FOTOM
I
DE DRIE OCTOBER-FEESTEN
TE LODEN
m. mwrfu
HOUBAERILLOS
en AROMA
SPECIAL
SIGAREN
WVZL Rijwiel
TWEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
EEN REGENACHTIGE DAG
DE OPTOCHT GAAT TOCH NOG DOOR
VEBüfUgpAAj?
Bp^siraaf
VAN DEN
BIJ106
I8BEEBC
79
Somber en grootscb
Stom steeds en doodsoh
Treurt de oude held.
Somberder dan ooit stond gisteren de
ruïne van het oude stadhuis. „Zinnebeeld
van 't verleden", zoo als het luidt in het
Vlaamsche lied van Klokke Roeland. De
oude gevel, eens zoo fier en statig, stond
thans steunend op houten krukken een
zaam en doodsch neer te zien op de 3-Oc-
tober-vieringvoor de eerste maal zon
der hem.
De reveille werd niet meer geblazen van
zijn hoogen trap en de twinkelende tonen
van het carillon waren er niet meer om
hoog boven de stad en de huizen hun blijd
schap uit te zingen over Leidens Ontzet.
De oude held treurde en in de leëge
raamgaten, als zoovele doode oogen, drup
ten de regentranen.
De herinnering aan het stadhuis, dat
zooveel nader stond bij de gebeurtenis,
welke Leiden telken jare viert, was een
melancholieke noot in de feestviering.
En de regen?
Och: Leiden, het water en 3 October
vormen nu eenmaal een soort drie-eenheid,
reeds dateerende van Leiden's ontzet.
Want werd in 1575 de stad omtrent dezen
dag niet bezocht door het water, dat de
Spanjaarden verdreef? En sindsdien heeft
de derde October in Leiden altijd wat met
het water te maken gehad. Dat is even
goed voortzetting van een oude traditie,
als de haring- en wittebrood-uitdeeling en
de hutspot met klapstuk.
Telken jaren dreigt het hemelwater het
feest te verstoren. Dat is het goed recht
der gewoonte. Maar telken jare plgegt de
regen het bij een dreigement te laten en
alleen het Schuttersveld te praepareeren,
zoodat wij het thans als een inbreuk op
ons door gewoonte verkregen recht moe
ten aanmerken, dat het dreigement ook
werkelijkheid is geworden.
Dat het Schuttersveld ieder jaar blijken
geeft van een weeke gemoedsgesteldheid,
is ook nog daaraan toe. Dat is te vergeven
op zoo'n dag, dat ieder Leidsch gemoed
ontvankelijk is voor rechtgeaarde vader
landsliefde. Is er wel één stuk land in ge
heel Leiden, dat zooveel met vaderlands
liefde heeft te maken dan juist het Schut
tersveld 1
Maar dat het zich zoozeer zou laten
meesleepen door zijn rijkdom aan water
landers. dat zelfs geen zand, geen zaagsel
of wat dan ook het moeras zou kunnen
dempen, is onvergeeflijk.
„Ze zijn het Schuttersveld aan het op
knappen", zei Woensdag een oolijke sla-
gersjongen tegen me.
„Zoo" vroeg ik onnoozel. „Waarmee?'
„Met 'waterZe gaan het wassohen
Eet water was eens de bondgenoot van
Leiden, het is dat gebleven tot nu toe. En
dat is lastig! Eens kwam het water tot
ontzetting van Leiden, thans is het weer
gekomen en eveneens tot ontzetting van
Leiden, maar tusschen ontzetting en ont
zetting is een groot verschil.
Toch heeft de Leidsche burgerij zich niet
door het water laten weerhouden. Uit alle
hoeken werden regenjassen te voorschijn
gehaald; wij hebben nimmer geweten, hoe
rijk de stad aan regenjassen was. Het
bleek enorm. En de parapluies! Alles wat
parapluie heette of -vToeger dien naam
waardig was geweest vertoonde zich driest
op straat. En al had er tien meter hoog
water gestaan, wij hadden ons duikerpak
ken weten te verschaffen en erop uit ge
gaan.
Men toog ter kerke, al wie hechtte aan
de gewoonte om allereerst dank te zeggen
aan God. Men luisterde naar de Koraal-
muziek, in hef Park, al tikten dikke drup
pels de maat in argelooze gebogen nek-
I ken. Men keek naar de uitdrukking van
haring en wittebrood, alsof men zich even
goed als het Hollandsche zeebanket thuis
voelde in het natte element. Zelfs bleek er
nog belangstelling van het spuiten van de
fontein op de Vigohmarkt.
Gewacht werd er op den optocht, al
duurde het uren, voordat de mooie pakjes
zich buiten waagden, en men trok naar
het Schuttersveld met een bovenmatig op
timisme, als waren alle schoenen bagger
laarzen.
Neen, het Leidsche 8-October-enthou-
siasme is niet te blusschen door een paar
regendruppels. De Leidsche burgerij hield
stand, getrouw aan de traditie der vade
ren, al waren de diverse comité-leden niet
altijd te benijden, die stand moesten hou
den, willens of niet willens.
Een uitkeering uit het Heldenfonds en
een gratis uitdeeling van hooge hoeden
en badhanddoeken worde overwogen.
Het aspect van de straten verschilde
weinig met andere jaren. Er was volk ge
noeg op de been, dat zich ijverig oefende
in het springen over plassen, en de resul
taten, welke bereikt werden, wettigen
groote verwachtingen voor het brengen
van het wereldrecord vèr-springon op
naam van een Leidsoh burger.
Slechts viel het ons op, dat de potsen
makers en het bedelvolk, dat zich in fan
tasiepakjes gestoken anders te buiten
gaat aan allerlei capriolen om centen te
vangen, een geduchte hekel aan water
bleek te hebben. Waar zaten ze allemaal?
Zochten ze ergens anders een nattigheid-
ie? Sommigen bestookten het publiek van
uit een hinderlaag, in portiek of portaal.
I Ook de muzikanten schenen ons wat in
j mineur gestemd te zijn. Him muziek klonk
naargeestiger dan ooit; verkouden trom
petten en harmonica's met asthma waren
algemeene verschijnselen. Bestaat er
geen voorschrift om ze daartegen te laten
inenten?
Do vaderlandslievende mannen, die
oranje en Leidsche kleuren aanboden, ble
ven echter vol goeden moed, al waren er
nog zooveel, die niet gecharmeerd bleken
bp waterverf en die kunstzinnig genoeg
waren om van hun overjas een aquarel
te maken.
Ook de mannen met de bekende dunne
wandelstokjes, die overal voor dienen, be
halve om er mee te wandelen, vonden
nogal aftrek, al zou hun omzet ongetwijfeld
grooter geweest zijn als zij parapluies
hadden aangebeden voor denzelfden prijs.
Neen. Leiden heeft zich niet laten weer
houden om feest te vieren, trots alles.
Trots vlaggen, die als vaatdoeken neer
hingen, trots uren waclitens op den optocht,
trots het steekspel van parapluies, trots
natte beenen, trots moede beenen, trots
modderbeenen.
Het feest is doorgegaan, zelfs het vuur
werk. Geen vuurpijl toonde watervrees, al
heeft de regen van het begin tot het einde
niet opgehouden.
De eenige consideratie, welke het weer
gebruikte, was gedurende den optocht des
middags en des avonds gedurende de
avondvoorstellingen. Maar hieraan viel
nu eenmaal niets te bederven, die waren
binnenshuis.
Trots alles toch een goede dag.
DIK TROM.
De jeugd krijgt altijd wat extra's..
De kinderen hebben n.l. reeds Woensdag
een vóór-feestje gehad in de Stadsgehoor
zaal. Daar voerde het Jeugd-AmusemeDts-
genootschap onder leiding van Petro Beuk-
man het bekende kinderspel „Dik Trom"
ten tooneele, bewerkt naar het niet min
der bekende boek van O. Joh. Kieviet.
Dik is nu eenmaal „een bijzonder kind"
(om met vader Trom te spreken) en als de
dikke Dik op het tooneel verschijnt, komt
ieder jongen en ieder meisje kijken. Er
kunnen heel wat kinderen in de Groote
Stadszaal, maar nog was de zaal te klein
om allen te omvatten. Niet allen 's mid
dags werd de voorstelling gegeven, maar
ook 's avonds. En beide keeren met even
veel succes, dat is te begrijpen. De 3-Octo-
ver-vereeniging had op royale wijze uit-
noodigingen gezonden aan de weeskinde
ren, ook van Leiderdorp en Voorschoten,
en aan de kinderen van de Leidsche poli
tiemannen en van de onderofficeren van
het 6e reg. Veld-Artillerie. Van deze uit-
noodiging is een dankbaar en gretig ge
bruik gemaakt.
Het „publiek" toonde zich enthousiast
voor den dikken Dik jolig en met en-
train gespeeld door Dity Doorenbos en
stak z'n verontwaardiging over den brom-
merigen veldwachter Flipsen en den gie-
rigen vrek niet onder stoelen of banken.
En wat een pret, als de baker en de veld
wachter door de stoel zakte en Flipsen in
de val zat
Allen hebben genoten van dit spel, de
kinderen niet alleen, maar ook de groote
ren enniet te vergeten, die paar fi
gurant jes, die mee mochten spelen. Was
dat effe fijn!
DE OCHTENDFEESTVIERING.
De reveille.
Voor dag en dauw werden we gewekt
om de inwijding van den feestdag mede
te maken, 't Was nog bijna nacht en de
regen kletterde, dat het „een lust" was.
Dat eerste ontwaken was weinig bemoedi
gend en de gedachte, dat het een verre
gende dag zou worden, bleek later maar al
te zeer juist.
Ondanks het slechte weer spoedden we
ons te ongeveer 7 uur naar de Breestraat,
waar we het Leidsch Politiemuziekgezel-
schap alweer in actie vonden voor de re
veille, welwillend door haar aangeboden.
Onder leiding van directeur Bolderdijk
werd traditie-getrouw een vijftal muziek
nummers ten gehoore gebracht en het aan
tal toeschouwers, dat den regen getrot
seerd had om de feestelijkheden van den
beginne af mede te maken, viel ons be
slist mee.
En allengs kwamen er meer menschen
op straat. Do donkere luchten uit den
voorbijen nacht verdwenen zoo langzamer
hand en tegen achten spoedden zich de
menschen naar het Waaggebouw. Voor de
KoraaJmuziek
bestond uiteraard niet die belangstelling,
die we er telken jare gewend zijn. Het aan
tal zangers en zangeressen ,leek ons veel
minder, maar ook dat der toeschouwers
was natuurlijk niet zoo groot. Met bedruk
te gezichten stonden ze daar rond te kij
ken, maar steeds speurend naar de luch
ten, of hier en daar niet wat licht door
de wolken zou breken, maar zooals de in
zet was, was ook het einderegen en
nog eens regen.
De koraalmuziek onder leiding van den
heer Leo J. Miens, met muzikale begelei
ding van het Stedelijk Muziekkorps, be
stond weer uit een zevental nummers, als
slot waarvan het Wilhelmus ten gehoore
werd gebracht.
Behalve het vereenigingsbestuur woonde
ook de burgemeester, mr. A. van de Sande
Bakhuyzen, en zijn echtgenoot© de uitvoe
ring bij.
Aan het slot van het programma werd
den burgemeester door mej. Mens een lau
werkrans met dahlia's in de Leidsche kleu
ren overhandigd met verzoek deze te wil
len hechten aan het standbeeld van v. d.
Werff.
De burgemeester dankte hartelijk voor
deze aanbieding en zeide gaarne gevolg
te willen geven aan de uitnoodiging om
met dezen krans te willen sieren de beel
tenis van heih, die de grootste burgemees
ter van Leiden is geweest. Fotografen en
filmoperateurs deden hierbij hun plicht. En
hifrmede was het tweede nummer ten
einde.
Ondertusschen was ook de
Uitreiking van haring en wittebrood
aangevangen. Met hun emmertjes en pan
netjes, hun taschen of stukken krantenpa
pier kwamen de ongeveer 2500 ingeschre
venen de hun toekomende portie halen. De
belangstelling was hier wel zeer veel min
der dan andere jaren. Stonden er anders
dichte rijen publiek aan alle kanten, thans
had men voor dit kijkspel geen nat pak
over. De harmonie-vereeniging T. en D.,
onder leiding van den heer H. Noordanus,
kortte hier den tijd met een aantal mu
zieknummers, hetgeen ten zeerste op prijs
werd gesteld. Het concert werd echter niet
vanaf het Waaghoofd, maar in het Waag
gebouw zelf gegeven. Te halftien was al
les afgeloopen.
Yan half negen tot tien uur werden op
de Jan van Houtkade de
Autopedwedstrijden
gehouden, een nieuw nummer in het pro
gramma, dat zeer in den smaak viel bij
deelnemers als belangstellende. Toch zoch
ten velen, toen het weer harder begon te
regenen, een goed heenkomen, maar des-
nietemin werden de wedstrijden ten einde
toe afgewerkt. Hoewel er voor alle deel
nemers en deelneemsters een prijsje of ver
rassing beschikbaar was gesteld waren er
toch echte prijswinnaars. We laten het
lijstje hieronder volgen.
40 jongens 1013 jaar. 1. Frits Fontein,
2. P. v. Zijp, 3. Jan van Zijp, 4. Henk Par-
men tier, 5. Anton Jansen, 6. Frans Mas
tenbroek, 7. Izak van Dam, 8. Kees Bol, 9.
Wim Oppelaar, 10. Jitse Bronsgeest.
60 jongens 6—9 jaar. 1. Gerard Holst,
2. Hendrik Koppier. 3. Teun Metz, 4. Ton-
ny Lucas, 5. J. J. Meerburg, 6. Jos Bots, 7.
F. J. Lind van Wijngaarden, 8. Piet Cra/ma.
27 meisjes 6jaar. 1. Marie Schimmel,
2. Jaantje Schrijvers, 3. Hendrika Minne-
ma, 4. Zus de Koning, 5. Rietje Penseel,
6. Leni Outshoorn.
31 meisjes 1013 jaar. 1. Petra Dieben,
2. Hillie Pelder, 3. Truus de Jong, 4. Anne-
tje Hullem, 5. Riet v. d. Blom, 6. M. S.
Cramer.
Van de ochtendfeestviering restte voorts
nog alleen de herdenking in de Pieters
kerk, welke o.m. door H. K. H. Prinses Ju
liana werd bijgewoond.
Intusschen bleef de regen, nu eens har
der dan weer wat zachter, neerstroomen en
vol verlangen zag men uit, of God Pluvius
nu eindelijk zich niet zou ontfermen over
de Leidsche feestgangers, die toch niet
voor niet hun. 3-Octoberfeest vierden
DE OPTOCHT.
Tegen den tijd, dat de groote optocht,
voorstellende „De Rijn", Historie en Sage
van St. Gothard tot Katwijk aan zee",
moest beginnen dat was om ongeveer 1
uur liepen de Leidenaars met lange
mismoedige gezichten door d© stad te
drommen, alsof de Spanjaarden nog aan
de Lammenschans genesteld lagen. De re
gen tikkelde en tokkelde er gezellig op
zijn miezerige harp op los, en daarover
waren alle broodetende weerprofeten het
eens er was geen kijk op, dat het de
eerste uren zou verminderen.
Optimisme is een schoone deugd. Het
3-October-bestuur, dat het edel doel na
streeft den stadgenooten een echte feestdag
te bezorgen, bestudeerde met zonnigen
blik de regenvlagen, raadpleegde een of
ander meteorologisch orakel en verkondig
de te 2 uur onder een vruchtbare plasbui,
dat het weer op zou klaren en de optocht
door zou gaan.
Groot gejuich steeg op in het hoofd
kwartier aan het invalidenhuis, waar gra
ven en germanen, „burgers van Spiers en
Worms" en paladijnen van den Grooten
Karei zich met een sigaret onder het val-
sohe snorretje bar hadden zitten vervelen.
Ruiters kwamen af en aangereden, de
deuren van het houten koetshuis aan de
Burggravenlaan werden wagenwijd open
gezet, en een voor een werden de praalrij-
tuigen naar buiten gereden onder een al
les, behalvo zonneschijn, belovende lucht.
Het opstellen van den stoet was een
vermaak op zichzelve.
„Ik ben als de dood voor die schimmel
verklaarde op hoogen toon een of andere
Riinprinses, daarbij de kennelijke bedoe
ling hebbend attentie te trekken, wat haar
uitstekend gelukte.
„O, juffrouw", bemoedigde een edele
ridcier in de fantastische regimentskleuren
van de Doelenkazerne, „hij blijft staan als
een klein kind".
„Koos, laat je niet kisten door die knol",
gilde ergens een roofridder, tot een krijgs
man, die angstwekkende pogingen deed
om boven-op een steigerende biek te krui
pen en daarbij onvermoeid zijn voet ver
keerd in de stijgbeugel zette.
Koos het mag Siegfried in hoogst
eigen persoon geweest zijn slaagde er
ten slotte in zich boven op den wiebelen-
den ros-rug in evenwicht te houden, toen
door een ,,veld"-adjudant „afzitten" werd
gecommandeerd, en het drama van den
ridder en het paard zich in omgekeerde
volgorde herhaalde.
Eindelijk toen alle ruiters gezeten
waren en alle edelvrouwen zich in de
meest bevallige houdingen op de zegekar
ren hadden neergevleid, werd het signaal
gegeven, en begon de „Rijn" de Hooge-
woerd en Breestraat af te zakken.
Hot begin van den optocht leek meer op
een begrafenis, dan op een feeststoet.
Zwarte agenten, een zwarte-vaandelwacht,
zwarte rijtuigen vol hoog-gehoede heeren,
voorstellende „Het bestuur der 3-October-
verecniging" vormden het „officieele ge
deelte", waaruit wel blijkt, hoe saai de
huidige officieele wereld is in vergelijking
met. vroeger eeuwen. Want er is geen twij
fel aan: over driehonderd jaar zal het bij
niemand opkomen een stoet te vormen ill
de schilderachtige kleederdracht van de
20ste eeuw, zooals wij thans ons geen op
tocht kunnen denken zonder kleurige
schutters en geharnaste burchtgraven.
Al worden op den duur die 15de en 16de
eeuwsche 3-October-optochten, die stuk
voor stuk „groot" maar vooral „historisch"
zijn, ietwat eentonig dat neemt niet
weg, dat de praalstoet 1929 met eere mag
worden genoemd. Als een lint van felle
kleuren slingerde ze zich door de straten,
die zwart waren van toeschouwers. De pro
fetie van het Feestbestuur was intusschen
in vervulling gegaan: de regen had opge
houden.
Het is natuurlijk onbegonnen werk wa
gen voor wagen, persoon voor persoon de
optocht beschrijven. Zij was zoo rijk van
inhoud te rijk bijna dat het met het.
programmaboek in de hand nauwelijks was
te volgen, of nu een „ridder uit Carisruhe"
voorbijtrok of „pages van Freiburg en
Mannheim".
Het idee was bijzonder aardig. De Rijn
op de St. Gotthard uit ijs geboren, voor
gesteld door eea gletscher-praalwagen met
een baby, trekt door het rotsige landje van
gemzen-jagers en schilderachtig-uitgedoste
boeren en boerinnen naar de Elza-s, waar
jongedochters met zwarte vlinder-mutsen,
houthakkers en kolenbranders van het
Schwarzwald" den jongen Rijnprijns 'n ge
leide vormen.
Dan stroomt „Vadertje Rijn" de Palts
binnen vergezeld van Bourgondiërs, in ma
liënkolder en helm, tot voor de tronen
van Keizer Karei, met den Rijkskroon op
't hoofd en van zijn, in een met paarlen cu
robijnen bestikten talaar gekleeden pala
dijn-
De nevelige sage der Neveïlngen (Nibe-
lungen) wordt even uit het grijs verleden
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Itfl October één
dag alles gratis
I November wordt de dag bekend gemaakt
32
opgediept: Siegfried (een rood kruisje op
zijn mantel duidde de oenig kwetsbare
plek van zijn lichaam aan) en Chrienhilde,
werden gevolgd door den wreeden Hagen
eA de ruwe Walkyre Brunhilde, die er heel
wat minzamer uitzag, dan de historie van
haar verteld. Het „Rheingold" werd getorst
door den Rijnvorst.
Wij hopen nooit het rampzalig idee te
krijgen maar wannéér wij eens „meedoen
aan de optocht", solliciteeren wij vast en
zeker naar een plaats op een wagen als
„een wijnfeest aan- den Rijn", om onder 't
genot van een roemer Rudesheimer en in
gezelschap van het lieve Kathchen van
Bacharach de geheele stad door te rijden.
Achter dit vroolijk tooneeltje reden
barsch en onverzettelijk de roofridders, een
gevangen edelman en edelvrouw meevoe
rend. Volgens het programma moest de
edelman aan een paard gebonden zijn,
maar securiteitshalve (niet wegens den
edelman, doch wegens het paard) liet men
hem stevig bewaakt achter de roovers-
bende aankuieren.
„Ich weisz nicht was soil es bedeuten
was genieus bedacht( het lied werd binnen
in de katoenen Lorelei-rots gezongen), maar
vond geen weerklank, omdat niemand van
de duizenden toeschouwers ..traurig" was.
Na de Lorelei rijst het Zevengebergte
op. De zeven bergen redente paard in
de stoet mee. Hoe kon het anders, of het
heilige Keulen werd voorgesteld door de
doin en door den aartsbisschop, de laatste
in een allerzonderlingst liturgisch gewaad,
bestaande uit een zwart wambuis en vuur-
roode spanbroek, daarover-heen een gou
den koorkap en op 't hoofd een gouden
mijter.
Na Keulen stroomt de Rijn door ons land.
De Rijnvorst houdt zijn blijde inkomst bin
nen Holland, omstuwd door de herauten
van de elf provinciën. Arnhem's steden-
maagd, landvolk van Betuwe en Veluwe
symboliseerden de landstreken, waar langs
de trotsche rivier zeewaarts stroomt. Een
mooie praalwagen stelde een gezellig zitje
voor op de Koningstafel bij Rhenen. Do gas
ten van den Paltsgraaf zaten te koekeloe
ren over gouden bordenmet niets er
op.
Wijk bij Duurstede mocht niet gepas-
VRIJDAG 4 OCTOBER 1929
INGEZONDEN MEDEDEELING.
beide per doosje van 10 et. 25 Ct.
per doosje van 10 stuks 30 Cent
per doosje van 5 stuks 26 Cent
In elk doosje een Rebus uit een
serie van 25 verschillende Re
bussen. Lop»J aanwijzingen op
de achterêïjdi daj Rebus-Coupons.
Elke Inzend® j^r complete serie
.Rebus-Coupons met goede oplos*
LingWontvaogt gr^ji^en franco:
"/SEN^edSTE KLASSE
met een jaar garantie.
Volledig® uitrusting.
Naar keuze voor Dame
of Heer.
SCP LA voor Uwe gezondheid I
100% TABAK!
SOPLA FABRIEKEN
F.M.Houbaer&Co.N.V.
Amersfoort.
seerd. zonder de woeste Noormannen op 't
tooneel te laten vorsohijnen in een blauw
drakenschip. De stad Utrecht vormde wel
de mooiste groep als zetel van de Ridders
der Duitsche orde in hun statige, zw&rt-
fluweelen mantels met kanten kragen en
wit-gepluimde hoeden.
De Rijn wordt „oud", bezadigd en ver
liest zijn. romantiek van burchten en rid
ders. Van Lorelei's of Rijnschatten is geen
sprake meer, en daarom werd voor dit ge
deelte van den optocht een greep gedaan
uit onze vader] and sc'ho historie, namelijk
uit het rampjaar 1672 toen de Franschen
Woerden inpalmden en uitmoordden. Te
vergeefs hebben wij gezocht naar de Stede-
vlag van Zwaminerdam. Het 3-Oct.-bestuuv
heeft ook gezocht, maar niets gevonden!
Thans nadert de Rijn met een kalm
vaartje het eerwaarde, roemruchte en feest
vierende Leiden, dat voor zich de schoon
ste praalwagen, voorstellende de facultei
ten der Universiteit, had opgeëischt.
Het laatste hummer van het programma:
de uitmonding in de zee bij Katwijk, kwam
niet opdagen. „Bij Katwijk verzandt de
Rijn in 't duin", en dit kwam ook in de
optocht „treffend" tot uiting. Een joelende
menigte en een file overvulde trams vorm
den de achterhoede van den optocht, die
te hooren naar de openhartige critiek van
Jan Publiek en te lezen uit het verslag
in de krant weer het hoogtepunt van het
feest is geweest. Hulde daarom aan den
ontwerper er van: Jan de Quack.
DE AVONDFEESTVIERING.
In de Stadsgehoorzaal.
De vroolijke kunstavond in de Stadsge
hoorzaal, welke tot in alle hoeken geheel
bezet was, vormde wederom een uitstekend
nummer van het programma. Onder leiding
van het Theater-bureau Max van Gelder
werd door een aantal artisten van diverse
pluimage een programma afgewerkt, even
verschillend van inhoud als de optredende
personen zelf. Wat de toeschouwers hier
gezien hebben is werkelijk het fraaiste ge
weest van wat er op dit gebied te geven is.
Tummers gaf origineele liedjes aan den
vleugel, Barandini doed iedereen verbaasd
staan van zijn b niks preekkunst, de buiten
gewone goochelaar Velimano leverde ver
bluffende staaltjes van behendigheid, ter
wijl de jongleur Carinan voor hem niet be
hoefde onder fee doen. En wie zal het zeg
gen welk van deze nummers het best ge
slaagd was? En dat was dan nog niet de
helft van het programma en de andere
helft wasnet zoo, d.w.z. uitstekend van
inhoud en afwerking. Piet Leenhouta, de
humorist, The Vanatof? in hun musi
cal act, de voordrachtkunstenares Stella
Seemer, The Borchhardts in hunne on
overtrefbare acrobatische oefeningen,
kortom alles was even geslaagd, en we kun
nen niet anders zeggen, dan dat dit deel
van het programma als een der best ge
slaagde was.
't Was, zooals vanzelf spreekt, in alle
café's en restaurants erg druk.
En we mogen wel zeggen, dat „Zomer-
zorg" met het arrangeeren van een groot
Beiersch feest, .veer zoo veel menschen
heeft getrokken als maar verwacht kon
worden; de te voren genomen maatrege
len met het oog op een druk bezoek bleken
niet tevergeefs genomen en verzekerden
een ordelijk vorloop.
Een wanklank in de 3 October-feeststem-
ming is veler feestvierders dronkenschap!
Inderdaad het aantal langs de straat slen
terende beschonken menschen was grooter
dan in de laatste jaren het geval was. Het
drankmisbruik schijnt toe te nemen.
We hopen, dat èn de drankbestrijding
èn de georganiseerde drankhandel maat
regelen zullen overwegen, om de dronken
schap zooveel mogelijk op zulke feestdagen
te keeren.