ZESTIENDE ZONDAG NA
PINKSTEREN
OP HET FEEST VAN MARIA-
GEBOORTE.
Introitus. Salve, sancta Parens,
enixa puerpera Regem.
qui caelum terramque regit
in saecula saeculorum.
Ps. Eructavit cor meum verbum bonum:
dico ego opera mea Regi. Gloria.
Kyrie eleison, Christe eleison,
Kyrie eleison.
Introitus. Gegroet, gij, heilige Moeder,
maagdelijke Moeder van den Koning,
Die hemel en aarde beheerscht
in do eeuwen der eeuwen.
Ps. Mijn hart zingt een voortreffelijk
woord: ik wijd al mijne werken aan den
Koning. Glorie.
Heer. ontferm U onzer, Christus
ontferm U onzer, Heer, Ontferm
U onzer.
Oratio. Famulis tuis, quaesumus Domine,
caelestis gratiae munus imperii re:
ut quibus beata-c Virginia partus existit
salutis exordium,
Nativitatis eius votiva Solemnitas
pacis tribuat incrementum. Per Dominuiü.
Gedachtenis van den Zondag.
Tua os, quaesumus Domine, gratia sem
per et praeveniat et sequatur; ac bonis
operibus iugit-er praestet esse intentos.
Per Dominum.
Oratie. Wij smeeken IT. o Heer, verleen
aan Uwe dienaren de gave uwer hemel-
ache genade:
opdat aan hen. voor wie de geboorte der
Maagd het begin was van alle heil. de
feestelijke herdenking van Haar geboorte
schenke vermeerdering van zielevrede.
Door onzen Heer.
Gedachtenis van den Zondag.
Uwe genade, zoo smeeken wij. o Heer.
voorkome ons immer, en volge ons;
en make ons altijd bereid voor goede da
den. Door onzen Heer.
Epistel. Uit het Boet der Wijsheid.
Graduale. Benedicta et venerabilis es,
Virgo Maria, quae sine tactu pudoris,
inventa cs Mater Salvatoris.
Virgo Dei Genitrix, quem totus non capit
orbis, in tua se clausit. viscera factus homo.
Alleluia! Alleluia! Felix es, sacra Virgo
Maria, et omni laude dignissima: quia ex
te ortus est sol justitiae, Christus Deus
nosfcer. Alleluia!
Gezegend en eerbiedwaardig zijt Gij,
Maagd Maria, Die zonder schending Uwer
heiligheid,
bevonden zijt tot Moeder van den Ver
losser.
Maagd. Moeder van' God, Dien de heele
wereld niet bevatten'kan, Hij heeft Zich
in Uwen schoot verborgen, toen 'Hij mensch
werd.
Alleluia! Alleluia! Gelukkig zijt. Gij,
heilige Maagd Maria, en alle lof overwaar-
dig: omdat uit U is voortgekomen de Zon
der Gerechtigheid, Christus, onze God.
Alleluia!
Offertorium. Zalig zijt Gij. Maagd Maria.
Die den Schepper van alles gedragen hebt:
Gij hebt voortgebracht. Die maakte en
in eeuwigheid blijft Gij Maagd.
Stil gebed. Unigeniti tui. Domine. nobis
succurrat humanitas:
ut qui natus de Virgine. Matris integrita-
tem non minuit. sed sacravit,
in Nativitatis eius Solemniis,
nostris nos piaeulis exuens,
oblationem nostrum tibi facial acceptam
Jësus Christus Dominus noster.
Kome ons te hulp. o Heer, de mensch-
heid van Uwen Ceniggeborene:
opdat Hij, Die bij Zijn geboorte van een
Maagd, de ongereptheid Zijner Moeder
niet verminderde, doch juist heiligde,
op het hoogfeest van Hare Geboorte ons
bevrijdend van onze smetten, onze offer
gave U aangenaam make, door Jesus
Christus, onzen Heer. Die eirz.
Gedachtenis van den Zondag. Munda
nos, quaesumus Domine. sacrificii praesen-
tis effectu:
et perfice miseratus in nobis;
ut eius mereamur esse participes.
Per Dominum.
Reinig ons, smeeken wij, Heer. door de
uitwerking van dit Offer:
en vervolmaak ons vol erbarmen;
opdat wij verdienen mogen, daaraan deel
achtig te zijn. Door onzen Heer.
Communio. Zalig de schoot van de
Maagd Maria, die gedragen heeft den
Zoon des eeuwigen Vaders.
Postcommunio. Wij hebben ontvangen,
o Heer. de heilrijke genademiddelen op
dit feest: geef. smeeken wjj. dat zij ons
geven voordeel voor ons tijdelijk en voor
ons eeuwig leven. Door onzen Heer.
Gedachtenis van den Zondag. Reinig,
smeeken wij. Heer. welwillend onze zie
len. en vernieuw ze door de hemelsche ge
nademiddelen: opdat wij, als gevolg daar
van gelijkelijk mogen ontvangen op dit
oogenblik hulp voor ons lichamelijk leven,
en hulp voor het toekomstige. Door onzen
Heer.
AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND
Zaterdag 7 September 1929. Vigilie van Maria's Geboorte
Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen
en mededeelingen te richten aan één der redactieleden: Mejuffrouw Jo van rler
Laan, Rijnsburgerweg *20, Leiden; Zr. I. van den Abeelen, Willem de Zwijger-
laan 25, Oegstgeest; Mejuffrouw Beb van Deene, Breestraat 12, Leiden
EERSTE HULP BIJ ONGELUKKEN.
Zouden de dames, die zich op een der
ledenvergaderingen reeds hebben aange
meld voor den begin- of vervolgcursus E.
H. B. O., toch nog even de moeite willen
■nemen, haar naa-m en adres op te geven bij
de Presidente of één der bestuursleden?
Slechts bij voldoende deelname kan de cur
sus doorgaan.
H. M. M. v. d. MEER.
Secretaresse.
KOOKDEMONSTRATIES.
Het Bestuur maakt u bekend, dat de
directie van de Leidsche Gasfabriek voor
de leden van den R. K. Vrouwenbond in
de komende wintermaanden kookdemon
straties zal laten geven, om u te toonen. op
welk een gemakkelijke en zuinige manier
men op gas zijn eten kan bereiden. De de
monstraties worden gegeven in het gebouw
van de Toonkamer der Gasfabriek op de
Hooigracht; elke demonstratie in drie ge
deelten.
Dames en meisjes, profiteert hiervan!
Het zijn werkelijk leerzame en genoeg
lijke avonden, te meer daar u gezamen
lijk met kennissen een club kunt vormen,
om deze avonden mee te maken. Elke club
mag bestaan uit. hoogstens 20 dames. Voor
dienstboden kan bij voldoende deelname
een afzonderlijke demonstratie gehouden
worden, waarbij met hare bijzondere be
langen. en met hare wenschen van komen
en gaan en op welken avond de demon
stratie gegeven zal worden, zooveel mo
gelijk rekening zal worden gehouden. De
dames zullen ook in haar eigen belang
goed doen, haren meisjes hiervoor vrij te
geven. Zij leeren daar zuinig en goed met
gas omgaan en tevens op de goede manier
het eten bereiden. Een clubje van 14 meis
jes is er reeds, willen zich daarbij nog
eenige opgeven, dan spoedig.
Zegt u nu niet, nu ja, koken kan ik wel
en met gas ga. ik wel goed om, daar is
geen kunst aan. LT hebt het mis! U weet
de goede manier niet. De demonstraties
zullen het u bewijzen. Nogmaals, profiteert
hiervan, een mensch is nooit te oud om te
leeren en iets neemt men er allicht van
mede. U kunt u opgeven afzonderlijk of
wel met een chibje te gelijk aan het adres
van Mevr. Mailders, Oegstgeesterlaan 12,
telefoon 292. De avonden kunt u zelf' ook
grootendeels bepalen. IT kunt zich opgeven
voör 3 achtereenvolgende Maandagen.
Dinsdagen of Woensdagen.
Met uwe wenschen zal zooveel mogelijk
rekening gehouden worden. Wie zich het
eerst, opgeeft, is het eerst aan de beurt. U
ontvangt daarna allen persoonlijk per
briefkaart bericht, wanneer u verwacht
wordt. Het aantal avonden is beperkt en
wilt u er van verzekerd zijn. dat u aan een
demonstratie kunt deelnemen, dan 's spoe
dige opgave zeer zeker gewenscht. Er zijn
geen kosten aan verbonden.
HET BESTUUR.
KINDERSTRAFFEN.
Er zijn maar weinig problemen in de
opvoeding, waarover de meeningen zoo
zeer verdeeld zijn, als over het straffen.
Over andere paedagogische onderwer
pen zijn de meeste opvoeders liet grooten
deels althans theoretisch wel eens; ik zeg
theoretisch, omdat er dikwijls in de prac-
tijk zoo weinig van terechtkomt.
Dikwijls voelen wij als „ondeugend" aan,
als 't kind in disharmonie is met zijn om
geving,' doch 't is dan heelemaal nog geen
uitgemaakte zaak, dat 't kind ongelijk
heeft. Wij, de machthebbenden, zijn
geneigd naar ons toe te rekenen, de kwes
tie van ons standpunt af te bezien! Maar
't kind, dat in zijn eigen wereldje leeft,
begrijpt ons niet en vindt ons onrechtvaar
dig!
Een moecler gaat bjjjv. in de stad bood
schappen doen met haar jongen; ze praten
samen en blijven voor de étalages kijken.
Voor een speelgoedwinkel hebben ze alle
bei interesse. Moeder komt voorbij een
hoedenwinkel en raakt verdiept in het be
kijken van de hoedjes. Haar jongen ver
veelt zich en ondoordacht" geeft hij uiting
aan zijn verveling en trekt Moeder aan de
mouw en zeurt om door te loepen.
Moeder snauwt: „kind, wat bon je toch
lastig!"
Dan komen ze langs een winkel van elec-
trische apparaten en batterijtjes; moeder
vindt er niets aan en zegt: „kind loop toch
door!" Wat had ze nu moeten doen?
Zich zelve heelemaal opofferen en zich
moeten schikken naar de wenschen van
haar jongen? Zeker niet!
Neen, Jantje kijkt liever naar de batte
rijtjes en moecler naar de hoedjes, als ze
nu elkaar een beetje toegeven, dan kijken
ze naar allebei. Onze jongen wacht dan
rustig af tot moeder klaar is, maar bij
z ij n heiligdommen zal hij genieten van
het idee, dat moeder zoo prettig meekijkt!
Dan heerscht er weldadige harmonie tusr-
schen moeder en zoon, en moeder vindt
haar jongen een schat!....
Zulke situaties zijn er tientallen per dag
in ons leven met de kinderen. We moeten
probeeren de kinderen in harmonie te
brengen met hun omgeving, ze moeten
loeren liet. redelijke in te zien van zich te
schikken. En met hun gevoel voor logica,
zullen ze dat ook we) inzien, als alle per
sonen in 't gezin, groot en kleim maar mee
werken.
De beste opvoeding is, hei kind zelf te
laten inzien, dat het verkeerd doet.
Er was eens een echte milde jongen, die
't belletje trekken staakte, omdat zijn moe
der alleen maar zei: „nu moest er eens een
ziek kindje in dat huis zijn, dat wakker
schrikt van jouw harde bellen en daardoor
nog erger ziek wordt!"
Het is zeker, dat een kind, dat alleen
iets laat uit angst voor straf, zich dade
lijk schadeloos zal stellen, door dubbel uit
den band Ie springen, als de kans voor
straf miniem is.
De groote moeilijkheid ligt voor vele op
voeders in de manier van straffen. Er
zijn zooveel moeders, die alle misdrijven
maar over één kam scheren en er enkele
standaardstraffen op na houden, bijv. een
pak op de broek, opsluiten, vroeg naar
bed sturen, enz. Maar eigenlijk behoort bij
iedere misdaad de straf apart overdacht
te worden en dat wel in een minimum van
tijd, want het kind mag onze aarzeling niet
bemerken. Toen mijn jongen nog klein was,
verzocht ik hem eens den suikerpot van
de theetafel te halen, want ik moest nog
wat suiker in zijn pap strooien. Op den
weg tusschen tafel en theetafel volgde hij
zijn aandrang en nam vlug een hapje sui
ker: „je krijgt eep hapje suiker minder",
zei ik, „want je hebt dat hapje suiker al op"
Met zijn groote ernstige oogen keek hij mij
aan en zei niets. En toch was hij niet eéns
in feilen opstand" geweest tegen de straf;
maar in 't logische van deze straf berustte
hij. De hoeveelheid suiker, die. ik hem gaf,
bleef toch 't zelfde, maar hij was een ech
te lekkerbek en een zoetekauw en at met
lange tanden zijn pap, die niet zoet ge
noeg was. Eindelijk zei hij: „niks lekker,
Mammie
Medelijdend zei ik: „vent, dat moet jc
dan ook maar nooit, meer doen, jc moet
maar nooit meer snoepen."
Had ik hem een klap gegeven, dan zou
hij in zijn gehuil misschien de oorzaak van
zijn verdriet vergeten hebben; en wat had
ik dan niet mijn straf bereikt 'l
Mijn jongen weet, dat ik het. zoo ge
vaarlijk vind, als hij aan den slootkant zit
en dat ik zoo bang ben voor verdrinken.
Oïilaugs zei hij heel eerlijk: Moeder, ik
heb mijn boot midden op 't water laten va
ren, zoo leuk"! Zijn kousen en schoenen
waren kurkdroog gebleven, niets zou hem
dus verraden hebben. Zijn eerlijkheid vei*-
teederde mij zoo, dat ik hem liever een kus
had gegeven dan straf en toch moest ik
straffen.
,,Je moet. maar thuis blijven", zei ik,
„want jongens, die aan den slootkant zit
ten. kunnen niet buiten spelen".
Hij bleef thuis, zonder protest, mijn jon
gen, die anders direct in opstand is. Doch
hij voelde zóó 't logische van dc redenee-
ring. dat waarschijnlijk in zijn hoofd geen
plaats was voor de gedachte „had ik het
maar niet aan mijn moeder verteld".
Den volgenden dag speelde hij weer
overgelukkig met zijn vriendje buiten, na
dat hij eerst na een spontane belofte ge
zegd had: „Moeder, ik zal heusch nooit
meer aan den waterkant komen". lm zou ik
geen vertrouwen- hebben in de uitdrukking
van zijn eerlijke oogen? Hij zal zijn belof
te niet verbreken, misschien wel eens ver
geten
Ik ben er zeker van, dat hij zijn moeder
geen oogenblik als vijandin heeft gevoeld.
Een kind kan zoo gemakkelijk haat. in zich
voelen opkomen tegen wie hem slaan.
Als een kind aan tafel zit te spelen met
zijn beker melk dan wordt liet uit gemak
zucht dikwijls niet verboden! Maar als
de beker melk va.lt en breekt, dan krijgt
hij straf. Het verkeerde wat hij deed: spe
len met zijn beker, is even groot, of de be
ker breekt of niet
Er wordt tegenwoordig zoo ontzettend
veel met opvoeclmethode geschermd, maar
laten wij kath. moeders er op de eerste
plaats aan denken, dat 't kinderzieltje zoo
ontvankelijk is voor alle indrukken; dat
wat leer en mooi is het gemoed van het
kind moet vormen en ruwheid en onver
standig dreigen niet zullen nalaten, om
verwarring en schroom te wekken.
Laten wij probeeren mee te leven
in de gedachtenwereld van onze kinderen
en ze niet snauwen of er ons mee afmaken
door te zeggen „ik heb geen tijd" en „je
moet je mond houden!" Ach, ze moeten
nog zooveel leeren ora in harmonie te ko
men met het omringende leven.
Laten wij moeders daarom onze kinderen
een beetje helpen enniet te gauw straf
fen!
Mevr. .STEIJGER—ASPERSLAGH.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
Het is moeilijk te zeggen, wat we daar
nu precies onder verstaan, maar, Tin de
gevreesde ziekte Alastrim ook in onze stad
hare intrede gedaan heeft, lijkt het nog
niet ondienstig, u eens te wijzen op aller
lei kleinigheden, waarop gelet dient te
worden. Of een ziekte door de lucht, of
door voorwerpen wordt, overgebracht, altijd
moeten we zoo zindelijk mogelijk op alles
zijn en datgene, wat de zieke gebruikt of
aanraakt, zooveel mogelijk apart houden.
Eet.gere-i kau in een oplossing van hyso-
form of lysol gelegd worden; boeken, pa
pier en dergelijke handwerken enz. moeten
gestoomd worden. Daarvoor zorgt de Ge
neeskundige Dienst, die op uw aanvraag
de voorwerpen liaalt, ontsmet en terugbe
zorgt- Laten we toch niet te roekeloos
zijn en voor ons zelf altijd de zekerheid
meedragen, dat we gedaan Tiebben wat wc
kunnen, om overbrenging te voorkomen,
zelfs al zou onze huisarts de zaak niet. zoo
ernstig inzien en ons niet op deze kleinig
heden wijzen.
J. v. d. ABEELEN.
MOMENTEN.
Montessori of wat anders?
„Moeder ik wil 't meeste worden, wat
er is."
„Zoo jongen, wat wil }-e dan worden?"
„Ik wil Paus worden!"
„Ja, dat is wel heel erg hoog, maar dat
word je maar niet zoo in eens. Dat is
wel erg moeilijk."
„Ja maar, dan Word ik eerst kapelaan,
en dan pastoor, on dan bisschop, en dan
paus."
„Je hebt het wel goed uitgekeken, maar
de weg staat, zoo voor ieder open, probeer
het. dan maar."
...Ja, maar. dan wil ik veel geld ver
dienen en rijk worden ook!"
„Maar dan moet je geen pastoor wor
den, iongen, want die verdienen niet veel
geld en worden niet rijk ook."
„Wat dan, Moeder?"
God en de mammon! Zou ik mijn jon
gen vrij laten in de. keuze? Neen, ik geef'
hem een duw in de goede richting.
%„0ch, dat geld zou ik nu maar laten,
m'n jongen, Onze Lieve Heertje had ook
geen geld, geld maakt- niet gelukkig."
„Dan word ik Paus!"
M. V.
HET ZIEKBED VAN DEN
MISSIONARIS
(Een Droom)
door
Father B. Vlasveld, St. John's Seminary,
Nellore, Br. India.
Een drukkende afcmospheer hing er in
de ziekenkamer, een van angstige span
ning. Met hooge koortsen "lag de zieke
missianaris te bed, hij was buiten kennis
en. liet moede oh'ofd rolde zenuwachtig over
het kussen. Als kaarsen bij de lijkbaar
stonden de doctoren rondom het, ziekbed,
gewapend met alle instrumenten der me
dische kennis. Slechts nu en dan bewogeD
ze zich, om met elkaar beteekenisvolle
blikken te wisselen. En de zieke bleef in
den zelfden .toestand waarin hij twee da
gen geleden langs den weg was gevonden,
nu en dan de stilte brekend met een zacht
kreunen. Slechts twee dagen geleden had
hij in volle gezondheid de magere ossen
voor de schamele ossenkar getuigd, om een
van zijn dorpen, een van zijn buitenstaties
te bezoeken. Voort ging het hortend en
stootend op den ongelijken weg in het
voerloos voertuig, en, met uitgestrekte
boenen op den bodem van het gerij gezeten,
omdat er geen ruimte is voor banken, had
hij gedacht aan de vreugd die zijn Christe
nen zouden gevoelen bij zijn aankomst. Het
was een lange weg van 30 kilometer tot
dichtbij de duinenrij, daar was het dorp
gelegen. De ossen vertraagden hun gang
en de ossendrijver draaide even aan de
staart van- de trekdieren, en voort ging
het weer in een drafje. Recht lag de van
hitte blakende weg voor hen. Toen een
stofwolk zich deed zien in de verte. Toen
was het gebeurd, geen menschentong kon
precies verhalen hoe. Een auto was hem
tegemoet gekomen, de auto de schrik voor
elke osEn toen ze hem vonden, de
Christenen van het dorp, die op zoek wa
ren gegaan, omdat hun Priester niet kwam
op den vastgestelden tijd, lag hij in een
gebroken bandy (ossenwagen), bewusteloos,
en de ossendrijver lag onder een afgebro
ken wiel, bewusteloos, en het. ossentuig
•was gebroken, de ossen waren niet te zien,
en de bandy zelf lag half vermorzeld in
een droge sloot. y
Heb was een treurige binnenkomste in
de hoofd statie, en sinds dien had hij nog
geen teeken van bewustzijn gegeven. Heb
was doodstil in de ziekenkamer. Sprake
loos stonden de doctoren en sprakeloos de
Zuster. Op een tafeltje brandden twee
kaarsen naast een Kruis. Men verwachtte
den naastbijzijnde Priester, dien men had
laten weten van het ongeval, om de laat
ste H. Sacramenten toe te dienen.
Zachtjes kwam de postbode binnen,
want de deur stond oj>en. Hij was er aan
gewend om zonder formaliteiten binnen te
gaan. Hij was gewoon een opklaring te zien
op de ernstige gelaatstrekken van den mis
sionaris, als hij binnenkwam met een dikke
Europeesehe mail, vooral het woord aan-
geteekend had steeds een tooverkracht uit
geoefend, en nog niet meester van den on-
gewonen toestand, probeerde hij het ook
ditmaal. „Een aangeteekende" zei dc post
man, en het hoofd van den misrionaris
lichtte zich even op, „Uit Holland" ging hij
voort, en het hoofd viel weer terug in de
kussens. De laatste twee woorden hadden
alle hoop weer doen dalen in den zieke.
En hij da-cht, met de klaarheid van ge
dachte die vaak een bewustelooze eigen is.
Wat was Holland voor hem? Zeker daar
woonden zijn naaste familie, een Moeder
en broers en zusters. Ook woonden er veel
vrienden en kennissen. Daar ook stond zijn
geboortehuis en dc kerk waarin hij gedoopt
was en waar hij zijn Eerste H. Mis had op.,
gedragen. En voor zijn geest rees de dag
van zijn Eerste H. Mis Wat een belang,
stelling toen onder zijn familie, en stadge.
nooten en mede-parochianen. 3ij mandea
kwamen ed gelukwenschen en telegrammen
binnen. Een menigeen droogde zich de tra
nen af, toen een grijze herder het kansel
beklom en woorden uitsprak van vaar
wel. En wat een belangstelling, toen na
eenige maanden de dag van vertrek was
aangebroken, de dag dat hij het vaderland
ging verlaten om het te verwisselen voor
een tropisch missie-oord. aWt een drukte
rond zijn compartiment van den boottrein,
toen hij op het punt was zich naar de ha
ven te spoeden. Zoovelen waren gekomei
om hem nog voor de laatste maal de hanc
te drukken, en wat een gewuif toen de boot
trein het station uit stoomde. En toen de
missionaris vol aandoening zich op den
treinbank neerzette, gevoelde hij zich ge.
troost. Die vrienden met zooveel belang
stelling nu, zouden ongetwijfeld ook
langstelling toonen, als hij eenmaal het
front waar met Satan werd gestreden,
10000 mijlen ver, zij zouden hem helpen
op allerlei wijs, ook met geld en goed in
zijn missie-werk. En aangekomen in het
verre land had hij hen geschreven, vol vuur
over het werk.Maar antwoorden kw
men niet, nog minder giften, behalve een.
penningske der weduwe. Zijn lijst van
postzegels, gekocht voor al die brieven,
werd een onbetaalde rekening.
Lang had hij teg ende gedachte gevoch
ten, maar langzaam aan had hij ingezien,
dat de dichter van het spreekwoordUit
het oog uit het hart, veel mensclienkennis
bezat, dat er veel waarheid lag in dat
spreekwoord, en dat hij van zijn vele vrien
den en kennissen niet veel hulp had te
verwachten. Langzaam aan was het hem
duidelijk geworden, dat dc missionaris
een alleenstaand wezen met alleen God
als hulp en getuige. Daarom wekten nu de
woorden van den postbode weinig hoop in
hem op, en weer viel hij terug in een ha'.f-
bewusteloos onrustig sluimerende toe
stand.
Angstig keek de Zuster naar de klok of
de geroepen Priester nog niet kon gekomen
zijn, want veel hoop op leven was er niet
meer voor den zieke. Konden ze hem n
maar even terug brengen tot. bewustzijn.
Alle middelen werden voorgesteld, en elk
werd afgekeurd door de doktoren. Ten
slotte kwam er een gedachte bij hen op.
Wat als ze den verzegelden brief eens open
den en den inhoud voorlazen? Zoo werd
gedaan. En de Zuster las voor: Vracht
brief van een Rotterdamsche scheepvaart
Maatschappij, die op verzoek van de Missie.
Naaivereeniging St. Franciscus Xaverius
te Leiden een kist verzond, wegende 70 kilo,
bevattend kindekleeren en altaarlirmen.
Even lichtte de zieke het moede hoofd
op, weer begonnen zijn gedachten te wer
ken. Hij zag zich omringd van zijn Chris
tenen nit het dorp bij de duinenrij, de kin
deren waren schamel gekleed, veel scheu
ren en gaten, en velen hadden niet veel
meer kleeding aan dan God's zonneschijn
en een medaille. Hij zag liet kapelletje.
Kaal stond daar het uit leem opgetrokken
altaar. Hij zag den Priester het Altaar
beklimmen voor het H. Offer. Het kasuifel
had klaarblijkelijk betere dagen gekend
en gaf blijk te dateeren uit een verwijder;
tijdperk. En een zucht ontsnapte hem bij
het zien van al die armoeToen kwam
er een kisteen grootevan een
naaivereeniging voor de missieWeet
zag hij zich omringd door de kinderen uit
het dorp bij de duinenrij, maar thans wa
ren ze gestoken in mooie jakjes en jurkjes
en broekjes. Weer zag hij het kapelletje,
het leem van het altaar was bedekt met
een mooie altaarrand. Ook zag hij den
Priester het H. Offer beginnend, en aller
oogen waren'gerieht. op het mooie kasuifel
en de rand van devalb; die er zoo mooi bij
pastte
Het visioen eindigde, weer viel het hoofd
terug in de kussens, maar thans voor een
verkwikkende slaap. De doctoren konden
een kreet van verrassing niet onderdruk
ken. Hij was gered.
Walvisschen als voedingsmiddel.
Daar de prijs van het vleesch buitenge
woon hoog is heeft men opnieuw naar an
dere voedingsmiddelen gezocht, en zoo
heeft men in Frankrijk proeven genomen
om het vleesch van walvisschen voor de
consumptie geschikt te maken. Men ging
hierbij uit van het feit, dat in de Middel
eeuwen het vleesch van walvisschen veel
gegeten werd. De walvischvangst was het
hoofdmiddel van bestaan voor de Baskische
visschers, die jacht maakten op de walvis
schen, welke toen nog veelvuldig voorkwa
men in de golf van Gascogne. Men ziet
echter bij de oude schrijvers, dat yalvis-j
vleesch nooit als lekkernij beschouwd
werd, maar dat men het gezouten spek
uitsluitend in den Vastentijd bij de erwten
at. Dat men het- toch at, komt, omdat
het in de Kerk als vastenspijs beschouwd
werd. De. bewoners van streken, die veel
Noordelijker liggen, b.v. de Eskimo's of da
bewoners der Faroër-eilanden, aten het
vleesch in de Middeleeuwen natuurlijk
veel meer.
Voor de Europeanen wekt het vleesch
van walvisschen een haast onoverwinnelijke
afkeer. Zijn eigenaardige reuk is zoo sterk
en vaak zoo doordringend, dat hij noch
door drogen, noch door zouten, noch door
verwerking in allerlei worstwaren, ver
dwijnt. In 1928 beproefde men op ecu
stoomschip om het walvischvleesch heel
eenvoudig te bereiden, door het n.l ah
biefstuk te eten. Maar van de vier jonge
lui. die toch bepaald een gezonden eetlust
hadden, was er maar één. die het klaar
speelde om zijn portie heelemaal op te
eten. In Frankrijk probeerde men om con
serven uit walvisch-vleesch te bereideJ
maar dit chemisch proces is zoo gecompli
ceerd en moeilijk, dat er totaal geen winst
op zat.
Het zal dus wel niet mogelijk zijn offl
het vleesch van walvisschen als consume
tie-artikel aan te wenden. De walvisschen
zullen ook in het vervolg, evenals
slechts vet, lyeer, baleinen en misschien
ook beendermeel leveren.
S-J