UIT DE PERS ET GEHEIM VAN DE ZWALUW DERDE BLAD. DE LEIDSCHE COURANT. VRIJDAG 25 OCTOBER 1929 PROF. DR. P. J. BLOK. f iaa een „In Memoriaal" in De i w e R o 11. C r t. is het volgende .vend: De studeerzaal is breed en hoog, met ken omkleed. Broos-elegant teekent i het figuurtje-in-het-zwart al tegen de irrijke casjmir-sjaal, die den leunstoel ipant. Het gelaat is gansch en al in haren gevangen: schedel, wenkbrau- n, wangen, mond. Het zou een plaatje men lijken van Koning Winter in een der-sprookjesboek, want de rose teint, jong-blauwe oogen, het vieve gebaar men met de personificatie van den te r-d er-w erkelijkh eïd een wonder-on- kelijk contrast''. [et bovenstaande woorden teekende vr. W. van Itallie-Van Embden in 1925 Ben interview, opgenomen in ons avond- d van 7 Mei van dat jaar den indruk, i zij bij haar bezoek ten huize van f. dr. P. J. Blok, aftredend hoogleeraar de Vaderlandsche Geschiedenis aan de versiteit te Leiden, van den toen 70- je ontving. Maar ook deze „Koning K' ie zoo jong-beminnelijk wist te ien, ondanks het klimmen der jaren en zwaren, noesten arbeid, dien hij ach- den rug had, heeft den tol aan de na- t moeten betalen. Gisterenochtend oni- •en wij het bericht, dat de oud-hoog- aar P. J. Blok op 74-jarigen leeftijd morgens, na langen tijd sukkelend te geweest, is overleden, onder twijfel zal dit bericht in bree- kring in ons land en ook daarbuiten, oering wekken. Want prof. Blok, of- >on óók geleerde en man van de stu- rkamer, was iemand, een mensch, die me in het volle leven stond, die ziah velerlei terrein bewoog en aan velerlei mg zich gaf en wiens studiën hem rtdurend in aanraking brachten en den met de practijk des levens. Men en leeren kennen en daartoe met ischen omgaan, was zijn geliefkoosd k: een propaedeuse, die hij onvoor- rdelijk noodig achtte voor een vrucht- e beoefening van de wetenschap der orie, die immers met levende men- sn werkt. Ook wilde hij met zijn per- ïlijkheid en zijn wetenschap het leven^ nen, vóór alles het nationale leven, dat zijn land en zijn volk, die hij zoo lief leze beide eigenschappen, di't zoeken contact met den levenden mensch in (orie en eigen omgeving èn dit zich wil geven met geheel zijn kennen en kun- aan vaderland en volk, kenmerken i jongs af Blok's leven, EEN LOGE EN EEN PRIJSVRAAG. In Het Huisgezin lezen wij waaien zonderlinge papieren op de mtie-tafels. in zoodanig is een stuk, geteekend door venerabelen meester en den secretaris vrijmetselaarsloge „Silencio" te Havo- de hoofdstad van Cuba, welke loge een al is van de Gran Logia de la Isla de at het stuk behelst? it de loge „Silencio" een prijs van vier- lerd dollars uitlooft aan den schrijver, ïan Europa het best de volle politieke, bied kundige, intellectueele, economï- en sociale grootheid der republiek pa zal doei kennen. prijsvraag gaat niet uit van de re- hing van Cuba, noch van een of ander en bevoegd lichaam, het gemeen- van Havana bijvoorbeeld of een mer van Koophandel, maar van een vrij- heeft men zoo iets ooit vertoond ien? geheim genootschap, dat in het ster zijn werk verricht, dat de open- tfheid schuwt, werpt zich op al® een omtrent de geschiedenis allerlei oogpunten des lands, allerlei oogpunten: het godsdienstis punt alleen is vergeten; de godsdiens* factor, die voor de loge te Havana meetelt. 'och is Cuba een katholiek land; wat aan grootheid bezit, niet slechts ge- het kortstondig bestaan der re publiek, maar gedurende eeuwen, heeft het aan de Katholieke Kerk te danken. De loge verstaat het natuurlijk anders: zij wenscht een geschiedenis in haar gees*, naar haar opvattingen en beginselen. De loge is do groote macht geweest, die in Spaansch-Amerika de Kerk heeft be streden en het Katholicisme onderdruk1-. Niet overal beeft zij, als in Ecuador, een president, die uit en naar het geloof leef de, ter dood gebracht, maar zij is de aan- rtichts'ter geweest der vele revoluties, die Zuid- en Midden-Amerika hebben geteis terd. En wat Cuba. zelf betreft, is het nog een open vraag, welke misdadige hand, nu der tig jaar geleden, het Amerikaansche oor logsschip deed in de lucht vliegen, wat tct Jen noodlottigen oorlog leidde, die, via het Amerikaansche protectoraat, tot de tegen woordige republiek heeft gevoerd. Intusschen heeft de loge „Silencio" de prijsvraag uitgeschreven, die voor niet-vrij metselaars weinig aantrekkelijks zal heb- oen. De loge zal de jury benoemen; de uitslag van het onderzoek en de bekroning zullen geschieden in een plechtige vergadering der loge op den 62en verjaardag harer stichting. Te midden van de schokken, die de we reld beroeren, de geweldige bewegingen welke men van alom waarneemt, nu socia lisme en communisme de machten zijn, die alle aandacht opeischen, wordt minder op merkzaamheid gewijd aan de internatio nale, die in de'laatste twee eeuwen zoo girooten invloed op de wereldgebeurtenis sen heeft pogen uit te oefenen en ook uit geoefend. De loge „Silencio' brengt de vrijmetse larij weer in de gedachten, haar ondermij nd ngsarbeid, haar anti-godsdienstigen geest, haar onnationaal karakter. En de vraag wacht nog op oplossing, of •te vrijmetselarij niet in verbinding staat met het bolsjewisme, dat met haar in ieder geval de vijandschap tegen alle geloof, met name tegen de Katholieke Kerk gemeen heeft. WIE LIEGT? De Rotterdammer (A.-R.) schrijft: Bij de behandeling der Ambtenarenwet heeft Mr. Marchant dezer dagen aan de communisten voorgehouden, dat de rechts positie der ambtenaren in ons land altijd nog beter is dan in Rusland: voor dood schieten als strafmaatregel loopen ze hier geen gevaar, doch daar wel. Gij liegt, gij liegt; heeft daarop de af gevaardigde van Moskou geroepen, geroe pen, geschreeuwd, gebulkt. Nu, misschien zijn* de ambtenaren in Rusland zoo gewiekst, dat ze immer strop en kogel ontloopen; maar anderen zijn niet zoo gelukkig. Nog eergisteren konden we lezen van eenige generaals, die verdacht werden de grondslagen van den Sovjetstaat te on dermijnen: de helft krijgt de kogel, de andere 'helft wordt veTbaainen. Gelijk lo-t is, blijkens het officieele Sov jet- telegraaf-agehtsoha/p, beschoren aan een aantal particuliere vischhandelaars. Een proces van ze-s weken heeft het be wijs geleverd, dat de beklaagden zich had den toegelegd op een onrechtmatige on dersteuning der particuliere vischindustrie, waardoor de staat voor 12 millioen is be nadeeld. Het O. M. oïschte tefeen 21 beklaagden de doodstraf, tegen de overige 10S be klaagden gevangenisstraffen en confiscatie van hun bezittingen. Wie liegt er nu; Mr. Marchant en met 'hem bijna geheel Nederland of de com munist? Als Nederland dezelfde methode als de Sovjet toepaste, dan zag het er treurig uit voor de revolutie-predikers in ons land LETTEREN EN KUNST Hélène Swarlh. Op haar zeventigsten verjaardag. Bij ons allen blijft er een weeke plek in ons gem *d tegenover de dichters, die ons in de schooluren door hun verzen de al lereerste vervoerende aandoeningen heb ben gegeven van het schoon© woord. Deze dichters zijn telkens weer de tijdgenooten vandaar klimt de ouder-wordendo en meer bewust-genietende geest op naar de hoogo uitingen der mcnschheid in hot verleden. Zoo hebben degenen, die nu tusscbcn de dertig en vijftig jaar zijn, de eerste ver rukkelijke openbaringen der levende poë zie gevonden.bij Kloos en Gorter, bij "Ver- wcy en van Eeden. en bij.. de dïchteies HélèDe Swarth. Het is zelfs niet ie veel gezegd, dat vooral Hélèno Swarth de jeugd krachtig heeft aargesproken en geboeid. Haar werk was meestal eenvoudig en door zichtig genoeg om te worden verstaan en waar de symboliek wat geheimzinnig deed, waren de verzen ons in hun schijnbare diepte misschien nog wel zoo dierbaar. Hoe het zij, altijd was er bij haar die sta tige val der woorden, dat declamatori sche zwaaien van klank en rythmc en dat welige, forsche rijm waar toen or& versgehoor in zwelgen kon, ontvankelijk als het geworden was voor het meeslee- jjend geluid vaii een verjongde en vrij- geworden taal. Zoo hebben de levenden van thans de verzen van Hélène Swarih gelezen en hei- lezen en uit het hoofd gekend, ,,'k Ben menigmaal het oog vol tranen dauw'. ,.IJ1 rijzen blanke berken als boeketten", „Toen hoord' ik vleugelkleppen", ..Wij speelden pandje met ons ieven", „lk ben met mijn haat door het leven gegaan", ..De heilige, onsterfelijke sterren, hoog boven mijn ster felijk hoofd", ..'k Wil niet meer luist'ren naar het klokgetik", „En die afgrond zoo donker daaronder", „Toen zag ik Liefde en Zonde, hand in hand", dit zijn alles re gels en brokstukken van regels uit ver zen, waarvan algemeen geloofd werd, dat zij onsterfelijk waren. Dat zijn ze intusschen niet. Dat zijn ze evenmin als het vrije vers uit de jaren onmiddellijk na den oorlog* onsterfelijk was, waarin de jeugd van ibans de open baring vond van 'n ongekende heerlijkheid. Het musisch vuur dat door het werk van een Gorter vaart en dat zijn ver% jong houdt of het gisteren geschreven werd., blijkt in het werk van Hélène Swarth iet te leven. Het is er, of het is er niet. Een eigentijdsche critiek kan weifelen, op eeni- gen afstand wordt liet feilloos herkend. De poëzie van Hélène Swarth is, om eon onderscheiding van Willem Pijper ie bezi gen. „actueel" geweest en niet ..modern". Morgen wordt de dichteres zeventig jaar. O stalen voetjes van den renner Tijd, Wat holt ge uitzinnig over 't leven heen, Dat kleine veld, mijn streven toegezeid Dit vers van heel lang geleden zal Hé lène Swarth zich morgen ongetwijfeld her inneren. Maar dan hopen we, dat het néér- gaande en droefgeestige slot ervan haar Diet meer bevredigen zal en dat niet de „stalen handjes" van den tijd haar elke vreugde ontnomen zullen hebben. Want op haar levensavond heeft zij de voldoening, dat zij van duizenden en duizenden barer ^andgenooten de jeugdvriendin geweest is èn dat zij evenzoo velen iets voor het le ven leerde: de kunst om poëzie te lezen en te genieten. Zoo is het niet vergeefsch geweest, dat Pol de Mont haar aandacht van de Fran- sche naar de Ned6rlandsche taal leidde, die verder de hare bleef. Ook degenen, die in later jaren zelden meer haar ver zen lazen, zullen zich thans erkentelijk herinneren, wat zij gaf. „Msbd." GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Een tak tusschen een fietswiel. Maandag hc-eft een van den weg op springenden tak te Zeist het leven gekost van een jongen man. Met zijn fiets reeds hij over een tak heen;, deze sprong op, en kwam tusschen de spaken van het rijwiel. ])e jonge man viel over het staur heen op •den grond; hij kreeg wonden aan het hoof cl, en liep inwendige kneuzingen op. Dinsdagavond is hij aan de gevolgen van zijn val overleden. Jongetje onder een vrachtauto. Het 4-jarig zoontje van den heer G. Buijs te Nieuwpoort (Z.H.) is spelenderwijs onder een vrachtauto geraakt van den meelhandelaar J. Maat te Groot-Aiomers, bestuurd door diens knecht M. Demper ui' Nieuwpoort. De dood trad onmiddellijk in. liet politie-onderzoek heeft uitgewezen, dat den chauffeur geen schuld treft. Met de gestolen auto over den kop geslagen. Gisternacht heeft de politio te Bicda een persoon aangehouden, die onder den invloed van sterken drank mot een door hem ontvreemde auto in een opgraving nabij de Mauritsbrug aldaar was gereden met dusdanig gevolg, dat de auto over den kop in een kuil terecht kwam en grooten- deels werd verbrijzeld. De man werd niet noemenswaard gewond. Dood gevallen. Aan boord van het. Noorsche s.s. „Hilde- gaard" liggende in de Rijnhaven te Rot terdam. is gisteravond de 41-jarige olieman B. Nystedt. uit South-Shield, in de ma chinekamer van een trap gevallen en op een ijzeren rooster terecht gekomen. De man brak zijn hals en overleed eenige minuien na zijn val. Met het poliiie-bootje werd het lijk naar de Rivierpolitie ge bracht en vandaar vervoerd naar het lij kenhuisje op de Algemeene Begraafplaats te Crooswijk. Dinsdagavond is de vrouw van den landbouwer B. Visser, wonende aan den Eijksstraatweg te Lage Zwaluwe in den kelder van hare woning gevallen, tenge volge waarvan zij is overleden. Bekneld geraakt. Te Lutjegast is het 9-jarig zoontje vak S. Bagema bij het spelen in een hollen boom bekneld geraakt en ernstig gewond te voorschijn gehaald. Het is naar het zie kenhuis vervoerd. Bloedvergiftiging. Te Scharmer (Gron.) is de 70-jarige J. Tamminga aan bloedvergiftiging overle den. Hij had een wondje aan de hand en heeft dit waarschijnlijk open gekrabd. Vergiftiging. Maandagmiddag deden zich hevige braakneigingen voor bij twee kinderen van den heer v. Z. te Roden. De ontboden ge neesheer stelde vergiftiging vast. Het bleek, dat de kindereu van aan den weg staande struiken trosjes bessen hadden geplukt. De bessen hadden zij weggegooid, doch op de sieeltjes hadden zij gekauwd. De toestand van de kinderen is thans vrij goed. Kinderverlamming. Te Onstwedde (Dorp) is nu een vierde geval van kin Je r Vorl amrnin g geconsta teerd. Pakhuis door brand verwoest. Gisteravond te ruim half zes ontstond te Weesp een begin' van brand in het che- micaliënpakhuis van de drogisterij Rekers, doordat een knecht, die een brandende lamp in de hand hield, struikelde en van de trap viel. Binnen wéinige minuten stond het geheele pakhuis, waarin zich uiteraard veel brandbare waren bevonden, in lichte laaie. De brandweer kon eerst na een klein kwartier water geven en moest zich beperken tot het beschermen der belendende pereeelen. Het pakhuis brandde geheel uit. De schade wordt ge deeltelijk door verzekering gedekt. De knecht kwam met enkele lichte verwondin gen vrij. De relletjes te Maastricht. Piefcers vrijgelaten. De stakingsleider C'. H. Pieters is Woensdagmiddag te Maastricht uit het voorloopig arrest ontslagen. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Zaterdag 26 October. Huizen, 1875 M. Uitsluitend K. R. O.-uitzendingen. 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje. 12.151.15 Ooncert door K. R. O.-Trio. I.152.00 Gramofoonmuziek. 2.003.15 Kinderuurtje. 3.304.00 Cursus Esperanto. 4-00—4.30 Lezing over: Waarom ik tot het Nijverheidsonderwijs kwam. 4-305.00 Cursus Engelsch voor begin ners. 5-005.45 Concert door Mandolineclub. 5.456.00 Journalistiek Weekoverzicht. 6.007.30 Concert door Cinema-Orkest. 7.308.00 Lozing over: Maatschappelijke Gezondheidszorg. 8.019.00 Vroolijk graiuofoon-programma 9.00 Orkestconcert, Na afloop: Gramo- foonmuz'ek. 12.00 Sluiting. Hilversum, 298 M. Na 6 uur 1071 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.15—2.00 Concert door het A. V. R, O.- •Kwartet. 2.00—2.30 Filmpraatje door Max Tak. 2.304.00 Aansl. van het Tuschinskï- Theater Amsterdam. 4.004.30 Thé dansant uit het Cabaret „La Gaite" te Amsterdam. 4.30—5.00 Sport.praat.je door H. Hollan der. 5.005.30 Gezondheidshalfuurtje. Dr. M. Niemeijer spreekt over: De voorbehoeden de geneeskunde. 5.306.00 Duitsch voor gevorderden en conversatie. 6-017.45 Concert door het Omroep-or- kest. Jan Keessen, (viool). 8.00 V. A. R. A.-uitzending. Daventry, 1554.4 M 10.35 Morgenwijding. II.0511.20 Lezing. I.20—2.20 Orkestconcert. 3.45 Berichten. 3.50 Concert. 5.05 Orgelconcert. Cinema-orge!. 5.35 Kipderuurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 Orgelconcert. 7.20 .Lezingen. 7.45 Muzikaal intermezzo. 7.50 Concert. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Lezmg. 9.50 Berichten. 9.55 Vaudeville-programma. 10.55—12.20 Dansmuziek. „Radio-Paris", 1725 M. 12.50—2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Kinderhalfuurtje. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.35 Pianoles. 8.50 Orkestconcert. 9.35 Gramofoonmuziek. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Concert. 9.3510.45 Gramofoonmuziek. 10.2011.15 Eerste steenlegging van het Universiteitsgebouw te Keulen. II.2012.10 Zang, declamatie en repor tage. 12.251.50 Orkestconcert. 4.50—5.50 Concert, Zangkwartet en bla- zersvereen. 7.20 Vroolijke avond. Orkest. Intermezzo „Enten und Seeschlangen". van Hermann Tölle. Muziek van Gustav Kneip. 9.5010.20 Dansles. 10.2011.20 Dansmuziek. 11.20—12.20 Dansmuziek (gramofoonpla- ten). Kalundborg, 1153 M. 2.504.50 Orkestconcert. 7.358.05 Cello-recital door E. Rytter. F. Jensen (piano). 9.0510.20 Orkestconcert en zang. 10.2011.35 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Onkestconcert, Z e e s e n, 1635 M. 6.1512.50 Lezingen. 1.201.50 Gramofoonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.504.50 Concert uit Hamburg. 4.507.05 Lezingen. 7.50 Cabaret, Daarna tot 11.50 Dans muziek. FEUILLETON. Vrij vertaald uit het Duitsch. door P. G. HOCKS. (Nadruk verboden). steunt uw aanklacht, Fimmy? ke bewijzen kan je aanvoeren voor zijn ld?" k moest van nacht de wacht houden sluizen en had nie verborgen achter stuk rots, dat, zooals jullie weet, een van den weg af ligt. Om een uur &n, half twee hoorde ik iemand aan- Nu eens stond hij stil, als om te of hij iemand hoorde om dan zijn weg weer te vervolgen. Ik natuurlijk niet zien, wie het was, want was te donker, maar ik hoorde hem m het water van de sluizen plassen, een kwartier lang zeker om op 't ge- af liot stofgoud uit het slib te zoeken. hij genoeg scheen te hebben, kwam en weg langs vlak langs de plaats, ik me had verborgen en toen hij die was zonder me op te merken, Jk op, sloop hem op de teenen ach- eu gaf hem met de kolf van mijn iver zoq'n slag op zijn hoofd, dat hij kennis neerviel. Ik keerde hem om a?i if i dien man' George Adams heb toen zijn armen en beenen vastgebonden en gewacht tot bij weer een beetje bijkwam, want ik dacht eerst, dat ik hem doodgeslagen had en toen ben ik hier naar toe gcloopen om den menschen te laten weten, dat ik den dief gevangen had. Het verwondert me niets, dat hij het is. Ik merkte het dien avond al, toen we hier bij elkaar waren, dat hij niet zuiver in zijn schoenen stond, want toen was hij ook al 'langs de sluizen gekomen. Dat bekende hij zelf." Eenigen der aanwezigen gaven teeke- nen van bijval en aller oogen wa%cn op Bill gericht. „Wat hebt u tot uw verdediging bij te brengen, mister Adams vroeg daarop de rechter. Alvorens op die vraag te antwoorden keek Bill zijn valsc.hen aanklager met zulk een doorborende blik aan, dat deze uit vrees een stap achterwaarts deed. „Ik heb", antwoordde Bill met vaste stem op dezé aanklacht niets anders te zeggen, dan dat alles wat Fimmy gezegd heeft, louter leugen en laster is. Ik ben op geen honderd passen na bij de sluizen geweest, want de weg van Sacramento naar hier gaat er niet vlak langs. Ik dacht aan niets en opeens kreeg ik van achter een slag op mijn- hoofd, zooala ik er al eens meer in mijn leven gekregen heen en toen verloor ik het bewustzijn. Fimmy heeft me dien slag toegebracht uit haat uit...." Hij hield stil. ..In 't kort, ik ben onschuldig, wacht u er voor mij te vermoorden, want die moord zal God niet ongewroken laten." Een ontevreden gemor ging door de rijen der omstanders. „Onzin Dat kan iedereen zeggen Maak korte metten met hemriep men door elkaar. „Geef antwoord op de volgende vra gen", zei John Stark barsch. „Waarom kwam je zoo laat uit Sacramento en waar om ging je zoo dicht langs de sluizen en waarom geloof je, dat Fimmy je haat?" „Ik kwam uit Sacramento, zooals ik reeds gezegd heb en 't. was zoo laat nog niet, maar in gedachten ben ik verkeerd geloopen, zoodat ik later den koristen weg dicht langs de sluizen nam om vlugger thuis te wezen „Hij liegtriepen er verscheidene. „Wij zijn ook in Sacramento geweest en hebben hem nergens gezien en bij» Orelly, waar hij anders dikwijls komt, was hij ook niet." „Je hoort, wat de lui roepen?" vroeg John Stark. „En toch kan ik zweren, dat ik er .ge weest ben", herhaalde Bill met luide stem. „Maar hij wien of waar ben je geweest Beken het dan." Bill zweeg en dit zwijgen werd zijn ver derf. „Ik vraag nog eens bij wien ben je in Sacramento geweest?" „Daarover ben ik aan niemand verant woording schiildig", antwoordde Bill, „en al zei ik, waar ik mij gisterenavond opge houden heb, dan zou ik toch voor een dief gehouden worden." „Als George 't- niet wil zeggen, dan zal ik 't je zeggen. John Stark. Hij was bij zijn verloofde, bij miss Alice Orelly en uit liefde voor dat meisje zwijgt hij. Maar ik vraag jullie allemaal, welk kwaad er in steekt om in alle eer en deugd je meisje te bezoeken? Niets. En die Fimmy daar, die pest vent. dacht Alice tot vrouw- te krijgen en dat if de reden, waarom hij George Adams die loer wilt draaien. Jullie hebt toch allemaal hersens in je kop, is 't niet? En merk je dan niet, waarom het dien vent te doen is?" Fimmy keek angstig rond om te zien, welke uitwerking deze woorden op de me nigte hadden. Blijkbaar was de meening verdeeld, want er vormdeu zich twee groepen, één voor en een ander tegen Bill. ..Als Fimmy gelijk heeft", riep er een, ..dan moet hij goud in zijn zakken hebben. Visiteert hem Allen waren or verwonderd over, dat ze daar niet eerder aan gedacht hadden. Martellos kreeg weer hoop en lachte Fim my. die dit voorstel uitstekend vond, har telijk uit „Had je misschien", vroeg John Stark aan Bill, „goud, goudstof of nuggets in je zak, voordat je aan de sluizen kwam?" ..Neen ik bad niets in mijn zak en als je daarvan iets in mijn zak vindt, dan kan je me gerust, voor don dief houden, want je kunt en je zult niets vinden", zei Bil], overtuigd van zijn onschuld. Mister Stark droeg twee mannen op Bill's zakken te onderzoeken. Deze liet dit gewillig toe. Plotseling trok een van de mannen haastig zijn hand uit Bill's zak, opende die en in het licht van do zon, die juist opgekomen was, glinsterde verschei dene goudkorrels. Een woest geschreeuw ging uit de me nigte op. „Hij is 'tHoe komt dat u;oud ander» in zijn zak! Wat. 'n schijnheilige dief!" Deze en dergelijke uitroepen werden den armen Bill naar het hoofd geslingerd. John Stark zelf verbleekte. „Wat heb je tegen dit bewijs in te bren gen?" vroeg hij aan Bill, die, hoofdschud- dend in een krankzinnig gelach uilbrastte. „Niets", antwoordde hij. Hij was half krankzinnig van pijn in 't hoofd en zijn gedachten liepen zoo verward door elkaar, dat hij geen ander antwoord wist te vin den. „Hij kan niets meer zeggen hij is dood op!" schreeuwde Martellos. en daarom acht ik het mijn plicht voor dien armen kerel te antwoorden. Die daar", hij ure-, op Fimmy. „die schurk daar heeft het goud in Bill's zak gestoken, opzettelijk om van hem af te komen." John Stark haalde dp schouders op ee Martellos werd van alle kanten uitge lachen en dat men hem riet voor mede plichtige van Bill aanzag, had hij daar aan te danken, dat iedereen hem altijd graag had mogen lijden. Allen zwegen vervolgens stil om te luis teren naar het vonnis, dat over don dief zou uitgesproken worden, maar John Stark, die niet geheel zeker van do zaak was en de uitspraak van liet vonnis niet op zich durfde nemen, vroeg luid: ..Hoe denken jullie er over mannen?'" „Schuldigriep men als uit een mond. „Welke straf?" vroeg de rechter verder. „Den strop!" was het eenstemmig ant woord. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7