BINNENLAND DE ONVOORZIENE AANKLAGER DERDE BLAD. DE LEIDSCHE COURANT. DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1929 NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND. Achtste bondscongres te Almelo. De reünie Dinsdagavond vande congres sisten in de sociëteit „Tob Nut en Vor- maak" droeg een bijzonder gezellig karak ter. De groote zaal was met vaandels van een aantal plaatselijke middenstandsver- eenigingen en een aantal tapijten versierd. In de mooie Gothische St. Georgiuskerk aan de Boddenstraat, de kerk van den hoog- eerw. heer deken H. A. P. O. van dei- Waarden, adviseur van de plaatselijke Hanze-afdeeling, werd gistermorgen om negen uur door Z. D. H. mgr. van de We tering een H. Mis opgedragen voor do •geestelijke en tijdelijke belangen van de leden van den R. K. Ned. Middenstand. Een zeer groot aantal congressisten was bi] deze H. Mis tegenwoordig. Heb zang koor voerde onder de H. Mis enkele meer stemmige gezangen uit. Om kwart voor elf arriveerde Z. D. II. in de congreszaal, met het „Aan U, o Ko ning der Eeuwen" begroet. Mgr. werd vergezeld door deken van dor Waarden en door de commissie van ont vangst en naar zijn zetel naast den voor zitter van het congres geleid. Terstond daarop nam de voorzitter, de heer Struij- cken, het woord, om mgr. te danken, dat hij op 't congres aanwezig heeft willen zijn. Het eerste congres van den R. K. Midden standsbond werd 12 jaar geleden te Utrecht gehouden. De stichting van den R. K. Hid- denstandsbond is aan het Episcopaat te danken. Spr. wilde daarvoor mgr. nogmaals dank brengen en gaf de verzekering van de aanhankelijkheid en kinderlijke gehoor zaamheid van den R. K. Ned. Midden standsbond aan het Nederlandsche Episco paat. (Applaus). De secretaris deed dan voorlezing van een schrijven van Z.Em. Kardinaal van Rossum, dat reeds in den R. K. Midden stander werd opgenomen. Dit schrijven ontlokte hartelijk applaus. Dan begroette de voorzitter den verte genwoordiger der regeering jhr. de Mol van Otterloo, leden van Ged. Staten van Overijssel, B. en W. van Almelo, den bur gemeester van Denekamp, de prae-advi- seurs, de vertegenwoordigers van de Ka mers van Koophandel, mr. A. Baron van Wijnbergen, voorzitter van den Midden-, standsraad, wien spr. dank bracht voor al les, wat hij voor den middenstand -heeft gedaan (applaus); den vertegenwoordiger van den Kon. Ned. Middenstandsbond, den heer Schoenmaker, vertegenwoordiger van do Alg. R. K. Werkgeversvereeniging, de ken van der Waarden, als vertegenwoor diger van den Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond; vertegenwoordigers van vakafdeelingen en afdeelingen enz. De voorzitter van de ontvangende ver- eeniging St. Martinus te Almelo, de heer B. A. Hermelink, heette dan namens zijn afdeeling en namens geheel Twente de con gressisten welkom. Spr. dankte de Twent- sche afdeelingen dat zij zoo spontaan heb ben goedgekeurd, dat te Almelo, de poort van Twente, dit congres gehouden zou wor den. Daarop sprak mgr. van de Wetering de congressisten toe. Toespraak van Mgr. v. d. Weterling. Dit congres heeft ten doel de welvaart te bevorderen van den middenstand en die welvaart is van de grootste beteekenis voor Kerk en maatschappij. Uit den midden stand recruteert de Kerk haar meeste priesters. Dat zooveel op velerlei gebied: sociaal, charitatief, religieus, kon worden gedaan, is voor een groot deel aan den mid denstand te danken. De Kerk wenscht de organisatie van den R. K. Middenstand en toch blijven er nog zoovelen afzijdig. Waaraan is dat toe fc schrijven? Het doel van den R. K. Mid- INGEZOMOEN IfEDEDEELING. denstand is niet alleen economisch, verre van daar. De gevaren, welke den midden stand bedreigen, zijn zeer groot. De ver gemakkelijking van het verkeer leidt mede tot uitbreiding van het grootwinkelbedrijf, wat een groot gevaar voor den middenstand vormt. Denkt er intusschen wel aan, dat gij nog andere dan economische doeleinden hebt. God heeft ons geschapen als sociale wezens. Wij leven in een tijd van sociale hervormingen. Dat deze hervorming geleid wordt in goede banen, daarvoor is het ver- eenigingsleven noodig. De enkeling is niets, de vereeniging oefent macht. Moge onder Gods zegen dit congres tot gevolg hebben, dat er komen steeds meer en meer prachtige R. K. Middenstandsver- eenigingeri tot heil van Kerk en maatschap pij. (Daverend applaus). Alvorens zijn openingsrede uit te spre ken, dankte de voorzitter in hartelijke be woordingen Mgr. voor zijn opwekkende woorden en hij uitte het vertrouwen, dat die woorden voor allen een spoorslag mo gen zijn om aan den groei der R. K. Mid- denstandsvereeniging krachtig mede te werken. De heer Jos. Meijring, ondervoorzitter van den R. K. Middenstandsbond nam daar op voor een oogenblik de leiding over om den heer Struijcken gelegenheid te geven de openingsrede uit te spreken. Openingsrede. Hoezeer het ook waar is, dat de alge- meene economische toestand verbeterd is en bijgevolg ook de bestaansvoorwaarden voor kleinhandel en bedrijf, even waar is het, dat dit niet de conclusie wettigt, dat het den middenstand goed zou gaan. Insi ders weten maar al te goed, dat de econo mische toestand van den middenstand in menig opzicht veel te wenschen overlaat. Het groot aantal distribuanten, verregaan de beunhazerij, prijsonderbieding, de con currentie van het grootbedrijf, het zijn alle factoren, welke goeddeels beletten, dat de economische opleving doordringt tot het kleinbedrijf. Het onderzoek betreffende de prijsvorming in het kruideniersbedrijf heeft daarbij toestanden aan het licht ge bracht, welke ontstellend zijn en een schril licht werpen op den economisohen toestand in het kruideniersbedrijf en de daarin werkzame winkeliers. Een in de gemeente Delft ingesteld on derzoek heeft uitgewezen, dat van de han delaren in brood, koek, beschuit en suiker werken 27 pet. een inkomen had van min der dan 2000.van de kruideniers 55 pet., van de sigarenwinkeliers 5S pet. en van de handelaren in aardappelen, groenten en fruit niet minder dan 75 f>ct. Het stemt tot groote voldoening, dat do verbetering van den algemeenen. economi- schen toestand o.m. zijn weerslag vindt in de versterking van onze organisatie. Sinds ons laatste congres zijn het ledental en het aantal afdeelingen in onzo beweging regelmatig en beteekenend toegenomen. Over -de geheele lijn is merkbaar een ver hoogde belangstelling voor de organisatie. De vruchten van de ontwikkeling onzer organisatie zijn niet uitgebleven. De eens gezindheid en de ernstige wil om iets te bereiken, welke hebben gesproken bij de voorbereiding der laatst gehouden verkie zingen en die voor ons zoo'n verheugend resultaat hadden, hebben zeer weldadig aangedaan. Tot onze vreugde hebben wij ook gezien, dat in de Troonrede een pas sage voorkomt, luidende: „met den midden stand zal nog nauwer dan tot heden voeling worden gehouden". Dit is de eerste maa', dat in een troonrede de middenstand wordt aangehaald. Een andere vrucht, welke aan den boom van de middenstandsorganisatie is gerijpt, zij het met de onmisbare hulp van den Middepstandsraad, is de totstandkoming van een Middenstandsdienst al is het in bescheiden omvang en met een al te weid- schen titel aan het Ministerie van Ar beid, H. en N. De heropleving van onze organisatie heeft wederom den drang doen gevoelen naar internationaal contact. Dezen zomer zijn afgevaardigden der K.K.V. in Duitseh- land, van den Chr. Landsbond voor den Middenstand in België en van onze orga nisatie bijeengekomen om van gedachten te wisselen. Dit is voor allen-zeer leerzaam geweest. Het ligt in de bedoeling in de toe komst regelmatig dergelijke bijeenkomsten te beleggen. Ik acht dit een eenvoudige en practische methode van samenwerking, welke er gemakkelijk toe zal leiden, dat er meer eenheid van streven en werken zal ko men in de verschillende deelnemende lan den. De Ziektewet en de wijze, waarop de or ganisaties bij de uitvoering der wet een taak kunnen vervullen, levert het bewijs, dat in het algemeen de organisaties aan beteekenis winnen. Onze organisatie heeft met de drie werknemerscentrales een be- drijfsvereeniging gesticht „Middenstands- Onderlinge" genaamd, welke zich ten dool stelt de uitvoering der Ziektowet. Spreker herdenkt vervolgens Chris Jan sen en de viering van het zilveren pries terfeest van dr. van Beurden om dan zijn rede te beëindigen met het aanhalen van de uitspraak van kardinaal van Rossum, die na gewezen te hebben op de noodza kelijkheid van een krachtigen middenstand, o.m. verklaarde: „Men kan gerust zeggen, dat een katho lieke middenstand, die onder alle opzich ten gezond is, voor het leven en tvelzijn der Katholieke Kerk in Nederland een bron is van voorspoed en een verzekering voor do toekomst". Ik kan u geen krachtiger aansporing ge ver), aldus de bondsvoorzitter. Volg de wij ze les van kardinaal Van Rossum op, dan kunt gij zeker zijn, dat gij de plichten van uw staat en stand naar behooren hebt ver vuld. Dit geve God. Na een dankwoord aan den heer Struij cken, wiens 60sten verjaardag hij in sym pathieke bewoordingen herdacht, hem, den eminenten leider van den R. K. Midden standsbond toewenschend, dat hij nog vele jaren aan het middenstandswerk zou mogen arbeiden, droeg de heer Meijring de leiding van de vergadering wederom aan den voorzitter over. Mgr., die de vergadering moest verlaten, gaf vervolgens aan de vergadering zijn ze gen en verliet, na een krachtigen wensch voor den groei van den R. K. Midden standsbond als standsorganisatie, onder luide toejuichingen de zaal. De voorzitter deed dan nog raededee- ling van de komst van den burgemeester van Borne, den heer Schaepman. Telegrammen van hulde werden gezon den aan H. M. de Koningin en aan Z. Em. Kard. van Rossum. Verslagen. Mr. van Hellenberg Hubar bracht ver volgens verslag uit van den werkzaamheid van den bond sinds het laatste congres. In zijn verslag wordt opgemerkt, dat de bond naar alle kanten groeit; het aantal aangesloten vakbonden groeide tot 17, het ledental groeide met 3000. Het aantal af deelingen steeg voortdurend; ook de orga nisatie van den jongen middenstand nam in groei toe. De Middenstand-Onderlingo is» de vorige maand definitief opgericht, een belangrijke gebeurtenis voor den mid denstand. Voor de eerste maal toch werkt de organisatie van den middenstand thans samen met de organisatie van werknemers voor de uitvoering van een sociale wet. De organisatie heeft zich ook bezig ge houden met verschillende overheidsbe moeiingen, zooals winkelsluiting; het wets ontwerp op de N.V.; het wetsontwerp tot wijziging der Drankwet; het wetsontwerp tot wijziging van de financieele verhouding tussohen rijk en gemeenten, wijziging der telefoontarieven enz. Het groot-winkelbedrijf en de middenstand. Aan de orde komt het praeadvies van mr. van Hellenberg Hubar over groot winkelbedrijf en middenstand. Mr. van Hellenberg Hubar gaf naar aanleiding van zijn praeadvies een korte inleiding. Spr. begon met op te merken, dat wij missen behoorlijk materiaal, feite lijke documentatie voor de beoordeeling van de positie van den middenstand. Dit gemis heeft ook spr. gevoeld bij het schrij ven van zijn prae-advies. Toch betreft het hier een zeer belangrijke kwestie. Beginnen wij maar alvast met de vraag: Moet de kleine winkelstand terrein af staan aan het grootbedrijf? De distributie is zooveel grooter gewor den, dat discussie over deze vraag moge lijk is. Wauneer waar is, zooals spreker in zijn prae-advies zegt, dat de kleine winkel stand terrein moet afstaan, hoe groot is dan die terrein-afstand en in welk tempo geschiedt hij. Het is van groot belang pre cies te weten, wat er aan de hand is, opdat de juiste njaatregelen kunnen worden gc- nomon. Het gaat toch om de vraag: Hoo staat het met de verschuiving van de groep zelfstandig onafhankelijken naar de groep onzelfstandig afhankelijken. Dit is een vraag van beteekenis voor de heele ge meenschap. Een tweede bezwaar, dat spr. ontmoette, is de geringe belangstelling van de weten schappelijke wereld. Een der allereerste zaken, welke dienen te gebeuren is het verzamelen van materiaal omtrent de eco nomische positie van het kleine midden- standsbedrijf. In punt vijf van zijn prae-advies zegt spr.: De middenstand zal, om de capaci teiten van het grootbedrijf te kunnen evenaren, moeten geraken tot economische samenwerking, ten einde aldus dezelfdo middelen, aangepast aan den bijzonderen aard van het kleinbedrijf te kunnen benut ten als heb grootbedrijf. Het spreekt van zelf, dat met „dezelfde" middelen, spr. al leen bedoelt geoorloofde middelen. In dien zin zou spr. deze conclusie willen aanvul len. Spr. geeft dan eenige toelichting op punt 8 van zijn prae-advies, dat als volgt luidt: Als regel zal het stichten van inkoopcoc- peraties het beste begin zijn eener econo mische samenwerking. Rekening houdend met den feitelijken aard der menschen en gezien de ernstige gevolgen van misluk king, moet de inkoopcoöperatie voorzichtig worden voortgezet, financieel sterk gefun deerd zijn en weinig of geen risico dragen; als regel zal het aanbeveling verdienen het toetreden van leden te beperken. Spr. is het niet eens met de meening, dat do inkoop-coöperatie haar poorten wa genwijd moet openstellen. Dat wil niet zeg gen, dat de inkoopcoöperatie vrij mag zijn in het toelaten en weigeren van leden. Het is voor de inkoopcoöperatie van groote be teekenis, dat zij vertrouwen blijft behou den. Daarom kan zij niet rijp en groen toe laten. Door den afgevaardigde van Eindhoven werd nog een amendement op de conclu sies ingediend, waarna werd gepauzeerd. Na de p-uze is er een uitvoerig debat over de stellingen. De voorzitter heet intusschen welkom den heer A. H. Engels, lid der Tweede Kamer; den vertegenwoordiger van den Christelijken Middenstandsbond en den heer A. C. baron van Voorst tot Voorst, Commissaris der Koningin in de provin cie, wiens komst als vertegenwoordigend het burgerlijk gezag door den bond op den hoogsten prijs wordt gesteld. Voorlezing wordt gedaan van een schrijven van den Belgischen landelijken middenstandsbond. Conclusie 10 komt ten slotte als volgt te luiden: „In aansluiting op de conclusies 6 en 9 moet het gewenschb worden geacht dat de opgerichte Middenstandsdienst a. een onderzoek instelle naar het aan tal, aard, omvang constructie en werking der 'bestaande Middenstandscoöperaties in de verschillende takken van bedrijf; b. gegevens verzamele hieromtrent ter doeltreffende voorlichting der middenstan ders c. uitvoering van de onder a. en b. ge noemde onderzoekingen met den steun van Kamers van Koophandel en andere be staande instituten. Onder applaus worden daarna de con clusies van mr. van Hellenberg Hubar met de wijziging in conclusie 10 van dr. van Beurden aangenomen, waarna de voorzit ter den prae-adviscur dank brengt voor zijn belangrijk werk. R. K. Jeugdbeweging en R. K. Jonge Middenstand. Aan de orde is daarop het prae-advies van rector B. H. de Groot over de R. K. Jeugdbeweging en den R. K. jongen mid denstand. Rector de Groot merkte allereerst op. dat er eenheid van organisatie moet zijn in de beweging van Katholiek Jong Ne derland. Dat is psychologisch noodig, om dat de weienschap dat duizenden in de zelfdo beweging opgaan, leven in dezelfde beginselen als hij, den jongeman een groo te steun zijn. Dit geldt zeker ook voor den jongen middenstander. De invloed der psychologie van de massa brengt leven, enthousiasme onder de jongeren. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Vrijdag 27 September. Hilversum, 298 M. Na 6 uur 1071 M. 10.30—11.00 N.C.R.V. Ziekendienst, 11.3012.00 K.R.O. Godsdienstig half uurtje. 12.151.15 K.R.O. Concert door het K-R. O.-Trio. I.152.00 Gramofoonmuziek. K.R.O. 4.005.00 N.C.R.V. Gramofoonmuziek. 5.006.45 N.C.R.V. Concert. Vocale so listen. 7.007.25 K.R.O. Cursus schriftverbete- 7.35 V.P.R.O.-uitzonding. Huizen, 1875 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.152.00 Concert door het A.V.R.O.- Kwartet. 2.004.00 Gramofoonmuziek. 4.305.30 Concert door het A.V.R.O.- Ivwartet. 5.307.15 Concert door de Stafmuziek van liet 6o Rogt. Infanterie. 7.15—7.45 Spreekuur vau den Radiodok ter. 8.01 Frits Stapper's Revue „Lach en Ver geet". Auteurs: Rido en Louis Davids. Mo dewerkenden o.a. Louisi Davids. Kalman Knaack, Joh. Heesters. In do rustpoos: Praatje door mevr. de Leeuw-van Rees over de a.s. Naai- en Knipcursus. Persbo- riohten. Na afloop: Gramofoonmuziek. 12.00 Sluiting. Daventry, 15ol.4 M. 10.35 Morgenwijding. II.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert. 12.50 Orgelconcert. I.202.20 Gramofoonmuziek. 2.50 Uitzending voor scholen. 3.20 Lezing. 3.45 Lezing. 4.05 Uilzending voor scholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsber. 7.05 Concert. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 „Wind Up" Sketch van J. Jefferson. Daarna: „The Split in the Cabinet". Too- neelstnk in 2 bedrijven van V. C. Clinton Baddeley. 8.45 Vaudeville. 10.00 Nieuwsber. 10.20 Lezing. 10.35 Concert. II.3512.20 Dansmuziek. 12.2012.35 Beelduitz. „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 12.20 Concert. 12.502.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest en soli. 6.55 Gramofoomkuziek. 8.55 Orkest. Concert, vocale en instru mentale solisten. L a n g e n b e r g, 473 M. 7.208.15 Gramofoonmuziek. 8.209.20 Orkestconcert. 10.3512.10 Gramofoonmuziek. 12.30 Gramofoonmuziek. 1.25—2.40 Orkestconcert. 5.556.50 Orkostconcerfc. 8.209.05 Orkestconcert. 9.05 Concert. Orkest, declamatie en zang. Brussel, 508.5 M. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Pianorecital. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert. Z e e s e n, 1635 M. 6.1010.50 Lezingen. 12.201.15 Gramofoonmuziek. 1.151.50 Lezingen. 2.202.50 Gramofoonmuziek. 3.505.20 Lezingen. 5.20—6.20 Concert uit Leipzig. 6.208.20 Lezingen. 8.20 „Louis Ferdinand Prinz von Preus- sen". Tooneelstuk van Fritz van Unruh. Daarna: Operettemuziek. Orkest en zang. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Concert door Strijkorkest. 3.005.00 Concert door Instrumentaal Ens-emble. 8.209.35 „Dobatten i Politivennen". Vaudeville in 2 bedrijven van Hendrik Hertz. 10.1011.20 Concert door liet Radi> Symphonieorkest. FEUILLETON. naar het Italiaansch van DE MARCHI 15) „Als je het goed geraden hob1:, mag jij de doos uitlikken." antwoordde de vader die door het geluk als buiten zichzelf was. Dan nam de gewezen hoedenmaker een mes van tafel op, sneed het touw door, en hief het deksel op en verwijderde een stuk krantenpapier. Een priestershoed, met een briefje aan een der zijden linten, vertoonde zich aan zijn verraste oogsn. Philippin las het briefje maar bsgreeo het niet. Hij las het nogmaals, doch slaagde er niet in den zin te vatten. Misschien was het schrift te onduidelijk of wel had hij wat veel van den krachtigen wijn genoten. Hij wendde zich daarop tot don jCiccio en zei .,U hebt een bril. wat zegt u van die hiëroglyphen De ander zette zijn bril op zijn dik ken neus en las hardop voor: Zeer achtenswaardige.Heer. Er is een priestershoed gevonden in ons dorp. Daar ik den wettigen eigenaar, on danks al mijn nasporingen niet kan vin- .den, zend ik hem terug aan den winkelier, wiens naam in de voering staal, want ik wil niets in mijn bezit houden wat mij niet toebehoort. Ik veronderstel dat het u gemakkelijker is het spoor van den eigenaar te vinden en verzoek u daarom zoo goed te willen zijn, hem den hoed te doen toekomen. Uw toegewijde en onderdanige dienaar „Don Antonio Spina, pastoor van Santafuscn". ,.Dat is een eerlijk man riep don Nun- giante uit. „Of iemand wiens hoofd te groot is voor den hoed", merkte don Ciccio met een on deugend lachje op. „Wat zegt u daar?' riep Phüippon ui!, terwijl hij plotseling verbleekte en door ging den hoed var: alie kanten te bekijken. ..Dien hoed heb ik aan don Cyrillus ver kocht, dien dag dat hij Napels verliet. Ik herinner mij dat nog heel goed, want ik had hem voor den vicaris van monseigneur gemaakt, maar hij pasfe hem niet goed. Kijk Chiorina. daar siaat het registernum- mer. „Juist dat is bet, dat i? het", antwoordde de vrouw van den hoedenmaker met be vende stem. „Er blijft dus geen twijfel meer over". De gasten keken elkaar verschrikt aan en spraken geen woord. Zij hadden om don Cyrillus geroepen en op zijn welzijn gedronken. Hij zelf was niet gekomen, maar wel. al? een plaatsvervanger en vertegenwoordiger, de hoed van den priester DERDE DEEL. De geheimzinnige jager. Na de vergeef sch e na sporingen var. den baron op zijn villa te Sajitafusca bleet hem nog slechts één hoop over den hoed te vin den die eens een vrecselijke aanklager zou kunnen worden. Hoe gering de kans ook was, toch klamp te de baron zich daaraan vast alvorens te verzinken in de zee van ongerustheid en vertwijfeling. Misschien was de hoed in handen gevallen van neef Pelro, de erfge naam van Salvator. Na diens dood was de jonge man immers uit Falda gekomen om het weinige, dat de oude knecht naliet, in beslag te nemen. De baron moest «lus aan dien kant ecu poging wagen. Op lien weg lag zijn ec-nige kans. dus m~est hij dien op en wel zoo spoedig mogelijk. Cm 7,ich onherkenbaar te roaken en al- zoo gevaarlijke vermoedens te voorkomen, trok hij een oud jacht cost uum san, zette een landelijken hoed met breeden rand op, hing weitasch en geweer om en stapte aldus uitgerust ie Falda uit den trein. Kalm liep hij het dorp in en floot een liedje tussc'nen de tanden, wat heel goed staat voor een onbezorgde» jager. Maar hoeveel moeite moest hij zich niet aandoen om zijn opgewondenheid te behcerschen 1 De herberg ..De Vesuvius" lag op den grooten weg, die naar het geb°rg:e leidt, dicht bij een platanenbosch on een afgele gen plaats Menige voerman en ezeldrijver hield daar stil om zich te verfrissehen. Zij die er comfort zouden zoeken, moes ten we! bedrogen uitkomen, doch de gewone klanten der herberg waren niet veeleischend als zij daar maar goeden wijn, oude haas en bruikbare tabak konden vinden. Petro was oen stevige jongeman met een opgewekt humeur en altijd bereid anderen een dienst te bewijzen, vooral als daar oen flesch mee te verdienen was. Hij was juist bezig met het uitbeenen van ren schaap dat hij buiten aan een stang tegen don muur gehangen had, toen hij een jager zon der hond zag naderen. „Hebt u wat wijn brood en kaas voor me, jonginensch". „Zooveel als u maar wilt", antwoordde Petro en hij ging zijn met bloed bedekte handen afwasschen. De jager ging de herbc-rg in en keek scherp om zich heen als iemand die wat zoekt. Dan liet hij zich op een stoel neer vallen en deed alsof hij vermoeid was van een langen tocht. Weldra bracht de herbergier het ge vraagde en nu ontspon zicii het volgende gesprek: ..Ik geloof dat ik u al eens meer gezien heb... maar ik herinner me niet waar., zoudt u misschien een familielid zijn van een zekeren Salvator die daar ginds in Sar.- tafusca woont?" ..Ik ben zijn neef. of liever gezegd, was zijn neef", antwoordde Petro. „want de arme man is dood. Hij was uitgeleefd en is zoo arm als Job gestorven. De komt er van als men op een kasteel dientMen zuigt daar het bloed uit een annen knecht tot er geen druppel meer in zit en dan wordt het karkas voor de honden geworpen Mijn oom heeft geen cent nagelaten, na zich veertig jaar lang uitgesloofd te hebben voor een baron die in Napels het geld met harden vol weggooit". „Dus bent u het die eenige voorweipen op <tc villa hebt gehaald?" „Voor veertien dagen geleden ben ik daar geweest. Tk bon familie van don Antonio, u weet wel den pastoor van Santafusca; ik ben do zoon van zijn zuster. Ik heb uw ar men oom Salvator ook gekend. Zijn dood trof me erg". Die laatste zin zei hij met een onge veinsde ontroering. ..Todereen hield van hem", zuchtte Pelro „Maar a propos", vervolgde de jager, hebt u misschien ook, tegelijk niet andere dingen, een pastoorshoed meegenomen?" „Een pastoorshoed Petro aarzelde een oogenblik en dat oogenblik kwam den baron eindeloos larg voor. Van het woord dat nu uit Petro's mond zou vallen hing de toekomst, het le venslot van den baron af. Een enkel woord van den dorpeling zou beslissen of baron rif Santafusca wat gemoedsrust zou ver krijgen, of voor immer vaarwel moest zeg gen nan ren rustigen slaap. Eindelijk sprak de herbergier: „Ja, de hoed is hier". Do emotie was te groot, omdat de angst te smartelijk was geweest. Ditmaal kon de baron zich niet beheerschen. Ilij brak in oen glimlach los, zooda'. zijn geheele lichaam er van schudde. In die plotselinge uitbarsting ontlastte zich de angst van vele lange dagen en sla- pelooze nachten, de teleurstelling van den vorigen dag eiUliet lijden van do vrecselijke visioenen die zijn geest gevangen hielden. (Wordt vei volg I).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7