimmy. „die schurk daar heeft het
goud in Bill's zak gestoken, opzettelijk om
van hem af te komen."
John Stark haalde dp schouders op ee
Martellos werd van alle kanten uitge
lachen en dat men hem riet voor mede
plichtige van Bill aanzag, had hij daar
aan te danken, dat iedereen hem altijd
graag had mogen lijden.
Allen zwegen vervolgens stil om te luis
teren naar het vonnis, dat over don dief
zou uitgesproken worden, maar John
Stark, die niet geheel zeker van do zaak
was en de uitspraak van liet vonnis niet
op zich durfde nemen, vroeg luid: ..Hoe
denken jullie er over mannen?'"
„Schuldigriep men als uit een mond.
„Welke straf?" vroeg de rechter verder.
„Den strop!" was het eenstemmig ant
woord.
(Wordt vervolgd).