DE WAARHEID.
Zouden er onder ons zijn, die
nooit eene onwaarheid gezegd hebben?
Nooit eens getornd hebben aan het
kleed der waarheid en nooit eens ge
niepig een stukje er van hebben af
gerukt?
Als we bij onszelf eens een huiszoe
king gingen doen, geloof ik, dat we er
van schrikken zouden, zooveel kleine
leugentjes er gevonden werden.
Groote leugens, oneen, leugens zijn
haast altijd klein! Zelfs de groote le
vensleugens zijn een aaneenschakeling
van kleine onoprechtheden, welke
'ontaarden in grove onwaarheden. De
verleiding is zoo groot om in plaats
van de echte waarheid in allerlei om
standigheden maar het eerste het
beste te zeggen wat ons invalt, en wat
ons de gemakkelijkste oplossing lijkt
om van verder gevraag af te komen.
Soms is het lafheid, soms gemakzucht.
De waarheid kan dikwijls aanleiding
worden tot lange uiteenzettingen; het
leugentje kan soms ongelooflijk goede
diensten doen, de toehoorders zijn
spoedig tevreden gesteld! Gemak
zucht!
Ook is vrees voor berisping, voor
een spottenden blik, voor een onge
duldig schouderophalen somtijds oor
zaak, dat de waarheid verzwegen en
een leugen, in de plaats gesteld wordt.
Lafheid!
Ja, lafheid, gemakzucht, ikzucht en
wat al nog meer, kan oorzaak worden
van een onnoembaar aantal leugentjes
gedurende een geheel menschenleven.
Och, als alle menschen eens ernstig
begonnen al die kleine onoprecht
heden te vermijden, die ze zonder na
denken, zoo gemakkelijk begaan, wat
zou de wereld dan een eerlijke, waar-
heidslievende bevolking herbergen!
Zouden we voor onszelf niet eens
gaan probeeren in alles recht-door-zee
waarheidslievend te worden?
BEA.
PARELS.
Weinig vrouwen hebben onder haar
sieraden in het byouteriekistje geen
snoer parels. Van de dure tot de goed-
koope imitaties, vullen ze bij haast
iedere vrouw een deel van haar
„schatten" aan. De kunstmatige parels
zelfs kunnen ware „juweeltjes" zijn,
voor. zoover men bij imitatie-parels
van „juweelen" spreken kan.
De echte parels, ia, dat zijn de sie
raden, welke alleen de vrouw met
ruime beurs zich kan aanschaffen.
Deze worden in de pareloesters ge
vonden en zijn zeer verschillend in
omvang, vanaf de grootte van een kers
tot aan de minieme afmeting van een
speldeknop, worden ze op den bodem
van de zee, in de pareloesters gevon
den. Het visschen naar parels is een
gevaarlijk werkje. Van Juni tot midden
September houdt men zich aan de
Perzische Golf hiermede bezig. Iedere
duiker heeft een kleine korf bij zich,
springt over boord, en zet de voeten
op een steen, die aan een touw vast
gelegd is. Op een door den duiker ge
geven teeken, laat de visscher in de
boot het touw los, waarna het met
met den duiker naar den zeebodem
zinkt. Gemiddeld vertoefd hij 40
seconden onder water. Haaien en
zaagvisschen zijn de gevreesde dieren,
waardoor menig duiker het zwaar te
verantwoorden kreeg en dit gevaar
wordt manhaftig getrotseerd voor de
waardevolle vangst.
BLOUSES.
Twintig jaar geleden had de blouse
een bijna benijdenswaardig groote
plaats in de mode. Maar dat is ver
anderd. We kregen de japon uit één
stuk en de tweedeelige, waarvan het
lijfje de blouse verving; ook kwamen
de getricoteerde jumpers in de mode,
Bij tailleurcostuums echter bleef de
blouse zich handhaven, ondanks de
concurrentie die ze van den jumper
ondervindt. Zelfs is er eenige opleving
in haar gebruik te constateeren. Het
begon vorig jaar reeds, toen zoowel
Parijs als Weenen c groot aantal
nieuwe blouses lanceerden die weder
als van ouds in den rok gedragen
werden inplaats van er over heen,
zooals reeds vele jaren mode was.
Blijkbaar zijn deze modellen toch niet
erg bevallen, want voor het komend
seizoen althans, worden de meeste
blouses weer buiten den rok gedra
gen, In verreweg de meeste gevallen
is de kleur ivoor; zalmkleur, heel
licht groen en dito blauw staan ech
ter ook op het programma. Natuurlijk
hebben alle modellen lange mouwen.
Als gevolg van de hoogere taille der
japonnen ziet men het eigenlijke blou-
sende gedeelte van sommige blouses
ook omhoog gebracht, zoodat het als
het ware op een veel nauweren heup
band valt.
MODEL No. 361.
geeft hiervan een voorbeeld. Het is
kraag en over de borst, benevens een
effen biais die een soort front vormt
van ivoorkleurig toile de soie met
bruine gepliseerde strookjes langs den
en bij den pols door de mouw geregen
is. De heupband is in zes strooken
gefronsd.
MODEL No. 362.
Hier zien we de bekende hemd-
blouse van zeer licht beige crepe de
chine. Het front kan geheel open ge
maakt worden, maar een drukknoopje
houdt de beide deelen bij elkaar,
Door bruine stiksels werd op front,
kraag en manchetten een dambord
effect verkregen. Dergelijke blouses
staan het best bij het moderne sport-
costuum.
VOOR BABY.
Is dit geen aardig frontje voor baby,
lezeres? 't Is bijna te mooi om op te
morsen. Men make het echter van
een stevige, maar mooie linnen stof,
liefst wit of beige. Het hondje en het
eendje worden met een zacht pot
lood voorzichtig op een stukje blau
we of groene stof geteekend (of eerst
op papier en dan gecalkeerd) daarna
uitgeknipt en op het frontje geappliqu-
eerd met rechte steken in de zelfde
kleur blauw of groen. De stof die men
voor de dieren gebezigd heeft, wordt
ervolgens aangewend voor 'n breede
bekende Engelsche tweeds. Ze hebben
een nogal sportief voorkomen, zooals
ook op bijgaande teekening te zien
is. Dit model wordt van voren op een
knoop gesloten en heeft aan weers
kanten groote zakken, schuin geplaatst
en evenwijdig met een aantal ner-
-vures die met een naar beneden ge
richte boog over den rug loopen naar
den zak aan de andere zijde, Dergelij
omboording, die men eveneens met
rechte steken vastzet. Voor de be
vestiging om den hals kan men een
smal, bijpassend lintje gebruiken, wat
bovenaan bij de punten aan den ach
terkant aangehecht wordt.
HERFSTKLEEDING.
Donkere, bedrukte crêpe de chine
is zeerin gebruik voor allerliefste
herfstjaponnetjes. Ze zijn zoo char
mant, die soepele toiletjes en brengen
aan elk figuurtje nog een extra portie
gratie en elegance bij.
De laatste modellen zijn voorzien
van groote cape-vormige kragen,
waarmede de volant op den rok in
overeenstemming is. Vloeiende lijnen
en ongelijke rokzoomen, ziedaar het
nieuwe aspect van de moderne herfst-
robes.
Het deux-pièces is geenszins in dis-
crediet gefaakt. Integendeel, meer en
meer wordt deze, bij uitstek jeugdige
en sportieve kleeding gewaardeerd en
toegepast. Deze, voor den herfst be
doelde deux pièces, zijn veelal van be
drukte crêpe marocain of van dunne
wol, waarin een zijden weefsel is ver
werkt. Dit laatste wordt dit seizoen
zeer veel gezien. Veelal is de jumper
bewerkt met galon in dezelfde kleur
en wordt aan den rokzoom dezelfde
garneering aangebracht.
Wanneer crêpe marocain als mate
riaal is gekozen, wordt de bedrukte
stof voor de jumper en de effen stof
vóór het rokje gebruikt.
De rokjes der deux-pièces zijn ge
plooid en de rechte korte jasjes heb
ben somtijds een opstaand kraagje, ge
voerd met de stof der jumper.
Mantels en mantelpakken van
tweed-stoffen zijn en vogue. Ze zijn en
blijven altijd mooi deze stoffen en zeer
origineele dessins treft men er onder
aan.
Bruin en beige geruite tweed, zwart
met rood, en groen met grijs „doen"
het als herfststoffen bijzonder goed.
Bij de deux-pièces draagt men jum
per of blouse van witte of zeer lichte
stof, somtijds gegarneerd met tweed.
Een der nieuwste modellen mantels
is die, welke schuin gekruist, met één
knoop gesloten wordt. Als eenige gar
neering zijn er wat plooien aan
gebracht en een reusachtige echarpe-
kraag voltooit dit zeer aparte toilet.
De blouses, welke bij het mantelpak
in het herfstseizoen altijd een korte,
maar gewichtige rol spelen, varieeren
ontzettend, zoowel wat maaksel als
materiaal betreft.
Het casaque-model met ceintuurtje
wordt wel het meest gezien, daarnaast
de ruimé, overbloesende modellen, met
breede revers of kraagje-met-jabot en
slechts zelden de blouse, welke in den
rok gedragen wordt. Toch zal dit mo
del meer en meer opgeld doen, naar
mate de hooge taillelijn populair zal
worden,
IRIS.
EEN EERSTE HERFSTMANTEL.
We schreven reeds in een vorig
opstel, dat vele der nieuwe mantels
voor den herfst van wollen stoffen
worden gemaakt. die veel liiken oo de
ke nervures ziet men eveneens op
de ondereinden der mouwen. De gar
neering bestaat uit bijpassend Per-
sianerbont.
VOOR HET KOMENDE SEIZOEN.
Japon No. 364.
Een elegant maar heel eenvoudig
model van bruine crepe marocain met
aangevuld is met een frontje van de
zelfde stof, en gegarneerd met een
dubbele bies. De sjaal is niet aan de
japon bevestigd. De mouw is niet min
der merkwaardig: het nauwe polsge
deelte is even onder den elleboog aan
een dunne voering bevestigd; terzelf
der hoogte begint de verwijding van
het overvallende gedeelte. De klok
ken in den rok zijn verkegen door in
voeging van lange puntvormen.
SIERLIJKE HANDTASCHJES.
Wij worden de laatste jaren wel ver
wend met een groote keuze in hand-
taschjes. Nu de mode hoe langer hoe
meer decreteert, dat alle onderdeelen
van ons toilet bij elkaar behooren te
passen, niet maar zoon beetje, maar
zoo volkomen mogelijk, zoodat het
lijkt of ze voor elkaar gemaakt zijn,
kon dus ook moeilijk de mogelijkheid
achterwege blijven om bij elk costuum
een bijpassend taschje te vinden. Na
tuurlijk kunnen we ons dat lang niet
allemaal en altijd permitteeren, maar
toch doen we er zoo veel mogelijk aan
mee.
Het meest practisch in dit opzicht
zijn wel de beige leeren tasschen, die
men in de beide hoofdtypes, de porte-
feuillevorm en die met beugel en
draagriempje, in gelijke mate aantreft.
Ze passen bij alle beige en bruine
costuums en mantels; zelfs kan men
ze heel goed ook bij rood en groen
dragen, vooral die modellen, welke
reeds met rood of groen leer zijn in
gelegd. Een geheel effen tasch blijft
niettemin gedistingeerder. Bij zwarte
middagkleeding ziet men veel zwarte
peau de suede dragen, beugelmodellen,
zonder andere versiering dan een
mooie barnsteenen of schildpadden
knop op de sluiting. Soms is die beu
gel van zilver met een groene steen
als sluitgarnituur. De krokodilleeren-
tasschen staan niet meer zoo in het
middelpunt van de modieuse belang
stelling, hoewel ze nog vrij veel wor
den aangetroffen. Voor dure modellen
ziet men thans meer slangenleer toe
gepast; met chemische middelen geeft
men dit leer vaak „oude" tinten, maar
ook weet men op die manier zooge
naamde modekleuren te bereiken. Zoo
is een van bijgaande taschjes van
blauwe tapir, ingelegd met effen don
ker en lichtblauw leer, gevat in gou
den randjes. Met het tweede model
komen we dadelijk op geheel ander
terrein: de tasch van gewreven stof,
taffetas, moiré, fluweel enz. Dit model
is van gevlochten zijden koord ge
maakt, in beige en kastanje tinten. Het
spreekt vanzelf, dat dit koord, waar
van verschillende figuren samen
gesteld zijn, op een ondergrond van
een stevige stof, moiré, bevestigd is.
Men ziet voorts veel portefeuille
modellen van zwarte moiré, versierd
met een zilveren sluiting met een
mooien steen, of wel met sluiting en
initialen in zilver en strass.
De avondtasschen kunnen we in
het algemeen niet bewonderen. Zij zijn
doorgaans van heel fijne pareltjes sa
mengesteld, versierd met bloemetjes
en Lodewijk XVI-achtige prentjes, sa
mengehouden door een zilveren of
vergulden beugel in denzelfden stijl.
Beter zijn enkele kleine modellen in
zwart, met rose, zilver of goud ge
voerd en bestemd gedragen te worden
bij een zwart toilet.
leeren ceintuur en verdere 'garnee
ring in een donkerder nuance. Zeer
origineel is de onregelmatige hals
opening, die voor zoover mogelijk
keukengeheimen
APPELPASTEI.
Vul een bakschotel met matig
dikke sneden rauwe appel. Neem op
elke zes appels een derde van een
theekopje suiker en een vierde van
een theelepel kaneel, welke men sa
men vermengt en over de appel-
schrijven sprenkelt. Maak nu wat
pastijdeeg, rol dit tot een platte laag
uit en snijdt het in meerdere stukkan,
welke boven op de appels gelegd
worden. De schotel wordt nu in een
middelmatigen oven gezet, totdat de
appels zacht zijn en het deeg mooi
goudbruin. Men kan opdienen met een
even aangedikte citroensaus.