BINNENLAND RECHTZAKEN VOOR HUIS EN HOF LUCHTVAART STADSNIEUWS UIT DE OMGEVING TWEEDE BLAD DE LELDSCHE COURANT. VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1929 Arbeid in bloemenbinderijen, tevens bloemenwinkels. De minister van arbeid handel en nij verheid, heeft goedgevonden: A. aan hoofden of bestuurders van bloe menbinderijen, tevens bloemenwinkels, in alle gemeenten des Rijks te vergunnen, dat onverminderd het bepaalde in art. 54 van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1923, in hunne onderneming gedurende het tijdvak van 24 October tot en met 31 December 1929 door arbeiders van 16 jaren of ouder, in afwijking van het bepaalde in de art. 23 en 24 der Arbeids wet 1919, gedurende 10 uren per dag en 55 uren per week arbeid wordt verricht, onder voorwaarde: I. dat de arbeidstijd van de betrokken arbeiders in zijn geheel is gelegen: a. op de eerste 5 werkdagen der week; le. voor mannen en voor vrouwen, die geen huishouding te verzorgen hebben, tusschen 7 uur des voormiddags en 9 uur des namiddags, met dien verstande, dat. de arbeid dier vrouwen op 2 achtereen volgende dagen moet worden afgewisseld door eene nachtrust van ten minste 11 uren achtereen; 2e voor jeugdige personen van 16 en 17 jaren en voor vrouwen, voor zoover niet onder le genoemd, tusschen T uur des voor middags en 7 uur des namiddags; b. op Zaterdag: le. voor mannen, voor jeugdige personen van 16 en 17 jaren en voor vrouwen, die geen huishouding te verzorgen hebben, tusschen 7 uur des voormiddags en 10 uur des namiddags, doch niet later dan een half uur na het tijdstip, waarop de winkel voor het publiek gesloten wordt; 2e. voor vrouwen, voor zoover niet on der le genoemd, tusschen 7 uur des voor- middags en 1 uur des namiddags; II. dat de betrokken arbeiders in de week, waarin zij ai-beid verrichten op Za terdag na 1 uur des namiddags, geen ar beid verrichten, hetzij op ten minste één anderen werkdag na 1 uur des namiddags, hetzij op Maandag vóór 12.30 uur des na middags B. vrijstelling te verleenen van het be paalde bij art. 68, tweede lid. der Arbeids wet 1919, in zooverre, dat voor de onder A bedoelde arbeiders op de arbeidslijst al leen behoeft, te worden vermeld het uur van begin en einde van den dagelijkschen werktijd, het aantal werkuren en rusttij den per dag en de duur van elk der rust tijden afzonderlijk. Het nieuwe college van B. en W. te Amsterdam. Het nieuwe college van B. en W. heeft- gisternamiddag zeer geruimen tijd twee uren vergaderd over de verdeeling der functiën. De verdeeling is ten slotte als volgt geworden: Wibaut. (S. DJ: Financiën en Bedrijven. De Miranda (S. D.): Volkshuisvesting, Levensmiddelen en Badhuizen. Ed. Polak (S. D.): Onderwijs en Kunst zaken. Abrahams (V. D.): Publieke Werken en Handelsinrichtingen. Von Frytag Drabbe (R. K.): Arbeidsza ken, Brandweer en Statistiek. Douwes (A. R.): Maatschappelijke steun en Openbare Gezondheid. Halve rustdag voor winkelbedienden te Amsterdam. De Amstevdamsche groote winkeliers hebben, in verband .met de invoering van het op de Arbeidswet steunende arbeids besluit voor winkelbedienden (hetwelk nog onder minister Slotemaker de Bruine is tot stand gekomen), in een gisteravond ge houden vergadering besloten, als halven vrijen dag, die aan winkelbedienden zal moeten worden gegeven, den Vrijdagmor gen aan te wijzen. Terreur, die in een geordende maat schappij niet geduld kan worden. Het is bij steenzetters te Amsterdam gebruikelijk om in combinatie te werken, doch die onderling gevormde combinaties dragen niet altijd de goedkeuring van andere steenzetters weg. Dat geeft dan aanleiding tot conflicten en dat die con flicten van ernstigen aard kunnen zijn, bleek gisteren in 'n strafzaakje tegen een steenzetter, die zich te verantwoorden had wegens mishandeling van een collega en wegens wederspannigheid tegen de politie. Het feit had plaats op 22 Juli 1.1. De mishandelde steenzetter reed op de fiets van het Centraal Station naar zijn wo ning in de We sterstraat, begeleid door vier agenten op de fiets. Op dien weg werd hij drie maal lastig gevallen door de schreeuwende en scheldende menigte, die hem achtervolgde. Telkens moest de politie van den wapenstok gebruik maken. In de Westerstraat stapte verdachte van zijn fiets, liep op zijn collega toe en bracht dezen een slag op den schouder toe. Te gen de agenten, die hem arresteerden, verzette hij zich. De poli tie-agent, die als getuige voor den Amsterdamschen politierechter op trad, verklaarde, dat de mishandelde nog pteeds achtervolgd wordt, zoodat hij ook op zijn tocht van en naar het lokaal van den politie-rechter door vier politie-agen- ten moest vergezeld worden. Het O. M., mr. De Blécourt, vond de zen toestand van terreur onduldbaar en hij achtte rigoureuze maatregelen er tegen geboden. Eisch: vijf maanden gevangenis straf. Mochten weder dergelijke gevallen zich voordoen, dan zal hij ze voor de meervoudige Kamer brengen en de Recht bank verzoeken hoogere straffen op te leggen. Mr. Servatius, vonnis wijzende, was het met het O. M. eens, dat dergelijke toestan den in een geordende maatschappij niet mogen voorkomen en met kracht behoo- ren te worden onderdrukt. Hu niet ge bleken is, dat de verdachte bij de andere relletjes betrokken is geweest, acht mr. S. hem niet den gewensehten persoon om als voorbeeld te stellen. Tntusschen moet de straf gevoelig zijn. Met het oog hierop legt mr. S. den verdachte drie maanden gevangenisstraf cp. „Hbld.". SLAKVORMSGE RUPSJES AAN VRUCHTB00MEN. Naar aanleiding van een ons ge stelde vraag. De perenboomen van een onzer lezers, worden om dezen tijd steeds bezocht door een kleine slakachtige rups. Door wegvan gen tracht hij dan aan dit euvel paal en perk te stellen, doch dit jaar is het zoo erg, dat er geen wegvangen aan is. 't. Is ons bekend, dat dit geval niet al leen staat doch, dat de meeste vruchtboo- men, in en rondom de stad, er dit jaar sterk onder lijden. Als wij in Augustus, September onze vruchtboomen eens inspecteeren, vooral in beschutte tuinen, dan merken wij vaak, dat de' bladeren door* kleine zwart-slijm- achtige beestjes zijn aangetast, die op den bovenkant als een bloedzuiger zitten vast geplakt, Hoewel deze zwarte mormels aan de bo venzijde der bladeren voorkomen, loopen ze niet spoedig in het oog; bewegen zie je haast nooit. Dit is dan wellicht de oorzaak, dat menig liefhebber ze nog nooit heeft opgemerkt, en, ofschoon zijn boomen vol zitten, eigenlijk niet eens- goed weet wat er gaande in. Men kijkt doorgaans alleen naar de schade; ziet men die niet, dan wordt er niet veel aandacht aan geschonken. Het hier bedoelde diertje is de larve van de bladerwesp, Ericampa lima- c i n a. 't Is dus geen rups, want deze is immers de larve van een vlinder, maar een bastaard rups. De bladwespen zijn gedrongen van vorm Het voorste gedeelte van het achterlijf is niet, als doorgaans bij de andere wespen, dun, maar deze lichaamsafdeeling hecht zich met een breede basis aan 't borststuk vast. De vrouwelijke exemplareh bezitten een zaagvormige legbaar, die echter klein is; wanneer zij gebruikt wordt, om eieren te leggen, dan wordt zij een eindweegs uit de spleetvormige opening van 't ach terlijf uitgestoken. Met dit van getande uitsteeksels voorziene toestel zaagt de wesp kleine openingen in de opperhuid van een, of ander plantendeel, doorgaans in die van het blad; in deze openingen legt zij haar eieren. De wesp schijnt echter aan bepaalde vruchtensoorten de voorkeur te geven. Dc peer en de kers vinden wij steeds het meest bezocht. Volgens de jongste onder zoekingen in 't buitenland is ook vast ko men te staan, dat bepaalde peersoorten sterk en andere minder sterk worden aan getast, Zeer sterk aangetast, zoodat zij totaal ontbladerd werden, waren de peer variëteiten: Conference, Bezy de C'hau- montel en Souvenir de Congres. Het grootste deel der bladeren verloren omstreeks einde Juli, maar toch iets min der aangetast werden: Emile d'Heijst, Fentility, Hessele en Durondeau. Meer resistent waren: Beurré Alexander Lucas, Reine des Poires, Georger Bouchier en Fondante de Thiriott, De schade bestaat in het wegvreten van de bovenste opperhuid met het groe ne bladmoes. De onderste opperhuid met de nerven blijft over. Hierdoor verande ren de bladeren in skeletten, die bruin wor den en ineenschrompelen. Vooral op klei nere boomen kan de vraat-schade belang rijk zijn, waardoor de vruchten in onvol doend rijpen toestand afvallen. De indirecte schade is echter altijd veel groot-er. Het bladgroen van de .bladeren heeft in de zomermaanden vooral tot taak de nieuwe vruchtknoppen voor het vol gende ianr te voeden. Een ernstice blad beschadiging belemmert dus de bloei van het komende seizoen. Bij de onderzoekingen die wij zooeven aanhaalden wordt van een beschadiging gesproken in de maand Juli; deze werd veroorzaakt door de eerste generatie, waar wij hier weinig last van hebben. Het is bij ons voornamelijk de tweede genera tie die in Augustus, September voor den dag komt, en ons last veroorzaakt. D'e larve overwinterd in den grond onder de boomen. Bij de bestrijding vinden wij groote bondgenooten in de musschen en de hoen ders. Door den grond zondom de boomen wat los te maken niet omspitten kun nen de kippen de weggekropen larve ge makkelijk vinden. De larven zelf kunnen wij gemakkelijk verdelgen door de bladeren, 's morgens vroeg in den dauw, een paar keer te be strooien met een of andere poedervormige bijtende stof, bijv. fijne kainiet, tomas- slakkenmeel (twee kunstmeststoffen 'die dus bij een kunstmesthandelaar verkrijg baar zijn) zwavelbloem of kalk. M. Postvliegtuig vermist. Een Fransch postvliegtuig, dat onderweg naar Koord-Afrika was. wordt vermist. Aan boord bevonden zich behalve de be stuurder 4 passagiers. Men vreest dat het vliegtuig een nood landing heeft moeten maken en den op standelingen in Marokko in handen is ge vallen. KEURINGSDIENST VAN WAREN Verslag over 1928. II. Worst en vlee schwaren. Het scheikundig onderzoek van worst en vleesc-hwaren bepaalt zich in hoofdzaak tot het onderzoek op kleurstof, op meel, op conserveermiddelen en op mogelijk aanwezige andere vreemde bestanddeelen. Het gebruik van kleurstof in worst is, hoewel verminderd, nog geenszins uitge roeid: nog altijd zijn er slagers en fabri kanten die het noodig vinden om door bij kleuren hun worst een mooier aanzien te geven dan deze van nature bezit. In 16 der onderzochte monsters kon kleurstof worden aangetoond. Volkomen hetzelfde geldt voor het overmatig gebruik van zet meel. Ook in dit opzicht wordt de toe stand gaandeweg beter, alhoewel van ver dwijnen van dit misbruik nog geen spra ke is. Dit jaar werd in 14 der onderzochte monsters meer dan 4 pet. watervrij zet meel aangetroffen, waarbij echter moet worden opgemerkt-, dat in meerdere dezer gevallen de overschrijding van de maxi mum-grens slechts gering was. Meel. Vervalsching van tarwemeel schijnt vrijwel tot de geschiedenis te be- hooren. Althans van de 227 onderzochte monsters was er slechts één, dat op grond van de samenstelling als ondeugdelijk moest worden beschouwd. Aanwezigheid van vreemd meel in boekweitmeel werd slechts drie maal waargenomen. De vroeger in den handel voorkomende mengsels worden thans steeds als gemengd meel aangeduid en verkocht. De controle op deugdelijkheid der meel soorten wordt zeer belemmerd door de om standigheid dat deze soort van waren meer en meer in verpakten vorm in den kleinhandel voorkomen. Brood en Gebak. De controle cp het gewicht van het brood werd weder krachtig doorgevoerd. Het aantal wegin gen dat in winkels, bakkerijen of wel op den openbaren weg werd verricht bedroeg 42214. Men kan veilig zeggen dat- opzettelijke knoeierijen met- het broodgewicht thans zeldzaam zijn geworden en dat de desbe treffende bepalingen van het broodhesluit op bevredigende wijze worden in acht ge nomen. Controle blijft echter noodig. Ook liet algemeen toezicht op zindelijk heid en inrichting der bakkerijen en be waarplaatsen van meel en brood blijkt, niet gemist te kunnen worden. Op de samenstelling van het gewone wa tert rood behoefde zelden aanmerking tc worden gemaakt, Vaker was dit noodig bij het melkbrood waarbij nu en dan werd geconstateerd dat bij de bereiding te wei nig melk, of melk van onvoldoende samen stelling was gebezigd. Cacao en chocolade. Onderzocht werden 157 monsters cacao en 58 mon sters chocolade. Over het algemeen voldeden de cacao- r onsters aan de in het cacao en chocolade besluit aan deze waar gestelde eischen. Ook de onderzochte monsters chocolade (in allerlei vorm) bleken over het alge meen te voldoen aan de eischen van het chocoladebesluit. Slechts in één monster werd zetmeel (aardappelmeel) aangetrof fen Suiker, stroop, honing enz. ervalschingen van suiker werden niet waargenomen. Wat het artikel stroop be treft, dient te worden opgemerkt, dat de onderscheiding tusschen huishoudstroop en keukenstroop (de meest gangbare soor ten) hoewel nog niet voldoende streng, toch steeds beter blijkt te worden ge handhaafd. De onderzochte monsters honing vol deden aan de gestelde eischen met uitzon dering van één. dat met benzoëzuur bleek te zijn geconserveerd. Snoepgoed. Het onderzoek van snoepgoed geeft tot geen bijzondere op merkingen aanleiding. Een monster zil verdrop bleek te bestaan uit drop bedekt met een laagje aluminiumpoeder, waarin geen schadelijke metalen konden worden aangetoond. Koffie, thee en surrogaten. De uitkomst-en van het onderzoek der monsters koffie, gaven geen aanleiding tot op- of aanmerkingen: ook de monsters thee voldeden alle aan de gestelde eischen waarbij dient te worden opgemerkt, dat de minimum eischen waarbij dient te wor den opgemerkt, dat de minimum eisch van 33 pet. voor het extractgehalte, die in het Koffie- en Theebesluit- wordt gesteld, blijk baar sterk aan den lagen kant is, daar verreweg de meeste monsters een veel hooger extractgehalte bleken te bezitten. Specerijen. Wel bij geen ander ar tikel treedt de gunstige invloed van de Warenwet zoozeer aan den dag dan bij specerijen. Was vroeger vervalsching der gemalen specerijen schering en inslag, thans wordt nog slechts bij hooge uitzon dering een vervalsching dezer waren aan getroffen, en de meeste aanmerkingen, die in het afgeloopen jaar werden gemaakt hadden dan ook bètrekking op ondeugde lijkheid van toestand. Alcoholische dranken.^Het onderzoek van verschillende soorten z.g. sterken drank op eventueel aanwezige methylalcohol werd dit jaar voortgezet doch met negatieven uitslag. Tevens werd het gehalte aan aethylalcohol dezer mon sters bepaald waarbij, in'dien het gehalte geringer bleek te zijn dan 35 pet. aan ver- koopers van brandewijn en jenever een waarschuwing werd verzonden. W ij n. Eenige monsters portwijn bleken te zijn vermengd met vruchten- (bessen) wijn en aanmerkelijke hoeveelheden kleur stof te bevatten. Maatregelen werden ge nomen dat deze waar onder de aandui ding „vruchtenwijn" in den handel werd gebracht, In een ander monster port werd ben zoëzuur als conserveermiddel aangetrof fen. A z ij n. De eisch, dat azijn ten minste 4 pet. azijnzuur moet bevatten, wordt door de fabrikanten vrij goed in het oog gehou den. Wel is waar werden 13 monsters aan getroffen waar dit gehalte lager was dan dez° minimumgrens, doch als regel waren de afwijkingen slechts gering en alleen in 4 gevalien grooter dan 0.5 pet. Minder gunstig valt het oordeel uit over de monsters rozijnazijn en wijnazijn ciie in den handel werden aangetroffen. Vruchtensap. De samenstelling Jvan het in den handel voorkomende vruch tensap liet, over het algemeen genomen, weinig te wensehen over. Limonadesiroop e. d. Het meest voorkomende artikel van deze categorie, de limonadesiroop voldeed in verreweg de meeste gevallen aan de eischen die in'het Jam-limonadebe8luit aan deze waar wor den gesteld. Slechts in 8 gevallen werd een rietsuikergehalte lager dan 55 pet. waargenomen. Dat hier hoogst waarschijn lijk wel aan opzet moet worden gedacht en niet aan toevallige fouten bij de berei ding blijkt wel uit de omstandigheid dat de afwijkingen steeds 5 pet. of meer bedra gen en suikergehaltes tusschen 50 en 55 pet. niet werden aangetroffen. Jam- en Huishoudjam. De onder rechte monsters jam voldeden aan 'le ge stelde eischen op één uitzondering na, in welk geval kleurstof was toegevoegd. Waïchmidd elen. De onderzochte monsters chloorkalk en bleekpoeder volde den alle aan de gestelde eischen evenals de monsters soda, die door de keurmees ters werden aangebracht. Wat de harde zeep betreft, werd een sour aangetroffen (buitenlandsohe). waar in de aanduiding 72 pet. was gestempeld, terwijl het vetzuurgehalte aanmerkelijk la ger bleek te zijn. Bij nader onderzoek bieek dat onder dit cijfer van 72 pet. niet het vetzuurgehalte, doch het zeepgehalte moest worden verstaan. In den vervolge zal echter op deze zeepsoort het getal wor den gestempeld, dat het gehalte aan vet zuren aangeeft, zooals hier te lande meer gebruikelijk is. De zeep- en waschpoeders, welke wer den onderzocht bleken aan de gestelde eischen te voldoen. Op verzoek van particulieren werden 140 monsters onderzocht. Het onderzoek dezer monsters gaf aan leiding tot enkele afkeuringen in de win kels, waar de ingezonden artikelen wa ren gekocht. V i s c h. De voorziening van Leiden met visch is .tamelijk gecompliceerd. Vooreerst bestaat nog steeds de zeevischmarkt op de Voldersgracht, die echter niet aan de verwachtingen voldeed. Slechts enkele Katwijksche visch vrou- wen huren daar een plaats op vier dagen per week. Hoofdzakelijk wordt aldaar kleine schelvisch, kleine schol, poon en schar aangevoerd. Betere vischsoorten vindt, men er slechts sporadisch: een ge volg van de omstandigheid dat het hier ter stede niet gebruikelijk is, visch op de markt te gaan koopen. Goede vischwinkels, waar men alle ge- wenschte soorten visoh geregeld kan ver krijgen, zijn er te Leiden slechts zeer wei nige. Hoofdzakelijk vindt de vischvoor- ziening plaats door venters (meest Katwij- kers) ten getale van pl.m. 100, die veelal de visch uit IJmuiden betrekken en deze 's morgens aan het station in ontvangst nemen, en door z.g. vischauto's (thans pl.m. 20), die eveneens veelal IJmuidensche visch distribueeren. De keuring van de visch, die door de vischventers aan den man wordt gebracht vindt iederen morgen plaats in de Boer- haavestraat, waar de venters hun wagens stallen en de visch, die zij van het sta tion halen, uitpakken en sorteeren. Het vroeger gebruikelijke ,.in bewaring geven" van niet verkochte partijtjes visch tot den volgenden dag, is thans verdwenen. Vooral bij warm weer wordt in den na middag de visch van de venters nogmaals geinspecteerd. Ook de vischwinkels (waarvan het aantal in 1928 met twee ver meerderde) worden zooveel mogelijk dage lijks geinspecteerd, terwijl de vischauto's, die uit den aard der zaak moeilijker in het nog te houden zijn, steeds zooveel moge lijk gecontroleerd worden. Op zindelijkheid bij het vervoer en het bewaren der visch wordt steeds krachtig aangedrongen. In dit opzicht kan groote verbetering worden geconstateerd, ook wat betreft de reinheid van wagens en verpakkingsmateriaal. Een 40-tal venters schafte zich z.g. bakfietsen aan, die, door dien de visch in een zinken bak wordt be waard, beter zijn te reinigen dan de vroe ger gebruikelijk handwagens. In het vroege voorjaar, wanneer de Zuiderzeebokking wordt aangevoerd, neemt het aantal venters plotseling sterk toe. Allerlei personen, die in het overige deel van het jaar weinig of niets met visch te maken hebben, venten dan met deze vischsoort, waardoor zcr groote hoeveel heden in korten tijd aan den man kunnen worden gebracht. De handel -in garnalen was in het afge loopen jaar zeer levendig. Het waren meest garnalen, die te Katwijk waren ge vangen. Van mosselen werden enkele la dingen van goede kwaliteit door een Zeeuwsche mosselschipper aangevoerd. Te Katwijk werden een aantal partijen ha ring en sardijnen gekeurd, bestemd voor export naar Bulgarije, aangezien daar te lande certificaten van oorsprong en deug delijkheid worden geëischt. Bij wijze van tijdelijke maatregel werden deze certifica ten door den Keuringsdienst afgegeven. Een opgave der afgekeurde partijen, naar de gemeenten waar zij werden aan getroffen. en verschillende tabellen be sluiten het zeer waardevolle verslag. DE ZESDAAGSCHE. In een vergadering van verte genwoordigers van de centrale instellingen van de federatie Rus land is besloten dat op 1 October algemeen zal worden overgegaan tot de invoering van de week van zes dagen (vijf dagen werken, de zesde vrij). (Courantenbericht). Hé, ik hoor een nieuw geluidje Uit een heele verre streek. 't Oude lied komt te vervallen: Zeven dagen heeft de week. Rusland zal het in gaan voeren Onze week gaat op de flesch, Niet een week van zeven dagen Maar voortaan een week van zes. Als een buitenlander dan eens Voor een poos naar Rusland gaat, Kan hij nimmer meer zóó vroeg gaan Of hij komt altijd te laat. Ied're week is voor die Russen ♦Steeds één dag te vroeg voorbij. Dat wordt na een aantal weken Dan een reuze knoeierij. Dat verschil groeit, aan tot. maanden En gaat het dan zoo maar door Dan zijn na tweehonderd jaren Ons de Russen tien jaar voor. 't Is 't begin maar als men voortgaat Langzaam op dezelfde wijs. En men geeft zoo nu en dan daar Maar weer eens een da^je prijs. Zal een week geen week meer wezen Volgens Bartjes en zijn leer Dan is eens de week geweken, ♦Want.... er zijn geen dagen meer. TROUBADOUR. SASSENHEIM. De nieuwe postdirecteur. Onze corres pondent te Hillegom schrijft naar aanlei ding van de benoeming van den heer Voo- ren tot directeur van het postkantoor alhier: Bij een welgemeende felicitatie aan den heer Vooren voor deze promotie komt het feit, dat deze dus met een maand onze woonplaats gaat verlaten en verschillen de functies zal moeten neerleggen, o. a. liet Lidmaatschap van den Gemeenteraad. Deze ijverige, bekwame en in heel de Bol lenstreek geziene man, heeft een staat van dienst als weinig andere en de ver schillende functies, die hij bekleedde heeft hij op de meest eervolle wijze vervuld. Om een denkbeeld te geven, van wat de heer Vooren heeft gepresteerd diene het volgen de: de heer V. kwam aan het Postkantoor alhier op 1 April 1897 en bleef er tot 15 Mei 1900. Op verzoek kwam hij op 1 Mei 1904 weder naar hier en bleef hier tot he den. Met ingang van 28 April 1925 werd hij belast met de waarneming van de directie van het Postkantoor te Lisse, doch bleef hier wonen. Dat deze man in heel de omgeving door zijn' arbeid en prettige omgang met het publiek, inzonderheid met de heeren Bloemisten deze waardevolle onderschei ding verdiende, is voor geen tegenspraak vatbaar: zijn benoeming geschiedde dan ook bij keuze, een bewijs, dat. zijn hoogste superieuren er volgaarne rekenjng mee hielden. Als Raadslid werd hij geïnstalleerd op 10 December 1913, als opvolger van wijlen den heer P. H. van Waveren, Emendata en sinds dien zag hij zijn mandaat bij iedere verkiezing hernieuwd. Hij is dan ook het oudste raadslid in de Gemeente, ook wat het aantal dienstjaren als zooda nig betreft. Voorts was hij gedurende enkele jaren commissaris van het Electriciteitsbedrijf H. L. S. en lid der beide commissies, die tengevolge van den oorlogstoestand in het leven werden geroepen, nl. van de distri- butiecommissie en de garantie-commissie, van do laatste tevens secretaris. Ten slot te nog lid der commissie van voorbereiding van de electrificatie der gemeente. Behalvp deze officieele functies be kleedde de heeren Vooren nog andere. Zoo was hij eere-voorzitter der Tooneel- vereeniging „D'e Post", idem der Pluim veetentoonstellingen. Hij was medeoprich ter en secretaris der Protcstantsche Zie kenverpleging cn idem van de vereeniging tot bestrijding der Tuberculose. Kog was de heer Vooreu secretaris der Provinciale Zuid-Hollandsche Vereeniging ter bestrijding van Tuberculose, Bestuurs lid van het Ziekenfonds en van den Pro testantenbond. Tot aan het voorjaar 1929 was de heer V. voorzitter van de Ouder commissie der O. L. 8., waarvan thans eerelid en voorzitter van de afdeeling volksonderwijs. Ten slotte verscheidene jaren commissaris van Onderling Belang en voorzitter der Nutscommissie voor volksontwikkeling. Als opvolger in den Gemeenteraad zal worden aangewezen de heer C. de Wree- de, een der Directeuren van de K.V. M. v. Wave ren Zoon (Leeuwenstein. Moge het den heer Vooren, die nog slechts op middelbaren leeftijd is, gege ven zijn, nog lang te arbeiden voor zijn functie en tot welzijn van velen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5