UIT DE PERS BINNENLAND DE ONVOORZIENE AANKLAGER DERDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1929 DE KONINGIN DE LES GELEZEN. "Wij lezen in He-t Huisgezin: Het orgaan der Evangelische Maat schappij, de Protestant, is „diep bedroefd". Omdat H. M. de Koningin kardinaal Van Rossum heeft ontvangen en, zooals van een vorstin te verwachten was, hoffelijk heeft bejegend. Niet alleen is de Protestant diep be droefd, maar zijn hart, „dat warm voor Oranje klopt en dat zoo dankbaar was, toen onze vorstin tijdens Haar bezoek aan Parijs bij het standbeeld van Haar voor vader. den grooten admiraal de Coligny, zoo kloek voor Haar Protestantsch geloof uitkwam, is diep geschokt geworden". Voor het gemak neemt het blad aan, dat dit met iederen Protestant het sfeval is geweest. Alleen hebben de Protestantsch-Chris- telijke dagbladen, „verpolitiekt door de coalitie", daaraan geen uiting durven ge ven. Is de ontvangst alleen reeds een reden tot droefenis, mocht het 'bovendien juist zijn, dat onze koningin zou gesproken heb ben van den Prins der Kerk en herinnerd aan diens reis naar IJsland, dan„neen, we schrijver liever niet neer wat we den ken". zegt de Protestant, even radeloos als redeloos. In zijn overspanning niet goed lezende, maakt het blad 't nog erger, dan het al is. Het woord „Prins der Kerk" zal de Ko ningin wel niet hebben gebezigd: in het verslag stond, dat Hare Majesteit infor meerde naar den gezondheidstoestand van den kardinaal en haar bewondering uitte voor de kracht van den Prins der Kerk, die nog pa-s zijn groote reis naa-r IJsland had volbracht. Ligt het niet voor de hand, dat men een compliment maakt aan een 75-jarige, die tegen de vermoeienissen van. een reis naar het hooge Noorden niet opziet? Daar heeft. Katholicisme noch Protestan tisme mee tJBnaken: het behoort tot de beschaafde omgangsvormen, waarvan de Protestant vermoedelijk niet op de hoog te is. Het orgaan der Evangelische Maat schappij is zich gaan afvragen, hoe onze Oranje-vorstin tot zoo ernstig afdwaling, om niet te zeggen diepen val, is kunnen komen. En het heeft er dit op gevonden: -de koningin staat „onder den invloed van onzen Roomschen minister-president en van den Roomschen opperceremoniemees- ter en grootmeester van het civiele Huis van H. M. de Koningin". In dit verband wijst het op het groote gevaar der politiek en durft ook zeggen, „dat zoo'n Roomsche opperceremoniemees- ter niet in het huis onzer Koningin be hoorde". Wij loopen vermoedelijk niet zoo te koop als de Protestant met ons voor Oran je en de Koningin kloppend hart en wij gebruiken minder hoofdletters maar wij onthouden ons in ieder geval van wenken aan Hare Majesteit hoe ze haar Huis heeft in te richten, en nog meer onthouden we ons van de 'beleedigende insinuatie, dat de koningin zelfstandigheid mist en aan den leiband loopt van een paar heeren, met. wie ze in aanraking komt. Maar het ergst maakt het Evangelisch orgaan het, als het zegt te zullen bidden, „dat God onze geliefde vorstin beware voor bet geloof van Willem den Zwijger en Willem den Derde, den Stadhouder-Ko ning, Hare groote voorzaten". Bijna geloofsafval heeft de koningin ge pleegd door kardinaal Van Rossum te ont vangen, dit geeft de Protestant met zoo veel woorden te verstaan. Het zal de koningin niet deren, zoo min als bet ons deert; maar in de kringen der Evangelische Maatschappij moet een be nauwende, kleingeestige atmosfeer hangen, datzulk dom en kwetsend geschrijf daar wordt aanvaard. INGEZONDEN MEDEDEELING. NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND. Achtste bondscongres te Almelo. Verkoop op afbetaling en huur- oop. De tweede dag van het congres ving aan met een H. Mis in -de St.. Georgiuskerk, opgedragen door den ZeerEerw. heer L. J. van der Heijden, geestelijk adviseur van den Ned. R. K. Middenstandsbond. Daarna begon te half tien in de socië teit „Tot nut en vermaak" een bespreking van het rapport, opgesteld door de com missie aan welke was opgedragen een on derzoek in te stellen inzake verkoop op afbetaling en huurkoop. In deze commissie hadden zitting Prof. mr. P. J. M. Aalber e, dr. J. Beurden, mr. J. A. G. M. van Hel- lenberg Hubar en mr. F. Bielders. Begonnen werd met de algemeene be schouwingen. De heer van 't Hek (Amsterdam) levert er critiek op, dat in de commissie geen enkele practische midden stander zitting, had. Daarom zou de afdeeling Amsterdam de resolutie willen aanhouden. Overigens meent spreker, dat de termijninkoop nog zoo korten tijd van leven heeft gehad, dat we ons nog moeilijk aan conclusies kunnen vastleggen. Het vraagstuk van den ter mijnkoop is trouwens niet slechts een micï- denstandsbelang maar een groot maat schappelijk belang. De heer Alink (Amsterdam) meent, dat de reden, waarom velen in huurkoop ver- koopen gelegen is in het feit, dat zij daar toe worden gedwongen door overheidsbe drijven, welke er een zeer gemakkelijk af betalingssysteem op na houden. Zoo ver- koopen zij gashaarden in huurkoop, waar door deze in de groote steden populair werden. Aan conclusie 4 wil spreker nog een conclusie 4a toevoegen, als volgt lui dend: In navolging van de Duitsche wet geving worde gestreefd naar verbod en strafbaarstelling van de colportage van af betalingsartikelen. Heb leger colporteurs, dat over de steden en het platteland wordt uitgestuurd, bestaat voor een niet gering deel uit on bekwame verkoopers. Daardoor moeten door al die colporteurs allerlei trucs in toe passing worden gebracht om aan een be hoorlijken verkoop te komen, trucs waar van dan de koopers, die plotseling worden verrast door een agent, de dupe worden. Waar verbod van het huurkoopstelsel on mogelijk schijnt, blijft niets anders over dan de colportage te verbieden. De beer Jolie (Eindhoven) geeft eenige voorbeelden, ten hemel schreiende feiten van de ellende van het afbetalingsstelsel. Geen enkele midednstander zal op afbeta ling kunnen verkoopen of hij zal in handen van den agent vallen en, wie het met der gelijke agenten aanlegt, valt in" hun macht en is geheel op hen aangewezen. Spr. is het met den beer van 't Hek eens, dab de tijd voor definitieve conclusies over het stelsel nog niet is aangebroken. In het buitenlandd hebben zich de groote waren huizen reeds op het. afbetalingsstelsel ge worpen om hun debiet te behouden. Spr. kan zich geen krachtigen middenstand den ken met dit afbetalingsstelsel. Er is ove rigens een zeer groot verschil tusschen bet opringen van een stelsel en het feit zelf dat oppassende menschen goederen, die ze noodig hebben, op gemakkelijke betalings- vooi-waarden kunnen krijgen. Voorde arbei ders brengt bet afbetalingsstelsel niets an ders dan ellende. Ook voor den werkgever kan het stelsel niet nuttig zijn, immers het loon zal nooit lioog genoeg wezen, als de arbeider wekelijks daarvan een groot deel moet afstaan voor voldoening van lcoopea op afbetaling. Spr. is tegen het afbetalings stelsel. (Applaus). Mr. Bielders, secretaris van de commh- sie-Aalberse, deelt mede, dat Mr. Aalberss door zeer drukke bezigheden onmogelijk dit. congres heeft kunnen bijwonen. Naarmate de commissie met haar ar beid vorderde, bleek alras, dat het rapport niet zou gaan in de richting dat aan het afbetalingsstelsel de doodsteek moest wor den gegeven. Wij staan voor iets, dat zoo- danigen omvang heeft gekregen, dat men het niet zonder meer kan negeeren of zoo kan bestrijden, dat het t-en doode zou zijn opgeschreven. Het rapport wordt door de heele commissie ten volle gesteund. Mr. Bielders beantwoordt dan de ver schillende sprekers. Het komt spreker voor, dat in de resolutie van bet bondsbe- stuur geen bepaald standpunt wordt inge nomen. Die resolutie behelst slechts een zeker aanpassingsvermogen en zij vraagt een landelijke commissie ter voorlichting en ter waarschuwing. Dit beteekent wel al lerminst een met gejuich binnenhalen van het stelsel. Ook tegenstanders van het afbe talingsstelsel kunnen de resolutie onder schrijven. Inderdaad is het colportage-sys- teem zeer funest. Het opdringen der arti kelen is een der gevaarlijkste kanten van 'het afbetalingssysteem. Het amendement, op artikel 4 van de conclusie kan naar spre kers meening het congres dan ook gerust anavaarden. Wettelijke maatregelen tegen de colportage zijn zeker op hun plaats. De gevolgen van het afbetalingsstelsel zijn ze- kor vaak allerdroevigst/Men moet echter de zaak niet eenzijdig bekijken. Men kan niet alle ellende op het afbetalingsstelsel schuiven en het is niet juist, dat alle bona fide afbetalingsmagazijnen zich van agen ten bedienen. Met de resolutie wordt aller minst het af betalingssysteem gesanction- neerd. Men kan huiverig zijn voor het stel sel en zeker moeten alle excessen worden geweerd. Dr. van Beurden merkt op, dat het be stuur van den R. K. Middenstand heeft aangestuurd op het verkrijgen van een za kelijk rapport doch- menschen uit de prae- tijk uit de commissie te waren. Wel zijn menschen uit de practijk, zoowel voor- als tegenstanders, döor de commissie gehoord. Hét rapport is reeds voor talvan maan den verschenen. De resolutie van het be stuur is niets anders dan een weerslag op dat rapport, zoodat voor verdaging z.i. geen reden is. Is het afbetalingsstelsel in zich verder felijk? Spr. meent van niet, evenmin als het credietwezen. Het is in laatste instan tie niets anders dan een andere vorm van crediet. Het geven van crediet leidt tot misbruik, dat is aan geen twijfel onderhe vig. Het afbetalingsstelsel leidt tot zeer ernstige gevolgen, evenmin is dit aan twij fel onderhevig. Hoe minder er op crediet gekocht of geleverd wordt, hoe beter. Voor lichting aan het publiek moet doen zien, dat bij koop op afbetaling men veel meer be taalt dan bij koop a contant. Voorlichting 'moet ook misbruik aan den schandpaal slaan. Afbetalingsmagazijnen hebben reeds hun informatiebureaux, om te voorkomen, dat verkocht wordt op afbetaling aan per sonen, die nog schuld hebben aan andere magazijnen.-Wij moeten in afwachting van eventueels wettelijke maatregelen niet bij de pakken gaan neerzitten, doch zelf reeds die maatregelen toepassen, welke excessen kunnen doen keeren. Rector Bots (Amsterdam) keert zich te gen de meening, hier verkondigd, dat het afbetalingsstelsel in zich verkeerd zou zijn. Als het in zich kwaad is, mag men het onder geen omstandigheid aanvaarden, en ook dat zou spr.' niet durven beweren. Maar, als men do ziel van het .volk heeft, aangevoeld, valt het. niet mee te zeggen, dat liet niet in zich verkeerd zou zijn. Wij staan in het'practische'leven met zijn ijdelhexd, zijii pronkzucht, zijn snoep lust en dan zegt men: In theorie kan men misschien beweren, dat bet f afbetalings stelsel niet hi zich verkeerd is; maar in de practijk, ziende de gevolgen, is dat toch moeilijk vol te houden. Wij zijn dan ook wel degelijk verplicht te laten voelen, dat het stelsel buitengewoon gevaarlijk is. Cre diet nemen is niet gemakkelijk, maar he af betalingsstelsel is ehel gemakkelijk. (Ap plaus). In de conclusie van het hoofdbestuur, ligt zoo iets als: wij moeten het toch maar doen. Spr. zou alleen maar heel graag wil len dat alles vermeden wordt, waardoor men later zou kunnen zeggen: wij hebben er zelf ook een handje aan meegeholpen. Het pousseerende dat in de resolutie ligt, zou spr. er uit willen doen verdwijnen. (Ap plaus). De voorzitter doet dan mededeeling van bet danktelegram van H. M. de Konin gin. Mr. Jurgens (Eindhoven) vraagt, of het mogelijk is in verband met conclusie 12 van het rapport-Aalberse een duidelijke om schrijving te geven van de afbetalingsovei-- eenkomst en haar gevolgen. De heer Molkenboer (Leiden) acht een wettelijke betaling noodig, dat een regis ter worde aangelegd, waarin door de afbe talingsmagazijnen wordt vermeld, aan wie zij crediet hebben verleend. Hierbij zouden' de Kamers van Koophandel haar mede werking kunnen verleenen. De heer van Hoek meent in zfn repliek dat de colportage aan het afbetalingsstel- sel inhaerent is. Spr. zou, om het gevaar lijke, aan het stelsel verbonden, uitstel van een beslissing over de resolutie gewenscht achten. Eerst na den oorlog is het afbetalings stelsel in Amerika tot ontwikkeling geko men en vandaar, naar hier geïmporteerd. Die tijd is te kort geweest om nu reeds zijn houding tegenover het stelsel vast te leggen. De heer Alink zou niet te scherpe grens willen zien getrokken tusschen consump tief en productief crediet. Is een stofzuiger bijvoorbeeld een consumptief of een pro ductief artikel. Dit laatste is denk aan besparing van hulp zeker te verdedigen. Tegenover rector Bots zou spr. alleen dit willen op merken, dat in. huurkoop toch zeker iels democratisch ligt. De heer Jolie vindt in het rapport-Aal berse (le tendenz: laten wij er toch maar mee moegaan. Spr. acht dit een subjectieve meening van de commissie. Tusschen zaak- crediet en crediet voor afbetalingsaankoop is een zeer groot verschil. Immers de koe lvers op afbetaling zijn niet credietwaar dig en toch dringt men hun crediet op. Spr. zou het stelsel zoo sterk mogelijk wil len beteugelen. De heer Hendriks (Nijmegen) haalt eeni ge feiten aan uit de })ractijk, waaruit blijkt, dat het afbetalingssysteem 'n groote verleiding voor de armen is en tot oplichting leidt op groote schaal. Het kan een nood zakelijkheid in deze maatschappij zijn, maar dan is het een noodzakelijk kwaad. Dr. van Beurden meent, dat* rector Bots hier heeft getuigd tegen het ^betalings systeem om de funeste gevolgen, die er uit voortvloeien. Toch huivert hij er voor, het in -zich slecht te noemen, terwijl bet kwalijk aan gaat het goed te noemen. Volgens spr. kan het stelsel noch in zich goed, noch in zich slecht worden genoemd. Dat hangt af van bet gebruik, dat ervan wordt gemaakt. Er wordt inderdaad mis bruik van gemaakt. Spr. voelt met rector Bots, dat aan het afbetalingsstelsel heel wat meer kwade gevolgen zijn dan aan hot gewone credietwezen. Conclusie 1 wil spr. dan ook zoodanig aanvullen, dat het afbetalingsstelsel in zijn toepassing zooveel mogelijk moet worden beperkt. Naast de commissie van onderzoek uit de verschillende maatschappelijke groe-° pen zou ook een commissie uit den midden stand afzonderlijk op haar plaats zijn. Een dergelijke commissie zou door bet bestuur in het leven kunnen worden geroepen. Spr. meent, dat wij niet kunnen volstaan met niets te doen. Dan zou het stelsel met zijne e-xcessen -nog verder invreten. Vooral de laatste conclusie is van groote pra.ctische beteekenis. Als wij de resolutie aannemen, dan kunnen wij beginnen met praktisch werk. Dc resolutie van bét hoofdbestuur, aan gevuld door dr. van Beurden en het amen dement Alink worden dan zonder stemming aangenomen. Rondvraag. Namens de Kamers van Koophandel dankt de heer Kropveld (Den Haag) voor de uitnoodiging om het congres bij te wo nen. Spr. heeft het gevoel alsof hij hier een cursus heeft gevolgd in den besten zin van het woord. Hij is ook verheugd, dat er een uitstekende samenwerking bestaat tus schen de Kamers van Koophandel en do middenstandsorganisatie. Het congres heeft den indruk gegeven van denken, van wev- ken, van doen. De Kamers zullen buiten gewoon gaarne de congressen van den R. K. Middenstand blijven bijwonen en sjvr. dankt bijzonder mr. van .Hellenberg Hu- bar voor zijn doorwrocht praeadvies. De voorzitter dankt den heer Kropveld. Het verheugt spr. te kunnen zeggen, dat naar de algemeene overtuiging het congres uitstekend is geslaagd. Spr. brengt nog velen anderen dank, waarna hij met den Christelijken groet bet congres sluit. In den namiddag werd een autotocht ge maakt door Twente, aangeboden door het gemeentebestuur van Almelo, met bezoek aan het monument van dr. Schaepman te Tubbergen. „Msbd." UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Zaterdag 28 September, Hilversum, 2Üs M. Na 6 uur 1071 M. (Uitsl. KRO-uitzijdingen). 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje. 12.151.15 Concert door 'het K. R. O, Trio. I.15—2.00 Gramofoonmuziek. 2.00—3.15 Kinderuurtje. 4.005.00 Cursus Engelsch. 5.005.45 Gramofoonmuziek. 5.456.00 Journalistiek Weekoverzicht. ,6.007.30 Orgelconcert. 7.30—8.00 Lezing. 8.019.00 Vroolijk uurtje. 9.0012.00 Concert. Orkest en Vocaal Ensemble. 9.30 Nieuwsberichten. Huizon, 1875 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.152.00 Copeert door het A. V. R. O.- Kwartet. 2.002.30 Filmpraatje door Max Tak. 2.301.30 Aansl. van het Tusehinski- Thcater te Amsterdam. 5.006.00 Thé dansant door „The Ram blers" uit Cabaret „La Gaite" te Am sterdam. 6.017.45 Concert door het Omroep-or- kest. Solist: John de Nocker (bariton). 8.00 V. A. R. A.-uitzending. Da ventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. II.05-L.ii.20 Lezing. I.202.20 Orkestconcort. 3.50 Concert. 4.20 Verslag van den wa-t-erpolo-wodstrijd EngelandDuitschland. 5.05 Cinema-orgelconcert. t, 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 Concert. 7.20 Lezing. 7.35 Lezing. 7.50 Concert. Militaire kapel. 9.20 Wallah! Wallah!" Solisten, koor en instrumentaal kwintet. 10.00 Nieuwsberichten. 10.20 The Railway Employees Carnival Toespraken. 10.30 Lezing. v 10.4512.20 Dansmuziek. „R a d i o Pari s", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonmuziek. 5.05 Dansmuziek. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.35 Zang door den heer Tubiana ge volgd door dansmuziek. Langenber-g, 473 M. 7.208.15 Gramofoonmuziek. 8.209.20 Orkestconcert. 10.3511.45 Gramofoonmuziek. II.5012.20 Gramofoonmuziek. 12.30 Gramofoonmuziek. 1.252.^0 Orkestconcert. 5.55—6.50 Gramofoonmuziek. 8.20 Vroolijke avond.. Daarpa tot 1.20: Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trioconcert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert. Z e e s e n, 1635 M 6.1010.50 Lezingen. 12.201.10 Muziekuitzending voor scho len. I.101.50 Lezingen. 2.202.50 Gramofoonmuziek. 2.50—5.20 Lezingen. 5.206.20 Concert uit Hamburg. 6.208.20 Lezingen. 8*20 Zang en declamatie. 9.20 Cabaret. Daarna tot 12.50: Dans muziek. .Kalundborg, 1153 M. .3.505.50 Concert door Instrumentaal Ensemble. Kirsten Engquist (operazan geres). 8.359.35 Declamatie en zang. 9.5010.20 Oelflo-recita] door Erik Ryti ter. 10.20—11.20 Concert. II.20—12.35 Dansmuziek. FEUILLETON. naar het Italiaanscb van DE MARCHI 16) De herbergier keek den jager verbaasd Toen deze een weinig tot bedaren ge komen was, trachtte hij een verklaring te geven van zijn zonderlinge handelwijze. „Ha, ba. wat een raar geval.U kent don Antonio zeker wel. Nu, sinds hij zijn hoed verloren heeft, heeft hij geen rust meer... ha! ha! Denk eens aan, dat is zijn eenige hoed en hij is te arm om een anderen ie koopen. Stel u hem eens voor, blootshoofds bij zon neschijn of regen Ha, ha't Is om te lachen... Ik was er juist bij toen de secre taris van het Raadhuis, een zekere.... „Jervolino „Juist, Jervolino kwam op de gedachte dat. u den hoed misschien meegenomen hadt" „Och, ik heb alles in een zak gepakt". „Nu moet er nog bijkomen dat men u beschuldigt een gewijd voorwerp gestolen te hebben De herbergier keek den ander ontsteld aan. „Maak u maar niet ongerust; u ziet wel dat ik een grapje maak, nietwaar?" „Een dief zou er niet veel mee opschie ten zooiets te stelen. De hoed is zoo kaal en verschoten als de ezel van don molen. Wacht ik zal hem even halen. En hij verdween langs een kleine houten trap. De baron kon niet blijven zittendoor oDgeduld gedreven ging hij de plaats op en liep daar eenige stappen op en neer, zonder het venster der benedenzaal uit het oog te verliezer). Plotseling sidderde hij. Achter het raam bemerkte hij den fa- meuzen priestershoed't Was een grap van den vroolijken Petro. De jongeman had den hoed opgezet en verscheen eenige oogenblikken later met het misvormde en versleten hoofddeksel voor den baron, ter wijl hij schaterlachend riep: „Hier is het pracht-exemplaar. U bewijst me een dienst als u mij er van verlossen wilt. Wacht, ik zal dat ding in uw wei- tasch doen. De vogel is wel wat groot, maar als we de vleugels wat samendrukken gaat het tochZoo u verdient nu wel een complimentje voor het ongewone wild dat u geschoten hebt". De baron dacht aan niets anders meer dan aan zoo spoedig mogelijk te vertrekken „Hoeveel ben ik u schuldig?" „Anderhalve lira. De hoed krijgt u dan voor niets". De baron bedankte en vertrok. Zoodra hij uit het gezicht van den her bergier was, versnelde hij zijn loop. 't Was ditmaal een blijde opgewonden heid, geheel verschillend van die der laat ste dagen, welke hem voortdreef. Hij had immers het resultaat bereikt dat hij zoo vurig verlangde. De hoed, die geduchte aanklager, was. eindelijk in zijn bezit. Wat zou hij er nu mee doen Hem ver nietigen, natuurlijk! maar hoe? Hem ver bergen, begraven Aan kleine stukjes knip pen Of hem in 't water werpen Juist liep hij langs eenzame velden en zag hij op kor ten afstand een beekje. Hij naderde het, bukte zich voorover, deed de weitasch open en keek nogmaals om zich heen -of niemand hem kon gadeslaan... Maar neen, de hoed zou misschien niet verdwijnen op die wijze en de uiterste voor zichtigheid moest in acht genomen worden. De schuldige ging naar den weg terug en zette zijn tocht voort. Weldra bereikte hij het station en stapte in een wagon derde klas. De eenvoudige medereizigers trekken hem in hun gesprek en praatten over hon den, hazen en vogelszij hadden immers met een jager te doen Gedurende eenige minuten vergat deze wie hij was; hij voelde zich een gewone ja ger, die geen auderen moord op zijn gewe ten heeft- dan dien op het wild gepleegd. Bij het vallen van den avond kwam hij in Napels aan, waar hij zich eerst naar de buitenwijken begaf. Het eenvoudigste scheen, weitasch en hoed te verbergen in een der afvoerbuizen, welke in die volkrijke buurten op straat uitkomen. Doch neenDe ccn of andere straatjongen zou ze kunnen vinden en er uit halen. Rondom den persoon van den verdwenen priester had het volk reeds eenige legen den geweven. In ieder geval was de publie ke nieuwsgierigheid gaande gemaakt en de geringste aanwijzing zou voldoende zijn om die te leiden. Ook de hoed had zijn geschie denis. Men vertelde overal dat don Cyrillus hem betaald had met dé aanwijzing van een winstnummer. En niet alleen sprak het volk daarover, maar ook de bladen hadden op dat thema allerlei beschouwingen ge bouwd. Verder was het zoo goed als zeker dat ook de herbergier van Falda zijn tong zou roeren. Orn zijn klanten te vermaken zou hij niet nalaten hun de anecdote te verha len van den ouden hoed, welken 'n jager in naam van den pastoor kwam'halen. Dc baron kon dus niet te voorzichtig zijn. Ronddolend kwam hij aan het strand, waar de golven hun schuim wierpen en dan spoorloos verdwenen. Links lag Napels fonkelend van duizen den lichten in nachtelijke rust. De hemel was bedekt en men ontdekte maan noch sterren. Nauwelijks kon nicn een meter of tien voor zich uit zien om de rotsen te onderscheiden die hun voeten in het frissche zeewater baaddc-n. Een oude visscherspink lag met een ijzeren ketting aan een der rotsen ge meerd. De baron klom er in, maakte de ketting los en roeide een eindje de zee in. Daar dreef hij alleen op den onmetelijken waterspie gel, van alle kanten omringd door de in drukwekkende duisternis en stilte van den nacht. Nu opende hij zijn weitasch en greep den hoed, zonder dat hij een poging durfde wagen het beschuldigende voorwerp, do stomme getuige zijner misdaad in den don ker te zien. Met een touw dat hij in zijn zak vond bond hij den hoed stevig aan zijn geweer, en slak dit met den loop in hot water.... het volgende oogonblik opende hij de hand. Geweer en hoed verdwenen goruischloos in de sombere diepte der zee. „Dat is eindelijk gedaan mompelde de baron en onmiddellijk roeide hij naar hel strand terug. De hand van het gerecht. Op dat zelfde uur begon voor dan An tonio, den pastoor van Santafusca, een reeks moeilijkheden. Een vertegenwoordiger der politic, ver gezeld van twee karabiniers, vroeg hem te spreken. De politie.... karabiniers! Wat moest dat beteekenen V' In eenige seconden had de priester zich gekleed en verliet toen zijn kamer om die angstaanjagende persone te ontvangen. „Waar kan ik de heeren mee van dienst zijn vroeg dc arme verschrikte grijsaard beleefd en onderdanig. „Don Antonio, erkent u de schrijver te zijn van den brief welken u dezer dagen aan den hoedenmaker Matica gezor.deu hebt?" werd hem gevraagd. „Ja zeker. Die brief vergezelde een liocdIk heb hem gesehrevon." „Daar de hoed in de omgeving van San- tafusca gevonden is, zou de Procureur des konïngs willen weten op welke plek pre cies, door wien, en op welken dag er. welk uur. Bij dio' litanie van vragen, steeg de ver wondering van den pastoor tot verbazing. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7