EEN BEZOEK AAN POLEN DERDE BLAD. DE LEIDSCHE COURANT. WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1929 Steden in Polen. Het nationalisme als ondergrond van zijn krachtontplooiing. Levende romantiek door Dr. FELIX HUTTEN. II. De eerste groote indruk van den vreem deling die de Poolsche grens overschrijdt en te Poznan, het vroegere Posen, uit den trein stapt of aanstonds Warschau aan doet, is wel deze: hé, we zijn hier nog al tijd in Europa Poznan is een sterk verduitschte stad met een Italiaansch stadhuisWarschau, dat een verkleind Parijs kon heet en, doet mij evenzeer denken aan Madrid als aan Turijn, met zijn Renaissance-paleizen, zijn klassieke kolommen en gebeeldhouwde bal- cons. Hier is niets Russisch en niets vreemds. De Barok der vele kerken mag er overladener zijn dan elders. De markt vrouwen te Poznan met hun bonte hoofd doeken, de zwart-getabbaarde en baardige Joden te Warschau, geven er de straat éven een tikje locale kleur maar overi gens zijn deze beide universiteitssteden zoo Europeesch, dat het je aandoet als een ontnuchtering. En ik amuseer mij er mee, het peil der beschaving dezer steden na te gaan, waar 'k proeiwagens zie en pa- pierkorven, straatvegers die tot 's avonds laat den rommel van het plaveisel op scheppen en de grasperken der pleinen reinigen. Verkeersagenten zorgen er voor orde en regelmaat, zonder op mechanische poppen te lijken. Politiemannen die, fier op hun lange sabels, haast soldaten lijken, hebben van de Duitsche bezetting van vroeger geen barschheid geleerd. De offi cieren, met al hun medailles pronkend op het eenvoudig uniform, beantwoorden den groet der onderhoorigen met vriendelijk heid, hetgeen voor hun eenvoud pleit. Wel zijn de bedelaars niet zeldzaam langs den weg, en loopen er vele kinderen bloots voets, wat bij dit mooie weer aanne melijk iswel geeft, een menigte van ar melijke, kleine, houten winkelstalletjes waar vrouwen en invaliden beurtelings kranten, cigaretten, bloemen en fruit en snoepgoed verkoopen, vooral aan de groo te hoofdstraten van Warschau iets armoe digs. Maar ziet men dat in Italië niet "ook? En daarenboven maken de bedelaars het den voorbijganger hier niet lastig. Nóg weer een tikje locale kleur als door de drukke straten der millioenenstad Warschau de pronkerige begrafeniswagen voorbijgaat, met de zerk van een kinder lijkje, hoog opgebeurd en zichtbaar onder het zwart baldakijn, met bloemen om ringd, wanneer in Poznan op het plein voor den Dom, die buiten de drukke stad 'ligt, twee prelaten in purper en koor hemd al pratend op en neergaan, en jonge meisjes in nationaal costuum, fleurig als bloemen, zich sierlijk drapeeeren in - him framjige sjaals, alsof het Sevilla was Maar overigens, wat is hier Poolsch, be halve het interieur der vele, vrome ker ken Zelfs te Cracau zou 'k me verbazen over de zindelijkheid der stad buiten de Jodenwijk; en 'k kan het niet begrijpen hoe Charles Delvert die de monumenten van „La Vivante Pologne" zoo goed be keek, weer telkens, zelfs in Warschau, het Oosten meent te zien in Polen, en klach ten aanheft over zijn onzindelijkheid. Non sens, wat deze Poolsche steden betreft! Tenzij er sinds 1927, toen zijn boek ver scheen, zoo veel veranderd is 1 Want ver anderen doet het uitzicht der dingen hier met den dag. Overal wordt er gebroken en gebouwd. Poznan heeft zich vernieuwd met het oog op de groote tentoonstelling die er dit jaar gehouden wordt; Warschau is aan alle zijden in aanbouw. Maar niet alleen dat de heerschende woningnood daartoe dwingt, die heele nieuwe stadswij ken deed verrijzen. Ook wordt er overal hersteld en verfraaid; restauratie van het oude koningspaleis, bouw van een groot museum, van een nieuw station^ van een spoortunnel onder het stadshart. En zoo le vert de drukke stad een beeld op van on gewone levendigheid, van een koortsachti- gen bouwlust, van een krachtsontplooiing en een levensdrang, wier schuimende ener gie den vreemdeling weldadig aandoet. De luide polsslag van dit aanzwellend jeugdle ven rythmeert en den dag met blijde vroo- lijkheid. Maar dit .„klein Parijs", zooals War schau heet, is daarom nog geen Fransche stad; want de Polen zijn geen Franse-hen. En ook *dit ontwaart men er als bij den eersten oogopslag. Er is over dit Poolsch karakter heel wat gefabeld en gebazeld. Maar aanstonds is dit duidelijk: hoe rus tig deze menschen zijn in hun gewone doen. Men spreekt van hun uitgelatenheid, hun uitbundigheid, hun grandseigneurschap dat zich vermeit in groote uitgaven en de schulden niet schuwt. Maar hoe kalm be wegen deze menschen hier, met hun be daard voorkomen, hun veeTkrachtigen gang. Het is een sterk en gezond ras, bruin- getint, met blond haar dat spoedig don kert, en met zachte grijs-blauwe, soms groen-blauwe oogen, met een weemoedi gen, droeven blik. Dit teekent de Polen als Slaven. Mooi zijn ze niet, en zeker de vrou wen uit het volk niet. Opvallend is de rijpheid, de onkinderlijkheid van het kin dergezichtje. Maar hoe vriendelijk zijn ze, altijd met een buiging gereed. Zag ik 's morgens uit mijn venster niet twee koet siers elkaar de hand geven? Overal wor den handen gereikt: vrienden wandelen 'gearmd. Dames begroet men met een hand kus. Zoo ook begroet de arbeider zijn pachtheer, en de boer de boerin, de geloo- vige den priester. Heeft dit niet iets van een doorgevoerde verfijning, waarvan de wortel zit in een ons vreemde teederheid? Begrijp mijn verbazing, toen mijn Pool sche vriend, die mij bezocht in mijn pen sion te Warschau de hand kuste mijner hospita. Wanneer Polen zich dan ook niet als zoo danig in zijn levende stedeni openbaart, zoo licht er dan toch wel iets vreemds en eigens op uit de Polen zelf. Maar zóó kom 'k dan tot den anderen indruk, dien de vreemdeling aanstonds krijgt, wanneer hij maar even met de men schen van dit land in aanraking geweest is: hun geweldig Nationalisme. Wat. bij de Franschen „Chauvinisme" heet, kan wel ^egelijk onaangenaam zijn. De zelfbewustheid der Pruisen was onver draaglijk. Met de Polen is dit zoo heel anders. Zij stellen zich niet op den voor grond, zij dringen geen buren terug: maar zij zijn zoo ontzaglijk blij met hun weer gevonden vrijheid, met hun herboren land, met hun herwonnen zelfstandigheid. Wie die vreugd niet meevoelen kan, is geen mensch. Anderhalve eeuw heeft dit volk, in onwrikbaar geloof aan zijn herrijzenis en opstanding, geleden. Geen oogenblik van zijn bestaan is deze droom van zijn horizont weggescbemerd, ofschoon met ieder jaar de mogelijkheid der vervulling twijfelachtiger werd. Er was geen Polen meer, en tóch hoopten de Polen nog. Zij duldden en droegen onverstoord, maar hun vast vertrouwen kon niet geschokt worden. Dan eindelijk, van 1918 tot 1920, mochten zij voor htm vrijheid strijden. -Zij wierpen zich in dien strijd, uitgehongerd en naakt, ontredderd en haast zonder wapenen. En toch overwinnen zij, tegen alle verwaohtin- gen. Onmiddellijk daarna gaan zij aan het herstellen en opbouwen van alles wat or deloos neerlag, in een uitgeplunderd land, waar niets dan verwarring te wachten was. En tien jaar later is alles georganiseerd, leger en administratie, financiën, econo mie, sociale verzorgingde industrie in wedijver met de buitenlandsche, een natio nale kunst in opbloei, een spiksplinternieu we zeehaven in aanbouw, en een tentoon stelling geopend te Poznan, zoo breed in opzet, zoo ruim van opvatting, zoo dege lijk tot in haar kleinste onderdeelen be werkt, en zoo rijk gevuld met de vrucht van een ongeloofelijken arbeid, dat de vreemde bezoeker er voor verbaasd staat als voor een wereldwonder. Wie dit alles in het oog houdt, het ver ste verleden van bloed en tranen en het meer nabije verleden djrir laatste tien jaar, waarin een vertwijfelde strijd werd gevolgd door een reusachtige krachtsin spanning, waarbij het ontplooide organisa tietalent evenzeer te bewonderen valt als de bereikte, resultaten, zal de geestes houding, de mentaliteit dezer jonge na tie gemakkelijk begrijpen, en zich bewon derend daarin kunnen inleven. Hun voldoening, hun eindelooze vreugde en de rechtmatige trots over hun triomf, niet op het oorlogsveld alleen, maar ook en misschien vooral op economisch terrein, moge de Polen van het oogenblik iets naiefs geven. Doch is naiviteit niet de be minnelijke eigenschap der jeugd En dit oude volk is een nieuwe jeugd ingegaan, met heel de bruisende blijheid, met heel de schuimende geestdrift en den stormen den jpbel, die de jonge levenskracht, jeugd en lente, altijd kenmerken. Naïef, wanneer ze u telkens dit en dat weer aanwijzen met de woorden: bij ons vervaardigd; naief, wanneer ze in bewon dering staan voor de schilderijen hunner schilderskringen, de ..kilims", de weefsels hunner- spinnerijen en de aarden schotels en papierknipsels hunner boeren; naief ook wanneer ze bij al de graftomben hun ner volle kerken de namen noemen hunner helden en grooten, en in hun musea bij voorkeur de groote doeken aanwijzen, door hun historie geïnspireerd. Dan begrijpen zij niet, dat we niet warm worden bij 't hooren der biografie van hun beste vader landers, en op den mantel van Kosciuszko staren als op iedere andere merkwaardig heid. Maar voor lien is dit alles anders. Zij staan tegenover deze dingen met hun piëteit van vaderlanders, die zich overal het bloed der martelaren herinneren en de weeën van hun knechtschap. Dit. werd mij eerst duidelijk bij het verhaal van één, voor den koningsburcht te Krakow, het heilig Monscalvat van Polen: „toen mijn vader mij voor 't eerst" als kind hierheen bracht, begon ik zoo bitter te schreien bij 't bedenken van het verval en de el lende van ons land, dat hij mij niet te troosten wist. Velen kwamen hierheen als droeve pelgrims, gedurende de Oosten- rijksche overheerscliing, zagen den deer nisvollen staat van het koningsslot, sym bool onzer zelfstandigheid, tot kazerne ver laagd, en knielden dan biddend op de straatsteenen neer, de oogen vol tranen, het hart van droefheid gebroken Alleen wanneer men deze liefde, dit grenzenloos vaderlandsgevoel en deze na tionale toewijding in het oog vat., waarvan wij ons geen denkbeeld kunnen vormen omdat wij als gelukkigen geleefd hebben in een eeuw van voorspoed, kan men de heropbeuring, den prachtigen op bloei van dit jonge Polen begrijpen. On danks alle tegenstrijdigheden en verschil len, want in de verschillende de el en der nieuwe Republiek zijn nog vier ver scheiden wetgevingen van kracht, was er dit ééne geloof en deze ééne bergen-verzet- tende liefde voor het oude land, het oude ideaal. En dit is de groote inspireerend kracht geweest, waarvan alle bezieling en alle energie uitging. Het' was eveneens de groote hefboom bij het inrichten der nationale tentoonstelling te Poznan. De eindelooze rij van tabellen en statistieken, die de Staat er heeft saamgebracht, werd door de betreffende ambtenaren en kan toorbedienden in hun vrije uren saarnge- steld. Zonder dat er vergoeding voor uit gekeerd wordt, vindt men er een staf van kantoorpersoneel dat uit studenten be staat, mannen en vrouwen, die op de Ten- toonstelling in de verschillende afdeelingi werkzaam zijn en er met hun talenkennis groote diensten bewijzen. Toen deze vayerlandsliefde na den oor log tegen Sovjet-Rusland in een stevig en goed geschoold leger practisch werd omge zet, heeft menigeen het hoofd geschud. Zoo ergens in Europa, dan ligt er ontplof- fingsstof op de grenzen van Polen. Duitschland neemt geen vrede met den „corridor" van Danzig; Lithauen blijft de stad Wilno opeischen; nergens zijn er na tuurlijke grenzen, wat de zaak met de Ru thenen bemoeilijkten Danzig zelf bleef koppig en wars. Was het dan wonder, dat Polen zich aanstonds gereedmaakte om het verkregen erfdeel te verdedigen Maar een hinderlijk sabelgerammel wordt nergens gehoord. Overal klinkt nog de echo van Grabski's woord, die de finan ciën beredderde: „Als men ons nu maar vijftig jaren den vrede laat." Doch van den anderen kant, op econo misch terrein, moest ditzelfde nationaal besef wel omgezet worden in protectionis me. Hierover schudden weer anderen het hoofd. Het heeten afgedane theorieën. „Je reinste romantiek", heb ik het hooren noe men en met de romantiek is afgehandeld. Maar de Pool antwoordt: zonder onze romantiek waren wp als volk naar den kelder gegaan die alleen heeft ons staan de gehouden, en heeft ons gered. Problemen, waarover wijze hoofden hun hersens kunnen breken. Maar dat dit na tionalisme als levende factor in het hui dige Polen nog niet heeft afgedaan, bewijst een bezoek dat de vreemdeling in de buurt van Poznan brengt aan het kasteel Kor- nik. Gast vrouwe is hier de zeventigjarige gravin Zamojski, die er alle bezoekers zel ve rondleidt, ze van haar bezittingen ver haalt, van het leven barer familie, van heel het verleden van dit kasteel onder Bis- mareks dwingelandij. Zelve ongehuwd, leef de zij hier met haar ongehuwden broeder, graaf Ladislas, die zijn heele vermogen aan den Staat vermaakte. Samen werkten broeder en zuster uitsluitend voor het heil va-n hun volk, kinderen, studen ten en arbeiders, door scholen en fondsen te stichten. En ook de gravin vermaakte haar fortuin en het slot, dat als een mu seum is, aan den Poolsc-hen Staat. Wanneer ik na dit bezoek de oude gravin bewogen de hand kus, ziet zij mij aan met haar groote donkere oogen: „wat heeft u ontroerd?" „Mevrouw de ziel van Polen heeft hier tot mij gesproken." En zij sluit mij in haar armen: „Polen leeft, maar help mij de ziel van Polen te vertolken in de wijde wereld." Geloof mij, de romantiek van Polen sterft niet met dit adellijk geslacht. Motor over den kop. De motorrijder H. Zuidhof te Norg is op den weg tusschen Huis ter Heide en Zuid- velde over den kop geslagen en waarbij hij ernstig is verwond. Hij werd naar het Mi litair-Hospitaal te Assen vervoerd. Door de tram aangereden. De sergeant der infanterie H., uit Venlo, werd Maandagmiddag nabij de Hamert, doordat hij links van den weg reed, gegre pen door de passeerende traan van den Maasbuurtspoorweg Venlo-Nijmegen. Ern stig verwond werd hij opgenomen. Nadat hij ter plaatse was verbonden, werd hij naar het ziekenhuis te Venlo vervoerd. Den machinist van de tram treft geen schuld. ONGELUKKEN. Noodlottig ongeluk. Het 5-jarig dochtertje van den molenaar A. te Woldendorp (Groningen) is, toen het zich op de bovenstelling van den molen be vond, door een molenwiek gegrepen. Het kind werd een eind verder op den grond geslingerd en was onmiddellijk dood. Kindje verbrand. Te Langezwaag heeft het 1 1/2-jarig kindje van de B. in een onbewaakt oogen blik een brandend theelichtje in den kin derwagen getrokken, waardoor deze in brand geraakte. De kleine bekwam ernsti ge wonden en is aan de gevolgen overle den. Van een wagen gevallen. De arbeider M. Heeren te Beerta, viel van een wagen, waardoor hij een hersen schudding opliep. Gisteren is hij aan de gevolgen overleden. GEMENGDE BERICHTEN ALASTRIM. Te Delft. De Delftsche raadsleden prof. R. L. A. Schoemaker en ir. S. H. Stoffel hebben een schrijven gericht aan B. en W. met verzoek hun ten spoedigste mededeeling te willen doen, welke de maatregelen zijn die genomen werden in verband met de alastrim-bestrijding en wanneer die maat regelen in werking zijn getreden. Maandag hebben zich intusschen 7 nieu we gevallen voorgedaan. De geneeskundige diensten van Ensche dé en Velsen hebben een bezoek gebracht aan het Gasthuis ten einde zich van de ziekte en de daar genomen maatregelen op de hoogte te stellen. Te Zalt-Bommel. Er is te Zalt Bommel alastrim gecon stateerd bij iemand uit een logement. De patiënt is in het ziekenhuis opgenomen. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Aan de gevolgen overleden. Te Enschede is in het R. K. ziekenhuis het 19-jarig meisje H. Voort overleden, dat Donderdagavond j.l. uit een in beweging zijnde autobus stapte en zoodanig kwam te vallen, dat zij een zware hersenschudding bekwam. Tegen een boom gereden. Maandagavond omstreeks half acht heeft op den weg tussc'hen Niezijl en Noordhorn een ernstig motorongeluk plaats gehad. De heer H. te Noordhom kwam, doordat de weg was opgebroken, bij het passeeren van een auto met zijn motor in mui zand te recht. Hierdoor raakte hij het stuur kwijt en kwam in botsing met de boomen langs den weg. Ernstig gewond en bewusteloos werd hij door voorbijgangers opgenomen. Later is hij naar zijn woning vervoerd. Hij bleek een ernstige hersenschudding te hebben bekomen. Vier weken buiten kennis. De achttienjarige Sch., die op den Rot- terdamschen weg bij een auto-ongeluk te gen een paal werd geslingerd ligt nu reeds vier weken zonder bewustzijn in het gast huis te Delft. Auto te water gereden. Gistermorgen omstreeks vier uur kwam een open Stude'baker over den Rotterdam- schen Rijweg gereden uit de richting Rot terdam. Even voorbij den tol van Overschie had een kleine aanrijding plaats met een van tegenovergestelde richting komende auto. Het- gevolg hiervan was echter, dat de chauffeur van de open Studebaker het stuur kwijt raakte en pardoes in het wa ter van de Schie reed. Het mag een geluk genoemd worden, dat de auto open was. Nu konden immers beide inzittenden on middellijk uit de auto kruipen en al zwem mende den kant bereiken. De inzittenden waren de twee Delftsche monteurs W. V. en v. d. K. die juist van een karwei terug kwamen, dat zij in Rotterdam hadden ver richt. Nadat hun familie was gewaarschuwd zijn de beide drenkelingen per auto afge haald en naar Delft gebracht-. VERDRONKEN. Maandagmiddag omstreeks half 6 is het 5-jarig dochtertje Margje van den landbouwer J. Strijker te Krakeel spe lenderwijs tc water geraakt en verdron ken. Toen de moeder het kind miste en op haar roepen geen gehoor kreeg, is zij in de buurt van het huis gaan zoeken; zij vond het meisje drijvende in de wijk. De moeder sprong in het water, doch het kind was reeds dood. Met behulp van de buren zijn de vrouw en het overleden kind uit het water ge haald. Gisteren is te Het Veld, gemeente Nieuwe Niedorp, een 1 jaar oud zoontje van J. V. verdronken. Het kind kon nog niet loopen. Vermoedelijk is het uit een hobbelpaard gevallen en den straatweg overgelcropen, waarna 'het in een sloot terecht is gekomen. BRANDEN. Door tot. nog toe onbekende oorzaak is brand ontstaan in de landbouw schuur van den landbouwer J. Vermeer te Bosschen- hoofd. Door gemis aan water was het on mogelijk het vuur, dat snel om zich heen greep, te bestrijden, zoodat weldra ook het woonhuis en de stal door het vuur wer den aangetast. Het huisraad heeft men. groot-endeels kunnen redden, doch men kon niet voorkomen, dat een paard, een varken en een kalf een prooi der vlammen wer den. Alle drie de gebouwen zijn vrijwel plat gebrand. Verzekering dekt slechts voor een klein deel de schade. Gisterenavond omstreeks half tien is de groote boerderij van Alexander te Wilp even bezijden den Rijksweg Deventer Voorst, geheel in de asch gelegd. Be bewo ners, die reeds te ruste gegaan waren, kon den zich slechts met moeite redden. Enkele varkens kwamen in de vlammen om. De mo- torspuit uit Voorst was spoedig ter plaat se, doch kon wegens gebrek aan water niets beginnen. De oorzaak van den brand is on bekend. Huis en inboedel waren laag ver zekerd. Boerderij afgebrand. Maandagmiddag een kwartier na het passeeren van den trein van één uur uit Zwolle, bemerkte de landbouwer B. Hol- terman te Herfte Veldhoek dat de hooi berg, gelegen tusschen zijn woning en de spoorlijn Zwolle—Almelo, in brand stond. De brand breidde zich snel uit en sloeg over op de boerderij. Deze ging geheel in vlammen op, alleen enkele meubelen kon den gered worden, maar de haver- en rog- ge-oogst werd een prooi der vlammen. Verzekering dekt gedeeltelijk de schade. De brandspuit van Zwollerkerspel, die spoedig te hulp kwam, bleef 500 meter van den brand in het mulle zand steken en men slaagde er niet in haar los te werken voordat de boerderij niets meer was dan een puinhoop. Bloedvergiftiging. Xa een vreeselijk lijden van twee-en- twintig clagen is te Wieringen tengevolge van bloedvergiftiging overleden de veer tig-jarige juffrouw D. Kuyt. De bloedver giftiging was het gevolg van het open krabben van een wondje, waarin verf ge raakte. Aanvaring op de Nieuwe Maas. De Reederij op de Lek III, die gister morgen 7 uur van Rotterdam is vertrokken, is een kwartier later ter hoogte van het etablissement Feijenoord, in een mistbank geraakt en in aanvaring gekomen met eenig© Rijnschepen. De Reederij op de Lek III heeft vrij ernstige averij gekregen. Een van dc raderkasten is vernield, ook het stuurhuis heeft schade gekregen. De pas sagiers zijn overgenomen door de Reederij op de Lek VII, de beschadigde boot is weggesleept om te worden gerepareerd. DE DOETINCHEMSCHE GASKWESTIE. De beslissing van den Raad: di recteur en opzichter zullen wor den teruggesteld De burge meester zal deze beslissing ter vernietiging voordragen. De raad der gemeente Doet-inchem heeft nog een ochtend-, middag- en avond vergadering gewijd aan de behandeling van de gasaffaire. Nadat de raadscommissie punt voor punt critiek 'had geoefend op het ver weerschrift van den directeur stelde de voorzitter de conclusie der commissie aan de orde. De heer Bronsveld schetste de houding van den directeur en zei dat het, gezien de cijfers uit het rapport, weer nuttig is geweest dat een commissie is benoemd. De heer Velsink had aan zijn rode van Vrijdag weinig toe te voegen. Nog op het betoog der commissie in te gaan acht hij boter aan de galg gesmeerd. Wie de waar heid zoekt heeft aan spr.'s rede voldoende. Hij verzoekt de commissie alleen de ge uite beschuldigingen eens buiten den raad in het publiek te herhalen. De heer Rietberg heeft den indruk dat er royaal met de financiën der gemeente bij het gasbedrijf is omgesprongen. In het rapport oer commissie is veel waar, maar de voorgestelde straf is z.i. te zwaar, daar niet vast staat dat corruptie is ge pleegd. Een disciplinaire straf moet wel worden opgelegd. De heer Weusten releveert dat de com missie is benoemd om corruptie ap te sporen en daarvan is geen sprake. Daar naast is men met verschillende kleine din gen voor den dag gekomen. De directeur is door de rechtbank vrijgesproken. Na tuurlijk is ontslag een veel te zware straf, want er is geen reden tot straffen. Aan den strijd moet een einde komen. De belangen der gemeenten hebben veel te lijden gehad en heel veel verdriet en zie lenleed is over personen gebracht. Dit kan niet worden hersteld. Er is verdeeld heid en haat gegroeid. Nu wordt het tijd voor eendrachtig samengaan. Spr. wil de commissie ontheffen van haar taak met dank voor de ge,dane moeite. De heer Muller is het niet eens met de beslissing in Arnhem. Het was vooruit te zien hoe Het voor de rechtbank gaan zou. De raad staat afzonderlijk en heeft zich te gedragen naar het belang der gemeente. Het rapport van den directeur is een gedraai en geknoei. Spr. wil schuld erkenning zien. Als er leed is geschied, heeft men dit aan zichzelf te wijten. Spr. geeft toe, dat een eind aan de zaak moet komen. De voorzitter hoopt dat do raad zich niet belachelijk zal maken door met de conclusie der commissie mee te gaan. De heer Brunsveld vindt ontslag een zeer ver gaande straf, die alleen mocht worden gegeven als corruptie vaststond. Aan den anderen kant is echter zooveel gebeurd, dat het zeer moeilijk wordt aan onschuld te gelooven. Er is reden om straf op te leggen. Spr. stelt namens de leden Hammink en v. d. Meene voor om in de conclusie der commissie, lui dende den directeur Pieterson en den opzichter Postma wegens de in het rap port genoemde malversaties op staanden voet te ontslaan, aan te vullen met de woorden: „en den heer Pieterson op na der vast te stellen voorwaarden te benoe men tot hoofdopzichter en Postma tot fitter." Nadat de commissie zich hierover be raden heeft, neemt zij dit amendement over. In stemming gebracht wordt dc conclusie aangenomen met 8 tegen 6 stemmen. De voorzitter deelde mede, dit besluie krachtens art. 70 der Gemeentewet ter vernietiging te zullen voordragen, als in sirijd met het algemeen belang. De verdere conclusies der commissie luiden: II. de firma R. S. Stokvis en Zonen te Rotterdam, wegens liet ver strekken van een credietnota meer dan 11/2 jaar na de levering en de daardoor gebleken onbetrouwbaarheid, voor vijf jaren uit te sluiten van leveranties aan de gasfabriek; III. van de Dortsche meter- fabriek een bediag te eischen van f 3000 wegens het niet-afdragen van 10 pÖt. rc- tourcommissio, die buiten gegeven kor ting in de prijzen det geleverde meters begrepen zijn en bij niet-inwilliging van verdere leveranties uit le sluiten; van de corrupt gebleken firma's Wilson en Gautsch resp. 10 pCt. van t' 1000 en t' «000 terug te vorderen. Deze conclusies weiden aangenomen met 7 togen 5 stemmen De vergadering werd hierna geslolen. Ir» een oogenblik van waanzin over boorrJ gesprongen. Van het Zweedsche s.s. „Ferdiborg", is op de reede van Vlisringen de machinist, die krankzinnig was geworden, overboord gesprongen en verdronken. Een gevaarlijke grap. Zaterdagavond had te Beetgumcrmolên een treurig ongeval plaats. Do 20-jarige S. W. bracht-, meldt de L. Ct., een bezoek aan zijn bedle-gorigen vriend E. W. Terwijl S. buiten stond voor het raam, waarachter zijn vriend op een ledikant lag, richtte laatst genoemde uit de grap oen whidbuks, waar mee hij blijkbaar bezig was geweest, op zijn kameraad. Plotseling ging de buks af en »S. stortte, boven hot- linkeroog getrof fen, bewusteloos neer. De in allerijl ontbo den geneesheer achtte den toestand van den getroffene van dien aard, dat déze di rect naar Leeuwarden moest worden ver voerd. Daar bleek, dat de kogel tot in het achterhoofd was doorgedrongen. Dc dader was radeloos van berouw over zijn onvoor zichtige daad. De toestand van den getrof fene, die Zondagavond nog niet tot bewust zijn was gekomen, moet zeer ernstig zijn. Naar men beweert, worden cr n dil dorp heimelijk meer van die gevaarlijke wapens als een windbuks op na gehoud n en gebruikt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7