I
KERKNIEUWS
RECHTZAKEN
ANTHONY MARSTON
DE DOLENDE RIDDER
derde blad.
de leidsche courant.
vrijdag 9 augustus 1929
UIT DE PERS
HET NIEUWE KABINET.
De T ij d besluit een beschouwing over
hefc nieuwe Kabinet met deze enthousiaste
woorden:
..Uderdaad zit in de namen der perso
den D dit Kabinet en in de beginselen,
volgens welke het zal besturen, een
nationale klank, dien men beluisteren kon
in de redevoeringen, waarmede vóór enkele
maanden de Kabinetsformateur, de stem
bus heeft ingeleid. Telkens hoorde men
daar deze christelijke nationale gedachten
terugkeeren: de Katholieken van Neder
land brengen nieuwe geestelijke waarden
tot nut van ons geheele volk en onze kolo
niën. In liefde voor het vaderland en de
volle ontwikkeling van alle volkskrachten
willen wij bij niemand achterstaan. En
geen zuiverder en krachtiger beginselen
dan de onze, om bestuur en wetgeving te
bezielen voor het gemakkelijk maken dei-
wegen van ons volk naar het einddoel,
vaarvoor het geschapen is, en de prachtige
laak, welke het in de plannen der Voorzie
nigheid heeft te vervullen als natie: de
bloei van zijn cultuur, het bevredigen van
de menschelijke nooden dooi' behoorlijke
sociale voorzieningen!
Mogen in klooster en pastorie, in het
christelijk huisgezin en elk katholiek bin
nenleven de prachtige maar moeilijke taak
worden begrepen, welke het nieuwe kabi
net, waartegen thans alle gezonde krach
ten van ons volk aanleunen, gaat vervullen
■oor de geestelijke en stoffelijke belangen
van de millioenen hier en in Indië-, en door
hun gebed de inspiratie vragen van den
H. Geest voor het kloek aangevangen en
voor dit en vele geslachten vruchtbare
regeeringswerk!"
De Morgen meent, dat het 't nieuwe
kabinet wel niet aan bestuurscapaciteiten
zal ontbreken, maar twijfelt er aan of het
de groote hervormingen zal gaan inleiden,
welke volgens het blad de ontwikkeling
der sociale verhoudingen in plutocratischen
zin eischt. Het blad schrijft:
,Het voornaamste cachet van het nieu
we Kabinet is wel, dat het zijn naam van
extra-parlementair kabinet eer aandoet.
Van de benoemde ministers is er, buiten
den minister-president en Dr. Deckers,
enkele die actief parlementair is,
want het eerste Kamerlid Mr. Paul Rey-
ruer houdt den 3en Dinsdag van September
a.s. op lid van het Parlement te zijn.
Een tweede kenmerk van het nieuwe
Kabinet is dat' de ministers van Financiën,
Justitie, Koloniën en Buitenlandsche Za
ken uit vorige kabinetten zijn overgeno
men. Wat den minister van Financiën aan
gaat, vervult ons dit met eenige vrees ten
aanzien van meerdere punten van ons ka
tholiek program.
Op de derde plaats typeerend voor dit
nieuwe Kabinet is een aantal „nieuwe man
nen" als Prof. Woltjer, Mr. Verschuur en
Mr. Paul Reymer. De benoeming van den
eerste tot minister van Onderwijs laat ver
wachten, dat het katholiek' programpunt
betreffende ruimer subsidieering van het
Bijzonder Hooger Onderwijs aan de orde
zal komen.
Mr. Verschuur is bekencl als voorstander
der Bedrijfsorganisatie-idéemisschien
mag men dus ook op dit urgente punt de
aankondiging van regeeringsvooïstellen
verwachten.
Indien van Dr. Deckers voorstellen
mochten te verwachten zijn tot opheffing
van den dienstdwang, zou dit alleen reeds
zijn benoeming tot minister van Defensie
rechtvaardigen.
Het behoud van minister Beelaerts van
Blokland wijst in de richting van voortzet
ting der aanvaarde politiek inzake de Bel
gische kwestie en de overneming van mi
nister de Graaff uit een vroeger kabinet
Buys toont aan, dat ook het koloniaal be
leid ongewijzigd zal blijven.
INGEZONDEN MEDEDEELiNG.
Alles samengenomen zal het het
Kabinet wel niet ontbreken aan wat men
pleegt te noemen „bestuurseapaciteit".
Maar zoowel zijn extra-parlementair ka
rakter als zijn samenstelling doen twijfel
opkomen, of het de groote hervormingen
zal gaan inleiden, welke de ontwikkeling
der sociale verhoudingen in plutocrati
schen zin eischt, indien „christelijk her
stel" ooit werkelijkheid wil worden."
Men ziet, dat het blad over de drie niéu
we Katholieke ministers toch wel zeer op
timistisch is gestemd.
Het Huis-gezin heeft één vrees, en
wel voor minister De Geer. Wij deelen die
vrees!
„Ten aanzien van één minister verkeert
men in vrees.
Is het een gelukkige greep geweest, den
minister-president en minister van Finan
ciën van het demissionaire kabinet voor de
zelfde portefeuille over te nemen
Financiën zal ten slotte dc spil zijn waar
alles om draait:' Financiën zal hervormin
gen kunnen bevorderen of tegenhouden.
Tijdens de crisis hebben we reeds verno
men, dat de anti-revolutionnairon ten op
zichte van den financieelen koers niet ge
rust waren en den heer Ruys zekere lucht
hartigheid verweten.
Nu hopen wij niet, dat de lieer Ruys, ten
einde de onrust aan die ziide weg ie ne
men, den heer De Geer heeft overgenomen.
Bovendien hebben wij tegen den nieuwen,
ouden, minister van Financiën het bezwaar,
dat hij de actieve handelspolitiek niet ge
negen is en de industrie in het Zuiden wei
nig steun van hem heeft ondervonden.
Is er met den heer De Geer een stevig
accoord gesloten, zoodat hij op sociaal, eco
nomisch en onderwijsgebied de beste voor
nemens niet kan lam slaan?
In één woord, zal de heer Ruys de eeni
ge, de kapitein op het schip zijn?
Zoo ja, dan durven wij het een gelukki
ge vaart voorspellen.
Zoo neen, dan vreezen wij voor aanvaring
en schipbreuk".
De Standaard (antirev.) schrijft
o.m.:
„Er is geen aanleiding om te zeggen, dat
het nieuwe kabinet-Ruys er een is van zwak
ke structuur, maar we zullen ons toch zeer
stellig onthouden van de voorspelling, dat
hot zal blijken een sterk kabinet tc zijn.
Wij leven in de hoop, dat wij dit kabinet
bij de uitvoering van zijn gewichtige taak
zullen kunnen steunen. We zijn zelfs niet
zonder vertrouwen, dat dit mogelijk zal blij
ken. Maar tevens stellen we er prijs op nog
eens te verklaren, dat die steun alleen ver
leend zal worden, voor zoover het gevoerde
bewind met onze beginselen en practische
inzichten overeenstemt.
Het blad duidt verder den heer de Graaff
aan als iemand, die „niet bij eenige partij
aangesloten is, doch reeds eerder zitting
had in een rechts-parlementair kabinet".
D e N ederlander(c. li.) schrijft o.m.
„Het nieuwe Kabinet kan zonder aarze
ling worden gekenmerkt als rechts-georiën-
teerd, extra-parlementair; waarbij de na
druk met gelijke sterkte gelegd mag worden
op de beide onderdeelen van deze kenmer-
king; want het derde Kabinet-Ruys de Bee-
renbrouck schijnt ons even stevig „rechts-
georiënteerd", als echt „extra-parlemen
tair". Al zijn leden zijn goed rechtsch;
doch ten aanzien van hun optreden en het
te volgen beleid werd, voor zoover wij we
ten, met. de Kamerfracties geenerlei over
leg gepleegd.
Zal het nieuwe ministerie „een sterk Ka
binet" zijn?
Het blijkt, dat sommigen het antwoord
op deze vraag reeds gereed hebben. Wij ma
nen ten dez'e tot voorzichtigheid. De gouver-
nemcnteele kracht van een Kabinet wordt
voor een niet gering deel bepaald door de
taak, waarvoor het, in een bepaalden tijd,
wordt geplaatst".
Het Yolk is natuurlijk slecht te
spreken over het rechtsche Kabinet. Toch
weet het blad er eigenlijk niet veel kwaad
van te zeggen. Het zoekt naar redenen om
het ministerie zwart te maken. Over de
katholieke minsters schrijft het blad:
„De keuze is gedaan uit de midden
groep. Op den heer Ruys is weinig peil te
trekken: hij heeft in zijn vorig kabinet,
van 1918 tot 1925, heel de wisseling van
Noveraber-vooruitstrevend tot Colijnsch-
reactionair meegemaakt.. De heer Reymer
is te weinig politiek op den voorgrond ge
treden om veel van hem te kunnen voor
spellen; een wereldhervormer is hij stellig
niet. De heer Verschuur heeft in de krin
gen der Raden van Arbeid geen slechten
naam, maar is anderzijds ijverig medewer
ker aan de reactionaire „Maasbode". Aan
dr. Deckers heeft men nog het meeste
houvast; hij diende destijds met rnr. Bo-
mans het befaamde, in het vergeetboek ge
raakte voorstel in om de jaarlijksche mili
tielichting tot. 13.000 man te verminderen
en werkte het vorig jaar met onze fractie
samen om aan de Diensplichtwet van zijn
partijgenoot-minister Lambooy de reactio
naire giftanden uit te trekken. Of hij als
bewindsman ook zal blijven streven naar
vermindering der militaire lasten, moet
afgewacht worden."
Pastoer F. C. van Beukering.
Heden is de zeereerw. heer F. C. van
Beukering, pastoor der parochie van den
H. Antonius te Rotterdam, zestig jaar.
Aan een artikel in „De Tijd" is het vol
gende ontleend:
Zestig jaar. Geen leeftijd om de eind-
balans op te maken over iemaBds leven.
Wol om een terugblik te werpen op het
geen deze voortrekker en baanbreker van
de liturgische beweging reeds wist te be
reiken.
Dit leven wend gedragen en gestuurd
door één ideaal: den eeredienst der H.
Kerk weer volkomen te maken tot het le
vend en levenwekkend element in het. gods
dienstig leven der geloovigen. Reeds als
kapelaan zag Amsterdam hem in die rich
ting werkzaam. maar vooral Rotterdam
al behoort deze figuur eigenlijk heel Ne
derland heeft hem nu bijna 20 jaar als
jiastoor van de parochie van St. Antonius
Abt kunnen gadeslaan in zijn liturgischen
aibeid.
Natuurlijk niet alles, wat is a-an te prij
zen in algemeen, werd hier in practijk
gebracht. De mogelijkheden werden dik
werf begrensd. Maar toch kan men zeker
zeggen, dat wie het werk van pastoor Van
Beukering wil kennen, zich niet behoeft te
verdiepen in zijn vele geschriften, doch
even slechts een blik heeft te slaan in het
parochieele leven, waarover deze priester
de leiding heeft.
Want van de H. Liturgie was doortrok
ken dit leven, dat als dat van iederen
stadspastoor toch ook overladen was met
honderden materieele zorgen en nooden.
Voor twintig jaar werd hij pastoor van
een der nog aan de peripheric van Rotter
dam gelegen parochies: het oude Delfs-
haven.
Van den beginne af en steeds nadrukke
lijker was zijn leiding doortrokken van het
streven oni een redelijken, zuiveren en in-
nigen godsdienst'te kweeken door de stu
die en de echte beleving der H. Liturgie,
in den geest en volgens bevel van Paus
Pius X. In het bijzonder stelde hij zich ten
doel om het volk te leeren de H. Mis mee
te bidden en mee te zingen, vooral mee te
offeren. Ook de beleving van het kerkelijk
jaar werd voorgehouden.
De middelen, welke hiertoe gebezigd,
waren de aanschouwelijke onderrichtingen,
welke in de eigen parochiekerk en oQk in
andere kerken werden gehouden over de
gebeden en de ceremoniën van het H. Mis
offer. Geen gelegenheid werd onbenut ge
laten om de geloovigen aan te sporen tot
een inniger medeleven met en een beter be
grijpen van de indrukwekkende ceremoniën.
Hiertoe richtte hij zich tot de ouderen,
maar vooral tot de jeugd, omdat hij wel
inzag, dat alleen een algeheele omkeer bij
de jeugd op den duur het succes zou bren
gen. Daarom werd met de kinderen begon
nen.
Reeds bij de plechtige geloofsbelijdenis
zingen in deze kerk de kinderen zelf heel
de Mis. Aan de onderwijzers en onderwij
zeressen der parochiale scholen liet hij
door vakmenschen cursussen geven in het
Greg< riaansch. De erschiller.de congrega-
lie werden verder benut als liturgische
kernvorming, van waaruit het liturgisch
zaad in heel de parochie opschoot.
En van dit onvermoeid ijveren in deze
richting zijn de vruchten niet uitgebleven.
LETTEREN EN KUNST
Jubileum Alex Faassen.
Gister vierde de heer Alex Faassen, de
bekende tooneelspeler zijn negentigsten
verjaardag.
Hoewel dc heer Faassen van zijn laatste
zware ziekte hersteld is, is zijn gezond
heidstoestand van dien aard cat de huldi
ging een zeer beperkt karakter moest
dragen.
Er had zich uit den uitgebrciden kring
van vrienden en bewonderaars van den
grijzen acteur een comité gevormd om hem
op dezen dag een blijvend aandenken te
geven.
Gistermorgen kwam een deputatie uit
dit comité, de heeren Nico de Jong, van
Seventcr, Lapidnth cn dr. mr. Son aan de
villa Tubantia, aan de Tobias Asserlaan,
waar de heer Faassen de zomermaanden
verblijf houdt, en brachten hunne geluk-
wenschen over.
Door het comité was de kamer van den
jarige op zeer fraaie wijze versierd. De be
woners van do villa Tubantia hadden, als
blijk van vriendschap, de groote hall van
het huis met. bloemen en planten versierd.
Een stroom van telegrammen was in den
loop van den dag binnengekomen, o.a. van
Johan de Meester en Cor v. d. Lugt Mel-
sert. Voorts werden vc!e bloemstukken be
zorgd, o.a. van het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen cn van het Rotter-
damsch Tooneelverbond.
De moord aan de Korte Zomerkade
te Haarlem.
In den nacht van den 29en April speelde
zich te Haarlem in perceel Korte Zomer
kade 223. een afschuwelijk 'drama af.
De 38-jarige schilder K. vermoordde iu
een oogenblik van overspanning zijn vrouw,
door haar met een mes den halsslagader
door te snijden. Daarna trachtte hij zichzelf
van het leven te berooven door gasverstik-
king. Zijn leven scheen hem echter op het
laatste oogenblik nog iets waard te zijn,
wamt hij gooide de ramen open en haalde
zijn drie-jarig dochtertje uit haar bedje om
zc bij zijn zwager te brengen, terwijl zijn
vijf-jarig zoontje in huis achterbleef. Zijn
zwager deelde hij heel kalm mede, dat hij
zijn vrouw vermoord had. Vervolgens is hij
de Zomervaart opgegaan, waar hij door de
politie werd aangehouden en naar het
hoofdbureau werd overgebracht.
K. was in dc buurt bekend als een ze
nuwpatiënt, die soms zoo driftig was, dab
hij den heelen boel kort en klein sloeg.
Ecnigen tijd voor den moord was hij bij
zijn ouders in Bloemendaal, daar hij toen
geheel in do war was.
Dc waarnemend officier van Justitie, mr.
Stam en dc commissaris van politie te
Haarlem stelden denzelfden nacht nog ter
plaatse een onderzoek in. In heb huis van
K. hing een zware gaslucht. de verklarin
gen van K. klojDten dus, dat hij zichzelf om
hef leven heeft willen brengen.
In den gasmeter waren nog acht munten
aanwezig, zoodat het verstikkings-proces
niet is tegengehouden door gebrek aan
gastoevoer.
Toen K. op het politiebureau verhoord
werd, deed hij het voor als of hij zich van
hel geheele geval niets kon herinneren. De
mare deed zich reeds de ronde, dat hij
naar een krankzinnigengesticht gebracht
zou worden, doch later bleek hij totaal te
siniuleeren. waarin de politic aanleiding
vond om naar het Huis van Bewaring over
te brengen.
Hij heeft daar nu 3i/2 maand doorge
bracht en moest gistermorgen voor de Ar-
rondissemcnts-rechtbank te Haarlem te
recht staan. In deze zaak waren slechts
vijf getuigen gedagvaard, onder wien de
doktoren J. 1'. L. Hulst en S. T. Hi edema,
terwijl als verdediger optrad mr. P. Tide-
man te Bloemendaal.
Hef O. M. eischte na getuigenverhoor
drie jaren gevangenisstraf en daarna be
schikbaarstelling van verdachte aan de Re-
geering ter plaatsing in een Psychopaten-
inrichting.
Uitspraak 22 Augustus a.s.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Zaterdag 10 Aug.
Hilversum 298 M. (Na 6 uur 1071 M.
(Uitsluitend K. R. O.-uitzending.)
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje.
1&151.15 Concert K. R. O.-Trio.
1.152.00 Gramofoonuiuziek.
2.003.15 Kinderuurtje.
5.006.45 Gramofoonnniziek.
6.457.00 Journalistiek weekoverzicht.
7.007.30 Graniofoonmuziek.
7.30—8.Ó0 Lezing over: De techniek van
de Rolprent.
8.0010.45 Concert. Klein orkest en vo
cale solisten.
9.45 Nieuwsberichten.
10.4512.00 Rotterdamschc straatmuzi
kanten.
Huizen, 1875 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.152.00 Concert door het A. V. R. O.-
Kwintet.
2.002.30 Filnipraatjé door Max Tak.
2.303.30 Aansl. van het Tuschinski-
Theater te Amsterdam.
3.304.30 Kurhaus Seheveningen. Thé
dansant, door „The Ramblers".
5.006.00 Concert door heb A. V. R. O.-
Kwintet.
6.017.45 Concert door het Haagsch
Harmonie-Orkest.
8.00 V. A. R. A.-uitzending.
Da ventry, 1551 M.
10.35 Morgenwijding.
1.202.20 Orkestconcerl.
3.50 Concert.
5.05 Orgelconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.35 Nieuwsberichten.
7.05 Sonaten.
7.20 Lezing.
7.35 Sportpraatje.
7.50 „The World we listen in". Revue m.
m. van Dansorkest.
8.20 Promenade Concert. Symphonie-or-
kest.
10.00 Nieuwsberichten.
10.20 Lezing.
10.3512.20 Dansmuziek.
„R a d i o - P a r i s'', 1725 M.
12.50 Graniofoonmuziek.
4.05 Dansmuziek.
6.55 Gramofoonmuziek.
8.35 Music-hall-muziek.
9.35 Dansmuziek.
Langenberg, 473 M.
7.207.50 Gramnfoonirr.ziek.
7.508.50 Orkestconcort.
10.3512.10 Gramofoonmuziek.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.252.50 Orkestconcert.
5.55—6.50 Orkestconcert.
8.20 Vroolijke avond. Daarna tot 1.20:
Dansmuziek.
Z e e s e n, 1635 M.
6.105.20 Lezingen.
5.206.20 Concert.
6.207.20 Lezingen.
7.20 Uil Weencn: „Don Juan"
van Mozart.
10.5012.50 Dansmuziek.
Opera
Brussel, 508 M.
5.20 Trio-concert. Zang.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.35 Concert door kwartet.
9.20 Orkest concert
Hamburg, 372 M.
4.35 Liedpren m. m. van orkest.
5.20 Kamermuziek. Viool, viola en cello.
6.35 Concert.
7.20 Mondelssohn-concert. Viool cn zang
8.20 Muzikale wereldreis. Orkest en so
liste.
9.501.20 Orkestconcert. In de pauze:
Uitzending van Fakkeloptocht.
feuilleton.
Een verhaal uit den tijd van deri
Spaanschen Successie-oorlog.
Naar het Engelsch van
MORICE GERARD.
21)
HOOFDSTUK XVI.
De „Drie Duiven".
Twee dagen later kwamen Marston en
z'jn dienaar vermoeid en met afgejak
kerde paarden in het kamp van Eugenius
aan.
De Prins ontving hen, nog in "een kamer
spon, zoodra hij de mededeeling van hun
aankomst had gekregen.
Eugenius stond op en wees zijn bezoe
ker niet een handgebaar een stoel, zijn
°ogen schitterden toen hij de boodschap
ontving en het verhaal van hun avontuur
den tocht hoorde; dat zou ook een kolf
je naar zijn hand zijn geweest! Hij drukte
z'jn volle tevredenheid uit.
Als U of Uw dienaar ooit van dienst
^enschen te veranderen, behoeft U zich
m*ar tot mij te wenden.
Wij zouden ons zeer verheugen zoo'n
Stoot veldheer te mogen dienen.
De Prins booghij wist dat het compli
ment gemeend was.
"iet voor den volgenden middag konden
•'J den terugtocht aanvaarden. De Prins
na'ni afscheid hij was te paard, omgeven
door zijn schitterenden tocht.
Anthony en Mark kwamen spoedig bij
een afgelegen herberg. De herbergier, een
zekere Wolmarck kende hemhij was vroe
ger schout geweest in dienst va»: den
Prins van Hessen-Anhalt, wiens gast Mar
ston geweest was.
De herbergier ontving Anthony niet bij
zonder vriendelijk. De Beieren hadden in
den omtrek een sterke macht liggen als
het bekend werd dat, hij Marston gehuis
vest had, zou de „Drie Duiven" boven zijn
hoofd in brand gestoken worden. Zij zadel
den hun paarden daarom niet af.
U mag wel voorzichtig zijn, sir, welke
richting U neemt, als U hier vandaan
gaat.
Welke route raadt je me aan?
Welmarck aarzelde. Toen zei hij, terwijl
zijn lippen verraderlijk trilden:
Er is maar één weg, die veilig is met
het oog op de troepen.... Hij zweeg plot
seling alsof hij niets meer wilde zeegen.
Vertel op, man. riep Anthony onge
duldig. welke weg?
De weg door het bosch.
Is die voor paarden begaanbaar?
Ik geloof van wel, excellentie.
Gelooven Ken je die dan niet
Neen, excellentie.
Wat is er dan aan dat bcsch voor bij
zonders? Wolven?
Dat is niet mogelijk.
Wat bedoel je dan eigenlijk?
Ik heb vreemde verhalen er over ge
hoord niemand waagt het 't „Bosch der
Duisternis" binnen te gaan na zonsonder
gang; sommigen zelfs nie eens overdag
Midden in staat een huis; alle wegen lei
den daarheen.
Des te beter, daar kunnen wij dan
slapen.
De herbergier legde zijn hand op den
zadelknop. Ga er niet heen, riep hij uit.
Niemand heeft ooit in dat huis geslapen
cn daarna kunnen vertellen wat hij gezieu
heeft, tenminste niet met gezonde hersens.
Marston en Fagan reden weg zonder
verder meer te praten over het vreemde
verhaal van den waard.
Toen zij eeiHgen tijd daarna in de ver
te patrouilleerende soldaten zagen, von
den zij het toch het verstandigst den zij
weg Ie nemen naar het „Bosch der Duis
ternis". Zij kwamen door een wild en ver
laten landschap. Het kale, droefgeestige
van de natuur hier deed een eigenaardige
gewaarwording, zooals hij nog nooit ge
kend had. over Marston komen. Angst was
het niet, dat gevoel was hem zelfs in de
grootste gevaren vreemd gebleven, maar
nu voelde hij toch iets in zijn geest slui
pen dat misschien wel op angst leek; een
huivering van onberedeneerde afschuw be
kroop hem. Hij verzette er zich met
kracht tegen en besloot zich door niets
van zijn voorgenomen tocht te laten weer
houden.
Deze weg, zei hij kort en wees niet
zijn gehandschoende hand naar het pad,
dat naar het bosch voerde.
Ja, sir.
Anthony wierp een zijdelingschen blik op
Mark, om te zien of ook in hem vreemde
gevoelens waren wakker geworden, maar
het gezicht van den dienaar was onbewo
gen.
HOOFDSTUK XVII.
Het „Bosch der Duisternis".
Toen zij een uur gereden hadden kwa-v
men zij aan den zoom van het bosch. De
lucht was zwarteen koude wind blies hun
om de noren.
Wij moeten voortmaken, z.ei MarLton
wij konden wel eens een flinken storm
krijgen. Tegelijkertijd gaf hij zijn paard
de sporen. Om het bosch was een muur
van acht voet hoog. Hij was vele jaren ge
leden als een geweldig sterke beveiliging
opgericht en met nios cn onkruid bedekt
Irotseerdc hij nu nog steeds even krachtig
alle invloeden vair weer en wind. Zij reden
ongeduldig voort, zoekend om de muur
totdat zij bij een vervallen hel: kwamen.
Zij bevonden zich r.u aan het begin der veie
wegen, die tpegang gaven te: het huis in
'l midden.Moonstone en zijn stalger.oot too i
den een eigenaardige aarzeling om verder
te gaan; zij deinsden terug; de ruiters
moesten hen dwingen verder te gaan. Dit
was te vreemder, daar zij een geweldige
stormwind in der rug hadden. Marston
werd een oogenblik woedend, wat hem zel
den gebeurdehij ergerde zich aan zich
zelf, want tegen zijn wil werd dat eigen
aardige gevoel, waarop hij zich eerder al
betrapt had sterker; liet tegenstribbelen
van de paarden irriteerde hem, hij sloeg
Moonstone flink over zijn kop en bestrafte
hem met zijn sporen.
Terwijl zij dieper het bosch inreden,
nam de duisternis toe. Het pa^ werd nu
breeder.
De paarden gedroegen zich - eeds no;:
alsof zij doodclijk beangst waren; ze ga
loppeerden zijdelings, bliezen zwaar door
hun neusgaten met hun ooren naar aehte
ren en hun oogen waren niet bloed door-
loopen.
Hemel! schreeuwde Marston. Wat
mankeert die beestenZc lijken wel dol,
Moonstone hoeft nog nooit zoo cerlaan!
Het is ..Het. Bosch der Duisternis",
sir, zooals Welmarck het noemde, ant
woordde Fagan niet oen yi ijns, maar het
was geen vroolijke grijns; er was misschien
ook wel iels geheimzinnigs dal op hein in
druk maakte. Do storm brak los; do wind
en do regen sloegen hun in lie' -gezicht;
de bliksem flitste «loor het brsch. Telkens
.sprongen de paarden opzij Marston on
Mark trokken hun mo; iels dichter oni zich
heen on zetten de paarden ;oi groot er
spoed aau.
Na eeu paar minuten werden de boomen
tot hun groote verlichting schaarscher <n
de omtrekken van een hoi wei ien zicht*
baarhet. was te donker om het d,uide
lijk te kur.nen onderscheiden, maar zij
konden wel zien, dat het o?n groot, mas
sief gebouw was met dikke muren.
Toen zij raderbij kwamrn zagen zij linies
een poort, die waarschijnlijk op dc bin
nenplaats uitkwam. Anthony steeg af.
Ik zal naar binnen gaan en vuur aan
maken, zei hij.
Neem jij de paarden mee achterom er.
zie of je ze ergens stallen kunt.
,»Vordb vervolgd).