m
fc:
h
GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
K
tweede blad
DE LEIDSCHE COURANT
DINSDAG 6 AUGUSTUS 1929
ONZE MISSHONARISSEN.
Twee en veertig priesters en vijf
en twintig broeders vertrekken
naar de Missie.
Het Missiehuis van Steyl was Zondag
n feesttooi. Hoog boven het machtige ge-
ag.
Twee en veertig pas gewijde priesters
m vijf en twintig broeders van het God-
,elijk Woord, die naar de mis-sie vertrek-
namen hier afscheid van ouders en
ierbaren.
Na het plechtig Lof in de bovenkerk
prak de generaal-superior, de Hoogeerw.
>ater W. Gier, tot devertrekkenden een
artelijk afscheidswoord. De jonge pries-
ers knielden voor hun superior neer en
erwijl een knapenkoor het „Benedictus"
ong, reikte de superior allen het Missie-
ruis over.
In de aula werd het afscheidsfeest he
loten
Declamatie en muziek wisselden elkaar
f. Groote ontroering ging door de zaal
ij de afscheidswoorden van de vertrekken-
Het gezamenlijke afscheidslied be-
loot de aangrijpende plechtigheid.
De Fathers van Mill-Hill van
Neeritter naar Haelen.
Binnenkort zullen de Fathers van Mill-
till, thans verblijf houdende in het kloos-
ir te Neeritter, dit klooster verlaten en
ich gaan vestigen in het klooser Alden-
hoor te Haelen bij Roermond. Ter heriri-
ering aan hun verblijf te Neeritter hebben
e Fathers een Missieboekje uitgegeven
a onder de inwoners verspreid, omvat-
uide eenige hoofdstukken, gewijd aan de
lijde inkomst'in Neeritter en aan de hulp,
,oor de inwoners aan hen verleend.
Het St. Ignatius-college te Amsterdam.
In de plaats van den weleerw. Pater dr.
Schwedding S.J. is tot rector van het
t. Ignatius-co'llege te Amsterdam bé-
oemd de weleerw. pater drs. A. J. Wes-
els S.J.
LETTEREN EN KUNST
EMIL BERLINER, t
Uitvinder van de gramofoon.
Een N. T. A.-bericht uit Washington
ïeldt, dat Emil Berliner is gestorven, de
ikvinder van de gramofoon.
Emil Berliner, die te Hannover werd
ebo.ren heeft het eerst de gramofoon sa-
iengesteld, die zich daarin van Edison's
honograaf onderscheidde, dat het stift
in geluidslijn graveert op een horizontale
Biet-, een dunne waslaag bedekte draaiende
P innen plaat. Een tienpróceirts chroom-
I® uur-oplossing doet de op hefc tin getrok-
nl en lijn dieper inbijten. Door middel van
I M e aldus geëtste tinplaat of een daaraan
08 elijke afdruk in" koper of eboniet, wordt
sr.. et geluid daarna voortgebracht.
"U Jan Nelissen.
De welbekende zanger Joh. Nelissen
seeft Zondag onder zeer groote belangstel-
ing te Amsterdam zijn zilveren zangers-
ubileum gevierd.
Des morgens werd in de Zaaierskerk
in plechtige Hoogmis opgedragen door
len pastoor der kerk, den Zeereerw. pater
v. Ruth S.J.
Het versterkte zangkoor onder leiding
fan Anton ter Stege voerde de Missa Tri-
litatis van Hub. Cuypers uit. De zanger
ac. Urlus zong de solo's. De kerk was
wervuld van geloovigen.
Na de H. Mis speelde de organist de
eer Theo Ponten een feestmarsch van
ierlioz.
Des middags om half drie werd de jubi-
.ris in Bellevue gehuldigd. Honderden
Tienden en kennissen waren hier tezamen
;ekomen om den populairen zanger en di
ligent te huldigen. Een groot aantal spre-
kers richtte tot Jan Nelissen het woord,
da De eerste was de zeereerw. Pater H. v.
luth S.J.
C Onder luide toejuichingen deelde spr.
nede, dat het Z. H. den Paus heeft be-
ïaagd den jubilaris te begiftigen met het
M jouden eerekruis „Pro Ecclesia et Ponti-
Sce".
Nog eens: onbehoorlijk optreden van een ambtenaar
Verbetering positie brigadiers en hoofdagenten.
Nu komt zeer spoedig de herbouw Stadhuis in den
Raad. Het Gangetje zal opgeknapt worden.
De Raad is er om te praten.
OVERZICHT.
Wèèr is er gepraat naar aanleiding'van
het feit, dat het schoolhoofd v. Schaik
van B. en W. een berisping heeft ontvan
gen voor een door hem geschreven artikel
in de pers, met volgens de meening van
B. en W. onbehoorlijke critiek. Men kent
de kwestie.
Wethouder mr'. Tepe. bestreed op uitne
mende wijze de in de vorige Raadsverga
dering door mr. v. Eek verkondigde opvat
ting over de grondwettelijke persvrijheid,
't Was ons 'n genoegen, naar dit logisch
betoog te luisteren. Jammer dat mr. v. Eek
niet aanwezig was; jammer ook, dat hij te
bescheiden is geweest, om als zijn wensch
te kennen te geven, dat dit agenda-punt zou
worden aangehouden. Nu reageerden par-
tijgenooten van mr. v. Eek op de uiteen
zetting- van wethouder Tepe, maar op een
wijze, die niet correspondeerde op de we
tenschappelijke rede van mr. Tepe.
Eindelijk is gekomen het slot van de v.
Schaik-affaire(met een motie, die ver
worpen werd met alleen de stemmen van
alle „democraten" (aanhalingsteekens niet
vergeten!) voor.
Daarna is er een vrij uitgebreide discus
sie gevoerd naar aanleiding van een voor
stel van B. en W. ter verhooging van de
salarissen van brigadiers en hoofdagenten
der politie. Uit het verslag kan den lezer
blijken dat de Raad op dé voorgestelde ver
hooging een schepje heeft opgegooid. De
Raa d smeerderheid oordeelde het gewenscht
en billijk, een desbetreffende voorstel van
den heer Heemskerk aan te nemen.
In 1920 heeft de Raad een voorstel aan
genomen van de heeren Wilmer, Bisschop
Oostdam enWilbrink ter invoering van een
kindertoeslag voor gemeente-personeel, dat
niet meer dan 3000 gld. per jaar verdient.
Dit voorstel was toentertijd geboren uit een
compromis; was zóó gedaan om er een
meerderheid in den Raad voor te winnen;
een half jaar tevoren nog had de Raad een
•soortgelijk voorstel van de. heeren Wilmer
en Bisschop verworpen.
Nu stelden B. en W. voor, om de loon
grens van 3000 gld. te doen vervallen een
o.i. zeer redelijk voorstel, dat door de
groote meerderheid in den Raad werd aan
genomen.
Andere gisteren besproken wijzi
gingen in het kindertoeslag-systeem, waren
nü niet aan de orde.
Wat de volgende voorstellen op de agen
da betreft, zijn wij zoo vrij. om naar het
verslag te verwijzen. Even maken wij halt
bij punt 20: de kwestie Haarlemmerstraat
Donkersteeg en de venters. De Raad heeft
de door de Oommissie voor de Strafveror
deningen voorgestelde en door ons reeds
gepubliceerde wijziging aanvaard en is
niet meegegaan met een verstrekkend voor
stel van den heer De Reede, om in hèèl
de .stad het venten te verbieden, tenzij met
vergunning. Wij gele oven wel niet, dat er
nu zoo hèèl veel zal veranderen: de afme
tingen van de wagens moeten kleiner zijn.
enz. Maar de overgroot© Raadsmeerdorheid
leek 't blijkbaar toch te vèr te gaan, om nu
in-eens een algeheele vent-verbod. tenzij
met vergunning, te gaan invoeren! We zul
len moeten afwachten, wat de naaste toe
komst ons in deze brengen zal. Bevrediging
voor hen, die over den huidigen toestand
ontevreden zijn, o.i. nog niet.
Ten slotte een interpellatie van den heer
Sijtsma, een van den heer Romijn en een
INGEZONDEN MEDEDEELING.
van den heer Spendel, en een motie van den
heer Groeneveld.
Bereikt is met deze interpellaties en
deze motie, dat dit betreft de interpel
latie van den heer Spendel de Raad en
de burgerij nu weet, dat er zeer spoe
dig een voorstel komt inzake stadhuis
bouw. En verder niets of niet. veel. Dat de
heer Sijtsma door wethouder Tepe op 'n
niet malsche wijze de waarheid is gezegd,
mag verder nog geconstateerd.
Uit de rondvraag stippen we aan, dat nu 'ns
eindelijkóók heel spoedig het Gan
getje in behoorlijken staat zal worden ge
bracht. Waarom dat zoo lang heeft moeten
duren, hebben wij uit het antwoord van den
betrokken wethouder, eerlijk gezegd, niet
begrepen.
Het soc.-dem. raadslid, de heer Groene
veld, heeft gisteren bij een der agenda-pun
ten de opmerking gemaakt, dat de Raad
ex is om te pratenHelaas, heeft hij er
niet*bijgevoegdzóó, dat er voor de ge
meenschap, voor de gemeente direct of in
direct e-enig nut in gelegen kan zijn; zóó,
dat uit dat praten direct of indirect daden
in het belang der burgerij kunnen worden
verwacht
De vrijheid van een ambtenaar.
9o. Voortzetting van de bespreking over
de wijze van behandeling van het schrijven
van den secretaris van het Comité ter be
hartiging van de algemeene belangen van
Overheidspersoneel (A. C. O. P.), ten ge
leide van een motie, aangenomen door de
openbare vergadering van dat Comité op
12 Juli j.l., in zake de aan het hoofd der
school, den heer J. C. van Schaik opgelegde
straf en voortzetting van de behandeling
van de tijdens die bespreking ingediende
motie van den heer van Eek.
Wethouder Tepe meent, dat de dis
cussie wel heel erg verward is geworden.
Een interpellatie is door den raad verwor
pen. Een motie is toen ingediend, welke
een geheel andere strekking had. Spr.
wenseht daarom niet op de afgewezen in
terpellatie in te gaan. Thans brengt men
de interpellatie langs een achterdeur weer
binnen en als dat zoo door gaat, zal spr.
zich voortaan niet meer laten verleiden
om op een niet interpellabele zaak nader
in te gaan.
De voorsteller van de motie, de heer v.
Eek, is niet aanwezig, spr. zal deze motie
echter objectief bestrijden. Er wordt daar
in ongerustheid uitgesproken over den
rechtstoestand van den ambtenaar. B. en
W. erkennen het recht van den ambtenaar
om critiek op hun college uit te oefenen,
zoodat er geen reden tot ongerustheid is.
Art. 7 der Grondwet geldt ook voor de
ambtenaren. In zooverre is de motie van
den heer v. Eek onnoodig. Toch acht spr.
de motie onaanneembaar, omdat de be
doeling is om daarmede uit-te spreken een
interpretatie van den grondwet, n.l. dat
geen enkele Nederlander, die ©en stuk in
de pers publiceert, op wat voor manier
ook aansprakelijk zou zijn, als hij maar
niet met den strafrechter in aanraking
komt. De motie v. Eek negeert totaal het
z.g. tuchtrecht .oftewel recht tot het nemen
van disciplinaire maatregelen.
Art. 7 bedoelt niets anders, dan af te
schaffen de preventieve censuur en de toe
voeging „behoudens ieders verantwoorde
lijkheid voor de strafwet" is eigenlijk over
bodig. Men gaat dat nu zoo uitleggen: Blijf
ik maar buiten de strafwet, dan mag ik al
les schrijven wat ik wil. Maar dat is niet
waar; men blijft aansprakelijk voor den
disciplinair en rechter. Het ambtenaren-
verband legt verschillende verplichtingen
op, welke niet beperkt worden door de
strafwet. Sluit men de disciplinaire bestraf
fing uit, dan miskent men het karakter van
dit disciplinaire strafrecht. Spr. citeert
daaromtrent uitspraken van de Pinto en v.
feuilleton.
ANTHONY MARSTON
DE DOLENDE RIDDER
Een verhaal uit den tijd van den
Spaanschen Successie-oorlog.
Naar het Engelsch van
MORICE GERARD.
komen, maar een blik uit Fagan's scherpe
kleine oogjes en een tik op het handvat
van diens dolk zei hem dat hij wijzer deed
zich er niet mee te bemoeien.
Het duurde een oogenblik voor de ko
lenbrander alleen kon staan. Zoo gauw hij
een beetje hersteld was fluisterde Mark
hem toe: Je deed het beste met heen
te gaanje dochter wacht buiten- in de
gang. Kom mee, ik zal je uitlaten.
De oogen van de toeschouwers waren
geboeid door het schouwspel voor hen.
zoodat zij onopgemerkt aan de deur kwa
men; Fagan opende deze en liet den .Ko
lenbrander uit. Toen ging hij er met zijn
rug tegenaan staan, oogenschijnlijk de
minst-geïnteresseerde van het heele gezel
schap. Voltman was geweldig sterk, een
Hercules. Hij hanteerde zijn zwaard met
groote bedrevenheid en bewoog zich vlug
ger dan men van iemand van zijn postuur
zou verwachten.
Marston's schermkunst stond echter hoo-
ger en hij was ook beter in conditie dan
zijn tegenstander, die de laatste maan
den in het fort niet veel beweging had ge
had. In het eerste nam Anthony een. ver
dedigende houding aan en hij wist alle
aanvallen af te weren. Hij hield Voltman
scherp in het oog, peilde zijn aanvals-
methoden, kalm, koel en beheerscht, vol
komen overtuigd, dat het niet lang meer
zou duren of hij zou ontdekt hebben waar
de kwetsbare plek van zijn tegenstander
lag. Het zweet druppelde van het voor
hoofd van den dikken majoor. Nu begon
Marston aan te vallen, langzaam, heel
langzaam verstapte de tegenstand van den
majoor. Marston's zwaar kletterde nu in
de eene, dan in een*andere richting; de
slag werd iederen keer nog opgevangen,
maar soms net op het nippertje. Ieder
oogenblik werd het duidelijker hoe de strijd
zou afloopen. Voltman wist het ook en be
gon angstig te worden. En angst is in een
gevecht een gevaarlijke metgezelDe sol
daten, die toekeken waren niet meer in
twijfel over den uitslag. Ze hielden niet
van hun bevelhebber, sommige haatten
hem zelfs maar tenslotte was zijn zaak
de hunne, met zijn- val zouden" zij ook val
len. Bijna gelijktijdig trokken alle soldaten
hun wapens en kwamen naar voren.
Voltman wierp een blik op den ser
geant het was een bede om hulp, de eer
ste die hij in zijn leven gedaan had; maar
die zijdelingsche 'blik gaf Marston zijn
kans, want op dat ondeelbare oogenblik
waren die oogen, die in die van zijn te
genstander hadden moeten kijken, niet
waakzaam. Anthony deed een uitval; de
punt van zijn zwaard drong in de rechter
•schouder van den majoor. Hij waggelde en
viel tegen de verhooging aan. Marston
sprong terug en. zwaaide zijn zwaar.d woest
in het rond Fagan rende hem te hulp. Een
pistoolschot klonkeen kogel schroeide
Anthony's ,wang en maakte een gat in de
rand van zijn hoed. De sergeant had ech
ter niet gerekend op de geweldige vlug
heid van Fagan, deze sprong op hem toe
en stak zijn dolk in de borst van den on
derofficier, die met een gekreun zijn armen
omhoog hief en neerviel.
Dat was het laatste 'bedrijf van heb dra
ma. Doch Mark Fagan had beneden ook
hooren vechteneen troep stevige boeren
en stedelingen, waren door verraad 'n ach
Hamel, beiden autoriteiten op strafrecht-
gebied. Disciplinaire bestraffing wordt vaak
juist dan toegepast, als de strafwet niet van
toepassing is. En art. 37 van de L. O. wet
geeft dit disciplinaire strafrecht aan B. en
W. Gezien de toelichting en de debatten,
acht spr. derhalve een motie absoluut on
aanvaardbaar, omdat zij berust op een ver
keerde interpretatie van de grondwet en
op een miskenning van den aard van het
disciplinaire strafrecht.
Wanneer de overheid straft, straft zij niet
als partij in een geding, maar als overheid.
De heer Kooistra meent, dab de wet
houder de ongerustheid niet voldoende
heeft weggenomen. Het recht van critiek
wordt erkend, mits deze behoorlijk is. Maar
dan moet men de onbehoorlijkheid van do
critiek aan kunnen toonen, als men disci
plinaire straffen oplegt. Spr. meent-, dat er
groot verschil bestaat tusschen het disci
plinair straffen van iemand, die zijn ambt
niet behoorlijk vervult en het straffen van
iemand, die critiek uitoefent. B. en W. zul
len het enge standpunt omtrent het onbe
hoorlijke van een critiek blijven handhaven
en daarom blijft de ongerustheid bestaan.
De heer Groeneveld meent dat hier
een geval was, waarin ook zelfs niet disci
plinair gestraft behoorde te worden. Spr.
blijft er bij, dat het college van B. en W.
wel degelijk rechter in eigen zaak was.
Wethouder Tepe: Lees dan eens art.
37 van de L. O. wet. Als gestraft moet wor
den, moeten B. en W. da-t doen.
De heer Groeneveld blijft er bij, dat
het optreden van B. en W. in deze zeer on
behoorlijk is geweest. Het college had eer
der gestraft moeten worden (gelach).
De motie-v. Eek wordt daarna in stem
ming gebracht en verworpen met 19 tegen
9 stemmen.
Voor stemden de S.D.A.P. en de heer
Sijtsma.
Het voorstel van B. en W. wordt daarna
z' h. st. aangenomen.
lOo. Voorstel tot het aangaan van een
2-tal overeenkomsten met de gemeente Ha-
zerswoude. betreffende de levering van
elec'riciteit en gas aan die gemeente.
Goedgekeurd.
llo. Praeadvies op het schrijven van J.
Bijleveld, inzake het weder als woning mo
gen gebruiken van het onbewoonbaar ver
klaarde perceel Utrechtsche Jaagpad 39.
Goedgekeurd.
12o. Voorstel tot opnieuw vaststelling
van de verordening van 21 Mei 1928, rege
lende de heffing van schoolgeld voor het
Lager Onderwijs in de gemeente Leiden
(Gom. blad No. 16).
De heer Mand er s herinnert, aan de
toezegging van den wethouder, bij de be
grooting gedaan to-t herziening van de on
billijke verdeeling der schoolgelden voor
hen, die meerdere kinderen op school heb
ben.
Wethouder Tepe antwoordt, dat de ge
gevens nog niet volledig zijn, zoodat het
nog niet gewenscht is, om de schoolgeld
heffing thans reeds te herzien.
Het voorstel wordt daarna z. h. st. aan
genomen.
13o. Voorstel tot het aangaan van een
overeenkomst met de provincie Zuid-Hol
land, inzake vergoeding voor onbezette
plaatsen in de gestichten „Endegeest" en
Voorgeest".
Goedgekeurd.
14o. Praeadvies op het verzoek van het
Hoofdbestuur van den Algemeenen Bond
van Politiepersoneel in Nederland, in zake
de erkenning van de door dien Bond inge
stelde akte van bekwaamheid a'ls agent van
politie en de toekenning van een subsidie
ten behoeve van den door dien Bond ingè-
stelden cursus.
De heer Vallentgoed kondigt aan,
dat hij bij de begroeting de subsidie zal ver
dedigen.
Daarna aangenomen.
Een salariskwestie.
15o. Voorstel:
a. tot vaststelling van de verordening,
houdende wijziging van de verordening van
31 Januari 1918 (Gem. blad No. 3). betref
fende de wedden van ambtenaren in dienst
der gemeente Leiden;
b. om het desbetreffend adres van de
afdeeling Leiden van den Algemeenen Bond
van Politiepersoneel in Nederland als afge
daan te beschouwen.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Woensdag 7 Aug.
Hilversum, 1070 M. (V o r 6 uur 29S M.)
(Uitsluitend N. C. R. V.-uitzendingen)
11.0011.30 Korte Ziekendienst.
12.302.00 Concert. Vocale- en instru
mentale solisten.
2.002.30 Gramofoonmuziek.
2.304.30 Concert. Vocale en instrumen
tale solisten.
4.305.00 Gramofoonmuziek.
5.00—6.00 Kinderuurtje.
6.007.00 Gramofoonmuziek.
7.007.30 Literaire lezing: Interview
en verslag.
.7.308.00 Praatje door den N. O. R. V.-
Voorzitter.
8.00 Gramofoonmuziek, en orgelspel.
Daarna: Nieuwsberichten.
Huizen, 1875 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.152.00 Concert door 'het A. V. R. O.-
Kwintet.
2.002.30 Gramofoonmuziek.
2.303.30 Kurhaus Soheveningen. Kinder
Matinee.
3.305.00 Gramofoonmuziek.
5.307.15 Concert door het A. V. R. O.-
Kwintet, Maryke en Janneke (zang).
7.157.45 Lezing <^oor Joh. M. Dallmeyer
over: Hoe worden cliohé's gemaakt?
8.018.15 Gramofoonmuziek.
8.15 Kurhaus Scheveningen. Het Resi
dentie-Orkest. Evan Liebenberg, zang. Na
afloop: Persberichten. Daarna: Concert
uit Grand Hotel „Brittannia" te Vlissingen
11.30 Sluiting.
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgenwijding
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Balladen-concert.
12.50 Gramofoonmuziek.
I.202.20 Orkestconcert.
4.20 Dansmuziek.
5.05 Orgelconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.35 Nieuwsberichten.
6.50 Lezing.
7.05 Sonaten.
7.20 Lezing.
7.45 Lezing.
8.05 Zang uit het kamp van den Hertog
van York te New Romney:
8.35 „Up the Stairs". Hoorspel.
9.20 Nieuwsberichten.
9.35 Actueele causerie.
9.50 Nieuwsberichten.
9.55 Symphonieconcert.
II.2012.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1725 M
12.50 Gramofoonmuziek.
4.05 Concert. Orkest en solisten.
6.55 Gramofoonmuziek.
8.55 Concert. Orkest en vocale solisten.
L a n g e n b e r g, 473 M.
7.207.50 Gramofoonmuziek.
7.508.50 Orkestconcert.
11.1012.10 Gramofoonmuziek.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.252.50 Orkestconcert.
5.556.50 Orkestconcert.
8.209.15 Declamatie en zang.
9.20 Vroolijk programma. Muziek en
zang. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Z e e s e n, 1635 M.
6.1011.05 Lezingen.
12.201.15 Gramofoonmuziek.
1.155.20 Lezingen.
5.206.20 Concert.
6.208.15 Lezingen.
8.20 Orkestconcdrt.
9.20 „Der Sieger". Hoorspel.
9.50 Orkestconcert. Daarna tot 12.50
Dansmuziek.
Brussel, 508 M.
5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonmuziek.
8.35 Orkestconcert.
9.20 Orkestconcert.
H a m b u r g 421
4.35 Orkestconcert.
5.20 Orkestconcert.
6.20 Dansmuziek.
8.20 Orkestconcert.
9.20 „Der Sieger", Hoorspel.
10.35 Orkestconcert.
terpoortje binnengekomen en maakten kor
te metten met de bezetting en het duurde
niet lang of ook de wapenkamer was ge
vuld met een vreemde groep mannen, die
allerlei soorten wapens droegen, van zwa
re ruiterspistolen tot snoeimessen, bijlen en
hartsvangers toe.
Hier was geen vechten tegen; de solda
ten gaven zich over en Marston nam het
bevel over de grensvesting op zich. Het
was met groote voldoening dat hij den
volgenden morgen de sleutel aan zijn op
perbevelhebber overreikte. Met innigen
dank naderde Anna hem en kuste zijn
hand, daarna kwamen haar vader en kor
poraal Gotlich.
Wij kunnen U nooit genoeg danken,
zei het meisje met tranen in haar oogen.
lederen avond zal ik bidden dat God U
moge beschermen en bewaken zooals hij
dezen nacht' gedaan heeft.
HOOFDSTUK XIV.
Een Brief.
Dit avontuur had een eigenaardige uit
werking op Marston. Ofschoon Anna
Geyer maar een eenvoudig boerenmeisje
was èn haar verloofde maar een gewoon
soldaat, wat Anthony zich tusschen die
twee had zien afspelen, de wederzijdsche
hartelijke liefde die hij in hun oogen had
zien schitteren, zelfs de aanraking van
Anna's hand op zijn eigen arm, wekten ge
dachten en gevoelens bij hem op, die hem
vervuldenen verwarden.
Welk geheimzinnig verband bestond er,
dacht hij, tusschen Anna, de dochter van
een houtskoolbrander en de hooggeboren
jonkvrouw, de meesteres van het kasteel
Hansau, dat deze laatste nu zoo volkomen
zijn ziel en zijn zinnen beheerschte? Was
het de zachte, toegewijde vrouwelijkheid
van beide
Plotseling werd de klep van zijn. tent ge
opend en hij zag was het een droom?
het gezicht van Hans, den getrouwen
dienstknecht van Barones Auguste von
Mar eken
Is er iets niet in orde op het kas
teel? Is je meesteres in gevaar? vroeg
Marston haastig aan den boodschapper.
Alles is in de boste orde; de barones
is veilig. Er is niets bijzonders meer ge
beurd sedert uw vertrek.
Dus je bent niet de brenger van
slechte tijding?, vroeg Anthony verlicht.
Neen Sir. Ik geloof dat als er nieuws
is, dat het alleen goed nieuws is. Maar
dat zal wel allemaal in den brief staan,
dien ik U moest brengen.
Hans haalde uit zijn kleeren een klein
document in een perkamenten omslag to
voorschijn. Er stond geen adres op maar
het stuk droeg een zegel waarvan Anthony
het wapen terstond herkende.
Hij liep naar een plek in de tent waar
een lantaarn hing, opende het stuk en las.
Het was geen lange brief, maar de in
houd was als godenspijs voor zijn ziel.
(Wordt vervolgd).