I KERKNIEUWS RECHTZAKEN ANTHONY MARSTON DE DOLENDE RIDDER derde blad. de leidsche courant. vrijdag 9 augustus 1929 UIT DE PERS HET NIEUWE KABINET. De T ij d besluit een beschouwing over hefc nieuwe Kabinet met deze enthousiaste woorden: ..Uderdaad zit in de namen der perso den D dit Kabinet en in de beginselen, volgens welke het zal besturen, een nationale klank, dien men beluisteren kon in de redevoeringen, waarmede vóór enkele maanden de Kabinetsformateur, de stem bus heeft ingeleid. Telkens hoorde men daar deze christelijke nationale gedachten terugkeeren: de Katholieken van Neder land brengen nieuwe geestelijke waarden tot nut van ons geheele volk en onze kolo niën. In liefde voor het vaderland en de volle ontwikkeling van alle volkskrachten willen wij bij niemand achterstaan. En geen zuiverder en krachtiger beginselen dan de onze, om bestuur en wetgeving te bezielen voor het gemakkelijk maken dei- wegen van ons volk naar het einddoel, vaarvoor het geschapen is, en de prachtige laak, welke het in de plannen der Voorzie nigheid heeft te vervullen als natie: de bloei van zijn cultuur, het bevredigen van de menschelijke nooden dooi' behoorlijke sociale voorzieningen! Mogen in klooster en pastorie, in het christelijk huisgezin en elk katholiek bin nenleven de prachtige maar moeilijke taak worden begrepen, welke het nieuwe kabi net, waartegen thans alle gezonde krach ten van ons volk aanleunen, gaat vervullen ■oor de geestelijke en stoffelijke belangen van de millioenen hier en in Indië-, en door hun gebed de inspiratie vragen van den H. Geest voor het kloek aangevangen en voor dit en vele geslachten vruchtbare regeeringswerk!" De Morgen meent, dat het 't nieuwe kabinet wel niet aan bestuurscapaciteiten zal ontbreken, maar twijfelt er aan of het de groote hervormingen zal gaan inleiden, welke volgens het blad de ontwikkeling der sociale verhoudingen in plutocratischen zin eischt. Het blad schrijft: ,Het voornaamste cachet van het nieu we Kabinet is wel, dat het zijn naam van extra-parlementair kabinet eer aandoet. Van de benoemde ministers is er, buiten den minister-president en Dr. Deckers, enkele die actief parlementair is, want het eerste Kamerlid Mr. Paul Rey- ruer houdt den 3en Dinsdag van September a.s. op lid van het Parlement te zijn. Een tweede kenmerk van het nieuwe Kabinet is dat' de ministers van Financiën, Justitie, Koloniën en Buitenlandsche Za ken uit vorige kabinetten zijn overgeno men. Wat den minister van Financiën aan gaat, vervult ons dit met eenige vrees ten aanzien van meerdere punten van ons ka tholiek program. Op de derde plaats typeerend voor dit nieuwe Kabinet is een aantal „nieuwe man nen" als Prof. Woltjer, Mr. Verschuur en Mr. Paul Reymer. De benoeming van den eerste tot minister van Onderwijs laat ver wachten, dat het katholiek' programpunt betreffende ruimer subsidieering van het Bijzonder Hooger Onderwijs aan de orde zal komen. Mr. Verschuur is bekencl als voorstander der Bedrijfsorganisatie-idéemisschien mag men dus ook op dit urgente punt de aankondiging van regeeringsvooïstellen verwachten. Indien van Dr. Deckers voorstellen mochten te verwachten zijn tot opheffing van den dienstdwang, zou dit alleen reeds zijn benoeming tot minister van Defensie rechtvaardigen. Het behoud van minister Beelaerts van Blokland wijst in de richting van voortzet ting der aanvaarde politiek inzake de Bel gische kwestie en de overneming van mi nister de Graaff uit een vroeger kabinet Buys toont aan, dat ook het koloniaal be leid ongewijzigd zal blijven. INGEZONDEN MEDEDEELiNG. Alles samengenomen zal het het Kabinet wel niet ontbreken aan wat men pleegt te noemen „bestuurseapaciteit". Maar zoowel zijn extra-parlementair ka rakter als zijn samenstelling doen twijfel opkomen, of het de groote hervormingen zal gaan inleiden, welke de ontwikkeling der sociale verhoudingen in plutocrati schen zin eischt, indien „christelijk her stel" ooit werkelijkheid wil worden." Men ziet, dat het blad over de drie niéu we Katholieke ministers toch wel zeer op timistisch is gestemd. Het Huis-gezin heeft één vrees, en wel voor minister De Geer. Wij deelen die vrees! „Ten aanzien van één minister verkeert men in vrees. Is het een gelukkige greep geweest, den minister-president en minister van Finan ciën van het demissionaire kabinet voor de zelfde portefeuille over te nemen Financiën zal ten slotte dc spil zijn waar alles om draait:' Financiën zal hervormin gen kunnen bevorderen of tegenhouden. Tijdens de crisis hebben we reeds verno men, dat de anti-revolutionnairon ten op zichte van den financieelen koers niet ge rust waren en den heer Ruys zekere lucht hartigheid verweten. Nu hopen wij niet, dat de lieer Ruys, ten einde de onrust aan die ziide weg ie ne men, den heer De Geer heeft overgenomen. Bovendien hebben wij tegen den nieuwen, ouden, minister van Financiën het bezwaar, dat hij de actieve handelspolitiek niet ge negen is en de industrie in het Zuiden wei nig steun van hem heeft ondervonden. Is er met den heer De Geer een stevig accoord gesloten, zoodat hij op sociaal, eco nomisch en onderwijsgebied de beste voor nemens niet kan lam slaan? In één woord, zal de heer Ruys de eeni ge, de kapitein op het schip zijn? Zoo ja, dan durven wij het een gelukki ge vaart voorspellen. Zoo neen, dan vreezen wij voor aanvaring en schipbreuk". De Standaard (antirev.) schrijft o.m.: „Er is geen aanleiding om te zeggen, dat het nieuwe kabinet-Ruys er een is van zwak ke structuur, maar we zullen ons toch zeer stellig onthouden van de voorspelling, dat hot zal blijken een sterk kabinet tc zijn. Wij leven in de hoop, dat wij dit kabinet bij de uitvoering van zijn gewichtige taak zullen kunnen steunen. We zijn zelfs niet zonder vertrouwen, dat dit mogelijk zal blij ken. Maar tevens stellen we er prijs op nog eens te verklaren, dat die steun alleen ver leend zal worden, voor zoover het gevoerde bewind met onze beginselen en practische inzichten overeenstemt. Het blad duidt verder den heer de Graaff aan als iemand, die „niet bij eenige partij aangesloten is, doch reeds eerder zitting had in een rechts-parlementair kabinet". D e N ederlander(c. li.) schrijft o.m. „Het nieuwe Kabinet kan zonder aarze ling worden gekenmerkt als rechts-georiën- teerd, extra-parlementair; waarbij de na druk met gelijke sterkte gelegd mag worden op de beide onderdeelen van deze kenmer- king; want het derde Kabinet-Ruys de Bee- renbrouck schijnt ons even stevig „rechts- georiënteerd", als echt „extra-parlemen tair". Al zijn leden zijn goed rechtsch; doch ten aanzien van hun optreden en het te volgen beleid werd, voor zoover wij we ten, met. de Kamerfracties geenerlei over leg gepleegd. Zal het nieuwe ministerie „een sterk Ka binet" zijn? Het blijkt, dat sommigen het antwoord op deze vraag reeds gereed hebben. Wij ma nen ten dez'e tot voorzichtigheid. De gouver- nemcnteele kracht van een Kabinet wordt voor een niet gering deel bepaald door de taak, waarvoor het, in een bepaalden tijd, wordt geplaatst". Het Yolk is natuurlijk slecht te spreken over het rechtsche Kabinet. Toch weet het blad er eigenlijk niet veel kwaad van te zeggen. Het zoekt naar redenen om het ministerie zwart te maken. Over de katholieke minsters schrijft het blad: „De keuze is gedaan uit de midden groep. Op den heer Ruys is weinig peil te trekken: hij heeft in zijn vorig kabinet, van 1918 tot 1925, heel de wisseling van Noveraber-vooruitstrevend tot Colijnsch- reactionair meegemaakt.. De heer Reymer is te weinig politiek op den voorgrond ge treden om veel van hem te kunnen voor spellen; een wereldhervormer is hij stellig niet. De heer Verschuur heeft in de krin gen der Raden van Arbeid geen slechten naam, maar is anderzijds ijverig medewer ker aan de reactionaire „Maasbode". Aan dr. Deckers heeft men nog het meeste houvast; hij diende destijds met rnr. Bo- mans het befaamde, in het vergeetboek ge raakte voorstel in om de jaarlijksche mili tielichting tot. 13.000 man te verminderen en werkte het vorig jaar met onze fractie samen om aan de Diensplichtwet van zijn partijgenoot-minister Lambooy de reactio naire giftanden uit te trekken. Of hij als bewindsman ook zal blijven streven naar vermindering der militaire lasten, moet afgewacht worden." Pastoer F. C. van Beukering. Heden is de zeereerw. heer F. C. van Beukering, pastoor der parochie van den H. Antonius te Rotterdam, zestig jaar. Aan een artikel in „De Tijd" is het vol gende ontleend: Zestig jaar. Geen leeftijd om de eind- balans op te maken over iemaBds leven. Wol om een terugblik te werpen op het geen deze voortrekker en baanbreker van de liturgische beweging reeds wist te be reiken. Dit leven wend gedragen en gestuurd door één ideaal: den eeredienst der H. Kerk weer volkomen te maken tot het le vend en levenwekkend element in het. gods dienstig leven der geloovigen. Reeds als kapelaan zag Amsterdam hem in die rich ting werkzaam. maar vooral Rotterdam al behoort deze figuur eigenlijk heel Ne derland heeft hem nu bijna 20 jaar als jiastoor van de parochie van St. Antonius Abt kunnen gadeslaan in zijn liturgischen aibeid. Natuurlijk niet alles, wat is a-an te prij zen in algemeen, werd hier in practijk gebracht. De mogelijkheden werden dik werf begrensd. Maar toch kan men zeker zeggen, dat wie het werk van pastoor Van Beukering wil kennen, zich niet behoeft te verdiepen in zijn vele geschriften, doch even slechts een blik heeft te slaan in het parochieele leven, waarover deze priester de leiding heeft. Want van de H. Liturgie was doortrok ken dit leven, dat als dat van iederen stadspastoor toch ook overladen was met honderden materieele zorgen en nooden. Voor twintig jaar werd hij pastoor van een der nog aan de peripheric van Rotter dam gelegen parochies: het oude Delfs- haven. Van den beginne af en steeds nadrukke lijker was zijn leiding doortrokken van het streven oni een redelijken, zuiveren en in- nigen godsdienst'te kweeken door de stu die en de echte beleving der H. Liturgie, in den geest en volgens bevel van Paus Pius X. In het bijzonder stelde hij zich ten doel om het volk te leeren de H. Mis mee te bidden en mee te zingen, vooral mee te offeren. Ook de beleving van het kerkelijk jaar werd voorgehouden. De middelen, welke hiertoe gebezigd, waren de aanschouwelijke onderrichtingen, welke in de eigen parochiekerk en oQk in andere kerken werden gehouden over de gebeden en de ceremoniën van het H. Mis offer. Geen gelegenheid werd onbenut ge laten om de geloovigen aan te sporen tot een inniger medeleven met en een beter be grijpen van de indrukwekkende ceremoniën. Hiertoe richtte hij zich tot de ouderen, maar vooral tot de jeugd, omdat hij wel inzag, dat alleen een algeheele omkeer bij de jeugd op den duur het succes zou bren gen. Daarom werd met de kinderen begon nen. Reeds bij de plechtige geloofsbelijdenis zingen in deze kerk de kinderen zelf heel de Mis. Aan de onderwijzers en onderwij zeressen der parochiale scholen liet hij door vakmenschen cursussen geven in het Greg< riaansch. De erschiller.de congrega- lie werden verder benut als liturgische kernvorming, van waaruit het liturgisch zaad in heel de parochie opschoot. En van dit onvermoeid ijveren in deze richting zijn de vruchten niet uitgebleven. LETTEREN EN KUNST Jubileum Alex Faassen. Gister vierde de heer Alex Faassen, de bekende tooneelspeler zijn negentigsten verjaardag. Hoewel dc heer Faassen van zijn laatste zware ziekte hersteld is, is zijn gezond heidstoestand van dien aard cat de huldi ging een zeer beperkt karakter moest dragen. Er had zich uit den uitgebrciden kring van vrienden en bewonderaars van den grijzen acteur een comité gevormd om hem op dezen dag een blijvend aandenken te geven. Gistermorgen kwam een deputatie uit dit comité, de heeren Nico de Jong, van Seventcr, Lapidnth cn dr. mr. Son aan de villa Tubantia, aan de Tobias Asserlaan, waar de heer Faassen de zomermaanden verblijf houdt, en brachten hunne geluk- wenschen over. Door het comité was de kamer van den jarige op zeer fraaie wijze versierd. De be woners van do villa Tubantia hadden, als blijk van vriendschap, de groote hall van het huis met. bloemen en planten versierd. Een stroom van telegrammen was in den loop van den dag binnengekomen, o.a. van Johan de Meester en Cor v. d. Lugt Mel- sert. Voorts werden vc!e bloemstukken be zorgd, o.a. van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen cn van het Rotter- damsch Tooneelverbond. De moord aan de Korte Zomerkade te Haarlem. In den nacht van den 29en April speelde zich te Haarlem in perceel Korte Zomer kade 223. een afschuwelijk 'drama af. De 38-jarige schilder K. vermoordde iu een oogenblik van overspanning zijn vrouw, door haar met een mes den halsslagader door te snijden. Daarna trachtte hij zichzelf van het leven te berooven door gasverstik- king. Zijn leven scheen hem echter op het laatste oogenblik nog iets waard te zijn, wamt hij gooide de ramen open en haalde zijn drie-jarig dochtertje uit haar bedje om zc bij zijn zwager te brengen, terwijl zijn vijf-jarig zoontje in huis achterbleef. Zijn zwager deelde hij heel kalm mede, dat hij zijn vrouw vermoord had. Vervolgens is hij de Zomervaart opgegaan, waar hij door de politie werd aangehouden en naar het hoofdbureau werd overgebracht. K. was in dc buurt bekend als een ze nuwpatiënt, die soms zoo driftig was, dab hij den heelen boel kort en klein sloeg. Ecnigen tijd voor den moord was hij bij zijn ouders in Bloemendaal, daar hij toen geheel in do war was. Dc waarnemend officier van Justitie, mr. Stam en dc commissaris van politie te Haarlem stelden denzelfden nacht nog ter plaatse een onderzoek in. In heb huis van K. hing een zware gaslucht. de verklarin gen van K. klojDten dus, dat hij zichzelf om hef leven heeft willen brengen. In den gasmeter waren nog acht munten aanwezig, zoodat het verstikkings-proces niet is tegengehouden door gebrek aan gastoevoer. Toen K. op het politiebureau verhoord werd, deed hij het voor als of hij zich van hel geheele geval niets kon herinneren. De mare deed zich reeds de ronde, dat hij naar een krankzinnigengesticht gebracht zou worden, doch later bleek hij totaal te siniuleeren. waarin de politic aanleiding vond om naar het Huis van Bewaring over te brengen. Hij heeft daar nu 3i/2 maand doorge bracht en moest gistermorgen voor de Ar- rondissemcnts-rechtbank te Haarlem te recht staan. In deze zaak waren slechts vijf getuigen gedagvaard, onder wien de doktoren J. 1'. L. Hulst en S. T. Hi edema, terwijl als verdediger optrad mr. P. Tide- man te Bloemendaal. Hef O. M. eischte na getuigenverhoor drie jaren gevangenisstraf en daarna be schikbaarstelling van verdachte aan de Re- geering ter plaatsing in een Psychopaten- inrichting. Uitspraak 22 Augustus a.s. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Zaterdag 10 Aug. Hilversum 298 M. (Na 6 uur 1071 M. (Uitsluitend K. R. O.-uitzending.) 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje. 1&151.15 Concert K. R. O.-Trio. 1.152.00 Gramofoonuiuziek. 2.003.15 Kinderuurtje. 5.006.45 Gramofoonnniziek. 6.457.00 Journalistiek weekoverzicht. 7.007.30 Graniofoonmuziek. 7.30—8.Ó0 Lezing over: De techniek van de Rolprent. 8.0010.45 Concert. Klein orkest en vo cale solisten. 9.45 Nieuwsberichten. 10.4512.00 Rotterdamschc straatmuzi kanten. Huizen, 1875 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.152.00 Concert door het A. V. R. O.- Kwintet. 2.002.30 Filnipraatjé door Max Tak. 2.303.30 Aansl. van het Tuschinski- Theater te Amsterdam. 3.304.30 Kurhaus Seheveningen. Thé dansant, door „The Ramblers". 5.006.00 Concert door heb A. V. R. O.- Kwintet. 6.017.45 Concert door het Haagsch Harmonie-Orkest. 8.00 V. A. R. A.-uitzending. Da ventry, 1551 M. 10.35 Morgenwijding. 1.202.20 Orkestconcerl. 3.50 Concert. 5.05 Orgelconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 Sonaten. 7.20 Lezing. 7.35 Sportpraatje. 7.50 „The World we listen in". Revue m. m. van Dansorkest. 8.20 Promenade Concert. Symphonie-or- kest. 10.00 Nieuwsberichten. 10.20 Lezing. 10.3512.20 Dansmuziek. „R a d i o - P a r i s'', 1725 M. 12.50 Graniofoonmuziek. 4.05 Dansmuziek. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.35 Music-hall-muziek. 9.35 Dansmuziek. Langenberg, 473 M. 7.207.50 Gramnfoonirr.ziek. 7.508.50 Orkestconcort. 10.3512.10 Gramofoonmuziek. 12.30 Gramofoonmuziek. 1.252.50 Orkestconcert. 5.55—6.50 Orkestconcert. 8.20 Vroolijke avond. Daarna tot 1.20: Dansmuziek. Z e e s e n, 1635 M. 6.105.20 Lezingen. 5.206.20 Concert. 6.207.20 Lezingen. 7.20 Uil Weencn: „Don Juan" van Mozart. 10.5012.50 Dansmuziek. Opera Brussel, 508 M. 5.20 Trio-concert. Zang. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert door kwartet. 9.20 Orkest concert Hamburg, 372 M. 4.35 Liedpren m. m. van orkest. 5.20 Kamermuziek. Viool, viola en cello. 6.35 Concert. 7.20 Mondelssohn-concert. Viool cn zang 8.20 Muzikale wereldreis. Orkest en so liste. 9.501.20 Orkestconcert. In de pauze: Uitzending van Fakkeloptocht. feuilleton. Een verhaal uit den tijd van deri Spaanschen Successie-oorlog. Naar het Engelsch van MORICE GERARD. 21) HOOFDSTUK XVI. De „Drie Duiven". Twee dagen later kwamen Marston en z'jn dienaar vermoeid en met afgejak kerde paarden in het kamp van Eugenius aan. De Prins ontving hen, nog in "een kamer spon, zoodra hij de mededeeling van hun aankomst had gekregen. Eugenius stond op en wees zijn bezoe ker niet een handgebaar een stoel, zijn °ogen schitterden toen hij de boodschap ontving en het verhaal van hun avontuur den tocht hoorde; dat zou ook een kolf je naar zijn hand zijn geweest! Hij drukte z'jn volle tevredenheid uit. Als U of Uw dienaar ooit van dienst ^enschen te veranderen, behoeft U zich m*ar tot mij te wenden. Wij zouden ons zeer verheugen zoo'n Stoot veldheer te mogen dienen. De Prins booghij wist dat het compli ment gemeend was. "iet voor den volgenden middag konden •'J den terugtocht aanvaarden. De Prins na'ni afscheid hij was te paard, omgeven door zijn schitterenden tocht. Anthony en Mark kwamen spoedig bij een afgelegen herberg. De herbergier, een zekere Wolmarck kende hemhij was vroe ger schout geweest in dienst va»: den Prins van Hessen-Anhalt, wiens gast Mar ston geweest was. De herbergier ontving Anthony niet bij zonder vriendelijk. De Beieren hadden in den omtrek een sterke macht liggen als het bekend werd dat, hij Marston gehuis vest had, zou de „Drie Duiven" boven zijn hoofd in brand gestoken worden. Zij zadel den hun paarden daarom niet af. U mag wel voorzichtig zijn, sir, welke richting U neemt, als U hier vandaan gaat. Welke route raadt je me aan? Welmarck aarzelde. Toen zei hij, terwijl zijn lippen verraderlijk trilden: Er is maar één weg, die veilig is met het oog op de troepen.... Hij zweeg plot seling alsof hij niets meer wilde zeegen. Vertel op, man. riep Anthony onge duldig. welke weg? De weg door het bosch. Is die voor paarden begaanbaar? Ik geloof van wel, excellentie. Gelooven Ken je die dan niet Neen, excellentie. Wat is er dan aan dat bcsch voor bij zonders? Wolven? Dat is niet mogelijk. Wat bedoel je dan eigenlijk? Ik heb vreemde verhalen er over ge hoord niemand waagt het 't „Bosch der Duisternis" binnen te gaan na zonsonder gang; sommigen zelfs nie eens overdag Midden in staat een huis; alle wegen lei den daarheen. Des te beter, daar kunnen wij dan slapen. De herbergier legde zijn hand op den zadelknop. Ga er niet heen, riep hij uit. Niemand heeft ooit in dat huis geslapen cn daarna kunnen vertellen wat hij gezieu heeft, tenminste niet met gezonde hersens. Marston en Fagan reden weg zonder verder meer te praten over het vreemde verhaal van den waard. Toen zij eeiHgen tijd daarna in de ver te patrouilleerende soldaten zagen, von den zij het toch het verstandigst den zij weg Ie nemen naar het „Bosch der Duis ternis". Zij kwamen door een wild en ver laten landschap. Het kale, droefgeestige van de natuur hier deed een eigenaardige gewaarwording, zooals hij nog nooit ge kend had. over Marston komen. Angst was het niet, dat gevoel was hem zelfs in de grootste gevaren vreemd gebleven, maar nu voelde hij toch iets in zijn geest slui pen dat misschien wel op angst leek; een huivering van onberedeneerde afschuw be kroop hem. Hij verzette er zich met kracht tegen en besloot zich door niets van zijn voorgenomen tocht te laten weer houden. Deze weg, zei hij kort en wees niet zijn gehandschoende hand naar het pad, dat naar het bosch voerde. Ja, sir. Anthony wierp een zijdelingschen blik op Mark, om te zien of ook in hem vreemde gevoelens waren wakker geworden, maar het gezicht van den dienaar was onbewo gen. HOOFDSTUK XVII. Het „Bosch der Duisternis". Toen zij een uur gereden hadden kwa-v men zij aan den zoom van het bosch. De lucht was zwarteen koude wind blies hun om de noren. Wij moeten voortmaken, z.ei MarLton wij konden wel eens een flinken storm krijgen. Tegelijkertijd gaf hij zijn paard de sporen. Om het bosch was een muur van acht voet hoog. Hij was vele jaren ge leden als een geweldig sterke beveiliging opgericht en met nios cn onkruid bedekt Irotseerdc hij nu nog steeds even krachtig alle invloeden vair weer en wind. Zij reden ongeduldig voort, zoekend om de muur totdat zij bij een vervallen hel: kwamen. Zij bevonden zich r.u aan het begin der veie wegen, die tpegang gaven te: het huis in 'l midden.Moonstone en zijn stalger.oot too i den een eigenaardige aarzeling om verder te gaan; zij deinsden terug; de ruiters moesten hen dwingen verder te gaan. Dit was te vreemder, daar zij een geweldige stormwind in der rug hadden. Marston werd een oogenblik woedend, wat hem zel den gebeurdehij ergerde zich aan zich zelf, want tegen zijn wil werd dat eigen aardige gevoel, waarop hij zich eerder al betrapt had sterker; liet tegenstribbelen van de paarden irriteerde hem, hij sloeg Moonstone flink over zijn kop en bestrafte hem met zijn sporen. Terwijl zij dieper het bosch inreden, nam de duisternis toe. Het pa^ werd nu breeder. De paarden gedroegen zich - eeds no;: alsof zij doodclijk beangst waren; ze ga loppeerden zijdelings, bliezen zwaar door hun neusgaten met hun ooren naar aehte ren en hun oogen waren niet bloed door- loopen. Hemel! schreeuwde Marston. Wat mankeert die beestenZc lijken wel dol, Moonstone hoeft nog nooit zoo cerlaan! Het is ..Het. Bosch der Duisternis", sir, zooals Welmarck het noemde, ant woordde Fagan niet oen yi ijns, maar het was geen vroolijke grijns; er was misschien ook wel iels geheimzinnigs dal op hein in druk maakte. Do storm brak los; do wind en do regen sloegen hun in lie' -gezicht; de bliksem flitste «loor het brsch. Telkens .sprongen de paarden opzij Marston on Mark trokken hun mo; iels dichter oni zich heen on zetten de paarden ;oi groot er spoed aau. Na eeu paar minuten werden de boomen tot hun groote verlichting schaarscher <n de omtrekken van een hoi wei ien zicht* baarhet. was te donker om het d,uide lijk te kur.nen onderscheiden, maar zij konden wel zien, dat het o?n groot, mas sief gebouw was met dikke muren. Toen zij raderbij kwamrn zagen zij linies een poort, die waarschijnlijk op dc bin nenplaats uitkwam. Anthony steeg af. Ik zal naar binnen gaan en vuur aan maken, zei hij. Neem jij de paarden mee achterom er. zie of je ze ergens stallen kunt. ,»Vordb vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 7