BINNENLAND
DE ONVOORZIENE
AANKLAGER
DERDE BLAD.
DE LEIDSCHE COURANT.
DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1929
NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND.
Achtste bondscongres te Almelo.
De reünie Dinsdagavond vande congres
sisten in de sociëteit „Tob Nut en Vor-
maak" droeg een bijzonder gezellig karak
ter. De groote zaal was met vaandels van
een aantal plaatselijke middenstandsver-
eenigingen en een aantal tapijten versierd.
In de mooie Gothische St. Georgiuskerk
aan de Boddenstraat, de kerk van den hoog-
eerw. heer deken H. A. P. O. van dei-
Waarden, adviseur van de plaatselijke
Hanze-afdeeling, werd gistermorgen om
negen uur door Z. D. H. mgr. van de We
tering een H. Mis opgedragen voor do
•geestelijke en tijdelijke belangen van de
leden van den R. K. Ned. Middenstand.
Een zeer groot aantal congressisten was
bi] deze H. Mis tegenwoordig. Heb zang
koor voerde onder de H. Mis enkele meer
stemmige gezangen uit.
Om kwart voor elf arriveerde Z. D. II.
in de congreszaal, met het „Aan U, o Ko
ning der Eeuwen" begroet.
Mgr. werd vergezeld door deken van dor
Waarden en door de commissie van ont
vangst en naar zijn zetel naast den voor
zitter van het congres geleid. Terstond
daarop nam de voorzitter, de heer Struij-
cken, het woord, om mgr. te danken, dat
hij op 't congres aanwezig heeft willen zijn.
Het eerste congres van den R. K. Midden
standsbond werd 12 jaar geleden te Utrecht
gehouden. De stichting van den R. K. Hid-
denstandsbond is aan het Episcopaat te
danken. Spr. wilde daarvoor mgr. nogmaals
dank brengen en gaf de verzekering van
de aanhankelijkheid en kinderlijke gehoor
zaamheid van den R. K. Ned. Midden
standsbond aan het Nederlandsche Episco
paat. (Applaus).
De secretaris deed dan voorlezing van
een schrijven van Z.Em. Kardinaal van
Rossum, dat reeds in den R. K. Midden
stander werd opgenomen. Dit schrijven
ontlokte hartelijk applaus.
Dan begroette de voorzitter den verte
genwoordiger der regeering jhr. de Mol
van Otterloo, leden van Ged. Staten van
Overijssel, B. en W. van Almelo, den bur
gemeester van Denekamp, de prae-advi-
seurs, de vertegenwoordigers van de Ka
mers van Koophandel, mr. A. Baron van
Wijnbergen, voorzitter van den Midden-,
standsraad, wien spr. dank bracht voor al
les, wat hij voor den middenstand -heeft
gedaan (applaus); den vertegenwoordiger
van den Kon. Ned. Middenstandsbond, den
heer Schoenmaker, vertegenwoordiger van
do Alg. R. K. Werkgeversvereeniging, de
ken van der Waarden, als vertegenwoor
diger van den Aartsdiocesane Boeren- en
Tuindersbond; vertegenwoordigers van
vakafdeelingen en afdeelingen enz.
De voorzitter van de ontvangende ver-
eeniging St. Martinus te Almelo, de heer
B. A. Hermelink, heette dan namens zijn
afdeeling en namens geheel Twente de con
gressisten welkom. Spr. dankte de Twent-
sche afdeelingen dat zij zoo spontaan heb
ben goedgekeurd, dat te Almelo, de poort
van Twente, dit congres gehouden zou wor
den.
Daarop sprak mgr. van de Wetering de
congressisten toe.
Toespraak van Mgr. v. d. Weterling.
Dit congres heeft ten doel de welvaart
te bevorderen van den middenstand en die
welvaart is van de grootste beteekenis voor
Kerk en maatschappij. Uit den midden
stand recruteert de Kerk haar meeste
priesters. Dat zooveel op velerlei gebied:
sociaal, charitatief, religieus, kon worden
gedaan, is voor een groot deel aan den mid
denstand te danken.
De Kerk wenscht de organisatie van den
R. K. Middenstand en toch blijven er nog
zoovelen afzijdig. Waaraan is dat toe fc
schrijven? Het doel van den R. K. Mid-
INGEZOMOEN IfEDEDEELING.
denstand is niet alleen economisch, verre
van daar. De gevaren, welke den midden
stand bedreigen, zijn zeer groot. De ver
gemakkelijking van het verkeer leidt mede
tot uitbreiding van het grootwinkelbedrijf,
wat een groot gevaar voor den middenstand
vormt. Denkt er intusschen wel aan, dat gij
nog andere dan economische doeleinden
hebt. God heeft ons geschapen als sociale
wezens. Wij leven in een tijd van sociale
hervormingen. Dat deze hervorming geleid
wordt in goede banen, daarvoor is het ver-
eenigingsleven noodig.
De enkeling is niets, de vereeniging
oefent macht.
Moge onder Gods zegen dit congres tot
gevolg hebben, dat er komen steeds meer
en meer prachtige R. K. Middenstandsver-
eenigingeri tot heil van Kerk en maatschap
pij. (Daverend applaus).
Alvorens zijn openingsrede uit te spre
ken, dankte de voorzitter in hartelijke be
woordingen Mgr. voor zijn opwekkende
woorden en hij uitte het vertrouwen, dat
die woorden voor allen een spoorslag mo
gen zijn om aan den groei der R. K. Mid-
denstandsvereeniging krachtig mede te
werken.
De heer Jos. Meijring, ondervoorzitter
van den R. K. Middenstandsbond nam daar
op voor een oogenblik de leiding over om
den heer Struijcken gelegenheid te geven
de openingsrede uit te spreken.
Openingsrede.
Hoezeer het ook waar is, dat de alge-
meene economische toestand verbeterd is
en bijgevolg ook de bestaansvoorwaarden
voor kleinhandel en bedrijf, even waar is
het, dat dit niet de conclusie wettigt, dat
het den middenstand goed zou gaan. Insi
ders weten maar al te goed, dat de econo
mische toestand van den middenstand in
menig opzicht veel te wenschen overlaat.
Het groot aantal distribuanten, verregaan
de beunhazerij, prijsonderbieding, de con
currentie van het grootbedrijf, het zijn alle
factoren, welke goeddeels beletten, dat de
economische opleving doordringt tot het
kleinbedrijf. Het onderzoek betreffende
de prijsvorming in het kruideniersbedrijf
heeft daarbij toestanden aan het licht ge
bracht, welke ontstellend zijn en een schril
licht werpen op den economisohen toestand
in het kruideniersbedrijf en de daarin
werkzame winkeliers.
Een in de gemeente Delft ingesteld on
derzoek heeft uitgewezen, dat van de han
delaren in brood, koek, beschuit en suiker
werken 27 pet. een inkomen had van min
der dan 2000.van de kruideniers 55
pet., van de sigarenwinkeliers 5S pet. en
van de handelaren in aardappelen, groenten
en fruit niet minder dan 75 f>ct.
Het stemt tot groote voldoening, dat do
verbetering van den algemeenen. economi-
schen toestand o.m. zijn weerslag vindt in
de versterking van onze organisatie. Sinds
ons laatste congres zijn het ledental en
het aantal afdeelingen in onzo beweging
regelmatig en beteekenend toegenomen.
Over -de geheele lijn is merkbaar een ver
hoogde belangstelling voor de organisatie.
De vruchten van de ontwikkeling onzer
organisatie zijn niet uitgebleven. De eens
gezindheid en de ernstige wil om iets te
bereiken, welke hebben gesproken bij de
voorbereiding der laatst gehouden verkie
zingen en die voor ons zoo'n verheugend
resultaat hadden, hebben zeer weldadig
aangedaan. Tot onze vreugde hebben wij
ook gezien, dat in de Troonrede een pas
sage voorkomt, luidende: „met den midden
stand zal nog nauwer dan tot heden voeling
worden gehouden". Dit is de eerste maa',
dat in een troonrede de middenstand wordt
aangehaald.
Een andere vrucht, welke aan den boom
van de middenstandsorganisatie is gerijpt,
zij het met de onmisbare hulp van den
Middepstandsraad, is de totstandkoming
van een Middenstandsdienst al is het in
bescheiden omvang en met een al te weid-
schen titel aan het Ministerie van Ar
beid, H. en N.
De heropleving van onze organisatie
heeft wederom den drang doen gevoelen
naar internationaal contact. Dezen zomer
zijn afgevaardigden der K.K.V. in Duitseh-
land, van den Chr. Landsbond voor den
Middenstand in België en van onze orga
nisatie bijeengekomen om van gedachten
te wisselen. Dit is voor allen-zeer leerzaam
geweest. Het ligt in de bedoeling in de toe
komst regelmatig dergelijke bijeenkomsten
te beleggen. Ik acht dit een eenvoudige
en practische methode van samenwerking,
welke er gemakkelijk toe zal leiden, dat er
meer eenheid van streven en werken zal ko
men in de verschillende deelnemende lan
den.
De Ziektewet en de wijze, waarop de or
ganisaties bij de uitvoering der wet een
taak kunnen vervullen, levert het bewijs,
dat in het algemeen de organisaties aan
beteekenis winnen. Onze organisatie heeft
met de drie werknemerscentrales een be-
drijfsvereeniging gesticht „Middenstands-
Onderlinge" genaamd, welke zich ten dool
stelt de uitvoering der Ziektowet.
Spreker herdenkt vervolgens Chris Jan
sen en de viering van het zilveren pries
terfeest van dr. van Beurden om dan zijn
rede te beëindigen met het aanhalen van
de uitspraak van kardinaal van Rossum,
die na gewezen te hebben op de noodza
kelijkheid van een krachtigen middenstand,
o.m. verklaarde:
„Men kan gerust zeggen, dat een katho
lieke middenstand, die onder alle opzich
ten gezond is, voor het leven en tvelzijn der
Katholieke Kerk in Nederland een bron is
van voorspoed en een verzekering voor do
toekomst".
Ik kan u geen krachtiger aansporing ge
ver), aldus de bondsvoorzitter. Volg de wij
ze les van kardinaal Van Rossum op, dan
kunt gij zeker zijn, dat gij de plichten van
uw staat en stand naar behooren hebt ver
vuld.
Dit geve God.
Na een dankwoord aan den heer Struij
cken, wiens 60sten verjaardag hij in sym
pathieke bewoordingen herdacht, hem, den
eminenten leider van den R. K. Midden
standsbond toewenschend, dat hij nog vele
jaren aan het middenstandswerk zou mogen
arbeiden, droeg de heer Meijring de leiding
van de vergadering wederom aan den
voorzitter over.
Mgr., die de vergadering moest verlaten,
gaf vervolgens aan de vergadering zijn ze
gen en verliet, na een krachtigen wensch
voor den groei van den R. K. Midden
standsbond als standsorganisatie, onder
luide toejuichingen de zaal.
De voorzitter deed dan nog raededee-
ling van de komst van den burgemeester
van Borne, den heer Schaepman.
Telegrammen van hulde werden gezon
den aan H. M. de Koningin en aan Z. Em.
Kard. van Rossum.
Verslagen.
Mr. van Hellenberg Hubar bracht ver
volgens verslag uit van den werkzaamheid
van den bond sinds het laatste congres.
In zijn verslag wordt opgemerkt, dat de
bond naar alle kanten groeit; het aantal
aangesloten vakbonden groeide tot 17, het
ledental groeide met 3000. Het aantal af
deelingen steeg voortdurend; ook de orga
nisatie van den jongen middenstand nam
in groei toe. De Middenstand-Onderlingo
is» de vorige maand definitief opgericht,
een belangrijke gebeurtenis voor den mid
denstand. Voor de eerste maal toch werkt
de organisatie van den middenstand thans
samen met de organisatie van werknemers
voor de uitvoering van een sociale wet.
De organisatie heeft zich ook bezig ge
houden met verschillende overheidsbe
moeiingen, zooals winkelsluiting; het wets
ontwerp op de N.V.; het wetsontwerp tot
wijziging der Drankwet; het wetsontwerp
tot wijziging van de financieele verhouding
tussohen rijk en gemeenten, wijziging der
telefoontarieven enz.
Het groot-winkelbedrijf en de
middenstand.
Aan de orde komt het praeadvies van
mr. van Hellenberg Hubar over groot
winkelbedrijf en middenstand.
Mr. van Hellenberg Hubar gaf naar
aanleiding van zijn praeadvies een korte
inleiding. Spr. begon met op te merken,
dat wij missen behoorlijk materiaal, feite
lijke documentatie voor de beoordeeling
van de positie van den middenstand. Dit
gemis heeft ook spr. gevoeld bij het schrij
ven van zijn prae-advies. Toch betreft het
hier een zeer belangrijke kwestie.
Beginnen wij maar alvast met de vraag:
Moet de kleine winkelstand terrein af
staan aan het grootbedrijf?
De distributie is zooveel grooter gewor
den, dat discussie over deze vraag moge
lijk is. Wauneer waar is, zooals spreker in
zijn prae-advies zegt, dat de kleine winkel
stand terrein moet afstaan, hoe groot is
dan die terrein-afstand en in welk tempo
geschiedt hij. Het is van groot belang pre
cies te weten, wat er aan de hand is, opdat
de juiste njaatregelen kunnen worden gc-
nomon. Het gaat toch om de vraag: Hoo
staat het met de verschuiving van de groep
zelfstandig onafhankelijken naar de groep
onzelfstandig afhankelijken. Dit is een
vraag van beteekenis voor de heele ge
meenschap.
Een tweede bezwaar, dat spr. ontmoette,
is de geringe belangstelling van de weten
schappelijke wereld. Een der allereerste
zaken, welke dienen te gebeuren is het
verzamelen van materiaal omtrent de eco
nomische positie van het kleine midden-
standsbedrijf.
In punt vijf van zijn prae-advies zegt
spr.: De middenstand zal, om de capaci
teiten van het grootbedrijf te kunnen
evenaren, moeten geraken tot economische
samenwerking, ten einde aldus dezelfdo
middelen, aangepast aan den bijzonderen
aard van het kleinbedrijf te kunnen benut
ten als heb grootbedrijf. Het spreekt van
zelf, dat met „dezelfde" middelen, spr. al
leen bedoelt geoorloofde middelen. In dien
zin zou spr. deze conclusie willen aanvul
len. Spr. geeft dan eenige toelichting op
punt 8 van zijn prae-advies, dat als volgt
luidt:
Als regel zal het stichten van inkoopcoc-
peraties het beste begin zijn eener econo
mische samenwerking. Rekening houdend
met den feitelijken aard der menschen en
gezien de ernstige gevolgen van misluk
king, moet de inkoopcoöperatie voorzichtig
worden voortgezet, financieel sterk gefun
deerd zijn en weinig of geen risico dragen;
als regel zal het aanbeveling verdienen het
toetreden van leden te beperken.
Spr. is het niet eens met de meening,
dat do inkoop-coöperatie haar poorten wa
genwijd moet openstellen. Dat wil niet zeg
gen, dat de inkoopcoöperatie vrij mag zijn
in het toelaten en weigeren van leden. Het
is voor de inkoopcoöperatie van groote be
teekenis, dat zij vertrouwen blijft behou
den. Daarom kan zij niet rijp en groen toe
laten.
Door den afgevaardigde van Eindhoven
werd nog een amendement op de conclu
sies ingediend, waarna werd gepauzeerd.
Na de p-uze is er een uitvoerig debat
over de stellingen.
De voorzitter heet intusschen welkom
den heer A. H. Engels, lid der Tweede
Kamer; den vertegenwoordiger van den
Christelijken Middenstandsbond en den
heer A. C. baron van Voorst tot Voorst,
Commissaris der Koningin in de provin
cie, wiens komst als vertegenwoordigend
het burgerlijk gezag door den bond op den
hoogsten prijs wordt gesteld. Voorlezing
wordt gedaan van een schrijven van den
Belgischen landelijken middenstandsbond.
Conclusie 10 komt ten slotte als volgt
te luiden:
„In aansluiting op de conclusies 6 en 9
moet het gewenschb worden geacht dat de
opgerichte Middenstandsdienst
a. een onderzoek instelle naar het aan
tal, aard, omvang constructie en werking
der 'bestaande Middenstandscoöperaties
in de verschillende takken van bedrijf;
b. gegevens verzamele hieromtrent ter
doeltreffende voorlichting der middenstan
ders
c. uitvoering van de onder a. en b. ge
noemde onderzoekingen met den steun van
Kamers van Koophandel en andere be
staande instituten.
Onder applaus worden daarna de con
clusies van mr. van Hellenberg Hubar met
de wijziging in conclusie 10 van dr. van
Beurden aangenomen, waarna de voorzit
ter den prae-adviscur dank brengt voor
zijn belangrijk werk.
R. K. Jeugdbeweging en R. K.
Jonge Middenstand.
Aan de orde is daarop het prae-advies
van rector B. H. de Groot over de R. K.
Jeugdbeweging en den R. K. jongen mid
denstand.
Rector de Groot merkte allereerst op.
dat er eenheid van organisatie moet zijn
in de beweging van Katholiek Jong Ne
derland. Dat is psychologisch noodig, om
dat de weienschap dat duizenden in de
zelfdo beweging opgaan, leven in dezelfde
beginselen als hij, den jongeman een groo
te steun zijn.
Dit geldt zeker ook voor den jongen
middenstander. De invloed der psychologie
van de massa brengt leven, enthousiasme
onder de jongeren.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Vrijdag 27 September.
Hilversum, 298 M. Na 6 uur 1071 M.
10.30—11.00 N.C.R.V. Ziekendienst,
11.3012.00 K.R.O. Godsdienstig half
uurtje.
12.151.15 K.R.O. Concert door het K-R.
O.-Trio.
I.152.00 Gramofoonmuziek. K.R.O.
4.005.00 N.C.R.V. Gramofoonmuziek.
5.006.45 N.C.R.V. Concert. Vocale so
listen.
7.007.25 K.R.O. Cursus schriftverbete-
7.35 V.P.R.O.-uitzonding.
Huizen, 1875 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.152.00 Concert door het A.V.R.O.-
Kwartet.
2.004.00 Gramofoonmuziek.
4.305.30 Concert door het A.V.R.O.-
Ivwartet.
5.307.15 Concert door de Stafmuziek
van liet 6o Rogt. Infanterie.
7.15—7.45 Spreekuur vau den Radiodok
ter.
8.01 Frits Stapper's Revue „Lach en Ver
geet". Auteurs: Rido en Louis Davids. Mo
dewerkenden o.a. Louisi Davids. Kalman
Knaack, Joh. Heesters. In do rustpoos:
Praatje door mevr. de Leeuw-van Rees
over de a.s. Naai- en Knipcursus. Persbo-
riohten. Na afloop: Gramofoonmuziek.
12.00 Sluiting.
Daventry, 15ol.4 M.
10.35 Morgenwijding.
II.05 Lezing.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert.
12.50 Orgelconcert.
I.202.20 Gramofoonmuziek.
2.50 Uitzending voor scholen.
3.20 Lezing.
3.45 Lezing.
4.05 Uilzending voor scholen.
4.50 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezing.
6.35 Nieuwsber.
7.05 Concert.
7.20 Lezing.
7.45 Lezing.
8.05 „Wind Up" Sketch van J. Jefferson.
Daarna: „The Split in the Cabinet". Too-
neelstnk in 2 bedrijven van V. C. Clinton
Baddeley.
8.45 Vaudeville.
10.00 Nieuwsber.
10.20 Lezing.
10.35 Concert.
II.3512.20 Dansmuziek.
12.2012.35 Beelduitz.
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
12.20 Concert.
12.502.20 Gramofoonmuziek.
4.05 Concert. Orkest en soli.
6.55 Gramofoomkuziek.
8.55 Orkest. Concert, vocale en instru
mentale solisten.
L a n g e n b e r g, 473 M.
7.208.15 Gramofoonmuziek.
8.209.20 Orkestconcert.
10.3512.10 Gramofoonmuziek.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.25—2.40 Orkestconcert.
5.556.50 Orkostconcerfc.
8.209.05 Orkestconcert.
9.05 Concert. Orkest, declamatie en zang.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Orkestconcert.
6.20 Pianorecital.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.35 Concert.
Z e e s e n, 1635 M.
6.1010.50 Lezingen.
12.201.15 Gramofoonmuziek.
1.151.50 Lezingen.
2.202.50 Gramofoonmuziek.
3.505.20 Lezingen.
5.20—6.20 Concert uit Leipzig.
6.208.20 Lezingen.
8.20 „Louis Ferdinand Prinz von Preus-
sen". Tooneelstuk van Fritz van Unruh.
Daarna: Operettemuziek. Orkest en zang.
Kalundborg, 1153 M.
12.202.20 Concert door Strijkorkest.
3.005.00 Concert door Instrumentaal
Ens-emble.
8.209.35 „Dobatten i Politivennen".
Vaudeville in 2 bedrijven van Hendrik
Hertz.
10.1011.20 Concert door liet Radi>
Symphonieorkest.
FEUILLETON.
naar het Italiaansch van
DE MARCHI
15)
„Als je het goed geraden hob1:, mag jij
de doos uitlikken." antwoordde de vader
die door het geluk als buiten zichzelf was.
Dan nam de gewezen hoedenmaker
een mes van tafel op, sneed het touw door,
en hief het deksel op en verwijderde een
stuk krantenpapier.
Een priestershoed, met een briefje aan
een der zijden linten, vertoonde zich aan
zijn verraste oogsn.
Philippin las het briefje maar bsgreeo
het niet. Hij las het nogmaals, doch slaagde
er niet in den zin te vatten. Misschien was
het schrift te onduidelijk of wel had hij
wat veel van den krachtigen wijn genoten.
Hij wendde zich daarop tot don jCiccio
en zei
.,U hebt een bril. wat zegt u van die
hiëroglyphen
De ander zette zijn bril op zijn dik
ken neus en las hardop voor:
Zeer achtenswaardige.Heer.
Er is een priestershoed gevonden in ons
dorp. Daar ik den wettigen eigenaar, on
danks al mijn nasporingen niet kan vin-
.den, zend ik hem terug aan den winkelier,
wiens naam in de voering staal, want ik
wil niets in mijn bezit houden wat mij niet
toebehoort.
Ik veronderstel dat het u gemakkelijker
is het spoor van den eigenaar te vinden en
verzoek u daarom zoo goed te willen zijn,
hem den hoed te doen toekomen.
Uw toegewijde en onderdanige dienaar
„Don Antonio Spina,
pastoor van Santafuscn".
,.Dat is een eerlijk man riep don Nun-
giante uit.
„Of iemand wiens hoofd te groot is voor
den hoed", merkte don Ciccio met een on
deugend lachje op.
„Wat zegt u daar?' riep Phüippon ui!,
terwijl hij plotseling verbleekte en door
ging den hoed var: alie kanten te bekijken.
..Dien hoed heb ik aan don Cyrillus ver
kocht, dien dag dat hij Napels verliet. Ik
herinner mij dat nog heel goed, want ik
had hem voor den vicaris van monseigneur
gemaakt, maar hij pasfe hem niet goed.
Kijk Chiorina. daar siaat het registernum-
mer.
„Juist dat is bet, dat i? het", antwoordde
de vrouw van den hoedenmaker met be
vende stem. „Er blijft dus geen twijfel
meer over".
De gasten keken elkaar verschrikt aan en
spraken geen woord.
Zij hadden om don Cyrillus geroepen en
op zijn welzijn gedronken.
Hij zelf was niet gekomen, maar wel. al?
een plaatsvervanger en vertegenwoordiger,
de hoed van den priester
DERDE DEEL.
De geheimzinnige jager.
Na de vergeef sch e na sporingen var. den
baron op zijn villa te Sajitafusca bleet hem
nog slechts één hoop over den hoed te vin
den die eens een vrecselijke aanklager zou
kunnen worden.
Hoe gering de kans ook was, toch klamp
te de baron zich daaraan vast alvorens te
verzinken in de zee van ongerustheid en
vertwijfeling. Misschien was de hoed in
handen gevallen van neef Pelro, de erfge
naam van Salvator. Na diens dood was de
jonge man immers uit Falda gekomen om
het weinige, dat de oude knecht naliet, in
beslag te nemen.
De baron moest «lus aan dien kant ecu
poging wagen. Op lien weg lag zijn ec-nige
kans. dus m~est hij dien op en wel zoo
spoedig mogelijk.
Cm 7,ich onherkenbaar te roaken en al-
zoo gevaarlijke vermoedens te voorkomen,
trok hij een oud jacht cost uum san, zette
een landelijken hoed met breeden rand op,
hing weitasch en geweer om en stapte aldus
uitgerust ie Falda uit den trein.
Kalm liep hij het dorp in en floot een
liedje tussc'nen de tanden, wat heel goed
staat voor een onbezorgde» jager. Maar
hoeveel moeite moest hij zich niet aandoen
om zijn opgewondenheid te behcerschen 1
De herberg ..De Vesuvius" lag op den
grooten weg, die naar het geb°rg:e leidt,
dicht bij een platanenbosch on een afgele
gen plaats Menige voerman en ezeldrijver
hield daar stil om zich te verfrissehen.
Zij die er comfort zouden zoeken, moes
ten we! bedrogen uitkomen, doch de gewone
klanten der herberg waren niet veeleischend
als zij daar maar goeden wijn, oude haas en
bruikbare tabak konden vinden.
Petro was oen stevige jongeman met een
opgewekt humeur en altijd bereid anderen
een dienst te bewijzen, vooral als daar oen
flesch mee te verdienen was. Hij was juist
bezig met het uitbeenen van ren schaap
dat hij buiten aan een stang tegen don
muur gehangen had, toen hij een jager zon
der hond zag naderen.
„Hebt u wat wijn brood en kaas voor me,
jonginensch".
„Zooveel als u maar wilt", antwoordde
Petro en hij ging zijn met bloed bedekte
handen afwasschen.
De jager ging de herbc-rg in en keek
scherp om zich heen als iemand die wat
zoekt. Dan liet hij zich op een stoel neer
vallen en deed alsof hij vermoeid was van
een langen tocht.
Weldra bracht de herbergier het ge
vraagde en nu ontspon zicii het volgende
gesprek:
..Ik geloof dat ik u al eens meer gezien
heb... maar ik herinner me niet waar.,
zoudt u misschien een familielid zijn van
een zekeren Salvator die daar ginds in Sar.-
tafusca woont?"
..Ik ben zijn neef. of liever gezegd, was
zijn neef", antwoordde Petro. „want de
arme man is dood. Hij was uitgeleefd en
is zoo arm als Job gestorven. De komt er
van als men op een kasteel dientMen
zuigt daar het bloed uit een annen knecht
tot er geen druppel meer in zit en dan
wordt het karkas voor de honden geworpen
Mijn oom heeft geen cent nagelaten, na
zich veertig jaar lang uitgesloofd te hebben
voor een baron die in Napels het geld met
harden vol weggooit".
„Dus bent u het die eenige voorweipen
op <tc villa hebt gehaald?"
„Voor veertien dagen geleden ben ik daar
geweest. Tk bon familie van don Antonio,
u weet wel den pastoor van Santafusca; ik
ben do zoon van zijn zuster. Ik heb uw ar
men oom Salvator ook gekend. Zijn dood
trof me erg".
Die laatste zin zei hij met een onge
veinsde ontroering.
..Todereen hield van hem", zuchtte Pelro
„Maar a propos", vervolgde de jager,
hebt u misschien ook, tegelijk niet andere
dingen, een pastoorshoed meegenomen?"
„Een pastoorshoed
Petro aarzelde een oogenblik en dat
oogenblik kwam den baron eindeloos larg
voor. Van het woord dat nu uit Petro's
mond zou vallen hing de toekomst, het le
venslot van den baron af. Een enkel woord
van den dorpeling zou beslissen of baron
rif Santafusca wat gemoedsrust zou ver
krijgen, of voor immer vaarwel moest zeg
gen nan ren rustigen slaap.
Eindelijk sprak de herbergier:
„Ja, de hoed is hier".
Do emotie was te groot, omdat de angst
te smartelijk was geweest. Ditmaal kon de
baron zich niet beheerschen. Ilij brak in oen
glimlach los, zooda'. zijn geheele lichaam er
van schudde.
In die plotselinge uitbarsting ontlastte
zich de angst van vele lange dagen en sla-
pelooze nachten, de teleurstelling van den
vorigen dag eiUliet lijden van do vrecselijke
visioenen die zijn geest gevangen hielden.
(Wordt vei volg I).