BINNENLAND
RECHTZAKEN
VOOR HUIS EN HOF
LUCHTVAART
STADSNIEUWS
UIT DE OMGEVING
TWEEDE BLAD
DE LELDSCHE COURANT.
VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1929
Arbeid in bloemenbinderijen, tevens
bloemenwinkels.
De minister van arbeid handel en nij
verheid, heeft goedgevonden:
A. aan hoofden of bestuurders van bloe
menbinderijen, tevens bloemenwinkels, in
alle gemeenten des Rijks te vergunnen, dat
onverminderd het bepaalde in art. 54 van
het Werktijdenbesluit voor fabrieken of
werkplaatsen 1923, in hunne onderneming
gedurende het tijdvak van 24 October tot
en met 31 December 1929 door arbeiders
van 16 jaren of ouder, in afwijking van het
bepaalde in de art. 23 en 24 der Arbeids
wet 1919, gedurende 10 uren per dag en
55 uren per week arbeid wordt verricht,
onder voorwaarde:
I. dat de arbeidstijd van de betrokken
arbeiders in zijn geheel is gelegen:
a. op de eerste 5 werkdagen der week;
le. voor mannen en voor vrouwen, die
geen huishouding te verzorgen hebben,
tusschen 7 uur des voormiddags en 9 uur
des namiddags, met dien verstande, dat.
de arbeid dier vrouwen op 2 achtereen
volgende dagen moet worden afgewisseld
door eene nachtrust van ten minste 11 uren
achtereen;
2e voor jeugdige personen van 16 en 17
jaren en voor vrouwen, voor zoover niet
onder le genoemd, tusschen T uur des voor
middags en 7 uur des namiddags;
b. op Zaterdag:
le. voor mannen, voor jeugdige personen
van 16 en 17 jaren en voor vrouwen, die
geen huishouding te verzorgen hebben,
tusschen 7 uur des voormiddags en 10 uur
des namiddags, doch niet later dan een
half uur na het tijdstip, waarop de winkel
voor het publiek gesloten wordt;
2e. voor vrouwen, voor zoover niet on
der le genoemd, tusschen 7 uur des voor-
middags en 1 uur des namiddags;
II. dat de betrokken arbeiders in de
week, waarin zij ai-beid verrichten op Za
terdag na 1 uur des namiddags, geen ar
beid verrichten, hetzij op ten minste één
anderen werkdag na 1 uur des namiddags,
hetzij op Maandag vóór 12.30 uur des na
middags
B. vrijstelling te verleenen van het be
paalde bij art. 68, tweede lid. der Arbeids
wet 1919, in zooverre, dat voor de onder
A bedoelde arbeiders op de arbeidslijst al
leen behoeft, te worden vermeld het uur
van begin en einde van den dagelijkschen
werktijd, het aantal werkuren en rusttij
den per dag en de duur van elk der rust
tijden afzonderlijk.
Het nieuwe college van B. en W.
te Amsterdam.
Het nieuwe college van B. en W. heeft-
gisternamiddag zeer geruimen tijd twee
uren vergaderd over de verdeeling der
functiën.
De verdeeling is ten slotte als volgt
geworden:
Wibaut. (S. DJ: Financiën en Bedrijven.
De Miranda (S. D.): Volkshuisvesting,
Levensmiddelen en Badhuizen.
Ed. Polak (S. D.): Onderwijs en Kunst
zaken.
Abrahams (V. D.): Publieke Werken en
Handelsinrichtingen.
Von Frytag Drabbe (R. K.): Arbeidsza
ken, Brandweer en Statistiek.
Douwes (A. R.): Maatschappelijke steun
en Openbare Gezondheid.
Halve rustdag voor winkelbedienden
te Amsterdam.
De Amstevdamsche groote winkeliers
hebben, in verband .met de invoering van
het op de Arbeidswet steunende arbeids
besluit voor winkelbedienden (hetwelk nog
onder minister Slotemaker de Bruine is
tot stand gekomen), in een gisteravond ge
houden vergadering besloten, als halven
vrijen dag, die aan winkelbedienden zal
moeten worden gegeven, den Vrijdagmor
gen aan te wijzen.
Terreur, die in een geordende maat
schappij niet geduld kan worden.
Het is bij steenzetters te Amsterdam
gebruikelijk om in combinatie te werken,
doch die onderling gevormde combinaties
dragen niet altijd de goedkeuring van
andere steenzetters weg. Dat geeft dan
aanleiding tot conflicten en dat die con
flicten van ernstigen aard kunnen zijn,
bleek gisteren in 'n strafzaakje tegen een
steenzetter, die zich te verantwoorden had
wegens mishandeling van een collega en
wegens wederspannigheid tegen de politie.
Het feit had plaats op 22 Juli 1.1. De
mishandelde steenzetter reed op de fiets
van het Centraal Station naar zijn wo
ning in de We sterstraat, begeleid door
vier agenten op de fiets. Op dien weg
werd hij drie maal lastig gevallen door
de schreeuwende en scheldende menigte,
die hem achtervolgde. Telkens moest de
politie van den wapenstok gebruik maken.
In de Westerstraat stapte verdachte van
zijn fiets, liep op zijn collega toe en bracht
dezen een slag op den schouder toe. Te
gen de agenten, die hem arresteerden,
verzette hij zich.
De poli tie-agent, die als getuige voor
den Amsterdamschen politierechter op
trad, verklaarde, dat de mishandelde nog
pteeds achtervolgd wordt, zoodat hij ook
op zijn tocht van en naar het lokaal van
den politie-rechter door vier politie-agen-
ten moest vergezeld worden.
Het O. M., mr. De Blécourt, vond de
zen toestand van terreur onduldbaar en
hij achtte rigoureuze maatregelen er tegen
geboden. Eisch: vijf maanden gevangenis
straf. Mochten weder dergelijke gevallen
zich voordoen, dan zal hij ze voor de
meervoudige Kamer brengen en de Recht
bank verzoeken hoogere straffen op te
leggen.
Mr. Servatius, vonnis wijzende, was het
met het O. M. eens, dat dergelijke toestan
den in een geordende maatschappij niet
mogen voorkomen en met kracht behoo-
ren te worden onderdrukt. Hu niet ge
bleken is, dat de verdachte bij de andere
relletjes betrokken is geweest, acht mr. S.
hem niet den gewensehten persoon om als
voorbeeld te stellen. Tntusschen moet de
straf gevoelig zijn. Met het oog hierop
legt mr. S. den verdachte drie maanden
gevangenisstraf cp.
„Hbld.".
SLAKVORMSGE RUPSJES AAN
VRUCHTB00MEN.
Naar aanleiding van een ons ge
stelde vraag.
De perenboomen van een onzer lezers,
worden om dezen tijd steeds bezocht door
een kleine slakachtige rups. Door wegvan
gen tracht hij dan aan dit euvel paal en
perk te stellen, doch dit jaar is het zoo
erg, dat er geen wegvangen aan is.
't. Is ons bekend, dat dit geval niet al
leen staat doch, dat de meeste vruchtboo-
men, in en rondom de stad, er dit jaar
sterk onder lijden.
Als wij in Augustus, September onze
vruchtboomen eens inspecteeren, vooral in
beschutte tuinen, dan merken wij vaak,
dat de' bladeren door* kleine zwart-slijm-
achtige beestjes zijn aangetast, die op den
bovenkant als een bloedzuiger zitten vast
geplakt,
Hoewel deze zwarte mormels aan de bo
venzijde der bladeren voorkomen, loopen
ze niet spoedig in het oog; bewegen zie
je haast nooit. Dit is dan wellicht de
oorzaak, dat menig liefhebber ze nog nooit
heeft opgemerkt, en, ofschoon zijn boomen
vol zitten, eigenlijk niet eens- goed weet
wat er gaande in.
Men kijkt doorgaans alleen naar de
schade; ziet men die niet, dan wordt er
niet veel aandacht aan geschonken.
Het hier bedoelde diertje is de larve
van de bladerwesp, Ericampa lima-
c i n a. 't Is dus geen rups, want deze is
immers de larve van een vlinder, maar een
bastaard rups.
De bladwespen zijn gedrongen van vorm
Het voorste gedeelte van het achterlijf is
niet, als doorgaans bij de andere wespen,
dun, maar deze lichaamsafdeeling hecht
zich met een breede basis aan 't borststuk
vast. De vrouwelijke exemplareh bezitten
een zaagvormige legbaar, die echter klein
is; wanneer zij gebruikt wordt, om eieren
te leggen, dan wordt zij een eindweegs
uit de spleetvormige opening van 't ach
terlijf uitgestoken. Met dit van getande
uitsteeksels voorziene toestel zaagt de
wesp kleine openingen in de opperhuid
van een, of ander plantendeel, doorgaans
in die van het blad; in deze openingen
legt zij haar eieren.
De wesp schijnt echter aan bepaalde
vruchtensoorten de voorkeur te geven. Dc
peer en de kers vinden wij steeds het
meest bezocht. Volgens de jongste onder
zoekingen in 't buitenland is ook vast ko
men te staan, dat bepaalde peersoorten
sterk en andere minder sterk worden aan
getast, Zeer sterk aangetast, zoodat zij
totaal ontbladerd werden, waren de peer
variëteiten: Conference, Bezy de C'hau-
montel en Souvenir de Congres.
Het grootste deel der bladeren verloren
omstreeks einde Juli, maar toch iets min
der aangetast werden: Emile d'Heijst,
Fentility, Hessele en Durondeau.
Meer resistent waren: Beurré Alexander
Lucas, Reine des Poires, Georger Bouchier
en Fondante de Thiriott,
De schade bestaat in het wegvreten
van de bovenste opperhuid met het groe
ne bladmoes. De onderste opperhuid met
de nerven blijft over. Hierdoor verande
ren de bladeren in skeletten, die bruin wor
den en ineenschrompelen. Vooral op klei
nere boomen kan de vraat-schade belang
rijk zijn, waardoor de vruchten in onvol
doend rijpen toestand afvallen.
De indirecte schade is echter altijd veel
groot-er. Het bladgroen van de .bladeren
heeft in de zomermaanden vooral tot taak
de nieuwe vruchtknoppen voor het vol
gende ianr te voeden. Een ernstice blad
beschadiging belemmert dus de bloei van
het komende seizoen.
Bij de onderzoekingen die wij zooeven
aanhaalden wordt van een beschadiging
gesproken in de maand Juli; deze werd
veroorzaakt door de eerste generatie,
waar wij hier weinig last van hebben. Het
is bij ons voornamelijk de tweede genera
tie die in Augustus, September voor den
dag komt, en ons last veroorzaakt. D'e
larve overwinterd in den grond onder de
boomen.
Bij de bestrijding vinden wij groote
bondgenooten in de musschen en de hoen
ders. Door den grond zondom de boomen
wat los te maken niet omspitten kun
nen de kippen de weggekropen larve ge
makkelijk vinden.
De larven zelf kunnen wij gemakkelijk
verdelgen door de bladeren, 's morgens
vroeg in den dauw, een paar keer te be
strooien met een of andere poedervormige
bijtende stof, bijv. fijne kainiet, tomas-
slakkenmeel (twee kunstmeststoffen 'die
dus bij een kunstmesthandelaar verkrijg
baar zijn) zwavelbloem of kalk. M.
Postvliegtuig vermist.
Een Fransch postvliegtuig, dat onderweg
naar Koord-Afrika was. wordt vermist.
Aan boord bevonden zich behalve de be
stuurder 4 passagiers.
Men vreest dat het vliegtuig een nood
landing heeft moeten maken en den op
standelingen in Marokko in handen is ge
vallen.
KEURINGSDIENST VAN WAREN
Verslag over 1928.
II.
Worst en vlee schwaren. Het
scheikundig onderzoek van worst en
vleesc-hwaren bepaalt zich in hoofdzaak
tot het onderzoek op kleurstof, op meel,
op conserveermiddelen en op mogelijk
aanwezige andere vreemde bestanddeelen.
Het gebruik van kleurstof in worst is,
hoewel verminderd, nog geenszins uitge
roeid: nog altijd zijn er slagers en fabri
kanten die het noodig vinden om door bij
kleuren hun worst een mooier aanzien te
geven dan deze van nature bezit. In 16
der onderzochte monsters kon kleurstof
worden aangetoond. Volkomen hetzelfde
geldt voor het overmatig gebruik van zet
meel. Ook in dit opzicht wordt de toe
stand gaandeweg beter, alhoewel van ver
dwijnen van dit misbruik nog geen spra
ke is.
Dit jaar werd in 14 der onderzochte
monsters meer dan 4 pet. watervrij zet
meel aangetroffen, waarbij echter moet
worden opgemerkt-, dat in meerdere dezer
gevallen de overschrijding van de maxi
mum-grens slechts gering was.
Meel. Vervalsching van tarwemeel
schijnt vrijwel tot de geschiedenis te be-
hooren. Althans van de 227 onderzochte
monsters was er slechts één, dat op grond
van de samenstelling als ondeugdelijk
moest worden beschouwd.
Aanwezigheid van vreemd meel in
boekweitmeel werd slechts drie maal
waargenomen. De vroeger in den handel
voorkomende mengsels worden thans
steeds als gemengd meel aangeduid en
verkocht.
De controle op deugdelijkheid der meel
soorten wordt zeer belemmerd door de om
standigheid dat deze soort van waren
meer en meer in verpakten vorm in den
kleinhandel voorkomen.
Brood en Gebak. De controle cp
het gewicht van het brood werd weder
krachtig doorgevoerd. Het aantal wegin
gen dat in winkels, bakkerijen of wel op
den openbaren weg werd verricht bedroeg
42214.
Men kan veilig zeggen dat- opzettelijke
knoeierijen met- het broodgewicht thans
zeldzaam zijn geworden en dat de desbe
treffende bepalingen van het broodhesluit
op bevredigende wijze worden in acht ge
nomen. Controle blijft echter noodig.
Ook liet algemeen toezicht op zindelijk
heid en inrichting der bakkerijen en be
waarplaatsen van meel en brood blijkt,
niet gemist te kunnen worden.
Op de samenstelling van het gewone wa
tert rood behoefde zelden aanmerking tc
worden gemaakt, Vaker was dit noodig
bij het melkbrood waarbij nu en dan werd
geconstateerd dat bij de bereiding te wei
nig melk, of melk van onvoldoende samen
stelling was gebezigd.
Cacao en chocolade. Onderzocht
werden 157 monsters cacao en 58 mon
sters chocolade.
Over het algemeen voldeden de cacao-
r onsters aan de in het cacao en chocolade
besluit aan deze waar gestelde eischen.
Ook de onderzochte monsters chocolade
(in allerlei vorm) bleken over het alge
meen te voldoen aan de eischen van het
chocoladebesluit. Slechts in één monster
werd zetmeel (aardappelmeel) aangetrof
fen
Suiker, stroop, honing enz.
ervalschingen van suiker werden niet
waargenomen. Wat het artikel stroop be
treft, dient te worden opgemerkt, dat de
onderscheiding tusschen huishoudstroop
en keukenstroop (de meest gangbare soor
ten) hoewel nog niet voldoende streng,
toch steeds beter blijkt te worden ge
handhaafd.
De onderzochte monsters honing vol
deden aan de gestelde eischen met uitzon
dering van één. dat met benzoëzuur bleek
te zijn geconserveerd.
Snoepgoed. Het onderzoek van
snoepgoed geeft tot geen bijzondere op
merkingen aanleiding. Een monster zil
verdrop bleek te bestaan uit drop bedekt
met een laagje aluminiumpoeder, waarin
geen schadelijke metalen konden worden
aangetoond.
Koffie, thee en surrogaten.
De uitkomst-en van het onderzoek der
monsters koffie, gaven geen aanleiding
tot op- of aanmerkingen: ook de monsters
thee voldeden alle aan de gestelde eischen
waarbij dient te worden opgemerkt, dat
de minimum eischen waarbij dient te wor
den opgemerkt, dat de minimum eisch van
33 pet. voor het extractgehalte, die in het
Koffie- en Theebesluit- wordt gesteld, blijk
baar sterk aan den lagen kant is, daar
verreweg de meeste monsters een veel
hooger extractgehalte bleken te bezitten.
Specerijen. Wel bij geen ander ar
tikel treedt de gunstige invloed van de
Warenwet zoozeer aan den dag dan bij
specerijen. Was vroeger vervalsching der
gemalen specerijen schering en inslag,
thans wordt nog slechts bij hooge uitzon
dering een vervalsching dezer waren aan
getroffen, en de meeste aanmerkingen,
die in het afgeloopen jaar werden gemaakt
hadden dan ook bètrekking op ondeugde
lijkheid van toestand.
Alcoholische dranken.^Het
onderzoek van verschillende soorten z.g.
sterken drank op eventueel aanwezige
methylalcohol werd dit jaar voortgezet
doch met negatieven uitslag. Tevens werd
het gehalte aan aethylalcohol dezer mon
sters bepaald waarbij, in'dien het gehalte
geringer bleek te zijn dan 35 pet. aan ver-
koopers van brandewijn en jenever een
waarschuwing werd verzonden.
W ij n. Eenige monsters portwijn bleken
te zijn vermengd met vruchten- (bessen)
wijn en aanmerkelijke hoeveelheden kleur
stof te bevatten. Maatregelen werden ge
nomen dat deze waar onder de aandui
ding „vruchtenwijn" in den handel werd
gebracht,
In een ander monster port werd ben
zoëzuur als conserveermiddel aangetrof
fen.
A z ij n. De eisch, dat azijn ten minste
4 pet. azijnzuur moet bevatten, wordt door
de fabrikanten vrij goed in het oog gehou
den. Wel is waar werden 13 monsters aan
getroffen waar dit gehalte lager was dan
dez° minimumgrens, doch als regel waren
de afwijkingen slechts gering en alleen in
4 gevalien grooter dan 0.5 pet.
Minder gunstig valt het oordeel uit over
de monsters rozijnazijn en wijnazijn ciie in
den handel werden aangetroffen.
Vruchtensap. De samenstelling
Jvan het in den handel voorkomende vruch
tensap liet, over het algemeen genomen,
weinig te wensehen over.
Limonadesiroop e. d. Het meest
voorkomende artikel van deze categorie,
de limonadesiroop voldeed in verreweg de
meeste gevallen aan de eischen die in'het
Jam-limonadebe8luit aan deze waar wor
den gesteld. Slechts in 8 gevallen werd
een rietsuikergehalte lager dan 55 pet.
waargenomen. Dat hier hoogst waarschijn
lijk wel aan opzet moet worden gedacht
en niet aan toevallige fouten bij de berei
ding blijkt wel uit de omstandigheid dat
de afwijkingen steeds 5 pet. of meer bedra
gen en suikergehaltes tusschen 50 en 55
pet. niet werden aangetroffen.
Jam- en Huishoudjam. De onder
rechte monsters jam voldeden aan 'le ge
stelde eischen op één uitzondering na, in
welk geval kleurstof was toegevoegd.
Waïchmidd elen. De onderzochte
monsters chloorkalk en bleekpoeder volde
den alle aan de gestelde eischen evenals
de monsters soda, die door de keurmees
ters werden aangebracht.
Wat de harde zeep betreft, werd een
sour aangetroffen (buitenlandsohe). waar
in de aanduiding 72 pet. was gestempeld,
terwijl het vetzuurgehalte aanmerkelijk la
ger bleek te zijn. Bij nader onderzoek bieek
dat onder dit cijfer van 72 pet. niet het
vetzuurgehalte, doch het zeepgehalte
moest worden verstaan. In den vervolge
zal echter op deze zeepsoort het getal wor
den gestempeld, dat het gehalte aan vet
zuren aangeeft, zooals hier te lande meer
gebruikelijk is.
De zeep- en waschpoeders, welke wer
den onderzocht bleken aan de gestelde
eischen te voldoen.
Op verzoek van particulieren werden
140 monsters onderzocht.
Het onderzoek dezer monsters gaf aan
leiding tot enkele afkeuringen in de win
kels, waar de ingezonden artikelen wa
ren gekocht.
V i s c h. De voorziening van Leiden met
visch is .tamelijk gecompliceerd. Vooreerst
bestaat nog steeds de zeevischmarkt op
de Voldersgracht, die echter niet aan de
verwachtingen voldeed.
Slechts enkele Katwijksche visch vrou-
wen huren daar een plaats op vier dagen
per week. Hoofdzakelijk wordt aldaar
kleine schelvisch, kleine schol, poon en
schar aangevoerd. Betere vischsoorten
vindt, men er slechts sporadisch: een ge
volg van de omstandigheid dat het hier
ter stede niet gebruikelijk is, visch op de
markt te gaan koopen.
Goede vischwinkels, waar men alle ge-
wenschte soorten visoh geregeld kan ver
krijgen, zijn er te Leiden slechts zeer wei
nige. Hoofdzakelijk vindt de vischvoor-
ziening plaats door venters (meest Katwij-
kers) ten getale van pl.m. 100, die veelal
de visch uit IJmuiden betrekken en deze
's morgens aan het station in ontvangst
nemen, en door z.g. vischauto's (thans
pl.m. 20), die eveneens veelal IJmuidensche
visch distribueeren.
De keuring van de visch, die door de
vischventers aan den man wordt gebracht
vindt iederen morgen plaats in de Boer-
haavestraat, waar de venters hun wagens
stallen en de visch, die zij van het sta
tion halen, uitpakken en sorteeren. Het
vroeger gebruikelijke ,.in bewaring geven"
van niet verkochte partijtjes visch tot den
volgenden dag, is thans verdwenen.
Vooral bij warm weer wordt in den na
middag de visch van de venters nogmaals
geinspecteerd. Ook de vischwinkels
(waarvan het aantal in 1928 met twee ver
meerderde) worden zooveel mogelijk dage
lijks geinspecteerd, terwijl de vischauto's,
die uit den aard der zaak moeilijker in het
nog te houden zijn, steeds zooveel moge
lijk gecontroleerd worden.
Op zindelijkheid bij het vervoer en het
bewaren der visch wordt steeds krachtig
aangedrongen. In dit opzicht kan groote
verbetering worden geconstateerd, ook
wat betreft de reinheid van wagens en
verpakkingsmateriaal. Een 40-tal venters
schafte zich z.g. bakfietsen aan, die, door
dien de visch in een zinken bak wordt be
waard, beter zijn te reinigen dan de vroe
ger gebruikelijk handwagens.
In het vroege voorjaar, wanneer de
Zuiderzeebokking wordt aangevoerd,
neemt het aantal venters plotseling sterk
toe. Allerlei personen, die in het overige
deel van het jaar weinig of niets met visch
te maken hebben, venten dan met deze
vischsoort, waardoor zcr groote hoeveel
heden in korten tijd aan den man kunnen
worden gebracht.
De handel -in garnalen was in het afge
loopen jaar zeer levendig. Het waren
meest garnalen, die te Katwijk waren ge
vangen. Van mosselen werden enkele la
dingen van goede kwaliteit door een
Zeeuwsche mosselschipper aangevoerd. Te
Katwijk werden een aantal partijen ha
ring en sardijnen gekeurd, bestemd voor
export naar Bulgarije, aangezien daar te
lande certificaten van oorsprong en deug
delijkheid worden geëischt. Bij wijze van
tijdelijke maatregel werden deze certifica
ten door den Keuringsdienst afgegeven.
Een opgave der afgekeurde partijen,
naar de gemeenten waar zij werden aan
getroffen. en verschillende tabellen be
sluiten het zeer waardevolle verslag.
DE ZESDAAGSCHE.
In een vergadering van verte
genwoordigers van de centrale
instellingen van de federatie Rus
land is besloten dat op 1 October
algemeen zal worden overgegaan
tot de invoering van de week van
zes dagen (vijf dagen werken, de
zesde vrij).
(Courantenbericht).
Hé, ik hoor een nieuw geluidje
Uit een heele verre streek.
't Oude lied komt te vervallen:
Zeven dagen heeft de week.
Rusland zal het in gaan voeren
Onze week gaat op de flesch,
Niet een week van zeven dagen
Maar voortaan een week van zes.
Als een buitenlander dan eens
Voor een poos naar Rusland gaat,
Kan hij nimmer meer zóó vroeg gaan
Of hij komt altijd te laat.
Ied're week is voor die Russen
♦Steeds één dag te vroeg voorbij.
Dat wordt na een aantal weken
Dan een reuze knoeierij.
Dat verschil groeit, aan tot. maanden
En gaat het dan zoo maar door
Dan zijn na tweehonderd jaren
Ons de Russen tien jaar voor.
't Is 't begin maar als men voortgaat
Langzaam op dezelfde wijs.
En men geeft zoo nu en dan daar
Maar weer eens een da^je prijs.
Zal een week geen week meer wezen
Volgens Bartjes en zijn leer
Dan is eens de week geweken,
♦Want.... er zijn geen dagen meer.
TROUBADOUR.
SASSENHEIM.
De nieuwe postdirecteur. Onze corres
pondent te Hillegom schrijft naar aanlei
ding van de benoeming van den heer Voo-
ren tot directeur van het postkantoor
alhier:
Bij een welgemeende felicitatie aan den
heer Vooren voor deze promotie komt het
feit, dat deze dus met een maand onze
woonplaats gaat verlaten en verschillen
de functies zal moeten neerleggen, o. a.
liet Lidmaatschap van den Gemeenteraad.
Deze ijverige, bekwame en in heel de Bol
lenstreek geziene man, heeft een staat
van dienst als weinig andere en de ver
schillende functies, die hij bekleedde heeft
hij op de meest eervolle wijze vervuld. Om
een denkbeeld te geven, van wat de heer
Vooren heeft gepresteerd diene het volgen
de: de heer V. kwam aan het Postkantoor
alhier op 1 April 1897 en bleef er tot 15
Mei 1900. Op verzoek kwam hij op 1 Mei
1904 weder naar hier en bleef hier tot he
den. Met ingang van 28 April 1925 werd hij
belast met de waarneming van de directie
van het Postkantoor te Lisse, doch bleef
hier wonen.
Dat deze man in heel de omgeving door
zijn' arbeid en prettige omgang met het
publiek, inzonderheid met de heeren
Bloemisten deze waardevolle onderschei
ding verdiende, is voor geen tegenspraak
vatbaar: zijn benoeming geschiedde dan
ook bij keuze, een bewijs, dat. zijn hoogste
superieuren er volgaarne rekenjng mee
hielden.
Als Raadslid werd hij geïnstalleerd op
10 December 1913, als opvolger van wijlen
den heer P. H. van Waveren, Emendata
en sinds dien zag hij zijn mandaat bij
iedere verkiezing hernieuwd. Hij is dan
ook het oudste raadslid in de Gemeente,
ook wat het aantal dienstjaren als zooda
nig betreft.
Voorts was hij gedurende enkele jaren
commissaris van het Electriciteitsbedrijf
H. L. S. en lid der beide commissies, die
tengevolge van den oorlogstoestand in het
leven werden geroepen, nl. van de distri-
butiecommissie en de garantie-commissie,
van do laatste tevens secretaris. Ten slot
te nog lid der commissie van voorbereiding
van de electrificatie der gemeente.
Behalvp deze officieele functies be
kleedde de heeren Vooren nog andere.
Zoo was hij eere-voorzitter der Tooneel-
vereeniging „D'e Post", idem der Pluim
veetentoonstellingen. Hij was medeoprich
ter en secretaris der Protcstantsche Zie
kenverpleging cn idem van de vereeniging
tot bestrijding der Tuberculose.
Kog was de heer Vooreu secretaris der
Provinciale Zuid-Hollandsche Vereeniging
ter bestrijding van Tuberculose, Bestuurs
lid van het Ziekenfonds en van den Pro
testantenbond. Tot aan het voorjaar 1929
was de heer V. voorzitter van de Ouder
commissie der O. L. 8., waarvan thans
eerelid en voorzitter van de afdeeling
volksonderwijs. Ten slotte verscheidene
jaren commissaris van Onderling Belang
en voorzitter der Nutscommissie voor
volksontwikkeling.
Als opvolger in den Gemeenteraad zal
worden aangewezen de heer C. de Wree-
de, een der Directeuren van de K.V. M. v.
Wave ren Zoon (Leeuwenstein.
Moge het den heer Vooren, die nog
slechts op middelbaren leeftijd is, gege
ven zijn, nog lang te arbeiden voor zijn
functie en tot welzijn van velen.