UIT DE PERS
BINNENLAND
DE ONVOORZIENE
AANKLAGER
DERDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1929
DE KONINGIN DE LES GELEZEN.
"Wij lezen in He-t Huisgezin:
Het orgaan der Evangelische Maat
schappij, de Protestant, is „diep bedroefd".
Omdat H. M. de Koningin kardinaal Van
Rossum heeft ontvangen en, zooals van een
vorstin te verwachten was, hoffelijk heeft
bejegend.
Niet alleen is de Protestant diep be
droefd, maar zijn hart, „dat warm voor
Oranje klopt en dat zoo dankbaar was,
toen onze vorstin tijdens Haar bezoek aan
Parijs bij het standbeeld van Haar voor
vader. den grooten admiraal de Coligny,
zoo kloek voor Haar Protestantsch geloof
uitkwam, is diep geschokt geworden".
Voor het gemak neemt het blad aan,
dat dit met iederen Protestant het sfeval
is geweest.
Alleen hebben de Protestantsch-Chris-
telijke dagbladen, „verpolitiekt door de
coalitie", daaraan geen uiting durven ge
ven.
Is de ontvangst alleen reeds een reden
tot droefenis, mocht het 'bovendien juist
zijn, dat onze koningin zou gesproken heb
ben van den Prins der Kerk en herinnerd
aan diens reis naar IJsland, dan„neen,
we schrijver liever niet neer wat we den
ken". zegt de Protestant, even radeloos
als redeloos.
In zijn overspanning niet goed lezende,
maakt het blad 't nog erger, dan het al is.
Het woord „Prins der Kerk" zal de Ko
ningin wel niet hebben gebezigd: in het
verslag stond, dat Hare Majesteit infor
meerde naar den gezondheidstoestand van
den kardinaal en haar bewondering uitte
voor de kracht van den Prins der Kerk,
die nog pa-s zijn groote reis naa-r IJsland
had volbracht.
Ligt het niet voor de hand, dat men
een compliment maakt aan een 75-jarige,
die tegen de vermoeienissen van. een reis
naar het hooge Noorden niet opziet?
Daar heeft. Katholicisme noch Protestan
tisme mee tJBnaken: het behoort tot de
beschaafde omgangsvormen, waarvan de
Protestant vermoedelijk niet op de hoog
te is.
Het orgaan der Evangelische Maat
schappij is zich gaan afvragen, hoe onze
Oranje-vorstin tot zoo ernstig afdwaling,
om niet te zeggen diepen val, is kunnen
komen.
En het heeft er dit op gevonden: -de
koningin staat „onder den invloed van
onzen Roomschen minister-president en
van den Roomschen opperceremoniemees-
ter en grootmeester van het civiele Huis
van H. M. de Koningin".
In dit verband wijst het op het groote
gevaar der politiek en durft ook zeggen,
„dat zoo'n Roomsche opperceremoniemees-
ter niet in het huis onzer Koningin be
hoorde".
Wij loopen vermoedelijk niet zoo te
koop als de Protestant met ons voor Oran
je en de Koningin kloppend hart en wij
gebruiken minder hoofdletters maar wij
onthouden ons in ieder geval van wenken
aan Hare Majesteit hoe ze haar Huis heeft
in te richten, en nog meer onthouden we
ons van de 'beleedigende insinuatie, dat
de koningin zelfstandigheid mist en aan
den leiband loopt van een paar heeren,
met. wie ze in aanraking komt.
Maar het ergst maakt het Evangelisch
orgaan het, als het zegt te zullen bidden,
„dat God onze geliefde vorstin beware
voor bet geloof van Willem den Zwijger en
Willem den Derde, den Stadhouder-Ko
ning, Hare groote voorzaten".
Bijna geloofsafval heeft de koningin ge
pleegd door kardinaal Van Rossum te ont
vangen, dit geeft de Protestant met zoo
veel woorden te verstaan.
Het zal de koningin niet deren, zoo min
als bet ons deert; maar in de kringen der
Evangelische Maatschappij moet een be
nauwende, kleingeestige atmosfeer hangen,
datzulk dom en kwetsend geschrijf daar
wordt aanvaard.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND.
Achtste bondscongres te Almelo.
Verkoop op afbetaling en huur-
oop.
De tweede dag van het congres ving aan
met een H. Mis in -de St.. Georgiuskerk,
opgedragen door den ZeerEerw. heer L.
J. van der Heijden, geestelijk adviseur van
den Ned. R. K. Middenstandsbond.
Daarna begon te half tien in de socië
teit „Tot nut en vermaak" een bespreking
van het rapport, opgesteld door de com
missie aan welke was opgedragen een on
derzoek in te stellen inzake verkoop op
afbetaling en huurkoop. In deze commissie
hadden zitting Prof. mr. P. J. M. Aalber e,
dr. J. Beurden, mr. J. A. G. M. van Hel-
lenberg Hubar en mr. F. Bielders.
Begonnen werd met de algemeene be
schouwingen.
De heer van 't Hek (Amsterdam) levert
er critiek op, dat in de commissie geen
enkele practische midden stander zitting,
had. Daarom zou de afdeeling Amsterdam
de resolutie willen aanhouden. Overigens
meent spreker, dat de termijninkoop nog
zoo korten tijd van leven heeft gehad, dat
we ons nog moeilijk aan conclusies kunnen
vastleggen. Het vraagstuk van den ter
mijnkoop is trouwens niet slechts een micï-
denstandsbelang maar een groot maat
schappelijk belang.
De heer Alink (Amsterdam) meent, dat
de reden, waarom velen in huurkoop ver-
koopen gelegen is in het feit, dat zij daar
toe worden gedwongen door overheidsbe
drijven, welke er een zeer gemakkelijk af
betalingssysteem op na houden. Zoo ver-
koopen zij gashaarden in huurkoop, waar
door deze in de groote steden populair
werden. Aan conclusie 4 wil spreker nog
een conclusie 4a toevoegen, als volgt lui
dend: In navolging van de Duitsche wet
geving worde gestreefd naar verbod en
strafbaarstelling van de colportage van af
betalingsartikelen.
Heb leger colporteurs, dat over de
steden en het platteland wordt uitgestuurd,
bestaat voor een niet gering deel uit on
bekwame verkoopers. Daardoor moeten
door al die colporteurs allerlei trucs in toe
passing worden gebracht om aan een be
hoorlijken verkoop te komen, trucs waar
van dan de koopers, die plotseling worden
verrast door een agent, de dupe worden.
Waar verbod van het huurkoopstelsel on
mogelijk schijnt, blijft niets anders over dan
de colportage te verbieden.
De beer Jolie (Eindhoven) geeft eenige
voorbeelden, ten hemel schreiende feiten
van de ellende van het afbetalingsstelsel.
Geen enkele midednstander zal op afbeta
ling kunnen verkoopen of hij zal in handen
van den agent vallen en, wie het met der
gelijke agenten aanlegt, valt in" hun macht
en is geheel op hen aangewezen. Spr. is
het met den beer van 't Hek eens, dab de
tijd voor definitieve conclusies over het
stelsel nog niet is aangebroken. In het
buitenlandd hebben zich de groote waren
huizen reeds op het. afbetalingsstelsel ge
worpen om hun debiet te behouden. Spr.
kan zich geen krachtigen middenstand den
ken met dit afbetalingsstelsel. Er is ove
rigens een zeer groot verschil tusschen bet
opringen van een stelsel en het feit zelf
dat oppassende menschen goederen, die ze
noodig hebben, op gemakkelijke betalings-
vooi-waarden kunnen krijgen. Voorde arbei
ders brengt bet afbetalingsstelsel niets an
ders dan ellende. Ook voor den werkgever
kan het stelsel niet nuttig zijn, immers het
loon zal nooit lioog genoeg wezen, als de
arbeider wekelijks daarvan een groot deel
moet afstaan voor voldoening van lcoopea
op afbetaling. Spr. is tegen het afbetalings
stelsel. (Applaus).
Mr. Bielders, secretaris van de commh-
sie-Aalberse, deelt mede, dat Mr. Aalberss
door zeer drukke bezigheden onmogelijk
dit. congres heeft kunnen bijwonen.
Naarmate de commissie met haar ar
beid vorderde, bleek alras, dat het rapport
niet zou gaan in de richting dat aan het
afbetalingsstelsel de doodsteek moest wor
den gegeven. Wij staan voor iets, dat zoo-
danigen omvang heeft gekregen, dat men
het niet zonder meer kan negeeren of zoo
kan bestrijden, dat het t-en doode zou zijn
opgeschreven. Het rapport wordt door de
heele commissie ten volle gesteund.
Mr. Bielders beantwoordt dan de ver
schillende sprekers. Het komt spreker
voor, dat in de resolutie van bet bondsbe-
stuur geen bepaald standpunt wordt inge
nomen. Die resolutie behelst slechts een
zeker aanpassingsvermogen en zij vraagt
een landelijke commissie ter voorlichting
en ter waarschuwing. Dit beteekent wel al
lerminst een met gejuich binnenhalen van
het stelsel. Ook tegenstanders van het afbe
talingsstelsel kunnen de resolutie onder
schrijven. Inderdaad is het colportage-sys-
teem zeer funest. Het opdringen der arti
kelen is een der gevaarlijkste kanten van
'het afbetalingssysteem. Het amendement,
op artikel 4 van de conclusie kan naar spre
kers meening het congres dan ook gerust
anavaarden. Wettelijke maatregelen tegen
de colportage zijn zeker op hun plaats. De
gevolgen van het afbetalingsstelsel zijn ze-
kor vaak allerdroevigst/Men moet echter
de zaak niet eenzijdig bekijken. Men kan
niet alle ellende op het afbetalingsstelsel
schuiven en het is niet juist, dat alle bona
fide afbetalingsmagazijnen zich van agen
ten bedienen. Met de resolutie wordt aller
minst het af betalingssysteem gesanction-
neerd. Men kan huiverig zijn voor het stel
sel en zeker moeten alle excessen worden
geweerd.
Dr. van Beurden merkt op, dat het be
stuur van den R. K. Middenstand heeft
aangestuurd op het verkrijgen van een za
kelijk rapport doch- menschen uit de prae-
tijk uit de commissie te waren. Wel zijn
menschen uit de practijk, zoowel voor- als
tegenstanders, döor de commissie gehoord.
Hét rapport is reeds voor talvan maan
den verschenen. De resolutie van het be
stuur is niets anders dan een weerslag
op dat rapport, zoodat voor verdaging z.i.
geen reden is.
Is het afbetalingsstelsel in zich verder
felijk? Spr. meent van niet, evenmin als
het credietwezen. Het is in laatste instan
tie niets anders dan een andere vorm van
crediet. Het geven van crediet leidt tot
misbruik, dat is aan geen twijfel onderhe
vig. Het afbetalingsstelsel leidt tot zeer
ernstige gevolgen, evenmin is dit aan twij
fel onderhevig. Hoe minder er op crediet
gekocht of geleverd wordt, hoe beter. Voor
lichting aan het publiek moet doen zien, dat
bij koop op afbetaling men veel meer be
taalt dan bij koop a contant. Voorlichting
'moet ook misbruik aan den schandpaal
slaan. Afbetalingsmagazijnen hebben reeds
hun informatiebureaux, om te voorkomen,
dat verkocht wordt op afbetaling aan per
sonen, die nog schuld hebben aan andere
magazijnen.-Wij moeten in afwachting van
eventueels wettelijke maatregelen niet bij
de pakken gaan neerzitten, doch zelf reeds
die maatregelen toepassen, welke excessen
kunnen doen keeren.
Rector Bots (Amsterdam) keert zich te
gen de meening, hier verkondigd, dat
het afbetalingsstelsel in zich verkeerd zou
zijn. Als het in zich kwaad is, mag men
het onder geen omstandigheid aanvaarden,
en ook dat zou spr.' niet durven beweren.
Maar, als men do ziel van het .volk heeft,
aangevoeld, valt het. niet mee te zeggen,
dat liet niet in zich verkeerd zou zijn.
Wij staan in het'practische'leven met
zijn ijdelhexd, zijii pronkzucht, zijn snoep
lust en dan zegt men: In theorie kan men
misschien beweren, dat bet f afbetalings
stelsel niet hi zich verkeerd is; maar in de
practijk, ziende de gevolgen, is dat toch
moeilijk vol te houden. Wij zijn dan ook
wel degelijk verplicht te laten voelen, dat
het stelsel buitengewoon gevaarlijk is. Cre
diet nemen is niet gemakkelijk, maar he af
betalingsstelsel is ehel gemakkelijk. (Ap
plaus).
In de conclusie van het hoofdbestuur, ligt
zoo iets als: wij moeten het toch maar
doen. Spr. zou alleen maar heel graag wil
len dat alles vermeden wordt, waardoor
men later zou kunnen zeggen: wij hebben
er zelf ook een handje aan meegeholpen.
Het pousseerende dat in de resolutie ligt,
zou spr. er uit willen doen verdwijnen. (Ap
plaus).
De voorzitter doet dan mededeeling van
bet danktelegram van H. M. de Konin
gin.
Mr. Jurgens (Eindhoven) vraagt, of het
mogelijk is in verband met conclusie 12
van het rapport-Aalberse een duidelijke om
schrijving te geven van de afbetalingsovei--
eenkomst en haar gevolgen.
De heer Molkenboer (Leiden) acht een
wettelijke betaling noodig, dat een regis
ter worde aangelegd, waarin door de afbe
talingsmagazijnen wordt vermeld, aan wie
zij crediet hebben verleend. Hierbij zouden'
de Kamers van Koophandel haar mede
werking kunnen verleenen.
De heer van Hoek meent in zfn repliek
dat de colportage aan het afbetalingsstel-
sel inhaerent is. Spr. zou, om het gevaar
lijke, aan het stelsel verbonden, uitstel van
een beslissing over de resolutie gewenscht
achten.
Eerst na den oorlog is het afbetalings
stelsel in Amerika tot ontwikkeling geko
men en vandaar, naar hier geïmporteerd.
Die tijd is te kort geweest om nu reeds
zijn houding tegenover het stelsel vast te
leggen.
De heer Alink zou niet te scherpe grens
willen zien getrokken tusschen consump
tief en productief crediet. Is een stofzuiger
bijvoorbeeld een consumptief of een pro
ductief artikel.
Dit laatste is denk aan besparing van
hulp zeker te verdedigen. Tegenover
rector Bots zou spr. alleen dit willen op
merken, dat in. huurkoop toch zeker iels
democratisch ligt.
De heer Jolie vindt in het rapport-Aal
berse (le tendenz: laten wij er toch maar
mee moegaan. Spr. acht dit een subjectieve
meening van de commissie. Tusschen zaak-
crediet en crediet voor afbetalingsaankoop
is een zeer groot verschil. Immers de koe
lvers op afbetaling zijn niet credietwaar
dig en toch dringt men hun crediet op.
Spr. zou het stelsel zoo sterk mogelijk wil
len beteugelen.
De heer Hendriks (Nijmegen) haalt eeni
ge feiten aan uit de })ractijk, waaruit
blijkt, dat het afbetalingssysteem 'n groote
verleiding voor de armen is en tot oplichting
leidt op groote schaal. Het kan een nood
zakelijkheid in deze maatschappij zijn, maar
dan is het een noodzakelijk kwaad.
Dr. van Beurden meent, dat* rector Bots
hier heeft getuigd tegen het ^betalings
systeem om de funeste gevolgen, die er uit
voortvloeien.
Toch huivert hij er voor, het in -zich
slecht te noemen, terwijl bet kwalijk aan
gaat het goed te noemen.
Volgens spr. kan het stelsel noch in zich
goed, noch in zich slecht worden genoemd.
Dat hangt af van bet gebruik, dat ervan
wordt gemaakt. Er wordt inderdaad mis
bruik van gemaakt. Spr. voelt met rector
Bots, dat aan het afbetalingsstelsel heel
wat meer kwade gevolgen zijn dan aan hot
gewone credietwezen.
Conclusie 1 wil spr. dan ook zoodanig
aanvullen, dat het afbetalingsstelsel in zijn
toepassing zooveel mogelijk moet worden
beperkt. Naast de commissie van onderzoek
uit de verschillende maatschappelijke groe-°
pen zou ook een commissie uit den midden
stand afzonderlijk op haar plaats zijn. Een
dergelijke commissie zou door bet bestuur
in het leven kunnen worden geroepen. Spr.
meent, dat wij niet kunnen volstaan met
niets te doen. Dan zou het stelsel met zijne
e-xcessen -nog verder invreten.
Vooral de laatste conclusie is van groote
pra.ctische beteekenis. Als wij de resolutie
aannemen, dan kunnen wij beginnen met
praktisch werk.
Dc resolutie van bét hoofdbestuur, aan
gevuld door dr. van Beurden en het amen
dement Alink worden dan zonder stemming
aangenomen.
Rondvraag.
Namens de Kamers van Koophandel
dankt de heer Kropveld (Den Haag) voor
de uitnoodiging om het congres bij te wo
nen. Spr. heeft het gevoel alsof hij hier een
cursus heeft gevolgd in den besten zin van
het woord. Hij is ook verheugd, dat er een
uitstekende samenwerking bestaat tus
schen de Kamers van Koophandel en do
middenstandsorganisatie. Het congres heeft
den indruk gegeven van denken, van wev-
ken, van doen. De Kamers zullen buiten
gewoon gaarne de congressen van den R.
K. Middenstand blijven bijwonen en sjvr.
dankt bijzonder mr. van .Hellenberg Hu-
bar voor zijn doorwrocht praeadvies.
De voorzitter dankt den heer Kropveld.
Het verheugt spr. te kunnen zeggen, dat
naar de algemeene overtuiging het congres
uitstekend is geslaagd. Spr. brengt nog
velen anderen dank, waarna hij met den
Christelijken groet bet congres sluit.
In den namiddag werd een autotocht ge
maakt door Twente, aangeboden door het
gemeentebestuur van Almelo, met bezoek
aan het monument van dr. Schaepman te
Tubbergen. „Msbd."
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Zaterdag 28 September,
Hilversum, 2Üs M. Na 6 uur 1071 M.
(Uitsl. KRO-uitzijdingen).
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje.
12.151.15 Concert door 'het K. R. O,
Trio.
I.15—2.00 Gramofoonmuziek.
2.00—3.15 Kinderuurtje.
4.005.00 Cursus Engelsch.
5.005.45 Gramofoonmuziek.
5.456.00 Journalistiek Weekoverzicht.
,6.007.30 Orgelconcert.
7.30—8.00 Lezing.
8.019.00 Vroolijk uurtje.
9.0012.00 Concert. Orkest en Vocaal
Ensemble.
9.30 Nieuwsberichten.
Huizon, 1875 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.152.00 Copeert door het A. V. R. O.-
Kwartet.
2.002.30 Filmpraatje door Max Tak.
2.301.30 Aansl. van het Tusehinski-
Thcater te Amsterdam.
5.006.00 Thé dansant door „The Ram
blers" uit Cabaret „La Gaite" te Am
sterdam.
6.017.45 Concert door het Omroep-or-
kest. Solist: John de Nocker (bariton).
8.00 V. A. R. A.-uitzending.
Da ventry, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
II.05-L.ii.20 Lezing.
I.202.20 Orkestconcort.
3.50 Concert.
4.20 Verslag van den wa-t-erpolo-wodstrijd
EngelandDuitschland.
5.05 Cinema-orgelconcert. t,
6.35 Nieuwsberichten.
7.05 Concert.
7.20 Lezing.
7.35 Lezing.
7.50 Concert. Militaire kapel.
9.20 Wallah! Wallah!" Solisten, koor
en instrumentaal kwintet.
10.00 Nieuwsberichten.
10.20 The Railway Employees Carnival
Toespraken.
10.30 Lezing. v
10.4512.20 Dansmuziek.
„R a d i o Pari s", 1725 M.
12.502.20 Gramofoonmuziek.
5.05 Dansmuziek.
6.55 Gramofoonmuziek.
8.35 Zang door den heer Tubiana ge
volgd door dansmuziek.
Langenber-g, 473 M.
7.208.15 Gramofoonmuziek.
8.209.20 Orkestconcert.
10.3511.45 Gramofoonmuziek.
II.5012.20 Gramofoonmuziek.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.252.^0 Orkestconcert.
5.55—6.50 Gramofoonmuziek.
8.20 Vroolijke avond.. Daarpa tot 1.20:
Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Trioconcert.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.35 Orkestconcert.
Z e e s e n, 1635 M
6.1010.50 Lezingen.
12.201.10 Muziekuitzending voor scho
len.
I.101.50 Lezingen.
2.202.50 Gramofoonmuziek.
2.50—5.20 Lezingen.
5.206.20 Concert uit Hamburg.
6.208.20 Lezingen.
8*20 Zang en declamatie.
9.20 Cabaret. Daarna tot 12.50: Dans
muziek.
.Kalundborg, 1153 M.
.3.505.50 Concert door Instrumentaal
Ensemble. Kirsten Engquist (operazan
geres).
8.359.35 Declamatie en zang.
9.5010.20 Oelflo-recita] door Erik Ryti
ter.
10.20—11.20 Concert.
II.20—12.35 Dansmuziek.
FEUILLETON.
naar het Italiaanscb van
DE MARCHI
16)
De herbergier keek den jager verbaasd
Toen deze een weinig tot bedaren ge
komen was, trachtte hij een verklaring te
geven van zijn zonderlinge handelwijze.
„Ha, ba. wat een raar geval.U kent
don Antonio zeker wel. Nu, sinds hij zijn
hoed verloren heeft, heeft hij geen rust
meer... ha! ha!
Denk eens aan, dat is zijn eenige hoed
en hij is te arm om een anderen ie koopen.
Stel u hem eens voor, blootshoofds bij zon
neschijn of regen Ha, ha't Is om te
lachen... Ik was er juist bij toen de secre
taris van het Raadhuis, een zekere....
„Jervolino
„Juist, Jervolino kwam op de gedachte
dat. u den hoed misschien meegenomen
hadt"
„Och, ik heb alles in een zak gepakt".
„Nu moet er nog bijkomen dat men u
beschuldigt een gewijd voorwerp gestolen
te hebben
De herbergier keek den ander ontsteld
aan.
„Maak u maar niet ongerust; u ziet wel
dat ik een grapje maak, nietwaar?"
„Een dief zou er niet veel mee opschie
ten zooiets te stelen. De hoed is zoo kaal
en verschoten als de ezel van don molen.
Wacht ik zal hem even halen.
En hij verdween langs een kleine houten
trap.
De baron kon niet blijven zittendoor
oDgeduld gedreven ging hij de plaats op
en liep daar eenige stappen op en neer,
zonder het venster der benedenzaal uit het
oog te verliezer).
Plotseling sidderde hij.
Achter het raam bemerkte hij den fa-
meuzen priestershoed't Was een grap
van den vroolijken Petro. De jongeman had
den hoed opgezet en verscheen eenige
oogenblikken later met het misvormde en
versleten hoofddeksel voor den baron, ter
wijl hij schaterlachend riep:
„Hier is het pracht-exemplaar. U bewijst
me een dienst als u mij er van verlossen
wilt. Wacht, ik zal dat ding in uw wei-
tasch doen. De vogel is wel wat groot,
maar als we de vleugels wat samendrukken
gaat het tochZoo u verdient nu
wel een complimentje voor het ongewone
wild dat u geschoten hebt".
De baron dacht aan niets anders meer
dan aan zoo spoedig mogelijk te vertrekken
„Hoeveel ben ik u schuldig?"
„Anderhalve lira. De hoed krijgt u dan
voor niets".
De baron bedankte en vertrok.
Zoodra hij uit het gezicht van den her
bergier was, versnelde hij zijn loop.
't Was ditmaal een blijde opgewonden
heid, geheel verschillend van die der laat
ste dagen, welke hem voortdreef. Hij had
immers het resultaat bereikt dat hij zoo
vurig verlangde. De hoed, die geduchte
aanklager, was. eindelijk in zijn bezit.
Wat zou hij er nu mee doen Hem ver
nietigen, natuurlijk! maar hoe? Hem ver
bergen, begraven Aan kleine stukjes knip
pen Of hem in 't water werpen Juist liep
hij langs eenzame velden en zag hij op kor
ten afstand een beekje. Hij naderde het,
bukte zich voorover, deed de weitasch open
en keek nogmaals om zich heen -of niemand
hem kon gadeslaan...
Maar neen, de hoed zou misschien niet
verdwijnen op die wijze en de uiterste voor
zichtigheid moest in acht genomen worden.
De schuldige ging naar den weg terug en
zette zijn tocht voort. Weldra bereikte hij
het station en stapte in een wagon derde
klas. De eenvoudige medereizigers trekken
hem in hun gesprek en praatten over hon
den, hazen en vogelszij hadden immers
met een jager te doen
Gedurende eenige minuten vergat deze
wie hij was; hij voelde zich een gewone ja
ger, die geen auderen moord op zijn gewe
ten heeft- dan dien op het wild gepleegd.
Bij het vallen van den avond kwam hij in
Napels aan, waar hij zich eerst naar de
buitenwijken begaf.
Het eenvoudigste scheen, weitasch en
hoed te verbergen in een der afvoerbuizen,
welke in die volkrijke buurten op straat
uitkomen. Doch neenDe ccn of andere
straatjongen zou ze kunnen vinden en er
uit halen.
Rondom den persoon van den verdwenen
priester had het volk reeds eenige legen
den geweven. In ieder geval was de publie
ke nieuwsgierigheid gaande gemaakt en de
geringste aanwijzing zou voldoende zijn om
die te leiden. Ook de hoed had zijn geschie
denis. Men vertelde overal dat don Cyrillus
hem betaald had met dé aanwijzing van
een winstnummer. En niet alleen sprak het
volk daarover, maar ook de bladen hadden
op dat thema allerlei beschouwingen ge
bouwd.
Verder was het zoo goed als zeker dat
ook de herbergier van Falda zijn tong zou
roeren. Orn zijn klanten te vermaken zou
hij niet nalaten hun de anecdote te verha
len van den ouden hoed, welken 'n jager in
naam van den pastoor kwam'halen. Dc
baron kon dus niet te voorzichtig zijn.
Ronddolend kwam hij aan het strand,
waar de golven hun schuim wierpen en
dan spoorloos verdwenen.
Links lag Napels fonkelend van duizen
den lichten in nachtelijke rust.
De hemel was bedekt en men ontdekte
maan noch sterren. Nauwelijks kon nicn
een meter of tien voor zich uit zien om de
rotsen te onderscheiden die hun voeten in
het frissche zeewater baaddc-n.
Een oude visscherspink lag met een
ijzeren ketting aan een der rotsen ge
meerd.
De baron klom er in, maakte de ketting los
en roeide een eindje de zee in. Daar dreef
hij alleen op den onmetelijken waterspie
gel, van alle kanten omringd door de in
drukwekkende duisternis en stilte van den
nacht.
Nu opende hij zijn weitasch en greep den
hoed, zonder dat hij een poging durfde
wagen het beschuldigende voorwerp, do
stomme getuige zijner misdaad in den don
ker te zien.
Met een touw dat hij in zijn zak vond
bond hij den hoed stevig aan zijn geweer,
en slak dit met den loop in hot water....
het volgende oogonblik opende hij de
hand.
Geweer en hoed verdwenen goruischloos
in de sombere diepte der zee.
„Dat is eindelijk gedaan mompelde de
baron en onmiddellijk roeide hij naar hel
strand terug.
De hand van het gerecht.
Op dat zelfde uur begon voor dan An
tonio, den pastoor van Santafusca, een
reeks moeilijkheden.
Een vertegenwoordiger der politic, ver
gezeld van twee karabiniers, vroeg hem te
spreken.
De politie.... karabiniers! Wat moest
dat beteekenen V'
In eenige seconden had de priester zich
gekleed en verliet toen zijn kamer om die
angstaanjagende persone te ontvangen.
„Waar kan ik de heeren mee van dienst
zijn vroeg dc arme verschrikte grijsaard
beleefd en onderdanig.
„Don Antonio, erkent u de schrijver te
zijn van den brief welken u dezer dagen
aan den hoedenmaker Matica gezor.deu
hebt?" werd hem gevraagd.
„Ja zeker. Die brief vergezelde een
liocdIk heb hem gesehrevon."
„Daar de hoed in de omgeving van San-
tafusca gevonden is, zou de Procureur des
konïngs willen weten op welke plek pre
cies, door wien, en op welken dag er. welk
uur.
Bij dio' litanie van vragen, steeg de ver
wondering van den pastoor tot verbazing.
(Wordt vervolgd).