EEN BEZOEK AAN POLEN
DERDE BLAD.
DE LEIDSCHE COURANT.
WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1929
Steden in Polen. Het nationalisme als ondergrond
van zijn krachtontplooiing. Levende romantiek
door Dr. FELIX HUTTEN.
II.
De eerste groote indruk van den vreem
deling die de Poolsche grens overschrijdt
en te Poznan, het vroegere Posen, uit den
trein stapt of aanstonds Warschau aan
doet, is wel deze: hé, we zijn hier nog al
tijd in Europa
Poznan is een sterk verduitschte stad
met een Italiaansch stadhuisWarschau,
dat een verkleind Parijs kon heet en, doet
mij evenzeer denken aan Madrid als aan
Turijn, met zijn Renaissance-paleizen, zijn
klassieke kolommen en gebeeldhouwde bal-
cons. Hier is niets Russisch en niets
vreemds. De Barok der vele kerken mag er
overladener zijn dan elders. De markt
vrouwen te Poznan met hun bonte hoofd
doeken, de zwart-getabbaarde en baardige
Joden te Warschau, geven er de straat
éven een tikje locale kleur maar overi
gens zijn deze beide universiteitssteden zoo
Europeesch, dat het je aandoet als een
ontnuchtering. En ik amuseer mij er mee,
het peil der beschaving dezer steden na
te gaan, waar 'k proeiwagens zie en pa-
pierkorven, straatvegers die tot 's avonds
laat den rommel van het plaveisel op
scheppen en de grasperken der pleinen
reinigen. Verkeersagenten zorgen er voor
orde en regelmaat, zonder op mechanische
poppen te lijken. Politiemannen die, fier op
hun lange sabels, haast soldaten lijken,
hebben van de Duitsche bezetting van
vroeger geen barschheid geleerd. De offi
cieren, met al hun medailles pronkend op
het eenvoudig uniform, beantwoorden den
groet der onderhoorigen met vriendelijk
heid, hetgeen voor hun eenvoud pleit. Wel
zijn de bedelaars niet zeldzaam langs den
weg, en loopen er vele kinderen bloots
voets, wat bij dit mooie weer aanne
melijk iswel geeft, een menigte van ar
melijke, kleine, houten winkelstalletjes
waar vrouwen en invaliden beurtelings
kranten, cigaretten, bloemen en fruit en
snoepgoed verkoopen, vooral aan de groo
te hoofdstraten van Warschau iets armoe
digs. Maar ziet men dat in Italië niet "ook?
En daarenboven maken de bedelaars het
den voorbijganger hier niet lastig.
Nóg weer een tikje locale kleur als
door de drukke straten der millioenenstad
Warschau de pronkerige begrafeniswagen
voorbijgaat, met de zerk van een kinder
lijkje, hoog opgebeurd en zichtbaar onder
het zwart baldakijn, met bloemen om
ringd, wanneer in Poznan op het plein
voor den Dom, die buiten de drukke stad
'ligt, twee prelaten in purper en koor
hemd al pratend op en neergaan, en jonge
meisjes in nationaal costuum, fleurig als
bloemen, zich sierlijk drapeeeren in - him
framjige sjaals, alsof het Sevilla was
Maar overigens, wat is hier Poolsch, be
halve het interieur der vele, vrome ker
ken Zelfs te Cracau zou 'k me verbazen
over de zindelijkheid der stad buiten de
Jodenwijk; en 'k kan het niet begrijpen
hoe Charles Delvert die de monumenten
van „La Vivante Pologne" zoo goed be
keek, weer telkens, zelfs in Warschau, het
Oosten meent te zien in Polen, en klach
ten aanheft over zijn onzindelijkheid. Non
sens, wat deze Poolsche steden betreft!
Tenzij er sinds 1927, toen zijn boek ver
scheen, zoo veel veranderd is 1 Want ver
anderen doet het uitzicht der dingen hier
met den dag. Overal wordt er gebroken en
gebouwd. Poznan heeft zich vernieuwd met
het oog op de groote tentoonstelling die
er dit jaar gehouden wordt; Warschau
is aan alle zijden in aanbouw. Maar niet
alleen dat de heerschende woningnood
daartoe dwingt, die heele nieuwe stadswij
ken deed verrijzen. Ook wordt er overal
hersteld en verfraaid; restauratie van het
oude koningspaleis, bouw van een groot
museum, van een nieuw station^ van een
spoortunnel onder het stadshart. En zoo le
vert de drukke stad een beeld op van on
gewone levendigheid, van een koortsachti-
gen bouwlust, van een krachtsontplooiing
en een levensdrang, wier schuimende ener
gie den vreemdeling weldadig aandoet. De
luide polsslag van dit aanzwellend jeugdle
ven rythmeert en den dag met blijde vroo-
lijkheid.
Maar dit .„klein Parijs", zooals War
schau heet, is daarom nog geen Fransche
stad; want de Polen zijn geen Franse-hen.
En ook *dit ontwaart men er als bij den
eersten oogopslag. Er is over dit Poolsch
karakter heel wat gefabeld en gebazeld.
Maar aanstonds is dit duidelijk: hoe rus
tig deze menschen zijn in hun gewone doen.
Men spreekt van hun uitgelatenheid, hun
uitbundigheid, hun grandseigneurschap dat
zich vermeit in groote uitgaven en de
schulden niet schuwt. Maar hoe kalm be
wegen deze menschen hier, met hun be
daard voorkomen, hun veeTkrachtigen
gang. Het is een sterk en gezond ras, bruin-
getint, met blond haar dat spoedig don
kert, en met zachte grijs-blauwe, soms
groen-blauwe oogen, met een weemoedi
gen, droeven blik. Dit teekent de Polen als
Slaven. Mooi zijn ze niet, en zeker de vrou
wen uit het volk niet. Opvallend is de
rijpheid, de onkinderlijkheid van het kin
dergezichtje. Maar hoe vriendelijk zijn ze,
altijd met een buiging gereed. Zag ik
's morgens uit mijn venster niet twee koet
siers elkaar de hand geven? Overal wor
den handen gereikt: vrienden wandelen
'gearmd. Dames begroet men met een hand
kus. Zoo ook begroet de arbeider zijn
pachtheer, en de boer de boerin, de geloo-
vige den priester. Heeft dit niet iets van
een doorgevoerde verfijning, waarvan de
wortel zit in een ons vreemde teederheid?
Begrijp mijn verbazing, toen mijn Pool
sche vriend, die mij bezocht in mijn pen
sion te Warschau de hand kuste mijner
hospita.
Wanneer Polen zich dan ook niet als zoo
danig in zijn levende stedeni openbaart,
zoo licht er dan toch wel iets vreemds en
eigens op uit de Polen zelf.
Maar zóó kom 'k dan tot den anderen
indruk, dien de vreemdeling aanstonds
krijgt, wanneer hij maar even met de men
schen van dit land in aanraking geweest
is: hun geweldig Nationalisme.
Wat. bij de Franschen „Chauvinisme"
heet, kan wel ^egelijk onaangenaam zijn.
De zelfbewustheid der Pruisen was onver
draaglijk. Met de Polen is dit zoo heel
anders. Zij stellen zich niet op den voor
grond, zij dringen geen buren terug: maar
zij zijn zoo ontzaglijk blij met hun weer
gevonden vrijheid, met hun herboren land,
met hun herwonnen zelfstandigheid. Wie
die vreugd niet meevoelen kan, is geen
mensch. Anderhalve eeuw heeft dit volk,
in onwrikbaar geloof aan zijn herrijzenis
en opstanding, geleden. Geen oogenblik
van zijn bestaan is deze droom van zijn
horizont weggescbemerd, ofschoon met
ieder jaar de mogelijkheid der vervulling
twijfelachtiger werd. Er was geen Polen
meer, en tóch hoopten de Polen nog. Zij
duldden en droegen onverstoord, maar hun
vast vertrouwen kon niet geschokt worden.
Dan eindelijk, van 1918 tot 1920, mochten
zij voor htm vrijheid strijden. -Zij wierpen
zich in dien strijd, uitgehongerd en naakt,
ontredderd en haast zonder wapenen. En
toch overwinnen zij, tegen alle verwaohtin-
gen. Onmiddellijk daarna gaan zij aan het
herstellen en opbouwen van alles wat or
deloos neerlag, in een uitgeplunderd land,
waar niets dan verwarring te wachten was.
En tien jaar later is alles georganiseerd,
leger en administratie, financiën, econo
mie, sociale verzorgingde industrie in
wedijver met de buitenlandsche, een natio
nale kunst in opbloei, een spiksplinternieu
we zeehaven in aanbouw, en een tentoon
stelling geopend te Poznan, zoo breed in
opzet, zoo ruim van opvatting, zoo dege
lijk tot in haar kleinste onderdeelen be
werkt, en zoo rijk gevuld met de vrucht
van een ongeloofelijken arbeid, dat de
vreemde bezoeker er voor verbaasd staat
als voor een wereldwonder.
Wie dit alles in het oog houdt, het ver
ste verleden van bloed en tranen en het
meer nabije verleden djrir laatste tien
jaar, waarin een vertwijfelde strijd werd
gevolgd door een reusachtige krachtsin
spanning, waarbij het ontplooide organisa
tietalent evenzeer te bewonderen valt als
de bereikte, resultaten, zal de geestes
houding, de mentaliteit dezer jonge na
tie gemakkelijk begrijpen, en zich bewon
derend daarin kunnen inleven.
Hun voldoening, hun eindelooze vreugde
en de rechtmatige trots over hun triomf,
niet op het oorlogsveld alleen, maar ook en
misschien vooral op economisch terrein,
moge de Polen van het oogenblik iets
naiefs geven. Doch is naiviteit niet de be
minnelijke eigenschap der jeugd En dit
oude volk is een nieuwe jeugd ingegaan,
met heel de bruisende blijheid, met heel
de schuimende geestdrift en den stormen
den jpbel, die de jonge levenskracht, jeugd
en lente, altijd kenmerken.
Naïef, wanneer ze u telkens dit en dat
weer aanwijzen met de woorden: bij ons
vervaardigd; naief, wanneer ze in bewon
dering staan voor de schilderijen hunner
schilderskringen, de ..kilims", de weefsels
hunner- spinnerijen en de aarden schotels
en papierknipsels hunner boeren; naief
ook wanneer ze bij al de graftomben hun
ner volle kerken de namen noemen hunner
helden en grooten, en in hun musea bij
voorkeur de groote doeken aanwijzen, door
hun historie geïnspireerd. Dan begrijpen
zij niet, dat we niet warm worden bij 't
hooren der biografie van hun beste vader
landers, en op den mantel van Kosciuszko
staren als op iedere andere merkwaardig
heid. Maar voor lien is dit alles anders.
Zij staan tegenover deze dingen met hun
piëteit van vaderlanders, die zich overal
het bloed der martelaren herinneren en de
weeën van hun knechtschap. Dit. werd mij
eerst duidelijk bij het verhaal van één,
voor den koningsburcht te Krakow, het
heilig Monscalvat van Polen: „toen mijn
vader mij voor 't eerst" als kind hierheen
bracht, begon ik zoo bitter te schreien
bij 't bedenken van het verval en de el
lende van ons land, dat hij mij niet te
troosten wist. Velen kwamen hierheen als
droeve pelgrims, gedurende de Oosten-
rijksche overheerscliing, zagen den deer
nisvollen staat van het koningsslot, sym
bool onzer zelfstandigheid, tot kazerne ver
laagd, en knielden dan biddend op de
straatsteenen neer, de oogen vol tranen,
het hart van droefheid gebroken
Alleen wanneer men deze liefde, dit
grenzenloos vaderlandsgevoel en deze na
tionale toewijding in het oog vat.,
waarvan wij ons geen denkbeeld kunnen
vormen omdat wij als gelukkigen geleefd
hebben in een eeuw van voorspoed, kan
men de heropbeuring, den prachtigen op
bloei van dit jonge Polen begrijpen. On
danks alle tegenstrijdigheden en verschil
len, want in de verschillende de el en
der nieuwe Republiek zijn nog vier ver
scheiden wetgevingen van kracht, was er
dit ééne geloof en deze ééne bergen-verzet-
tende liefde voor het oude land, het oude
ideaal. En dit is de groote inspireerend
kracht geweest, waarvan alle bezieling en
alle energie uitging. Het' was eveneens
de groote hefboom bij het inrichten der
nationale tentoonstelling te Poznan. De
eindelooze rij van tabellen en statistieken,
die de Staat er heeft saamgebracht, werd
door de betreffende ambtenaren en kan
toorbedienden in hun vrije uren saarnge-
steld. Zonder dat er vergoeding voor uit
gekeerd wordt, vindt men er een staf van
kantoorpersoneel dat uit studenten be
staat, mannen en vrouwen, die op de Ten-
toonstelling in de verschillende afdeelingi
werkzaam zijn en er met hun talenkennis
groote diensten bewijzen.
Toen deze vayerlandsliefde na den oor
log tegen Sovjet-Rusland in een stevig en
goed geschoold leger practisch werd omge
zet, heeft menigeen het hoofd geschud.
Zoo ergens in Europa, dan ligt er ontplof-
fingsstof op de grenzen van Polen.
Duitschland neemt geen vrede met den
„corridor" van Danzig; Lithauen blijft de
stad Wilno opeischen; nergens zijn er na
tuurlijke grenzen, wat de zaak met de Ru
thenen bemoeilijkten Danzig zelf bleef
koppig en wars. Was het dan wonder, dat
Polen zich aanstonds gereedmaakte om
het verkregen erfdeel te verdedigen
Maar een hinderlijk sabelgerammel wordt
nergens gehoord. Overal klinkt nog de
echo van Grabski's woord, die de finan
ciën beredderde: „Als men ons nu maar
vijftig jaren den vrede laat."
Doch van den anderen kant, op econo
misch terrein, moest ditzelfde nationaal
besef wel omgezet worden in protectionis
me. Hierover schudden weer anderen het
hoofd. Het heeten afgedane theorieën. „Je
reinste romantiek", heb ik het hooren noe
men en met de romantiek is afgehandeld.
Maar de Pool antwoordt: zonder onze
romantiek waren wp als volk naar den
kelder gegaan die alleen heeft ons staan
de gehouden, en heeft ons gered.
Problemen, waarover wijze hoofden hun
hersens kunnen breken. Maar dat dit na
tionalisme als levende factor in het hui
dige Polen nog niet heeft afgedaan, bewijst
een bezoek dat de vreemdeling in de buurt
van Poznan brengt aan het kasteel Kor-
nik. Gast vrouwe is hier de zeventigjarige
gravin Zamojski, die er alle bezoekers zel
ve rondleidt, ze van haar bezittingen ver
haalt, van het leven barer familie, van heel
het verleden van dit kasteel onder Bis-
mareks dwingelandij. Zelve ongehuwd, leef
de zij hier met haar ongehuwden broeder,
graaf Ladislas, die zijn heele vermogen aan
den Staat vermaakte. Samen werkten
broeder en zuster uitsluitend voor het heil
va-n hun volk, kinderen, studen
ten en arbeiders, door scholen en fondsen
te stichten. En ook de gravin vermaakte
haar fortuin en het slot, dat als een mu
seum is, aan den Poolsc-hen Staat.
Wanneer ik na dit bezoek de oude
gravin bewogen de hand kus, ziet zij mij
aan met haar groote donkere oogen: „wat
heeft u ontroerd?"
„Mevrouw de ziel van Polen heeft hier
tot mij gesproken."
En zij sluit mij in haar armen: „Polen
leeft, maar help mij de ziel van Polen
te vertolken in de wijde wereld."
Geloof mij, de romantiek van Polen sterft
niet met dit adellijk geslacht.
Motor over den kop.
De motorrijder H. Zuidhof te Norg is op
den weg tusschen Huis ter Heide en Zuid-
velde over den kop geslagen en waarbij hij
ernstig is verwond. Hij werd naar het Mi
litair-Hospitaal te Assen vervoerd.
Door de tram aangereden.
De sergeant der infanterie H., uit Venlo,
werd Maandagmiddag nabij de Hamert,
doordat hij links van den weg reed, gegre
pen door de passeerende traan van den
Maasbuurtspoorweg Venlo-Nijmegen. Ern
stig verwond werd hij opgenomen. Nadat
hij ter plaatse was verbonden, werd hij
naar het ziekenhuis te Venlo vervoerd.
Den machinist van de tram treft geen
schuld.
ONGELUKKEN.
Noodlottig ongeluk.
Het 5-jarig dochtertje van den molenaar
A. te Woldendorp (Groningen) is, toen het
zich op de bovenstelling van den molen be
vond, door een molenwiek gegrepen. Het
kind werd een eind verder op den grond
geslingerd en was onmiddellijk dood.
Kindje verbrand.
Te Langezwaag heeft het 1 1/2-jarig
kindje van de B. in een onbewaakt oogen
blik een brandend theelichtje in den kin
derwagen getrokken, waardoor deze in
brand geraakte. De kleine bekwam ernsti
ge wonden en is aan de gevolgen overle
den.
Van een wagen gevallen.
De arbeider M. Heeren te Beerta, viel
van een wagen, waardoor hij een hersen
schudding opliep. Gisteren is hij aan de
gevolgen overleden.
GEMENGDE BERICHTEN
ALASTRIM.
Te Delft.
De Delftsche raadsleden prof. R. L. A.
Schoemaker en ir. S. H. Stoffel hebben
een schrijven gericht aan B. en W. met
verzoek hun ten spoedigste mededeeling
te willen doen, welke de maatregelen zijn
die genomen werden in verband met de
alastrim-bestrijding en wanneer die maat
regelen in werking zijn getreden.
Maandag hebben zich intusschen 7 nieu
we gevallen voorgedaan.
De geneeskundige diensten van Ensche
dé en Velsen hebben een bezoek gebracht
aan het Gasthuis ten einde zich van de
ziekte en de daar genomen maatregelen
op de hoogte te stellen.
Te Zalt-Bommel.
Er is te Zalt Bommel alastrim gecon
stateerd bij iemand uit een logement. De
patiënt is in het ziekenhuis opgenomen.
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Aan de gevolgen overleden.
Te Enschede is in het R. K. ziekenhuis
het 19-jarig meisje H. Voort overleden, dat
Donderdagavond j.l. uit een in beweging
zijnde autobus stapte en zoodanig kwam te
vallen, dat zij een zware hersenschudding
bekwam.
Tegen een boom gereden.
Maandagavond omstreeks half acht heeft
op den weg tussc'hen Niezijl en Noordhorn
een ernstig motorongeluk plaats gehad. De
heer H. te Noordhom kwam, doordat de
weg was opgebroken, bij het passeeren van
een auto met zijn motor in mui zand te
recht. Hierdoor raakte hij het stuur kwijt
en kwam in botsing met de boomen langs
den weg.
Ernstig gewond en bewusteloos werd hij
door voorbijgangers opgenomen. Later is
hij naar zijn woning vervoerd. Hij bleek
een ernstige hersenschudding te hebben
bekomen.
Vier weken buiten kennis.
De achttienjarige Sch., die op den Rot-
terdamschen weg bij een auto-ongeluk te
gen een paal werd geslingerd ligt nu reeds
vier weken zonder bewustzijn in het gast
huis te Delft.
Auto te water gereden.
Gistermorgen omstreeks vier uur kwam
een open Stude'baker over den Rotterdam-
schen Rijweg gereden uit de richting Rot
terdam. Even voorbij den tol van Overschie
had een kleine aanrijding plaats met een
van tegenovergestelde richting komende
auto. Het- gevolg hiervan was echter, dat
de chauffeur van de open Studebaker het
stuur kwijt raakte en pardoes in het wa
ter van de Schie reed. Het mag een geluk
genoemd worden, dat de auto open was.
Nu konden immers beide inzittenden on
middellijk uit de auto kruipen en al zwem
mende den kant bereiken. De inzittenden
waren de twee Delftsche monteurs W. V.
en v. d. K. die juist van een karwei terug
kwamen, dat zij in Rotterdam hadden ver
richt.
Nadat hun familie was gewaarschuwd
zijn de beide drenkelingen per auto afge
haald en naar Delft gebracht-.
VERDRONKEN.
Maandagmiddag omstreeks half 6 is
het 5-jarig dochtertje Margje van den
landbouwer J. Strijker te Krakeel spe
lenderwijs tc water geraakt en verdron
ken. Toen de moeder het kind miste en
op haar roepen geen gehoor kreeg, is zij
in de buurt van het huis gaan zoeken;
zij vond het meisje drijvende in de wijk.
De moeder sprong in het water, doch het
kind was reeds dood.
Met behulp van de buren zijn de vrouw
en het overleden kind uit het water ge
haald.
Gisteren is te Het Veld, gemeente
Nieuwe Niedorp, een 1 jaar oud zoontje
van J. V. verdronken. Het kind kon nog
niet loopen. Vermoedelijk is het uit een
hobbelpaard gevallen en den straatweg
overgelcropen, waarna 'het in een sloot
terecht is gekomen.
BRANDEN.
Door tot. nog toe onbekende oorzaak is
brand ontstaan in de landbouw schuur van
den landbouwer J. Vermeer te Bosschen-
hoofd. Door gemis aan water was het on
mogelijk het vuur, dat snel om zich heen
greep, te bestrijden, zoodat weldra ook
het woonhuis en de stal door het vuur wer
den aangetast. Het huisraad heeft men.
groot-endeels kunnen redden, doch men kon
niet voorkomen, dat een paard, een varken
en een kalf een prooi der vlammen wer
den. Alle drie de gebouwen zijn vrijwel
plat gebrand. Verzekering dekt slechts
voor een klein deel de schade.
Gisterenavond omstreeks half tien is
de groote boerderij van Alexander te Wilp
even bezijden den Rijksweg Deventer
Voorst, geheel in de asch gelegd. Be bewo
ners, die reeds te ruste gegaan waren, kon
den zich slechts met moeite redden. Enkele
varkens kwamen in de vlammen om. De mo-
torspuit uit Voorst was spoedig ter plaat
se, doch kon wegens gebrek aan water niets
beginnen. De oorzaak van den brand is on
bekend. Huis en inboedel waren laag ver
zekerd.
Boerderij afgebrand.
Maandagmiddag een kwartier na het
passeeren van den trein van één uur uit
Zwolle, bemerkte de landbouwer B. Hol-
terman te Herfte Veldhoek dat de hooi
berg, gelegen tusschen zijn woning en de
spoorlijn Zwolle—Almelo, in brand stond.
De brand breidde zich snel uit en sloeg
over op de boerderij. Deze ging geheel in
vlammen op, alleen enkele meubelen kon
den gered worden, maar de haver- en rog-
ge-oogst werd een prooi der vlammen.
Verzekering dekt gedeeltelijk de schade.
De brandspuit van Zwollerkerspel, die
spoedig te hulp kwam, bleef 500 meter van
den brand in het mulle zand steken en
men slaagde er niet in haar los te werken
voordat de boerderij niets meer was dan
een puinhoop.
Bloedvergiftiging.
Xa een vreeselijk lijden van twee-en-
twintig clagen is te Wieringen tengevolge
van bloedvergiftiging overleden de veer
tig-jarige juffrouw D. Kuyt. De bloedver
giftiging was het gevolg van het open
krabben van een wondje, waarin verf ge
raakte.
Aanvaring op de Nieuwe Maas.
De Reederij op de Lek III, die gister
morgen 7 uur van Rotterdam is vertrokken,
is een kwartier later ter hoogte van het
etablissement Feijenoord, in een mistbank
geraakt en in aanvaring gekomen met
eenig© Rijnschepen. De Reederij op de Lek
III heeft vrij ernstige averij gekregen. Een
van dc raderkasten is vernield, ook het
stuurhuis heeft schade gekregen. De pas
sagiers zijn overgenomen door de Reederij
op de Lek VII, de beschadigde boot is
weggesleept om te worden gerepareerd.
DE DOETINCHEMSCHE GASKWESTIE.
De beslissing van den Raad: di
recteur en opzichter zullen wor
den teruggesteld De burge
meester zal deze beslissing ter
vernietiging voordragen.
De raad der gemeente Doet-inchem heeft
nog een ochtend-, middag- en avond
vergadering gewijd aan de behandeling
van de gasaffaire.
Nadat de raadscommissie punt voor
punt critiek 'had geoefend op het ver
weerschrift van den directeur stelde de
voorzitter de conclusie der commissie
aan de orde.
De heer Bronsveld schetste de houding
van den directeur en zei dat het, gezien
de cijfers uit het rapport, weer nuttig
is geweest dat een commissie is benoemd.
De heer Velsink had aan zijn rode van
Vrijdag weinig toe te voegen. Nog op het
betoog der commissie in te gaan acht hij
boter aan de galg gesmeerd. Wie de waar
heid zoekt heeft aan spr.'s rede voldoende.
Hij verzoekt de commissie alleen de ge
uite beschuldigingen eens buiten den raad
in het publiek te herhalen.
De heer Rietberg heeft den indruk dat
er royaal met de financiën der gemeente
bij het gasbedrijf is omgesprongen. In
het rapport oer commissie is veel waar,
maar de voorgestelde straf is z.i. te zwaar,
daar niet vast staat dat corruptie is ge
pleegd. Een disciplinaire straf moet wel
worden opgelegd.
De heer Weusten releveert dat de com
missie is benoemd om corruptie ap te
sporen en daarvan is geen sprake. Daar
naast is men met verschillende kleine din
gen voor den dag gekomen. De directeur
is door de rechtbank vrijgesproken. Na
tuurlijk is ontslag een veel te zware
straf, want er is geen reden tot straffen.
Aan den strijd moet een einde komen. De
belangen der gemeenten hebben veel te
lijden gehad en heel veel verdriet en zie
lenleed is over personen gebracht. Dit
kan niet worden hersteld. Er is verdeeld
heid en haat gegroeid. Nu wordt het
tijd voor eendrachtig samengaan. Spr.
wil de commissie ontheffen van haar taak
met dank voor de ge,dane moeite.
De heer Muller is het niet eens met
de beslissing in Arnhem. Het was vooruit
te zien hoe Het voor de rechtbank gaan
zou. De raad staat afzonderlijk en heeft
zich te gedragen naar het belang der
gemeente. Het rapport van den directeur
is een gedraai en geknoei. Spr. wil schuld
erkenning zien. Als er leed is geschied,
heeft men dit aan zichzelf te wijten. Spr.
geeft toe, dat een eind aan de zaak
moet komen. De voorzitter hoopt dat do
raad zich niet belachelijk zal maken door
met de conclusie der commissie mee
te gaan.
De heer Brunsveld vindt ontslag een
zeer ver gaande straf, die alleen mocht
worden gegeven als corruptie vaststond.
Aan den anderen kant is echter zooveel
gebeurd, dat het zeer moeilijk wordt
aan onschuld te gelooven. Er is reden
om straf op te leggen. Spr. stelt namens
de leden Hammink en v. d. Meene voor
om in de conclusie der commissie, lui
dende den directeur Pieterson en den
opzichter Postma wegens de in het rap
port genoemde malversaties op staanden
voet te ontslaan, aan te vullen met de
woorden: „en den heer Pieterson op na
der vast te stellen voorwaarden te benoe
men tot hoofdopzichter en Postma tot
fitter."
Nadat de commissie zich hierover be
raden heeft, neemt zij dit amendement
over. In stemming gebracht wordt dc
conclusie aangenomen met 8 tegen 6
stemmen.
De voorzitter deelde mede, dit besluie
krachtens art. 70 der Gemeentewet ter
vernietiging te zullen voordragen, als in
sirijd met het algemeen belang.
De verdere conclusies der commissie
luiden: II. de firma R. S. Stokvis en
Zonen te Rotterdam, wegens liet ver
strekken van een credietnota meer dan
11/2 jaar na de levering en de daardoor
gebleken onbetrouwbaarheid, voor vijf
jaren uit te sluiten van leveranties aan
de gasfabriek; III. van de Dortsche meter-
fabriek een bediag te eischen van f 3000
wegens het niet-afdragen van 10 pÖt. rc-
tourcommissio, die buiten gegeven kor
ting in de prijzen det geleverde meters
begrepen zijn en bij niet-inwilliging van
verdere leveranties uit le sluiten; van de
corrupt gebleken firma's Wilson en
Gautsch resp. 10 pCt. van t' 1000 en t' «000
terug te vorderen. Deze conclusies weiden
aangenomen met 7 togen 5 stemmen
De vergadering werd hierna geslolen.
Ir» een oogenblik van waanzin over boorrJ
gesprongen.
Van het Zweedsche s.s. „Ferdiborg", is
op de reede van Vlisringen de machinist,
die krankzinnig was geworden, overboord
gesprongen en verdronken.
Een gevaarlijke grap.
Zaterdagavond had te Beetgumcrmolên
een treurig ongeval plaats. Do 20-jarige S.
W. bracht-, meldt de L. Ct., een bezoek aan
zijn bedle-gorigen vriend E. W. Terwijl S.
buiten stond voor het raam, waarachter zijn
vriend op een ledikant lag, richtte laatst
genoemde uit de grap oen whidbuks, waar
mee hij blijkbaar bezig was geweest, op
zijn kameraad. Plotseling ging de buks af
en »S. stortte, boven hot- linkeroog getrof
fen, bewusteloos neer. De in allerijl ontbo
den geneesheer achtte den toestand van
den getroffene van dien aard, dat déze di
rect naar Leeuwarden moest worden ver
voerd. Daar bleek, dat de kogel tot in het
achterhoofd was doorgedrongen. Dc dader
was radeloos van berouw over zijn onvoor
zichtige daad. De toestand van den getrof
fene, die Zondagavond nog niet tot bewust
zijn was gekomen, moet zeer ernstig zijn.
Naar men beweert, worden cr n dil
dorp heimelijk meer van die gevaarlijke
wapens als een windbuks op na gehoud n
en gebruikt.