m fc: h GEMEENTERAAD VAN LEIDEN K tweede blad DE LEIDSCHE COURANT DINSDAG 6 AUGUSTUS 1929 ONZE MISSHONARISSEN. Twee en veertig priesters en vijf en twintig broeders vertrekken naar de Missie. Het Missiehuis van Steyl was Zondag n feesttooi. Hoog boven het machtige ge- ag. Twee en veertig pas gewijde priesters m vijf en twintig broeders van het God- ,elijk Woord, die naar de mis-sie vertrek- namen hier afscheid van ouders en ierbaren. Na het plechtig Lof in de bovenkerk prak de generaal-superior, de Hoogeerw. >ater W. Gier, tot devertrekkenden een artelijk afscheidswoord. De jonge pries- ers knielden voor hun superior neer en erwijl een knapenkoor het „Benedictus" ong, reikte de superior allen het Missie- ruis over. In de aula werd het afscheidsfeest he loten Declamatie en muziek wisselden elkaar f. Groote ontroering ging door de zaal ij de afscheidswoorden van de vertrekken- Het gezamenlijke afscheidslied be- loot de aangrijpende plechtigheid. De Fathers van Mill-Hill van Neeritter naar Haelen. Binnenkort zullen de Fathers van Mill- till, thans verblijf houdende in het kloos- ir te Neeritter, dit klooster verlaten en ich gaan vestigen in het klooser Alden- hoor te Haelen bij Roermond. Ter heriri- ering aan hun verblijf te Neeritter hebben e Fathers een Missieboekje uitgegeven a onder de inwoners verspreid, omvat- uide eenige hoofdstukken, gewijd aan de lijde inkomst'in Neeritter en aan de hulp, ,oor de inwoners aan hen verleend. Het St. Ignatius-college te Amsterdam. In de plaats van den weleerw. Pater dr. Schwedding S.J. is tot rector van het t. Ignatius-co'llege te Amsterdam bé- oemd de weleerw. pater drs. A. J. Wes- els S.J. LETTEREN EN KUNST EMIL BERLINER, t Uitvinder van de gramofoon. Een N. T. A.-bericht uit Washington ïeldt, dat Emil Berliner is gestorven, de ikvinder van de gramofoon. Emil Berliner, die te Hannover werd ebo.ren heeft het eerst de gramofoon sa- iengesteld, die zich daarin van Edison's honograaf onderscheidde, dat het stift in geluidslijn graveert op een horizontale Biet-, een dunne waslaag bedekte draaiende P innen plaat. Een tienpróceirts chroom- I® uur-oplossing doet de op hefc tin getrok- nl en lijn dieper inbijten. Door middel van I M e aldus geëtste tinplaat of een daaraan 08 elijke afdruk in" koper of eboniet, wordt sr.. et geluid daarna voortgebracht. "U Jan Nelissen. De welbekende zanger Joh. Nelissen seeft Zondag onder zeer groote belangstel- ing te Amsterdam zijn zilveren zangers- ubileum gevierd. Des morgens werd in de Zaaierskerk in plechtige Hoogmis opgedragen door len pastoor der kerk, den Zeereerw. pater v. Ruth S.J. Het versterkte zangkoor onder leiding fan Anton ter Stege voerde de Missa Tri- litatis van Hub. Cuypers uit. De zanger ac. Urlus zong de solo's. De kerk was wervuld van geloovigen. Na de H. Mis speelde de organist de eer Theo Ponten een feestmarsch van ierlioz. Des middags om half drie werd de jubi- .ris in Bellevue gehuldigd. Honderden Tienden en kennissen waren hier tezamen ;ekomen om den populairen zanger en di ligent te huldigen. Een groot aantal spre- kers richtte tot Jan Nelissen het woord, da De eerste was de zeereerw. Pater H. v. luth S.J. C Onder luide toejuichingen deelde spr. nede, dat het Z. H. den Paus heeft be- ïaagd den jubilaris te begiftigen met het M jouden eerekruis „Pro Ecclesia et Ponti- Sce". Nog eens: onbehoorlijk optreden van een ambtenaar Verbetering positie brigadiers en hoofdagenten. Nu komt zeer spoedig de herbouw Stadhuis in den Raad. Het Gangetje zal opgeknapt worden. De Raad is er om te praten. OVERZICHT. Wèèr is er gepraat naar aanleiding'van het feit, dat het schoolhoofd v. Schaik van B. en W. een berisping heeft ontvan gen voor een door hem geschreven artikel in de pers, met volgens de meening van B. en W. onbehoorlijke critiek. Men kent de kwestie. Wethouder mr'. Tepe. bestreed op uitne mende wijze de in de vorige Raadsverga dering door mr. v. Eek verkondigde opvat ting over de grondwettelijke persvrijheid, 't Was ons 'n genoegen, naar dit logisch betoog te luisteren. Jammer dat mr. v. Eek niet aanwezig was; jammer ook, dat hij te bescheiden is geweest, om als zijn wensch te kennen te geven, dat dit agenda-punt zou worden aangehouden. Nu reageerden par- tijgenooten van mr. v. Eek op de uiteen zetting- van wethouder Tepe, maar op een wijze, die niet correspondeerde op de we tenschappelijke rede van mr. Tepe. Eindelijk is gekomen het slot van de v. Schaik-affaire(met een motie, die ver worpen werd met alleen de stemmen van alle „democraten" (aanhalingsteekens niet vergeten!) voor. Daarna is er een vrij uitgebreide discus sie gevoerd naar aanleiding van een voor stel van B. en W. ter verhooging van de salarissen van brigadiers en hoofdagenten der politie. Uit het verslag kan den lezer blijken dat de Raad op dé voorgestelde ver hooging een schepje heeft opgegooid. De Raa d smeerderheid oordeelde het gewenscht en billijk, een desbetreffende voorstel van den heer Heemskerk aan te nemen. In 1920 heeft de Raad een voorstel aan genomen van de heeren Wilmer, Bisschop Oostdam enWilbrink ter invoering van een kindertoeslag voor gemeente-personeel, dat niet meer dan 3000 gld. per jaar verdient. Dit voorstel was toentertijd geboren uit een compromis; was zóó gedaan om er een meerderheid in den Raad voor te winnen; een half jaar tevoren nog had de Raad een •soortgelijk voorstel van de. heeren Wilmer en Bisschop verworpen. Nu stelden B. en W. voor, om de loon grens van 3000 gld. te doen vervallen een o.i. zeer redelijk voorstel, dat door de groote meerderheid in den Raad werd aan genomen. Andere gisteren besproken wijzi gingen in het kindertoeslag-systeem, waren nü niet aan de orde. Wat de volgende voorstellen op de agen da betreft, zijn wij zoo vrij. om naar het verslag te verwijzen. Even maken wij halt bij punt 20: de kwestie Haarlemmerstraat Donkersteeg en de venters. De Raad heeft de door de Oommissie voor de Strafveror deningen voorgestelde en door ons reeds gepubliceerde wijziging aanvaard en is niet meegegaan met een verstrekkend voor stel van den heer De Reede, om in hèèl de .stad het venten te verbieden, tenzij met vergunning. Wij gele oven wel niet, dat er nu zoo hèèl veel zal veranderen: de afme tingen van de wagens moeten kleiner zijn. enz. Maar de overgroot© Raadsmeerdorheid leek 't blijkbaar toch te vèr te gaan, om nu in-eens een algeheele vent-verbod. tenzij met vergunning, te gaan invoeren! We zul len moeten afwachten, wat de naaste toe komst ons in deze brengen zal. Bevrediging voor hen, die over den huidigen toestand ontevreden zijn, o.i. nog niet. Ten slotte een interpellatie van den heer Sijtsma, een van den heer Romijn en een INGEZONDEN MEDEDEELING. van den heer Spendel, en een motie van den heer Groeneveld. Bereikt is met deze interpellaties en deze motie, dat dit betreft de interpel latie van den heer Spendel de Raad en de burgerij nu weet, dat er zeer spoe dig een voorstel komt inzake stadhuis bouw. En verder niets of niet. veel. Dat de heer Sijtsma door wethouder Tepe op 'n niet malsche wijze de waarheid is gezegd, mag verder nog geconstateerd. Uit de rondvraag stippen we aan, dat nu 'ns eindelijkóók heel spoedig het Gan getje in behoorlijken staat zal worden ge bracht. Waarom dat zoo lang heeft moeten duren, hebben wij uit het antwoord van den betrokken wethouder, eerlijk gezegd, niet begrepen. Het soc.-dem. raadslid, de heer Groene veld, heeft gisteren bij een der agenda-pun ten de opmerking gemaakt, dat de Raad ex is om te pratenHelaas, heeft hij er niet*bijgevoegdzóó, dat er voor de ge meenschap, voor de gemeente direct of in direct e-enig nut in gelegen kan zijn; zóó, dat uit dat praten direct of indirect daden in het belang der burgerij kunnen worden verwacht De vrijheid van een ambtenaar. 9o. Voortzetting van de bespreking over de wijze van behandeling van het schrijven van den secretaris van het Comité ter be hartiging van de algemeene belangen van Overheidspersoneel (A. C. O. P.), ten ge leide van een motie, aangenomen door de openbare vergadering van dat Comité op 12 Juli j.l., in zake de aan het hoofd der school, den heer J. C. van Schaik opgelegde straf en voortzetting van de behandeling van de tijdens die bespreking ingediende motie van den heer van Eek. Wethouder Tepe meent, dat de dis cussie wel heel erg verward is geworden. Een interpellatie is door den raad verwor pen. Een motie is toen ingediend, welke een geheel andere strekking had. Spr. wenseht daarom niet op de afgewezen in terpellatie in te gaan. Thans brengt men de interpellatie langs een achterdeur weer binnen en als dat zoo door gaat, zal spr. zich voortaan niet meer laten verleiden om op een niet interpellabele zaak nader in te gaan. De voorsteller van de motie, de heer v. Eek, is niet aanwezig, spr. zal deze motie echter objectief bestrijden. Er wordt daar in ongerustheid uitgesproken over den rechtstoestand van den ambtenaar. B. en W. erkennen het recht van den ambtenaar om critiek op hun college uit te oefenen, zoodat er geen reden tot ongerustheid is. Art. 7 der Grondwet geldt ook voor de ambtenaren. In zooverre is de motie van den heer v. Eek onnoodig. Toch acht spr. de motie onaanneembaar, omdat de be doeling is om daarmede uit-te spreken een interpretatie van den grondwet, n.l. dat geen enkele Nederlander, die ©en stuk in de pers publiceert, op wat voor manier ook aansprakelijk zou zijn, als hij maar niet met den strafrechter in aanraking komt. De motie v. Eek negeert totaal het z.g. tuchtrecht .oftewel recht tot het nemen van disciplinaire maatregelen. Art. 7 bedoelt niets anders, dan af te schaffen de preventieve censuur en de toe voeging „behoudens ieders verantwoorde lijkheid voor de strafwet" is eigenlijk over bodig. Men gaat dat nu zoo uitleggen: Blijf ik maar buiten de strafwet, dan mag ik al les schrijven wat ik wil. Maar dat is niet waar; men blijft aansprakelijk voor den disciplinair en rechter. Het ambtenaren- verband legt verschillende verplichtingen op, welke niet beperkt worden door de strafwet. Sluit men de disciplinaire bestraf fing uit, dan miskent men het karakter van dit disciplinaire strafrecht. Spr. citeert daaromtrent uitspraken van de Pinto en v. feuilleton. ANTHONY MARSTON DE DOLENDE RIDDER Een verhaal uit den tijd van den Spaanschen Successie-oorlog. Naar het Engelsch van MORICE GERARD. komen, maar een blik uit Fagan's scherpe kleine oogjes en een tik op het handvat van diens dolk zei hem dat hij wijzer deed zich er niet mee te bemoeien. Het duurde een oogenblik voor de ko lenbrander alleen kon staan. Zoo gauw hij een beetje hersteld was fluisterde Mark hem toe: Je deed het beste met heen te gaanje dochter wacht buiten- in de gang. Kom mee, ik zal je uitlaten. De oogen van de toeschouwers waren geboeid door het schouwspel voor hen. zoodat zij onopgemerkt aan de deur kwa men; Fagan opende deze en liet den .Ko lenbrander uit. Toen ging hij er met zijn rug tegenaan staan, oogenschijnlijk de minst-geïnteresseerde van het heele gezel schap. Voltman was geweldig sterk, een Hercules. Hij hanteerde zijn zwaard met groote bedrevenheid en bewoog zich vlug ger dan men van iemand van zijn postuur zou verwachten. Marston's schermkunst stond echter hoo- ger en hij was ook beter in conditie dan zijn tegenstander, die de laatste maan den in het fort niet veel beweging had ge had. In het eerste nam Anthony een. ver dedigende houding aan en hij wist alle aanvallen af te weren. Hij hield Voltman scherp in het oog, peilde zijn aanvals- methoden, kalm, koel en beheerscht, vol komen overtuigd, dat het niet lang meer zou duren of hij zou ontdekt hebben waar de kwetsbare plek van zijn tegenstander lag. Het zweet druppelde van het voor hoofd van den dikken majoor. Nu begon Marston aan te vallen, langzaam, heel langzaam verstapte de tegenstand van den majoor. Marston's zwaar kletterde nu in de eene, dan in een*andere richting; de slag werd iederen keer nog opgevangen, maar soms net op het nippertje. Ieder oogenblik werd het duidelijker hoe de strijd zou afloopen. Voltman wist het ook en be gon angstig te worden. En angst is in een gevecht een gevaarlijke metgezelDe sol daten, die toekeken waren niet meer in twijfel over den uitslag. Ze hielden niet van hun bevelhebber, sommige haatten hem zelfs maar tenslotte was zijn zaak de hunne, met zijn- val zouden" zij ook val len. Bijna gelijktijdig trokken alle soldaten hun wapens en kwamen naar voren. Voltman wierp een blik op den ser geant het was een bede om hulp, de eer ste die hij in zijn leven gedaan had; maar die zijdelingsche 'blik gaf Marston zijn kans, want op dat ondeelbare oogenblik waren die oogen, die in die van zijn te genstander hadden moeten kijken, niet waakzaam. Anthony deed een uitval; de punt van zijn zwaard drong in de rechter •schouder van den majoor. Hij waggelde en viel tegen de verhooging aan. Marston sprong terug en. zwaaide zijn zwaar.d woest in het rond Fagan rende hem te hulp. Een pistoolschot klonkeen kogel schroeide Anthony's ,wang en maakte een gat in de rand van zijn hoed. De sergeant had ech ter niet gerekend op de geweldige vlug heid van Fagan, deze sprong op hem toe en stak zijn dolk in de borst van den on derofficier, die met een gekreun zijn armen omhoog hief en neerviel. Dat was het laatste 'bedrijf van heb dra ma. Doch Mark Fagan had beneden ook hooren vechteneen troep stevige boeren en stedelingen, waren door verraad 'n ach Hamel, beiden autoriteiten op strafrecht- gebied. Disciplinaire bestraffing wordt vaak juist dan toegepast, als de strafwet niet van toepassing is. En art. 37 van de L. O. wet geeft dit disciplinaire strafrecht aan B. en W. Gezien de toelichting en de debatten, acht spr. derhalve een motie absoluut on aanvaardbaar, omdat zij berust op een ver keerde interpretatie van de grondwet en op een miskenning van den aard van het disciplinaire strafrecht. Wanneer de overheid straft, straft zij niet als partij in een geding, maar als overheid. De heer Kooistra meent, dab de wet houder de ongerustheid niet voldoende heeft weggenomen. Het recht van critiek wordt erkend, mits deze behoorlijk is. Maar dan moet men de onbehoorlijkheid van do critiek aan kunnen toonen, als men disci plinaire straffen oplegt. Spr. meent-, dat er groot verschil bestaat tusschen het disci plinair straffen van iemand, die zijn ambt niet behoorlijk vervult en het straffen van iemand, die critiek uitoefent. B. en W. zul len het enge standpunt omtrent het onbe hoorlijke van een critiek blijven handhaven en daarom blijft de ongerustheid bestaan. De heer Groeneveld meent dat hier een geval was, waarin ook zelfs niet disci plinair gestraft behoorde te worden. Spr. blijft er bij, dat het college van B. en W. wel degelijk rechter in eigen zaak was. Wethouder Tepe: Lees dan eens art. 37 van de L. O. wet. Als gestraft moet wor den, moeten B. en W. da-t doen. De heer Groeneveld blijft er bij, dat het optreden van B. en W. in deze zeer on behoorlijk is geweest. Het college had eer der gestraft moeten worden (gelach). De motie-v. Eek wordt daarna in stem ming gebracht en verworpen met 19 tegen 9 stemmen. Voor stemden de S.D.A.P. en de heer Sijtsma. Het voorstel van B. en W. wordt daarna z' h. st. aangenomen. lOo. Voorstel tot het aangaan van een 2-tal overeenkomsten met de gemeente Ha- zerswoude. betreffende de levering van elec'riciteit en gas aan die gemeente. Goedgekeurd. llo. Praeadvies op het schrijven van J. Bijleveld, inzake het weder als woning mo gen gebruiken van het onbewoonbaar ver klaarde perceel Utrechtsche Jaagpad 39. Goedgekeurd. 12o. Voorstel tot opnieuw vaststelling van de verordening van 21 Mei 1928, rege lende de heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in de gemeente Leiden (Gom. blad No. 16). De heer Mand er s herinnert, aan de toezegging van den wethouder, bij de be grooting gedaan to-t herziening van de on billijke verdeeling der schoolgelden voor hen, die meerdere kinderen op school heb ben. Wethouder Tepe antwoordt, dat de ge gevens nog niet volledig zijn, zoodat het nog niet gewenscht is, om de schoolgeld heffing thans reeds te herzien. Het voorstel wordt daarna z. h. st. aan genomen. 13o. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met de provincie Zuid-Hol land, inzake vergoeding voor onbezette plaatsen in de gestichten „Endegeest" en Voorgeest". Goedgekeurd. 14o. Praeadvies op het verzoek van het Hoofdbestuur van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Nederland, in zake de erkenning van de door dien Bond inge stelde akte van bekwaamheid a'ls agent van politie en de toekenning van een subsidie ten behoeve van den door dien Bond ingè- stelden cursus. De heer Vallentgoed kondigt aan, dat hij bij de begroeting de subsidie zal ver dedigen. Daarna aangenomen. Een salariskwestie. 15o. Voorstel: a. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging van de verordening van 31 Januari 1918 (Gem. blad No. 3). betref fende de wedden van ambtenaren in dienst der gemeente Leiden; b. om het desbetreffend adres van de afdeeling Leiden van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Nederland als afge daan te beschouwen. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Woensdag 7 Aug. Hilversum, 1070 M. (V o r 6 uur 29S M.) (Uitsluitend N. C. R. V.-uitzendingen) 11.0011.30 Korte Ziekendienst. 12.302.00 Concert. Vocale- en instru mentale solisten. 2.002.30 Gramofoonmuziek. 2.304.30 Concert. Vocale en instrumen tale solisten. 4.305.00 Gramofoonmuziek. 5.00—6.00 Kinderuurtje. 6.007.00 Gramofoonmuziek. 7.007.30 Literaire lezing: Interview en verslag. .7.308.00 Praatje door den N. O. R. V.- Voorzitter. 8.00 Gramofoonmuziek, en orgelspel. Daarna: Nieuwsberichten. Huizen, 1875 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.152.00 Concert door 'het A. V. R. O.- Kwintet. 2.002.30 Gramofoonmuziek. 2.303.30 Kurhaus Soheveningen. Kinder Matinee. 3.305.00 Gramofoonmuziek. 5.307.15 Concert door het A. V. R. O.- Kwintet, Maryke en Janneke (zang). 7.157.45 Lezing <^oor Joh. M. Dallmeyer over: Hoe worden cliohé's gemaakt? 8.018.15 Gramofoonmuziek. 8.15 Kurhaus Scheveningen. Het Resi dentie-Orkest. Evan Liebenberg, zang. Na afloop: Persberichten. Daarna: Concert uit Grand Hotel „Brittannia" te Vlissingen 11.30 Sluiting. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladen-concert. 12.50 Gramofoonmuziek. I.202.20 Orkestconcert. 4.20 Dansmuziek. 5.05 Orgelconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Lezing. 7.05 Sonaten. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Zang uit het kamp van den Hertog van York te New Romney: 8.35 „Up the Stairs". Hoorspel. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Actueele causerie. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 Symphonieconcert. II.2012.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1725 M 12.50 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest en solisten. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.55 Concert. Orkest en vocale solisten. L a n g e n b e r g, 473 M. 7.207.50 Gramofoonmuziek. 7.508.50 Orkestconcert. 11.1012.10 Gramofoonmuziek. 12.30 Gramofoonmuziek. 1.252.50 Orkestconcert. 5.556.50 Orkestconcert. 8.209.15 Declamatie en zang. 9.20 Vroolijk programma. Muziek en zang. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Z e e s e n, 1635 M. 6.1011.05 Lezingen. 12.201.15 Gramofoonmuziek. 1.155.20 Lezingen. 5.206.20 Concert. 6.208.15 Lezingen. 8.20 Orkestconcdrt. 9.20 „Der Sieger". Hoorspel. 9.50 Orkestconcert. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. Brussel, 508 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert. 9.20 Orkestconcert. H a m b u r g 421 4.35 Orkestconcert. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Dansmuziek. 8.20 Orkestconcert. 9.20 „Der Sieger", Hoorspel. 10.35 Orkestconcert. terpoortje binnengekomen en maakten kor te metten met de bezetting en het duurde niet lang of ook de wapenkamer was ge vuld met een vreemde groep mannen, die allerlei soorten wapens droegen, van zwa re ruiterspistolen tot snoeimessen, bijlen en hartsvangers toe. Hier was geen vechten tegen; de solda ten gaven zich over en Marston nam het bevel over de grensvesting op zich. Het was met groote voldoening dat hij den volgenden morgen de sleutel aan zijn op perbevelhebber overreikte. Met innigen dank naderde Anna hem en kuste zijn hand, daarna kwamen haar vader en kor poraal Gotlich. Wij kunnen U nooit genoeg danken, zei het meisje met tranen in haar oogen. lederen avond zal ik bidden dat God U moge beschermen en bewaken zooals hij dezen nacht' gedaan heeft. HOOFDSTUK XIV. Een Brief. Dit avontuur had een eigenaardige uit werking op Marston. Ofschoon Anna Geyer maar een eenvoudig boerenmeisje was èn haar verloofde maar een gewoon soldaat, wat Anthony zich tusschen die twee had zien afspelen, de wederzijdsche hartelijke liefde die hij in hun oogen had zien schitteren, zelfs de aanraking van Anna's hand op zijn eigen arm, wekten ge dachten en gevoelens bij hem op, die hem vervuldenen verwarden. Welk geheimzinnig verband bestond er, dacht hij, tusschen Anna, de dochter van een houtskoolbrander en de hooggeboren jonkvrouw, de meesteres van het kasteel Hansau, dat deze laatste nu zoo volkomen zijn ziel en zijn zinnen beheerschte? Was het de zachte, toegewijde vrouwelijkheid van beide Plotseling werd de klep van zijn. tent ge opend en hij zag was het een droom? het gezicht van Hans, den getrouwen dienstknecht van Barones Auguste von Mar eken Is er iets niet in orde op het kas teel? Is je meesteres in gevaar? vroeg Marston haastig aan den boodschapper. Alles is in de boste orde; de barones is veilig. Er is niets bijzonders meer ge beurd sedert uw vertrek. Dus je bent niet de brenger van slechte tijding?, vroeg Anthony verlicht. Neen Sir. Ik geloof dat als er nieuws is, dat het alleen goed nieuws is. Maar dat zal wel allemaal in den brief staan, dien ik U moest brengen. Hans haalde uit zijn kleeren een klein document in een perkamenten omslag to voorschijn. Er stond geen adres op maar het stuk droeg een zegel waarvan Anthony het wapen terstond herkende. Hij liep naar een plek in de tent waar een lantaarn hing, opende het stuk en las. Het was geen lange brief, maar de in houd was als godenspijs voor zijn ziel. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5