FOTOM I DE DRIE OCTOBER-FEESTEN TE LODEN m. mwrfu HOUBAERILLOS en AROMA SPECIAL SIGAREN WVZL Rijwiel TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT. INGEZONDEN MEDEDEELING. EEN REGENACHTIGE DAG DE OPTOCHT GAAT TOCH NOG DOOR VEBüfUgpAAj? Bp^siraaf VAN DEN BIJ106 I8BEEBC 79 Somber en grootscb Stom steeds en doodsoh Treurt de oude held. Somberder dan ooit stond gisteren de ruïne van het oude stadhuis. „Zinnebeeld van 't verleden", zoo als het luidt in het Vlaamsche lied van Klokke Roeland. De oude gevel, eens zoo fier en statig, stond thans steunend op houten krukken een zaam en doodsch neer te zien op de 3-Oc- tober-vieringvoor de eerste maal zon der hem. De reveille werd niet meer geblazen van zijn hoogen trap en de twinkelende tonen van het carillon waren er niet meer om hoog boven de stad en de huizen hun blijd schap uit te zingen over Leidens Ontzet. De oude held treurde en in de leëge raamgaten, als zoovele doode oogen, drup ten de regentranen. De herinnering aan het stadhuis, dat zooveel nader stond bij de gebeurtenis, welke Leiden telken jare viert, was een melancholieke noot in de feestviering. En de regen? Och: Leiden, het water en 3 October vormen nu eenmaal een soort drie-eenheid, reeds dateerende van Leiden's ontzet. Want werd in 1575 de stad omtrent dezen dag niet bezocht door het water, dat de Spanjaarden verdreef? En sindsdien heeft de derde October in Leiden altijd wat met het water te maken gehad. Dat is even goed voortzetting van een oude traditie, als de haring- en wittebrood-uitdeeling en de hutspot met klapstuk. Telken jaren dreigt het hemelwater het feest te verstoren. Dat is het goed recht der gewoonte. Maar telken jare plgegt de regen het bij een dreigement te laten en alleen het Schuttersveld te praepareeren, zoodat wij het thans als een inbreuk op ons door gewoonte verkregen recht moe ten aanmerken, dat het dreigement ook werkelijkheid is geworden. Dat het Schuttersveld ieder jaar blijken geeft van een weeke gemoedsgesteldheid, is ook nog daaraan toe. Dat is te vergeven op zoo'n dag, dat ieder Leidsch gemoed ontvankelijk is voor rechtgeaarde vader landsliefde. Is er wel één stuk land in ge heel Leiden, dat zooveel met vaderlands liefde heeft te maken dan juist het Schut tersveld 1 Maar dat het zich zoozeer zou laten meesleepen door zijn rijkdom aan water landers. dat zelfs geen zand, geen zaagsel of wat dan ook het moeras zou kunnen dempen, is onvergeeflijk. „Ze zijn het Schuttersveld aan het op knappen", zei Woensdag een oolijke sla- gersjongen tegen me. „Zoo" vroeg ik onnoozel. „Waarmee?' „Met 'waterZe gaan het wassohen Eet water was eens de bondgenoot van Leiden, het is dat gebleven tot nu toe. En dat is lastig! Eens kwam het water tot ontzetting van Leiden, thans is het weer gekomen en eveneens tot ontzetting van Leiden, maar tusschen ontzetting en ont zetting is een groot verschil. Toch heeft de Leidsche burgerij zich niet door het water laten weerhouden. Uit alle hoeken werden regenjassen te voorschijn gehaald; wij hebben nimmer geweten, hoe rijk de stad aan regenjassen was. Het bleek enorm. En de parapluies! Alles wat parapluie heette of -vToeger dien naam waardig was geweest vertoonde zich driest op straat. En al had er tien meter hoog water gestaan, wij hadden ons duikerpak ken weten te verschaffen en erop uit ge gaan. Men toog ter kerke, al wie hechtte aan de gewoonte om allereerst dank te zeggen aan God. Men luisterde naar de Koraal- muziek, in hef Park, al tikten dikke drup pels de maat in argelooze gebogen nek- I ken. Men keek naar de uitdrukking van haring en wittebrood, alsof men zich even goed als het Hollandsche zeebanket thuis voelde in het natte element. Zelfs bleek er nog belangstelling van het spuiten van de fontein op de Vigohmarkt. Gewacht werd er op den optocht, al duurde het uren, voordat de mooie pakjes zich buiten waagden, en men trok naar het Schuttersveld met een bovenmatig op timisme, als waren alle schoenen bagger laarzen. Neen, het Leidsche 8-October-enthou- siasme is niet te blusschen door een paar regendruppels. De Leidsche burgerij hield stand, getrouw aan de traditie der vade ren, al waren de diverse comité-leden niet altijd te benijden, die stand moesten hou den, willens of niet willens. Een uitkeering uit het Heldenfonds en een gratis uitdeeling van hooge hoeden en badhanddoeken worde overwogen. Het aspect van de straten verschilde weinig met andere jaren. Er was volk ge noeg op de been, dat zich ijverig oefende in het springen over plassen, en de resul taten, welke bereikt werden, wettigen groote verwachtingen voor het brengen van het wereldrecord vèr-springon op naam van een Leidsoh burger. Slechts viel het ons op, dat de potsen makers en het bedelvolk, dat zich in fan tasiepakjes gestoken anders te buiten gaat aan allerlei capriolen om centen te vangen, een geduchte hekel aan water bleek te hebben. Waar zaten ze allemaal? Zochten ze ergens anders een nattigheid- ie? Sommigen bestookten het publiek van uit een hinderlaag, in portiek of portaal. I Ook de muzikanten schenen ons wat in j mineur gestemd te zijn. Him muziek klonk naargeestiger dan ooit; verkouden trom petten en harmonica's met asthma waren algemeene verschijnselen. Bestaat er geen voorschrift om ze daartegen te laten inenten? Do vaderlandslievende mannen, die oranje en Leidsche kleuren aanboden, ble ven echter vol goeden moed, al waren er nog zooveel, die niet gecharmeerd bleken bp waterverf en die kunstzinnig genoeg waren om van hun overjas een aquarel te maken. Ook de mannen met de bekende dunne wandelstokjes, die overal voor dienen, be halve om er mee te wandelen, vonden nogal aftrek, al zou hun omzet ongetwijfeld grooter geweest zijn als zij parapluies hadden aangebeden voor denzelfden prijs. Neen. Leiden heeft zich niet laten weer houden om feest te vieren, trots alles. Trots vlaggen, die als vaatdoeken neer hingen, trots uren waclitens op den optocht, trots het steekspel van parapluies, trots natte beenen, trots moede beenen, trots modderbeenen. Het feest is doorgegaan, zelfs het vuur werk. Geen vuurpijl toonde watervrees, al heeft de regen van het begin tot het einde niet opgehouden. De eenige consideratie, welke het weer gebruikte, was gedurende den optocht des middags en des avonds gedurende de avondvoorstellingen. Maar hieraan viel nu eenmaal niets te bederven, die waren binnenshuis. Trots alles toch een goede dag. DIK TROM. De jeugd krijgt altijd wat extra's.. De kinderen hebben n.l. reeds Woensdag een vóór-feestje gehad in de Stadsgehoor zaal. Daar voerde het Jeugd-AmusemeDts- genootschap onder leiding van Petro Beuk- man het bekende kinderspel „Dik Trom" ten tooneele, bewerkt naar het niet min der bekende boek van O. Joh. Kieviet. Dik is nu eenmaal „een bijzonder kind" (om met vader Trom te spreken) en als de dikke Dik op het tooneel verschijnt, komt ieder jongen en ieder meisje kijken. Er kunnen heel wat kinderen in de Groote Stadszaal, maar nog was de zaal te klein om allen te omvatten. Niet allen 's mid dags werd de voorstelling gegeven, maar ook 's avonds. En beide keeren met even veel succes, dat is te begrijpen. De 3-Octo- ver-vereeniging had op royale wijze uit- noodigingen gezonden aan de weeskinde ren, ook van Leiderdorp en Voorschoten, en aan de kinderen van de Leidsche poli tiemannen en van de onderofficeren van het 6e reg. Veld-Artillerie. Van deze uit- noodiging is een dankbaar en gretig ge bruik gemaakt. Het „publiek" toonde zich enthousiast voor den dikken Dik jolig en met en- train gespeeld door Dity Doorenbos en stak z'n verontwaardiging over den brom- merigen veldwachter Flipsen en den gie- rigen vrek niet onder stoelen of banken. En wat een pret, als de baker en de veld wachter door de stoel zakte en Flipsen in de val zat Allen hebben genoten van dit spel, de kinderen niet alleen, maar ook de groote ren enniet te vergeten, die paar fi gurant jes, die mee mochten spelen. Was dat effe fijn! DE OCHTENDFEESTVIERING. De reveille. Voor dag en dauw werden we gewekt om de inwijding van den feestdag mede te maken, 't Was nog bijna nacht en de regen kletterde, dat het „een lust" was. Dat eerste ontwaken was weinig bemoedi gend en de gedachte, dat het een verre gende dag zou worden, bleek later maar al te zeer juist. Ondanks het slechte weer spoedden we ons te ongeveer 7 uur naar de Breestraat, waar we het Leidsch Politiemuziekgezel- schap alweer in actie vonden voor de re veille, welwillend door haar aangeboden. Onder leiding van directeur Bolderdijk werd traditie-getrouw een vijftal muziek nummers ten gehoore gebracht en het aan tal toeschouwers, dat den regen getrot seerd had om de feestelijkheden van den beginne af mede te maken, viel ons be slist mee. En allengs kwamen er meer menschen op straat. Do donkere luchten uit den voorbijen nacht verdwenen zoo langzamer hand en tegen achten spoedden zich de menschen naar het Waaggebouw. Voor de KoraaJmuziek bestond uiteraard niet die belangstelling, die we er telken jare gewend zijn. Het aan tal zangers en zangeressen ,leek ons veel minder, maar ook dat der toeschouwers was natuurlijk niet zoo groot. Met bedruk te gezichten stonden ze daar rond te kij ken, maar steeds speurend naar de luch ten, of hier en daar niet wat licht door de wolken zou breken, maar zooals de in zet was, was ook het einderegen en nog eens regen. De koraalmuziek onder leiding van den heer Leo J. Miens, met muzikale begelei ding van het Stedelijk Muziekkorps, be stond weer uit een zevental nummers, als slot waarvan het Wilhelmus ten gehoore werd gebracht. Behalve het vereenigingsbestuur woonde ook de burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen, en zijn echtgenoot© de uitvoe ring bij. Aan het slot van het programma werd den burgemeester door mej. Mens een lau werkrans met dahlia's in de Leidsche kleu ren overhandigd met verzoek deze te wil len hechten aan het standbeeld van v. d. Werff. De burgemeester dankte hartelijk voor deze aanbieding en zeide gaarne gevolg te willen geven aan de uitnoodiging om met dezen krans te willen sieren de beel tenis van heih, die de grootste burgemees ter van Leiden is geweest. Fotografen en filmoperateurs deden hierbij hun plicht. En hifrmede was het tweede nummer ten einde. Ondertusschen was ook de Uitreiking van haring en wittebrood aangevangen. Met hun emmertjes en pan netjes, hun taschen of stukken krantenpa pier kwamen de ongeveer 2500 ingeschre venen de hun toekomende portie halen. De belangstelling was hier wel zeer veel min der dan andere jaren. Stonden er anders dichte rijen publiek aan alle kanten, thans had men voor dit kijkspel geen nat pak over. De harmonie-vereeniging T. en D., onder leiding van den heer H. Noordanus, kortte hier den tijd met een aantal mu zieknummers, hetgeen ten zeerste op prijs werd gesteld. Het concert werd echter niet vanaf het Waaghoofd, maar in het Waag gebouw zelf gegeven. Te halftien was al les afgeloopen. Yan half negen tot tien uur werden op de Jan van Houtkade de Autopedwedstrijden gehouden, een nieuw nummer in het pro gramma, dat zeer in den smaak viel bij deelnemers als belangstellende. Toch zoch ten velen, toen het weer harder begon te regenen, een goed heenkomen, maar des- nietemin werden de wedstrijden ten einde toe afgewerkt. Hoewel er voor alle deel nemers en deelneemsters een prijsje of ver rassing beschikbaar was gesteld waren er toch echte prijswinnaars. We laten het lijstje hieronder volgen. 40 jongens 1013 jaar. 1. Frits Fontein, 2. P. v. Zijp, 3. Jan van Zijp, 4. Henk Par- men tier, 5. Anton Jansen, 6. Frans Mas tenbroek, 7. Izak van Dam, 8. Kees Bol, 9. Wim Oppelaar, 10. Jitse Bronsgeest. 60 jongens 6—9 jaar. 1. Gerard Holst, 2. Hendrik Koppier. 3. Teun Metz, 4. Ton- ny Lucas, 5. J. J. Meerburg, 6. Jos Bots, 7. F. J. Lind van Wijngaarden, 8. Piet Cra/ma. 27 meisjes 6jaar. 1. Marie Schimmel, 2. Jaantje Schrijvers, 3. Hendrika Minne- ma, 4. Zus de Koning, 5. Rietje Penseel, 6. Leni Outshoorn. 31 meisjes 1013 jaar. 1. Petra Dieben, 2. Hillie Pelder, 3. Truus de Jong, 4. Anne- tje Hullem, 5. Riet v. d. Blom, 6. M. S. Cramer. Van de ochtendfeestviering restte voorts nog alleen de herdenking in de Pieters kerk, welke o.m. door H. K. H. Prinses Ju liana werd bijgewoond. Intusschen bleef de regen, nu eens har der dan weer wat zachter, neerstroomen en vol verlangen zag men uit, of God Pluvius nu eindelijk zich niet zou ontfermen over de Leidsche feestgangers, die toch niet voor niet hun. 3-Octoberfeest vierden DE OPTOCHT. Tegen den tijd, dat de groote optocht, voorstellende „De Rijn", Historie en Sage van St. Gothard tot Katwijk aan zee", moest beginnen dat was om ongeveer 1 uur liepen de Leidenaars met lange mismoedige gezichten door d© stad te drommen, alsof de Spanjaarden nog aan de Lammenschans genesteld lagen. De re gen tikkelde en tokkelde er gezellig op zijn miezerige harp op los, en daarover waren alle broodetende weerprofeten het eens er was geen kijk op, dat het de eerste uren zou verminderen. Optimisme is een schoone deugd. Het 3-October-bestuur, dat het edel doel na streeft den stadgenooten een echte feestdag te bezorgen, bestudeerde met zonnigen blik de regenvlagen, raadpleegde een of ander meteorologisch orakel en verkondig de te 2 uur onder een vruchtbare plasbui, dat het weer op zou klaren en de optocht door zou gaan. Groot gejuich steeg op in het hoofd kwartier aan het invalidenhuis, waar gra ven en germanen, „burgers van Spiers en Worms" en paladijnen van den Grooten Karei zich met een sigaret onder het val- sohe snorretje bar hadden zitten vervelen. Ruiters kwamen af en aangereden, de deuren van het houten koetshuis aan de Burggravenlaan werden wagenwijd open gezet, en een voor een werden de praalrij- tuigen naar buiten gereden onder een al les, behalvo zonneschijn, belovende lucht. Het opstellen van den stoet was een vermaak op zichzelve. „Ik ben als de dood voor die schimmel verklaarde op hoogen toon een of andere Riinprinses, daarbij de kennelijke bedoe ling hebbend attentie te trekken, wat haar uitstekend gelukte. „O, juffrouw", bemoedigde een edele ridcier in de fantastische regimentskleuren van de Doelenkazerne, „hij blijft staan als een klein kind". „Koos, laat je niet kisten door die knol", gilde ergens een roofridder, tot een krijgs man, die angstwekkende pogingen deed om boven-op een steigerende biek te krui pen en daarbij onvermoeid zijn voet ver keerd in de stijgbeugel zette. Koos het mag Siegfried in hoogst eigen persoon geweest zijn slaagde er ten slotte in zich boven op den wiebelen- den ros-rug in evenwicht te houden, toen door een ,,veld"-adjudant „afzitten" werd gecommandeerd, en het drama van den ridder en het paard zich in omgekeerde volgorde herhaalde. Eindelijk toen alle ruiters gezeten waren en alle edelvrouwen zich in de meest bevallige houdingen op de zegekar ren hadden neergevleid, werd het signaal gegeven, en begon de „Rijn" de Hooge- woerd en Breestraat af te zakken. Hot begin van den optocht leek meer op een begrafenis, dan op een feeststoet. Zwarte agenten, een zwarte-vaandelwacht, zwarte rijtuigen vol hoog-gehoede heeren, voorstellende „Het bestuur der 3-October- verecniging" vormden het „officieele ge deelte", waaruit wel blijkt, hoe saai de huidige officieele wereld is in vergelijking met. vroeger eeuwen. Want er is geen twij fel aan: over driehonderd jaar zal het bij niemand opkomen een stoet te vormen ill de schilderachtige kleederdracht van de 20ste eeuw, zooals wij thans ons geen op tocht kunnen denken zonder kleurige schutters en geharnaste burchtgraven. Al worden op den duur die 15de en 16de eeuwsche 3-October-optochten, die stuk voor stuk „groot" maar vooral „historisch" zijn, ietwat eentonig dat neemt niet weg, dat de praalstoet 1929 met eere mag worden genoemd. Als een lint van felle kleuren slingerde ze zich door de straten, die zwart waren van toeschouwers. De pro fetie van het Feestbestuur was intusschen in vervulling gegaan: de regen had opge houden. Het is natuurlijk onbegonnen werk wa gen voor wagen, persoon voor persoon de optocht beschrijven. Zij was zoo rijk van inhoud te rijk bijna dat het met het. programmaboek in de hand nauwelijks was te volgen, of nu een „ridder uit Carisruhe" voorbijtrok of „pages van Freiburg en Mannheim". Het idee was bijzonder aardig. De Rijn op de St. Gotthard uit ijs geboren, voor gesteld door eea gletscher-praalwagen met een baby, trekt door het rotsige landje van gemzen-jagers en schilderachtig-uitgedoste boeren en boerinnen naar de Elza-s, waar jongedochters met zwarte vlinder-mutsen, houthakkers en kolenbranders van het Schwarzwald" den jongen Rijnprijns 'n ge leide vormen. Dan stroomt „Vadertje Rijn" de Palts binnen vergezeld van Bourgondiërs, in ma liënkolder en helm, tot voor de tronen van Keizer Karei, met den Rijkskroon op 't hoofd en van zijn, in een met paarlen cu robijnen bestikten talaar gekleeden pala dijn- De nevelige sage der Neveïlngen (Nibe- lungen) wordt even uit het grijs verleden INGEZONDEN MEDEDEELING. Itfl October één dag alles gratis I November wordt de dag bekend gemaakt 32 opgediept: Siegfried (een rood kruisje op zijn mantel duidde de oenig kwetsbare plek van zijn lichaam aan) en Chrienhilde, werden gevolgd door den wreeden Hagen eA de ruwe Walkyre Brunhilde, die er heel wat minzamer uitzag, dan de historie van haar verteld. Het „Rheingold" werd getorst door den Rijnvorst. Wij hopen nooit het rampzalig idee te krijgen maar wannéér wij eens „meedoen aan de optocht", solliciteeren wij vast en zeker naar een plaats op een wagen als „een wijnfeest aan- den Rijn", om onder 't genot van een roemer Rudesheimer en in gezelschap van het lieve Kathchen van Bacharach de geheele stad door te rijden. Achter dit vroolijk tooneeltje reden barsch en onverzettelijk de roofridders, een gevangen edelman en edelvrouw meevoe rend. Volgens het programma moest de edelman aan een paard gebonden zijn, maar securiteitshalve (niet wegens den edelman, doch wegens het paard) liet men hem stevig bewaakt achter de roovers- bende aankuieren. „Ich weisz nicht was soil es bedeuten was genieus bedacht( het lied werd binnen in de katoenen Lorelei-rots gezongen), maar vond geen weerklank, omdat niemand van de duizenden toeschouwers ..traurig" was. Na de Lorelei rijst het Zevengebergte op. De zeven bergen redente paard in de stoet mee. Hoe kon het anders, of het heilige Keulen werd voorgesteld door de doin en door den aartsbisschop, de laatste in een allerzonderlingst liturgisch gewaad, bestaande uit een zwart wambuis en vuur- roode spanbroek, daarover-heen een gou den koorkap en op 't hoofd een gouden mijter. Na Keulen stroomt de Rijn door ons land. De Rijnvorst houdt zijn blijde inkomst bin nen Holland, omstuwd door de herauten van de elf provinciën. Arnhem's steden- maagd, landvolk van Betuwe en Veluwe symboliseerden de landstreken, waar langs de trotsche rivier zeewaarts stroomt. Een mooie praalwagen stelde een gezellig zitje voor op de Koningstafel bij Rhenen. Do gas ten van den Paltsgraaf zaten te koekeloe ren over gouden bordenmet niets er op. Wijk bij Duurstede mocht niet gepas- VRIJDAG 4 OCTOBER 1929 INGEZONDEN MEDEDEELING. beide per doosje van 10 et. 25 Ct. per doosje van 10 stuks 30 Cent per doosje van 5 stuks 26 Cent In elk doosje een Rebus uit een serie van 25 verschillende Re bussen. Lop»J aanwijzingen op de achterêïjdi daj Rebus-Coupons. Elke Inzend® j^r complete serie .Rebus-Coupons met goede oplos* LingWontvaogt gr^ji^en franco: "/SEN^edSTE KLASSE met een jaar garantie. Volledig® uitrusting. Naar keuze voor Dame of Heer. SCP LA voor Uwe gezondheid I 100% TABAK! SOPLA FABRIEKEN F.M.Houbaer&Co.N.V. Amersfoort. seerd. zonder de woeste Noormannen op 't tooneel te laten vorsohijnen in een blauw drakenschip. De stad Utrecht vormde wel de mooiste groep als zetel van de Ridders der Duitsche orde in hun statige, zw&rt- fluweelen mantels met kanten kragen en wit-gepluimde hoeden. De Rijn wordt „oud", bezadigd en ver liest zijn. romantiek van burchten en rid ders. Van Lorelei's of Rijnschatten is geen sprake meer, en daarom werd voor dit ge deelte van den optocht een greep gedaan uit onze vader] and sc'ho historie, namelijk uit het rampjaar 1672 toen de Franschen Woerden inpalmden en uitmoordden. Te vergeefs hebben wij gezocht naar de Stede- vlag van Zwaminerdam. Het 3-Oct.-bestuuv heeft ook gezocht, maar niets gevonden! Thans nadert de Rijn met een kalm vaartje het eerwaarde, roemruchte en feest vierende Leiden, dat voor zich de schoon ste praalwagen, voorstellende de facultei ten der Universiteit, had opgeëischt. Het laatste hummer van het programma: de uitmonding in de zee bij Katwijk, kwam niet opdagen. „Bij Katwijk verzandt de Rijn in 't duin", en dit kwam ook in de optocht „treffend" tot uiting. Een joelende menigte en een file overvulde trams vorm den de achterhoede van den optocht, die te hooren naar de openhartige critiek van Jan Publiek en te lezen uit het verslag in de krant weer het hoogtepunt van het feest is geweest. Hulde daarom aan den ontwerper er van: Jan de Quack. DE AVONDFEESTVIERING. In de Stadsgehoorzaal. De vroolijke kunstavond in de Stadsge hoorzaal, welke tot in alle hoeken geheel bezet was, vormde wederom een uitstekend nummer van het programma. Onder leiding van het Theater-bureau Max van Gelder werd door een aantal artisten van diverse pluimage een programma afgewerkt, even verschillend van inhoud als de optredende personen zelf. Wat de toeschouwers hier gezien hebben is werkelijk het fraaiste ge weest van wat er op dit gebied te geven is. Tummers gaf origineele liedjes aan den vleugel, Barandini doed iedereen verbaasd staan van zijn b niks preekkunst, de buiten gewone goochelaar Velimano leverde ver bluffende staaltjes van behendigheid, ter wijl de jongleur Carinan voor hem niet be hoefde onder fee doen. En wie zal het zeg gen welk van deze nummers het best ge slaagd was? En dat was dan nog niet de helft van het programma en de andere helft wasnet zoo, d.w.z. uitstekend van inhoud en afwerking. Piet Leenhouta, de humorist, The Vanatof? in hun musi cal act, de voordrachtkunstenares Stella Seemer, The Borchhardts in hunne on overtrefbare acrobatische oefeningen, kortom alles was even geslaagd, en we kun nen niet anders zeggen, dan dat dit deel van het programma als een der best ge slaagde was. 't Was, zooals vanzelf spreekt, in alle café's en restaurants erg druk. En we mogen wel zeggen, dat „Zomer- zorg" met het arrangeeren van een groot Beiersch feest, .veer zoo veel menschen heeft getrokken als maar verwacht kon worden; de te voren genomen maatrege len met het oog op een druk bezoek bleken niet tevergeefs genomen en verzekerden een ordelijk vorloop. Een wanklank in de 3 October-feeststem- ming is veler feestvierders dronkenschap! Inderdaad het aantal langs de straat slen terende beschonken menschen was grooter dan in de laatste jaren het geval was. Het drankmisbruik schijnt toe te nemen. We hopen, dat èn de drankbestrijding èn de georganiseerde drankhandel maat regelen zullen overwegen, om de dronken schap zooveel mogelijk op zulke feestdagen te keeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5